Alkmaarsctie Courant Het getieim van de oude kast. Hindird negen en iwintigsti Jaargang. Radio-hoekje Stadsnieuws FEU1LLET0N. No. 178 1927 Maanda^ 1 Augustus. Dinsdag 2 Augustus. Hilversum. (1050 M.) 12.Politieberichten. 12.30 Lunchmuziek door het trio van het restaurant „De Rozenboom" te Bus- sum, onder leiding v. Willem Lohoff. 2.30 Militair concert door de Kon. Mil. Kapel. Dir. C. L. Boer op het Binnen- hof te Den Haag, ter gelegenheid van den verjaardag van H.M. de Konin- gin-Moeder. 6.Concert door het ANRO-orkest. Alida Hugel-piano. 7.45 Politieberichten. 10.30 Nieuwsberichten. 8.10 R.K. Avond. Mej. Gizi Toth de Kis- ker-sopraan. H. Enrenfeld-fluit. H. Brandts Buys-piano. Mar Ogier-viool. Ir. P. v. Noorden-piano. Pater Dal- matius 1. Drie liederen met begel. van piano en fluit. Brandts Buys. a. Nachtruf. Heindl. b. Abenstandchen, Brentans. c. Brautfahrt, Heindl. (so- praan-fluit-piano). 2. Rede van Pater v. d. Geest O.P. te Nijmegen. 3. So- nate C. klein, Corel li, a) Adagio, b) Vivace, c) Adagio-Cantabile, d) Viva ce, e) Giga. (Viool-piano). 4a. Friih- lingstraum, b. Der Wegweiser, c. Die Stadt. d) Wohin, Schubert, (sopraan- piano). 5. Vier fluitliederen, Brandts- Buys. a) Andante, b) Lento, c) Me- nuet. d) Allegro. (Piano-fluit). 6. Sonate c. klein op 137 no. 3, Schubert, a) Allegro-Guisto. b) Andante, c) Menuetto. d) Allegro moderato. (Fluit-piano). Daventry. (1600 M.) 12.20 H. Sensicle's Quintet en solisten (so- praan-ban jo-komiek) 3.20 Daventry-kwartet en solisten (bariton- piano). (4.20 Orkestconcert. (5.20 Lezing: The diploma gallerij. [5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dansmuziek. 6.50 Tijds., weerb., nieuws. 7.05 Lezing: Eye-Witness account of Cowes Regatta. 1-7.20 Lezing: A new use for barne. (7.35 De sonates van Beethoven. 7.50 Zang in het kamp van de Duke of York. New Romney. Rede van de Duke of York. 8.20 Carmen,opera van Bizet. 0.20 Weerber., nieuws. 9.40 „William Blake and his poetry", le zing. 9.55 „Carmen", Vervolg. 10.50 Dansmuziek. Parijs „Radio-Parijs"1750 M.) 10.50 Concert. "2.50 Orkestconcert. 5.05 Concert voor piano, viool en cello. 1.50 vFragmenten uit de opera „Henry Vlll van St. Saens. Groot orkest en solisten. Konigswusterhausen. (1250 M.) en Berlijn. (484 en 566 M.) 12.20 Lezingen en lessen. 8.50 Orkestconcert. Volkmann: Ouverture Richard 111. serenade. Raff.: Sympho- in in Walde. Langenberg. (469 M.), Miinster. (242 M.) en Dortmund. (283 M.) 1.30 Orkestconcert. 5.50 Kamermuziek. 8.50 Populair orkestconcert. R. Grote- cello. W. Strienz-bas. B. Zimmerman- leider. Hamburg. (395 M.) 4.35 Orkestconcert. 6.20 Concert. 8.20 Concert in de Antwerpsche Diefr- Feestspelen. Orkest en solisten. Daar- na dansmuziek tot 11.10. Brussel. (509 M.) 5.20 Dansmuziek. 8.20 Cocnert in de Antwerpsche Dier- gaarde. Vo(k«*onderw|js-land(la^. De Volksonderwijs-landdag, gister in den Muziektuin gehouden, heeft het met het weer bijzonder getroffen. Bij het heerlijke zomer- weer was het inderdaad een genot te toeven in den schaduwrijken tuin. De opening. Tegen 12 uur, toen leden van de koorklas- Oorspronkelijke schets in ouden trant door A. Duijts Gaydou. 