Ukiaarscl Gaoranl Met Hr. Ms, i XI! near IndiS. ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURANT1 Hondsrii negen en Wirtijsti Jaargang, Ha an dag 23 Mei. Radio-hoekje trxe FEP1LLET0N. Onrechtmatig bezit, No. 120 1927 1 Dinsdag 24 Mei. Haversian1050 M. 12.- Politieberichten. (7 352Lunchmuziek door net tuo j Castrelli. 5.-6.45 Vooravondconcert door het H. D. O.-orkest onder leading van Nico Treep. Mei. Hans van -de Burg, viool. 6 4o 7.15 en 7.15-7.45 Engelsche les voor gevor- derden en Engelsche conversatieles. 7.45 o litieberidhten. 10.30 Perebenchten. 8.10 R. K. avCnd in Tilburg. la. In ireue Fest. Teike. b. Heimkehr aus der Fremde Mendelssohn (Nieuwe Kon. Harmonie). 2 nleiding door 'Mr Dr F L. G. Z. M. Vomk de Both, Bui geraeester van Tilburg. 3a. Kyne uit de ■jAissa Papae Marcelli", Palestrma. (6st. S koor). b. Popule Meus. 4st. gem. koor, Vittoria c. Laudate Domraum, motet voor a- stemmig gem. koor, Palestrma. Kerkkoor „H Martelaren van Gorcotn". 4. Foespraak van F. M. Sanders. 5a, Priere, uit de ooera Le Cid", Massenet, b. Aria uit de ope- P r _"r,j. c,k,» Gounod. L. Verschuu- Ballet „D'.e Beethoven, b ra „La Reine de Saba: Ven tenor. 6a. Ouverture zum Gesehopfe des Prometheus'' Andante uit het st-rijfckwartet D-dur voor strijkinstrumenten, 1 schaikowsky. c. Der Fruhiling, elegische melodie, Gfieg. (Sympiio- nie-orkest der N. K. Harmonie). 7a. Agnus De. uit de Mis op. 172. Rhembergcr. Kerk koor St. Josef, (met stnjlcmstrum. begel) b. Jesu Dulcis Memona, a capella, Koine. «-• Ave Maria uit op. 172, a capella, Rhembei- ger d. Noel, Reysschoot. (Kerkkoor St. Jo sef, L. Verschuuren, tenor, A. v. d Brekei, cello) 8 Tilburg als ondenvijsstad. Rede doer Prof. Dr. Th J. A. J. Goossens 9a. Aria uit de opera Herod lade", Massenet, b. Der Wanderer, Schubert. M. Lejeune, bari- ton. 10a. Reverie, Weyts. b. L'Ocean, Mo- reaux. Gem. Zangkoor „Bel Canto". 11. Pa ths Aogelkus, Franek. J. v.d. Brekei, tenor. A. v. d- Brekei, cello. 12a. Schlachtlied der Assasoiren op. 53, Baumann. b. Les voix de la nature, Dubois. Kon. Liedertafel „Souvenir des Montagnards". 13. Czardas uit de opera „Der Geist des Woiwoden", Grossmann. 14 Aan U, O Koning der Eeuwen, Verhulst, Ge- tamenlijk te zingen met begeleidimg van de N>. K. Harmonie. Daventry, 1600 M. 11.20 Daventry-kwar- tet en solisten (sopraan, bariton, harp, ko- miek). 11.50—12.20 Empire-Day Ceremonie. Speeches en kinderkoor. 12.20 Concert (ver volg). 1.20—2.20 Olof-sextet en H. Faihurst, viool. 3.15 Voorlezing. 3.20 Muziekles. 4 05 Fransche les. 4.35 Lezing: Our moon and its shadow. 4.50 Orkestconcert. 5.20 Lezing: The Tyrol. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Gemeen- schappelijk zingen. De Grenadier-garde band en Dame Glara Butt, zangeres. 6.50 Tijdsein, weerbericht, nieuws. 7.05 Gemeensch. zingen (vervolg). 7.20 Lezing: Strange dogs and their stranger ways. 7.35 De senates van Beethoven. 7.45 Lezing: Eclipses of the sun B.05 Dansmuziek. 8.20 Empire Day Program- ma. Orkest en S. Murray, contra-alt. P. He- ming, bariton. E. Playfair, viool. L. England, piano. 9.20 Speech van Minister S. Baldwin en den Bisschop van Louden. 9.40 Concert (vervolg). 10.20 Weerbericht, nieuws. 10.40 Lezing: Music and the ordinary listener 1112.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 10.50 11.20 Concert. 12.50—2.10 Orkestconcert. 5.05—5.55 Trioconcert (piano, viool, cello). 