Alkmaarsche Qaurant
Het gelrcim van de oude kast.
ADVERTEERT IN DE
ALKMAARSCHE COURANTI
FEUILLETON.
y
No. 179 1927
Honderd negen en twintigst! iaargang.
Dinsdag: 2 Augustus.
Radio-hoekje
Woensdag 3 Augustus.
Hilversum (1050 M.J
12.Politieberichten.
12.352. Lunchmuziek door het trio van
fiet Restaurant „De Rozenboom" te Bussum,
raider leiding -van Willem Lohoff.
2.30. Voor de Jeugd. Aansluiting van het
Kurhaus te Soheveningen. Poppenkastopvoe-
ring van Henri Nolles. 1. De Gelaarsde kat,
sprookje in 3 bedrijven. 2. Poppen-gymnastiek,
fustig gebarenliedje. Pauze. Humoristische
goochelkunst. 1. Waar is de limonade. 2. Uit
ile lucht gegrepen. 3. De wonderparasol. 4.
De Japansche toovervazen. 5. Een vlugge
dokter.
5.6. Concert door het A.N.R.O.-orkest.
L. v. d. Ta, viool.
6.30-7. Voortzetting van het concert.
Engelsch programma.
6.457.45. N. O. V.-uitzending. Lezing
ever: Tristan en Isolde van Richard Wagner
door Alexander Pooknan. Dir. van de Co-
Opera-tie, met medewerking van Liesbeth
PoolmanMeissner, Isolde. Jules Moes,
Tristan. Anton Dirks, Kurwenal, aan de
piano J. R. Gravelotte.
7.45. Politieberichten.
8.15. Kurhausconcert. Het Residentie-
orkest onder leiding van prof. G. Schneevoigt.
Ilona Kabos, piano.
11.2012. Dansmuziek van de Centraal-
Diele te Scheveningen door de Internationaal
"Five Los Carambas Cincos.
u Daventry (1600 M.)
12.20. De Radio-dansband en H. Alston
Liedjes aan de piano,
j 1.202.20. Orkestconcert.
3.20. Het Daventrykwartet en solisten
([(viool-bariton).
5.35. Kinderuurje.
.6.20. Orgelbespeling door Reg. Foort.
6.40. Tuinpraatje.
6.50. Tijds., weerbericht, nieuws.
7.05. Orgelbespeling (vervolg).
7.20 „A Hungarian Wedding", lezing.
7.35. De Sonates van Beethoven.
7.50. Programma van de Pump room
Gardens, Royal Leamington Spa. Rede door
den burgemeester. De Militaire band.
8.35. „The Rhapsodies", concert-partij,
onder leiding van F. Dunlop. In Leamington
Spa. C. Howard, sopraan. D. Wills, come
dienne. M. Wood, soubrette. B. West, piano.
•N. Wall, komiek. D. Young, bariton. F. Dun
lop, komiek
9.20. Weerbericht, nieuws.
9.40 Causerie.
9.55 „A Butterfly on the Wheel", een stuk
!n 4 acten van E. G. Hemmerde en F. Neil-
son.
11.2012.20. Dansmuziek.
Parijs „Radio-Parijs"1750 M.J
10.50—11.20. Concert.
12.502.10. Orkestconcert.
5.055.55. Orkestconcert. Solo's voor
piano, viool en cello.
8-5010.50. Orkestconcert.
Konigswusterhausen (1250 M.)
en Berlijn (484 en 566 M.)
12.208.05. Lezingen en lessen.
8.50. Dansen van voorheen.
9.20. Vroolijke voordrachten.
9.50. Moderne dansen.
10.5012.50. „Wanderlust." Concert.
Langenberg (469 M.J, Minister
(242 M.J en Dortmund. (283 M.)
1.302.50. Orkestconcert.
5.506.50 Orkestconcert. Kamermuziek.
9.1010.50. Concert. Het Crefelder Dub-
fcelkwartet. Opera-hoornkwartet Keulen.
Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
Hamburg (395 M.)
4.35. Concert. Orkest en M. Korner. has
Sari ton.
