mim 1
Met Dr, Van der Sleen ep reis.
m m
OM JONG TE BLIJVEN.
1
In en om de hoofdstad.
ccxxxv.
Rechfszaken
L. Frankenberg. Alkmaar.
Het feit, dat uw gezondheid te wenschen
overlaat, is waarschijnlijk de eenige reden,
dat gij u door lichte zorgen reed's zenuwach-
tig, vers!eten en oud gevoelt. Missehien zijt
gij een dier noodelooze slachtoffers van een
nieraandoening. Laat deze te voorkomen
nierzwakte u niet oud maken voor uw tijd.
Zoek en verbeter de oorzaak van uw kwaal.
Tradht weer f 1 ink en gezond te worden. Die
jpijn in de lendenen, die ellendige blaasstoor-
inissen, hoofdpijn en duizeligheid, dat afge-
matte, zenuwachtige gevoel behoeven u niet
ganger te kwetlen. A'He tesamen maken uw
ijieven tot een last, die zoodra gij uw nieren
verzorgd hebt, verdwijnt.
Verzwakte nieren kunnen met Foster's
Rugpijn Nieren Pillen versterkt worden,
waardoor gij u in elk opzicht jonger voelt.
'Begin onmiddellijk met het gebruik. Zonder
luitstel! Wacht niet, tot gij last krijgt van
rheu-matiek, ischias, spit, blaasontsteking of
waterzucht. Ook tegen dergelijke ernstiger
kwalen worden Foster's Pillen aanbevofen,
'doch voorkomen is altijd beter dan genezen.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel
etiket let hier vooral op) bij apotlieken en
drogisten a 1.75 per flacon.
35.
hg5
De5
'36
gh6f
Kh7
.37.
Tb3
Ld7
38.
Dh4
Del
39.
Kh2
De4
40.
Df6
Dg6
41.
De7
Kh8
42.
DI8
Kh7
L43-
De7
KhS
[44.
Te3
Dh6
:45.
-
Kgl
45.
Dg7
46.
Dd8
TgS
47.
Df6
Dg7
48.
Df4
Lg4
49.
Tg3
Pc4
50.
Tg4
Zwart is, bij goed spel,
reddeloos verloren, daar
de Zw. K zoo alleen staat.
Na KI16 volgt 42. Tf3.
De T
op cl.
verhinderd schaak
En Wit won gemakkelijik.
EINDSPEL
eener jaren geleden gespeelde partij.
Zwart: Parnel 1.
a Ml
12.
13.
14.
15.
16.
17.
bed
Wit: Mack
Tf5:!
Lf 7 i
Dd3f
De4:|!
Pc3f
Tfl mat.
n z 1 e.
T wee groote Amsterdammers. -
merkwaardige optocht.
Een
Wij hebben in de afgeloopen week twee
tnannen ter laatste rustplaats zien dragen
wier nagedachtenis verdient in eere te worden
gehouden in de hoofdstad des lands, aange
zien zij beiden aan Amsterdam gedurende tal
van jaren diensten hebben bewezen, waarvan
het huidige en ook volgende geslachten de
"vruchten zullen plukken. Twee mannen, die
werkzaam geweest zijn op zeer verschillenc
.terrein, maar wier arbeid van groote beteeke-
nis is geweest.
Van dien eenen, die op 74-jarigen leeftijd in
Zwitserland, waar hij, nadat hij zijn taak te
^Amsterdam, daartoe door de onverbiddelijke
wet gedwongen, had moeten neerleggen, de
.jaren, die hem nog toebedeeld zouden zijn
was gaan leven, van Prof. Saltet, zijn de
vruchten van den hier verrichten arbeid, reeds
sedert tal van jaren, voor ieder dagelijks te
zien. Immers, hij is geweest degene aan wien
deze gemeente heeft te danken haar stedelij-
ken Gezondheidsdienst, die niet alleen hier
en in het gansche land, doch ook buiten onze
grenzen zulk een goeden naam heeft gekre-
gen. Want, voor hij tot het hoogleeraarsambt
werd gercepen om de jongeren tot bekwame
'hygienisten op te leiden, was Dr. Saltet de
man, die den Gezondheidsdienst hielp stick
ten en daarvan gedurende tal van jaren de
directeur was.