12) Voor de oude citadel bevindt zich nu een orachtig monument van Pietro Micca, dat aan fat feit herinnert. Volgens de belofte van Victor Amandeus II, eersten koning van Sardinie, werd op de Superga een groote kerk gebouwd, die ievens het mausoleum werd van de Konin- zen van Sardinie. Victor Emmanuel II, eerste koning van Italic, werd in het Pantheon te Rome bijgezet, evenals Umberto I, zijn zoon Uit de hoogte van Superga heeft men een prachtig uitzicht op de stad en de rivier met haar sieriijke bruggen, en vooral op den Mont-Cemis en den Mont-Rose. X. ln benedenzaal van het paleis d^'Este ngt Walfried. De zoele lentelucht stroomt naar binnen door de openslaande deuren; een geur van bloemen en het zacht gefluit van een jonge merel spreken van voorjaar, van hefde, van geluk. Maar niet tot den man, die ar ligt uitgestrekt. Hij ligt half versuft, meer d-ood dan levend, en slechts een enikele gedachte schijnt bij hem nog helder te zijn. Nu to dan opent hij zijn vermoeide oogen en sen van aen H?rer Corn. TofTM flch fia'dden opg^steld voor het geven van een paar zang- nummers, opende heer Jb. C1 o e c k, voor- zitter van het landdag-comite, de bijeen- komst met te wijzen op de waarde van het openbaar onderwijs waarvoor landdagen ais deze worden gehouden. De vraag: „waar- voor Vo'ksonderwijs-landdagea?" beant- woordde spr. als volgt: Omdat de voorstanders van de openbare school nog niet inzien dat er voor het open- baa r onderwijs gestreden moet worden; niet voelen dat het openbaar onderwijs door de financieele gelijkstelling en den daarna gevoerden strijd tegen de openbare school in een zeer ongunstige positie is ge- komen moeten leeren de waarde van het openbaar onderwijs onder woorden te brengen; moeten begrijpen het groote verschil tus schen de openbare school, die de eenheid on der het volk wil, en de bijzondere school, waardoor reeds bij het kind de ondergrond voor latere verdeeidheid gelegd wordt, ter- wij'l in dezen tijd heel de wereld voelt, dat in de maatschappij slechts het gevoel van saamhoorigheid de grond kan zijn voor men- schelijk geluk; geen grooter weldaad kan worden bewe- zen aan ons toekomstig volk, dan opvoeding van de jeugd in het besef dat wij alien dlkaar ncodig hebben en voor elkaar wat moeten over hebben, wat volgt uit weder- zijdsch waardeeren. Denk er aan, vervolgde spr., wie scheids- muren optre-kt tusschen de kinderen van een yolk, stapelt bergen van vooroordeel en tweed racht op voor volwassenen. Maar wil bij den strijd voor de openbare school nooit het bijzonder onderwijs aanval- len. Dat veroordeelt zic-h zel.f door de ver deeidheid die het kweekt. Strijd voor de openbare school, dat is voor de bevordering van de eenheid en de verdraagzaamheid, wanneer gij wilt dat de kinderen opgeleid worden tot alle christelij- ke en maatschappelijke deugden, waarvan wel de voornaamste is het gevoel van saam hoorigheid-, de ondergrond van het bijbel- wooro: „Hebt uw naasten lief geldjk u zel- ven Daarom, zoo wekte spi. op, leert strijden voor de openbare school. Zij is de plaats waar die kinderen eendrachtig omgaan met elkaar, zonder onderscheid van geloof en elkaar leeren kennen en waardeeren. Boven de groepen staat de gemeenschap. Deze te willen dienen geeft bevrediging en waarde aan het leven. Om dat alles te bereikenonze Volks- onderwijs-landdagen. Nadat spr. nog had meegedeeld, dat de heer Kl. de Vries, die als redenaar zou op- treden, plotseling ziek geworden was en nu vervangen zou worden door den heer W. van Diesen, adfnin-istrateur van het hoofdbestuur van Volksonderwijs, vroeg hij aandacht voor den zang der koorkkcssen. Aanvankelijk wat zwak en weifelend, mis- schien als gevolg van het ongewone van in een nis te zingen in de open lucht, klonken na een couplet de meisjesstemimen helder en duidelijk. Er waren heel jeugdige meisjes bij. Drie liedjes