Alkmaarsche Osorant
nu
Wie is Edmund Gray
HflnHeitl negen en twintlgsN J* ang.
Dinsdasf 29 Maart.
.Hit de aatimr.
FEl! ILL ETON.
ProvinciaaB nseuws
neif
■JISl'G
Een zwaluw maakt nog geen zojner!
11!) Een advertentie geeft nog geen succes!
Adverteert in de Alkmaarsche Courant! I!
ZIJ, DIE ZICH MET 1 APRIL A.S. OP
DIT BLAD VOOR MINSTENS 3 MAAN
DEN ABONNEEREN, ONTVANGEN DE
TOT DIEN DATUM VERSCHIJNENDE
NUMMERS GRATIS EN FRANCO.
DE DIRECTIE.
VTJANDEN VOOR HET NAAEDHOUT.
Groot is de verscheidenheid van dieren op
onze schoone aaxdc -n ze hebben alle rectit
van best a anEn a-ls er door den eigemvijzen
•jensch nimimer ingegijepen was en werd in
do orde der Natuur, dan zonden steeds de
Jlnste verhoudingen bestaam gebleven zijn
en eventueele afwijkingen zoudlen zicb niet
Voordoen daar de Natuur zicb, als de beste
-Moedcr, zirh steeds weet te redden. Maar de
Btenschsn met hun hebzuchtige meeningen,
iflet bun cnltuurstelsels en fahrieken, Ver-
breken zoo dikwdjlls bet evenwicht, om daar
later steeds de nadeelen van te ondervinden,
wat bet natuurleven betreft.
Waar de vogels te veel worden verjaagd,
daar zullen rupsen en torren in groote hoe-
veelheid verschijnen, om den planfengroel
tegen; te houden of te niet te doen gaan. Vele
groote dieren worden vervolgd en met uit
roeiing bedreigd, doch niet gering is dan ge-
woonlijk de inaeht van het kleine. Daarvan
Irunnen we voorbeeldten vinden in verschillen-
<te deraienaanplantingen waar torren en
vlinders van slechts eenige millimeters groot-
te, verschrikkdijke verwoestingen kunn-en
aanriobten. 't Is onmogelijk, dat door men
schen al die kleine, vernielzuchtige wezentjes
gevonden en gedood kunnen wordien. 't Is
daarom, dat men Daar die plaatsen zooveel
mogelijk -de zangvogels lokt, door ze in nest-
kastjes van allerlei soort gelegenheid tot
voortplantin-g aan te bieden. Vooral meezen
en roodstaartjes zijn verzot op dat kru-ipend
gedierte, en met hun sc-herpe oogjes weten ze
veel en veel beter de snuittorren en fcnoprup-
sen op te sporen, dan de boscbwachfer en
rijn -helpers dat kunnen doen. 't Is ook daar
om, dat het Staats-Bosdibedrijf in Neder-
land het verzoek tot alien richt, om zooveel
mogelijk de nuttige vogels te beschermen
Het doet dit, door het verbreiden eener
pi a at, waarop duidelijke t-eekeningen van die
verslindende wezentjes voorkomen. We mo-
gen veronderstellen, dat genoemd Bedrij
het goedkeurt, wanneer we eenigszins mede-
werken, door ook op onze wijze het een en
ander over zijn kleine vijanden, die zoo groo
te schade kunnen berokkenen, mede te deel-en
en in grooteren kring bekend te maken.
In geda-chte zullen we een bezoek brengen
aan een aanplanting, waar tal van jonge
dennen in verschillende grootten aanwezig
zijn, en waar we stellig, die schadelijke in
sect-en voor het naaldhout kunnen aa-ntreffen
'f Is heerlijk, hier eenigen- tijd te verb'Jijven
tusschen al die hars bevattende boompjes en
weldadig doet de dennengeur aan.