9.05 „Don Juao", opera van Mozart. Orkest koor en solisten onder leiding van P. Sechiari. 10.40 Sluiten. Langenberg, 469 M. 12.201.30 Opening van de tentoonsMling in Dortmund. 1.50- 2-50 Kamermuziek (fluit, viool, luit). F. Pet- ter, tenor. 5.50—6.50 Orkestconcert. 8 50 10.30 Concert. W. Hochgreve, declamatie Kranzhoffscher kwartetver. Isegliokapel. 'Jachtliedjes. Konigswusterhausen1250 M. en Berlijn 484 en 566 M. 4.20—8.05 Lezingen en les sen. 8.30 „Die Schopfung", oratorium van Haydn. Orkest, koor en solisten. Hamburg, 394.7 M. 2.503.10 Orkestcon cert. 4.355.20 Orkestconcert. 6.207.10 Vroolijik concert. 8.2012.10 „Schule der Musik", causerie. Daarna dansmuziek. Brussel, 509 M. 5.20—6.20 Dansmuziek 8.2010.20 Orkestconcert in den dierentuin van Antwerpen, onder leading van Flor Al- paerts. (Port Said—Soerabaja.) (Vervolg.) In het Grand Oriental Hotel", dat veel beter „A!l dirty Hotel" kon heeten, zijn te be- zichtigen vier stuks zeemeerminnen. Drie vrouwen en een man. Altij»;i hadden we ge- dadit, dat de verhalen hierover legenden wa- ren, maar nu mo eaten we het toch wel ge- looven, tenzii hetgeen we te zien kregen, be- driegerij was. In vier doodkisten lagen daar de geprepa- reerde lichamen van vier dieren. Deze bees- ten hadden een kop, die geheel menschelijk was, ook de tot zwempooten vergroeide le- dematen waren in hun vorm gelijk aan men- schenhanden, met vingerkootjes, midden- handsbeenen, enz. Ook andere vrcuweiijke en mannelijke vormen kwamen volmaakt overeen. De rest van het lichaam was een visschenstaart. De eigenaar van het hotel, een Grieksche Jood (nu genaturaliseerd En- gelschman, waarop hij niet weinig trotsch was) vertelde, dat deze beesten in de Golf van Aden gevangen waren. Nu moeten ze nog wel voorkomen, maar ze zijn heel moei- lij'k te vangen, daar ze bovenmate schuw en heel krachtig zijn. Het was een griezelig ge- zicht, deze vier beesten in doodkisten. Vanuit Aden zijn we naar Colombo ver- trokken. Dit was het grootste traject van deze reis. Het duurde elf dagen. Op dit tra ject beleefden we een van de aardigste ge- beurtenissen van onze reis. In het Algemeen Handelsblad van 20 December 1926 heb ik het uitvoerig beschreven. Het is namelijk onze ontmoeting met het stoomschip „Cor- nouri" van de P. O. (Peninsular and Oriental Steamship Company). Captain Corland, van de „Cornouri", re serve-off icier van de Engelsche marine, zelf vroeger op ondcrzeebooten gevaren hebben- de, gevoeide zooveel voor de prestatie van Hr. Ms. K XII, dat hij zijn schip stopte, en ons een sloep afzond met allerlei heerlijk- heden, tijdschriften en boeken. Onder ande- ren zond hij ons een heel schaap, s'aven ijs, sigaren, sigaretten, bonbons, enz. Dit alles was natuuriijk zeer welkom. Vooral op zoo'n langen tocht met niets dan water en lucht om je, bijna zonder eenige vrijheid van beweging, was het een welkome afwisseling. We zullen ons dan ook kapitein Corland's goedheid aitijd dankbaar blijven herinneren. Na elf dagen, den negen-en-twintigsten November, kwamen wij behouden in Co lombo aan. Hiermee was het grootste en moeilijikste van onze reis volbracht, de rest v/as nur Spielerei. Colombo (genaamd naar den grooten Cristobal Colon, hij ons bekend als Colum bus) is de hoofdtetad van het eiland Ceylon. Dit eiland heeft, evenafs de Kaapkolonie, tot onze bezitingen behoord. Toen door de Fransche overheersching ons land op- hreld te bestaan als onafhankelijke mogend1- heid, zijn al onze "bezittingen