werden gezongen, n.l. ,,Zonnetje, waar blijf je toch?" van Ol. Koop, „Vacan- tie-kinderfeest", van H. J. den Hertog en „Zonnelied", van Cadi, van Rennes, alle onder pianobegeleiding van een anderen leer- ling van dien heer Jonker, n.'l. G. Hek-ket, die daarmee toonde gevoel en oor voor muziek te hebben en een vaardige hand. Rede van den heer Oud. Als eerste spreker trad nu op mr. P. J. Oud, uit Den Haag, lid van de Tweede Ka- mer. Het spreekgestoelte stond voor de ooste- lijke waranda op het terras. De heer Oud meende dat ieder voorstan- der van Volksonderwijs zal toejuichen dat de vereeniging van dien naam propaganda onderneemt in het belang van dat onderwijs. Immers, de toestandi is in werkelijkheid zoo (het geeft niet het te ontkennen of verstop- pertje te spelen): onze openbare school is tengevo'lge van de gelijksteling in het ge- drang gekomen en het peil van het onderwijs is gedaald. Het is goed zich daarvan reken- scha-p te geven en den bestaanden toestand onder oogen te zien, omdat dan all een ver- betering kan worden beraamd. Spr. wierp hierna een terugblik op de ge- sehiedenis. Bij het stemmen voor die gelijk stelling was de overtuiging dat het openbaar onderwijs als volksonderwijs het door zijn deugdelijkheid zou winnen en die verwach- ting hebben wij op het oogenblik nog, zei spr. Dat was ook de overtuiging van wij'len dr. Bos en den heer Ketelaar, zeer zeker groote vrienden van de openbare school. Zij waren overtuigd, dat het peil van het onder wijs zou st-ijgen tengevolge van de gelijk stelling. Geconstateerd kon worden, dat het onder- zijn blik richt zich vragend naar Guattiero, die hem wel begrijpt. Ja, misschien is zij weldra hier; de koerier is nog niet ierug, hij kan toch elk oogenblik komen En de oogleden van den zieke sluiten zich weer, zonder dat hij een woord heeft geuit. Wat Gualtiero aan Silvia niet geschreven heeft, weet hij nu. Voordat hij naar Modiena vertrok had de markies hem iets verteld dat hem al het andtere beter heeft doen begrijpen. Toen ze de Virianova in Vlaanderen had1- den ontmoet, was hij dikwijls alleen met Wal fried geweest en elken keer vond de markies Walfried zeer ontdaan, maar hij had nooit iets van hem kunnen vern-emen. Op een och- tend-, kort voor het vertrek uit Duinkerken, zag de markies de Villanova met haastige schreden bet vertrek, waar Walfried zich be- vond, verlaten, en kort daarna had hij op zijn Spaansch schip die haven verlaten. Maar de markies d'Este vond zijn jonge verwanf in een zeer opgewonden toestand!; hij had hooge koorts en ijlde voortdurend. De naam van Silvia kwam dikwijls op zijn lippen en hij smeekte haar om bij hem te komen. Zijn wond verergerdie daardoor. Een Eaar dagen later lag hij weer rustig en kon ij zelfs in de kamer loopen, maar zijn heele houd'ing was verandeid. Het was of hij alles vergeten was en hij vroeg niet meer naar Silvia en zijn kind. Wezenloos kon hij Jang zitteni staren, zon der een woord te spreken. De markies, die naar zijn woonplaats verlangde terug te gaan, besloot hem zoover mede tie neinein. wijs jaren lang een speelbal was geweest van de politick. De voorstanders van de openbare school meenen, dat, ondan-ks alle verschillen in godsdienstige en politieke o-p- vattingen, de school mote blijven voor alle kinderen, judst omdat die openbare school zulk een machtig middel is in den strijd voor de saamhoorigheid van het Nederlandsche vo'lk, een saamhoorigheid, die steeds in het oog moet wordien gehouden, al is men dan ook