Gemakkelijk was die taak zeker niet. Da$r
waren heel wat vooroordeelen te overwinnen
in de goede stad Amsterdam, toen de Ge
zondheidsdienst zich niet alleen bezig ging
houden met het nemen van krachtige preven-
tieve maatregelen om besmettelijke ziekten te
voorkomen en dergelijke ziekten, wanneer zij
waren uitgebroken, zooveel mogelijk te helpen
beteugelen, maar in verband daarmede ook
een streng toezicht werd ingesteld op den ver-
koop der dagelijksche levensbehoeften. De
seringdoenden, die het met de hoedanigheid
der waren, welke zij verkochten, niet altijd te
nauw namen, waren uit egoi'stische overwe-
gingen niet erg met de strenge controle van
den gezondheidsdienst ingenomen; kantten er
zich vaak heftig tegen als de keurmeesters in
het belang der burgerij niet schroomden hun
ondeugdelijke waar zonder pardon af te keu-
ren.
Dr. Saltet heeft dikwijls een „zwaren dob-
ber" gehad om dergelijke menschen tot de
overtuiging te brengen, dat zijn straffe hand
krachtig moest ingrijpen in het algemeen be
lang, maar meestal wist hij degenen, die ver-
entwaardigd tot hem kwamen, om te klagen
over het optreden der keurmeesters, te over-
tuigen, dat hij goed gedaan had en zij het
bij het verkeerde einde gehad hadden. En on-
getwijfeld had hij dit voor een niet gering
deel te danken aan zijn sympathieke wijze van
optredenaan de hoffelijke wijze, waarop hij
zijn Dienst wist te verdedigen, zoodat de kla-
gers meestal overtuigd zijn spreekvertrek ver-
fiefeh en hoe langer hoe meer te Amsterdam
onder de burgerij de wetenschap doordrong,
dat zij met betrekking tot de betrouwbaarheid
harer eerste levensbehoeften veilig was onder
het steeds wakend oog van zijn Gezondheids
dienst, maar ook onder de neringdoenden be-
grepen werd, dat de directeur van dien dienst
de behartiger hunner belangen was en niet
hun vijand.
Want aangenamer man in den omgang
dan Dr. Saltet was, heb ik slechts weinigen
ontmoet.
't Scheen, dat z'n goed humeur hem zelfs on
der de moeilijkste en vaak zeker onaangenaam
ste oogenblikken van z'n arbeid nooit in den
steek liet. Steeds trad hij ieder welwillend,
vol tinteling van geest, met een dikwerf
schertsend woord tegemoet en wist hij in
een oogenblik den meest verontwaardigden
klager tot een aandachtig luisteraar naar zijn
glashelder betoog te maken. Maar aan den
anderen kant week hij ook geen stap af van
zijn genomen beslissing, wanneer hij de vaste
overtuiging had, dat hetgeen hij beslist had
in het belang was van de hygienische belan
gen der burgerij, waarvoor hij te waken
had. 't Was alsof hij, niettegenstaande zijn
drukken werkkring in laboratorium of in zijn
kantoor, altijd voor ieder tijd had, en wan
neer hij bemerkte dat degene, tot wien hij
over zijn dienst sprak, daarin meer dan op-
pervlakkig belang stelde, was hij steeds be-
reid den leek van zijn groote hygyienische
kennis iets mede te geven, waaraan deze iets
hebben kon. En zoo heeft hij dien Gezond
heidsdienst weten te maken tot een der schit-
terendste gemeentelijke bemoeiingen en de
voldoening gesmaakt, dat zijn arbeid, toen hij
de professorale toga, die hem zeker toekwam,
om de schouderen had geslagen, door zijn
opvolgers met voile liefde werd voortgezet
ten bate der Amsterdamsche burgerij. Dat
onze Gezondheidsdienst zulk een goeden
naam heeft, zijn opvolgers zullen de eersten
zijn zulks te onderschrijven, heeft Amster
dam aan Prof. Saltet te danken gehad
Slechts enkele jaren heeft hij na het ingaan
van zijn professoraal emeritaat nog van
rust mogen genieten te vroeg nog is hij
ons en de wetenschap ontvallen, maar zijn
naam staat met eere gegrift in de geschiede-
nis dezer stad.