tijdelijk in En gelsche handen overgegaan. Na ^het herstel kregen we alles terug, alleen de Kaapkolonie en Ceylon Eleven Engelseh. O'fschoon het nu dus al ruim honderd jaar geleden is, dat de Hollanders daar heer en meester waren, her inneren nog zeer veel dingen aan dezen tijd. Vooral in het oude deel van Colombo, het z.g. fort. Hier treft men nog zeer veel ouderwetsche huizen, met een ingemetselden steen, waarop te lezen staat: ,De eerste steen werd geleght door en dan volgt een zuiver Hollandsche naam, als: Jan Cornelisz de Graef en nog vele anderen. Ook op het kerkhof staan op ver- schillende grafsteenen rasec-hte Hollandsche namen, als Meyer, de Leeuw, Janssen, enz. Bovendien wonen nog in Colombo heel veel afstammelingen van gemengde Hol- landsch-Inlandsche afkomst. Deze menschen vormen een klasse op zich zelf en worden „Burgers" genoemd. Zij hebben een eigen club: „The Dutch Burgher Union". Deze club geeft een eigen maandschrift uit, en in dit maandschrift, geheel in 't En gelseh geschreven, wordt meermalen een op roep aan de leden gedaan, om toch weer Hollandsch te leeren, daar dit in den loop der jaren geheel verloren is gegaan. Ook heb ik in een dezer afleveringen een scort vereenigingslied gevonden, wijze het „Wien Meerlands Bloed". Het heet: „Het lieve Vaderland". Het is een geheel Engelseh lied van vier of vijf coupletten, elk van tien regels, waarvan de slotregel telkens luidt„Het lieve Vader land". Verder is er niet veel Hollandsch aan deze menschen overgebleven. Het schijnt evenwel, dat er vooral in den laatsten tijd een sterke neiging onder hen bestaat, om hun verloren afkomst weer in eere te herstellen. Zoomede allerlei Hollandsche gebruiken. Een echt St. Nicolaasfeest voor de kinderen werd dan ob. door deze club georganiseerd. Ook het geheele vroegere Hollandsche ar- chief is nog in Colombo aanwezig. Het wordt geregeld doorzocht door een Burgher, uu w een mi)nheer Rijnders. Deze heer toonde mij onder anderen een door den Prins van Oranje eigenhandig ge schreven brief aan den Getrouwe, eerentfeste ende vrome Gouverneur van Anghelbeek, om aan de schepen van zijnen Britschen Majesteit toegang te verleenen tot de havens van Colombo en Trincommelee, die aan den oostkant van Ceylon is gelegen, en de mooi- ste natuurlijke haven van het eiland is. Van Anghelbeek kreeg hier dan een order, om de schepen binnen te laten komen, ten einde hem behulpzaam te kunnen zijn, in de verdediging van het eiland tegen vreemde overweldigers. Buiten dezen brief bevinden er zich nog vele heel nauwkeurig en mooi uitgevoerde kaar- ten van het eiland, de stad Colombo en de reede. Verder nog de volledige registers, fce- helzende de namen van alle Hollanders, die in de dagen van de Compagnie op Ceylon waren, tevens hun ambt en geboorteplaats. Al bladerende in deze registers, kwam ik tot de ontdekking, dat ook verschillende Alkmaarders daaronder zijn geweest, zooaat het dus ook aan de voorvaderen van menige Alkmaarsche familie niet aan ondernemings- geest schijnt ontbroken te hebben. Ook het geheele verslag van eenige rechts- gedingen, waaronder een heel vermakelijk van een dominee tegenover zijn ontrouwe echtgenoote, bevinden zich daar. De tijd was te kort, om veel te zien, maar er was heel wat interessants te vinden. Tijd, gelegenheid en geld hebben me ont broken. om naar wat de Engelschen noemen „the World's beauty spot," Kandy te gaan Het was heel jammer, want het zou