Ukiaarscl Gaoranl
Met Hr. Ms, i XI! near IndiS.
ADVERTEERT IN DE
ALKMAARSCHE COURANT1
Hondsrii negen en Wirtijsti Jaargang,
Ha an dag 23 Mei.
Radio-hoekje
trxe
FEP1LLET0N.
Onrechtmatig bezit,
No. 120 1927 1
Dinsdag 24 Mei.
Haversian1050 M. 12.- Politieberichten.
(7 352Lunchmuziek door net tuo j
Castrelli. 5.-6.45 Vooravondconcert door
het H. D. O.-orkest onder leading van Nico
Treep. Mei. Hans van -de Burg, viool. 6 4o
7.15 en 7.15-7.45 Engelsche les voor gevor-
derden en Engelsche conversatieles. 7.45 o
litieberidhten. 10.30 Perebenchten. 8.10 R. K.
avCnd in Tilburg. la. In ireue Fest. Teike. b.
Heimkehr aus der Fremde Mendelssohn
(Nieuwe Kon. Harmonie). 2 nleiding door
'Mr Dr F L. G. Z. M. Vomk de Both, Bui
geraeester van Tilburg. 3a. Kyne uit de
■jAissa Papae Marcelli", Palestrma. (6st.
S koor). b. Popule Meus. 4st. gem. koor,
Vittoria c. Laudate Domraum, motet voor a-
stemmig gem. koor, Palestrma. Kerkkoor „H
Martelaren van Gorcotn". 4. Foespraak van
F. M. Sanders. 5a, Priere, uit
de
ooera Le Cid", Massenet, b. Aria uit de ope-
P r _"r,j. c,k,» Gounod. L. Verschuu-
Ballet „D'.e
Beethoven, b
ra „La Reine de Saba:
Ven tenor. 6a. Ouverture zum
Gesehopfe des Prometheus''
Andante uit het st-rijfckwartet D-dur voor
strijkinstrumenten, 1 schaikowsky. c. Der
Fruhiling, elegische melodie, Gfieg. (Sympiio-
nie-orkest der N. K. Harmonie). 7a. Agnus
De. uit de Mis op. 172. Rhembergcr. Kerk
koor St. Josef, (met stnjlcmstrum. begel) b.
Jesu Dulcis Memona, a capella, Koine. «-•
Ave Maria uit op. 172, a capella, Rhembei-
ger d. Noel, Reysschoot. (Kerkkoor St. Jo
sef, L. Verschuuren, tenor, A. v. d Brekei,
cello) 8 Tilburg als ondenvijsstad. Rede
doer Prof. Dr. Th J. A. J. Goossens 9a.
Aria uit de opera Herod lade", Massenet, b.
Der Wanderer, Schubert. M. Lejeune, bari-
ton. 10a. Reverie, Weyts. b. L'Ocean, Mo-
reaux. Gem. Zangkoor „Bel Canto". 11. Pa
ths Aogelkus, Franek. J. v.d. Brekei, tenor.
A. v. d- Brekei, cello. 12a. Schlachtlied der
Assasoiren op. 53, Baumann. b. Les voix de
la nature, Dubois. Kon. Liedertafel „Souvenir
des Montagnards". 13. Czardas uit de opera
„Der Geist des Woiwoden", Grossmann. 14
Aan U, O Koning der Eeuwen, Verhulst, Ge-
tamenlijk te zingen met begeleidimg van de
N>. K. Harmonie.
Daventry, 1600 M. 11.20 Daventry-kwar-
tet en solisten (sopraan, bariton, harp, ko-
miek). 11.50—12.20 Empire-Day Ceremonie.
