mim 1 Met Dr, Van der Sleen ep reis. m m OM JONG TE BLIJVEN. 1 In en om de hoofdstad. ccxxxv. Rechfszaken L. Frankenberg. Alkmaar. Het feit, dat uw gezondheid te wenschen overlaat, is waarschijnlijk de eenige reden, dat gij u door lichte zorgen reed's zenuwach- tig, vers!eten en oud gevoelt. Missehien zijt gij een dier noodelooze slachtoffers van een nieraandoening. Laat deze te voorkomen nierzwakte u niet oud maken voor uw tijd. Zoek en verbeter de oorzaak van uw kwaal. Tradht weer f 1 ink en gezond te worden. Die jpijn in de lendenen, die ellendige blaasstoor- inissen, hoofdpijn en duizeligheid, dat afge- matte, zenuwachtige gevoel behoeven u niet ganger te kwetlen. A'He tesamen maken uw ijieven tot een last, die zoodra gij uw nieren verzorgd hebt, verdwijnt. Verzwakte nieren kunnen met Foster's Rugpijn Nieren Pillen versterkt worden, waardoor gij u in elk opzicht jonger voelt. 'Begin onmiddellijk met het gebruik. Zonder luitstel! Wacht niet, tot gij last krijgt van rheu-matiek, ischias, spit, blaasontsteking of waterzucht. Ook tegen dergelijke ernstiger kwalen worden Foster's Pillen aanbevofen, 'doch voorkomen is altijd beter dan genezen. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotlieken en drogisten a 1.75 per flacon. 35. hg5 De5 '36 gh6f Kh7 .37. Tb3 Ld7 38. Dh4 Del 39. Kh2 De4 40. Df6 Dg6 41. De7 Kh8 42. DI8 Kh7 L43- De7 KhS [44. Te3 Dh6 :45. - Kgl 45. Dg7 46. Dd8 TgS 47. Df6 Dg7 48. Df4 Lg4 49. Tg3 Pc4 50. Tg4 Zwart is, bij goed spel, reddeloos verloren, daar de Zw. K zoo alleen staat. Na KI16 volgt 42. Tf3. De T op cl. verhinderd schaak En Wit won gemakkelijik. EINDSPEL eener jaren geleden gespeelde partij. Zwart: Parnel 1. a Ml 12. 13. 14. 15. 16. 17. bed Wit: Mack Tf5:! Lf 7 i Dd3f De4:|! Pc3f Tfl mat. n z 1 e. T wee groote Amsterdammers. - merkwaardige optocht. Een Wij hebben in de afgeloopen week twee tnannen ter laatste rustplaats zien dragen wier nagedachtenis verdient in eere te worden gehouden in de hoofdstad des lands, aange zien zij beiden aan Amsterdam gedurende tal van jaren diensten hebben bewezen, waarvan het huidige en ook volgende geslachten de "vruchten zullen plukken. Twee mannen, die werkzaam geweest zijn op zeer verschillenc .terrein, maar wier arbeid van groote beteeke- nis is geweest. Van dien eenen, die op 74-jarigen leeftijd in Zwitserland, waar hij, nadat hij zijn taak te ^Amsterdam, daartoe door de onverbiddelijke wet gedwongen, had moeten neerleggen, de .jaren, die hem nog toebedeeld zouden zijn was gaan leven, van Prof. Saltet, zijn de vruchten van den hier verrichten arbeid, reeds sedert tal van jaren, voor ieder dagelijks te zien. Immers, hij is geweest degene aan wien deze gemeente heeft te danken haar stedelij- ken Gezondheidsdienst, die niet alleen hier en in het gansche land, doch ook buiten onze grenzen zulk een goeden naam heeft gekre- gen. Want, voor hij tot het hoogleeraarsambt werd gercepen om de jongeren tot bekwame 'hygienisten op te leiden, was Dr. Saltet de man, die den Gezondheidsdienst hielp stick ten en daarvan gedurende tal van jaren de directeur was. Gemakkelijk was die taak zeker niet. Da$r waren heel wat vooroordeelen te overwinnen in de goede stad Amsterdam, toen de Ge zondheidsdienst zich niet alleen bezig ging houden met het nemen van krachtige preven- tieve maatregelen om besmettelijke ziekten te voorkomen en dergelijke ziekten, wanneer zij waren uitgebroken, zooveel mogelijk te helpen beteugelen, maar in verband daarmede ook een streng toezicht werd ingesteld op den ver- koop der dagelijksche levensbehoeften. De seringdoenden, die het met de hoedanigheid