Alkmaarsche Coorant Scbaakrobrieb. S3 Damrobriek. WUUL7 Wie is Edmnnd Gray :mmmm a m&m at m m m m FEIJ1LLET0N. Zaterdag 9 April. Palmpaasch. m WB. fil iS m - wm wm wm wm x wm^ ww> m i I M. M mL iTo. 84 1927 Honderd negen en twintigsta Jaargang. Over eeniige dagen zal het oogenblik weer tongebroken zijin, waarop de Christelijke Kerk de intodit van Jezus in Jeruzaletm her- denW. Men zal zicih voor den geest trachten te bremgen de juiidhiende sch are, die haar op- perklaedteren over den grond spreidemd en desi weg bestrootend met d'e bladeren der boo- mm, den Meester tegemoet snel-t, onder Rude 'Hosanmlh's. In gedladntem zal men de blijde Bienighe voorbij zich heein zien' trekken, Jezus in't midden, gezeten op 'n veulen, diat nog BOoi't eenilg mensch heeft gedragen. Inderdaad 'n moment, zoo schoon, dat t reeds menig kunstenaar heeft geinspireerd. 't Zijn echter nitet alleen dezen, dte hun allrind'ividueelste emotie" in kleuren of flanken hebben vertolkt, ook dte R.K. Kerk weeft in haar palm-processie telken jare weer, sen uitbeelding van- dteze „bl<ijde imcomste" Reeds van die viterdle eeuw af, wordt te Jeru salem dte rds van hier naar Bethaniie door 'n pnocessie voor oogen gesteld. Gaandteweg is litere gewoon-te eldters overgenomen en sinds 8te9e eeuw ook in de kerk van't Wcsten. Zoodoendte kan men in't Middekeuwsche Utredht dte „Jeruzdlembroeders" op dten balmzondag druk in dte weer vindten, tcege- •ust met hun patotakken zooals Jan van Soerel ze sdhi'ldert am de triumftocht van ■Jezus te doeo sl'agen en zelfs vindt men in dte li6e eeuw de Amsterdlamsche „Jeruzalemvaa- fcrs" bezig „Ons Heere God1 op den Ezel", itetigezetld door twaailf manmetjes van't oude- mannenhuis, die dte Apostelen moeten voor- Rtdlleo, te doen rijdlen van de kapel van Jeru zalem naar de Oude Kerk, of van dte „Heiliige Sitede" naar dte Nieuwe Kerk, wat elk jaar omwissdt. Ook fhans kan men in't Belgische Slaatsje Hougaerde nog jaarlijks een derge- jke stoet bewondteren. Deze palm-processie draagt haar naam naar de takken, door de betgeleidters van de groep gedragen. Men stelt zieh voor, dat de Jodten hun bliijdsdhap hebben getoond, door het zwaaitem hunner pdlmtaktoen en geeft daarom aan die palm een zoo groote plaats In <frt feest. Ook versiert men, nog heden ten dage, op onzen bewusten gedenfcdag, er in Spanje de huizen mee; het plaatsje Bord'ighera, in de Riviera, zendt z'n overtolilige taikken naar Rome en elke rechtgeaarde Parijzenaar koopt zich, nta dten dienst op den „Dimandie des Rarnaux", een ta'k, uit een der omlfiggende plaatsen als Fontainbleau of Meaux. Maar al is bij ons dte palm-processie be perkt tot enkele semiinade- en kloosterkerken en leven wij niet in een door dte matuur met palmen gezegend land, de palmpaasch is voor ons geen onbekende. Dat wit al fhans de vereeniging „Oud-Alkmaar" h-open! Daarom heteft ze mij verzodh't, dat artikel samen te stellen, opdat onze burgerij eens opmerk- zaam gemaakt -wordt op dte handhaving van cnze oude volksgtebruiken. Want in die sfeer todh is de palmpaascih thuis. Misschien ken- ken we ze alleen bij geruchie, die stokken, ver sierd met zwaantjes of haantjes, „appels van Jeranje", takjes van den buxus sempervirens, en bonte papieren, maar vreemd is ons toch liet't Paltem, pail'lam Paschen Ei, koerei! Nog maar een Zondag Dan krijgen wij een ei. Een ei is geen ei, Twee ei is een