Alkmaarsctie Courant
Het getieim van de oude kast.
Hindird negen en iwintigsti Jaargang.
Radio-hoekje
Stadsnieuws
FEU1LLET0N.
No. 178 1927
Maanda^ 1 Augustus.
Dinsdag 2 Augustus.
Hilversum. (1050 M.)
12.Politieberichten.
12.30 Lunchmuziek door het trio van het
restaurant „De Rozenboom" te Bus-
sum, onder leiding v. Willem Lohoff.
2.30 Militair concert door de Kon. Mil.
Kapel. Dir. C. L. Boer op het Binnen-
hof te Den Haag, ter gelegenheid van
den verjaardag van H.M. de Konin-
gin-Moeder.
6.Concert door het ANRO-orkest. Alida
Hugel-piano.
7.45 Politieberichten.
10.30 Nieuwsberichten.
8.10 R.K. Avond. Mej. Gizi Toth de Kis-
ker-sopraan. H. Enrenfeld-fluit. H.
Brandts Buys-piano. Mar Ogier-viool.
Ir. P. v. Noorden-piano. Pater Dal-
matius 1. Drie liederen met begel.
van piano en fluit. Brandts Buys. a.
Nachtruf. Heindl. b. Abenstandchen,
Brentans. c. Brautfahrt, Heindl. (so-
praan-fluit-piano). 2. Rede van Pater
v. d. Geest O.P. te Nijmegen. 3. So-
nate C. klein, Corel li, a) Adagio, b)
Vivace, c) Adagio-Cantabile, d) Viva
ce, e) Giga. (Viool-piano). 4a. Friih-
lingstraum, b. Der Wegweiser, c. Die
Stadt. d) Wohin, Schubert, (sopraan-
piano). 5. Vier fluitliederen, Brandts-
Buys. a) Andante, b) Lento, c) Me-
nuet. d) Allegro. (Piano-fluit). 6.
Sonate c. klein op 137 no. 3, Schubert,
a) Allegro-Guisto. b) Andante, c)
Menuetto. d) Allegro moderato.
(Fluit-piano).
Daventry. (1600 M.)
12.20 H. Sensicle's Quintet en solisten (so-
praan-ban jo-komiek)
3.20 Daventry-kwartet en solisten (bariton-
piano).
(4.20 Orkestconcert.
(5.20 Lezing: The diploma gallerij.
[5.35 Kinderuurtje.
6.20 Dansmuziek.
6.50 Tijds., weerb., nieuws.
7.05 Lezing: Eye-Witness account of
Cowes Regatta.
1-7.20 Lezing: A new use for barne.
(7.35 De sonates van Beethoven.
7.50 Zang in het kamp van de Duke of
York. New Romney. Rede van de
Duke of York.
8.20 Carmen,opera van Bizet.
0.20 Weerber., nieuws.
9.40 „William Blake and his poetry", le
zing.
9.55 „Carmen", Vervolg.
10.50 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Parijs"1750 M.)
10.50 Concert.
"2.50 Orkestconcert.
5.05 Concert voor piano, viool en cello.
1.50 vFragmenten uit de opera „Henry
Vlll van St. Saens. Groot orkest en
solisten.
Konigswusterhausen. (1250 M.)
en Berlijn. (484 en 566 M.)
12.20 Lezingen en lessen.
8.50 Orkestconcert. Volkmann: Ouverture
Richard 111. serenade. Raff.: Sympho-
in in Walde.
Langenberg. (469 M.), Miinster.
(242 M.) en Dortmund. (283 M.)
1.30 Orkestconcert.
5.50 Kamermuziek.
8.50 Populair orkestconcert. R. Grote-
cello. W. Strienz-bas. B. Zimmerman-
leider.
Hamburg. (395 M.)
4.35 Orkestconcert.
6.20 Concert.
8.20 Concert in de Antwerpsche Diefr-
Feestspelen. Orkest en solisten. Daar-
na dansmuziek tot 11.10.
Brussel. (509 M.)
5.20 Dansmuziek.
8.20 Cocnert in de Antwerpsche Dier-
gaarde.
Vo(k«*onderw|js-land(la^.