Zie, daar vliegt een vlinder, dien men
niet steeds in deze streken kan v'-nden, maar
die er toch wel eens in groote hoeveelheden
kan voorkomen. Mooi, zijdeachtig, grijsgeel
en zwartgekleurd ziet het dier, dat een vlucht
heeft van ongeveer 4 centimeters, er uit, en
aardig wordt het kopstuk versierd door de
ruige voelers. Ons vlndertje verschuilt zicb
spoedlig onder het dqn-kere dehnengroen,
want evenal® a-lle nachtvlinders laat het zich
zich bij zonneschijn niet gaarnie zien. On-
schuldig ziet het er uit en kwaad doet bet
diertje niet anders, dan dat het hoopjes
eieren op de stamm-en der dennen legt, waar
uit weldra tal van rupsen geborenworden,
die zich voeden met de dennennaalden en
groote schade kunnen voortbrengen. .Ook
voor loofboomen moeten ze als schadelijk
aangemerkt wordien. Ze zien,_er eenigszins
Wauwachtig uit, en ze zijn hen weinig be-
haard. Door het aanleggen van banden met
rupsenlijm om de boomstammen kan men wel
zorg dragen, dat de rupsen er beneden blij-
ven, doch in aanplantingen met jong ge-
boomte gaat zulks -moeielijk. Alkrhande
spitsbekkige zangvogelis area gaarne op de
eieren en ook verschillende vogels voeden zich
wel met de rupsen. Door de Nonvlinders
(Liparis monacha) want deze zijn- het
te vernietigen, voorkom-t men dikwijls de ge-
boote van een heele kolonie rupsen dezer
Geautoriseerde verlaling naar het
Engelsch van Walter Besant,
door Mej. E. Hoogewerf.
*2)
Qm half zeven stelde Checkley, zich weer
verdekt open niet eens zoo heel lang zal hij
daar gezeten hebben, off zoo vrij en onbe-
yangen, als maar immer mogelijk, vertoonde
rich daar het gelaat van miss Elsie Arundel
aan het open vensterKijk, wat was er nu
»eer noodig. Edmund Gray was Athelstan
Arundel of George Austin, of beiden, en El
sie was hun medeplichtige. Wat zou sir Sa-
muel in z'n schik zijn! Dien zelfden avond
eou hij zich nog bij dien ouden heer aanmel-
den!
1 elkens keek Ciheckley weer eens uit, om
van zijn ontdekking te genieten. Maar op
tens hij moest zich aan de deurposten
vasthouden, hij kon zijn verbazing dan ook
Biet langer verbergen, wantdaar zag hij,
ever de medeplichtige gebogen, mte een uit-
drukking van vaderlijke tcederheid,nie-
wand meer of minder, dan mr. Dering zel-
Jt, mr. Dering! Wat beteekende dat?
Z«u mr. Dering nu zelve het geheim oplossen
En Edmund Gray? Was hij op diens
mere doorgedrongen en had hij daar
Biet Edmund Gray, maar Elsie Arundel
♦on den?
„Vriend," zei de politie-agent, z6o vo6r
■em sfaand, dat zijn uitzicht was onder-
aept, „je schijnt daar iets te zien, wat ie
ioterekeert?-*
soorf, vooral to jaren, wanneer er maar wei-
nige zijn, wat dikwijls het geval is. Door op
te pass-en, wanneer d-e eerste voorwerpen
vtrschijnen, kan men veeli kwaad voorkomen.
Doch er zijn veel kleinere vlindertjes,
waarop de aandacht gevestigd moet worden,
d!aar ze meermalen in zieer groot aantal kun
nen voorkomen. Zie maar eens, dat kleine
diertjes, daar op die dlennemnaald, dat bij-
na niet in het oog va-lt. Wanneer ge er even
aan- raakt, spreidt* het de vleugeltjes, die
witachtig en geelrood gckteurd zijn, uit, en
we kunnen zien, dat de vlucht van het we-
zentje niet meer dan 2 c.M. bedraagt. Todi
wordt deze vlinder de moeder van vele rups-
jes, die ook alweer groot nadeel aan de den
nen kunnen toebrengen. De rups wordt ge
noemd Denn-enlotrups (Retinia buoliana),
naar haar wijze van voeding. In het voorjaar
toch voedt zij zich met de scheuten van de
kleine dennenboompjes en het liefst verzadigt
zij zich met de hoofdloten. Het gevolg is,
dat de aangetaste scheuten sterven of krom
wordendergelijke krommingen hebben aan
zulke loton de namen van bajon-etten en
waldhorens bezorgd. Daar zulke misvormin-
gen ontsieren, handelt men het verstandigst,
door die scheuten af te breken, of de boom
pjes geheel te verwijderen.