Eveneens die van dien anderen grooten
doode, dien wij te betreuren hebben, den oud-
directeur hoofdredacteur van het „Handels-
blad" Charles Boissevain. Gelijk ik boven zei-
de, ook zijn invloed zal blijven nawerken in
onze stad en ver daar buiten, ook al was hi.
reeds sedert een aantal jaren door zijn hoo-
gen leeftijd niet meer werkzaam naar buiten
en al was zijn arbeid er niet een als die door
een Saltet verricht, waarvan dadelijk practi-
sche, zichtbare invloed Icon uitgaan.
Het is onnoodig hier in den breede te
schetsen hetgeen Charles Boissevain niet al
leen voor het journalistiek orgaan, waarvan
hij zoo tal van jaren de medewerker en de
leider is geweest, doch voor de geheele Ne-
derlandsche journalistiek is geweest het is
in de laatste dagen in elk blad in den breede
in herinnering gebracht. Maar dit mag toch
zeker wel geboekstaafd worden, dat deze
journalist de groote verdienste heeft gehad,
dat door de wijze, waarop hij zijn denkbeel-
den over schier elk belangrijk vraagstuk van
den tijd, waarin hij geleefd heeft, te kennen
gaf, het voorbeeld is gegeven hoe de naam
der Nederlandsche dagbladpers groot ge-
maakt kon worden; zijn invloed daarop is
merkwaardig geweest en die invloed zal blij
ven doorwerken, niettegenstaande ook hier en
daar in de Nederlandsche journalistiek de
fatale oorlog- en na-den-oorlog-invloeden
zich konden doen gelden, zooals zij zich de-
den gelden op schier elk gebied van ons
maatschappelijk cn geestelijk leven. En die in
vloed is vooral in Amsterdam in der jaren
loop op menig gebied merkbaar geweest.
De bezieling, die van hem vermocht uit te
gaan, waar het gold de bevordering der
groote belangen der hoofdstad op menig ge
bied, is niet te onderschatten; hij heeft hon-
derden en duizenden de oogen weten te ope-
nen voor datgene wat in het belang was van
deze stad allereerst, doch ook voor veel, dat
in het belang was voor den goeden naam en
het heil van gansch het land en veel van het
geen hij door zijn degelijke pen met gloed van
overtuiging verdedigd heeft, is tot verwezen-
lijking gekomen, zij het dan niet altijd door
zijn direct optreden, dan toch zeker door de
wijze, waarop hij anderen wist aan te sporen
tot handelen op menig gebied in het stoffelijk
of geestelijk belang zijner stad- en landge-
nooten. Ook de arbeid van zulk een man blijft
voortleven en nawerken.
Aan dien invloed, welke van Charles Bois
sevain is uitgegaan, moest ik dezer dagen
nog denken, toen ik zag den optocht, die hier
ter gelegenheid van het 40-jarig besfaan van,
het „Leger des Heils" in Nederland door een
deel der stad trok. Het was werkelijk een
mooie, een met goede organisatie-kennis opge-
stelde optocht, dien wij Zaterdagmiddag za-
gen gaan en hij leverde wel het beste bewijs
van hetgeen door degenen, die zich met voile
overtuiging, niet vreezende tegenwerking en
verguizing, aan een groote taak wijden, kan
worden tot stand gebracht.
Veertig jaren geleden, toen het uit Enge-
land gekomen Heilsleger zijn arbeid te Am
sterdam begon, ondervonden degenen, die
hier te lande de baanbrekers voor die instel-
ling zijn geweest, niets dan hoon en smaad.
De eerste bijeenkomsten hadden plaats in een
onooglijk vergaderzaaltje ergens in de Ge
rard Doustraat in buurt IJ-IJ. Als in die da
gen de Heilsoldaten hun, voor die dagen ze
ker eigenaardige, propaganda-meetings hiel-
den; hun strijd begonnen tegen de laagste
hartstochten in den mensch, tegen dronken-
schap allereerst, was him taak zeker niet be-
nijdenswaardig. Het Amsterdamsche volk uit
de minstbeschaafde lagen kwam die verga-
cfcrzaal vullen; spotte er met de edelste ge-
voelens door de eerste aanhangers en aan-
hangsters der nieuwe sekte geuit; verstoorde
de samenkomsten door getier en vuile woor-
den; liet er, als aan de „zondaarsbank" boet-
vaardigen neerkwamen knielen in het gebed,
opeens zwermen postduiven los; gooide met
allerlei vuilnis naar de Heilsoldaten, moles-
teerde hen soms zelfs aan den lijve, zoodat de
politie moest binnenkomen om de aangevalle-
nen te beschermen tegen verder molest 't
was alsof de vroegere eemven van beeldstor-
merij, van optreden tegen Wederdoopers en
andere secten, die Amsterdam in zijn geschie-
denis gekepd heeft, waren teruggekeerd Doch
de qvertuigde volgelingen van „Generaal"
William Booth lieten zich niet ontmoedigen;
gingen door met hun vergaderingenbegon
nen hun liefdewerk in de Amsterdamsche ste-
gen en sloppen; richtten hun nacht-asyls en
volkskeukens voor de paria's der groote stad
op, wisten allengs de burgerij te ooordringen
van de beteekenis van hun liefdewerk. En het
was zeker voor een niet gering deel te danken
aan de pen van Charles Boissevain, die het
goede werk van het Heilsieger in Engeland
zoo vaak had gezien, dat de sympathie en
eerbied voor het werk van het Leger in alle
kringen te Amsterdam steeds meer en meer
toenam.