De Volksonderwijs-landdag, gister in den
Muziektuin gehouden, heeft het met het weer
bijzonder getroffen. Bij het heerlijke zomer-
weer was het inderdaad een genot te toeven
in den schaduwrijken tuin.
De opening.
Tegen 12 uur, toen leden van de koorklas-
Oorspronkelijke schets in ouden trant
door A. Duijts Gaydou.
12)
Voor de oude citadel bevindt zich nu een
orachtig monument van Pietro Micca, dat aan
fat feit herinnert.
Volgens de belofte van Victor Amandeus
II, eersten koning van Sardinie, werd op de
Superga een groote kerk gebouwd, die
ievens het mausoleum werd van de Konin-
zen van Sardinie. Victor Emmanuel II, eerste
koning van Italic, werd in het Pantheon te
Rome bijgezet, evenals Umberto I, zijn zoon
Uit de hoogte van Superga heeft men een
prachtig uitzicht op de stad en de rivier met
haar sieriijke bruggen, en vooral op den
Mont-Cemis en den Mont-Rose.
X.
ln benedenzaal van het paleis d^'Este
ngt Walfried. De zoele lentelucht stroomt
naar binnen door de openslaande deuren;
een geur van bloemen en het zacht gefluit van
een jonge merel spreken van voorjaar, van
hefde, van geluk. Maar niet tot den man, die
ar ligt uitgestrekt. Hij ligt half versuft,
meer d-ood dan levend, en slechts een enikele
gedachte schijnt bij hem nog helder te zijn.
Nu to dan opent hij zijn vermoeide oogen en
sen van aen H?rer Corn. TofTM flch fia'dden
opg^steld voor het geven van een paar zang-
nummers, opende heer Jb. C1 o e c k, voor-
zitter van het landdag-comite, de bijeen-
komst met te wijzen op de waarde van het
openbaar onderwijs waarvoor landdagen
ais deze worden gehouden. De vraag: „waar-
voor Vo'ksonderwijs-landdagea?" beant-
woordde spr. als volgt:
Omdat de voorstanders van de openbare
school nog niet inzien dat er voor het open-
baa r onderwijs gestreden moet worden;
niet voelen dat het openbaar onderwijs
door de financieele gelijkstelling en den
daarna gevoerden strijd tegen de openbare
school in een zeer ongunstige positie is ge-
komen
moeten leeren de waarde van het openbaar
onderwijs onder woorden te brengen;
moeten begrijpen het groote verschil tus
schen de openbare school, die de eenheid on
der het volk wil, en de bijzondere school,
waardoor reeds bij het kind de ondergrond
voor latere verdeeidheid gelegd wordt, ter-
wij'l in dezen tijd heel de wereld voelt, dat in
de maatschappij slechts het gevoel van
saamhoorigheid de grond kan zijn voor men-
schelijk geluk;
geen grooter weldaad kan worden bewe-
zen aan ons toekomstig volk, dan opvoeding
van de jeugd in het besef dat wij alien
dlkaar ncodig hebben en voor elkaar wat
moeten over hebben, wat volgt uit weder-
zijdsch waardeeren.
Denk er aan, vervolgde spr., wie scheids-
muren optre-kt tusschen de kinderen van een
yolk, stapelt bergen van vooroordeel en
tweed racht op voor volwassenen.
Maar wil bij den strijd voor de openbare
school nooit het bijzonder onderwijs aanval-
len. Dat veroordeelt zic-h zel.f door de ver
deeidheid die het kweekt.
Strijd voor de openbare school, dat is
voor de bevordering van de eenheid en de
verdraagzaamheid, wanneer gij wilt dat de
kinderen opgeleid worden tot alle christelij-
ke en maatschappelijke deugden, waarvan
wel de voornaamste is het gevoel van saam
hoorigheid-, de ondergrond van het bijbel-
wooro: „Hebt uw naasten lief geldjk u zel-
ven
Daarom, zoo wekte spi. op, leert strijden
voor de openbare school. Zij is de plaats
waar die kinderen eendrachtig omgaan met
elkaar, zonder onderscheid van geloof en
elkaar leeren kennen en waardeeren.
Boven de groepen staat de gemeenschap.
Deze te willen dienen geeft bevrediging en
waarde aan het leven.