half ei, Drie ei is een Paaschei Zal het niet mogelijk wezen die oudte deun- (jes en voorwerpen weer eens voor den dag te halen? „Oud Alkmiaar" wit het probeeren; laat mij dan nag eens mogen vertellen, wat wij eigenlijlk in d'it alles hebben te zien en be- wijzen dat er ook voor ons nog reden is, de gewoonten der vaderen in eere te houden. In dlezen tijd1 van het jaar zeggen we met fen West-Frieschen dliichter: Hoe mooi lailkt et buiten Kaik, wat een plezier Weer, dat gundere fluiten Van veuigetkes Her, Baai't ofskoid van winter Nou voorjaar beglnt er Z'n doendng. Hoe deigt er dat dartel vertier. En dat zelfdte zien we in onzen Palm paasch: 't ei is't symbool van de herlevende aatuur, dte krakeling misschien een omzetting van't oude zonnerad en't haantje, 'n zrinn^- beteld van opstanding, lidhf en nieuw leven Ook vindt men den haan wel door den zwaan vervangen, het dier dat aan dte godin Ner- Qeautoriseerde vertaling naar het Engelsch van Walter Besant, door Mej. E. Hoogewerf. 121 Ze bukte zich en kuste hem de han-den, om it tranen te verbergen, die haar in de oogen Welden: „Athelstan's naam was nu, in ialer ftevat, bevrijd van smet. „Maar mijn geliefde leerlinge en dochter," mr. Gray was bijna zelve tot tranen toe bewogen, bij deze onverwachte uitbarsting ,,of er iets was, dat ik niet voor je zou will en doen, als ik kon! Ik, die nog nooit eenige vrouw heb liefgehad, voel nu liefde voor mijn dochter of eerder: mijn kleindoch- ter. Dus je broer zal geholpen zijn met deze Semoire? Hiermee nog enkel maar je broer. zou wel eens willen weten, of er iets rer in mijn weinig-bewogen leven is, dat mij voor je zou kunnen herinneren." „0, neen! Dat zou te veel verlangd zijn. Tack bestaat er kans, eenige kans. Mag ik tmf t vertellen? We hebben nog tijd voor ft. Ate we in het zaaltje zijn om zes uur, is vroeg genoeg. En nu is het half vijf. Zal u het bezwa&r vertellen? O neen, maar ealijk mag dit toch ook niet, met't groote brrk, dat u ondernomen heeft." De Mik, die cteze woorden vergezelde thus deN'oordscne Njord is gewijd. En wie is Ner thus: de lemtegodin der Germanen. Hier zijn we dus in de mythologie terecht gekomen. Er is dus verwantschap tusschen't heidensch geloof der oudte Genmanen en de latere opvaittingen der Christelijke Kerk? Omgetwijfeld zijn de gebruiken van't oude heidensche lentefeest min of meer in overeen- stemming gebrachi met dte feestdijkheden on Palmzondag. Zelfs de Fransdie naam Paques Fleuries en de Vlaaxnsche Blommen Paschen wijzen er op. En 'is't niet eigenaardig, dat de Zwitsersche patopaasdh die toch evenals de onze een overblijfsel van den heidenscher. meiboom is, zooals Dr. Schrijnen aanneemt prijkt met miniaturen van de martelwerk- tuiigen van Jezus: ladder en hamer! Chris tendom en Heidendom vereenigd! Maar, waar is nu ens uiter'l ijk teeken van't Pa'llmzondaig feest? Zijn zij1 dan zooveel in opvatting veran- derd bij't voorgeslacht? Kennen wij dte fvaar- de dier zinnebeeldten niet meer? Is voor ons dte eeuwige wisselin-g dter tij- den een feit, dat aan onze aandacht voorbij- gaat? Leven we zoo snel, dat dte komst van de „ndeuwe lente" niets meer te zeggen heeft? Zelfs inidfen we dteze gebeurtenissen beschou- wen zender eenige religieuzen adhtergrond, dan nog kunnen we den palmpaasch begrijpen —en waardeeren Indie voor ons de godsdien- stige zijde van de zaak meer spreekt. zien we