Alkmaarsche Qaurant Het gelrcim van de oude kast. ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURANTI FEUILLETON. y No. 179 1927 Honderd negen en twintigst! iaargang. Dinsdag: 2 Augustus. Radio-hoekje Woensdag 3 Augustus. Hilversum (1050 M.J 12.Politieberichten. 12.352. Lunchmuziek door het trio van fiet Restaurant „De Rozenboom" te Bussum, raider leiding -van Willem Lohoff. 2.30. Voor de Jeugd. Aansluiting van het Kurhaus te Soheveningen. Poppenkastopvoe- ring van Henri Nolles. 1. De Gelaarsde kat, sprookje in 3 bedrijven. 2. Poppen-gymnastiek, fustig gebarenliedje. Pauze. Humoristische goochelkunst. 1. Waar is de limonade. 2. Uit ile lucht gegrepen. 3. De wonderparasol. 4. De Japansche toovervazen. 5. Een vlugge dokter. 5.6. Concert door het A.N.R.O.-orkest. L. v. d. Ta, viool. 6.30-7. Voortzetting van het concert. Engelsch programma. 6.457.45. N. O. V.-uitzending. Lezing ever: Tristan en Isolde van Richard Wagner door Alexander Pooknan. Dir. van de Co- Opera-tie, met medewerking van Liesbeth PoolmanMeissner, Isolde. Jules Moes, Tristan. Anton Dirks, Kurwenal, aan de piano J. R. Gravelotte. 7.45. Politieberichten. 8.15. Kurhausconcert. Het Residentie- orkest onder leiding van prof. G. Schneevoigt. Ilona Kabos, piano. 11.2012. Dansmuziek van de Centraal- Diele te Scheveningen door de Internationaal "Five Los Carambas Cincos. u Daventry (1600 M.) 12.20. De Radio-dansband en H. Alston Liedjes aan de piano, j 1.202.20. Orkestconcert. 3.20. Het Daventrykwartet en solisten ([(viool-bariton). 5.35. Kinderuurje. .6.20. Orgelbespeling door Reg. Foort. 6.40. Tuinpraatje. 6.50. Tijds., weerbericht, nieuws. 7.05. Orgelbespeling (vervolg). 7.20 „A Hungarian Wedding", lezing. 7.35. De Sonates van Beethoven. 7.50. Programma van de Pump room Gardens, Royal Leamington Spa. Rede door den burgemeester. De Militaire band. 8.35. „The Rhapsodies", concert-partij, onder leiding van F. Dunlop. In Leamington Spa. C. Howard, sopraan. D. Wills, come dienne. M. Wood, soubrette. B. West, piano. •N. Wall, komiek. D. Young, bariton. F. Dun lop, komiek 9.20. Weerbericht, nieuws. 9.40 Causerie. 9.55 „A Butterfly on the Wheel", een stuk !n 4 acten van E. G. Hemmerde en F. Neil- son. 11.2012.20. Dansmuziek. Parijs „Radio-Parijs"1750 M.J 10.50—11.20. Concert. 12.502.10. Orkestconcert. 5.055.55. Orkestconcert. Solo's voor piano, viool en cello. 8-5010.50. Orkestconcert. Konigswusterhausen (1250 M.) en Berlijn (484 en 566 M.) 12.208.05. Lezingen en lessen. 8.50. Dansen van voorheen. 9.20. Vroolijke voordrachten. 9.50. Moderne dansen. 10.5012.50. „Wanderlust." Concert. Langenberg (469 M.J, Minister (242 M.J en Dortmund. (283 M.) 1.302.50. Orkestconcert. 5.506.50 Orkestconcert. Kamermuziek. 9.1010.50. Concert. Het Crefelder Dub- fcelkwartet. Opera-hoornkwartet Keulen. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. Hamburg (395 M.) 4.35. Concert. Orkest en M. Korner. has Sari ton. 5.20 Dansmuziek. 6.20. Concert. T.20. Concert. 8.20. „Ferienbummel", vroolijke avond. Orkest en solisteb. Daarna dansmuziek tot 11.10. Brusset (509 M.) 5.206.20. Kamermuziek. 8.209.20. Orkestconcert. 9.20. „La Servante maitresse", van Per- golese. 10.20. Sluiten. Oorspronkelijke schets in ouden Irani door A. Duijts Oaydou. 