der waren, welke zij verkochten, niet altijd te nauw namen, waren uit egoi'stische overwe- gingen niet erg met de strenge controle van den gezondheidsdienst ingenomen; kantten er zich vaak heftig tegen als de keurmeesters in het belang der burgerij niet schroomden hun ondeugdelijke waar zonder pardon af te keu- ren. Dr. Saltet heeft dikwijls een „zwaren dob- ber" gehad om dergelijke menschen tot de overtuiging te brengen, dat zijn straffe hand krachtig moest ingrijpen in het algemeen be lang, maar meestal wist hij degenen, die ver- entwaardigd tot hem kwamen, om te klagen over het optreden der keurmeesters, te over- tuigen, dat hij goed gedaan had en zij het bij het verkeerde einde gehad hadden. En on- getwijfeld had hij dit voor een niet gering deel te danken aan zijn sympathieke wijze van optredenaan de hoffelijke wijze, waarop hij zijn Dienst wist te verdedigen, zoodat de kla- gers meestal overtuigd zijn spreekvertrek ver- fiefeh en hoe langer hoe meer te Amsterdam onder de burgerij de wetenschap doordrong, dat zij met betrekking tot de betrouwbaarheid harer eerste levensbehoeften veilig was onder het steeds wakend oog van zijn Gezondheids dienst, maar ook onder de neringdoenden be- grepen werd, dat de directeur van dien dienst de behartiger hunner belangen was en niet hun vijand. Want aangenamer man in den omgang dan Dr. Saltet was, heb ik slechts weinigen ontmoet. 't Scheen, dat z'n goed humeur hem zelfs on der de moeilijkste en vaak zeker onaangenaam ste oogenblikken van z'n arbeid nooit in den steek liet. Steeds trad hij ieder welwillend, vol tinteling van geest, met een dikwerf schertsend woord tegemoet en wist hij in een oogenblik den meest verontwaardigden klager tot een aandachtig luisteraar naar zijn glashelder betoog te maken. Maar aan den anderen kant week hij ook geen stap af van zijn genomen beslissing, wanneer hij de vaste overtuiging had, dat hetgeen hij beslist had in het belang was van de hygienische belan gen der burgerij, waarvoor hij te waken had. 't Was alsof hij, niettegenstaande zijn drukken werkkring in laboratorium of in zijn kantoor, altijd voor ieder tijd had, en wan neer hij bemerkte dat degene, tot wien hij over zijn dienst sprak, daarin meer dan op- pervlakkig belang stelde, was hij steeds be- reid den leek van zijn groote hygyienische kennis iets mede te geven, waaraan deze iets hebben kon. En zoo heeft hij dien Gezond heidsdienst weten te maken tot een der schit- terendste gemeentelijke bemoeiingen en de voldoening gesmaakt, dat zijn arbeid, toen hij de professorale toga, die hem zeker toekwam, om de schouderen had geslagen, door zijn opvolgers met voile liefde werd voortgezet ten bate der Amsterdamsche burgerij. Dat onze Gezondheidsdienst zulk een goeden naam heeft, zijn opvolgers zullen de eersten zijn zulks te onderschrijven, heeft Amster dam aan Prof. Saltet te danken gehad Slechts enkele jaren heeft hij na het ingaan van zijn professoraal emeritaat nog van rust mogen genieten te vroeg nog is hij ons en de wetenschap ontvallen, maar zijn naam staat met eere gegrift in de geschiede- nis dezer stad. Eveneens die van dien anderen grooten doode, dien wij te betreuren hebben, den oud- directeur hoofdredacteur van het „Handels- blad" Charles Boissevain. Gelijk ik boven zei- de, ook zijn invloed zal blijven nawerken in onze stad en ver daar buiten, ook al was hi. reeds sedert een aantal jaren door zijn hoo- gen leeftijd niet meer werkzaam naar buiten en al was zijn arbeid er niet een als die door een Saltet verricht, waarvan dadelijk practi- sche, zichtbare invloed Icon uitgaan. Het is onnoodig