Speeches en kinderkoor. 12.20 Concert (ver
volg). 1.20—2.20 Olof-sextet en H. Faihurst,
viool. 3.15 Voorlezing. 3.20 Muziekles. 4 05
Fransche les. 4.35 Lezing: Our moon and its
shadow. 4.50 Orkestconcert. 5.20 Lezing:
The Tyrol. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Gemeen-
schappelijk zingen. De Grenadier-garde band
en Dame Glara Butt, zangeres. 6.50 Tijdsein,
weerbericht, nieuws. 7.05 Gemeensch. zingen
(vervolg). 7.20 Lezing: Strange dogs and
their stranger ways. 7.35 De senates van
Beethoven. 7.45 Lezing: Eclipses of the sun
B.05 Dansmuziek. 8.20 Empire Day Program-
ma. Orkest en S. Murray, contra-alt. P. He-
ming, bariton. E. Playfair, viool. L. England,
piano. 9.20 Speech van Minister S. Baldwin
en den Bisschop van Louden. 9.40 Concert
(vervolg). 10.20 Weerbericht, nieuws. 10.40
Lezing: Music and the ordinary listener
1112.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 10.50
11.20 Concert. 12.50—2.10 Orkestconcert.
5.05—5.55 Trioconcert (piano, viool, cello).
9.05 „Don Juao", opera van Mozart. Orkest
koor en solisten onder leiding van P. Sechiari.
10.40 Sluiten.
Langenberg, 469 M. 12.201.30 Opening
van de tentoonsMling in Dortmund. 1.50-
2-50 Kamermuziek (fluit, viool, luit). F. Pet-
ter, tenor. 5.50—6.50 Orkestconcert. 8 50
10.30 Concert. W. Hochgreve, declamatie
Kranzhoffscher kwartetver. Isegliokapel.
'Jachtliedjes.
Konigswusterhausen1250 M. en Berlijn
484 en 566 M. 4.20—8.05 Lezingen en les
sen. 8.30 „Die Schopfung", oratorium van
Haydn. Orkest, koor en solisten.
Hamburg, 394.7 M. 2.503.10 Orkestcon
cert. 4.355.20 Orkestconcert. 6.207.10
Vroolijik concert. 8.2012.10 „Schule der
Musik", causerie. Daarna dansmuziek.
Brussel, 509 M. 5.20—6.20 Dansmuziek
8.2010.20 Orkestconcert in den dierentuin
van Antwerpen, onder leading van Flor Al-
paerts.
(Port Said—Soerabaja.)
(Vervolg.)
In het Grand Oriental Hotel", dat veel
beter „A!l dirty Hotel" kon heeten, zijn te be-
zichtigen vier stuks zeemeerminnen. Drie
vrouwen en een man. Altij»;i hadden we ge-
dadit, dat de verhalen hierover legenden wa-
ren, maar nu mo eaten we het toch wel ge-
looven, tenzii hetgeen we te zien kregen, be-
driegerij was.
In vier doodkisten lagen daar de geprepa-
reerde lichamen van vier dieren. Deze bees-
ten hadden een kop, die geheel menschelijk
was, ook de tot zwempooten vergroeide le-
dematen waren in hun vorm gelijk aan men-
schenhanden, met vingerkootjes, midden-
handsbeenen, enz. Ook andere vrcuweiijke
en mannelijke vormen kwamen volmaakt
overeen. De rest van het lichaam was een
visschenstaart. De eigenaar van het hotel,
een Grieksche Jood (nu genaturaliseerd En-
gelschman, waarop hij niet weinig trotsch
was) vertelde, dat deze beesten in de Golf
van Aden gevangen waren. Nu moeten ze
nog wel voorkomen, maar ze zijn heel moei-
lij'k te vangen, daar ze bovenmate schuw en
heel krachtig zijn. Het was een griezelig ge-
zicht, deze vier beesten in doodkisten.
Vanuit Aden zijn we naar Colombo ver-
trokken. Dit was het grootste traject van
deze reis. Het duurde elf dagen. Op dit tra
ject beleefden we een van de aardigste ge-
beurtenissen van onze reis. In het Algemeen
Handelsblad van 20 December 1926 heb ik
het uitvoerig beschreven. Het is namelijk
onze ontmoeting met het stoomschip „Cor-
nouri" van de P. O. (Peninsular and
Oriental Steamship Company).
Captain Corland, van de „Cornouri", re
serve-off icier van de Engelsche marine, zelf
vroeger op ondcrzeebooten gevaren hebben-
de, gevoeide zooveel voor de prestatie van
Hr. Ms. K XII, dat hij zijn schip stopte, en
ons een sloep afzond met allerlei heerlijk-
heden, tijdschriften en boeken. Onder ande-
ren zond hij ons een heel schaap, s'aven ijs,
sigaren, sigaretten, bonbons, enz. Dit alles
was natuuriijk zeer welkom. Vooral op
zoo'n langen tocht met niets dan water en
lucht om je, bijna zonder eenige vrijheid van
beweging, was het een welkome afwisseling.
