Alkmaarsche Osorant nu Wie is Edmund Gray HflnHeitl negen en twintlgsN J* ang. Dinsdasf 29 Maart. .Hit de aatimr. FEl! ILL ETON. ProvinciaaB nseuws neif ■JISl'G Een zwaluw maakt nog geen zojner! 11!) Een advertentie geeft nog geen succes! Adverteert in de Alkmaarsche Courant! I! ZIJ, DIE ZICH MET 1 APRIL A.S. OP DIT BLAD VOOR MINSTENS 3 MAAN DEN ABONNEEREN, ONTVANGEN DE TOT DIEN DATUM VERSCHIJNENDE NUMMERS GRATIS EN FRANCO. DE DIRECTIE. VTJANDEN VOOR HET NAAEDHOUT. Groot is de verscheidenheid van dieren op onze schoone aaxdc -n ze hebben alle rectit van best a anEn a-ls er door den eigemvijzen •jensch nimimer ingegijepen was en werd in do orde der Natuur, dan zonden steeds de Jlnste verhoudingen bestaam gebleven zijn en eventueele afwijkingen zoudlen zicb niet Voordoen daar de Natuur zicb, als de beste -Moedcr, zirh steeds weet te redden. Maar de Btenschsn met hun hebzuchtige meeningen, iflet bun cnltuurstelsels en fahrieken, Ver- breken zoo dikwdjlls bet evenwicht, om daar later steeds de nadeelen van te ondervinden, wat bet natuurleven betreft. Waar de vogels te veel worden verjaagd, daar zullen rupsen en torren in groote hoe- veelheid verschijnen, om den planfengroel tegen; te houden of te niet te doen gaan. Vele groote dieren worden vervolgd en met uit roeiing bedreigd, doch niet gering is dan ge- woonlijk de inaeht van het kleine. Daarvan Irunnen we voorbeeldten vinden in verschillen- <te deraienaanplantingen waar torren en vlinders van slechts eenige millimeters groot- te, verschrikkdijke verwoestingen kunn-en aanriobten. 't Is onmogelijk, dat door men schen al die kleine, vernielzuchtige wezentjes gevonden en gedood kunnen wordien. 't Is daarom, dat men Daar die plaatsen zooveel mogelijk -de zangvogels lokt, door ze in nest- kastjes van allerlei soort gelegenheid tot voortplantin-g aan te bieden. Vooral meezen en roodstaartjes zijn verzot op dat kru-ipend gedierte, en met hun sc-herpe oogjes weten ze veel en veel beter de snuittorren en fcnoprup- sen op te sporen, dan de boscbwachfer en rijn -helpers dat kunnen doen. 't Is ook daar om, dat het Staats-Bosdibedrijf in Neder- land het verzoek tot alien richt, om zooveel mogelijk de nuttige vogels te beschermen Het doet dit, door het verbreiden eener pi a at, waarop duidelijke t-eekeningen van die verslindende wezentjes voorkomen. We mo- gen veronderstellen, dat genoemd Bedrij het goedkeurt, wanneer we eenigszins mede- werken, door ook op onze wijze het een en ander over zijn kleine vijanden, die zoo groo te schade kunnen berokkenen, mede te deel-en en in grooteren kring bekend te maken. In geda-chte zullen we een bezoek brengen aan een aanplanting, waar tal van jonge dennen in verschillende grootten aanwezig zijn, en waar we stellig, die schadelijke in sect-en voor het naaldhout kunnen aa-ntreffen 'f Is heerlijk, hier eenigen- tijd te verb'Jijven tusschen al die hars bevattende boompjes en weldadig doet de dennengeur aan. Zie, daar vliegt een vlinder, dien men niet steeds in deze streken kan v'-nden, maar die er toch wel eens in groote hoeveelheden kan voorkomen. Mooi, zijdeachtig, grijsgeel en zwartgekleurd ziet het dier, dat een vlucht heeft van ongeveer 4 centimeters, er uit, en aardig wordt het kopstuk versierd door de ruige voelers. Ons vlndertje verschuilt zicb spoedlig onder het dqn-kere