Een familielid, dat bijizonder veel op de
Lotrups gel'ijkt, is de Dennenknoprups (Reti
nia turionana), die als zeer schadelijk aange-
teekend staat. 't Is dit rupsje te doen om de
knoppen uit de jonge dennen, om de boom
pjes zoo doende voor altijd te verminken.
Gewoonlijk wordt eerst de hoofdknop aan-
getast en daarna de kleinere knoppen, die
daaronder in een kran® geplaatst zijn. Hars-
uitvloeiing. is het gevolg en de schade be-
staat. Aan de donkerder kleur kan men de
aangetaste knoppen kennen en goed kan het
zijn, om deze uit te breken en te verbranden.
Het vlindextje van de Knoprups, dat nog een
een weinig kleiner is, dan dat van de Lotrups,
heeft ook de voorste v'Jeugels wit en rood-
achtig geel gesfreept, doch deze streepjes zijn
smaller en daardoor zijn er meer.
Nog een derde Retinia van dezelfde groot-
te als de turionana, is de Harsbuilrups (Re
tinia resinella) die het gemunt heeft op de
uitei-nden der jonge denn^pscheutea, waar zij
zich inboren, met het gevolg, dat een- voort-
durende harsuitvloeiing plaats heeft, die den
dood van de twijgen veroorzaakt. Harsbui'en
on-tstaan, die zich gedurende twee jaren ont-
wikkelen, -en dan ook spoedig weggenomen
dienen te worden. Dit mag het kwaad
-eenigszins beperken, doch het doet zulks
nimmer te niet. Het kleine vlindertje, met
zijn fraaie zijdeach-tige vleugeltjes, ziet er,
als de andere, zeer onschuldig uit, doch het
is ook de levensbron voor de kleine vernielers,
die in korten tijd tot ondergang doemen, wat
met zooveel' moeite tot eenige ontwikkeling
is gebrach-t. De strijd aanbinden tegen dit
kleine volkje, is noodig, wil men, da-t onze
coniferen zich op het voordeeligst ontwikke-
len.
Doch men heeft te bedenken, dat men in
dit opzicht sl-echts een zwak schepsel is, in
vergelijking met de vogels, en daarom heeft
men in de eerste plaats te zorgen, dat de
verntenigvuldiging van onze gevederde vrlen-
den ongestoord kan plaats -hebben- opdat die
van Liparis en Retinia ,dte grootste vijandin
netjes va-n Pinus en Picea, zooveel mogelijk
wordt tegengewerk-t.
Doch het zijn niet alleen rupsen, die het op
de naaldboomen gemunt hebben, ook zijn er
kevers, die daarin groote verwoestingen kun
men aanrichten't Is ook alweer het Staats-
boschbedrijf, dat de aandacht vraagt voor
een drictal kleine torren, niet uit belangstel-
ling voor dit gedierte, maar om een handje
mede te he'lpen tot vernietiging er van in het
voordeel der aanplantingen.
Doch hier over in het vol gend opstel.
J. DAALDER Dz.
UIT BERGEN.
Vergadering V. V. V.
(Vervolg).
De heer Roggeveen felicit-eerde V.V.V.
met de behandeling van dit zoo belangrij-ke
onderwerp. Hij waarsch-uwde er voor, ge-
vall-en te noemen, aan-gezien het dan niet kan
uit blijven, dat deze of gene wordt geraakt.
Hij wekte op, om voor samenwerking de
hand-en ineen te siaan, en deelde mede, dat de
Haarlemsche Bouw Mij. voor bet bouwen
aan de Dr. Van Peltlaan bouweredieten be-
schikbaar denkt te stellen.
De hoofdleiding van de daar te bouwen
huizen krijgt waarschijnlijk de architect, die
daar het mooie kerkje bouwde. (Applaus).
De heer B e ij n e v e 1 d onderschreef dit
nu
ge-
„0 ja, dat is zoo!"