We zullen ons dan ook kapitein Corland's
goedheid aitijd dankbaar blijven herinneren.
Na elf dagen, den negen-en-twintigsten
November, kwamen wij behouden in Co
lombo aan. Hiermee was het grootste en
moeilijikste van onze reis volbracht, de rest
v/as nur Spielerei.
Colombo (genaamd naar den grooten
Cristobal Colon, hij ons bekend als Colum
bus) is de hoofdtetad van het eiland Ceylon.
Dit eiland heeft, evenafs de Kaapkolonie,
tot onze bezitingen behoord. Toen door
de Fransche overheersching ons land op-
hreld te bestaan als onafhankelijke mogend1-
heid, zijn al onze "bezittingen tijdelijk in En
gelsche handen overgegaan. Na ^het herstel
kregen we alles terug, alleen de Kaapkolonie
en Ceylon Eleven Engelseh. O'fschoon het nu
dus al ruim honderd jaar geleden is, dat de
Hollanders daar heer en meester waren, her
inneren nog zeer veel dingen aan dezen tijd.
Vooral in het oude deel van Colombo, het
z.g. fort.
Hier treft men nog zeer veel ouderwetsche
huizen, met een ingemetselden steen, waarop
te lezen staat:
,De eerste steen werd geleght door
en dan volgt een zuiver Hollandsche naam,
als: Jan Cornelisz de Graef en nog vele
anderen. Ook op het kerkhof staan op ver-
schillende grafsteenen rasec-hte Hollandsche
namen, als Meyer, de Leeuw, Janssen, enz.
Bovendien wonen nog in Colombo heel
veel afstammelingen van gemengde Hol-
landsch-Inlandsche afkomst. Deze menschen
vormen een klasse op zich zelf en worden
„Burgers" genoemd. Zij hebben een eigen
club: „The Dutch Burgher Union".
Deze club geeft een eigen maandschrift
uit, en in dit maandschrift, geheel in 't En
gelseh geschreven, wordt meermalen een op
roep aan de leden gedaan, om toch weer
Hollandsch te leeren, daar dit in den loop der
jaren geheel verloren is gegaan.
Ook heb ik in een dezer afleveringen een
scort vereenigingslied gevonden, wijze het
„Wien Meerlands Bloed". Het heet: „Het
lieve Vaderland".
Het is een geheel Engelseh lied van vier of
vijf coupletten, elk van tien regels, waarvan
de slotregel telkens luidt„Het lieve Vader
land".
Verder is er niet veel Hollandsch aan deze
menschen overgebleven. Het schijnt evenwel,
dat er vooral in den laatsten tijd een sterke
neiging onder hen bestaat, om hun verloren
afkomst weer in eere te herstellen. Zoomede
allerlei Hollandsche gebruiken. Een echt St.
Nicolaasfeest voor de kinderen werd dan ob.
door deze club georganiseerd.
Ook het geheele vroegere Hollandsche ar-
chief is nog in Colombo aanwezig. Het wordt
geregeld doorzocht door een Burgher,
uu w
een mi)nheer Rijnders.
Deze heer toonde mij onder anderen een
door den Prins van Oranje eigenhandig ge
schreven brief aan den Getrouwe, eerentfeste
ende vrome Gouverneur van Anghelbeek,
om aan de schepen van zijnen Britschen
Majesteit toegang te verleenen tot de havens
van Colombo en Trincommelee, die aan den
oostkant van Ceylon is gelegen, en de mooi-
ste natuurlijke haven van het eiland is.
Van Anghelbeek kreeg hier dan een order,
om de schepen binnen te laten komen, ten
einde hem behulpzaam te kunnen zijn, in de
verdediging van het eiland tegen vreemde
overweldigers.
Buiten dezen brief bevinden er zich nog vele
heel nauwkeurig en mooi uitgevoerde kaar-
ten van het eiland, de stad Colombo en de
reede. Verder nog de volledige registers, fce-
helzende de namen van alle Hollanders, die
in de dagen van de Compagnie op Ceylon
waren, tevens hun ambt en geboorteplaats.