dehnengroen, want evenal® a-lle nachtvlinders laat het zich zich bij zonneschijn niet gaarnie zien. On- schuldig ziet het er uit en kwaad doet bet diertje niet anders, dan dat het hoopjes eieren op de stamm-en der dennen legt, waar uit weldra tal van rupsen geborenworden, die zich voeden met de dennennaalden en groote schade kunnen voortbrengen. .Ook voor loofboomen moeten ze als schadelijk aangemerkt wordien. Ze zien,_er eenigszins Wauwachtig uit, en ze zijn hen weinig be- haard. Door het aanleggen van banden met rupsenlijm om de boomstammen kan men wel zorg dragen, dat de rupsen er beneden blij- ven, doch in aanplantingen met jong ge- boomte gaat zulks -moeielijk. Alkrhande spitsbekkige zangvogelis area gaarne op de eieren en ook verschillende vogels voeden zich wel met de rupsen. Door de Nonvlinders (Liparis monacha) want deze zijn- het te vernietigen, voorkom-t men dikwijls de ge- boote van een heele kolonie rupsen dezer Geautoriseerde verlaling naar het Engelsch van Walter Besant, door Mej. E. Hoogewerf. *2) Qm half zeven stelde Checkley, zich weer verdekt open niet eens zoo heel lang zal hij daar gezeten hebben, off zoo vrij en onbe- yangen, als maar immer mogelijk, vertoonde rich daar het gelaat van miss Elsie Arundel aan het open vensterKijk, wat was er nu »eer noodig. Edmund Gray was Athelstan Arundel of George Austin, of beiden, en El sie was hun medeplichtige. Wat zou sir Sa- muel in z'n schik zijn! Dien zelfden avond eou hij zich nog bij dien ouden heer aanmel- den! 1 elkens keek Ciheckley weer eens uit, om van zijn ontdekking te genieten. Maar op tens hij moest zich aan de deurposten vasthouden, hij kon zijn verbazing dan ook Biet langer verbergen, wantdaar zag hij, ever de medeplichtige gebogen, mte een uit- drukking van vaderlijke tcederheid,nie- wand meer of minder, dan mr. Dering zel- Jt, mr. Dering! Wat beteekende dat? Z«u mr. Dering nu zelve het geheim oplossen En Edmund Gray? Was hij op diens mere doorgedrongen en had hij daar Biet Edmund Gray, maar Elsie Arundel ♦on den? „Vriend," zei de politie-agent, z6o vo6r ■em sfaand, dat zijn uitzicht was onder- aept, „je schijnt daar iets te zien, wat ie ioterekeert?-* soorf, vooral to jaren, wanneer er maar wei- nige zijn, wat dikwijls het geval is. Door op te pass-en, wanneer d-e eerste voorwerpen vtrschijnen, kan men veeli kwaad voorkomen. Doch er zijn veel kleinere vlindertjes, waarop de aandacht gevestigd moet worden, d!aar ze meermalen in zieer groot aantal kun nen voorkomen. Zie maar eens, dat kleine diertjes, daar op die dlennemnaald, dat bij- na niet in het oog va-lt. Wanneer ge er even aan- raakt, spreidt* het de vleugeltjes, die witachtig en geelrood gckteurd zijn, uit, en we kunnen zien, dat de vlucht van het we- zentje niet meer dan 2 c.M. bedraagt. Todi wordt deze vlinder de moeder van vele rups- jes, die ook alweer groot nadeel aan de den nen kunnen toebrengen. De rups wordt ge noemd Denn-enlotrups (Retinia buoliana), naar haar wijze van voeding. In het voorjaar toch voedt zij zich met de scheuten van de kleine dennenboompjes en het liefst verzadigt zij zich met de hoofdloten. Het gevolg is, dat de aangetaste scheuten sterven of krom wordendergelijke krommingen hebben aan zulke loton de namen van bajon-etten en waldhorens bezorgd. Daar zulke misvormin- gen ontsieren, handelt men het verstandigst, door die scheuten af te breken, of de boom pjes geheel te verwijderen. Een familielid, dat bijizonder veel op de Lotrups gel'ijkt, is de Dennenknoprups (Reti nia turionana), die als zeer schadelijk aange- teekend staat. 