„Vind je anders, dat je nu niet lang ge-
noeg hebt gekeken naar dien ouden heer? En
er is een jongedame ook. Om nu zoo lang
naar haar te kijken, is heelemaal niet be-
leefd!"
„Neen, neen. Daar heb je ook gelijk in."
„En nu even in der minne die zaak behan-
deld; maar denk je, dat mr. Edmund Gray,
hier tegenover, het wel zoo heel aangenaam
zou vind-en, als hij wist, dat hij iederen avond
werd bespied? Dat kunnen we op den duur
toch niet toelaten zie je, tegenover zoo'n in-
fafsoenlijk man, als mi". Edmund Gray."
„Zeg agent, ken je hem dan, dien ouden
heer, daar aan het' venster?" hijgde Checkley.
„Zeker. Zoo lang ik hier nu al op post sta,
dat wil zeggen, twee jaren lang. De men-
schen hier in Gray's Inn hebben hem, ge-
loof ik, al tien jaar lang gekend Het is mr.
Edmund Gray. Hij komt hier niet geregeld.
Hij heeft er ook niet zijn kantoor Maar hij
vertoont zich zoo nu en dan. Mr. Edmund
Gray heet hij. Ik wou dat alle heeren in de
Inn zoo royaal waren als hij'!"
„0, maar het is onmogelijk! Zeg het nog
eens agent! Misschien ben ik een beetje doof
Ik ben al heel oud, weet je. Zeg het nog
eens?"
Wat scheelde den man toch! Want hij tril-
de oveT al zijn leden en zijn oogen stonden
wijd-opengesperd van schrik of verbazing.
„Natuurlijk, dat is mr. Edmund Gray."
„Wat doet dat meisje bij hem? Waarom
zijn ze daar samen?"
„Hoe zou ik nu weten, waarom zij hem
kzocfit? Het is een aardig jong ding.Waar
schijnlijk is hij haar grootvader."
Checkley Het iets h"~ren, wat het midden
hield tusschen een kr en een zucht, en zei:
„Daar moet ik nog eens over denken
betoog en gaf als zijn meenlng te k'ennen,
dat het bestuur in zijn beantwoording niet
minder agressief was geweest dan de heer
Verbeeck.
Spr. gaf dan ook in overweging, om geen
discussie te voeren over het al of niet juiste
van opgemer-kte feiten, maar te spreken over
het eenige vraagstu-k, hoe dienen- wij de
schoonheidi van Bergen? (Applaus).
DeVoorzitter oordeelde, dat d-e heer
Beijneveld niet uit het oog moest yerliezen,
dat het bestuur was aangevallen. En wie
aangevallen wordt, verdedigt rich.
De heer Verbeeck wenschte in ieder
geval een persoonlij'k feit te beantwoorden.
Men verweet hem, dat ook hij in het bosch
had gebouwd. Aanvan-keldjk had hij echter
gemeend, niet in het bosch te moeten bou
wen, doch hij is daarvan afgeweken door de
omstandigheid, dat h-ij door niet te bouwen
waar hij wilde, voordeel bra-cht aan de
schoonheid van Bergen. Daarom kocbt hij
een stukje grond, dat reeds tusschen andere
huizen te koop lag. Of hij het nu kocht of een
ander, is hetzel-fde, en bovendien bouwde hij
een huis, dat zich aan de omgeving aansloot
(Applaus).
fcte heer Van G u 1 i k was van meening,
dat bij het Bestuur de wil om samen te wer
ken met artisten afwezig was.
De heer Verbeeck ging ziji. betoog
m de vorige vergadering gehoud'en, na en
wees erop, dat hij had aangegeven, dat de
Commissie diend-e samen te werken met de
Vereeniging tot -behoud van Natuurmonu
menten, om door aankoop de bosschen in de
toekomst voor schending te vrijwaren. Het
d-aarop gegeven antwoord van den voorzit-
ter had hem aanleiding gegeven, de Ver. van
Natuurmonumen-ten aan te schrijven onder
toezending van het verslag. Van die Vereeni
ging had hij een schrijven ontvangen, waar-
in hem verzocht werd, de bewering van den
Voorzitter recht te zetten en waarin be-
treurd werd, dat de Voorzitter bl-ijkbaar niet
voldoende op de hoogte was met het werk
der Vereeniging.