Al bladerende in deze registers, kwam ik
tot de ontdekking, dat ook verschillende
Alkmaarders daaronder zijn geweest, zooaat
het dus ook aan de voorvaderen van menige
Alkmaarsche familie niet aan ondernemings-
geest schijnt ontbroken te hebben.
Ook het geheele verslag van eenige rechts-
gedingen, waaronder een heel vermakelijk
van een dominee tegenover zijn ontrouwe
echtgenoote, bevinden zich daar. De tijd was
te kort, om veel te zien, maar er was heel
wat interessants te vinden.
Tijd, gelegenheid en geld hebben me ont
broken. om naar wat de Engelschen noemen
„the World's beauty spot," Kandy te gaan
Het was heel jammer, want het zou een
sensatie meer geweest zijn, om een eind at
te leggen in een oerbosch op den rug van
een olifant.
Want Ceylon is het land van de olifanten.
Het wapen van Colombo voert dan ook dit
dier in zijn schild. Op allerlei wijze kan men
hier dan ook olifanten afgebeeld zien. In eb-
benihout, ivoor, goud! en zilver.
Verder is Ceylon een land van edelsteen
en halfedelsteenen. Allerlei soorten van maan
steenen, kattenoogen, bridlanten, enz. worden
te koop aangeboden. Alleen. is het zaak, een
vertrouwd iemand mee te nemen, wanneer
men zoo lets gaat koopen, daar men zeer vee
kans heeft, waardelooze steenen te krijgen in
ruil voor zeer waardevolle rupea's.
Gedurende ons verblijf in Colombo had
den we toegang tot z-eer vele clubs, en hier
heb ik dan ook het leven der Engelschen in
hun kolonien nog -beter leeren kennen. Vol
gens hun eigen bewering is hun eerste werk,
to make it comfortable and feel us at home,
lets, wat nu jnist bij ons niet het geval is.
Het St. Nicolaasfeest vierden w-e thuis bij
een ouden bekende van menig Alkmaarder.
Het was bij den heer de Wildt, een zoon van
een vroeg-eren burgemeester van Heiloo.
Hij was er nog zeer goed thuis en vroeg met
zeer veel belangstelling naar verschillende
menschen en haalde herinneringen op over
allerlei ons alien bekende plekjes.
Het deed weer eens goed in een echt Hol
landsche om-geving, er waren buiten den
heer de Wildt nog drie Hollanders aanwezig,
Op het programma van ieder, die Colombo
ons St. Nicolaasfeest te vieren.
bezoekt, staat een autotocht naar Mount
Lavinia. Dit is een heel mooi plaatsje onder
de palmen aan zee gelegen. Er staat daar een
mooi hotel, van welks terras men een aardig
gezicht over de omgeving heeft.
Een liefdadigheidsbal, een z.g. lucky spot-
ba-1, onder bescherming van Sir Hughes Clif
ford, gouverneur van Ceylon, werd' nog door
ons bijgewoond, en biermede was ons ver
blijf op Ceylon, dat een week duurde, voor-
bij.
Colombo was bovendien de laatste vreem
de haven geweest, die wij aanded-en. Van
■h-ier-af gingen we naar Sabang, een eilandje
op de noordpunt van Sumatra.
De oversteek verliep voorspoedig en in
vijf dagen en bij onze aarakoms-t in Sabang op
1 December 1926 hadden wij Nederlandsch-
Indie ber-eikt.
Wel waren we nog een paar diuizend kilo
meter van onze basis Soerabaja verwijderd,
maar w-e voer-en nu weer in Hollandsche, zij
■het dan ook Nederlandseh-Indische wateren.
Sabang is, zooal-s gezegd een eilandje, het
is geheel in eigendom van de Sabang Maat-
schappij, die er een kolenstation en dokge-
1-egenheid op gevestigd' heeft. Het is boven
dien een vrijhaven. De adm-inistrateur van de
Sab-an-g Maaischappij is vrijwel heer en
meester op dit eiland.
Er wc-nen maar weinig Europ-eanen, alien
geemployeerden van de Sabang Maatschap-
pij. We zijn hie-r drie dagen g-ebleven, om te
Naar het Engelseh van Dorothea Gerard.
Door Mr. G. Keller.
