Alkmaarsche Coorant
Scbaakrobrieb.
S3
Damrobriek.
WUUL7
Wie is Edmnnd Gray
:mmmm
a m&m at
m m m
m
FEIJ1LLET0N.
Zaterdag 9 April.
Palmpaasch.
m WB. fil iS
m - wm wm
wm wm x wm^
ww> m i
I M. M
mL
iTo. 84 1927
Honderd negen en twintigsta Jaargang.
Over eeniige dagen zal het oogenblik weer
tongebroken zijin, waarop de Christelijke
Kerk de intodit van Jezus in Jeruzaletm her-
denW. Men zal zicih voor den geest trachten
te bremgen de juiidhiende sch are, die haar op-
perklaedteren over den grond spreidemd en
desi weg bestrootend met d'e bladeren der boo-
mm, den Meester tegemoet snel-t, onder Rude
'Hosanmlh's. In gedladntem zal men de blijde
Bienighe voorbij zich heein zien' trekken, Jezus
in't midden, gezeten op 'n veulen, diat nog
BOoi't eenilg mensch heeft gedragen.
Inderdaad 'n moment, zoo schoon, dat t
reeds menig kunstenaar heeft geinspireerd.
't Zijn echter nitet alleen dezen, dte hun
allrind'ividueelste emotie" in kleuren of
flanken hebben vertolkt, ook dte R.K. Kerk
weeft in haar palm-processie telken jare weer,
sen uitbeelding van- dteze „bl<ijde imcomste"
Reeds van die viterdle eeuw af, wordt te Jeru
salem dte rds van hier naar Bethaniie door 'n
pnocessie voor oogen gesteld. Gaandteweg is
litere gewoon-te eldters overgenomen en sinds
8te9e eeuw ook in de kerk van't Wcsten.
Zoodoendte kan men in't Middekeuwsche
Utredht dte „Jeruzdlembroeders" op dten
balmzondag druk in dte weer vindten, tcege-
•ust met hun patotakken zooals Jan van
Soerel ze sdhi'ldert am de triumftocht van
■Jezus te doeo sl'agen en zelfs vindt men in dte
li6e eeuw de Amsterdlamsche „Jeruzalemvaa-
fcrs" bezig „Ons Heere God1 op den Ezel",
itetigezetld door twaailf manmetjes van't oude-
mannenhuis, die dte Apostelen moeten voor-
Rtdlleo, te doen rijdlen van de kapel van Jeru
zalem naar de Oude Kerk, of van dte „Heiliige
Sitede" naar dte Nieuwe Kerk, wat elk jaar
omwissdt. Ook fhans kan men in't Belgische
Slaatsje Hougaerde nog jaarlijks een derge-
jke stoet bewondteren.
Deze palm-processie draagt haar naam
naar de takken, door de betgeleidters van de
groep gedragen. Men stelt zieh voor, dat de
Jodten hun bliijdsdhap hebben getoond, door
het zwaaitem hunner pdlmtaktoen en geeft
daarom aan die palm een zoo groote plaats
In <frt feest.
Ook versiert men, nog heden ten dage, op
onzen bewusten gedenfcdag, er in Spanje de
huizen mee; het plaatsje Bord'ighera, in de
Riviera, zendt z'n overtolilige taikken naar
Rome en elke rechtgeaarde Parijzenaar koopt
zich, nta dten dienst op den „Dimandie des
Rarnaux", een ta'k, uit een der omlfiggende
plaatsen als Fontainbleau of Meaux.
Maar al is bij ons dte palm-processie be
perkt tot enkele semiinade- en kloosterkerken
en leven wij niet in een door dte matuur met
palmen gezegend land, de palmpaasch is
voor ons geen onbekende. Dat wit al fhans de
vereeniging „Oud-Alkmaar" h-open! Daarom
heteft ze mij verzodh't, dat artikel samen te
stellen, opdat onze burgerij eens opmerk-
zaam gemaakt -wordt op dte handhaving van
cnze oude volksgtebruiken. Want in die sfeer
todh is de palmpaascih thuis. Misschien ken-
ken we ze alleen bij geruchie, die stokken, ver
sierd met zwaantjes of haantjes, „appels van
Jeranje", takjes van den buxus sempervirens,
en bonte papieren, maar vreemd is ons toch
liet't
Paltem, pail'lam Paschen
Ei, koerei!