Mededeeling werd ged-aan, dat inderdaad
enkele bczittingen zijn a-fgesloten, maar dit
zijn de broedplaatsen. De Vereeniging kocht
echter ook een aa-ntal Natu-urmonumenten en
houdt, wat de toega-ng betreft, daarvoor den
geest van de Nederlandsche vrij-heid hoog,
door die monumenten, niet alleen voor le
den, maar ook voor niet-leden toegankelijk te
stellen. Spr. oordeelde, dat het Bestuur zulke
argum-enten achterwege -kan laten en d-at die
Kasten bij den agressieven aanval tegen den
eer Polak, die toch niets dan de waarheic
had betoogd. Spr. had slechts het goede doel
op het oog. Wanneer hij werkelijk de waar-
heid gezegd zou hebben, dan zou dit bestuur
stellig zoo boos op hem zijin geworden, dat
het er niet toe zou zijn overgegaan, om met
de bedoelingen in te stemmen.
Wie de schoonheid in Bergen aanrandi,
randt de ievensader van Bergen aan. BHjik-
baar had het Bestuur zijn betoog u-itgeplo-
zen, om -er tegenstrijdigheid in te vinden en
daarvoor had het een maand noodi'g gehad.
Als spr. een week het antwoord van het be
stuur heeft, blijft er niets van over.
Spr. had zich niet tegen het bouwen verzet
maar er op aanged-rongen, dat er gebouwd
wordt door goede architected Zijn conclusie
was, dat noch het gemeentebestuur van Ber-
gen, noch dat van de V.V.V. in de tien jaar
sedert h-ij in Bergen woont, iets gedaan heeft
ten voord-eel-e van de schoonheid.
Spr. wi-1 dit echter laten rusten en slechts
het toekomsti-g doel in bet oog houden. Nog-
maals besprak h-ij, wat in Laren gedaan
wordt. Toen daar een molen op het punt
stond te verdwij-nen, bracht men d-aar direct
de fondsen tot het behoud van die molen bii-
een. J
Nooit heeft hij gedacht, om het eigendoms-
recht aan te tasten. Hij wil slechts een com
missie, die aangeeft, hoe er gehandeld moet
worden en ook d# behandeling van het ha-k-
hout en het opgaande hout onder d-e oogen
zien Hij gaf aan, hoe arm ons land in ver-
houding tot andere 1-anden aan boschgrond
is en oordeelde, dat het van het boogste be-
lang is. dat er voor het behoud van het bosch
gewaakt wordt. Nu het Bestuur ook meent
dat de Commissie tot stand mo-et komen.
oordeelde spr. het verder niet noodig, met
zijn betoog voort te gaan.
De V o o r z i 11 e r protesteerde er tegen,
dat d-e heer Verbeeck een enkel zinnetje uit
net verslag over heigeen hij zeide van de
Vereeniging tot behoud van Natuurmonu-
menten had gelicht.
Spr. is reeds jaren lid van die Vereeniging
had daarover dus niet, zooals d-e -heer Ver
beeck, lnlichtingen noodig en wees erop dat
hij ook over bet gebied' van de Amsterdam-
Neem me niet kwalij-k agent. Ik ben een oude
man, een eenIk heb nogal een sehok
gehad.. Go-edenavond agent!"
Elij keek andermaal op. Ja, daar zat ze te
praten. Even later trad Elsie van het ven
ster terug en hij zag, dat re haar hoed op-
zette. y
t'e er niet genoeg van, ouwe
heer? vroeg de agent
„Neen, nog even. Ik wilde haar zien uit-
gaan. Ja, daar gaan ze samen."
Je ziet er uit, of je erg geschrikt bent,
ouwe heer! Ats ik jou was, ging ik maar
gauw naar huis, en dronk een hartig slokje."