29)
Kort daarna was Katya in haar kamer
en kleedde zich langzaam uit. Nog steeds lag
er een glimlach op haar lippen, maar deze
had een flauw, o maar een zeer flauw tikje
van synisme gekergen. Van al haar succes-
sen sedert zij haar onderneming op touw had
gezet, was het heden behaalde succes wel het
grootste. Een keer te meer had het toover-
woord „Litauen" zijn werk verricht. Ter nau-
wernood aangekomen had Witek met haar
reeds zitten praten als met een oude bekende.
En waaraan had zij de buitengewone open-
hartigheid moeten toeschrijven, waarmee hij
zijn hart bij haar had uitgestort? Kon iets
guns tiger voor de volvoering van haar plan-
nen zijn dan dat er openhartig gesproken
werd? On-der deze omstandigheden was het
bijna onvermijdelijk aan te nemen, dat haar
wilde toekomstdroomen werden verwezenlijkt.
Moest zij daarom niet met blijdschap wor
sen vervuld? Waarom gevoeide zij zich dan
zoo feleurgesteld, bijna verdrietig gestemd?
Het schermutselen met woorden op de wa-
ntnda was zeer vermakelijk geweest, maar in
de eenzaamheid van haar kamer veranderde
zij van inzicht. Lag het misschien aan het
gemak waarmee zij het beoogde voordeel had
whaald, dat zij zich van de wijs gebracht
gevoeide? Zij was er niet op voorbereid ge
weest te bemerken, dat haar stoute bewerin-
gen, door de schooljuffrouw overgebracht.
zoo gemakkelijk zouden zijn aanvaard. Zij
had veel liever gewild, zelfs al was zij er
door in ongelegenheid gebracht, dat ze met
meer hardnekkigheid waren bestreden.
Neen, die knappe, glimlachende, spraak-
zame jongeman mocht in het a'gemeen we
een aannemelijk echtgenoot zijn, hij was toch
niet de figuur welke haar droomen als jong
meisje had vervuld. Doch wat kon dat er toe
dcen, daar zij toch al dadelijk tot een offer
had besloten? Maar intusschen kon zij de
neerslacht'igheid niet van zich afschudden.
Den volgenden dag werd haar stemming
wel weer opgewekter onder den invloed van
velerlei schermutseling, van zich wagen op
glad ijs, van een herhaald spelen met vuur,
maar tegelijkertijd nam haar cynisme toe.
Witek liet zich meeslepen door wat hij als
zijn taak beschouwde en keerde telkens weer
terug tot het onderwerp waarover zij den
vorigen avond hadden gesproken. Welbe-
spraakt en met gladde tong, misschien we!
om zichzelven te overtuigen, mogelijk ook in
de vage onderstelling, dat woorden tot een
ingezetene van Kowno gesproken misschien
de ooren van de bezitster van het landgoec
zouden bereiken, zette hij haar de dwaashei-c
uiteen van het den vorigen dag ter sprake ge-
brachte standpunt, waarbij hij bij voorbaat
met vuur de houding van een Swigello verde
digde, die mee zou willen gaan met het door
haar gedane voorstel.
I iets zegt mij, dat wij op een goed en dag
weer naar Lubynia zullen terugkeeren," zei-
Als g® alles hebt beproefd en de energie voor uw raak U nog niet
de resultaten heeft gebracht, die U zich hadt voorgesteld, besluitdan
tot het nemen van een regelcontract In een goed, door alle standen
gelezen dagblad. Wij twijfelen niet, ot dit zal U zeer zeker brengen
tof het gewenschte succes. Het zal blijken HET MIDDEL. to zijnl
v-ertrekken van Pangkalan Soesoe, een o-nge-
veer 200 mijl zuidelijker gelegen oliestation
van de Bataafsche Petroleum Maatschappij
Na hier brandstof en smeerolie geladen te
hebben, zijn we op weg gegaan naar Tand-
jong Priok, de haven van Batavia. We kwa
men hier aan op 22 December.
De waarnemend commandant der zee-
niacht in Nederlandsch-Indie, kolonel ten
Broeke Hoekstra, heeft ons hier ontvangen
Nu was onze reis vrijwel ten einde. Nog
slechts een traj-ect van 2 dagen varen moest
nog afgelegd worden voor we in Soerabaja
zouden komen.