verschillende politieke richtingen toe- gedaan en heeft men niet alien dezelfde godls- dienstige overtuiging. Het groote beginsel van het openbaar on derwijs gaat uit van de overtuiging, dat er algemeene beginselen zijn die gelden voor alle weldenkenden, hoe ook geloovend op politick of godsdienstig terrein. Daartegenover kwamen degenen, die zich van het -kind wilden meester maken om het op te voeden in eeni bepaalde richting, waar- tegen de voorstanders van de openbare school opkomen, omdat zij afkeuren dat kin deren van 5 a 6 jaar reeds worden voorbe- reid voor strijd. Ondanks het feit, dat hij voorstander is van het openbaar onderwijs en ondanks het verlangen dat er slechts een school voor het heele volk zou moeten zijn, had spr. voor de gelijkstelling gestemd, omdat hij overtuigd is, dat ieder zijn kind met vol vertrouwen naar de openbare school kan zenden. En nu is het de taak van ieder om dat idee ook bij anderen te versterken en hen te overtuigen, dat voor de saamhoorigheid van ons volk de openbare school nommer een is. Maar die overtuiging kan niet door dwang worden opgelegd. Het zou niet in het belang van de openbare school zijn, als een meerder- heid van voorstanders het bijzonder onder wijs verbood, omdat daardoor geen voorstan ders uit overtuiging zouden worden ge- kweekt. Uit dit oogpunt moet het beginsel van de bevrediging worden gezien. Jaren lang had men den schoolstrijd gezien en waargenomen dat die voor het onderwijs verbazend slecht was, evenals voor zijn personeel. Het was onmogelijk veel te verbeteren, omdat dit slechts den strijd zou verscherpen. De ge lijkstelling zou verbetering brengen en den strijd overbrengen naar ander terein, het zou worden een strijd tusschen de voorstan ders van openbaar en bijzonder onderwijs. Dat was in 1920, toen de wet-de Visser werd aangenomen, met hare schiitterende perspeetieven voor het onderwijs. Maar ge- lijk zou dikwijls, bemerkte men de fouten de- zer wet pas later. Allereerst kwam aan het licht, dat zij de splitsing in de hand wer-kte en aanleiding gaf tot a'llerlei geknoei enz., om tot stichting van een bijzondere school te kunnen komen. Dat was geen openlijke, loyale strijd, maar ondergrondsoh gewroet. Door de oprichting van tal van bijzondere scholen werden de kosten voor de gemeenten enorm vergroot en een tijdperk van bezuiging brak aan. Wat diep griefde, was, dat men toen een aanslag deed op het peil van het onderwijs, waarimee gehandeld werd in Mjinrecbten strijd met de bevrediging. Spr. -ging hierop na wat er in die bezui- migingsperiod-e veranderd (en verslechteri) werd aan de onderwijswet: grootere klas- sen, waardoor die nog grooter werden dan volgens de wet-Kappeijne van vijftig jaar geledem; het vervolgonderwijs werd prac- tisch ten doode opg-eschrevenhet 7e leer- jaar, een der mooiste punten van de wet, werd tot 1930 opgeschort en daarmee was een geweldige slag toegebra-cht, omdat daardoor een voorbereiding voor middel- baar en hooger onderwijs cerviel niet al leen, maar vooral omdat daardoor aan hen, die niet verder zutlen studeeren, d-e gelegen heid tot verdere ontwikkeling werd b-eno- men. Een ander gevolg was, dat daardoor het arbeidsverbod voor kinderen beneden 14 jaar in het gedrang 'kwam. Een a-ndere ernstige aanslag op het peil van het onderwijs noemde spr. het instituut van assistenfen, als middel om kleine scho len te helpen. Ook dit zou duren tot 1930, dus zes jaar lang, waarin aan het volkson derwijs groote schade zal worden toege- bracht. Tegen