illimaarschs Gourant
Het getieim van de oude kast.
Mijn indrukken nit Amerika.
FEUILLETON.
Haijlitd negen en twfntigsfi Jaargang.
Radio-laoekje
Binnenland
V«. 1W 1927
HFoen§daf 3 Augustus.
Donderdag 4 Augustus.
fti\ ver sum (1050 M). 12. Politieberichten.
12.35)2 Lunchmuziek door het trio van het
restaurant „De Rozenboom" te Bussum, on-
der biding van Willem Lohoff. 3.304.30
Uurtjf voor wees- en ziekenhuizen door Mevr.
Ant V. Dijk. 5.6.Orgelconcert door den
beer l£. Paimeyer in de Oude Kerk te Amster
dam. 6.—S.Concert door het A.N.R.O.-or-
kest. Jan Trip, tenor. Egb Veen, aan' den
vleugjfl. 7.45 Politieberichten. 10.30 Nieuws-
bericliten. 10.30 Nicuwsberichten. 8.10 Chris-
telijko Radio-avond. Ds. F. C. Meyster,
Gerel. Predjkant te Rotterdam over: Genot
en Guluk. Ds. L. J. van Leeuwen: Een kort
opweipkingswoord. De heer B. Bleekrode,
viool. De heer L. Contran, piano. Mej.
Frieda Belinfante, celol. 1 Impromptu Bes
cnajeur, Schubert, piano. 2 Sonate C-moll,
Beethoven viool en piano. 3 le ged. rede van
Ds. F. C. Meyster. 4a Andacht, Popper, b
•Sonate, Pianelli cello en piano. 5 2e ged. van
de rede. 6 Trio Bes majeur, Schubert, piano,
viool en cello. 7a Impromptu As, dur, Schu
bert. lb Menuet Bes kl., Schubert, c Moment
musical F. kl., Schubert, piano.
Daventry (1600 M.) 12.20 Het Daventry-
kwartet en solisten, piano en bariton. 1.20
2.20 Gramofoonmuziek. 3.20 Vesper in de
Westminster Abbey. 4.05 Solistenconccrt, con-
rta, alt en bas. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dans
muziek. 6.35 Beriohten. 6.40 Dansmuziek.
6.50 Tijds., weerbericht en nieuws. 7.05 Voor
,-padvinders. 7.20 „Grandfather s picture
Spooks", lezing. 7.35 De sonates van Beetho
ven. 7.50 Nationaal Eisteddfod concert. Sym-
phonie-orkest en koor. 10.C5 Dansmuziek.
,9.20 Weerbericht, nieuws. 9.40 „The ma
rionette theatre", lezing. 9.55 Herinneringen
van een „Indian Army Concert Partij". Mu-
ziek en zang. 10.5012.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Parijs" (1750 M.) 10.50—
11.20 Concert. 12.502.10 Orkestconcert.
5.055.55 Kinderuurtje. 8.5010.50 „Les
musiciens sans place", van Herwe. Orkest en
soli.
Konigswusterhausen (1250 M.( en Berlijn
(484 en 566 M). 2.505.50 Lezingen en
lessen. 5.50—6.50 Orkestconcert. 6.508.05
Lezingen en lessen. 8.50 Auteuren-avond, H.
A. Kihn. 9.35 „Erlkonigs Tochter", ballade
voor soli, koor en orkest, Gade. 10.5012.50
Dansmuziek.
Langenberg 469 M., Miinster 242 M. en
Dortmund 283 M. 1.302.50 Kamermuziek,
Trio. 5.506.50 Orkestconcert. 8.20 Zomer-
concert. Ver. Stedel. orkesten van Barmen-
Elberfeld. 8.309.50 Vroolijke gedichten.
11.0511.35 Vroolijke causerie. 11.35
12.20 Dansmuziek.
Hamburg (395 M.) 4.50 „Idylle und Mar-
chen", Orkest en Gertrud Busch. 5.20 Con
cert in het Alsterpaviljoen. 6.20 Orkestcon
cert. 8.2011.10 Vroolijke Avond. Dansmu
ziek.
Brussel (509 M.) 5.206.20 Kindermati-
nee. 8.20 Orkestconcert. 9.2010.20 Gala-
concert, aan den Zomer gewijd. Groot orkest
enMlle. Mahieu, zangeres.
door Dr. NEIL VAN AKEN.
New-York, 15 Juli 1927.