duiidelijk het verband tusschen ,,'t Licht der Wereld"' en de zionebeelden van l'icht en leven. Van welke kant men deze aangelegen- heid dus ook gadeslaat, voor iteder heeft ze wat. Laten we dten onzen kindteren den ouden Palmpaasch weer in handen geven; de jeugd is de draagster van't jonge leven hier in dubbden zin. We hebben er niet aan, of we al kunnen bo,gen op tentoonstellingen, waar men den palmpaschen uit alle oorden van ons land kan bewondteren, we moeten ze heb ben op onze eigen straiten. Gteldterlandi, Overijsel en Drente kennen ze nog, die eenvoudiige staken 'met hun brood- kransen en andere lekkernijen, hun, met ge- snipperd papier, omwoelde stokken; Does burg, Kampen, Oldebroek, Tiel hebben hun hanen, sommiigen zelfs van 1V? bij 'A M groot, w'aarvan dte Tielsche jongens zingen Haantjepik, wat zal ik je leeren, Al wat in den Bijbel staat. Dan heeft ook West-Friesland zijn mooie palmpaasohen, dte stokken gekroond door 't zwaantje met't krentenoog, met de stukjes koek, de vijigen en sinaasaipjtels er omhteen. Zondag, Palmpaschen, moeten ze er zijn, de bodten van ,,'t nieuwe geluid", gedragen door de A'ertegenwoordiiigers van 's levens lente, want: Zoo waist't voorjaar zweventd 'n Wereld er pracht. Heil zoetjes an strevend Mit wondie-re kraefht, In groeien nei stoeuren, In groeien nei stoeurven, De grootheid dies Heeren, zain glorie, zain macht. R. P. GOETTSCH. Alkmaar, 5 April. Onderscheiden malen hooren we de klacht, van vele schakers, dat zij zoo'n moeite heb ben met de openingszetten van verschillende partijen. Enkelen getroosten zich de moeite, hieromtrent studiemateriaal te verzamelen; velen weten niet, dat er zulke geschikte boek- jes daaromtrent bestaan. Om te voldoen aan't laatste aan ons ge- dane verzoek, bevelen we nogmaals voor be ginners (ook voor vele meergevorderden) aan 't boekje: Handleiding tot't Schaakspel van Neumann Schelfhout, uitgave G. B. van Goor, Gouda, prijs f 0.90. Hier volgt een partij daar uit, om te doen zien, hoe gc-ed getracht is, na spelen met de bedoeling der beide spelers bekend te maken: Wit: G. Maroczy. Zwart: D- Janowski. Gespeeld in het Internationaal tournooi te Londen 1899. Schotsche partij. e5 1. 2. 3. 4. 4. e4 Pf3 d4 Pd4 Pc6 ed4 Deze zetten typeeren de opening. - Speelt Wit hier 4. Lc4, dan heet de opening: Schotsch gambiet. De bes- te voortzetting is dan 4Lc5 5. c3 (5. 0-0? dan 5dd! 6. c3 Lg4! 7. Db3 Lf3 8. Lf7f Kf8 enz.) 5Pf6 (vooral niet 5dc3 wegens 6. Lf7f Kf7 7. Dd5f Kf8 8. Dc5f) 6. e5 of 6. cd4 en de partij is overgegaan in een variant van het drukte echter een onbedwingbaar verlangen uit, om juist met het bezwaar voor den dag te treden. „Maar foei! Zou mijn leerlinge nu be- zwaren hebben, die ik niet kende? Dat mag immers niet! Gauw! Vertel mij alles!" „Ik heb u toch al verteld, dat ik verloofd ben?" „Ja. Den naam van je verloofde heb je mij ook gezegd: George Austin, is het niet? Er was eens een Austin 't Is net of ik me dien naam herinner, maar dat geeft nu niet!" „Woensdag gaan we trouwen." „Z6o gauw al? Maar je had mij immers beioofd, dat ik toch niet mijn leerlinge zal verliezen, niet waar? „Neen, geliefde meester. Zoodra we weer- gekomen zijn van ons huwelijksreisje, kom ik u opzoeken en bij u leeren. Dat hoeft u niet in twijfel te trekken. Ik kan u niet meer uit mijn leven laten gaan. Ik zal mijnmijn man meebrengen." „Als ik denken moest, dat