En thans, veertig jaar later. Met bewonde-
ring en met eerbied heeft Amsterdam nu dien
stoet der Heilssoldaten door de stad zien
gaandie lange rijen mannen, vrouwen, kin-
deren in hun kleurige kleederdracht, met hun
banieren en vaandels, met hun talrijke, goede
fanfare-co,vpsen. Door tal van eroblemata op
auto-vrac'utwagens werd het groote werk van
het Leger duidelijk getoond. Eerst op een dier
wagens de reusachtige beeltenissen van Wil
liam Booth en zijn gade, die het Leger sticht-
ten en velen lichtten, toen deze voorbij hen
kwamen, eerbiedig den hoed. Dan een wagen,
waarop een reusachtige wereld-bol, waar-
omheen geschreven de woorden: ,,Christus
voor de wereld"; verder een reddingsboot,
waarin de vrouwelijke „bemanning" der
liefdezusters, die zoovele jongeren, welke
zonder hun hulp maatschappelijk en zedelijk
ten onder zijn gegaan, hebben kunnen op-
voeden tot nuttige burgers en burgeressen
de wagens, waarop het nuttig werk van het
Leger, als daar zijn: het vervaardigen van
huishoudelijke artikelen uit afgekeurd mate
riaal; het beschikbaar stellen van keurige
meubels voor degenen, die geen nieuw zou
den kunnen bekostigen, meubels bijgewerkt,
geheel vernieuwd, gekregen uit de huizen van
beter maatschappelijk gesitueerden; een groo
te wagen, die een sprekend beeld gaf van
het groote werk der landbouw-kolonie door
die manden vol groenten, eieren, boter, kaas,
door die hokken vol kippen, kuikens, schapen
en lammeren, welke er op waren tentoonge,
steld geen tak van den arbeid van het
Leger was vergeten. Veertig jaren na die ru
moerige, na die, den Amsterdammers niet tot
eere zijnde, vergaderingen in de Gerard
Doustraat! Thans, langs den geheelen weg,
dien deze kleurige, fraaie stoet ging, be-
wondering van de menigte en eerbied-betoon
tot al degenen, die zich voor het liefdewerk
van het Leger geven. Toen een armzalig ver-
blijf van degenen, die de taak begonnen; nu
een groot administratie-gebouw van het
Heilsleger aan de Prins Hendrikkade bij het
Centraal-Station, waarvan de driekleur
de „Bloed-en-Vuur"-vlag trotsch wapperen
toen smaad en hoon, thans een Prins uit ons
Vorstelijk Huis, de eerste magistraat van
Amsterdam, die van hun ware belangstel
ling voor hetgeen het Heilsleger in deze stad
en daarbuiten heeft gedaan en nog steeds
doet, persoonlijk blijk kwamen geven in de
bijeenkomst, die Zondag gehouden is. De te-
genstelling tusschen 1887 en 1927 in deze
is wel sterk sprekend: het doet denken aan
de woorden van Jan Pietersz. Coen: „Siet,
wat een goede couragie vermag!"
SINI SANA.
VOOR DEN KANTONRECHTER.
Zitting van 13 Mei.
E'EN PERMANENTE ALCOHOL-
MI NN'AAR.
Het Kantongerecht stond heden in het tee
ken van waarneming. Mr. D. Sluis fungeerde
als waarnemend kantonrechter, mr. Couve
als waarnemend ambtenaar, terwijl mr. Kus-
ters de zee van waarnemers besloot als waar
nemend griffier.