een en ander kwamen de voor standers van de openbare school op, omdat het peil van het onderwijs er te zeer door zou dalen. Zij gaven wel toe, dat het onder wijs enorm veel kostte, maar dat moest wor den beperkt door an-dere maatregelen, zoo- als bijv. het n-agaan van de werking van de wet terzake van de heilllooze splitsing. Ge- noemde voorstanders wilden een commis- sie van on-derzoek, maar de minister was daartegen, omdat hij onmiddellijk de milli- oenen moest hebben, die de bezuiniging zou meebrengen. Wel werd den volgenden dag van acbter de regeeringstafel in de Tweede Kamer geplei-t van een commissie van on- derzoek in-zake d'e mogelijkkeid vain bezuind- Met veel zorg bracht hij hem tot Turijn. D-aar verergerde al spoedig de toestand van den armen Walfried, de dokter, die bij hem werd geroepen, constateerde eene langizame vergiftigi'ng. Dat was het dus. Om hem bet medail'lon en de andere voor- werpen af te nemen had de Villanova hem iets i-n-gegeven, dat hem niet dadelijlk maar toch langzaam zou dooden! Er was geen- hoop meer ;toen Silvia bin nentrad, zag ziji dadelijlk, dat zij niet veel la ter had moeten komen, om haar man nog in leven te vinden. Zij hielde zich dapper ge- noeg en verliet geen oogenblik den armen krijgsman, dienu zijn laatsten strijd streed1 Twee dagen daarna was Silvia weduwe Alfonso was te joog om zijn groot verlies te kunnen begrijpen; hij schreide omdat hij zijn moeder zag weenen, en hij troostte haar en zei Moeder ween niet, als vader niet terug komt, zal ik wel voor u zorg-en. Het stoffelijik overschot van den jongen dapperen Walfried werd in' de keric van de heilige Annunziata Jn alien eenvoud bijge zet in het graf van den- tak der familie d'Este, die sedert eenige jaren te Turijn was geves- tigd. De weduwe-sluier onttrekt soms aan de bli'kken veel ellende, veel Heed; wij zullen dat leed eerbiedigien en eenige bladen omslaan van het boek der eenzame vrouw Maar nu wordt dien lezer verzocht even mee naar Avenza terug te keeren. ging bij de marine. Die commissie kwam er wel en nog is de beoogde bezuiniging niet doorgevoerd. De minister nam aan, dat de maatregelen van verslechteriing van het onderwijs zou den kunnen worden ingetrokken in 1930 als wanneer hij een verhooging van de belas- tingopbrengst verwachtte. Echter, zei spr., de verwachting van de regeerinig, dat de belastingopbrengst de eer ste jaren- nog zou dalen, is gelukkig naet in vervuilling gegaan. Zij steeg met ettelijke miillioenen en daarom hadden we mogen verwach'ten, dat de verslechteringen van het onderwijs zouden zijn teruggenomen en al lereerst het 7e leerjaar was ingevoerd. In de Tweede Kamer werd dan ook meerma'len zulks gevraagd. Het gevolg van al dat aan- drinigen zal nu zijn, dat in September a.s. de regeering haar plannen ten deze zal kenbaar maken en misschien in Juli 1928 het 7e leer jaar zal worden ingevoerd. Alles te zamen genomen, is het thans voor de voorstand-ers van de openbare school geen vroolijke tijd. Als alle voorstanders van goed onderwijs evenzeer waren door- drongen van het onmisbare daarvan, zouden de verslechteringen niet zijn gekomen. Be zuiniging op het volksonderwijs is het laat- ste, waartoe men zou mogen komen, ja. men mag daar nooit aan toegeven. Onjuist is de meenimg, dat de Nederland sche gulden gaaf is, als de begrooting maar sluit. Immers als men daarvoor het peil van het onderwijs aantast en daarmee de volks- welvaart en volkskracht, zal men voor le toekomst die gaafheid ten zeerste hebben