't Is dit rupsje te doen om de knoppen uit de jonge dennen, om de boom pjes zoo doende voor altijd te verminken. Gewoonlijk wordt eerst de hoofdknop aan- getast en daarna de kleinere knoppen, die daaronder in een kran® geplaatst zijn. Hars- uitvloeiing. is het gevolg en de schade be- staat. Aan de donkerder kleur kan men de aangetaste knoppen kennen en goed kan het zijn, om deze uit te breken en te verbranden. Het vlindextje van de Knoprups, dat nog een een weinig kleiner is, dan dat van de Lotrups, heeft ook de voorste v'Jeugels wit en rood- achtig geel gesfreept, doch deze streepjes zijn smaller en daardoor zijn er meer. Nog een derde Retinia van dezelfde groot- te als de turionana, is de Harsbuilrups (Re tinia resinella) die het gemunt heeft op de uitei-nden der jonge denn^pscheutea, waar zij zich inboren, met het gevolg, dat een- voort- durende harsuitvloeiing plaats heeft, die den dood van de twijgen veroorzaakt. Harsbui'en on-tstaan, die zich gedurende twee jaren ont- wikkelen, -en dan ook spoedig weggenomen dienen te worden. Dit mag het kwaad -eenigszins beperken, doch het doet zulks nimmer te niet. Het kleine vlindertje, met zijn fraaie zijdeach-tige vleugeltjes, ziet er, als de andere, zeer onschuldig uit, doch het is ook de levensbron voor de kleine vernielers, die in korten tijd tot ondergang doemen, wat met zooveel' moeite tot eenige ontwikkeling is gebrach-t. De strijd aanbinden tegen dit kleine volkje, is noodig, wil men, da-t onze coniferen zich op het voordeeligst ontwikke- len. Doch men heeft te bedenken, dat men in dit opzicht sl-echts een zwak schepsel is, in vergelijking met de vogels, en daarom heeft men in de eerste plaats te zorgen, dat de verntenigvuldiging van onze gevederde vrlen- den ongestoord kan plaats -hebben- opdat die van Liparis en Retinia ,dte grootste vijandin netjes va-n Pinus en Picea, zooveel mogelijk wordt tegengewerk-t. Doch het zijn niet alleen rupsen, die het op de naaldboomen gemunt hebben, ook zijn er kevers, die daarin groote verwoestingen kun men aanrichten't Is ook alweer het Staats- boschbedrijf, dat de aandacht vraagt voor een drictal kleine torren, niet uit belangstel- ling voor dit gedierte, maar om een handje mede te he'lpen tot vernietiging er van in het voordeel der aanplantingen. Doch hier over in het vol gend opstel. J. DAALDER Dz. UIT BERGEN. Vergadering V. V. V. (Vervolg). De heer Roggeveen felicit-eerde V.V.V. met de behandeling van dit zoo belangrij-ke onderwerp. Hij waarsch-uwde er voor, ge- vall-en te noemen, aan-gezien het dan niet kan uit blijven, dat deze of gene wordt geraakt. Hij wekte op, om voor samenwerking de hand-en ineen te siaan, en deelde mede, dat de Haarlemsche Bouw Mij. voor bet bouwen aan de Dr. Van Peltlaan bouweredieten be- schikbaar denkt te stellen. De hoofdleiding van de daar te bouwen huizen krijgt waarschijnlijk de architect, die daar het mooie kerkje bouwde. (Applaus). De heer B e ij n e v e 1 d onderschreef dit nu ge- „0 ja, dat is zoo!" „Vind je anders, dat je nu niet lang ge- noeg hebt gekeken naar dien ouden