13) Vijf legers bewogen zich daar, in het dal, de heuvels op en af; Piemontezen, Engel- schen, Hollanders, Duitschers van het rijk en van het Electoraat, Waldensen en Protes- tanten uit Frankrijk, Victor Amadeus II en Eugenio van Savoye die de vrijheid van Europa op den machtigen Lodewijk XIV trachten te veroveren. De citadel van Pinerolo, met haar hooge muren en haar geheimzinnige gevangenissen, hield lange jaren menig beroemd man ge- vangen, die daar vertoefde in weelderige vertrekken, zooals de intendant Fouquet, die er na een verblijf van 19 jaar stierf, en zijn beruchte dienaar Eustache Danger, de nog beroemder Lauzum en de geheimzinnige per- soon bekend als le Masque de fez. Die tijden zijn goddank voorbijnu spreekt alleen de herinnering van de wapenfeiten, de heldendaden en de bloedige tooneelen, die zich daar afspeelden, voor de onafhankelijk- heid van een volk, voor de vrijheid van ver- schillende landen, voor de toen nog pas ont- stane vredesidee, die na zooveel eeuwen nog steeds een ideaal blijft, al is thans een paleis verrezen om het ideaal te verwezenlijken, dat Qe Zoon des Menschen verkondigde: Vrede op aarde Daar, op de loggia's,van den "Mopt Oliyeto, De roep naar samenwerking tusschen kapitaal en arbeid door Lord Grey van Falladon, Lid van het Hoogerhuis vrtfeger Staatssecretaris van Buitenmndsche Zaken. Nu de mijnwerkerscrisis is overwonnen en de algemeene staking achter ons ligt, staan wij voor den „Trades Union Bill", die de positie van de vakvereenigingen ernstig zou schokleen. Wat is die moraal van dit alles? Dat, wanneer men wil dat de toestanden in Engeland weer gezond worden, de verhou- ding tusschen werkgevers en werknemers anders worden moet. Wij bebben al onze capaciteiten op industriegebied noodig, om ons te herstellen van de gevolgen van den. oorlog en onze plaats tegenover de bestaande wereldconcurrentie weer in te nemen. Drie qualiteiten zijn er, die wij noodig hebben en die wij volledig moeten uitbuiten. Zonder deze zuilon wij niet verdier kunnen bestaan. De eerste is de handigheid de energie, de zakengeest en de ervaring van de onderne- mers, de kopstukken der particuliere in dustrieen. De tweede is de flinkheid van den Engelschen arbeider en de derde de goede verstandhouding tusschen beide. En juist deze factor ontbreekt ons, en het is wel de moeite waard eens te onderzeeken waarom ze ontbreekt. Om de 'oorzaken hiervan te vinden, moet men terug zien op de afgeloopen eeuw. De werkclijke oorzaak moet niet gezocht worden in de v.genwoordige verschilpunten. Deze zijn slcciits een gevolg van de gebeurtenissen uit die dagen, toen de welvaart van het land onder de regeering van koningin Victoria, met ongedachte schreden vooruit ging. Toen ter tijde zagen de ondernemers niet in dat na korter of langer tijd eert samenwerking met de arbeiders noodig zou worden. De loonen werden gedrukt door verlaging van het stuk- loon, zoodat, terwijl de industrie bloeide, de bedrijven vergroot en vermogens verworven werden, de op zich zelfstaande arbeid, bij langer werktijd, met lager loon genoegen nemen moesten. Hierin schuilt de wortel van het kwaad. Toen ontstond langzamerhand Ce vakbeweging, om den arbeider tegen uitbui- ting te beschermen, en om hem een billijk aandeel te verschaffen van datgene wat hij zelf geschapen had. De ondernemers en de vakbonden namen voortaan tegenover elkander een defensieve, dikwijls zelfs een offensieve houding aan, die daaruit voortkwam, dat beide partijen zich op die waarheid beriepen, waarbij geen van beide de voile waarheid inzag. De werkgevers, de aandeelnouders zeiden dat zonder hun