De eerste verdachte, een steuntrekker uit
het Groot Nieuwland, 'n op z'n Zondagsch
gekleed mannetje, dat in nuchteren toestanc
geen ongunstigen indruk maakt, is voor kor-
fen tijd ontslagen uit den Krententuin, alwaar
hij tot straf voor zijn overdreven aleoholische
neigingen was gedeporteerd.
De lou-tering van zijn uit zijn droge lever
voortkomende gebreken heeft echter, helaas,
geen blijvenden indruk gemaakt. Heden
althans moest hij driemaal terecht staan
wegens openbare dronkenschap, strafbaar
gesteld bij art. 453 W. v. Strafrecht.
De eerste maal was hij in kennelijken staat
gesnapt te Alkmaar op de Laat, de tweede
maal te Egmond aan Zee in een dito stadium
en ten slotte werd' hij op 24 April in een cafe
aangdroffen in een toestand, dien men ook
gevoegelijk kon kwalificeeren als „legerement
emu". Deze onverwoestbare strijder voor
Schiedam voerde als excuus aan, dat hij wer-
keloos was en slechts weinig kon bijdragen
tot de instandhouding van het huisgezin,
wat hem dan door zijn zuster werd verweten.
Uit baloorigheid zocht hij dan vergetelheid
van zijn leed in de jenever. Dergelijke ver-
ontschuldigingen sorteeren evenwel zeer wei
nig effect en de delinquent werd achtereen-
volgens veroordeeld tot 14 d'agen hechtenis
plus 1 jaar opzending naar een rijkswerkin-
ricliting, 1 week hechtenis en een half jaar
opzending en eindelijk 10 boete of 10 da
gen hechtenis.
De veroordeelde verloor onder dozen regen
van straffen zijn goed humeur en kon-digde
beleefd aan het voornemen te koesteren, in
hooger beroep te zullen komen.
UIT DE ROOILIJN GERAAKT.
De 32-jarige chauFeur van een vrachtrijder
uit Alkmaar kreeg op den Rijksstraatweg te
Castricum eensklaps een bevlieging om een
geheel rechts van den weg staande luxe-auto
aan te rijden, waardoor dat voertuig mate-
rieele schade bekwam. De verdachte erkende
zonder omwegen en werd, onder den raad
in het vervolg geen diggelen meer te maken,
veroordeeld tot 10 boete of 5 dagen hecht
EEN ONAANNEMELIJK EXCUUS.
Een veehouder uit Graft moest rekening en
verantwoording afleggen voor het feit, dat
hij in de door hem aan de fabriek afgeleverde
melk water heeft gemengd,wat op het bureau
van den Keuringsdienst is geconstateerd.
De man erkende zijn misslag, doch voe-gde
er aan toe, dat die zelfde fabriek hem van
een welgesteld landbouwer tot een arm
man heeft gemaakt. Hij heeft zich borg ge
steld en dit heeft hem duizenden guldens,
met elkander zijn geheele hebben en houden,
gekost. De kantonrechter rnerkte hem op,
dat het toch nooit geoorloofd kan zijn, op
deze wijze revanche te nemen en veroor
deelde den verdachte tot 100 boete of 30
dagen hechtenis.
DIE MOET TOT KALMTE GEBRACHT
WORDEN.
Een motornijder uit Bergen maakte in de
Wilhelminalaan te Alkmaar, voor het ge
bouw, waarin de bloemententoonstelling
wcrdt gehouden, met zijn voertuig allerlei
idiote capriolen, zeker om eens te toonen,
w-elk een kunstenmaker hij was, doch tot
-schrik en ontst-eltenis van het talrijke publiek.
Een agent van politie maakte er een eind aan
en maakte proces-verbaal op terzake art. 15
Motor- en' Rijwielwet.
Resultaat f 25 boete of 15 dagen hechte
nis ter herwinninig van zijn voor een motor-
rijder zoo noodige zenuwrust.
GAS MINDEREN IS DAAR
GEWENSCHT.
Het verdient geen aanb-eveling, om in het
onder den gemeenteveldwachter van Limmen
resscrteerend gebied met een hoogere snel-
heid t-e jak-keren dan 20 K.M. Een automobi-
list uit Castricum althans, die het met
40 K.M. probeerde, werd heden overtuigd
van het gevaarlijke eener dergelijke poging
door de wetenschap, dat hem f 10 boete of
10 dagen hechtenis werd opgelegd.