We Eleven hier lig'gen tot de Kerstdagen
voorbij waren. De meesten van ons ontmoet-
ten hier al weer vele betkenden.
Van de stad Batavia is vrijwel alles be
kend en zij kan dus gevoegelijik onbeschreven
gelaten worden.
Op 27 December vertrok-ken we naar Soe
rabaja, waar we in den morgen van 29 De
cember, dus juist drie m-aanden na ons ver-
trek uit Den Helder, aan-kwamen
Ou-der gewoonte werden we hier door de
geheele marine ontvangen. Reeds bij den
vuurtoren van Sembilangan, ongey-eer 20
Kilometer van de haven van Soerabaja, kwa
men ons de eerste vliegbooten van de marine_
van het type Dornia Wall tegemoet. Dat gat
een wuiven.
Daarna kwamen acbtereenvolgens „Pro
Pat-ria" met aan boord den commandant der
marine van Soerabaja, kol. Jager. de K XIII,
de veertien dagen eerder aangekomen boot,
die over Panama hare reis deed, K XI, K X en
eenige torpedobooten. Heel veel wuiven en
heel veel herkennen. Wij allemaal ontmoet-
ten hier zeer veel oude bekenden, en een wel
kom toegeroepen door bekende menschen is
dubbe] pleizierig. Na gemeerd te hebben aan
onze -ligplaats, trok de bemanning van de
K XII met muziek voorop naar -ons nieuwe
tehuis, de onderzeekazerne in Soerabaja.
We willen maar hopen, dat ze alien gezond
en wel over eenige jaren weer bij hunne fa
milies in Holland terug zullen komen.
De reis van de K XII was hiermede vol
bracht. Zij was buitengewoon voorspoedig,
vooral wat betreft de weersgesteldheid.
Nu zou mij nog slechts resten een korte
beschrijving te geven van de boot zelf. Hier-
t-oe ontbreekt mij momen-teel de gelegenheid.
Maai i-ndien de Alkmaarsche Coura-nt
plaatsruimte wil verleenen, geloof ik wel,
dat binnen niet al te langen tijd er een stukje
in zal verschijnen, waarin in het kort de in-
richting van een dergelijk oorlogswapen
zal worden behandeld.
Soerabaja, 17 April 1927
I grijpt men hieruit het enorme voordeel bi
I het gasverbruik, waardoor dit geld aan ons
1 nationaal vermogen ten goede komt.
Waar hthans de petroleum in concumube
ten achter komt in verhouding tot de prijzen
van beide producten, en de verzekering kan
worden gegeven, dat ten alien tijde een flinke
gastoevoer verzekerd is door middel van der
gashouder te St. Pancras, kan het zeker in
het belang van het Zuideinde zijn, thans aan
te sluiten.
Door burgemeester Kroonenburg werd als
lid der gascommissie nog gunstig geadvi-
seerd, gezien de vooi-waarden, waarop men
tot aansluiting kan overgaa-n.
Ut de vergadering werden daarop verschil
lende vragen gesteld, welke tot genoegen wer
den beantwoord.
Van belang scheen het ons nog toe, dat bij
directe aansluiting de leiding geleverd wordt
tot aan de plaats waar men het gas noodig
heeft.
Waar door enkelen nog werd gevreesd voor
de kosten, werd door den gasdirecteur nog
gezegd, dat door dezulken nog gebruik kan
worden gemaakt van muntgas, waardoor de
aanleg geheel gratis wordt, terwijl men toch
ten alien tijde het recht heeft te veranderen.
Bovendien zijn de kosten niet zoo hcog, ge-
middeld pl.m. f 10.
Daarna werd besproken hoe men in deze
zal slagen. Waar het gemeentebestuuv van
Koedijk schitterde door afwezigheid, zal men
zich nogmaals tot dat college wenden met
officieele gegevens omtrent voorwaarden en
aantal aansluidngen, tot het laatste waartoe
men zich per circulaire tot de burgers zal
wenden. Verder werd deze zaak ter afwikke-
ling aan het bestuur opgedragen.
Alvorens de vergadering te sluiten richtte
de voorzitter nog eenige woorden van erken-
telijkheid tot den heer D. v. d. Woude die
vanaf de oprichting zitting in het bestuur
had en thans de gemeente had verlaten.