aangetast. Want door het onderwijs slechter te maken ondermijnt men de volkskracht en bemoeilijkt men den strijd om het bestaan in d-e toekomst voor onze kinderen. En wie in -kortzichtigheid meenen de begrooting te redden door aan het onderwijs te tornen. zijn inderdaad de grootste belagers van een slui-tende begrooting. Eens zal er een tijd komen, dat alien te- rugkeeren tot de openbare school, dat zegt ons onze overtuiging dat juist die school zooveel deugden kweekt. De slechte tijd voor het openbaar onder wijs beteekent de nadering van betere tij- den. Wij zullen blijven strijden voor de komst daarvan, omdat het onderwijs nooit zoo goed zal zijn als op het oogenblik dat er slechts een school, de openbare. is, waar voor men zal kunnen werken tot verhoo ging van het geluk van heel ons volk. (Ap- plaus). Na de rede van den heer Oud werd eeni- gen tijd gepauseerd. Aan het einde daarvan werden -gemeenschappelijk „Volksonder- wijs"-liederen gezongen met pianobege.ei- di-ng. Eerst ging bet -een beetje onwenniig, maar langzamerhand kreeg men den goed-en toon te pakken en werd met geestdrift ge zongen. Rede van den heer van Diesen. Daarna was het woord aan den tweeden spreker, den heer W. vanDiesen. Deze ving aa-n met te constateeren, dat er raar is omg-esprongen met de onderwijswet-1920 en dat de vraag rdjst: Wachter, wat is de van den nacht? Wij kunnen nog niet antwoar- den, dat een nieuwe dag spoedig zal gena- -ken, maar wel zijin er teek-enen, die er op wijzen, dat een betere dag op komst is. Daarom moeten wij voortgaa-n met moed en vertrouwen en daarbij ons de gevaren niet ontveinzen, die onze mooie openbare school bedr-eigen, de school die de eenige moest zijn i-n ons land. Gevaren bedreigen haar zeer zeker. Spr. wees hiefbij- op de opheffing van de open- bare school te Egmond-Binn-en, tegen den wensch der ouders, een opheffing die werd doorgezet onder het voorwendsel van bezui niging. Deze bezuiniging 1-eidt echter tot het gevolg dat Egmond-Binnen meer, veel meer zal hebben te betalen dan de instandhouding van de openbare school zou hebben gekost Gevaar dreigt ook in Al'kmaar, zei spr en hij releveerde dan den aanvail van het N H. D., dat had geschreven over bet zingen door de kinderen bij het laatste schoolfeest en beweerd had dat de Internationale was aangeheven. Deze lasterlijke aanval was voldoende weerlegd, meende spr. Voorts deelde spr. nog eenige „vergissin- gen'' van redact-euren van andere bladen mee, b.v. van „Het Zuiden" en andere orga- nen, die het zoo graag willen doen voorko- men, dat de open-bare school socialistisch zou zijn. Spr. stelde hie-rtegenover, dat de openbare onderwijzer geen maatschappeHjke of poli tieke yraagstukken in de school brengt, om dat hij overtuigd is, dat die niet in de school behooren. In de bijzondere school is dit heel an- ders. Men voedt daar op tot leden van een bepaalde godsdienstige richting en politieke partij. Spr., die zelf de bijzondere school had De herbergier, die zoo verblijft was door het optreden van de Villanova, begreep spoe dig, dat er onraad was met Ri-naldo en zijn manner, daar zij niet terug waren gekomen. Hij verzo-n iets om achtier de waarheid te komen. Hij riep een aardigen staljongen, een opgewekten bnaap met donkere fonkelend-e oogen en gaf hem een mand met wijn te dra- ger. vervolgens nam hij zelf een mand met eieren, versch-e broodjes en andere provisie; hii begaf zich naar de haven en met zijn eigen roeiboot kwam hij bij het Spaansche schip. Toen begon