EVENTJES MIS GEKEKEN.
De b-estuurder van een vrachtauto uit
Zaandam had niet in de gaten, dat onder het
officieele bord, \/aarin de maximum snelheid
20 K.M. stond genoteerd, ook nog een ander
bordje was aangebracht, waarin die maxi
mumsnelheid voor vrachtauto's op 10 K M
was bepaald, zoodat hij die laatste limiet
overschreed en op den bon werd geplakt. De
kantonrechter hield echter rekening met de
verklaarbare vergissing en bepaalde de boete
op 4 boete of 4 dagen hechtenis.
HET LEVEN IS GEEN PRETJE.
Een te Zaandijk wonend nog j-eugdig ven
ter in verscbillende artikelen voor dagelijksch
-gebruik, als schoenveters, toiletzeep, panne-
krabb-ers en dergelijke, moest 3 maal achter-
een terecht staan, omdat hij te Castricum en
Limmen gevent had zonder de ver-eischte ver-
gunning. De tobber had zijn mand met
negotie meegebracht, om aan t-e toonen,
dat hij een bonafide ha-ndelaar was en geen
verkapte bedelaar. Hij was ook het dwaze
idee toegedaan, dat de hand-el overal vrij
was. De kantonrechter had daaromtrent een
andere opvatting en veroordeelde den ver
dachte tot f 8 boete in totaal, subsidiair
8 dagen hechtenis. De arme koopman kon-
digde z-uchtend1 het voornemen aan, de hech-
tenisstraffen te zullen ondergaan.
DE KEURINGSDIENST IS ALTIJD
WAAKZAAM.
Een Alkmaarsch veehoudertje met twee
koeien had aan een melkboer melk geleverd,
waarin micro-organismen werd-en aangetrof-
fen als gevolg van uierziekt-e en waardoor die
melk voor de consumptie ongeschikt bleek.
Hij stond thans voor dit feit terecht en werd
veroordeeld tot f 40 boete of 40 dagen hech
tenis.
EEN LASTIG GEVAL.
Een vrachtauto-bestuurder uit Obdam
was te Alkmaar bekeur-dj, omdat het achte-r-
nummer van zijn voertuig niet voldoende
zichtbaar was.
De man gaf te kennen, voor een moeilijke
keus t-e staan. Hij mocht het niet bevestigen
van boven aan den kap van de cabine en als
hij- het aehter onderaa-n bev-estigde, werd het
er door baldadige jongens afgetrapt.
De kantonrechter wist ook niet anders te
doen dan hem sterkte te wenschen in zijn
wederwaardigheden en hem tot 2 boete of
2 dagen te veroordeelen.
DAT VIEL NIET TEGEN.
'Een seizoen-venter uit Alkmaar liep tegen
de lamp, omdat hij op d'en Rijksstraatweg
onder Heiloo was aangetroffen met een hond
aan zijn handkar, die niet op de voorge-
schreyen wijze was aangespannen. De
-negotiant kon dit heden niet ontkennen
maar beweerde, dat hij den hond aan de
kruk van de kar had gebonden, om hem
buiten het H-ailooerbosch te houden. Het was
volstr-ekt niet zijn bedoeling, het beest als
t-rekdier te bezigen.
De kantonrechter geloofde hem en sprak
hem vrij!
XIIIL.
Naar Tuticorin, het oade centrum
der parelvisscherij.
De groote hoofdweg, die Travancore in de
lengten-richting doorsnijdt, wordt nog druk-
ker met autobussen bereden dan de Wagen-
weg bij Heemstede. Vandaar dat wij aan dit
vervoermiddel dachten om naar de Westkust
te verhuizen. Per trein is't 10 uur, een hee-
len nacht. De autobus zou het in tweeraaal 4
uur doen met een nacht onderbreding in Na-
gercoil, om daar een lezing te houden aan de
doogeschool, die de London Mission daar
heeft opgericht. Zoo werd dus besloten.