hier in den breede te schetsen hetgeen Charles Boissevain niet al leen voor het journalistiek orgaan, waarvan hij zoo tal van jaren de medewerker en de leider is geweest, doch voor de geheele Ne- derlandsche journalistiek is geweest het is in de laatste dagen in elk blad in den breede in herinnering gebracht. Maar dit mag toch zeker wel geboekstaafd worden, dat deze journalist de groote verdienste heeft gehad, dat door de wijze, waarop hij zijn denkbeel- den over schier elk belangrijk vraagstuk van den tijd, waarin hij geleefd heeft, te kennen gaf, het voorbeeld is gegeven hoe de naam der Nederlandsche dagbladpers groot ge- maakt kon worden; zijn invloed daarop is merkwaardig geweest en die invloed zal blij ven doorwerken, niettegenstaande ook hier en daar in de Nederlandsche journalistiek de fatale oorlog- en na-den-oorlog-invloeden zich konden doen gelden, zooals zij zich de- den gelden op schier elk gebied van ons maatschappelijk cn geestelijk leven. En die in vloed is vooral in Amsterdam in der jaren loop op menig gebied merkbaar geweest. De bezieling, die van hem vermocht uit te gaan, waar het gold de bevordering der groote belangen der hoofdstad op menig ge bied, is niet te onderschatten; hij heeft hon- derden en duizenden de oogen weten te ope- nen voor datgene wat in het belang was van deze stad allereerst, doch ook voor veel, dat in het belang was voor den goeden naam en het heil van gansch het land en veel van het geen hij door zijn degelijke pen met gloed van overtuiging verdedigd heeft, is tot verwezen- lijking gekomen, zij het dan niet altijd door zijn direct optreden, dan toch zeker door de wijze, waarop hij anderen wist aan te sporen tot handelen op menig gebied in het stoffelijk of geestelijk belang zijner stad- en landge- nooten. Ook de arbeid van zulk een man blijft voortleven en nawerken. Aan dien invloed, welke van Charles Bois sevain is uitgegaan, moest ik dezer dagen nog denken, toen ik zag den optocht, die hier ter gelegenheid van het 40-jarig besfaan van, het „Leger des Heils" in Nederland door een deel der stad trok. Het was werkelijk een mooie, een met goede organisatie-kennis opge- stelde optocht, dien wij Zaterdagmiddag za- gen gaan en hij leverde wel het beste bewijs van hetgeen door degenen, die zich met voile overtuiging, niet vreezende tegenwerking en verguizing, aan een groote taak wijden, kan worden tot stand gebracht. Veertig jaren geleden, toen het uit Enge- land gekomen Heilsleger zijn arbeid te Am sterdam begon, ondervonden degenen, die hier te lande de baanbrekers voor die instel- ling zijn geweest, niets dan hoon en smaad. De eerste bijeenkomsten hadden plaats in een onooglijk vergaderzaaltje ergens in de Ge rard Doustraat in buurt IJ-IJ. Als in die da gen de Heilsoldaten hun, voor die dagen ze ker eigenaardige, propaganda-meetings hiel- den; hun strijd begonnen tegen de laagste hartstochten in den mensch, tegen dronken- schap allereerst, was him taak zeker niet be- nijdenswaardig. Het Amsterdamsche volk uit de minstbeschaafde lagen kwam die verga- cfcrzaal vullen; spotte er met de edelste ge- voelens door de eerste aanhangers en aan- hangsters der nieuwe sekte geuit; verstoorde de samenkomsten door getier en vuile woor- den; liet er, als aan de „zondaarsbank" boet- vaardigen neerkwamen knielen in het gebed, opeens zwermen postduiven los; gooide met allerlei vuilnis naar de Heilsoldaten, moles- teerde hen soms zelfs aan den lijve, zoodat de politie moest binnenkomen om de aangevalle- nen te beschermen tegen verder molest 't was alsof de vroegere eemven van beeldstor- merij, van optreden