Checkley kwam dien avond vroeger dan
anders in de Salutation. De wandeling daar-
heen had hem moeite gekost en niet zoodra
}f.asT hjJ er de gelagkamer binnen-getreden, of
nij net zich in een armstoel vallen
"Goede Hemel mr. Checkley! Wat scheelt
eraan? vroeg de buffet-juffrouw
Het gezelschap was toch al vrij voltallig,
en re keken Checkley aan, volverbazing
'lie m?.een® iets sterks, Robert! Gauw
Z00' ei Zonder water!"
Robert kwam met een klein glas brande-
wijn, dat de oude man haastig uitdronk.
„0, riep hij. „Ik heb gezi-en!
:feker eta geest!" meende het buffet-
juffertje, dat met een glas water kwam aan-
dragen ,,Zal ik u wat koud water tegen het
voorhoofd houden?"
„Neen, dank je. Ik ben nu weer beter
rfTu Dit iaatste °P Piechtigen toon:
„Ik heb vanavond een goeden man,een
ouden man, een rijken man gezien, die
ten onder gebracht werd, van zijn geld werd
beroofd en op zij gedrongen. En, ten slotte,
was er nog een jong meisje, die er zich ze-
Xr0j over maakte> hem bespotte."
„0, dat komt zoo dikwijls voor, mr. Cfceck-
Hi" ™i
OlDl
53 G
BB{=]C=]|=gr==lf=lf=1Piaarin==lf^f=lf==lf==^B][«]
De heer Verbeeck oordeelde, dat, dan
betere middelen had-den moeten- worden- sre-
bruikt.
sche waterteiding had gesproken, een prach-
tig natuurgebied van Amsterdam, doch dat
voor niemand toegan-kel-ijk is. Spr. had slechts
opgemerkt, dat de heer Verbeeck niet te veel
moet identiseeren.
Als het waar is, wat de heer Verbeeck
zeide. dat het Bestuur het nooit eens is met
de l-ed-en, dan doen de leden beter, een ander
bestuur te kiezen. Het Bestuur zi-t heusch
met vastgeplakt op z'n stoel. Het houdt er
echter niet van, om alles te adverteeren, wat
h-et doel, al voerde het over tal van de aan-
geroerde zaken, vele besprekingen. Neder-
land is een boscharm land. Onvruchtbare lan-
den hebben nu een-maa! meer bosschen.
De regeering en de Nederlandsche Heide-
maatschappij doen hier echter ook veel aan
boschaanplanting en cok in ons land heeft
men in de onvruchtbaarste streken groote
boschgebieden.
Mr. J u d e 11 protesteerde tegen de woor-
den van d'en heer Verbeeck als zou het Be
stuur een voile maand noodig hebben gehad
om diens verslag te bestudeeren.
Het bestuur heeft z'n taak vrijwillig op zich
genomen. Alle bestuursleden verkeeren in de
noodzakelijkheiddat ze ook voor hun dage-
'ijksch -brood moeten werken; wat het bestuur
voor d-e Vereeniging doet, doet het in zijn
vrijen tijd en spr. gelooft, dat het Bestuur
eerder recht heeft op een woord van dank
voor al de moeite, die het zich geeft. Anders
moeten anderen het maar d-oen. (Applaus)
De heer Verbeeck had alleen gespro-
ken over het gebied van de schoonheid. Spr
wilde er wel bij voegen. dat hij dc waarde
van het Bestuur niet ond-erschatte ten aan-
zien van het andere vele werk der Ver-
eeniigin-g.
De heer Klomp oordeelde dat de heer Ver
beeck zich niet moest hlindstaren o-p hetgeen
h-et gemeentebestuur van Laren ter propa-
geerin-g van Laren in een brochure schrijft.
Spr Kent kunstschilders die jaren in Laren
werkten en het natuurschoon van Bergen
yerre boven het villadorp stellen, dat Laren
t-hans is geworden. Spr. was van- oordeel. dat
hetgeen- voor hvee jaar tegen den aanval van
den heer Polak was geschreven votkomen
juist was en handhaa-fde dat de heeT Polak
als lid van het Hoofdbestuur van Heemschut
met zijn aanval verkeerd had gehandeld.
Dat in Laren een molen gered werd is
mooi. In Bergen werden- diank zij het initiatief
van den heer J. v. Reenen twee molens gered,
door t-oepassin-g van de hul-pbema-linig Erik-
son n.l. die bij Koedijk en die aan den- Meer-
riP€Jver,eeni?inK "De HoMandsche Mo
len huldigoe Bergen daarvoor. in een uitge-
govern werk.