Om dat alles te bereikenonze Volks-
onderwijs-landdagen.
Nadat spr. nog had meegedeeld, dat de
heer Kl. de Vries, die als redenaar zou op-
treden, plotseling ziek geworden was en nu
vervangen zou worden door den heer W. van
Diesen, adfnin-istrateur van het hoofdbestuur
van Volksonderwijs, vroeg hij aandacht voor
den
zang der koorkkcssen.
Aanvankelijk wat zwak en weifelend, mis-
schien als gevolg van het ongewone van in
een nis te zingen in de open lucht, klonken
na een couplet de meisjesstemimen helder en
duidelijk. Er waren heel jeugdige meisjes bij.
Drie liedjes werden gezongen, n.l. ,,Zonnetje,
waar blijf je toch?" van Ol. Koop, „Vacan-
tie-kinderfeest", van H. J. den Hertog en
„Zonnelied", van Cadi, van Rennes, alle
onder pianobegeleiding van een anderen leer-
ling van dien heer Jonker, n.'l. G. Hek-ket, die
daarmee toonde gevoel en oor voor muziek
te hebben en een vaardige hand.
Rede van den heer Oud.
Als eerste spreker trad nu op mr. P. J.
Oud, uit Den Haag, lid van de Tweede Ka-
mer. Het spreekgestoelte stond voor de ooste-
lijke waranda op het terras.
De heer Oud meende dat ieder voorstan-
der van Volksonderwijs zal toejuichen dat
de vereeniging van dien naam propaganda
onderneemt in het belang van dat onderwijs.
Immers, de toestandi is in werkelijkheid zoo
(het geeft niet het te ontkennen of verstop-
pertje te spelen): onze openbare school is
tengevo'lge van de gelijksteling in het ge-
drang gekomen en het peil van het onderwijs
is gedaald. Het is goed zich daarvan reken-
scha-p te geven en den bestaanden toestand
onder oogen te zien, omdat dan all een ver-
betering kan worden beraamd.
Spr. wierp hierna een terugblik op de ge-
sehiedenis. Bij het stemmen voor die gelijk
stelling was de overtuiging dat het openbaar
onderwijs als volksonderwijs het door zijn
deugdelijkheid zou winnen en die verwach-
ting hebben wij op het oogenblik nog, zei
spr. Dat was ook de overtuiging van wij'len
dr. Bos en den heer Ketelaar, zeer zeker
groote vrienden van de openbare school. Zij
waren overtuigd, dat het peil van het onder
wijs zou st-ijgen tengevolge van de gelijk
stelling.
Geconstateerd kon worden, dat het onder-
zijn blik richt zich vragend naar Guattiero,
die hem wel begrijpt.
Ja, misschien is zij weldra hier; de
koerier is nog niet ierug, hij kan toch elk
oogenblik komen
En de oogleden van den zieke sluiten zich
weer, zonder dat hij een woord heeft geuit.
Wat Gualtiero aan Silvia niet geschreven
heeft, weet hij nu. Voordat hij naar Modiena
vertrok had de markies hem iets verteld dat
hem al het andtere beter heeft doen begrijpen.
Toen ze de Virianova in Vlaanderen had1-
den ontmoet, was hij dikwijls alleen met Wal
fried geweest en elken keer vond de markies
Walfried zeer ontdaan, maar hij had nooit
iets van hem kunnen vern-emen. Op een och-
tend-, kort voor het vertrek uit Duinkerken,
zag de markies de Villanova met haastige
schreden bet vertrek, waar Walfried zich be-
vond, verlaten, en kort daarna had hij op zijn
Spaansch schip die haven verlaten. Maar de
markies d'Este vond zijn jonge verwanf in
een zeer opgewonden toestand!; hij had
hooge koorts en ijlde voortdurend.
De naam van Silvia kwam dikwijls op zijn
lippen en hij smeekte haar om bij hem te
komen. Zijn wond verergerdie daardoor. Een
Eaar dagen later lag hij weer rustig en kon
ij zelfs in de kamer loopen, maar zijn heele
houd'ing was verandeid. Het was of hij alles
vergeten was en hij vroeg niet meer naar
Silvia en zijn kind.