De eerste 4 uur per auto gingen door be-
kend terrein; het was de weg naar Cape Co-
morin, rijst, cocos, waringins, bananen, afge-
wisseld door vijvers met prachtig bloeiende
l otus. De lezing voor een 200 zwarte studen-
ten en een 8-tal dito professoren (alleen de
rector was een Europeaan) werd met bijzon-
der veel aandacht gevolgd, evenals een paar
vroegere spreekbeurten in kerkjes van Fos
ter's missie en voor zijn verzamelde onder-
wijzeressen, 400 in getal, wel 'n bewijs, dat de
zending een groote rol in het lager onderwijs schip van den
hier te lande speelt. De Hindoe's zijn goed#
;iraters, maar uitstekende Iuisteraars ook en
luisteren is ook een kunst.
Den volgenden dag per autobus verder
naar een nieuw land. Vlak achter Nagercoil
gaat een lage pas door de granietbergenreeks
en daar ligt de grens van Travancore en
Britsch-Indie. Maar het is ook de-grens van
dat gedeelte van Voor-Indie, dat rij-ken wa-
tertoevloed heeft en daarom is het ook een
soort grens tusschen paradijs en hel. Travan
core, een groote tuin, de omgeving van Tin-
nevelley en Tuticorin een woestijn, waar eerst
vlak bij de grens nog wat katoen verbouwd
wordt, verderop alleen Palmyra groeit en
voorbij Tinnevelley alleen vijgencactus, be-
halve op enkele plekjes, waar een vochtige
bodern wat cultuur toelaat.
In Tinnevelley nemen wij den trein, die ons
in twee uur tijd naar Tuticorin brengt. De
weg is voor auto's onberijdbaar. Het laatste
DSP" Onze RACKETS munten uit door
EXTRA HOOGE SPANNING.
Wij repareeren uw Racket goed en vlug.
stuk was al heel slecht. Wij worden afge-
haald door den directeur van het visscherij-
station en ondergebracht in 'n paar ruime
kamers boven het kantoor. Uitzicht op zee,
breede verandah, luie stoelen enik had
mijn bakens goed uitgezetde boodschap
dat den volgenden morgen een groote motor-
boot klaar zal liggen om ons naar de parel-
en „chank"-vischgronden te brengen. Deze
chank is een groote horen, die door de Hin
doe's als een godheid vereerd wordt, daar
zullen wij het straks nog over moeten hebben.
's Morgens om zeven uur zijn wij aan
boord en gaat het voile kracht recht zee in
Gister aan wal was het smoorheet. Hier is
het lekker koel onder't zonnedek. De dichtst-
bijzijnde parelschelpenbank ligt ongeveer tien
mijl uit de kust, op een diepte van tien vaam,
dus 20 Meter. Net als in de Noordzee wordt
de bank gevonden met het dieplood, dat niet
alleen de diepte aangeeft, maar ook de grond-
soort, daar onder in een hoek van het lood
altijd een beetje vet gesmeerd wordt, waar
dan bodembestanddeelen aan blijven kleven.
Tien vaam en grof zand rapporteert de
schipper. De duiker, een gezellige dikke grijs-
kop, heeft zijn toebereidselen al gemaakt. Een
zware steen, ongeveer 30 a40 kilo hangt
buiten boord aan een touw, dat slechts met
een halve steek is vastgezet. Nu gaat hij zeli
te water en plaatst een voet in een lus van het
touw vlak boven den steen. Onder den ande
ren voet heeft hij een mandje, dat aan een
apart touw is bevestigd. Even aan het water
wennen en dan, op het oogenblik, dat de dui
ker, die met een hand het touw, waaraan de
steen zit. vasthoudf, met de andere hand zijn
neus dichtknijpt, laat zijn helper het touw
schiefen en wordt hij door den steen omlaag
getrokken naar den bodem. De steen wordt
mteeen weer opgehaald, maar onze vriend
blijft langer weg.
Daar gaat het touw van het mandje slap
hangen en wordt door den helper ingehaald.
Maar voor de vangst de oppervlakte bereikt
verschijnt reeds het glanzende kale kruintje
van den duiker. Precies 52 seconden heeft hij
noodig gehad om neer te dalen, vijf parel-
schelpen, drie sponzen en een krab' in zijn
mandje te doen en weer om-hoog te komen
Na een minuut of wat rust duikt hij weer en
zoo een keer of zes achter elkaar telkens 50
—52 sec. onderblijvend en met 4 tot 7 parel-
oesters bovenkomend. Maar er ligt niet veel,
zegt hij. Op goede plekken kan hij 12 en zelfs
15 oesters in een keer boven brengen.