De heer V erbeeck wees o-p het ver-
d-wijnen van „de Di-kke Molen" en vroeg ot
bet bestuur iets gedaan. had om dele mooie
molen in het landschap te behouden.
De V oorzitter deelde mede. dat po-
gin-gen daartoe waren aangewend, doch zon
der succes.
ley, dat een rijke man zijn geld verliest,"
zei de geldschieter. „Maar, wie weet ook, hoe
achterstallig hij was, met het betalen van
zijn rekeningen en zoo voort. Nog vrij wat
erger is het, als je met' goed vertrouwen een
man geholpen hebt en het eind is, dat je
niets terug krijgt voor al je zorgen en je
moeiten, dat je je eenvoudig troosten moet
met de uitspraak: waar niet is, verliest de
keizer zijn recht!"
Twee uur lang bleef Checkley nog stil daar
zoo zitten, terwijl hij klaarbliikelijk niet luis-
terde naar hetgeen er gezegd werd. Toen
wendde hii zich tot mr. Langhorne:
„U heeft mr. Edmund Gray al iang ge
kend. is het niet?"
„Ne,gen jaar, tien jaar, sinds hij in the Inn
kwam!"
„Altiid dezelfde zeker?" vroeg Cheeklev
weer._ ,.Niet eens een ander, een jongere, of
hvee jonge !ui, waarvan de een een verwaan-
de kwast?"
„Nooit meer dan een tegeliik," anfwoordde
de advocaat met kalme beslistheid. „Hij kon
Z1.to, ineengesmolten, maar voor het
uiterlijk altiid dezelfde, om te zien, en om
mee te praten."
,Ja, ja. Er is dus geen hoop meer. Hii is
ten eenenmale verloren!"
sh>nd op en ging. Het gezelscbap-
je keek hem na en schudde het hoofd. Toen
schoven ze de stoelen wat dichter naar J-
kaar foe, zoodat de leegte, door zijn vertrek
gemaakt, weer aangevuld was
HOOFDSTUK XXX.
E>e dag na de geestversehijning.
Durinsf <fen Y°,?enden ochtend op
,n kantoor merkte hij, dat fept alles 1
De heer D e n D a s was van meening,
dat het gesohil tusschen het Besu-ur en den
heer Verbeeck de vergadering koud liet. Z.i.
had de vergadering te maken met de conci-u-
sies van den heer Verbeeck, die spreker mis-
te. Die van het Bestuur had men voor zich.
De heer Verbeeck wil het eigendo-msrecht
niet aa-ntasten. Zoolang men op dat stand-
punt staat, blij-ft het moeilij-k, de schoonheio
te bewaren. Als men dat werkel-ijfc wil, dam
moet men het eigendomsrec-ht wel aantasten.
Wat is bov«idien schoonheid? De Raad be-
sloot om in de omgeving van de Hertenkamp
alleen huizen van -plim. 9000 bouwkosten
toe te laten. Spr. meent, dat men voor alles
de bokken van de schapen wil scheiden. Een
klein gebouwtje kan evengoed sierldjk ge-
maakt worden, als het maar aansluit aan de
omgeving.
Na een verdere brapreking werd besloten,
over te gaan tot de bespreking van het inge-
komen voorstel van den heer Beijneveld.
Ook dit punt gaf aanleiding tot een uitvoe-
rige bespreking. Het Bestuur stelde zich op
he-t standpunt, dat de Vereeniging zich wel
tot autoriteiten kan wen-den, doch dat hetgeen
de heer Beij-neveid voorstelt, in de kiesver-
eenigingen naar voren moest worden ""c-
bracht.
De heer B r u g m a n sprak zijn verwon-
dering erover uit, dat de menschen, die met
\r v ,voarst:e'len in de vergadering van de
V. V. V. komen, daarmee niet naar voi en ko
men in de vergadering van Bergen's Bela-ng,
terwijl de heer Den Das meedeelde, dat men
in de van de S. D. A. P. te houden vergade
ring van die candid-aten antwoord op die
vragen kan krijgen. Voor deze vergadering
gaf ook spr. in overweging, dit voorstel in te
trek ken, aan welik verzoek tenslotte de heer
Beijneveld voldeed.