5.20 Dansmuziek.
6.20. Concert.
T.20. Concert.
8.20. „Ferienbummel", vroolijke avond.
Orkest en solisteb. Daarna dansmuziek tot
11.10.
Brusset (509 M.)
5.206.20. Kamermuziek.
8.209.20. Orkestconcert.
9.20. „La Servante maitresse", van Per-
golese.
10.20. Sluiten.
Oorspronkelijke schets in ouden Irani
door A. Duijts Oaydou.
13)
Vijf legers bewogen zich daar, in het dal,
de heuvels op en af; Piemontezen, Engel-
schen, Hollanders, Duitschers van het rijk
en van het Electoraat, Waldensen en Protes-
tanten uit Frankrijk, Victor Amadeus II en
Eugenio van Savoye die de vrijheid van
Europa op den machtigen Lodewijk XIV
trachten te veroveren.
De citadel van Pinerolo, met haar hooge
muren en haar geheimzinnige gevangenissen,
hield lange jaren menig beroemd man ge-
vangen, die daar vertoefde in weelderige
vertrekken, zooals de intendant Fouquet, die
er na een verblijf van 19 jaar stierf, en zijn
beruchte dienaar Eustache Danger, de nog
beroemder Lauzum en de geheimzinnige per-
soon bekend als le Masque de fez.
Die tijden zijn goddank voorbijnu spreekt
alleen de herinnering van de wapenfeiten, de
heldendaden en de bloedige tooneelen, die
zich daar afspeelden, voor de onafhankelijk-
heid van een volk, voor de vrijheid van ver-
schillende landen, voor de toen nog pas ont-
stane vredesidee, die na zooveel eeuwen nog
steeds een ideaal blijft, al is thans een paleis
verrezen om het ideaal te verwezenlijken, dat
Qe Zoon des Menschen verkondigde: Vrede
op aarde
Daar, op de loggia's,van den "Mopt Oliyeto,
De roep naar samenwerking tusschen
kapitaal en arbeid
door Lord Grey van Falladon, Lid van het
Hoogerhuis vrtfeger Staatssecretaris van
Buitenmndsche Zaken.
Nu de mijnwerkerscrisis is overwonnen en
de algemeene staking achter ons ligt, staan
wij voor den „Trades Union Bill", die de
positie van de vakvereenigingen ernstig zou
schokleen. Wat is die moraal van dit alles?
Dat, wanneer men wil dat de toestanden in
Engeland weer gezond worden, de verhou-
ding tusschen werkgevers en werknemers
anders worden moet. Wij bebben al onze
capaciteiten op industriegebied noodig, om
ons te herstellen van de gevolgen van den.
oorlog en onze plaats tegenover de bestaande
wereldconcurrentie weer in te nemen. Drie
qualiteiten zijn er, die wij noodig hebben en
die wij volledig moeten uitbuiten. Zonder
deze zuilon wij niet verdier kunnen bestaan.
De eerste is de handigheid de energie, de
zakengeest en de ervaring van de onderne-
mers, de kopstukken der particuliere in
dustrieen. De tweede is de flinkheid van den
Engelschen arbeider en de derde de goede
verstandhouding tusschen beide.
En juist deze factor ontbreekt ons, en het
is wel de moeite waard eens te onderzeeken
waarom ze ontbreekt.
Om de 'oorzaken hiervan te vinden, moet
men terug zien op de afgeloopen eeuw. De
werkclijke oorzaak moet niet gezocht worden
in de v.genwoordige verschilpunten. Deze
zijn slcciits een gevolg van de gebeurtenissen
uit die dagen, toen de welvaart van het land
onder de regeering van koningin Victoria,
met ongedachte schreden vooruit ging. Toen
ter tijde zagen de ondernemers niet in dat na
korter of langer tijd eert samenwerking met
de arbeiders noodig zou worden. De loonen
werden gedrukt door verlaging van het stuk-
loon, zoodat, terwijl de industrie bloeide, de
bedrijven vergroot en vermogens verworven
werden, de op zich zelfstaande arbeid, bij
langer werktijd, met lager loon genoegen
nemen moesten. Hierin schuilt de wortel van
het kwaad. Toen ontstond langzamerhand Ce
vakbeweging, om den arbeider tegen uitbui-
ting te beschermen, en om hem een billijk
aandeel te verschaffen van datgene wat hij
zelf geschapen had.