tegen Wederdoopers en andere secten, die Amsterdam in zijn geschie- denis gekepd heeft, waren teruggekeerd Doch de qvertuigde volgelingen van „Generaal" William Booth lieten zich niet ontmoedigen; gingen door met hun vergaderingenbegon nen hun liefdewerk in de Amsterdamsche ste- gen en sloppen; richtten hun nacht-asyls en volkskeukens voor de paria's der groote stad op, wisten allengs de burgerij te ooordringen van de beteekenis van hun liefdewerk. En het was zeker voor een niet gering deel te danken aan de pen van Charles Boissevain, die het goede werk van het Heilsieger in Engeland zoo vaak had gezien, dat de sympathie en eerbied voor het werk van het Leger in alle kringen te Amsterdam steeds meer en meer toenam. En thans, veertig jaar later. Met bewonde- ring en met eerbied heeft Amsterdam nu dien stoet der Heilssoldaten door de stad zien gaandie lange rijen mannen, vrouwen, kin- deren in hun kleurige kleederdracht, met hun banieren en vaandels, met hun talrijke, goede fanfare-co,vpsen. Door tal van eroblemata op auto-vrac'utwagens werd het groote werk van het Leger duidelijk getoond. Eerst op een dier wagens de reusachtige beeltenissen van Wil liam Booth en zijn gade, die het Leger sticht- ten en velen lichtten, toen deze voorbij hen kwamen, eerbiedig den hoed. Dan een wagen, waarop een reusachtige wereld-bol, waar- omheen geschreven de woorden: ,,Christus voor de wereld"; verder een reddingsboot, waarin de vrouwelijke „bemanning" der liefdezusters, die zoovele jongeren, welke zonder hun hulp maatschappelijk en zedelijk ten onder zijn gegaan, hebben kunnen op- voeden tot nuttige burgers en burgeressen de wagens, waarop het nuttig werk van het Leger, als daar zijn: het vervaardigen van huishoudelijke artikelen uit afgekeurd mate riaal; het beschikbaar stellen van keurige meubels voor degenen, die geen nieuw zou den kunnen bekostigen, meubels bijgewerkt, geheel vernieuwd, gekregen uit de huizen van beter maatschappelijk gesitueerden; een groo te wagen, die een sprekend beeld gaf van het groote werk der landbouw-kolonie door die manden vol groenten, eieren, boter, kaas, door die hokken vol kippen, kuikens, schapen en lammeren, welke er op waren tentoonge, steld geen tak van den arbeid van het Leger was vergeten. Veertig jaren na die ru moerige, na die, den Amsterdammers niet tot eere zijnde, vergaderingen in de Gerard Doustraat! Thans, langs den geheelen weg, dien deze kleurige, fraaie stoet ging, be- wondering van de menigte en eerbied-betoon tot al degenen, die zich voor het liefdewerk van het Leger geven. Toen een armzalig ver- blijf van degenen, die de taak begonnen; nu een groot administratie-gebouw van het Heilsleger aan de Prins Hendrikkade bij het Centraal-Station, waarvan de driekleur de „Bloed-en-Vuur"-vlag trotsch wapperen toen smaad en hoon, thans een Prins uit ons Vorstelijk Huis, de eerste magistraat van Amsterdam, die van hun ware belangstel ling voor hetgeen het Heilsleger in deze stad en daarbuiten heeft gedaan en nog steeds doet, persoonlijk blijk kwamen geven in de bijeenkomst, die Zondag gehouden is. De te- genstelling tusschen 1887 en 1927 in deze is wel sterk sprekend: het doet denken aan de woorden van Jan Pietersz. Coen: „Siet, wat een goede couragie vermag!" SINI SANA. VOOR DEN KANTONRECHTER. Zitting van 13 Mei. E'EN PERMANENTE ALCOHOL- MI NN'AAR. Het Kantongerecht stond heden in het tee ken van waarneming. Mr. D. Sluis fungeerde als waarnemend kantonrechter, mr. Couve als waarnemend ambtenaar, terwijl mr. Kus- ters de zee van waarnemers besloot als waar nemend griffier. De eerste verdachte, een steuntrekker