Nog maar een Zondag
Dan krijgen wij een ei.
Een ei is geen ei,
Twee ei is een half ei,
Drie ei is een Paaschei
Zal het niet mogelijk wezen die oudte deun-
(jes en voorwerpen weer eens voor den dag te
halen? „Oud Alkmiaar" wit het probeeren;
laat mij dan nag eens mogen vertellen, wat
wij eigenlijlk in d'it alles hebben te zien en be-
wijzen dat er ook voor ons nog reden is, de
gewoonten der vaderen in eere te houden.
In dlezen tijd1 van het jaar zeggen we met
fen West-Frieschen dliichter:
Hoe mooi lailkt et buiten
Kaik, wat een plezier
Weer, dat gundere fluiten
Van veuigetkes Her,
Baai't ofskoid van winter
Nou voorjaar beglnt er
Z'n doendng. Hoe deigt er dat dartel
vertier.
En dat zelfdte zien we in onzen Palm
paasch: 't ei is't symbool van de herlevende
aatuur, dte krakeling misschien een omzetting
van't oude zonnerad en't haantje, 'n zrinn^-
beteld van opstanding, lidhf en nieuw leven
Ook vindt men den haan wel door den zwaan
vervangen, het dier dat aan dte godin Ner-
Qeautoriseerde vertaling naar het
Engelsch van Walter Besant,
door Mej. E. Hoogewerf.
121
Ze bukte zich en kuste hem de han-den, om
it tranen te verbergen, die haar in de oogen
Welden: „Athelstan's naam was nu, in ialer
ftevat, bevrijd van smet.
„Maar mijn geliefde leerlinge en dochter,"
mr. Gray was bijna zelve tot tranen toe
bewogen, bij deze onverwachte uitbarsting
,,of er iets was, dat ik niet voor je zou
will en doen, als ik kon! Ik, die nog nooit
eenige vrouw heb liefgehad, voel nu liefde
voor mijn dochter of eerder: mijn kleindoch-
ter. Dus je broer zal geholpen zijn met deze
Semoire? Hiermee nog enkel maar je broer.
zou wel eens willen weten, of er iets
rer in mijn weinig-bewogen leven is, dat
mij voor je zou kunnen herinneren."
„0, neen! Dat zou te veel verlangd zijn.
Tack bestaat er kans, eenige kans. Mag ik
tmf t vertellen? We hebben nog tijd voor
ft. Ate we in het zaaltje zijn om zes uur, is
vroeg genoeg. En nu is het half vijf. Zal
u het bezwa&r vertellen? O neen, maar
ealijk mag dit toch ook niet, met't groote
brrk, dat u ondernomen heeft."
De Mik, die cteze woorden vergezelde
thus deN'oordscne Njord is gewijd. En
wie is Ner thus: de lemtegodin der Germanen.
Hier zijn we dus in de mythologie terecht
gekomen. Er is dus verwantschap tusschen't
heidensch geloof der oudte Genmanen en de
latere opvaittingen der Christelijke Kerk?
Omgetwijfeld zijn de gebruiken van't oude
heidensche lentefeest min of meer in overeen-
stemming gebrachi met dte feestdijkheden on
Palmzondag. Zelfs de Fransdie naam Paques
Fleuries en de Vlaaxnsche Blommen Paschen
wijzen er op. En 'is't niet eigenaardig, dat de
Zwitsersche patopaasdh die toch evenals
de onze een overblijfsel van den heidenscher.
meiboom is, zooals Dr. Schrijnen aanneemt
prijkt met miniaturen van de martelwerk-
tuiigen van Jezus: ladder en hamer! Chris
tendom en Heidendom vereenigd! Maar, waar
is nu ens uiter'l ijk teeken van't Pa'llmzondaig
feest?