Wezenloos kon hij Jang zitteni staren, zon
der een woord te spreken. De markies, die
naar zijn woonplaats verlangde terug te
gaan, besloot hem zoover mede tie neinein.
wijs jaren lang een speelbal was geweest
van de politick. De voorstanders van de
openbare school meenen, dat, ondan-ks alle
verschillen in godsdienstige en politieke o-p-
vattingen, de school mote blijven voor alle
kinderen, judst omdat die openbare school
zulk een machtig middel is in den strijd voor
de saamhoorigheid van het Nederlandsche
vo'lk, een saamhoorigheid, die steeds in het
oog moet wordien gehouden, al is men dan
ook verschillende politieke richtingen toe-
gedaan en heeft men niet alien dezelfde godls-
dienstige overtuiging.
Het groote beginsel van het openbaar on
derwijs gaat uit van de overtuiging, dat er
algemeene beginselen zijn die gelden voor
alle weldenkenden, hoe ook geloovend op
politick of godsdienstig terrein.
Daartegenover kwamen degenen, die zich
van het -kind wilden meester maken om het
op te voeden in eeni bepaalde richting, waar-
tegen de voorstanders van de openbare
school opkomen, omdat zij afkeuren dat kin
deren van 5 a 6 jaar reeds worden voorbe-
reid voor strijd.
Ondanks het feit, dat hij voorstander is
van het openbaar onderwijs en ondanks het
verlangen dat er slechts een school voor het
heele volk zou moeten zijn, had spr. voor de
gelijkstelling gestemd, omdat hij overtuigd
is, dat ieder zijn kind met vol vertrouwen
naar de openbare school kan zenden. En nu
is het de taak van ieder om dat idee ook bij
anderen te versterken en hen te overtuigen,
dat voor de saamhoorigheid van ons volk de
openbare school nommer een is.
Maar die overtuiging kan niet door dwang
worden opgelegd. Het zou niet in het belang
van de openbare school zijn, als een meerder-
heid van voorstanders het bijzonder onder
wijs verbood, omdat daardoor geen voorstan
ders uit overtuiging zouden worden ge-
kweekt.
Uit dit oogpunt moet het beginsel van de
bevrediging worden gezien. Jaren lang had
men den schoolstrijd gezien en waargenomen
dat die voor het onderwijs verbazend slecht
was, evenals voor zijn personeel. Het was
onmogelijk veel te verbeteren, omdat dit
slechts den strijd zou verscherpen. De ge
lijkstelling zou verbetering brengen en den
strijd overbrengen naar ander terein, het
zou worden een strijd tusschen de voorstan
ders van openbaar en bijzonder onderwijs.
Dat was in 1920, toen de wet-de Visser
werd aangenomen, met hare schiitterende
perspeetieven voor het onderwijs. Maar ge-
lijk zou dikwijls, bemerkte men de fouten de-
zer wet pas later. Allereerst kwam aan het
licht, dat zij de splitsing in de hand wer-kte
en aanleiding gaf tot a'llerlei geknoei enz.,
om tot stichting van een bijzondere school
te kunnen komen. Dat was geen openlijke,
loyale strijd, maar ondergrondsoh gewroet.
Door de oprichting van tal van bijzondere
scholen werden de kosten voor de gemeenten
enorm vergroot en een tijdperk van bezuiging
brak aan.
Wat diep griefde, was, dat men toen een
aanslag deed op het peil van het onderwijs,
waarimee gehandeld werd in Mjinrecbten
strijd met de bevrediging.
Spr. -ging hierop na wat er in die bezui-
migingsperiod-e veranderd (en verslechteri)
werd aan de onderwijswet: grootere klas-
sen, waardoor die nog grooter werden dan
volgens de wet-Kappeijne van vijftig jaar
geledem; het vervolgonderwijs werd prac-
tisch ten doode opg-eschrevenhet 7e leer-
jaar, een der mooiste punten van de wet,
werd tot 1930 opgeschort en daarmee was
een geweldige slag toegebra-cht, omdat
daardoor een voorbereiding voor middel-
baar en hooger onderwijs cerviel niet al
leen, maar vooral omdat daardoor aan hen,
die niet verder zutlen studeeren, d-e gelegen
heid tot verdere ontwikkeling werd b-eno-
men. Een ander gevolg was, dat daardoor
het arbeidsverbod voor kinderen beneden 14
jaar in het gedrang 'kwam.