uit het Groot Nieuwland, 'n op z'n Zondagsch gekleed mannetje, dat in nuchteren toestanc geen ongunstigen indruk maakt, is voor kor- fen tijd ontslagen uit den Krententuin, alwaar hij tot straf voor zijn overdreven aleoholische neigingen was gedeporteerd. De lou-tering van zijn uit zijn droge lever voortkomende gebreken heeft echter, helaas, geen blijvenden indruk gemaakt. Heden althans moest hij driemaal terecht staan wegens openbare dronkenschap, strafbaar gesteld bij art. 453 W. v. Strafrecht. De eerste maal was hij in kennelijken staat gesnapt te Alkmaar op de Laat, de tweede maal te Egmond aan Zee in een dito stadium en ten slotte werd' hij op 24 April in een cafe aangdroffen in een toestand, dien men ook gevoegelijk kon kwalificeeren als „legerement emu". Deze onverwoestbare strijder voor Schiedam voerde als excuus aan, dat hij wer- keloos was en slechts weinig kon bijdragen tot de instandhouding van het huisgezin, wat hem dan door zijn zuster werd verweten. Uit baloorigheid zocht hij dan vergetelheid van zijn leed in de jenever. Dergelijke ver- ontschuldigingen sorteeren evenwel zeer wei nig effect en de delinquent werd achtereen- volgens veroordeeld tot 14 d'agen hechtenis plus 1 jaar opzending naar een rijkswerkin- ricliting, 1 week hechtenis en een half jaar opzending en eindelijk 10 boete of 10 da gen hechtenis. De veroordeelde verloor onder dozen regen van straffen zijn goed humeur en kon-digde beleefd aan het voornemen te koesteren, in hooger beroep te zullen komen. UIT DE ROOILIJN GERAAKT. De 32-jarige chauFeur van een vrachtrijder uit Alkmaar kreeg op den Rijksstraatweg te Castricum eensklaps een bevlieging om een geheel rechts van den weg staande luxe-auto aan te rijden, waardoor dat voertuig mate- rieele schade bekwam. De verdachte erkende zonder omwegen en werd, onder den raad in het vervolg geen diggelen meer te maken, veroordeeld tot 10 boete of 5 dagen hecht EEN ONAANNEMELIJK EXCUUS. Een veehouder uit Graft moest rekening en verantwoording afleggen voor het feit, dat hij in de door hem aan de fabriek afgeleverde melk water heeft gemengd,wat op het bureau van den Keuringsdienst is geconstateerd. De man erkende zijn misslag, doch voe-gde er aan toe, dat die zelfde fabriek hem van een welgesteld landbouwer tot een arm man heeft gemaakt. Hij heeft zich borg ge steld en dit heeft hem duizenden guldens, met elkander zijn geheele hebben en houden, gekost. De kantonrechter rnerkte hem op, dat het toch nooit geoorloofd kan zijn, op deze wijze revanche te nemen en veroor deelde den verdachte tot 100 boete of 30 dagen hechtenis. DIE MOET TOT KALMTE GEBRACHT WORDEN. Een motornijder uit Bergen maakte in de Wilhelminalaan te Alkmaar, voor het ge bouw, waarin de bloemententoonstelling wcrdt gehouden, met zijn voertuig allerlei idiote capriolen, zeker om eens te toonen, w-elk een kunstenmaker hij was, doch tot -schrik en ontst-eltenis van het talrijke publiek. Een agent van politie maakte er een eind aan en maakte proces-verbaal op terzake art. 15 Motor- en' Rijwielwet. Resultaat f 25 boete of 15 dagen hechte nis ter herwinninig van zijn voor een motor- rijder zoo noodige zenuwrust. GAS MINDEREN IS DAAR GEWENSCHT. Het verdient geen aanb-eveling, om in het onder den gemeenteveldwachter van Limmen resscrteerend gebied met een hoogere snel- heid t-e jak-keren dan 20 K.M. Een automobi- list uit Castricum althans, die het met 40 K.M. probeerde, werd heden overtuigd van het gevaarlijke eener dergelijke poging door de wetenschap, dat hem f 10 boete of 10 dagen hechtenis werd opgelegd. EVENTJES MIS GEKEKEN. De b-estuurder van