hij een lied'je te muter, ten Itedje, dat Rimaldo wel kende. Bij he! schfp gekomen llet hij de manden zien aan de matrozen en legde hun uit, dat het van de Villanova kwam. De matrozen, geen kwaad vermoedende, lie- ten den herbergier en den jongen knaap aan boord komen; ze pakten gretig toe en wilden dadelijk den Italiaanschen wijn proeven, die hun best smaakte. Toen een paar fiasco's geledigd waren, begonnen zij vroolijk te zin gen. De herbergier ging door met fluiten, ter- wijl hij de kajuit naderde, waar Rinaldo was opgesloten. Toen hoorde hij, dat daarbinnen •hetzelfde deuntje werd gefloten. Op een gege- ven oogenblik gaf de herbergier een geweldi- gen slag tegen de kajuitdeur en het slot sprong open. Er ontstond groote vewarring; de matrozen, die niet vast op hun beenen stonden, worden met gemak neergeslagen en konden niet meer opstaan. De herbergier en zijn jongen hielpen de gevangenen in het bootje en verlieten daarna zelf het schip. Toen vatte een van hen den kabel van het bezocht, ha<! alls 12-jarlge jongen opdracht gekregen ee-n opst-el te maken over „De be ginselen d-er a.-r. partij." Ouders, die kinderen hebben die naar school moeten, zullen zich wel tweemaal moeten be-denken eer zij die kinderen naar de bijzondere school sturen, zei spr. Het el ken dag weer voortdurend spreken over God en godsdieost werkt vervlakkend. Spr. her- innerde er aan, dat een paar jaren geleden het hoofdbestuur van de vereeniging „De Da-geraad" bestond uitsluiten-d uit oud-leer- lingen van bijzondere scholen. De openbare school voedt op tot christe- lijke en maatschappelijke deugden. De al- 1-ereerste hiervan is verdraagzaamheid en waardeering van andersdenkenden. Zij legt daarmee vriendschapsbanden voor later, al heeft men dan ook niet dezelfde godsdiensti ge of politieke overtuigingen. Wanneer wij de tegenwoordige leesboe- ken der openbare school lezen, begrijpen wij het best-e hoe zij de verdraagzaamheid en waardeering en naastenliefde leert. Spr. haalde een enkel voorbeeld daarvan aan. Spr. consteerde, dat sommige voor- standers der openbare school de armen over elkaar hebben geslagen en gelaten aanzien hoe de pacificatie-wet werkt. Zeker, 55 pet. van de kinderen van ons volk bezoekt thans de bijzondere school, maar men vrage niet hoe dit zoo is gekomen, welke dwangmidde- len soms zijn en worden toegepast om leer- l'iogen voor die school te krijgen Eenmaal zal de tijd komen, waarop met eeriijke mid'- delen gestreden wordt en dan zal de zon weder opgaan over de openbare school. Daarom moet men met vertrouwen den strijd hervatten. Te lang hebben wij reeds stil gezeten, in de overtuiging, dat alles wel terecht zou ko men. Aanpakken is echter noodig tegenover de vrienden van de overzijde. Wij moeten onze openbare school verdedigen tegen aft* aanvallen, die op haar worden gedaan bij huisbezoek door voorstanders van de bij zondere school, als zij handteekeninge-n ver- zamelen voor het oprichten van een nieuwe school. Op kautoor en werkplaats moeten wij tegen lasterpraatjes over de openbare school opkomen. Spr. haa.