Zijn zij1 dan zooveel in opvatting veran-
derd bij't voorgeslacht? Kennen wij dte fvaar-
de dier zinnebeeldten niet meer?
Is voor ons dte eeuwige wisselin-g dter tij-
den een feit, dat aan onze aandacht voorbij-
gaat? Leven we zoo snel, dat dte komst van
de „ndeuwe lente" niets meer te zeggen heeft?
Zelfs inidfen we dteze gebeurtenissen beschou-
wen zender eenige religieuzen adhtergrond,
dan nog kunnen we den palmpaasch begrijpen
—en waardeeren Indie voor ons de godsdien-
stige zijde van de zaak meer spreekt. zien we
duiidelijk het verband tusschen ,,'t Licht der
Wereld"' en de zionebeelden van l'icht en
leven. Van welke kant men deze aangelegen-
heid dus ook gadeslaat, voor iteder heeft ze
wat.
Laten we dten onzen kindteren den ouden
Palmpaasch weer in handen geven; de jeugd
is de draagster van't jonge leven hier in
dubbden zin. We hebben er niet aan, of we
al kunnen bo,gen op tentoonstellingen, waar
men den palmpaschen uit alle oorden van
ons land kan bewondteren, we moeten ze heb
ben op onze eigen straiten.
Gteldterlandi, Overijsel en Drente kennen ze
nog, die eenvoudiige staken 'met hun brood-
kransen en andere lekkernijen, hun, met ge-
snipperd papier, omwoelde stokken; Does
burg, Kampen, Oldebroek, Tiel hebben hun
hanen, sommiigen zelfs van 1V? bij 'A M
groot, w'aarvan dte Tielsche jongens zingen
Haantjepik, wat zal ik je leeren,
Al wat in den Bijbel staat.
Dan heeft ook West-Friesland zijn mooie
palmpaasohen, dte stokken gekroond door 't
zwaantje met't krentenoog, met de stukjes
koek, de vijigen en sinaasaipjtels er omhteen.
Zondag, Palmpaschen, moeten ze er zijn, de
bodten van ,,'t nieuwe geluid", gedragen door
de A'ertegenwoordiiigers van 's levens lente,
want:
Zoo waist't voorjaar zweventd
'n Wereld er pracht.
Heil zoetjes an strevend
Mit wondie-re kraefht,
In groeien nei stoeuren,
In groeien nei stoeurven,
De grootheid dies Heeren, zain glorie,
zain macht.
R. P. GOETTSCH.
Alkmaar, 5 April.
Onderscheiden malen hooren we de klacht,
van vele schakers, dat zij zoo'n moeite heb
ben met de openingszetten van verschillende
partijen. Enkelen getroosten zich de moeite,
hieromtrent studiemateriaal te verzamelen;
velen weten niet, dat er zulke geschikte boek-
jes daaromtrent bestaan.
Om te voldoen aan't laatste aan ons ge-
dane verzoek, bevelen we nogmaals voor be
ginners (ook voor vele meergevorderden) aan
't boekje: Handleiding tot't Schaakspel van
Neumann Schelfhout, uitgave G. B. van
Goor, Gouda, prijs f 0.90.
Hier volgt een partij daar uit, om te doen
zien, hoe gc-ed getracht is, na spelen met de
bedoeling der beide spelers bekend te maken:
Wit: G. Maroczy. Zwart: D- Janowski.
Gespeeld in het Internationaal tournooi te
Londen 1899.
Schotsche partij.
e5
1.
2.
3.
4.
4.
e4
Pf3
d4
Pd4
Pc6
ed4
Deze zetten typeeren de
opening. -
Speelt Wit hier 4. Lc4,
dan heet de opening:
Schotsch gambiet. De bes-
te voortzetting is dan
4Lc5 5. c3 (5. 0-0?
dan 5dd! 6. c3 Lg4!
7. Db3 Lf3 8. Lf7f Kf8
enz.) 5Pf6 (vooral
niet 5dc3 wegens 6.