De ondernemers en de vakbonden namen
voortaan tegenover elkander een defensieve,
dikwijls zelfs een offensieve houding aan, die
daaruit voortkwam, dat beide partijen zich
op die waarheid beriepen, waarbij geen van
beide de voile waarheid inzag.
De werkgevers, de aandeelnouders zeiden
dat zonder hun kapitaal hun fabriek of hun
mijn niet zou bestaan en niet in bedrijf zou
zijn en dat de loonen die den werklieden in
het begin waren uitbetaald, niet waren afge-
nomen van de winst maar van het kapitaal.
Dat was wel waar, maar een andere waar
heid werd over het hoofd1 gezien. De arbei
ders haalden deze andere waarheid naar vo-
ren en beweerden dat zonder de vakkundige
en flinke prestatie van de arbeiders fabriek
noch mijn het geringste nut zou hebben aige-
worpen. En aan dit punt hidden zij stijf vast
en zeiden ten slotte: waartoe heeft men werk
gevers en kapitalisten noodig, daar de bedrij
ven zonder arbeiders toch nutteloos zijn?
Ieder beriep zich op zijn eigen waarheid en
zag de anaere over het hoofd. En tergevolge
hiervan vatten noch de werkgevers noch de
georganiseerde arbeiders de voile waarheid,
n.l. deze dat elk van beide voor den ander
van belang is.
Hoe kunnen wij maken dat men dit aige-
meen erkent. Mijns inziens is er maar een
middel om tusschen werkgevers en werkne
mers een goede verstandhouding tot stand te
brengen en dat is hun volledige samenwer
king op industrieel terrein.
Hiermee bedoel ik niet een groot aandeel
in de winst. Het „aandeel in de winst" als
zoodanig zal altijd aangezien worden voor
een soort cadeautje of steekgeld, om de ar
beiders in toom te houden. Het zal nooit het
idee geven van werkelijk deelgenootschap,
een idee, die alleen gezocht moet worden in
gemeenschapipelijk beheer.
Toch vertoonen zich spoedig moeilijkheden
en men moet erkennen dat deze aandacht ver-
dienen. Wanneer men den ondernem er een
dergelijk voorstel doet, zal hij zeggen, dat
zijn zaken geremd zouden worden, wanneer
men vertegenwoordigers der arbeiders toeliet
en hij bij hen bij het leiden van het bedrijf
te rade moest gaan. Dit is waar. Hoe inge-
wikkeldOr en omslachtiger men de leiding in-
richt, zooveel te moeilijker wordt ze. Maar
hierop bestaat een afdoend antwoord nl. dat
een practische en flinke bedtijfsleiding nutte
loos is, wanneer ze wordt geremd door te-
genwerking van 'de arbeiders.
Het voordeel echter dat men zou behalen
als de maan haar zilverglans giet over die
mooie vlakte, op de boschrijke heuvels,
heerscht een kalmte, die van vrede spreekt.
Het verre ruischen van de sympathieke Chi-
soon en de Lemina, de bergstroomen, die uit
de hooge Alpen zich naar beneden storten,
wisschen het bloed uit, dat er eens stroomde,
en de koele wind uit de besneeuwde toppen,
zuiver de lucht van de kruitdampen, die in
zware wolken daar lange jaren zweefden.
Heerlijke zomernachten, bosschen vol my-
steriebrekende, bruischende golfjes van de
Chicon ik bewonderde u eens van het ter
ras van het oude klooster; ik droomde daar
van de helden, die voor de vrijheid van ons
land strederi; ik peinsde er.over de liefde van
de prinsessen, die lang geleden in een van de
naburige kastchlen hun leven sleten Ik
hoorde het zaclit gefluister der monniken, die
voorbiji liepen, in den cadans van litanieen en
het geritsel van hun rozenkrans. O, wat een
zalig plekje vol weemoedige klanken, vol her-
inneringen aan lang vervlogen jaren.