kapitaal hun fabriek of hun mijn niet zou bestaan en niet in bedrijf zou zijn en dat de loonen die den werklieden in het begin waren uitbetaald, niet waren afge- nomen van de winst maar van het kapitaal. Dat was wel waar, maar een andere waar heid werd over het hoofd1 gezien. De arbei ders haalden deze andere waarheid naar vo- ren en beweerden dat zonder de vakkundige en flinke prestatie van de arbeiders fabriek noch mijn het geringste nut zou hebben aige- worpen. En aan dit punt hidden zij stijf vast en zeiden ten slotte: waartoe heeft men werk gevers en kapitalisten noodig, daar de bedrij ven zonder arbeiders toch nutteloos zijn? Ieder beriep zich op zijn eigen waarheid en zag de anaere over het hoofd. En tergevolge hiervan vatten noch de werkgevers noch de georganiseerde arbeiders de voile waarheid, n.l. deze dat elk van beide voor den ander van belang is. Hoe kunnen wij maken dat men dit aige- meen erkent. Mijns inziens is er maar een middel om tusschen werkgevers en werkne mers een goede verstandhouding tot stand te brengen en dat is hun volledige samenwer king op industrieel terrein. Hiermee bedoel ik niet een groot aandeel in de winst. Het „aandeel in de winst" als zoodanig zal altijd aangezien worden voor een soort cadeautje of steekgeld, om de ar beiders in toom te houden. Het zal nooit het idee geven van werkelijk deelgenootschap, een idee, die alleen gezocht moet worden in gemeenschapipelijk beheer. Toch vertoonen zich spoedig moeilijkheden en men moet erkennen dat deze aandacht ver- dienen. Wanneer men den ondernem er een dergelijk voorstel doet, zal hij zeggen, dat zijn zaken geremd zouden worden, wanneer men vertegenwoordigers der arbeiders toeliet en hij bij hen bij het leiden van het bedrijf te rade moest gaan. Dit is waar. Hoe inge- wikkeldOr en omslachtiger men de leiding in- richt, zooveel te moeilijker wordt ze. Maar hierop bestaat een afdoend antwoord nl. dat een practische en flinke bedtijfsleiding nutte loos is, wanneer ze wordt geremd door te- genwerking van 'de arbeiders. Het voordeel echter dat men zou behalen als de maan haar zilverglans giet over die mooie vlakte, op de boschrijke heuvels, heerscht een kalmte, die van vrede spreekt. Het verre ruischen van de sympathieke Chi- soon en de Lemina, de bergstroomen, die uit de hooge Alpen zich naar beneden storten, wisschen het bloed uit, dat er eens stroomde, en de koele wind uit de besneeuwde toppen, zuiver de lucht van de kruitdampen, die in zware wolken daar lange jaren zweefden. Heerlijke zomernachten, bosschen vol my- steriebrekende, bruischende golfjes van de Chicon ik bewonderde u eens van het ter ras van het oude klooster; ik droomde daar van de helden, die voor de vrijheid van ons land strederi; ik peinsde er.over de liefde van de prinsessen, die lang geleden in een van de naburige kastchlen hun leven sleten Ik hoorde het zaclit gefluister der monniken, die voorbiji liepen, in den cadans van litanieen en het geritsel van hun rozenkrans. O, wat een zalig plekje vol weemoedige klanken, vol her- inneringen aan lang vervlogen jaren. Niet ver van Pinerolo, bij de grens van Frankrijk en te midden van de hooge berg- toppen der Cottische Alpen, bevinden zich de Waldensche dalen, door een protestantseh volk bewoond. Dat volk heeft zijn eigen ge- schiedenis, waarvan de oorsprong tot in de duisternis der middeleeuwen gezocht moet worden; niettegenstaande de vele vervolgin- gen, die zij