Een a-ndere ernstige aanslag op het peil
van het onderwijs noemde spr. het instituut
van assistenfen, als middel om kleine scho
len te helpen. Ook dit zou duren tot 1930,
dus zes jaar lang, waarin aan het volkson
derwijs groote schade zal worden toege-
bracht.
Tegen een en ander kwamen de voor
standers van de openbare school op, omdat
het peil van het onderwijs er te zeer door
zou dalen. Zij gaven wel toe, dat het onder
wijs enorm veel kostte, maar dat moest wor
den beperkt door an-dere maatregelen, zoo-
als bijv. het n-agaan van de werking van de
wet terzake van de heilllooze splitsing. Ge-
noemde voorstanders wilden een commis-
sie van on-derzoek, maar de minister was
daartegen, omdat hij onmiddellijk de milli-
oenen moest hebben, die de bezuiniging zou
meebrengen. Wel werd den volgenden dag
van acbter de regeeringstafel in de Tweede
Kamer geplei-t van een commissie van on-
derzoek in-zake d'e mogelijkkeid vain bezuind-
Met veel zorg bracht hij hem tot Turijn.
D-aar verergerde al spoedig de toestand van
den armen Walfried, de dokter, die bij hem
werd geroepen, constateerde eene langizame
vergiftigi'ng. Dat was het dus.
Om hem bet medail'lon en de andere voor-
werpen af te nemen had de Villanova hem
iets i-n-gegeven, dat hem niet dadelijlk maar
toch langzaam zou dooden!
Er was geen- hoop meer ;toen Silvia bin
nentrad, zag ziji dadelijlk, dat zij niet veel la
ter had moeten komen, om haar man nog in
leven te vinden. Zij hielde zich dapper ge-
noeg en verliet geen oogenblik den armen
krijgsman, dienu zijn laatsten strijd streed1
Twee dagen daarna was Silvia weduwe
Alfonso was te joog om zijn groot verlies
te kunnen begrijpen; hij schreide omdat hij
zijn moeder zag weenen, en hij troostte
haar en zei
Moeder ween niet, als vader niet terug
komt, zal ik wel voor u zorg-en.
Het stoffelijik overschot van den jongen
dapperen Walfried werd in' de keric van de
heilige Annunziata Jn alien eenvoud bijge
zet in het graf van den- tak der familie d'Este,
die sedert eenige jaren te Turijn was geves-
tigd.
De weduwe-sluier onttrekt soms aan de
bli'kken veel ellende, veel Heed; wij zullen dat
leed eerbiedigien en eenige bladen omslaan
van het boek der eenzame vrouw
Maar nu wordt dien lezer verzocht even
mee naar Avenza terug te keeren.
ging bij de marine. Die commissie kwam er
wel en nog is de beoogde bezuiniging niet
doorgevoerd.
De minister nam aan, dat de maatregelen
van verslechteriing van het onderwijs zou
den kunnen worden ingetrokken in 1930 als
wanneer hij een verhooging van de belas-
tingopbrengst verwachtte.
Echter, zei spr., de verwachting van de
regeerinig, dat de belastingopbrengst de eer
ste jaren- nog zou dalen, is gelukkig naet in
vervuilling gegaan. Zij steeg met ettelijke
miillioenen en daarom hadden we mogen
verwach'ten, dat de verslechteringen van het
onderwijs zouden zijn teruggenomen en al
lereerst het 7e leerjaar was ingevoerd. In de
Tweede Kamer werd dan ook meerma'len
zulks gevraagd. Het gevolg van al dat aan-
drinigen zal nu zijn, dat in September a.s. de
regeering haar plannen ten deze zal kenbaar
maken en misschien in Juli 1928 het 7e leer
jaar zal worden ingevoerd.
Alles te zamen genomen, is het thans voor
de voorstand-ers van de openbare school
geen vroolijke tijd. Als alle voorstanders
van goed onderwijs evenzeer waren door-
drongen van het onmisbare daarvan, zouden
de verslechteringen niet zijn gekomen. Be
zuiniging op het volksonderwijs is het laat-
ste, waartoe men zou mogen komen, ja.
men mag daar nooit aan toegeven.