Niet ver van Pinerolo, bij de grens van
Frankrijk en te midden van de hooge berg-
toppen der Cottische Alpen, bevinden zich de
Waldensche dalen, door een protestantseh
volk bewoond. Dat volk heeft zijn eigen ge-
schiedenis, waarvan de oorsprong tot in de
duisternis der middeleeuwen gezocht moet
worden; niettegenstaande de vele vervolgin-
gen, die zij te verduren hadden, wisten die
dappere volgelingen van de eerste christenen
hun eenvoudigen godsdienst trouw te blijven
en het teeken van hun geloof, een brandend
licht met de woorden: „Lux lucet in tene-
bris" te handhaven en ook in andere landen
te yer,spreiden. Zii hebben de protestantsche
wanneer fiet gelulcte "de medewerkTng van 'de
arbeiders te verkrijgen, door ze in de leiding
op te nemen, zou ruim tegen alle bezwaren
opwegen, die zouden voortkomen uit een min
der vlugge bedrijifsleiding.
Het tweede bezwaar zou hierin bestaan
dat de arbeidersvertegenwoordigers van
tegenwoordig, wanneer ze zouden worden op-
genomen in de bedirijfsleiding, misschien wei
neiging zouden vertoonen tot een bekrompen
en onbezonnen inzicht. Het zou denkbaar
zijn, dat zij op een goeden dag het er op aan
zouden leggeiu ten koste van den verderen
loop van het bedrijf, alles tot den laatsten
cent op te deelen en zoo veel mogelijk aan
de arbeiders toe te schuiven. Dit is een wer-
kelijke moeilijkheid en een werkelijk gevaar;
ik geloof echter dat dit bezwaar verdwijnen
zou, zoo gauw het standpunt der arbeiders
zou veranderen. Een derde moeilijkheid be
staat hierin, dat de vakbonden zelf niet
reageeren op alle dergelijke voorstetlen tot
deelgenootschap. Ook hier zullen eerst dan
vorderingen te bespeuren zijn, wanneer het
standpunt wordt veranderd. De eigen'lijke
moeilijkheid betreffende de deelgenootschap
ligt hierin, dat aan den eenen kant geen goede
verstandhouding tot stand komt, voordat een
daadwerkelijk doelmatige deelgenootschap
van ondernemers en georganiseerde arbeiders
bestaan, aan den anderen kant die doelmatige
deelgenootschap slechts met een goede ver
standhouding zal kunnen worden bereikt.
Dat is een zeer ernstig dilemma.
Het is dus een feit dat, voor we er aan
kunnen den-ken iets te bereiken, h:t standpunt,
zoo wel van de ondernen-;rs, a.U van de ar
beiders gewijzigd diert t: v.ovJen.
Het is buitengewcon mocilijk het stand
punt van geweldige menschcr-massa's te ver
anderen. Dit kan niet gebeuren door redenee-
ringen, maar wel wanneer er een groote
ramp plaats heeft of bij een geweldige om-
wenteling, zooals bijvoorbeeld de algemeene
staking van het vorige jaar. De tegenwoor-
dige standi van zaken geeft den ondernemers
in geenen deele het recht om te denken, dat
het oogenblik zou zijn gekomen om de vak
bonden te verpletteren. Hierdoor zouden
slechts nieuwe industrie-veeten in het le\'en
worden geroepen. Dat zou de ergste weg der
verblinding zijn, die men zou kunnen be-
treden.
Ook de georganiseerdt arbeiders van hun
kant moeten een ander standpunt innemen.
Ze moeten niet meer van het standpunt uit-
gaan dat ondernemers en particulier bedrijf
moeten worden uitgeschakeld; zij moeten het
ideaal der samewerking nnstreven. Dat de
staat de plaats inneemt van het particulier
bedrijf zal onze industrien niet redden.
Staatsbeheer beduidt een duurder, slapper en
minder actief beheer, wat onze industrieen,
gezien de sterke internationale concurrentie
van tegenwoordig, niet kunnen lijden.