een sensatie meer geweest zijn, om een eind at te leggen in een oerbosch op den rug van een olifant. Want Ceylon is het land van de olifanten. Het wapen van Colombo voert dan ook dit dier in zijn schild. Op allerlei wijze kan men hier dan ook olifanten afgebeeld zien. In eb- benihout, ivoor, goud! en zilver. Verder is Ceylon een land van edelsteen en halfedelsteenen. Allerlei soorten van maan steenen, kattenoogen, bridlanten, enz. worden te koop aangeboden. Alleen. is het zaak, een vertrouwd iemand mee te nemen, wanneer men zoo lets gaat koopen, daar men zeer vee kans heeft, waardelooze steenen te krijgen in ruil voor zeer waardevolle rupea's. Gedurende ons verblijf in Colombo had den we toegang tot z-eer vele clubs, en hier heb ik dan ook het leven der Engelschen in hun kolonien nog -beter leeren kennen. Vol gens hun eigen bewering is hun eerste werk, to make it comfortable and feel us at home, lets, wat nu jnist bij ons niet het geval is. Het St. Nicolaasfeest vierden w-e thuis bij een ouden bekende van menig Alkmaarder. Het was bij den heer de Wildt, een zoon van een vroeg-eren burgemeester van Heiloo. Hij was er nog zeer goed thuis en vroeg met zeer veel belangstelling naar verschillende menschen en haalde herinneringen op over allerlei ons alien bekende plekjes. Het deed weer eens goed in een echt Hol landsche om-geving, er waren buiten den heer de Wildt nog drie Hollanders aanwezig, Op het programma van ieder, die Colombo ons St. Nicolaasfeest te vieren. bezoekt, staat een autotocht naar Mount Lavinia. Dit is een heel mooi plaatsje onder de palmen aan zee gelegen. Er staat daar een mooi hotel, van welks terras men een aardig gezicht over de omgeving heeft. Een liefdadigheidsbal, een z.g. lucky spot- ba-1, onder bescherming van Sir Hughes Clif ford, gouverneur van Ceylon, werd' nog door ons bijgewoond, en biermede was ons ver blijf op Ceylon, dat een week duurde, voor- bij. Colombo was bovendien de laatste vreem de haven geweest, die wij aanded-en. Van ■h-ier-af gingen we naar Sabang, een eilandje op de noordpunt van Sumatra. De oversteek verliep voorspoedig en in vijf dagen en bij onze aarakoms-t in Sabang op 1 December 1926 hadden wij Nederlandsch- Indie ber-eikt. Wel waren we nog een paar diuizend kilo meter van onze basis Soerabaja verwijderd, maar w-e voer-en nu weer in Hollandsche, zij ■het dan ook Nederlandseh-Indische wateren. Sabang is, zooal-s gezegd een eilandje, het is geheel in eigendom van de Sabang Maat- schappij, die er een kolenstation en dokge- 1-egenheid op gevestigd' heeft. Het is boven dien een vrijhaven. De adm-inistrateur van de Sab-an-g Maaischappij is vrijwel heer en meester op dit eiland. Er wc-nen maar weinig Europ-eanen, alien geemployeerden van de Sabang Maatschap- pij. We zijn hie-r drie dagen g-ebleven, om te Naar het Engelseh van Dorothea Gerard. Door Mr. G. Keller. 29) Kort daarna was Katya in haar kamer en kleedde zich langzaam uit. Nog steeds lag er een glimlach op haar lippen, maar deze had een flauw, o maar een zeer flauw tikje van synisme gekergen. Van al haar succes- sen sedert zij haar onderneming op touw had gezet, was het heden behaalde succes wel het grootste. Een keer te meer had het toover- woord „Litauen" zijn werk verricht. Ter nau- wernood aangekomen had Witek met haar reeds zitten praten als met een oude bekende. En waaraan had zij de buitengewone open- hartigheid moeten toeschrijven, waarmee hij zijn hart