je huwelijk je van mij af zou nemen, dan zou ik mij al zeer ongelukkig achten. Maar vertel nu eerst eens wat je op het hart hebt." „George was klerk bij mr. Dering, uw mr. Dering dan," mr. Edmund Gray kiukte. „Hij had geen geld, toen wij verloofd waren, en we meen-den, dat we al heel arm zouden zijn Maar toen viel hem een groot geluk te beurt: mr. Dering maakte hem tot zijn deelgenoof." „Zoo? Ja, ile heb altijd wel gemeend, dat Dering een deelgenoot moest hebben. Op zijn leeftijd was dat zelfs noodzakelijk." 19. Tdcl Tdc8 20. Pfe5 De6 >2L h3 a5 22. Pd3 Df5 23. Tc8 Tc8 24. Tel Tel 25. Lcl h6 26. Lf4 ^5 27. Le5 De6 28. f3 Pc5 Pf6 11. 12. 13. 14. 15. 15. 16. 16. 17. 18. 29. 30. 31. 31. 32. 34. 35. 35. 36. Pf3 b3 Lb2 Dd4 c4 Tad! Pc5 Dc5 Da5 Kfl De4 Del Dd2 ,Giuoco Piano". De tegenwoordig meest gebruikte verdediging: Op 4Lc5 speelt men gewoonlijk 5. Lc3 Df6 6. c3 Pge7 7. Dd2 10. e5 Dg6 11. Ld3 Lf5 12. Lf5 Pf5 13. 0—0 en Wit staat iets beter. Evenwel kan Zwart na 4Lc5 5. Le3 zonder eenig bezwaar 5Lb6 spelen en men zou zelfe kunnen beweren, dat op deze manier de Schotsche partij zich voor Zwart het aHergemakkelijkst laat be- handelen. 5. Pc6 bc6 6. Lf3 d5 7. ed5 cd5 8. Lb5 Ld7 9. Ld7 Dd7 10. 0-0 Le7 11. Pbd2 42. 43. 44. 45. De2 b6 Dc4! Dg2f Dh3 Dd7 0—0 Tfe8 Pe4 Ld<5 Wit is van plan zijn L naar b2 te ontwikkelen. In verband hiermee besluit faij terecht, zijn Paard naar f3 over te brengen, waar het mede twee velden van den diagonaal alh8 be- strijkt. Lf8 c6 Tad8 cd5 cd5 Deze zet is vrijwel nut- teloos, want Wit dwingt den L zich dadelijk naar f8 terug te trekken. 15. Dd5 gaat natuurlijk niet, wegens 15Lh2 en Zwart wint de Dame. Natuurlijk niet 15. f6, daar Wit dan den d- pion met schaak kan ne men. Merk op, dat de Zwarte Dame ongedekt staat. Tweemaal heeft Wit den d-pion aangevallen, tweemaal heeft Zwart hem kunnen dekken. Zwart heeft nu een slechte pionnenstelling; de a-pion en de d-pion zijn gei'soleerd. Lc5 De5 De3 d4 33. Da8f Kg7 Dclf Dc5 Van dit overijld opruk- ken van den Zwarten g- pion trekt Wit dadelijk partij. Op 28Pd6 zou 29. Pc5 volgen en Wit wint den pion d5. Nu is Wit een pion voor, maar hij heeft nog verscheidene zetten te doen, eer de partij vooi* ben gewonnen is. De geisoleerde pion kan nu gaan optreden als vrije pion. Doch Wit zal wel zorgen, dat hij niet Dame haalt. Vooral niet 33Kh7 waarop 34. De4f Dame- rui-1 of dwingt er zoo, dat het winnen der partij voor Wit vergemakkelijkt Wanneer hij kan, biedt Wit Dame mil aan. De Zwarte vrij-pion moet tegen gehouden wor- den. 36. Db5f 37. Kf2 Db6 38. Dd3 16 39. Ke2 De6 40. Kd2 De5 41. b4 Dh2 42. b5 Bijzonder fij-n gespeeld. Wit geeft twee pionnen op den Konings-vleugel prijs, om den sterken b- pion te doen oprukken. „En zoo waanden we ons nu het gelukkig- ste paar ter wereldmaar toen werd er weer een ontdekking gedaan op het kantoor; en een heel bijzondere ontdekking, ik weet haast niet, hoe ik ze baschrijven moet, het is mezel- ve niet recht helder. Het was iets, in verband met den koop of verkoop of overdracht van enkele stukken en aandeelen en coupons. Mr. E)ering schijnt zich niet te herinneren, dat hij de papieren daarmee in verband, onder- teekend heeft. Er wordt gevresd, dat ze in verkeerde handen zijn. Zelfs wordt er verval- sching in geschrifte geducht. Ik schaam mij dan ook, om zoo iets te moeten zeggen, maar de naam van mijn verloofde is