Voor alles is het de pl-icht der onderne
mers, te bewijzen, dat ze leering hebben ge-
trokken uit hun ervaringen, en minder be-
vooroordeeld zijn dan ooit, maar dan is de
beurt aan de georganiseerde arbeiders dit te
beantwoorden.
Dat zal groote staatsmanskunst noodig
hebben niet alleen in het parlement maar ook
in de industrieen. Onder de Engelsche indus-
trieelen bevinden zich eenige der bekwaamste
mannen der natie even zoo in de rijen van
de leiders der vakbonden. Bestaat er bij al
deze bekwaamheid onder de industrieelen en
georganiseerde arbeiders, nu iets dat echte
staatsmanskunst genoemd kan worden? Zoo
ja, dan mochten we toch wel doorzetten dat
de verhouding tusschen werkgevers en werk
nemers werd veranderd, een verandering die
onze problemen op dit gebied zal oplossen,
de industrieen van het land zal redden, en
ons zal maken tot een wetvarender, gelukki-
ger en tevredener natie, dan ooit te voren.
lit Rutland.
De dakloozen.
De dakloozen, de honderdduizenden kinde-
ren, die geen middelen van bestaan hebben
en door het land trekken, door iedereen ge-
schuwd, door iedereen achtervolgd, zijn een
van de moeilijkste problemen, die de sovjet-
regeering heeft op te lossen en die zij niet in
staat is op te lossen. Deze legers havelooze
kinderen vormen een groot gevaar voor den
staat en de maatschappij. Zij leveren steeds
nieuwe lichtingen aan de gilden der dieven,
moordenaars, souteneurs en prostituees. De
sovjet-regeering geeft telkens nieuwe bevelen
het kwaad uit te roeien, maar zonder eenig
succes. De poging, de daklooze kinderen in
kindertehuizen onder te brengen, is mislukt,
omdat de staat niet over de geweldige midde
len beschikt, die noodig zijn om voor alle
daklooze knderen tehuizen op te richten. Bo-
vendien zijn de tehuizen echte broeinesten van
misdaad en ontucht. De kinderen worden
kerken en scholen in Italie gesticht en genie-
ten nu de zelfde rechten als alle Italianen.
De familie van onzen held Gualtiero had
die leer -aangenomen en al was hij zelf nog
niet tot het protestantisme overgegaan, ver-
langde hij de Waldensen te leeren kennen, en
daar hij tocfy voorloopig niet naar Montigno-
so terug wilde k^eren, verliet hij het huis
d'Este en nam dienst in het leger van den her-
tog van Savoye. Hij vond toen gelegenheid
om naar Pinerolo te gaan en bezocht de
mooie bergstreken van de Waldensen.
In de vele oorlogen, die in de daarop vol-
gende jaren gevoerd werden, verwierf Gual
tiero zich veel roem.
Zijne gedachten vlogen dikwijls naar Mon-
tignoso. Zou Silvia nu daar weer terugge-
keerd zijn?
Hij had haar plotseling verlaten; hij voel-
de zich niet sterk genoeg om haar te volgen.
De liefde die hij voor haar koesterde, hoe eer-
biedig ook, was nu te diep geworden, en hij
moest zwijgen, zoolang hiji geen betere toe-
komst, geen grootere naam zich zou hebben
veroverd om aan haar voeten te leggen.
En hij wist ook, hoe innig zij haar Wal-
fried bemind had, hoe groot haar leed was.
De tijd moest eerst haar wond genezen. En
hij wierp zich in de gevechien, zijn hartstocht
bedwingend, zich voor alles wachtend wat niet
nobel en niet verheven was.
Eindelijk, nadat vele jaren waren verloo-
pen, schreef hij aan den ouden Rinaldo te
Montignoso, om te vernemen hoe het met hen
alien ging.
In het jaar 1672 werd hertog Karel Em
manuel van Savoye in een oorlog geWikkeld
met Genua en Gualtiero ging mee. Nu was
daar volleerde misdadigers en daar in die te
huizen een gevangenisregime heerscht,
vluchten de meeste kinderen na eenige maan-
den uit die tehuizen.