bij haar had uitgestort? Kon iets guns tiger voor de volvoering van haar plan- nen zijn dan dat er openhartig gesproken werd? On-der deze omstandigheden was het bijna onvermijdelijk aan te nemen, dat haar wilde toekomstdroomen werden verwezenlijkt. Moest zij daarom niet met blijdschap wor sen vervuld? Waarom gevoeide zij zich dan zoo feleurgesteld, bijna verdrietig gestemd? Het schermutselen met woorden op de wa- ntnda was zeer vermakelijk geweest, maar in de eenzaamheid van haar kamer veranderde zij van inzicht. Lag het misschien aan het gemak waarmee zij het beoogde voordeel had whaald, dat zij zich van de wijs gebracht gevoeide? Zij was er niet op voorbereid ge weest te bemerken, dat haar stoute bewerin- gen, door de schooljuffrouw overgebracht. zoo gemakkelijk zouden zijn aanvaard. Zij had veel liever gewild, zelfs al was zij er door in ongelegenheid gebracht, dat ze met meer hardnekkigheid waren bestreden. Neen, die knappe, glimlachende, spraak- zame jongeman mocht in het a'gemeen we een aannemelijk echtgenoot zijn, hij was toch niet de figuur welke haar droomen als jong meisje had vervuld. Doch wat kon dat er toe dcen, daar zij toch al dadelijk tot een offer had besloten? Maar intusschen kon zij de neerslacht'igheid niet van zich afschudden. Den volgenden dag werd haar stemming wel weer opgewekter onder den invloed van velerlei schermutseling, van zich wagen op glad ijs, van een herhaald spelen met vuur, maar tegelijkertijd nam haar cynisme toe. Witek liet zich meeslepen door wat hij als zijn taak beschouwde en keerde telkens weer terug tot het onderwerp waarover zij den vorigen avond hadden gesproken. Welbe- spraakt en met gladde tong, misschien we! om zichzelven te overtuigen, mogelijk ook in de vage onderstelling, dat woorden tot een ingezetene van Kowno gesproken misschien de ooren van de bezitster van het landgoec zouden bereiken, zette hij haar de dwaashei-c uiteen van het den vorigen dag ter sprake ge- brachte standpunt, waarbij hij bij voorbaat met vuur de houding van een Swigello verde digde, die mee zou willen gaan met het door haar gedane voorstel. I iets zegt mij, dat wij op een goed en dag weer naar Lubynia zullen terugkeeren," zei- Als g® alles hebt beproefd en de energie voor uw raak U nog niet de resultaten heeft gebracht, die U zich hadt voorgesteld, besluitdan tot het nemen van een regelcontract In een goed, door alle standen gelezen dagblad. Wij twijfelen niet, ot dit zal U zeer zeker brengen tof het gewenschte succes. Het zal blijken HET MIDDEL. to zijnl v-ertrekken van Pangkalan Soesoe, een o-nge- veer 200 mijl zuidelijker gelegen oliestation van de Bataafsche Petroleum Maatschappij Na hier brandstof en smeerolie geladen te hebben, zijn we op weg gegaan naar Tand- jong Priok, de haven van Batavia. We kwa men hier aan op 22 December. De waarnemend commandant der zee- niacht in Nederlandsch-Indie, kolonel ten Broeke Hoekstra, heeft ons hier ontvangen Nu was onze reis vrijwel ten einde. Nog slechts een traj-ect van 2 dagen varen moest nog afgelegd worden voor we in Soerabaja zouden komen. We Eleven hier lig'gen tot de Kerstdagen voorbij waren. De meesten van ons ontmoet- ten hier al weer vele betkenden. Van de stad Batavia is vrijwel alles be kend en zij kan dus gevoegelijik onbeschreven gelaten worden. Op 27 December vertrok-ken we naar Soe rabaja, waar we in den morgen van 29 De cember, dus juist drie m-aanden na ons ver- trek uit