heer? En er is een jongedame ook. Om nu zoo lang naar haar te kijken, is heelemaal niet be- leefd!" „Neen, neen. Daar heb je ook gelijk in." „En nu even in der minne die zaak behan- deld; maar denk je, dat mr. Edmund Gray, hier tegenover, het wel zoo heel aangenaam zou vind-en, als hij wist, dat hij iederen avond werd bespied? Dat kunnen we op den duur toch niet toelaten zie je, tegenover zoo'n in- fafsoenlijk man, als mi". Edmund Gray." „Zeg agent, ken je hem dan, dien ouden heer, daar aan het' venster?" hijgde Checkley. „Zeker. Zoo lang ik hier nu al op post sta, dat wil zeggen, twee jaren lang. De men- schen hier in Gray's Inn hebben hem, ge- loof ik, al tien jaar lang gekend Het is mr. Edmund Gray. Hij komt hier niet geregeld. Hij heeft er ook niet zijn kantoor Maar hij vertoont zich zoo nu en dan. Mr. Edmund Gray heet hij. Ik wou dat alle heeren in de Inn zoo royaal waren als hij'!" „0, maar het is onmogelijk! Zeg het nog eens agent! Misschien ben ik een beetje doof Ik ben al heel oud, weet je. Zeg het nog eens?" Wat scheelde den man toch! Want hij tril- de oveT al zijn leden en zijn oogen stonden wijd-opengesperd van schrik of verbazing. „Natuurlijk, dat is mr. Edmund Gray." „Wat doet dat meisje bij hem? Waarom zijn ze daar samen?" „Hoe zou ik nu weten, waarom zij hem kzocfit? Het is een aardig jong ding.Waar schijnlijk is hij haar grootvader." Checkley Het iets h"~ren, wat het midden hield tusschen een kr en een zucht, en zei: „Daar moet ik nog eens over denken betoog en gaf als zijn meenlng te k'ennen, dat het bestuur in zijn beantwoording niet minder agressief was geweest dan de heer Verbeeck. Spr. gaf dan ook in overweging, om geen discussie te voeren over het al of niet juiste van opgemer-kte feiten, maar te spreken over het eenige vraagstu-k, hoe dienen- wij de schoonheidi van Bergen? (Applaus). DeVoorzitter oordeelde, dat d-e heer Beijneveld niet uit het oog moest yerliezen, dat het bestuur was aangevallen. En wie aangevallen wordt, verdedigt rich. De heer Verbeeck wenschte in ieder geval een persoonlij'k feit te beantwoorden. Men verweet hem, dat ook hij in het bosch had gebouwd. Aanvan-keldjk had hij echter gemeend, niet in het bosch te moeten bou wen, doch hij is daarvan afgeweken door de omstandigheid, dat h-ij door niet te bouwen waar hij wilde, voordeel bra-cht aan de schoonheid van Bergen. Daarom kocbt hij een stukje grond, dat reeds tusschen andere huizen te koop lag. Of hij het nu kocht of een ander, is hetzel-fde, en bovendien bouwde hij een huis, dat zich aan de omgeving aansloot (Applaus). fcte heer Van G u 1 i k was van meening, dat bij het Bestuur de wil om samen te wer ken met artisten afwezig was. De heer Verbeeck ging ziji. betoog m de vorige vergadering gehoud'en, na en wees erop, dat hij had aangegeven, dat de Commissie diend-e samen te werken met de Vereeniging tot -behoud van Natuurmonu menten, om door aankoop de bosschen in de toekomst voor schending te vrijwaren. Het d-aarop gegeven antwoord van den voorzit- ter had hem aanleiding gegeven, de Ver. van Natuurmonumen-ten aan te schrijven onder toezending van het verslag. Van die Vereeni ging had hij een schrijven ontvangen, waar- in hem verzocht werd, de bewering van den Voorzitter recht te zetten en waarin be- treurd werd, dat de Voorzitter bl-ijkbaar niet