Over de toestanden, die in de Moskousche
tehuizen (deze tehuizen worden in de' Sovjet-
Unie als de beste instellingen beschouwdl
geeft de ,,Troed", het hoofdorgaan van he:
bolsjewistische Vakverbond, een beschrijving.
die alles, wat de vijanden van de bolsjewiki
tot nu toe over deze gevangenissen hebben
verteld, ver in de schaduw stelt. Het blijkt.
dat de autoriteiten te Moskou de tehuizen
voor dakloozen voortdurend „reorganisee-
ren". Tehuizen worden gesticht, vereenigd,
gescheiden, afgeschaft, opnieuw gesticht enz
Elke ambtenaar beschouwt het als zijn
plicht „initiatief" te toonen, hetgeen het beste
te doen is door bestaande instellingen te her-
vormen". Indien de activitet der „htrvormers"
zou gericht zijn naar de bestrijding van de he-
meltegende onhygienische toestanden in de
tehuizen. naar het uitroeien van het ongedier-
te, dat de armzalige kinderen plaagt en pij-
nigt, indien de ambtenaren er naar zouden
streven de kinderen van kleeren te voorzien en
elk kind minstens een hemd zouden verstrek-
ken, dan was er niets tegen dezen ijver te zeg
gen. Integen-deel, dan zou die ijver te prijzen
zijn. De ijver en de zucht tot het toonen van
initiatief uiten zich echter, helaas, alleen in
het aanbrengen van telkens nieuwe, totaal
overbodige en zelfs zeer schadelijke, wijzigin-
gen in de administrate en organisatie van de
tehuizen. De kinderen worden telkens weer
overgebracht van het eene tehuis naar het an
dere om na een poos weer in het oude tehuis
te belanden. Deze „hervormingen" werken de-
primeerend op de leiders en bedienden van de
tehuizen en maken iedereen moedeloos. Het
meest leiden echter onder de administratieve
*,activiteit" van de ambtenaren de kinderen
Velen van hen,- die onder normale omstandig-
heden het tehuis' niet hadden verlaten, vlucht-
ten na eenige dezer „reorganisaties" en kee-
ren naar hun vroegere makkers terug. Alleen
de zeer weinige tehuizen en „communes", die
aan de reorganisatie-woede van de ambtena
ren zijn ontsnapt, konden zich ontwikkelen en
zekere, zij het zeer geringe, resultaten opleve-
ren.
De tehuizen hebben nog een vijand, schrijft
de „Troed". n.l. de „politroek's". Een po-
litroek is iemand, die soldaten, scholieren enz
in de geheimen van het leninisme jnwijdt. In
tsaristisch Rusland kon niemand, al was hij
nog zoo'n overtuigd atheist, zich ontrekken
aan het bestudeeren van den catechismus; de
godsdienstondenvijzer was dan ook in tsaris
tisch Rusland een diep te betreuren wezen. In
de Sovjet-Unie moet iedereen het leninisme be
studeeren, al is hij een overtuigd tegenstan-'
der van dat stelsel. Ook de kinderen in de te
huizen voor dakloozen moeten de leerstellin-
gen van den onfeilbaren Lenin uit het hoofd
leeren. In tsaristisch Rusland werd de cate
chismus ten minste onderwezen door pries-
ters, dus menschen, die een theologiche op-
leiding hebben gekregen, vaak menschen met
zeer veel beschaving. In de Sovjet-Unie wordt
zoo iets overbodig beschouwd. Tot politroek
wordt een.Komsomol benoemd. Een kom-
somoller is een jongen, die lid is van den
Komsomol, de jeugd-vereeniging van de com-
munistische partij. De „Troed" zegt terecht,
dat zoo'n kwajongen van een komsomoller
toch iemand, die zplf nog school moet gaan
en die geenszins geschikt is voor opvoeder en
leider van daklooze kinderen.
Met dit euvel zou de „Troed" ten slotte wel
genoegen willen nemen, maar de politroek's
stellen zich niet tevreden met hun taak, de
daklooze kinderen in te stampen, wat commu-
hij niet ver van Montignoso en daar hij nog
geen antwoord van Rinaldo had ontvangen,
besloot hij er zelf heen te gaan. Hij vroeg en
verkreeg verlof om naar zijn landstreek terug
te keeren en bevond zich weldra op weg langs
de blauwe kust, op weg naar zijn thuis.