Lf7f Kf7 7. Dd5f Kf8
8. Dc5f) 6. e5 of 6. cd4
en de partij is overgegaan
in een variant van het
drukte echter een onbedwingbaar verlangen
uit, om juist met het bezwaar voor den dag
te treden.
„Maar foei! Zou mijn leerlinge nu be-
zwaren hebben, die ik niet kende? Dat mag
immers niet! Gauw! Vertel mij alles!"
„Ik heb u toch al verteld, dat ik verloofd
ben?"
„Ja. Den naam van je verloofde heb je
mij ook gezegd: George Austin, is het niet?
Er was eens een Austin 't Is net of ik me
dien naam herinner, maar dat geeft nu niet!"
„Woensdag gaan we trouwen."
„Z6o gauw al? Maar je had mij immers
beioofd, dat ik toch niet mijn leerlinge zal
verliezen, niet waar?
„Neen, geliefde meester. Zoodra we weer-
gekomen zijn van ons huwelijksreisje, kom ik
u opzoeken en bij u leeren. Dat hoeft u niet
in twijfel te trekken. Ik kan u niet meer uit
mijn leven laten gaan. Ik zal mijnmijn
man meebrengen."
„Als ik denken moest, dat je huwelijk je
van mij af zou nemen, dan zou ik mij al zeer
ongelukkig achten. Maar vertel nu eerst eens
wat je op het hart hebt."
„George was klerk bij mr. Dering, uw mr.
Dering dan," mr. Edmund Gray kiukte. „Hij
had geen geld, toen wij verloofd waren, en
we meen-den, dat we al heel arm zouden zijn
Maar toen viel hem een groot geluk te beurt:
mr. Dering maakte hem tot zijn deelgenoof."
„Zoo? Ja, ile heb altijd wel gemeend,
dat Dering een deelgenoot moest hebben. Op
zijn leeftijd was dat zelfs noodzakelijk."
19.
Tdcl
Tdc8
20.
Pfe5
De6
>2L
h3
a5
22.
Pd3
Df5
23.
Tc8
Tc8
24.
Tel
Tel
25.
Lcl
h6
26.
Lf4
^5
27.
Le5
De6
28.
f3
Pc5
Pf6
11.
12.
13.
14.
15.
15.
16.
16.
17.
18.
29.
30.
31.
31.
32.
34.
35.
35.
36.
Pf3
b3
Lb2
Dd4
c4
Tad!
Pc5
Dc5
Da5
Kfl
De4
Del
Dd2
,Giuoco Piano".
De tegenwoordig meest
gebruikte verdediging:
Op 4Lc5 speelt
men gewoonlijk 5. Lc3
Df6 6. c3 Pge7 7. Dd2 10.
e5 Dg6 11. Ld3 Lf5 12.
Lf5 Pf5 13. 0—0 en Wit
staat iets beter.
Evenwel kan Zwart na
4Lc5 5. Le3 zonder
eenig bezwaar 5Lb6
spelen en men zou zelfe
kunnen beweren, dat op
deze manier de Schotsche
partij zich voor Zwart het
aHergemakkelijkst laat be-
handelen.
5.
Pc6
bc6
6.
Lf3
d5
7.
ed5
cd5
8.
Lb5
Ld7
9.
Ld7
Dd7
10.
0-0
Le7
11.
Pbd2
42.
43.
44.
45.
De2
b6
Dc4!
Dg2f
Dh3
Dd7
0—0
Tfe8
Pe4
Ld<5
Wit is van plan zijn L
naar b2 te ontwikkelen. In
verband hiermee besluit
faij terecht, zijn Paard naar
f3 over te brengen, waar
het mede twee velden van
den diagonaal alh8 be-
strijkt.
Lf8
c6
Tad8
cd5 cd5
Deze zet is vrijwel nut-
teloos, want Wit dwingt
den L zich dadelijk naar
f8 terug te trekken.
15. Dd5 gaat natuurlijk
niet, wegens 15Lh2
en Zwart wint de Dame.
Natuurlijk niet 15.
f6, daar Wit dan den d-
pion met schaak kan ne
men.