voldoende op de hoogte was met het werk der Vereeniging. Mededeeling werd ged-aan, dat inderdaad enkele bczittingen zijn a-fgesloten, maar dit zijn de broedplaatsen. De Vereeniging kocht echter ook een aa-ntal Natu-urmonumenten en houdt, wat de toega-ng betreft, daarvoor den geest van de Nederlandsche vrij-heid hoog, door die monumenten, niet alleen voor le den, maar ook voor niet-leden toegankelijk te stellen. Spr. oordeelde, dat het Bestuur zulke argum-enten achterwege -kan laten en d-at die Kasten bij den agressieven aanval tegen den eer Polak, die toch niets dan de waarheic had betoogd. Spr. had slechts het goede doel op het oog. Wanneer hij werkelijk de waar- heid gezegd zou hebben, dan zou dit bestuur stellig zoo boos op hem zijin geworden, dat het er niet toe zou zijn overgegaan, om met de bedoelingen in te stemmen. Wie de schoonheid in Bergen aanrandi, randt de ievensader van Bergen aan. BHjik- baar had het Bestuur zijn betoog u-itgeplo- zen, om -er tegenstrijdigheid in te vinden en daarvoor had het een maand noodi'g gehad. Als spr. een week het antwoord van het be stuur heeft, blijft er niets van over. Spr. had zich niet tegen het bouwen verzet maar er op aanged-rongen, dat er gebouwd wordt door goede architected Zijn conclusie was, dat noch het gemeentebestuur van Ber- gen, noch dat van de V.V.V. in de tien jaar sedert h-ij in Bergen woont, iets gedaan heeft ten voord-eel-e van de schoonheid. Spr. wi-1 dit echter laten rusten en slechts het toekomsti-g doel in bet oog houden. Nog- maals besprak h-ij, wat in Laren gedaan wordt. Toen daar een molen op het punt stond te verdwij-nen, bracht men d-aar direct de fondsen tot het behoud van die molen bii- een. J Nooit heeft hij gedacht, om het eigendoms- recht aan te tasten. Hij wil slechts een com missie, die aangeeft, hoe er gehandeld moet worden en ook d# behandeling van het ha-k- hout en het opgaande hout onder d-e oogen zien Hij gaf aan, hoe arm ons land in ver- houding tot andere 1-anden aan boschgrond is en oordeelde, dat het van het boogste be- lang is. dat er voor het behoud van het bosch gewaakt wordt. Nu het Bestuur ook meent dat de Commissie tot stand mo-et komen. oordeelde spr. het verder niet noodig, met zijn betoog voort te gaan. De V o o r z i 11 e r protesteerde er tegen, dat d-e heer Verbeeck een enkel zinnetje uit net verslag over heigeen hij zeide van de Vereeniging tot behoud van Natuurmonu- menten had gelicht. Spr. is reeds jaren lid van die Vereeniging had daarover dus niet, zooals d-e -heer Ver beeck, lnlichtingen noodig en wees erop dat hij ook over bet gebied' van de Amsterdam- Neem me niet kwalij-k agent. Ik ben een oude man, een eenIk heb nogal een sehok gehad.. Go-edenavond agent!" Elij keek andermaal op. Ja, daar zat ze te praten. Even later trad Elsie van het ven ster terug en hij zag, dat re haar hoed op- zette. y t'e er niet genoeg van, ouwe heer? vroeg de agent „Neen, nog even. Ik wilde haar zien uit- gaan. Ja, daar gaan ze samen." Je ziet er uit, of je erg geschrikt bent, ouwe heer! Ats ik jou was, ging ik maar gauw naar huis, en dronk een hartig slokje." Checkley kwam dien avond vroeger dan anders in de Salutation. De wandeling daar- heen had hem moeite gekost en niet zoodra }f.asT hjJ er de gelagkamer binnen-getreden, of nij net zich in een armstoel vallen "Goede Hemel mr. Checkley! Wat scheelt eraan? vroeg de buffet-juffrouw Het gezelschap was toch al vrij voltallig, en re keken Checkley aan, volverbazing 'lie m?.een® iets sterks, Robert! Gauw Z00' ei Zonder water!" Robert kwam met een klein glas brande- wijn, dat de oude man haastig uitdronk. „0, riep hij. „Ik heb gezi-en! :feker eta geest!" meende het buffet- juffertje, dat met een glas water kwam aan- dragen ,,Zal ik u wat koud water tegen het voorhoofd houden?" „Neen, dank je. Ik ben nu weer beter rfTu Dit iaatste °P Piechtigen toon: „Ik heb vanavond een goeden man,een ouden man, een rijken man gezien, die ten onder gebracht werd, van zijn geld werd beroofd en op zij gedrongen. En, ten slotte, was er nog een jong meisje, die er zich ze- Xr0j over maakte> hem bespotte." „0, dat komt zoo dikwijls voor, mr. Cfceck- Hi" ™i OlDl 53 G BB{=]C=]|=gr==lf=lf=1Piaarin==lf^f=lf==lf==^B][«] De heer Verbeeck oordeelde, dat, dan betere middelen had-den moeten- worden- sre- bruikt. sche waterteiding had gesproken, een prach- tig natuurgebied van Amsterdam, doch dat voor niemand toegan-kel-ijk is. Spr. had slechts opgemerkt, dat de heer Verbeeck niet te veel moet identiseeren. Als het waar is, wat de heer Verbeeck zeide. dat het Bestuur het nooit eens is met de l-ed-en, dan doen de leden beter, een ander bestuur te kiezen. Het Bestuur zi-t heusch met vastgeplakt op z'n stoel. Het houdt er echter niet van, om alles te adverteeren, wat h-et doel, al voerde het over tal van de aan- geroerde zaken, vele besprekingen. Neder- land is een boscharm land. Onvruchtbare lan- den hebben nu een-maa! meer bosschen. De regeering en de Nederlandsche Heide- maatschappij doen hier echter ook veel aan boschaanplanting en cok in ons land heeft men in de onvruchtbaarste streken groote boschgebieden. Mr. J u d e 11 protesteerde tegen de woor- den van d'en heer Verbeeck als zou het Be stuur een voile maand noodig hebben gehad om diens verslag te bestudeeren. Het bestuur heeft z'n taak vrijwillig op zich genomen. Alle bestuursleden verkeeren in de noodzakelijkheiddat ze ook voor hun dage- 'ijksch -brood moeten werken; wat het bestuur voor d-e Vereeniging doet, doet het in zijn vrijen tijd en spr. gelooft, dat het Bestuur eerder recht heeft op een woord van dank voor al de moeite, die het zich geeft. Anders moeten anderen het maar d-oen. (Applaus) De heer Verbeeck had alleen gespro- ken over het gebied van de schoonheid. Spr wilde er wel bij voegen. dat hij dc waarde van het Bestuur niet ond-erschatte ten aan- zien van het andere vele werk der Ver- eeniigin-g. De heer Klomp oordeelde dat de heer Ver beeck zich niet moest hlindstaren o-p hetgeen h-et gemeentebestuur van Laren ter propa- geerin-g van Laren in een brochure schrijft. Spr Kent kunstschilders die jaren in Laren werkten en het natuurschoon van Bergen yerre boven het villadorp stellen, dat Laren t-hans is geworden. Spr. was van- oordeel. dat hetgeen- voor hvee jaar tegen den aanval van den heer Polak was geschreven votkomen juist was en handhaa-fde dat de heeT Polak als lid van het Hoofdbestuur van Heemschut met zijn aanval verkeerd had gehandeld. Dat in Laren een molen gered werd is mooi. In Bergen werden- diank zij het initiatief van den heer J. v. Reenen twee molens gered, door t-oepassin-g van de hul-pbema-linig Erik- son