Den Helder, aan-kwamen Ou-der gewoonte werden we hier door de geheele marine ontvangen. Reeds bij den vuurtoren van Sembilangan, ongey-eer 20 Kilometer van de haven van Soerabaja, kwa men ons de eerste vliegbooten van de marine_ van het type Dornia Wall tegemoet. Dat gat een wuiven. Daarna kwamen acbtereenvolgens „Pro Pat-ria" met aan boord den commandant der marine van Soerabaja, kol. Jager. de K XIII, de veertien dagen eerder aangekomen boot, die over Panama hare reis deed, K XI, K X en eenige torpedobooten. Heel veel wuiven en heel veel herkennen. Wij allemaal ontmoet- ten hier zeer veel oude bekenden, en een wel kom toegeroepen door bekende menschen is dubbe] pleizierig. Na gemeerd te hebben aan onze -ligplaats, trok de bemanning van de K XII met muziek voorop naar -ons nieuwe tehuis, de onderzeekazerne in Soerabaja. We willen maar hopen, dat ze alien gezond en wel over eenige jaren weer bij hunne fa milies in Holland terug zullen komen. De reis van de K XII was hiermede vol bracht. Zij was buitengewoon voorspoedig, vooral wat betreft de weersgesteldheid. Nu zou mij nog slechts resten een korte beschrijving te geven van de boot zelf. Hier- t-oe ontbreekt mij momen-teel de gelegenheid. Maai i-ndien de Alkmaarsche Coura-nt plaatsruimte wil verleenen, geloof ik wel, dat binnen niet al te langen tijd er een stukje in zal verschijnen, waarin in het kort de in- richting van een dergelijk oorlogswapen zal worden behandeld. Soerabaja, 17 April 1927 I grijpt men hieruit het enorme voordeel bi I het gasverbruik, waardoor dit geld aan ons 1 nationaal vermogen ten goede komt. Waar hthans de petroleum in concumube ten achter komt in verhouding tot de prijzen van beide producten, en de verzekering kan worden gegeven, dat ten alien tijde een flinke gastoevoer verzekerd is door middel van der gashouder te St. Pancras, kan het zeker in het belang van het Zuideinde zijn, thans aan te sluiten. Door burgemeester Kroonenburg werd als lid der gascommissie nog gunstig geadvi- seerd, gezien de vooi-waarden, waarop men tot aansluiting kan overgaa-n. Ut de vergadering werden daarop verschil lende vragen gesteld, welke tot genoegen wer den beantwoord. Van belang scheen het ons nog toe, dat bij directe aansluiting de leiding geleverd wordt tot aan de plaats waar men het gas noodig heeft. Waar door enkelen nog werd gevreesd voor de kosten, werd door den gasdirecteur nog gezegd, dat door dezulken nog gebruik kan worden gemaakt van muntgas, waardoor de aanleg geheel gratis wordt, terwijl men toch ten alien tijde het recht heeft te veranderen. Bovendien zijn de kosten niet zoo hcog, ge- middeld pl.m. f 10. Daarna werd besproken hoe men in deze zal slagen. Waar het gemeentebestuuv van Koedijk schitterde door afwezigheid, zal men zich nogmaals tot dat college wenden met officieele gegevens omtrent voorwaarden en aantal aansluidngen, tot het laatste waartoe men zich per circulaire tot de burgers zal wenden. Verder werd deze zaak ter afwikke- ling aan het bestuur opgedragen. Alvorens de vergadering te sluiten richtte de voorzitter nog eenige woorden van erken- telijkheid tot den heer D. v. d. Woude die vanaf de oprichting zitting in het bestuur had en thans de gemeente had verlaten. UIT SCHERMERHORN. Donderdagavond vergaderde de Raad de zer gemeente; afwezig de heer Oostwouder. raieia%sfs de hij tot haar in een dier losse gesprekken „En die manier zou wel heel wat vlotter gaan dan de