een vrachtauto uit Zaandam had niet in de gaten, dat onder het officieele bord, \/aarin de maximum snelheid 20 K.M. stond genoteerd, ook nog een ander bordje was aangebracht, waarin die maxi mumsnelheid voor vrachtauto's op 10 K M was bepaald, zoodat hij die laatste limiet overschreed en op den bon werd geplakt. De kantonrechter hield echter rekening met de verklaarbare vergissing en bepaalde de boete op 4 boete of 4 dagen hechtenis. HET LEVEN IS GEEN PRETJE. Een te Zaandijk wonend nog j-eugdig ven ter in verscbillende artikelen voor dagelijksch -gebruik, als schoenveters, toiletzeep, panne- krabb-ers en dergelijke, moest 3 maal achter- een terecht staan, omdat hij te Castricum en Limmen gevent had zonder de ver-eischte ver- gunning. De tobber had zijn mand met negotie meegebracht, om aan t-e toonen, dat hij een bonafide ha-ndelaar was en geen verkapte bedelaar. Hij was ook het dwaze idee toegedaan, dat de hand-el overal vrij was. De kantonrechter had daaromtrent een andere opvatting en veroordeelde den ver dachte tot f 8 boete in totaal, subsidiair 8 dagen hechtenis. De arme koopman kon- digde z-uchtend1 het voornemen aan, de hech- tenisstraffen te zullen ondergaan. DE KEURINGSDIENST IS ALTIJD WAAKZAAM. Een Alkmaarsch veehoudertje met twee koeien had aan een melkboer melk geleverd, waarin micro-organismen werd-en aangetrof- fen als gevolg van uierziekt-e en waardoor die melk voor de consumptie ongeschikt bleek. Hij stond thans voor dit feit terecht en werd veroordeeld tot f 40 boete of 40 dagen hech tenis. EEN LASTIG GEVAL. Een vrachtauto-bestuurder uit Obdam was te Alkmaar bekeur-dj, omdat het achte-r- nummer van zijn voertuig niet voldoende zichtbaar was. De man gaf te kennen, voor een moeilijke keus t-e staan. Hij mocht het niet bevestigen van boven aan den kap van de cabine en als hij- het aehter onderaa-n bev-estigde, werd het er door baldadige jongens afgetrapt. De kantonrechter wist ook niet anders te doen dan hem sterkte te wenschen in zijn wederwaardigheden en hem tot 2 boete of 2 dagen te veroordeelen. DAT VIEL NIET TEGEN. 'Een seizoen-venter uit Alkmaar liep tegen de lamp, omdat hij op d'en Rijksstraatweg onder Heiloo was aangetroffen met een hond aan zijn handkar, die niet op de voorge- schreyen wijze was aangespannen. De -negotiant kon dit heden niet ontkennen maar beweerde, dat hij den hond aan de kruk van de kar had gebonden, om hem buiten het H-ailooerbosch te houden. Het was volstr-ekt niet zijn bedoeling, het beest als t-rekdier te bezigen. De kantonrechter geloofde hem en sprak hem vrij! XIIIL. Naar Tuticorin, het oade centrum der parelvisscherij. De groote hoofdweg, die Travancore in de lengten-richting doorsnijdt, wordt nog druk- ker met autobussen bereden dan de Wagen- weg bij Heemstede. Vandaar dat wij aan dit vervoermiddel dachten om naar de Westkust te verhuizen. Per trein is't 10 uur, een hee- len nacht. De autobus zou het in tweeraaal 4 uur doen met een nacht onderbreding in Na- gercoil, om daar een lezing te houden aan de doogeschool, die de London Mission daar heeft opgericht. Zoo werd dus besloten. De eerste 4 uur per auto gingen door be- kend terrein; het was de weg naar Cape Co- morin, rijst, cocos, waringins, bananen, afge- wisseld door vijvers met prachtig bloeiende l otus. De lezing voor een 200 zwarte studen- ten en een 8-tal dito professoren (alleen de rector was een Europeaan) werd met bijzon- der veel aandacht gevolgd, evenals een paar vroegere spreekbeurten in kerkjes van Fos ter's missie en voor zijn verzamelde onder- wijzeressen, 400 in getal, wel 'n bewijs, dat de zending een groote