te verduren hadden, wisten die dappere volgelingen van de eerste christenen hun eenvoudigen godsdienst trouw te blijven en het teeken van hun geloof, een brandend licht met de woorden: „Lux lucet in tene- bris" te handhaven en ook in andere landen te yer,spreiden. Zii hebben de protestantsche wanneer fiet gelulcte "de medewerkTng van 'de arbeiders te verkrijgen, door ze in de leiding op te nemen, zou ruim tegen alle bezwaren opwegen, die zouden voortkomen uit een min der vlugge bedrijifsleiding. Het tweede bezwaar zou hierin bestaan dat de arbeidersvertegenwoordigers van tegenwoordig, wanneer ze zouden worden op- genomen in de bedirijfsleiding, misschien wei neiging zouden vertoonen tot een bekrompen en onbezonnen inzicht. Het zou denkbaar zijn, dat zij op een goeden dag het er op aan zouden leggeiu ten koste van den verderen loop van het bedrijf, alles tot den laatsten cent op te deelen en zoo veel mogelijk aan de arbeiders toe te schuiven. Dit is een wer- kelijke moeilijkheid en een werkelijk gevaar; ik geloof echter dat dit bezwaar verdwijnen zou, zoo gauw het standpunt der arbeiders zou veranderen. Een derde moeilijkheid be staat hierin, dat de vakbonden zelf niet reageeren op alle dergelijke voorstetlen tot deelgenootschap. Ook hier zullen eerst dan vorderingen te bespeuren zijn, wanneer het standpunt wordt veranderd. De eigen'lijke moeilijkheid betreffende de deelgenootschap ligt hierin, dat aan den eenen kant geen goede verstandhouding tot stand komt, voordat een daadwerkelijk doelmatige deelgenootschap van ondernemers en georganiseerde arbeiders bestaan, aan den anderen kant die doelmatige deelgenootschap slechts met een goede ver standhouding zal kunnen worden bereikt. Dat is een zeer ernstig dilemma. Het is dus een feit dat, voor we er aan kunnen den-ken iets te bereiken, h:t standpunt, zoo wel van de ondernen-;rs, a.U van de ar beiders gewijzigd diert t: v.ovJen. Het is buitengewcon mocilijk het stand punt van geweldige menschcr-massa's te ver anderen. Dit kan niet gebeuren door redenee- ringen, maar wel wanneer er een groote ramp plaats heeft of bij een geweldige om- wenteling, zooals bijvoorbeeld de algemeene staking van het vorige jaar. De tegenwoor- dige standi van zaken geeft den ondernemers in geenen deele het recht om te denken, dat het oogenblik zou zijn gekomen om de vak bonden te verpletteren. Hierdoor zouden slechts nieuwe industrie-veeten in het le\'en worden geroepen. Dat zou de ergste weg der verblinding zijn, die men zou kunnen be- treden. Ook de georganiseerdt arbeiders van hun kant moeten een ander standpunt innemen. Ze moeten niet meer van het standpunt uit- gaan dat ondernemers en particulier bedrijf moeten worden uitgeschakeld; zij moeten het ideaal der samewerking nnstreven. Dat de staat de plaats inneemt van het particulier bedrijf zal onze industrien niet redden. Staatsbeheer beduidt een duurder, slapper en minder actief beheer, wat onze industrieen, gezien de sterke internationale concurrentie van tegenwoordig, niet kunnen lijden. Voor alles is het de pl-icht der onderne mers, te bewijzen, dat ze leering hebben ge- trokken uit hun ervaringen, en minder be- vooroordeeld zijn dan ooit, maar dan is de beurt aan de georganiseerde arbeiders dit te beantwoorden. Dat zal groote staatsmanskunst noodig hebben niet alleen in het parlement maar ook in de industrieen. Onder de Engelsche indus- trieelen bevinden zich eenige der