-de het voorbeeld van Leerdani aan, waar door het werken van vrienden van het openbare ondeiwijs 100 kinderen meer dan anders op de openbare school weiden geplaatst. Verschillende voorbeelden gaf spr. van aanvragen voor't oprichten van bijzondere scholen, waarvoor allerlei siin-ksche wegen werden bewandel-d om voldoende handtee- keningen te krijgen. Op dergelijke manieren weet men te komen tot het bouwen van steeds meer nieuwe scholen, waardoor we der de onderwijskosten onnoodig enorm worden opgevoerd. En dat alleen als ge volg van een dwaze splitsing onder ons volk. Het geeft niet of men veel geld uitgeeft voor onderwijs, het mag gerust ee-n paar honderd miiuoen kosten, ais men er maar wat goeds voor geeft. Maar thans is het vaak zoo, dn-t alieen de zucht om schoolbe- st-uurtje te spelen oorzaak is voor het stre- ven naar oprichting van een nieuwe bijzon dere school. Men zegge niet, dat de ouders zoo doen om invloed te hebben op d-e benoeming van de onderwijizers en dan de aanstelling van zoogenaamde ,,roode" onderwijzers te kun nen verhinderen. Neen, dat is het niet, want het sch-oolbestuur benoemt de 1-eerkrachten zonder dat de ouders eenigen invloed heb ben op die benoemin-g. De onderwijzers aan de openbare school mogen dan „rood" of „neutraal" zijn, spr. eischte voor hen recht van eigen overtuiging en hij was er zeker van, dat geen hunner het in zijn hoofd zal halen om van die over tuiging in de school te doen blijken, juist om dat zij weten dat zulks niet wenschelijk is voor de ziel van het kind. In dit verband bespra-k de heer van Diesen een klacht over het zoogefiaamde schenden van de neutraliteit aan een lyc-eum te Am sterdam, waar een leeraar een joodsch meisje zou hebben aangetast in hare godsdienstige gevoeleus. Na onderzoek was het lasterlijke van dit praatje gebleken. Volksonderwijs" zestig jaar geleden opge- richt met 24 leden, werkt en strijd sinds dien tijd voor de openbare school: In den loop der jaren is het ledental merkelijk vooruitgaan, Dit bedraagt nu 40371. Voor menschen van elke godsdienstige of politieke overtuiging is er plaats. Ncodig blijft nog steedls het strij den tegen de verslechteringen van de school- wet en het ijveren yoor het opvoeren van het peil van het onderwijs, opdat de kinderen straks, groote menschen geworden, beter den strijd om het dagelijksch brood kunnen voeren. De laatste jaren, de jaren na den oorlog, toen velen een harden- bestaansstrijd hadden te voeren, hebben duidelijk gemaakt, anker en sneed dien door, zoodat het schip wegdreef uit de kleine haven naar de oper zee. Het bootje kwam behouden aan wal. Rinaldo werd door den herbergier op d< hoogte gebracht van de Villanova's han-delin- gen op dien morgen. En nadat hij en zijn mannen een flinke versterking hadden geno men, keerden zij naar Montignoso terug, slechts half vermoedend wat hun daar te wachten stond. XI. Ten zuid-oosten van Turijn, aangeleund tegen de uitloopers der hooge A'pen, ligt de kleine stad Penerolo, aan den ingang van twee prachtige valleien met voor zich een uitgestrekte vlakte, waarin, als kleine wit-te eilandjes in een zee van groen, honderden dorpjes en gehuchtjes liggen. Van den Oliveto-berg, waarop een ou<l klooster staat, dat jaren geleden tot villa werd ingericht, en die nu weer tot toevluchts- oord voor nonnen dient, geniet men een zeld- zaam mooi uitzicht op de zich op den aoh- tergrond verheffende Cottische Alpen en de, met eeuwige sneeuw bedekte schilderachtige toppen van den Monte-Viso, den Mont-Blanc, en den Mont-Rose. Vlak bij is de Rocca di Cavour, een kleine ronde heuvel, die een mierenhoop schijnt in de onmetelijke vlakte. Daar werd Cavour, de groote Italiaansche staatsman (1810— 1861), geboren. Op dat schaakbord werden groote en be langrijke partijen gespeeld; groote veldslagen onder Catinat geleverd 16.90, 1692 en '931 (Wordt vervolgd). 4

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1927 | | pagina 5