Op een heuvel niet ver van Saragossa ligt
het kasteel der Villanoca's
Wat eens een weelderig verblijf was, de
gastvrije verzamelplaats van vroolijke ridders
en hartstochtelijke jagers, is thans in een ver-
vallen staat. Alles is stil en verlaten in de
omgeving. Men hoort geen zegevierend ge-
juich in het park, men ziet geen pages in de
cour d'honneur, men verneemt geen ongedul-
dig hoefgetrappelmen zou denken, dat het
slot geheel uitgestorven was. Doch als we
door den kleinen cour d'honneur naar de met
ijzer beslagen groote poort gaan, die nog in
in tamelijk goeden staat is, zien wij een ouden
man op een bak zitten, in gepeins verzonken.
Hij is de oude, eenige bediende van Dona
Ines de Villanova, de eens zoo gevierde hof-
dame die als jonge bruid op het kasteel haar
intrede had gedaan
Zi| was in de eerste jaren overgelukkig ge-
weest. Haar man, een volmaakt ridder, droeg
haar op de handen. Vele vrienden en gasten
kwamen in den jachttijd op het slot en er
werden vroolijke feesten gegeven.
Hun twep kinderen, een paar knappe, gees-
tige jongens, werden met zorg en teederheid
opgevoed, en niets ontbrak aan hun geluk
Maar de politieke to est and was in die
jaren zeer bewogen. De macht van Spanje
ging met rassche schreden achteruit. Philips
IV was nog zwakker en onbeduidender dan
zjjjm vader Philifi6 II,
nisme, leninisme, enz. is en waarin de heresie
van Zinowjef, Trotzki c s. bestaat. Neen, deze
kwajongens, die nauweliiks een lagere school
hebben doorloopen, beschouwen het als hun
plicht baas te spelen en toezicht uit te oefenen
cp de leiders en onderwijzers van het tehuis,
v aaraan zij verbonden zijn. De politroek, een
nnap dus! bemoeit zich met alle aangelegen-
den, deelt berispingen uit aan de opvoe-
rs vap de dakloozen (in den regel menschen,
die de ouders of zelfs de grootouders van de-.i
kwajongen van een komsomoller konden zijn)
enz. Het resultaat van dit schitterend stelsel
is, dat er voortdurend wrijvingen ontstaan,
dat d: zenuwen van de opvoeders en onder
wijzers, die reeds veel te lijden hebben van de
hervormingen van de ambtenaren en van de
moeilijk 1c bcaturen kleine misdadigers, aan
een te grooie proef worden blootgesteld. Ve
len dezer slachtoffers van de komsomollers-
politrek's belanden ten slotte in krankzinnt-
gengestichten.
Zoo is, in algemeene trekken, het tafereel,
dat de „Troed" van de tehuizen geeft. De
volkscommissaris van volksgezondneid. Se-
masjko, is niet minder verbolgen over de re
sultaten van de „bestrijding van het euvel der
dakloosheid". Hij zegt nu, dat hem al die vro-
me wenschen, het euvel met profilactische
middelen te bekampen, al die eindelooze gs-
sprekken over de tehuizen en communes, die
z.g. het euvel bestrijden, gruwelijk vervelen
Semasjko erkent, dat het inrichten van tehui
zen voor dakloozen, het organiseeren van
speeltuinen voor kinderen, waardoor zij aan
den verderfelijken invloed van de straat ont-
trokken worden, zeer nuttige instellingen zijn,
maar dat daarmede alleen het vraagstuk niet
op te lossen is. Semasjko schrijft letterlijk het
volgende
„De daklooze kinderen zijn daarom nu zoo
gevaarlijk, wijl het bestaan van dit euvel als
een gangreen ook de gezonde gedeelten van
de maatschappij begint aan te steken. Er zijn
nu reeds op straat kinderen aangehouden, die
hun ouders hebben verlaten en zich bij de
dakloozen hebben aangesloten. De straat
trekt als een magneet al de kinderen aan; zij
worden aangetrokken door het vrije en avon-
tuurlijke leven van al die misdadigers. En
het aantal zulke wegloopende kinderen neemt
steeds toe. Daarmede zijn de dakloozen zoo
gevaarlijk. Daarom moeten wij onvermijdelijk
alle dakloozen opbergen, ze van de straat ver-
wijderen. En wij mogen niet talmen met het
toepassen van dat middel, evenals men niet
lang moet wachten, met het uitsnijden van
een gangreen."