UIT SCHERMERHORN.
Donderdagavond vergaderde de Raad de
zer gemeente; afwezig de heer Oostwouder.
raieia%sfs
de hij tot haar in een dier losse gesprekken
„En die manier zou wel heel wat vlotter
gaan dan de andere."
„Welke andere?"
„Nu, het plan om fortuin te maken en het
dan te koopen. Daar het landgoed zoo zwaar
op haar geweten drukt, zou Kataryna Mal-
koff zeker wel bereid worden gevonden om
het te verkoopen."
„Koestert iemand een dergelijk plan?"
„Tadeusz, mijn oudste broer. Maar tegen
dien tijd zijn wij zeker oude menschen, zoo al
niet dood. Hij heeft mij verzekerd, dat hij er
niet tegen op zou zien om er zijn heele leven
voor te werken, maar eerlijk gezegd ik wel.
U ziet, dat wij erg verschillend van karakter
zijn. Ik houd veel van hem, maar hij bezitin
bedenkelijke mate soms de bedacht'zaamheid
die de Litauers kenmerkt."
„Geeft hij er dan zooveel om?"
„In werkelijkheid niet meer dan ik, maar
wij hebben een verschillende manier om de
dingen aan te kijken."
„Ja, dat begin ik ook te gelooven."
En in zich zelf zeide Katya:
„Deze jonge man mist zeker de Litausche
bedachtzaamheid. Als ik hem op dit oogen-
blik mededeelde, dat ik Kateryyua Malkoff
was, zou hij dan op staanden voet een huwe-
lijksaanzoek doen?"
Het scheen niet volkomen onmogelijk. Want
al kon men niet zeggen, dat de jonge kunste-
naar haar't hof maakte, zoo verried zijn hou
ding toch wel een zeer hooge waardeering
voor haar amaak en keimis op het gebied der
kunst, een waardeering, die, blijkens erva-
ring, zeer vaak aangroeit tot een wanner ge-
UIT ST. PANCRAS (Zuideinde).
Vrijdagavond had in cafe „Rust Wat" van
den heer J. Beers een vergadering plaats op
initiatief van „Ons B-elang", ter bespreking
van de aansluiting bij het gasbedrijf te
Noordsch arwc ude.
Uitgenoodigd waren Burg, en Weth. van
St. Pancras en Koedijk, waarvan de laatsten
het niet noodig hadden geo-ord-eeld tegeu-
wcordig te zijn.
Mede was aanwezig de heer Smit, direc-
teur van het bedrijf, welke heeren door den
heer Schuur, als voorzitter, speciaal werden
verwelkomd.
Na een korte inleiding door den voorzitter,
verkreeg de h-eer Smit het woord, die begon
met de vraeg te beantwoorden„Waarom
gas?" Eerstens is hier een nationaal be
lang mee gemoeid. Wanneer men bedenkt, dat
van elke kub. M. gas slechts 1 cent naar het
buitenland gaat tegenover het feit dat de pe
troleum geheel gei'mporteerd wordt, dan be-
voel. Hij had reeds gesproken van een por-
tret, dat hij wilde schilderen, waarbij hij bij
voorbaat de lachende stoutmoedigheid, welke
zoowel zijn bekoring als zijn fout was, ver-
klaard had van haar instemming overtuigd
te zijn. Het eenige punt waaromtrent nog
twijfel bij hem bestond, was het costuum.
„Wat dat betreft heb ik een idee," zei
Katya. „Heb maar tien minuten geduld."
In haar kamer op de bovenverdieping ging
zij naar een der koffers in een hoek en daar-
uit haalde zij een hoeveelheid tamelijk won-
derlijk uit'ziende kleedingstukkenwit en
groen van kleur, met rood afgezet, het Litau
sche nationale costuum tot in de kleinste bij-
zonderheden volledig, In een der oude garde-
robes van Lubynia had Katya lang geleden
de kleeding gevonden, welke een of andere
Swigello weleer op een gecostumeerd bal had
gedragen en de draagster moest vermoedeijk
wel ongeveer dezelfde gestalte als zij gehad
hebben, want het paste haar prachtig. Toen
zij aan het inpakken was, had Katya zich op
het laatste oogenblik het costuum herinnerd,
en tevens herir.nerde zij zich, dat het in de
uitgaande wereld te Zalkiew tot den bon ton
behoorde zich in boerenkleeding te vertoonen.