Merk op, dat de Zwarte
Dame ongedekt staat.
Tweemaal heeft Wit
den d-pion aangevallen,
tweemaal heeft Zwart hem
kunnen dekken.
Zwart heeft nu een
slechte pionnenstelling; de
a-pion en de d-pion zijn
gei'soleerd.
Lc5
De5
De3
d4
33. Da8f Kg7
Dclf
Dc5
Van dit overijld opruk-
ken van den Zwarten g-
pion trekt Wit dadelijk
partij.
Op 28Pd6 zou
29. Pc5 volgen en Wit
wint den pion d5.
Nu is Wit een pion
voor, maar hij heeft nog
verscheidene zetten te
doen, eer de partij vooi*
ben gewonnen is.
De geisoleerde pion kan
nu gaan optreden als
vrije pion. Doch Wit zal
wel zorgen, dat hij niet
Dame haalt.
Vooral niet 33Kh7
waarop 34. De4f Dame-
rui-1 of dwingt er zoo, dat
het winnen der partij voor
Wit vergemakkelijkt
Wanneer hij kan, biedt
Wit Dame mil aan.
De Zwarte vrij-pion
moet tegen gehouden wor-
den.
36.
Db5f
37.
Kf2
Db6
38.
Dd3
16
39.
Ke2
De6
40.
Kd2
De5
41.
b4
Dh2
42.
b5
Bijzonder fij-n gespeeld.
Wit geeft twee pionnen
op den Konings-vleugel
prijs, om den sterken b-
pion te doen oprukken.
„En zoo waanden we ons nu het gelukkig-
ste paar ter wereldmaar toen werd er weer
een ontdekking gedaan op het kantoor; en een
heel bijzondere ontdekking, ik weet haast
niet, hoe ik ze baschrijven moet, het is mezel-
ve niet recht helder. Het was iets, in verband
met den koop of verkoop of overdracht van
enkele stukken en aandeelen en coupons. Mr.
E)ering schijnt zich niet te herinneren, dat
hij de papieren daarmee in verband, onder-
teekend heeft. Er wordt gevresd, dat ze in
verkeerde handen zijn. Zelfs wordt er verval-
sching in geschrifte geducht. Ik schaam mij
dan ook, om zoo iets te moeten zeggen, maar
de naam van mijn verloofde is ook betrok-
ken bij de zaak, en Dering's klerk, Checkley
u kent Checkley?"
„Zeker, de oude gedienstige van Dering."
„Die heeft openlijk George beschuldigd,
en zonder eenigerlei bewijs, dat hij de brie-
ven zou vervalscht hebben, of bij de verval-
sching zou geholpen hebben."
„Dat is heel leelijk."
„Ja, het is ook leelijk. Toch zullen we er
ons voorgenomen huwelijk niet door laten
verstoren. Maar behalve wan' er we natuur
lijk v<56r Woemdag de achterdocht niet kun
nen verdijnen, zullen we onze wittebroodswe-
ken Ihuis doorbrengen, om het geval van dag
tot dag te kunnen gadeslaan."
„Steeds stukken koopende en verkoopende.
Want dat zou Dering doen."
„Het achijnt, dat deze overdrachten de
eenige itjo, die hij van het jaar heeft ge
daan."
45.
Kg6
46.
Dc7
De6
47.
Dc2f
f5
48.
Db3
Dd6
49.
b7
DdS
50.
Kd3
Kf6
51.
Db6f
Ke7
52.
Dh6
De5
53.
Dh7f
Ke6
Dreigt 46. Dc7 Dc7 47.
bc7 en wint of 46. Dc7
Df7 47. Df7 Kf7 48. b7 en
wint.
Speelt Zwart 45
Kf8, dan volgt 46. Db4
Ke8 47. b7 en wint.
54.
55.
DgS
b8D
Ke7
52Db7, dan na
tuurlijk 53. Dh7f en wint
de Dame.
Gaat de K naar e8 of
f8, dan wint 54. b8D Db8
55. Dh8f en 56. Db8.
Op 53Kd8 volgt
54. Dh8 Dh8 55 b8Df en
56. Dh8. Speelt Zwart
53Kf6, dan wint 54.