Semasjko dringt aan op een onverwijld op
bergen van alle daklooze kinderen, waarbij
de autoriteiten met een snelheid moeten han-
delen, die bij een brand toegepast wordt, want
het betreft een gevaar, grooter dan bij den
allergrootsten brand. De bolsjewistische-lei
ders, die niets voor dergelijke spoedmaatre-
gelen voelen, antw-oordden den volkscommis
saris met den dooddoener, dat een dergelijke
maatregel door de bourgeoisie, die bevreesd
is voor de dakloozen, ingegeven is. Semasjko
antwoordt daaroj, dat er niets laakbaars ligt
in het luisteren naar de stem van den burger
die zoo veei tel ijden heeft van al die dakloo
zen, die de straat onveilig maken. Wat voor
Semasjko echter veel belangrijker is: het
kwaad tast niet de kinderen van bourgeois
aan maar alleen de jeugd van arbeiders en
boeren.
De vertoogen van Semasjko zijn zeer juist,
maar het resultaat er van zal nihil zijn. De
sovjet-regeering bezit niet de millioenen, die
noodig zijn om al de daklooze kinderen op
te sluiten. Bovendien zou het verwezenlijken
van zijn plan tot de noodzakelijkheid leiden,
Philips IV was pas zestien jaar oud, toen
hij den troon van Spanje besteeg. Zwak van
hart en van karakter als hij was, liet hij het
geheele bewind in handen van zijn minister
Don Gaspar de Guzman Olivarez, die zelf-
standig de koninklijke macht uitoefende.
Hij werd met Nero vergeleken en deed, om
alleen te regeeren, vele Grandes de Spans
verbannen en niet alleen Spanje, maar ge
heel Europa wilde hij beheerschen. Maar
een ander minister stond toen in Frankrijk
achter Lodewijk XIII en was daar opper-
machtig; het superieure genie van Richelieu,
die een veel grooter politicus was dan Oliva
rez, verhinderde hem, zijn doel te bereiken.
Hij1 kon geen tegenstand bieden aan de allian.
be van Engeland, Frankrijk, de vereenigde
provincial en den hertog van Savoye; de
steun van Oostenrijk ontbrak hem; de vloot,
die hu in 1636 had uitgerust om de kusten
van Frankrijk te verwoesten, werd door een
storm vernield; admiraal Tromp boorde dt
laatste schepen in den grond voor Duinkerken
in 1639, en Catalonie stond als eenman op en
eischte vrijheid. De minister wist niet wat het
eerst te onderdrukken, de omwenteling in Por-
bigal of het oproer in Catalonie. Men raad-
de hem, niet en onrechte, aan, tegen Portu
gal op te trekken maar hij gaf slechts ge-
hoor aan zijn eigenzinnigen trots en liet hei
leger, dat te Saragossa verzameld was, tegen
de Catalanen uitrukkenmaar deze riepen de
hulp der Franschen in en waren weldra on-
overwinbaar.
Den 23sten Februari 1641 werd door Bar
celona de heerschappij van Lodewijk XIU ge-
proclameerd.
(Wordt vervolgd).
Als ge alias habt beproefd an da anargia voor uw zaak (J nog nlat
da rasultatan heart gabracht, dla Uzich hadt voorgastald, baslult dan
toi hat neman van aan ragelcontract in ean goad, door alia standan
galezen dagblad. Wij twfjfalan niai, of dit zal U zaer zekar brangen
tot hat gawanschte succes. Hat zal blijken HET MIDDEL ta zijnl
i
i