rol in het lager onderwijs schip van den hier te lande speelt. De Hindoe's zijn goed# ;iraters, maar uitstekende Iuisteraars ook en luisteren is ook een kunst. Den volgenden dag per autobus verder naar een nieuw land. Vlak achter Nagercoil gaat een lage pas door de granietbergenreeks en daar ligt de grens van Travancore en Britsch-Indie. Maar het is ook de-grens van dat gedeelte van Voor-Indie, dat rij-ken wa- tertoevloed heeft en daarom is het ook een soort grens tusschen paradijs en hel. Travan core, een groote tuin, de omgeving van Tin- nevelley en Tuticorin een woestijn, waar eerst vlak bij de grens nog wat katoen verbouwd wordt, verderop alleen Palmyra groeit en voorbij Tinnevelley alleen vijgencactus, be- halve op enkele plekjes, waar een vochtige bodern wat cultuur toelaat. In Tinnevelley nemen wij den trein, die ons in twee uur tijd naar Tuticorin brengt. De weg is voor auto's onberijdbaar. Het laatste DSP" Onze RACKETS munten uit door EXTRA HOOGE SPANNING. Wij repareeren uw Racket goed en vlug. stuk was al heel slecht. Wij worden afge- haald door den directeur van het visscherij- station en ondergebracht in 'n paar ruime kamers boven het kantoor. Uitzicht op zee, breede verandah, luie stoelen enik had mijn bakens goed uitgezetde boodschap dat den volgenden morgen een groote motor- boot klaar zal liggen om ons naar de parel- en „chank"-vischgronden te brengen. Deze chank is een groote horen, die door de Hin doe's als een godheid vereerd wordt, daar zullen wij het straks nog over moeten hebben. 's Morgens om zeven uur zijn wij aan boord en gaat het voile kracht recht zee in Gister aan wal was het smoorheet. Hier is het lekker koel onder't zonnedek. De dichtst- bijzijnde parelschelpenbank ligt ongeveer tien mijl uit de kust, op een diepte van tien vaam, dus 20 Meter. Net als in de Noordzee wordt de bank gevonden met het dieplood, dat niet alleen de diepte aangeeft, maar ook de grond- soort, daar onder in een hoek van het lood altijd een beetje vet gesmeerd wordt, waar dan bodembestanddeelen aan blijven kleven. Tien vaam en grof zand rapporteert de schipper. De duiker, een gezellige dikke grijs- kop, heeft zijn toebereidselen al gemaakt. Een zware steen, ongeveer 30 a40 kilo hangt buiten boord aan een touw, dat slechts met een halve steek is vastgezet. Nu gaat hij zeli te water en plaatst een voet in een lus van het touw vlak boven den steen. Onder den ande ren voet heeft hij een mandje, dat aan een apart touw is bevestigd. Even aan het water wennen en dan, op het oogenblik, dat de dui ker, die met een hand het touw, waaraan de steen zit. vasthoudf, met de andere hand zijn neus dichtknijpt, laat zijn helper het touw schiefen en wordt hij door den steen omlaag getrokken naar den bodem. De steen wordt mteeen weer opgehaald, maar onze vriend blijft langer weg. Daar gaat het touw van het mandje slap hangen en wordt door den helper ingehaald. Maar voor de vangst de oppervlakte bereikt verschijnt reeds het glanzende kale kruintje van den duiker. Precies 52 seconden heeft hij noodig gehad om neer te dalen, vijf parel- schelpen, drie sponzen en een krab' in zijn mandje te doen en weer om-hoog te komen Na een minuut of wat rust duikt hij weer en zoo een keer of zes achter elkaar telkens 50 —52 sec. onderblijvend en met 4 tot 7 parel- oesters bovenkomend. Maar er ligt niet veel, zegt hij. Op goede plekken kan hij 12 en zelfs 15 oesters in een keer boven brengen. Er komt weer heel wat merkwaardigs aan boord. Koralen, prachtig gekleurde schelpen en spongen, merkwaardige wieren en een dertigtal pareloesters van een der best beken- de