andere." „Welke andere?" „Nu, het plan om fortuin te maken en het dan te koopen. Daar het landgoed zoo zwaar op haar geweten drukt, zou Kataryna Mal- koff zeker wel bereid worden gevonden om het te verkoopen." „Koestert iemand een dergelijk plan?" „Tadeusz, mijn oudste broer. Maar tegen dien tijd zijn wij zeker oude menschen, zoo al niet dood. Hij heeft mij verzekerd, dat hij er niet tegen op zou zien om er zijn heele leven voor te werken, maar eerlijk gezegd ik wel. U ziet, dat wij erg verschillend van karakter zijn. Ik houd veel van hem, maar hij bezitin bedenkelijke mate soms de bedacht'zaamheid die de Litauers kenmerkt." „Geeft hij er dan zooveel om?" „In werkelijkheid niet meer dan ik, maar wij hebben een verschillende manier om de dingen aan te kijken." „Ja, dat begin ik ook te gelooven." En in zich zelf zeide Katya: „Deze jonge man mist zeker de Litausche bedachtzaamheid. Als ik hem op dit oogen- blik mededeelde, dat ik Kateryyua Malkoff was, zou hij dan op staanden voet een huwe- lijksaanzoek doen?" Het scheen niet volkomen onmogelijk. Want al kon men niet zeggen, dat de jonge kunste- naar haar't hof maakte, zoo verried zijn hou ding toch wel een zeer hooge waardeering voor haar amaak en keimis op het gebied der kunst, een waardeering, die, blijkens erva- ring, zeer vaak aangroeit tot een wanner ge- UIT ST. PANCRAS (Zuideinde). Vrijdagavond had in cafe „Rust Wat" van den heer J. Beers een vergadering plaats op initiatief van „Ons B-elang", ter bespreking van de aansluiting bij het gasbedrijf te Noordsch arwc ude. Uitgenoodigd waren Burg, en Weth. van St. Pancras en Koedijk, waarvan de laatsten het niet noodig hadden geo-ord-eeld tegeu- wcordig te zijn. Mede was aanwezig de heer Smit, direc- teur van het bedrijf, welke heeren door den heer Schuur, als voorzitter, speciaal werden verwelkomd. Na een korte inleiding door den voorzitter, verkreeg de h-eer Smit het woord, die begon met de vraeg te beantwoorden„Waarom gas?" Eerstens is hier een nationaal be lang mee gemoeid. Wanneer men bedenkt, dat van elke kub. M. gas slechts 1 cent naar het buitenland gaat tegenover het feit dat de pe troleum geheel gei'mporteerd wordt, dan be- voel. Hij had reeds gesproken van een por- tret, dat hij wilde schilderen, waarbij hij bij voorbaat de lachende stoutmoedigheid, welke zoowel zijn bekoring als zijn fout was, ver- klaard had van haar instemming overtuigd te zijn. Het eenige punt waaromtrent nog twijfel bij hem bestond, was het costuum. „Wat dat betreft heb ik een idee," zei Katya. „Heb maar tien minuten geduld." In haar kamer op de bovenverdieping ging zij naar een der koffers in een hoek en daar- uit haalde zij een hoeveelheid tamelijk won- derlijk uit'ziende kleedingstukkenwit en groen van kleur, met rood afgezet, het Litau sche nationale costuum tot in de kleinste bij- zonderheden volledig, In een der oude garde- robes van Lubynia had Katya lang geleden de kleeding gevonden, welke een of andere Swigello weleer op een gecostumeerd bal had gedragen en de draagster moest vermoedeijk wel ongeveer dezelfde gestalte als zij gehad hebben, want het paste haar prachtig. Toen zij aan het inpakken was, had Katya zich op het laatste oogenblik het costuum herinnerd, en tevens herir.nerde zij zich, dat het in de uitgaande wereld te Zalkiew tot den bon ton behoorde zich in boerenkleeding te vertoonen. Met de onbestemde gedachte, dat zij het cos tuum misschien zou kunnen gebruiken