bekwaamste mannen der natie even zoo in de rijen van de leiders der vakbonden. Bestaat er bij al deze bekwaamheid onder de industrieelen en georganiseerde arbeiders, nu iets dat echte staatsmanskunst genoemd kan worden? Zoo ja, dan mochten we toch wel doorzetten dat de verhouding tusschen werkgevers en werk nemers werd veranderd, een verandering die onze problemen op dit gebied zal oplossen, de industrieen van het land zal redden, en ons zal maken tot een wetvarender, gelukki- ger en tevredener natie, dan ooit te voren. lit Rutland. De dakloozen. De dakloozen, de honderdduizenden kinde- ren, die geen middelen van bestaan hebben en door het land trekken, door iedereen ge- schuwd, door iedereen achtervolgd, zijn een van de moeilijkste problemen, die de sovjet- regeering heeft op te lossen en die zij niet in staat is op te lossen. Deze legers havelooze kinderen vormen een groot gevaar voor den staat en de maatschappij. Zij leveren steeds nieuwe lichtingen aan de gilden der dieven, moordenaars, souteneurs en prostituees. De sovjet-regeering geeft telkens nieuwe bevelen het kwaad uit te roeien, maar zonder eenig succes. De poging, de daklooze kinderen in kindertehuizen onder te brengen, is mislukt, omdat de staat niet over de geweldige midde len beschikt, die noodig zijn om voor alle daklooze knderen tehuizen op te richten. Bo- vendien zijn de tehuizen echte broeinesten van misdaad en ontucht. De kinderen worden kerken en scholen in Italie gesticht en genie- ten nu de zelfde rechten als alle Italianen. De familie van onzen held Gualtiero had die leer -aangenomen en al was hij zelf nog niet tot het protestantisme overgegaan, ver- langde hij de Waldensen te leeren kennen, en daar hij tocfy voorloopig niet naar Montigno- so terug wilde k^eren, verliet hij het huis d'Este en nam dienst in het leger van den her- tog van Savoye. Hij vond toen gelegenheid om naar Pinerolo te gaan en bezocht de mooie bergstreken van de Waldensen. In de vele oorlogen, die in de daarop vol- gende jaren gevoerd werden, verwierf Gual tiero zich veel roem. Zijne gedachten vlogen dikwijls naar Mon- tignoso. Zou Silvia nu daar weer terugge- keerd zijn? Hij had haar plotseling verlaten; hij voel- de zich niet sterk genoeg om haar te volgen. De liefde die hij voor haar koesterde, hoe eer- biedig ook, was nu te diep geworden, en hij moest zwijgen, zoolang hiji geen betere toe- komst, geen grootere naam zich zou hebben veroverd om aan haar voeten te leggen. En hij wist ook, hoe innig zij haar Wal- fried bemind had, hoe groot haar leed was. De tijd moest eerst haar wond genezen. En hij wierp zich in de gevechien, zijn hartstocht bedwingend, zich voor alles wachtend wat niet nobel en niet verheven was. Eindelijk, nadat vele jaren waren verloo- pen, schreef hij aan den ouden Rinaldo te Montignoso, om te vernemen hoe het met hen alien ging. In het jaar 1672 werd hertog Karel Em manuel van Savoye in een oorlog geWikkeld met Genua en Gualtiero ging mee. Nu was daar volleerde misdadigers en daar in die te huizen een gevangenisregime heerscht, vluchten de meeste kinderen na eenige maan- den uit die tehuizen. Over de toestanden, die in de Moskousche tehuizen (deze tehuizen worden in de' Sovjet- Unie als de beste instellingen beschouwdl geeft de ,,Troed", het hoofdorgaan van he: bolsjewistische Vakverbond, een beschrijving. die alles, wat de vijanden van de bolsjewiki tot nu toe over deze gevangenissen hebben