ook betrok- ken bij de zaak, en Dering's klerk, Checkley u kent Checkley?" „Zeker, de oude gedienstige van Dering." „Die heeft openlijk George beschuldigd, en zonder eenigerlei bewijs, dat hij de brie- ven zou vervalscht hebben, of bij de verval- sching zou geholpen hebben." „Dat is heel leelijk." „Ja, het is ook leelijk. Toch zullen we er ons voorgenomen huwelijk niet door laten verstoren. Maar behalve wan' er we natuur lijk v<56r Woemdag de achterdocht niet kun nen verdijnen, zullen we onze wittebroodswe- ken Ihuis doorbrengen, om het geval van dag tot dag te kunnen gadeslaan." „Steeds stukken koopende en verkoopende. Want dat zou Dering doen." „Het achijnt, dat deze overdrachten de eenige itjo, die hij van het jaar heeft ge daan." 45. Kg6 46. Dc7 De6 47. Dc2f f5 48. Db3 Dd6 49. b7 DdS 50. Kd3 Kf6 51. Db6f Ke7 52. Dh6 De5 53. Dh7f Ke6 Dreigt 46. Dc7 Dc7 47. bc7 en wint of 46. Dc7 Df7 47. Df7 Kf7 48. b7 en wint. Speelt Zwart 45 Kf8, dan volgt 46. Db4 Ke8 47. b7 en wint. 54. 55. DgS b8D Ke7 52Db7, dan na tuurlijk 53. Dh7f en wint de Dame. Gaat de K naar e8 of f8, dan wint 54. b8D Db8 55. Dh8f en 56. Db8. Op 53Kd8 volgt 54. Dh8 Dh8 55 b8Df en 56. Dh8. Speelt Zwart 53Kf6, dan wint 54. Dh8f Ke6 55 De5f Ke5 56. b8D en op 53Kd6 volgt natuurlijk dadelijk b8D|. Opgegeven. OPLOSSING EINDSPEL 164 van 2 April j.l. (studie Rinck). Wit speelt 1. d7f Kd8 gedwongen. 2. Pg51! Dat is de p o i n t e. Er dreigt 3. Pf7 mat!Dus Zwart speelt 2hg5 gedwongen. Maar nu is de lijn h4— d8 voor den Zwarten L verstopt. Er volgt nu 3. bc7t Kc7 gedwongen. 4. Ke7 clD 5. d8Df en Zwart heeft als eenigen zet 5Kc6, waarna volgt 6. Dc8f en wint. EINDSPEL No. 165 uit NeumannSchelfbout. -MM {s wm mm m wm iwi wm a b c d e f g h Wit speelt en maakt remise. OPLOSSING PROBLEEM No. 142 van M. Grunfeld (3e prijs Miinch. post 1907). Wit: Kdl, Df3, Tg2, Le2, Pc8 pi a3 en e3. Zwart: Kc5, Lh5 pi a6, a4 en g4. 1. Lb5 (dreigt Dc6 of f5 mat Kb5: 2. Dd5 mat. 1. 1. 1. 1. 1. Tc2 mat. Df5 mat. Tg5 mat! Dh5 mat. - ab5: 2. - Le8 2. - gf3: 2. - g3 2. Ondanks de dubbele dreiging een fraaie 2-zet. Van de nrs. 140 en 141 waren de sleutel- zetten 1. Dh8 en 1. Kh5. Goede oplossingen ontvangen van den heer D. de Boer van: Problemen 140: 1. Dh8 Problemen 141: 1. Kg5 Problemen 142: 1. Lb5 PROBLEEM No. 144 van A. v. d. Ven, 3e prijs Tijdschr N. S. B. 1912. Zwart (6) ■m. mm mm. vmm. m: 8 7 6 5 4 3 2 1 a b c d e f g h Wit (8) Wit geeft in 2 zetten mat. iQi „Van het voorjaar heeft hij er anders heel wat voor mij gedaan." „Ja? En herinnert u zich-de bijzonderhe- den?" „Duidelijk. Of het gisteren eerst gebeurde. Ik heb je toch verteld van mijn industrie- dorp, nietwaar? Het dorp, waar alien ge- lijk zijn, alien iederen dag een bepaalden tijd werken en niet langer. Allen worden betaald in rpntsoen en kleeren en woningen. Er is geen particulier eigendom in mijn ideaal dorp." „Dat weet ik. Het zal een allerliefst dorp zijn." Vroeg in het voorjaar was ik klaar met de plannen er voor. Toen viel het mij in, dat, in plaats van dat altijd naar mijn zaakwaar- nemer te moeten gaan om geld te krijgen, het veel beter zou zijn, als ik een groote som te mijner beschikking had liggen in de bank. Dus gaf ik Dering order op mijn naam over te dragen een groot aantal stukken, die op den zijne stonden, want hij was een soort trustee voor mij; ik was er nu eenmaal op gesteld, dat hij al mijn zaken