Dh8f Ke6 55 De5f Ke5
56. b8D en op 53Kd6
volgt natuurlijk dadelijk
b8D|.
Opgegeven.
OPLOSSING EINDSPEL 164 van
2 April j.l. (studie Rinck).
Wit speelt 1. d7f Kd8
gedwongen. 2. Pg51! Dat
is de p o i n t e.
Er dreigt 3. Pf7 mat!Dus
Zwart speelt 2hg5
gedwongen.
Maar nu is de lijn h4—
d8 voor den Zwarten L
verstopt. Er volgt nu 3.
bc7t Kc7 gedwongen.
4. Ke7 clD 5. d8Df en
Zwart heeft als eenigen
zet 5Kc6, waarna
volgt 6. Dc8f en wint.
EINDSPEL No. 165 uit
NeumannSchelfbout.
-MM
{s wm mm
m wm iwi wm
a b c d e f g h
Wit speelt en maakt remise.
OPLOSSING PROBLEEM No. 142
van M. Grunfeld (3e prijs Miinch. post 1907).
Wit: Kdl, Df3, Tg2, Le2, Pc8 pi a3 en e3.
Zwart: Kc5, Lh5 pi a6, a4 en g4.
1. Lb5 (dreigt Dc6 of f5 mat
Kb5: 2. Dd5 mat.
1.
1.
1.
1.
1.
Tc2 mat.
Df5 mat.
Tg5 mat!
Dh5 mat.
- ab5: 2.
- Le8 2.
- gf3: 2.
- g3 2.
Ondanks de dubbele dreiging een fraaie
2-zet.
Van de nrs. 140 en 141 waren de sleutel-
zetten 1. Dh8 en 1. Kh5.
Goede oplossingen ontvangen van den
heer D. de Boer van:
Problemen 140: 1. Dh8
Problemen 141: 1. Kg5
Problemen 142: 1. Lb5
PROBLEEM No. 144 van
A. v. d. Ven,
3e prijs Tijdschr N. S. B. 1912.
Zwart (6)
■m.
mm mm. vmm. m:
8
7
6
5
4
3
2
1
a b c d e f g h
Wit (8)
Wit geeft in 2 zetten mat.
iQi
„Van het voorjaar heeft hij er anders heel
wat voor mij gedaan."
„Ja? En herinnert u zich-de bijzonderhe-
den?"
„Duidelijk. Of het gisteren eerst gebeurde.
Ik heb je toch verteld van mijn industrie-
dorp, nietwaar? Het dorp, waar alien ge-
lijk zijn, alien iederen dag een bepaalden tijd
werken en niet langer. Allen worden betaald
in rpntsoen en kleeren en woningen. Er is
geen particulier eigendom in mijn ideaal
dorp."
„Dat weet ik. Het zal een allerliefst dorp
zijn."
Vroeg in het voorjaar was ik klaar met
de plannen er voor. Toen viel het mij in, dat,
in plaats van dat altijd naar mijn zaakwaar-
nemer te moeten gaan om geld te krijgen,
het veel beter zou zijn, als ik een groote som
te mijner beschikking had liggen in de bank.
Dus gaf ik Dering order op mijn naam over
te dragen een groot aantal stukken, die op
den zijne stonden, want hij was een soort
trustee voor mij; ik was er nu eenmaal op
gesteld, dat hij al mijn zaken voor mij be-
heerde. Maar dit zal je ook niet interesseeren,
het punt van belang is enkel maar, dat mijn
bank de overdrachten ontving en orders heeft
om ook de dividenden te ontvangen."
„0, en ze heeft zeker ook alle papieren?"
„Die heeft ze gehad. Maar ik dacht, dat
mijn oude vriend het misschien als een soort
gebrek aan vertrouwen zou opvat'ten, als ik
ze daar liet. Dus zond ik ze weer naar zijn
kantoor. Ze zijn an veilig. Ik heb ze daarxel-
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter op-
lossing probleem No. 958 (auteur M. Volpp).