verteld, ver in de schaduw stelt. Het blijkt. dat de autoriteiten te Moskou de tehuizen voor dakloozen voortdurend „reorganisee- ren". Tehuizen worden gesticht, vereenigd, gescheiden, afgeschaft, opnieuw gesticht enz Elke ambtenaar beschouwt het als zijn plicht „initiatief" te toonen, hetgeen het beste te doen is door bestaande instellingen te her- vormen". Indien de activitet der „htrvormers" zou gericht zijn naar de bestrijding van de he- meltegende onhygienische toestanden in de tehuizen. naar het uitroeien van het ongedier- te, dat de armzalige kinderen plaagt en pij- nigt, indien de ambtenaren er naar zouden streven de kinderen van kleeren te voorzien en elk kind minstens een hemd zouden verstrek- ken, dan was er niets tegen dezen ijver te zeg gen. Integen-deel, dan zou die ijver te prijzen zijn. De ijver en de zucht tot het toonen van initiatief uiten zich echter, helaas, alleen in het aanbrengen van telkens nieuwe, totaal overbodige en zelfs zeer schadelijke, wijzigin- gen in de administrate en organisatie van de tehuizen. De kinderen worden telkens weer overgebracht van het eene tehuis naar het an dere om na een poos weer in het oude tehuis te belanden. Deze „hervormingen" werken de- primeerend op de leiders en bedienden van de tehuizen en maken iedereen moedeloos. Het meest leiden echter onder de administratieve *,activiteit" van de ambtenaren de kinderen Velen van hen,- die onder normale omstandig- heden het tehuis' niet hadden verlaten, vlucht- ten na eenige dezer „reorganisaties" en kee- ren naar hun vroegere makkers terug. Alleen de zeer weinige tehuizen en „communes", die aan de reorganisatie-woede van de ambtena ren zijn ontsnapt, konden zich ontwikkelen en zekere, zij het zeer geringe, resultaten opleve- ren. De tehuizen hebben nog een vijand, schrijft de „Troed". n.l. de „politroek's". Een po- litroek is iemand, die soldaten, scholieren enz in de geheimen van het leninisme jnwijdt. In tsaristisch Rusland kon niemand, al was hij nog zoo'n overtuigd atheist, zich ontrekken aan het bestudeeren van den catechismus; de godsdienstondenvijzer was dan ook in tsaris tisch Rusland een diep te betreuren wezen. In de Sovjet-Unie moet iedereen het leninisme be studeeren, al is hij een overtuigd tegenstan-' der van dat stelsel. Ook de kinderen in de te huizen voor dakloozen moeten de leerstellin- gen van den onfeilbaren Lenin uit het hoofd leeren. In tsaristisch Rusland werd de cate chismus ten minste onderwezen door pries- ters, dus menschen, die een theologiche op- leiding hebben gekregen, vaak menschen met zeer veel beschaving. In de Sovjet-Unie wordt zoo iets overbodig beschouwd. Tot politroek wordt een.Komsomol benoemd. Een kom- somoller is een jongen, die lid is van den Komsomol, de jeugd-vereeniging van de com- munistische partij. De „Troed" zegt terecht, dat zoo'n kwajongen van een komsomoller toch iemand, die zplf nog school moet gaan en die geenszins geschikt is voor opvoeder en leider van daklooze kinderen. Met dit euvel zou de „Troed" ten slotte wel genoegen willen nemen, maar de politroek's stellen zich niet tevreden met hun taak, de daklooze kinderen in te stampen, wat commu- hij niet ver van Montignoso en daar hij nog geen antwoord van Rinaldo had ontvangen, besloot hij er zelf heen te gaan. Hij vroeg en verkreeg verlof om naar zijn landstreek terug te keeren en bevond zich weldra op weg langs de blauwe kust, op weg naar zijn thuis. Op