Onjuist is de meenimg, dat de Nederland
sche gulden gaaf is, als de begrooting maar
sluit. Immers als men daarvoor het peil van
het onderwijs aantast en daarmee de volks-
welvaart en volkskracht, zal men voor le
toekomst die gaafheid ten zeerste hebben
aangetast. Want door het onderwijs slechter
te maken ondermijnt men de volkskracht en
bemoeilijkt men den strijd om het bestaan
in d-e toekomst voor onze kinderen. En wie
in -kortzichtigheid meenen de begrooting te
redden door aan het onderwijs te tornen.
zijn inderdaad de grootste belagers van een
slui-tende begrooting.
Eens zal er een tijd komen, dat alien te-
rugkeeren tot de openbare school, dat zegt
ons onze overtuiging dat juist die school
zooveel deugden kweekt.
De slechte tijd voor het openbaar onder
wijs beteekent de nadering van betere tij-
den. Wij zullen blijven strijden voor de
komst daarvan, omdat het onderwijs nooit
zoo goed zal zijn als op het oogenblik dat
er slechts een school, de openbare. is, waar
voor men zal kunnen werken tot verhoo
ging van het geluk van heel ons volk. (Ap-
plaus).
Na de rede van den heer Oud werd eeni-
gen tijd gepauseerd. Aan het einde daarvan
werden -gemeenschappelijk „Volksonder-
wijs"-liederen gezongen met pianobege.ei-
di-ng. Eerst ging bet -een beetje onwenniig,
maar langzamerhand kreeg men den goed-en
toon te pakken en werd met geestdrift ge
zongen.
Rede van den heer van Diesen.
Daarna was het woord aan den tweeden
spreker, den heer W. vanDiesen. Deze
ving aa-n met te constateeren, dat er raar is
omg-esprongen met de onderwijswet-1920 en
dat de vraag rdjst: Wachter, wat is de van
den nacht? Wij kunnen nog niet antwoar-
den, dat een nieuwe dag spoedig zal gena-
-ken, maar wel zijin er teek-enen, die er op
wijzen, dat een betere dag op komst is.
Daarom moeten wij voortgaa-n met moed en
vertrouwen en daarbij ons de gevaren niet
ontveinzen, die onze mooie openbare school
bedr-eigen, de school die de eenige moest
zijn i-n ons land.
Gevaren bedreigen haar zeer zeker. Spr.
wees hiefbij- op de opheffing van de open-
bare school te Egmond-Binn-en, tegen den
wensch der ouders, een opheffing die werd
doorgezet onder het voorwendsel van bezui
niging. Deze bezuiniging 1-eidt echter tot het
gevolg dat Egmond-Binnen meer, veel meer
zal hebben te betalen dan de instandhouding
van de openbare school zou hebben gekost
Gevaar dreigt ook in Al'kmaar, zei spr
en hij releveerde dan den aanvail van het N
H. D., dat had geschreven over bet zingen
door de kinderen bij het laatste schoolfeest
en beweerd had dat de Internationale was
aangeheven. Deze lasterlijke aanval was
voldoende weerlegd, meende spr.
Voorts deelde spr. nog eenige „vergissin-
gen'' van redact-euren van andere bladen
mee, b.v. van „Het Zuiden" en andere orga-
nen, die het zoo graag willen doen voorko-
men, dat de open-bare school socialistisch
zou zijn.
Spr. stelde hie-rtegenover, dat de openbare
onderwijzer geen maatschappeHjke of poli
tieke yraagstukken in de school brengt, om
dat hij overtuigd is, dat die niet in de school
behooren.
In de bijzondere school is dit heel an-
ders. Men voedt daar op tot leden van een
bepaalde godsdienstige richting en politieke
partij. Spr., die zelf de bijzondere school had
De herbergier, die zoo verblijft was door
het optreden van de Villanova, begreep spoe
dig, dat er onraad was met Ri-naldo en zijn
manner, daar zij niet terug waren gekomen.