Met de onbestemde gedachte, dat zij het cos
tuum misschien zou kunnen gebruiken als een
middel om in aanraking te komen met de
Swigello's had zij het ingepakt heel onder in
een harer koffers.
Toen zij een paar minuten later voor den
spiegel stond, stond een bekoorlijke en fan-
tastische gestalte voor haar oogen. Als twee
sneeuwwitte vleugels hingen de batisten
niouwen van de schouders tot de oolsen in
Na opening werd de vergadering geschorst
voor het onderzoek der geloofsbrieven van
het nieuw benoemde lid, de heer J. Los. Deze
werden in orde bevenden, waarna tot toela-
ting werd besloten.
De heer Los legde vervolgens in handen
van den voorz. de vereischte eeden af.
Ingekomen stukken.
Een schrijven van den heer J. Plugboer,
dat hij wegens vertrek naar Velsen bedankte
a's lid van den gemeenteraad.
Van Ged. Staten de goedkeuring op het in
de vorige vergadering genomen besluit tot
wijziging van de geme-entebegrooting en van
die van het G. E. B., alsmede de goedkeuring
op de af- en overschrijvingen, dienst 1926 en
de goedkeuring op het raadsbesluit tot v-erhu-
ring van gemeentegrond aan A. Kluft, wel
ke voor kennisgeving werden aangenomen.
De voorz. deed mededeeling van een schrij
ven van den heer Insipecteur der P. en T..
behelzende de invoering van een postverzen
ding nam. 1.10 richting Purmerend en Am
sterdam met ingang van 1 Mei.
Van Ged. Staten een adhaes-iebetuiging op
een door den Raad van Middelie gezonden
adres aan het waterleidin-gbedrijf, waaraan
ook door deze gemeente een adhaesiefcetui-
ging was ingezonden, betreffende eene verla-
ging van het waterleidingtarief voor bedrijfs-
ondernemi-ngen.
Mede was ingekomen het jaarverslag van
de Com-missie van Toezicht op het Lager On-
derwijs.
Van den heer L. Mid-delkoop was ingeko
men een verzoek om vergoeding van 75 ct.
per week voor kosten van warm drinken vooi
zijn zoo-ntje, dat de buitengewone school vooi
wijde plooien over haar armen, terwijl de
zoom van het met bloemeii versierde gewaad
tot op haar voeten hing. Haar Faille was ge-
huld in eeu licht groene tuniek, met een rozer.
rand algezet, terwijl het bovenlijf was bedekt
door een keurslijf van dezelfde iichtgroene
kleur, met roze lint gegalonneerd. Roze linten
om de polsen, om den hals en aan het uitein-
de van de zware vlechten, welke zij had los-
gemaakt en die tot veronder haar taille hin
gen, voltooiden het costuum. Een betoove-
ren-d gezicht als van een wouderbloesn met
groene kelk, witte blaadjes en roze weer-
schijn. Om haar hals hing een snoer barn-
steenen kralen, en in het donkere haar boven
haar vcorhoofd schitterde een zilveren, halve-
maanvormige sikkel.
Toen Katya de deur openae van den salon,
welke d-e pensionhoudster, wel wat tegen de
gewoonte, had toegestaan tot atelier in te
richten, deden zich ineens twee kreter. hooren
en daarop volgde een korte tijd van aandach-
tige beschouwing. Kazimira, die naast het
open raam lag, ging langzaam overeind zit
ten en haar handen vouwend opende zij haar
schitterende oogen tot deze onnatuurlijl
groot leken. Witek herstelde zich het eersi
van zijn verrassing over de versehijning.
Welkom, Litauen!" zeide hij met de hand
op het hart en een sierlijke buiging. „Zoo
spreekt de Litauer, maar de kunstenaar komt
in verzet. Dergelijke linten omstrengelen vlas-
kleurige vlechten en geen echte Litausche
zou zich kunnen verhoovaardigen over een
dergelijken rijkdom aan zwart haar."
(Wordt vervolgd.)
Ot^kpil J A 1I4, - -