als een middel om in aanraking te komen met de Swigello's had zij het ingepakt heel onder in een harer koffers. Toen zij een paar minuten later voor den spiegel stond, stond een bekoorlijke en fan- tastische gestalte voor haar oogen. Als twee sneeuwwitte vleugels hingen de batisten niouwen van de schouders tot de oolsen in Na opening werd de vergadering geschorst voor het onderzoek der geloofsbrieven van het nieuw benoemde lid, de heer J. Los. Deze werden in orde bevenden, waarna tot toela- ting werd besloten. De heer Los legde vervolgens in handen van den voorz. de vereischte eeden af. Ingekomen stukken. Een schrijven van den heer J. Plugboer, dat hij wegens vertrek naar Velsen bedankte a's lid van den gemeenteraad. Van Ged. Staten de goedkeuring op het in de vorige vergadering genomen besluit tot wijziging van de geme-entebegrooting en van die van het G. E. B., alsmede de goedkeuring op de af- en overschrijvingen, dienst 1926 en de goedkeuring op het raadsbesluit tot v-erhu- ring van gemeentegrond aan A. Kluft, wel ke voor kennisgeving werden aangenomen. De voorz. deed mededeeling van een schrij ven van den heer Insipecteur der P. en T.. behelzende de invoering van een postverzen ding nam. 1.10 richting Purmerend en Am sterdam met ingang van 1 Mei. Van Ged. Staten een adhaes-iebetuiging op een door den Raad van Middelie gezonden adres aan het waterleidin-gbedrijf, waaraan ook door deze gemeente een adhaesiefcetui- ging was ingezonden, betreffende eene verla- ging van het waterleidingtarief voor bedrijfs- ondernemi-ngen. Mede was ingekomen het jaarverslag van de Com-missie van Toezicht op het Lager On- derwijs. Van den heer L. Mid-delkoop was ingeko men een verzoek om vergoeding van 75 ct. per week voor kosten van warm drinken vooi zijn zoo-ntje, dat de buitengewone school vooi wijde plooien over haar armen, terwijl de zoom van het met bloemeii versierde gewaad tot op haar voeten hing. Haar Faille was ge- huld in eeu licht groene tuniek, met een rozer. rand algezet, terwijl het bovenlijf was bedekt door een keurslijf van dezelfde iichtgroene kleur, met roze lint gegalonneerd. Roze linten om de polsen, om den hals en aan het uitein- de van de zware vlechten, welke zij had los- gemaakt en die tot veronder haar taille hin gen, voltooiden het costuum. Een betoove- ren-d gezicht als van een wouderbloesn met groene kelk, witte blaadjes en roze weer- schijn. Om haar hals hing een snoer barn- steenen kralen, en in het donkere haar boven haar vcorhoofd schitterde een zilveren, halve- maanvormige sikkel. Toen Katya de deur openae van den salon, welke d-e pensionhoudster, wel wat tegen de gewoonte, had toegestaan tot atelier in te richten, deden zich ineens twee kreter. hooren en daarop volgde een korte tijd van aandach- tige beschouwing. Kazimira, die naast het open raam lag, ging langzaam overeind zit ten en haar handen vouwend opende zij haar schitterende oogen tot deze onnatuurlijl groot leken. Witek herstelde zich het eersi van zijn verrassing over de versehijning. Welkom, Litauen!" zeide hij met de hand op het hart en een sierlijke buiging. „Zoo spreekt de Litauer, maar de kunstenaar komt in verzet. Dergelijke linten omstrengelen vlas- kleurige vlechten en geen echte Litausche zou zich kunnen verhoovaardigen over een dergelijken rijkdom aan zwart haar." (Wordt vervolgd.) Ot^kpil J A 1I4, - -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1927 | | pagina 5