Hierna kwam de resolutie van het Bestuur
aan de ord-e.
De heer Verbeeck betoogde de wen-
schelijkheid, dat de Commissie een voorl-oopi-
ge Commissie zou zijn, waaruit de werkelij-
c u mm'ss'e zc>u kunnen voortspruiten.
S-choomheid is een delicate kwestie en daarom
is het gewenscht, dat eerst de voorloopigc
Commissie tast en z-oekt en niet alleen de ide-
austische, maar ook de materieele kanten be-
ziet. Er moet voor worden gewaakt, dat in de
vaste Commissie geen menschen komen, die
de zaa-k niet in de goede banen leiden.
Mr. J u d e 1 1 deelde mede, dat het Be
stuur van meening was, dat d'ie Commissie
er d-ien-t te komen buiten de V. V V. om. Een
Commissie uit de V. V. V. leid-t ongetwijfeld
weer tot nog grooter toename van het werk
van het Bestuur. Het Bestuur heeft daarom
gezegd, dat het wel die Commissie moet steu-
nen, maar dat die Commissie buiten de V. V.
V. client te stssn. Het Bestuur heeft deze
op tafel nog niet voor hem klaar gelegd was,
als gewoonlijk. De brieven van den vorio-en
dag lagen nog op zijn vloeiblad; de pennen
waren in wanorde, de papieren lagen ver-
strooid, nergens was stof afgenemen Gedu
rende heel zijn loopbaan van vijf-en-twinfig
jaren was dit nog niet voorgekomen. On°"e^
duldig tikte hij op zijn bel.
„Efoe komt het?" vroeg hij, terwijl hij
Z1]? Ds°Phing. »dat mijn tafel nog niet in
orde is?
Hij keerde zich nu om en zag zijn klerk in
de open deur staan.
„Goede hemel, Checkley, wat scheelt er
aan?
Want de oude gedienstige stond met gebo
gen hoofd en rug en met een innig-droeven
trek op het gelaat. Zijn handen hingen slag
Iangs het hjf, maar hij bleef steeds zoo
staan, kwam niet met een antwoord te voor-
schrjn.
Hij had nu leeren begrijpen. Sinds de ver
sehijning in South Square, had hij tijd ge
had, om na te denken. Hij begreep nu het ge-
yal van,het begin tot het eind: Er was een,
slechts een hand aan het werk geweest. Nu
begreep hij ook die buien van verstrooidheid
en van vreemde vergeetachtigheid, die zijn
chef dagen en uren door elkaar deed halen
en hem zich met verwondering deed afvra-
gen, waar hij toch den vorigen avond of
was' En noff iema"d anders
meisIe- Zij had het haar
aanstaande vertel-d, en haar broerDaar-
Wrwi t-^i.nieUyCe deel?enoot hem uit en
bespotte hij hem. Op zijn beschuldiging had
de jonge Arundel het land moeten verlaten
J3!00 verkIaard' dat hi-i hem de gesto-
len banknoten m de brandkast had zien le<v-
gen Hij had den jongen Austin beschuldigd,
en sir Samuel achterdoc.M doen opvaften.
a. (Wordt vervolgd).
WO. 74 £927
Oe cent* zwaluw, <Hu
wordt, b nog pot buwlja dtt
de lower er al b. Wel eehtcr b
het eea aaaduidiuc dat er eer*
aodtriog tea goede lade aotaar
komt.—
Zoo b het ook wet adrerteereK
Daarom moet ook tea ateIHgote
de mceafag weerlcgd worden,
dk aaea aoo vela walea hoorti
JBc hob al eeaa eea adreiteatla
geplaatst, het gtdt toch aieb,
fe heb aooit aacces gehad at
vooruitgang bemerhL"
Neen nataartijk abt, door Ma
advertentie maakt gij aw zaafc
niet bekend, glj moet regei-
matig adverteeren, wij gevca a
de verzekeriag, dzt gij besKat
en atdeead aacces zult hebben.