Stand.
Zw. 12 sch. op: 2, 8, 10, 11, 13, 14, 17, 18.
19, 27, 30, 31.
W. 12 sch. op: 22, 28, 29, 33, 38, 39, 41,
42, 46, 47, 48, 50.
(In de opgave was abusievelijk dc witte
schijf 50 vergeten).
Oplossing.
1. 28—23! 1. 19 28 gedw.
2. 38—32 2. 27 38 gedw.
3. 48—43 3. 38 49 gedw.
4. 50—44 4. 49 23
5. 33—29 5. 23 37.
6. 41 3 6. 17 28
7. 3 15!
Etn prachtoplossing, die men niet mag
verzuimen na te spelen.
UIT DE PARTIJ.
In den volgenden stand:
im
Mwyfr,
Zw. 9 sch. op: 8, 9, 14, 15, 18, 19, 20, 22.
23.
W. 9 sch. op: 25, 27, 29, 30, 31, 34, 35, 40,
47.
maakte M. Feraud een winnende combii.atie-
1. 30—24 1. 19 39
2. 40—34 2. 39 30
3. 35 24 3. 23 34
4. 24—19 4. 14 23
5. 25 12 5. 18 7
6. 27 40! Zeer mooi!
Een verrassende eindstand geeft de heef
Kleute ons in het volgende diagram, 't Ir
heel gemakkelijk, maar 95 procent van de
spelers zou der. het toch niet zien:
10m.A
Zw. 3 sch. op7, 22, 23 en dam op 50.
W. 5 sch. op: 14, 21, 32, 33, 46.
Wit speelt eerst 3228. Zw. moet siaafl
23:32. Nu volgt 21—17!! van Wit. Zw.
slaat met dam 50 twee schrijven naar 10 of 5.
Wit slaat 17 37. Zw. slaat op 41. Wit 46 3"
en wint juist op tempo.
Ter oplossing vcor deze week:
- PROBLEEM 959 van
G. Mantel, hengelo.
Cml,
mkmk mm-, f
Zw. 7 sch. op: 2, 4, 7, 8, 9, 10. 38.
W. 8 sch. op: 18, 19, 21, 23, 26, 32, 40, 43
In onze volgende rubriek geven wij d*
oplossing.
ven neergelegd, of hij deed het eigenhandig.
dti weet ik nu niet meer. Soms, dat is zoo
dwaas, als ik aan dingen denk, die daar op
kantoor zijn gebeurd, lijkt het mij, dat ik ze
zelve heb gedaan, en soms denk ik, dat hij
het deed. Maar wat komt het is ook op aan?''
„Wel neen. De papieren zijn nu zeker weei
in de safe terug?"
„Zeker. Ikof hijik weet niet meer,
teen van beiden hebben we ze er in gelegd.
„0 geliefde meester!" Elsie klapte in de
handen, „dit is voor mij nog van grooter be
lang dan uw overige verklaring, wilt u wel
gelooven? U weet niet aan welke ellende u nu
een eind zult kunnen maken. Had ik toch
maa.r eerder van die dingen tegen u kunnen
spreken! E>e verklaring die u al geschreven
heeft is voor mijn broer. Gaat u nu eens zit-
ten, meester, en schrijft u een andere, die dan
voor mij is."
„Ik zal doen, wat je mij verzoekt. Maar
waarom heb je dit alles niet liever aan De-
ring gevraagd? Hij heeft een onbeperkt ge-
heugen. Misschien dat hij het niet eens pret-
tig vond, als hij wist, dat die particuliere
zaken tusschen procureur en client zoo be-
sproken werden!"
„We kunnen niet naar mr. Dering toegaan
Er zijn enkele redenen, waarom dit niet kan.
Al wat wij behoeven is: een duidelijke, ware
verklaring van wat heeft plaats gehad. Gaat
u nog eens rustig zitten en schrijft u mij
dan een verklaring van iedere overdracht."
(Wordt yervolgd).
vAWZv. '/Z4£lco Wy/s'vt