voor mij be- heerde. Maar dit zal je ook niet interesseeren, het punt van belang is enkel maar, dat mijn bank de overdrachten ontving en orders heeft om ook de dividenden te ontvangen." „0, en ze heeft zeker ook alle papieren?" „Die heeft ze gehad. Maar ik dacht, dat mijn oude vriend het misschien als een soort gebrek aan vertrouwen zou opvat'ten, als ik ze daar liet. Dus zond ik ze weer naar zijn kantoor. Ze zijn an veilig. Ik heb ze daarxel- Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter op- lossing probleem No. 958 (auteur M. Volpp). Stand. Zw. 12 sch. op: 2, 8, 10, 11, 13, 14, 17, 18. 19, 27, 30, 31. W. 12 sch. op: 22, 28, 29, 33, 38, 39, 41, 42, 46, 47, 48, 50. (In de opgave was abusievelijk dc witte schijf 50 vergeten). Oplossing. 1. 28—23! 1. 19 28 gedw. 2. 38—32 2. 27 38 gedw. 3. 48—43 3. 38 49 gedw. 4. 50—44 4. 49 23 5. 33—29 5. 23 37. 6. 41 3 6. 17 28 7. 3 15! Etn prachtoplossing, die men niet mag verzuimen na te spelen. UIT DE PARTIJ. In den volgenden stand: im Mwyfr, Zw. 9 sch. op: 8, 9, 14, 15, 18, 19, 20, 22. 23. W. 9 sch. op: 25, 27, 29, 30, 31, 34, 35, 40, 47. maakte M. Feraud een winnende combii.atie- 1. 30—24 1. 19 39 2. 40—34 2. 39 30 3. 35 24 3. 23 34 4. 24—19 4. 14 23 5. 25 12 5. 18 7 6. 27 40! Zeer mooi! Een verrassende eindstand geeft de heef Kleute ons in het volgende diagram, 't Ir heel gemakkelijk, maar 95 procent van de spelers zou der. het toch niet zien: 10m.A Zw. 3 sch. op7, 22, 23 en dam op 50. W. 5 sch. op: 14, 21, 32, 33, 46. Wit speelt eerst 3228. Zw. moet siaafl 23:32. Nu volgt 21—17!! van Wit. Zw. slaat met dam 50 twee schrijven naar 10 of 5. Wit slaat 17 37. Zw. slaat op 41. Wit 46 3" en wint juist op tempo. Ter oplossing vcor deze week: - PROBLEEM 959 van G. Mantel, hengelo. Cml, mkmk mm-, f Zw. 7 sch. op: 2, 4, 7, 8, 9, 10. 38. W. 8 sch. op: 18, 19, 21, 23, 26, 32, 40, 43 In onze volgende rubriek geven wij d* oplossing. ven neergelegd, of hij deed het eigenhandig. dti weet ik nu niet meer. Soms, dat is zoo dwaas, als ik aan dingen denk, die daar op kantoor zijn gebeurd, lijkt het mij, dat ik ze zelve heb gedaan, en soms denk ik, dat hij het deed. Maar wat komt het is ook op aan?'' „Wel neen. De papieren zijn nu zeker weei in de safe terug?" „Zeker. Ikof hijik weet niet meer, teen van beiden hebben we ze er in gelegd. „0 geliefde meester!" Elsie klapte in de handen, „dit is voor mij nog van grooter be lang dan uw overige verklaring, wilt u wel gelooven? U weet niet aan welke ellende u nu een eind zult kunnen maken. Had ik toch maa.r eerder van die dingen tegen u kunnen spreken! E>e verklaring die u al geschreven heeft is voor mijn broer. Gaat u nu eens zit- ten, meester, en schrijft u een andere, die dan voor mij is." „Ik zal doen, wat je mij verzoekt. Maar waarom heb je dit alles niet liever aan De- ring gevraagd? Hij heeft een onbeperkt ge- heugen. Misschien dat hij het niet eens pret- tig vond, als hij wist, dat die particuliere zaken tusschen procureur en client zoo be- sproken werden!" „We kunnen niet naar mr. Dering toegaan Er zijn enkele redenen, waarom dit niet kan. Al wat wij behoeven is: een duidelijke, ware verklaring van wat heeft plaats gehad. Gaat u nog eens rustig zitten en schrijft u mij dan een verklaring van iedere overdracht." (Wordt yervolgd). vAWZv. '/Z4£lco Wy/s'vt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1927 | | pagina 5