n.l. die bij Koedijk en die aan den- Meer- riP€Jver,eeni?inK "De HoMandsche Mo len huldigoe Bergen daarvoor. in een uitge- govern werk. De heer V erbeeck wees o-p het ver- d-wijnen van „de Di-kke Molen" en vroeg ot bet bestuur iets gedaan. had om dele mooie molen in het landschap te behouden. De V oorzitter deelde mede. dat po- gin-gen daartoe waren aangewend, doch zon der succes. ley, dat een rijke man zijn geld verliest," zei de geldschieter. „Maar, wie weet ook, hoe achterstallig hij was, met het betalen van zijn rekeningen en zoo voort. Nog vrij wat erger is het, als je met' goed vertrouwen een man geholpen hebt en het eind is, dat je niets terug krijgt voor al je zorgen en je moeiten, dat je je eenvoudig troosten moet met de uitspraak: waar niet is, verliest de keizer zijn recht!" Twee uur lang bleef Checkley nog stil daar zoo zitten, terwijl hij klaarbliikelijk niet luis- terde naar hetgeen er gezegd werd. Toen wendde hii zich tot mr. Langhorne: „U heeft mr. Edmund Gray al iang ge kend. is het niet?" „Ne,gen jaar, tien jaar, sinds hij in the Inn kwam!" „Altiid dezelfde zeker?" vroeg Cheeklev weer._ ,.Niet eens een ander, een jongere, of hvee jonge !ui, waarvan de een een verwaan- de kwast?" „Nooit meer dan een tegeliik," anfwoordde de advocaat met kalme beslistheid. „Hij kon Z1.to, ineengesmolten, maar voor het uiterlijk altiid dezelfde, om te zien, en om mee te praten." ,Ja, ja. Er is dus geen hoop meer. Hii is ten eenenmale verloren!" sh>nd op en ging. Het gezelscbap- je keek hem na en schudde het hoofd. Toen schoven ze de stoelen wat dichter naar J- kaar foe, zoodat de leegte, door zijn vertrek gemaakt, weer aangevuld was HOOFDSTUK XXX. E>e dag na de geestversehijning. Durinsf <fen Y°,?enden ochtend op ,n kantoor merkte hij, dat fept alles 1 De heer D e n D a s was van meening, dat het gesohil tusschen het Besu-ur en den heer Verbeeck de vergadering koud liet. Z.i. had de vergadering te maken met de conci-u- sies van den heer Verbeeck, die spreker mis- te. Die van het Bestuur had men voor zich. De heer Verbeeck wil het eigendo-msrecht niet aa-ntasten. Zoolang men op dat stand- punt staat, blij-ft het moeilij-k, de schoonheio te bewaren. Als men dat werkel-ijfc wil, dam moet men het eigendomsrec-ht wel aantasten. Wat is bov«idien schoonheid? De Raad be- sloot om in de omgeving van de Hertenkamp alleen huizen van -plim. 9000 bouwkosten toe te laten. Spr. meent, dat men voor alles de bokken van de schapen wil scheiden. Een klein gebouwtje kan evengoed sierldjk ge- maakt worden, als het maar aansluit aan de omgeving. Na een verdere brapreking werd besloten, over te gaan tot de bespreking van het inge- komen voorstel van den heer Beijneveld. Ook dit punt gaf aanleiding tot een uitvoe- rige bespreking. Het Bestuur stelde zich op he-t standpunt, dat de Vereeniging zich wel tot autoriteiten kan wen-den, doch dat hetgeen de heer Beij-neveid voorstelt, in de kiesver- eenigingen naar voren moest worden ""c- bracht. De heer B r u g m a n sprak zijn verwon- dering erover uit, dat de menschen, die met \r v ,voarst:e'len in de vergadering van de V. V. V. komen, daarmee niet naar voi en ko men in de vergadering van Bergen's Bela-ng, terwijl de heer Den Das meedeelde, dat men in de van de S. D. A. P. te houden vergade ring van die candid-aten antwoord