een heuvel niet ver van Saragossa ligt het kasteel der Villanoca's Wat eens een weelderig verblijf was, de gastvrije verzamelplaats van vroolijke ridders en hartstochtelijke jagers, is thans in een ver- vallen staat. Alles is stil en verlaten in de omgeving. Men hoort geen zegevierend ge- juich in het park, men ziet geen pages in de cour d'honneur, men verneemt geen ongedul- dig hoefgetrappelmen zou denken, dat het slot geheel uitgestorven was. Doch als we door den kleinen cour d'honneur naar de met ijzer beslagen groote poort gaan, die nog in in tamelijk goeden staat is, zien wij een ouden man op een bak zitten, in gepeins verzonken. Hij is de oude, eenige bediende van Dona Ines de Villanova, de eens zoo gevierde hof- dame die als jonge bruid op het kasteel haar intrede had gedaan Zi| was in de eerste jaren overgelukkig ge- weest. Haar man, een volmaakt ridder, droeg haar op de handen. Vele vrienden en gasten kwamen in den jachttijd op het slot en er werden vroolijke feesten gegeven. Hun twep kinderen, een paar knappe, gees- tige jongens, werden met zorg en teederheid opgevoed, en niets ontbrak aan hun geluk Maar de politieke to est and was in die jaren zeer bewogen. De macht van Spanje ging met rassche schreden achteruit. Philips IV was nog zwakker en onbeduidender dan zjjjm vader Philifi6 II, nisme, leninisme, enz. is en waarin de heresie van Zinowjef, Trotzki c s. bestaat. Neen, deze kwajongens, die nauweliiks een lagere school hebben doorloopen, beschouwen het als hun plicht baas te spelen en toezicht uit te oefenen cp de leiders en onderwijzers van het tehuis, v aaraan zij verbonden zijn. De politroek, een nnap dus! bemoeit zich met alle aangelegen- den, deelt berispingen uit aan de opvoe- rs vap de dakloozen (in den regel menschen, die de ouders of zelfs de grootouders van de-.i kwajongen van een komsomoller konden zijn) enz. Het resultaat van dit schitterend stelsel is, dat er voortdurend wrijvingen ontstaan, dat d: zenuwen van de opvoeders en onder wijzers, die reeds veel te lijden hebben van de hervormingen van de ambtenaren en van de moeilijk 1c bcaturen kleine misdadigers, aan een te grooie proef worden blootgesteld. Ve len dezer slachtoffers van de komsomollers- politrek's belanden ten slotte in krankzinnt- gengestichten. Zoo is, in algemeene trekken, het tafereel, dat de „Troed" van de tehuizen geeft. De volkscommissaris van volksgezondneid. Se- masjko, is niet minder verbolgen over de re sultaten van de „bestrijding van het euvel der dakloosheid". Hij zegt nu, dat hem al die vro- me wenschen, het euvel met profilactische middelen te bekampen, al die eindelooze gs- sprekken over de tehuizen en communes, die z.g. het euvel bestrijden, gruwelijk vervelen Semasjko erkent, dat het inrichten van tehui zen voor dakloozen, het organiseeren van speeltuinen voor kinderen, waardoor zij aan den verderfelijken invloed van de straat ont- trokken worden, zeer nuttige instellingen zijn, maar dat daarmede alleen het vraagstuk niet op te lossen is. Semasjko schrijft letterlijk het volgende „De daklooze kinderen zijn daarom nu zoo gevaarlijk, wijl het bestaan van dit euvel als een gangreen ook de gezonde gedeelten van de maatschappij begint aan te steken. Er zijn nu reeds op straat kinderen aangehouden, die hun ouders hebben verlaten en zich bij de dakloozen hebben aangesloten. De straat trekt als een magneet al de kinderen aan; zij worden aangetrokken door