Hij verzo-n iets om achtier de waarheid te
komen. Hij riep een aardigen staljongen, een
opgewekten bnaap met donkere fonkelend-e
oogen en gaf hem een mand met wijn te dra-
ger. vervolgens nam hij zelf een mand met
eieren, versch-e broodjes en andere provisie;
hii begaf zich naar de haven en met zijn
eigen roeiboot kwam hij bij het Spaansche
schip. Toen begon hij een lied'je te muter,
ten Itedje, dat Rimaldo wel kende. Bij he!
schfp gekomen llet hij de manden zien aan
de matrozen en legde hun uit, dat het van de
Villanova kwam.
De matrozen, geen kwaad vermoedende, lie-
ten den herbergier en den jongen knaap aan
boord komen; ze pakten gretig toe en wilden
dadelijk den Italiaanschen wijn proeven, die
hun best smaakte. Toen een paar fiasco's
geledigd waren, begonnen zij vroolijk te zin
gen. De herbergier ging door met fluiten, ter-
wijl hij de kajuit naderde, waar Rinaldo was
opgesloten. Toen hoorde hij, dat daarbinnen
•hetzelfde deuntje werd gefloten. Op een gege-
ven oogenblik gaf de herbergier een geweldi-
gen slag tegen de kajuitdeur en het slot
sprong open. Er ontstond groote vewarring;
de matrozen, die niet vast op hun beenen
stonden, worden met gemak neergeslagen en
konden niet meer opstaan. De herbergier en
zijn jongen hielpen de gevangenen in het
bootje en verlieten daarna zelf het schip.
Toen vatte een van hen den kabel van het
bezocht, ha<! alls 12-jarlge jongen opdracht
gekregen ee-n opst-el te maken over „De be
ginselen d-er a.-r. partij."
Ouders, die kinderen hebben die naar
school moeten, zullen zich wel tweemaal
moeten be-denken eer zij die kinderen naar
de bijzondere school sturen, zei spr. Het el
ken dag weer voortdurend spreken over God
en godsdieost werkt vervlakkend. Spr. her-
innerde er aan, dat een paar jaren geleden
het hoofdbestuur van de vereeniging „De
Da-geraad" bestond uitsluiten-d uit oud-leer-
lingen van bijzondere scholen.
De openbare school voedt op tot christe-
lijke en maatschappelijke deugden. De al-
1-ereerste hiervan is verdraagzaamheid en
waardeering van andersdenkenden. Zij legt
daarmee vriendschapsbanden voor later, al
heeft men dan ook niet dezelfde godsdiensti
ge of politieke overtuigingen.
Wanneer wij de tegenwoordige leesboe-
ken der openbare school lezen, begrijpen wij
het best-e hoe zij de verdraagzaamheid en
waardeering en naastenliefde leert. Spr.
haalde een enkel voorbeeld daarvan aan.
Spr. consteerde, dat sommige voor-
standers der openbare school de armen over
elkaar hebben geslagen en gelaten aanzien
hoe de pacificatie-wet werkt. Zeker, 55 pet.
van de kinderen van ons volk bezoekt thans
de bijzondere school, maar men vrage niet
hoe dit zoo is gekomen, welke dwangmidde-
len soms zijn en worden toegepast om leer-
l'iogen voor die school te krijgen Eenmaal
zal de tijd komen, waarop met eeriijke mid'-
delen gestreden wordt en dan zal de zon
weder opgaan over de openbare school.
Daarom moet men met vertrouwen den
strijd hervatten.
Te lang hebben wij reeds stil gezeten, in
de overtuiging, dat alles wel terecht zou ko
men. Aanpakken is echter noodig tegenover
de vrienden van de overzijde. Wij moeten
onze openbare school verdedigen tegen aft*
aanvallen, die op haar worden gedaan bij
huisbezoek door voorstanders van de bij
zondere school, als zij handteekeninge-n ver-
zamelen voor het oprichten van een nieuwe
school. Op kautoor en werkplaats moeten
wij tegen lasterpraatjes over de openbare
school opkomen.
Spr. haa.-de het voorbeeld van Leerdani
aan, waar door het werken van vrienden
van het openbare ondeiwijs 100 kinderen
meer dan anders op de openbare school
weiden geplaatst.