banken. Ze zijn niet groot, hoogstens tien centimeter in doorsnede (tegen 20 c.M. in de Roode Zee), maar het is de goede grootte, zeggen ze allemaal. Vol verwachting klopt ons hart als de eerste helft de gouvernements- oesters worden opengemaakt. Vier parels ko men er uit, die de directeur mij gracieuselijk offreert. Je kunt ze net met het bloote oog zien, even grooter dan een speldeknop. Totale waarde 2V: anna 1214 cent. En nu het part van den duiker, die altijd de helft der oesters krijgt, in dit geval nog boven de twee rupee, die hij bedongen heefr om buiten den tijd te gaan visschen. Ik bied hem een gulden voor de 15 oesters. Hij wei- gert, hij wil zijn kans op een goede parel niet verkoopen. Ik bied hem twee gulden en dan zelfs vijf, maar hij vertikt het (ik houd ook wel van een gokje). Eindelijk laat hij zich overhalen de oesters althans in ons bijzijn open te maken en vindtniets! Een paar interessante verdikkingen aan een schelp koop ik hem voor een kwartje af. En hij heeft geen spijt, dat hij zijn aandeel veikocht heeft! Wij gaan terug. Het begint al aardig heet te worden aan dek, maar wij gaan toch nog even op een modderplaat, waar het ongeveer 12 Meter diep is, kijken of er ook „chanks" zijn. Twee keer gaat de duiker voor niets om laag. Een eindje verder gaat het beter en komt hij driemaal boven met een horen, zoo groot als een hand en enkele kleinere. Als wij aan land komen is de hitte ondra- gelijk. In een luie stoel in de schaduw, een groote electrische waaier boven het hoofd, staat het zweet nog in druppels op het voor- loofd. Tegen half vijf komt een koeltje uii zee en kunnen wij onzen buit aan schelpen, krabben enz. schoonmaken en inpakken. Dan een heerlijke avond (als je stilzit in een luie stoel) met een prachtig fonkelende sterren- lucht en een lichtende zee, die elk omkrullend golfje in blauwen glans doet oplichten. Tot de maan opkomt en 'n zilveren streep teekent over den Oceaan. Den volgenden morgen brengt de motor- boot ons naar het vuurtoren-eiland voor de kust. Het „aanhangbootje" was weer een eenboom. Strandvonder is een fijn vak en hier ligt velerlei, schelpen, koralen, ledige huiden van krabben en kreeften, afgedrukte kleeren, die ze bij den groei hebben afgeworpen, zee- egels, zeesterren enkiemende cocosnoten en vijgencactusbladeren, of eigenlijk bladvor- mige stengels. Dat de cocosnoot lange zeereizen maakt en dan na aan het strand geworpen en met zand overdekt te zijn kiemt, is allang bekend. Daardoor zijn alle eilandjes in den Stillen Oceaan met cocospalmen bezet, wat menige bemanning van een uit den koers geraakt schip van den hongersnood heeft gered. Maar dat stengelleden van den vijgencactus na dergelijke zeereizen kunnen kiemen, wist ik althans niet. En dat interesseerde mij toch heel erg, want de cactusfamilie is typisch Amerikaansch en men meent, dat de vijgen cactus, waarvan de vrucht wel gegeten wordt (Gigues de Barbarie) door den mensch over de geheele aarde was verspreid. Ik voor mij geloof, dat de zee het gedaan heeft en dan verder natuurlijk vogels en missehien ook de mensch Voor-Indie bezuiden Madras is er mee bedekt, maar ook Noord-Afrika, zoowel Algerie en het Berberland, als een deel van Egypte. De zee en vogeltrekwegen missehien. Toch geloof ik niet, dat de cactus er zoo goed tegen kan als de cocosnoot, die een reis maak te, al drijvend met de zeestroomingen, naar Nova-Zembla, daar opgeraapt werd en in de warme kas in Hollhnd keurig ontkiem- de. Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN. '//Mm V'//',

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1927 | | pagina 6