op die vragen kan krijgen. Voor deze vergadering gaf ook spr. in overweging, dit voorstel in te trek ken, aan welik verzoek tenslotte de heer Beijneveld voldeed. Hierna kwam de resolutie van het Bestuur aan de ord-e. De heer Verbeeck betoogde de wen- schelijkheid, dat de Commissie een voorl-oopi- ge Commissie zou zijn, waaruit de werkelij- c u mm'ss'e zc>u kunnen voortspruiten. S-choomheid is een delicate kwestie en daarom is het gewenscht, dat eerst de voorloopigc Commissie tast en z-oekt en niet alleen de ide- austische, maar ook de materieele kanten be- ziet. Er moet voor worden gewaakt, dat in de vaste Commissie geen menschen komen, die de zaa-k niet in de goede banen leiden. Mr. J u d e 1 1 deelde mede, dat het Be stuur van meening was, dat d'ie Commissie er d-ien-t te komen buiten de V. V V. om. Een Commissie uit de V. V. V. leid-t ongetwijfeld weer tot nog grooter toename van het werk van het Bestuur. Het Bestuur heeft daarom gezegd, dat het wel die Commissie moet steu- nen, maar dat die Commissie buiten de V. V. V. client te stssn. Het Bestuur heeft deze op tafel nog niet voor hem klaar gelegd was, als gewoonlijk. De brieven van den vorio-en dag lagen nog op zijn vloeiblad; de pennen waren in wanorde, de papieren lagen ver- strooid, nergens was stof afgenemen Gedu rende heel zijn loopbaan van vijf-en-twinfig jaren was dit nog niet voorgekomen. On°"e^ duldig tikte hij op zijn bel. „Efoe komt het?" vroeg hij, terwijl hij Z1]? Ds°Phing. »dat mijn tafel nog niet in orde is? Hij keerde zich nu om en zag zijn klerk in de open deur staan. „Goede hemel, Checkley, wat scheelt er aan? Want de oude gedienstige stond met gebo gen hoofd en rug en met een innig-droeven trek op het gelaat. Zijn handen hingen slag Iangs het hjf, maar hij bleef steeds zoo staan, kwam niet met een antwoord te voor- schrjn. Hij had nu leeren begrijpen. Sinds de ver sehijning in South Square, had hij tijd ge had, om na te denken. Hij begreep nu het ge- yal van,het begin tot het eind: Er was een, slechts een hand aan het werk geweest. Nu begreep hij ook die buien van verstrooidheid en van vreemde vergeetachtigheid, die zijn chef dagen en uren door elkaar deed halen en hem zich met verwondering deed afvra- gen, waar hij toch den vorigen avond of was' En noff iema"d anders meisIe- Zij had het haar aanstaande vertel-d, en haar broerDaar- Wrwi t-^i.nieUyCe deel?enoot hem uit en bespotte hij hem. Op zijn beschuldiging had de jonge Arundel het land moeten verlaten J3!00 verkIaard' dat hi-i hem de gesto- len banknoten m de brandkast had zien le<v- gen Hij had den jongen Austin beschuldigd, en sir Samuel achterdoc.M doen opvaften. a. (Wordt vervolgd). WO. 74 £927 Oe cent* zwaluw, <Hu wordt, b nog pot buwlja dtt de lower er al b. Wel eehtcr b het eea aaaduidiuc dat er eer* aodtriog tea goede lade aotaar komt.— Zoo b het ook wet adrerteereK Daarom moet ook tea ateIHgote de mceafag weerlcgd worden, dk aaea aoo vela walea hoorti JBc hob al eeaa eea adreiteatla geplaatst, het gtdt toch aieb, fe heb aooit aacces gehad at vooruitgang bemerhL" Neen nataartijk abt, door Ma advertentie maakt gij aw zaafc niet bekend, glj moet regei- matig adverteeren, wij gevca a de verzekeriag, dzt gij besKat en atdeead aacces zult hebben.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1927 | | pagina 5