Verschillende voorbeelden gaf spr. van
aanvragen voor't oprichten van bijzondere
scholen, waarvoor allerlei siin-ksche wegen
werden bewandel-d om voldoende handtee-
keningen te krijgen. Op dergelijke manieren
weet men te komen tot het bouwen van
steeds meer nieuwe scholen, waardoor we
der de onderwijskosten onnoodig enorm
worden opgevoerd. En dat alleen als ge
volg van een dwaze splitsing onder ons
volk.
Het geeft niet of men veel geld uitgeeft
voor onderwijs, het mag gerust ee-n paar
honderd miiuoen kosten, ais men er maar
wat goeds voor geeft. Maar thans is het
vaak zoo, dn-t alieen de zucht om schoolbe-
st-uurtje te spelen oorzaak is voor het stre-
ven naar oprichting van een nieuwe bijzon
dere school.
Men zegge niet, dat de ouders zoo doen
om invloed te hebben op d-e benoeming van
de onderwijizers en dan de aanstelling van
zoogenaamde ,,roode" onderwijzers te kun
nen verhinderen. Neen, dat is het niet, want
het sch-oolbestuur benoemt de 1-eerkrachten
zonder dat de ouders eenigen invloed heb
ben op die benoemin-g.
De onderwijzers aan de openbare school
mogen dan „rood" of „neutraal" zijn, spr.
eischte voor hen recht van eigen overtuiging
en hij was er zeker van, dat geen hunner
het in zijn hoofd zal halen om van die over
tuiging in de school te doen blijken, juist om
dat zij weten dat zulks niet wenschelijk is
voor de ziel van het kind.
In dit verband bespra-k de heer van Diesen
een klacht over het zoogefiaamde schenden
van de neutraliteit aan een lyc-eum te Am
sterdam, waar een leeraar een joodsch meisje
zou hebben aangetast in hare godsdienstige
gevoeleus. Na onderzoek was het lasterlijke
van dit praatje gebleken.
Volksonderwijs" zestig jaar geleden opge-
richt met 24 leden, werkt en strijd sinds dien
tijd voor de openbare school: In den loop der
jaren is het ledental merkelijk vooruitgaan,
Dit bedraagt nu 40371. Voor menschen van
elke godsdienstige of politieke overtuiging is
er plaats. Ncodig blijft nog steedls het strij
den tegen de verslechteringen van de school-
wet en het ijveren yoor het opvoeren van het
peil van het onderwijs, opdat de kinderen
straks, groote menschen geworden, beter
den strijd om het dagelijksch brood kunnen
voeren. De laatste jaren, de jaren na den
oorlog, toen velen een harden- bestaansstrijd
hadden te voeren, hebben duidelijk gemaakt,
anker en sneed dien door, zoodat het schip
wegdreef uit de kleine haven naar de oper
zee. Het bootje kwam behouden aan wal.
Rinaldo werd door den herbergier op d<
hoogte gebracht van de Villanova's han-delin-
gen op dien morgen. En nadat hij en zijn
mannen een flinke versterking hadden geno
men, keerden zij naar Montignoso terug,
slechts half vermoedend wat hun daar te
wachten stond.
XI.
Ten zuid-oosten van Turijn, aangeleund
tegen de uitloopers der hooge A'pen, ligt de
kleine stad Penerolo, aan den ingang van
twee prachtige valleien met voor zich een
uitgestrekte vlakte, waarin, als kleine wit-te
eilandjes in een zee van groen, honderden
dorpjes en gehuchtjes liggen.
Van den Oliveto-berg, waarop een ou<l
klooster staat, dat jaren geleden tot villa
werd ingericht, en die nu weer tot toevluchts-
oord voor nonnen dient, geniet men een zeld-
zaam mooi uitzicht op de zich op den aoh-
tergrond verheffende Cottische Alpen en de,
met eeuwige sneeuw bedekte schilderachtige
toppen van den Monte-Viso, den Mont-Blanc,
en den Mont-Rose.
Vlak bij is de Rocca di Cavour, een kleine
ronde heuvel, die een mierenhoop schijnt in
de onmetelijke vlakte. Daar werd Cavour,
de groote Italiaansche staatsman (1810—
1861), geboren.
Op dat schaakbord werden groote en be
langrijke partijen gespeeld; groote veldslagen
onder Catinat geleverd 16.90, 1692 en '931
(Wordt vervolgd).
4