Er komt weer heel wat merkwaardigs aan
boord. Koralen, prachtig gekleurde schelpen
en spongen, merkwaardige wieren en een
dertigtal pareloesters van een der best beken-
de banken. Ze zijn niet groot, hoogstens tien
centimeter in doorsnede (tegen 20 c.M. in de
Roode Zee), maar het is de goede grootte,
zeggen ze allemaal. Vol verwachting klopt
ons hart als de eerste helft de gouvernements-
oesters worden opengemaakt. Vier parels ko
men er uit, die de directeur mij gracieuselijk
offreert. Je kunt ze net met het bloote oog
zien, even grooter dan een speldeknop. Totale
waarde 2V: anna 1214 cent.
En nu het part van den duiker, die altijd
de helft der oesters krijgt, in dit geval nog
boven de twee rupee, die hij bedongen heefr
om buiten den tijd te gaan visschen. Ik bied
hem een gulden voor de 15 oesters. Hij wei-
gert, hij wil zijn kans op een goede parel niet
verkoopen. Ik bied hem twee gulden en dan
zelfs vijf, maar hij vertikt het (ik houd ook
wel van een gokje). Eindelijk laat hij zich
overhalen de oesters althans in ons bijzijn
open te maken en vindtniets! Een paar
interessante verdikkingen aan een schelp
koop ik hem voor een kwartje af. En hij heeft
geen spijt, dat hij zijn aandeel veikocht
heeft!
Wij gaan terug. Het begint al aardig heet
te worden aan dek, maar wij gaan toch nog
even op een modderplaat, waar het ongeveer
12 Meter diep is, kijken of er ook „chanks"
zijn. Twee keer gaat de duiker voor niets om
laag. Een eindje verder gaat het beter en
komt hij driemaal boven met een horen, zoo
groot als een hand en enkele kleinere.
Als wij aan land komen is de hitte ondra-
gelijk. In een luie stoel in de schaduw, een
groote electrische waaier boven het hoofd,
staat het zweet nog in druppels op het voor-
loofd. Tegen half vijf komt een koeltje uii
zee en kunnen wij onzen buit aan schelpen,
krabben enz. schoonmaken en inpakken. Dan
een heerlijke avond (als je stilzit in een luie
stoel) met een prachtig fonkelende sterren-
lucht en een lichtende zee, die elk omkrullend
golfje in blauwen glans doet oplichten. Tot
de maan opkomt en 'n zilveren streep teekent
over den Oceaan.
Den volgenden morgen brengt de motor-
boot ons naar het vuurtoren-eiland voor de
kust. Het „aanhangbootje" was weer een
eenboom. Strandvonder is een fijn vak en hier
ligt velerlei, schelpen, koralen, ledige huiden
van krabben en kreeften, afgedrukte kleeren,
die ze bij den groei hebben afgeworpen, zee-
egels, zeesterren enkiemende cocosnoten
en vijgencactusbladeren, of eigenlijk bladvor-
mige stengels.
Dat de cocosnoot lange zeereizen maakt
en dan na aan het strand geworpen en met
zand overdekt te zijn kiemt, is allang bekend.
Daardoor zijn alle eilandjes in den Stillen
Oceaan met cocospalmen bezet, wat menige
bemanning van een uit den koers geraakt
schip van den hongersnood heeft gered.
Maar dat stengelleden van den vijgencactus
na dergelijke zeereizen kunnen kiemen, wist
ik althans niet. En dat interesseerde mij toch
heel erg, want de cactusfamilie is typisch
Amerikaansch en men meent, dat de vijgen
cactus, waarvan de vrucht wel gegeten wordt
(Gigues de Barbarie) door den mensch over
de geheele aarde was verspreid. Ik voor mij
geloof, dat de zee het gedaan heeft en dan
verder natuurlijk vogels en missehien ook de
mensch Voor-Indie bezuiden Madras is er
mee bedekt, maar ook Noord-Afrika, zoowel
Algerie en het Berberland, als een deel van
Egypte. De zee en vogeltrekwegen missehien.
Toch geloof ik niet, dat de cactus er zoo goed
tegen kan als de cocosnoot, die een reis maak
te, al drijvend met de zeestroomingen, naar
Nova-Zembla, daar opgeraapt werd en
in de warme kas in Hollhnd keurig ontkiem-
de.
Dr. W. G. N. VAN DER SLEEN.
'//Mm
V'//',