het vrije en avon- tuurlijke leven van al die misdadigers. En het aantal zulke wegloopende kinderen neemt steeds toe. Daarmede zijn de dakloozen zoo gevaarlijk. Daarom moeten wij onvermijdelijk alle dakloozen opbergen, ze van de straat ver- wijderen. En wij mogen niet talmen met het toepassen van dat middel, evenals men niet lang moet wachten, met het uitsnijden van een gangreen." Semasjko dringt aan op een onverwijld op bergen van alle daklooze kinderen, waarbij de autoriteiten met een snelheid moeten han- delen, die bij een brand toegepast wordt, want het betreft een gevaar, grooter dan bij den allergrootsten brand. De bolsjewistische-lei ders, die niets voor dergelijke spoedmaatre- gelen voelen, antw-oordden den volkscommis saris met den dooddoener, dat een dergelijke maatregel door de bourgeoisie, die bevreesd is voor de dakloozen, ingegeven is. Semasjko antwoordt daaroj, dat er niets laakbaars ligt in het luisteren naar de stem van den burger die zoo veei tel ijden heeft van al die dakloo zen, die de straat onveilig maken. Wat voor Semasjko echter veel belangrijker is: het kwaad tast niet de kinderen van bourgeois aan maar alleen de jeugd van arbeiders en boeren. De vertoogen van Semasjko zijn zeer juist, maar het resultaat er van zal nihil zijn. De sovjet-regeering bezit niet de millioenen, die noodig zijn om al de daklooze kinderen op te sluiten. Bovendien zou het verwezenlijken van zijn plan tot de noodzakelijkheid leiden, Philips IV was pas zestien jaar oud, toen hij den troon van Spanje besteeg. Zwak van hart en van karakter als hij was, liet hij het geheele bewind in handen van zijn minister Don Gaspar de Guzman Olivarez, die zelf- standig de koninklijke macht uitoefende. Hij werd met Nero vergeleken en deed, om alleen te regeeren, vele Grandes de Spans verbannen en niet alleen Spanje, maar ge heel Europa wilde hij beheerschen. Maar een ander minister stond toen in Frankrijk achter Lodewijk XIII en was daar opper- machtig; het superieure genie van Richelieu, die een veel grooter politicus was dan Oliva rez, verhinderde hem, zijn doel te bereiken. Hij1 kon geen tegenstand bieden aan de allian. be van Engeland, Frankrijk, de vereenigde provincial en den hertog van Savoye; de steun van Oostenrijk ontbrak hem; de vloot, die hu in 1636 had uitgerust om de kusten van Frankrijk te verwoesten, werd door een storm vernield; admiraal Tromp boorde dt laatste schepen in den grond voor Duinkerken in 1639, en Catalonie stond als eenman op en eischte vrijheid. De minister wist niet wat het eerst te onderdrukken, de omwenteling in Por- bigal of het oproer in Catalonie. Men raad- de hem, niet en onrechte, aan, tegen Portu gal op te trekken maar hij gaf slechts ge- hoor aan zijn eigenzinnigen trots en liet hei leger, dat te Saragossa verzameld was, tegen de Catalanen uitrukkenmaar deze riepen de hulp der Franschen in en waren weldra on- overwinbaar. Den 23sten Februari 1641 werd door Bar celona de heerschappij van Lodewijk XIU ge- proclameerd. (Wordt vervolgd). Als ge alias habt beproefd an da anargia voor uw zaak (J nog nlat da rasultatan heart gabracht, dla Uzich hadt voorgastald, baslult dan toi hat neman van aan ragelcontract in ean goad, door alia standan galezen dagblad. Wij twfjfalan niai, of dit zal U zaer zekar brangen tot hat gawanschte succes. Hat zal blijken HET MIDDEL ta zijnl i i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1927 | | pagina 5