Heeft de Amerikaan ook een
broertje dood aan hard werken?
Voortvarendheid, blijmoedig-
herid en een „idee" brengen den
Ameiikaan het succes.
'Ails men de naar Europa terugkeerende
Europeanen vraagt, waarom zij naar het
vaderland weergekeerd1 zijn en waarom zij
niet langer in Amerika wilden blijven orn
nog eens hun geluk te beproeven, krijgf men
meestal als antwoord, dat het leven in Ame
rika een hel is, dat het leven van den arbeider
niets anders is dan een slavenbestaao, en dat
er geen vermaak en geen andere bezigheid is
dan hard werken. Ik wil niet zeggen dat de
Europeaan lui is, hoogstens kan men vast
stellen, dat hij een andere opvatting van ar-
beid heeft dan de Amerikaan en dat hij bo-
vendien, en zeer menschelijke eigenschap ove-
rigens, een broertje dood heeft aan hard
werken. Wie zal hem dat kwalijk nemen? In
ie Oude Wereld vereenzelvigen wij dan ook
Oorspronkelijke schets in ouden trant
door A. Duijts Gaydou.
14)
Hoe interessant het ook zijn moge de ge-
schiedenis van die dagen na te gaan, dit zou
ons te ver voeren en den draad van ons ver-
haal doen verliezen.
De Villanova, die zich bij het leger van
Saragossa bevond, sneuvelde in het gevecht
bij het fort Montjuich.
Door zijn dood veranderde de toestand van
zijn vrouw en kinderen geheel.
Dona Ines ontdekte al spoedig, dat zij bij-
na gerui'neerd waren; van het aanzienllijk
vermogen bleef haast niets over.
Maar Ines was een flinke vrouw. Zij Het
den moed niet zinken. Na te hebben geraad-
pleegd met den persoon. die hare zaken be-
hartigde schrapte zij van haar budget alle
onnoodige uitgaven, zond al haar personeel
weg, behalve den ouden man, den trouwen
aienaar van den graaf, en trok zij zich terug
in een vleugel van het slot, het zonnige ge-
deelte, waaruit men het mooiste uitzicht ge-
noot op het omliggende natuurschoon.
Zij liet haar jongens hun studies voleindi
gen en besteede zelf al haar tijd om het kleine
heeren'en ^aar overSeschoten was, te be-
harde tijden. De kinderen waren
zeer begaafden kregen een uitstekende opvoe-
°'ng; toen zij tot jonge mannen waren opge-
groei, moesten zij een keus doen tusschen den
gewoonHjk Amerika met harden arbeid. Dat
werd ons links en rechts verkondigd en met
den paplepel inigegeven. Dat de Amerikaan,
als individu en als matte zoo succesvol is,
werd ons geleerd, komt alleen hiervan, dat
hij zoo gestadig hard werkt en spaart. Op
gezag mamen wiji dan ook altijd aan, dat
geen natie ter wereld zich in dat cpzicht met
Aimerika zou kunnen meten. Is die Europee-
sdhe meening nu omtrent dat hdrde werken
van den Amerikaan juist? Na een jarenlang
verblijf in Amerika moat ik echter vastsf ellen,
dat deze meening wel eenigszims bezijdien de
waarheid is. Eigen aanschouwing heeft mij
geleerd, dat er in de kantoren en wark-
plaatsen veel korter gewerkt word't dan in
Europa, en dat er zelfs een neiging is om de
verkorting der werkuren nog gestrenge:
door te voeren, hetwelk soms ook zijn oor-
zaak vindt in economische omstandigheden:
Maar hoe komt het dan, dat deze opini zich
vastge wort eld heeft? Waarschijnlijk heeft
men bier te doen met een begriipsyerwarring:
de Amerikaan is eanvoudig veel voortva-
render dan de Europeaan. Dit blijkt ook uit
het feit, dat men dikwijls hoort, hoe die en
die Amerikaan zijim Zaken begonnen is met
niemendal, „on a shoestring", zooals de
Amelikanen zeggen. Waarom? Omdat hij
zoo verschrikkelijk hard gewerkt heeft?
Neen, maar omdat hij zoo voortvarend ge-
weest is. Nergens ter wereld is dan ook zoo
dikwijls in de zakenwereld bewezen, dat
voortvarendheid waardevoller is dan het
werkkapitaal zelve. De Amerikaan heeft bo-
vendien een gruwelijken hekel aan tobben en
peuteren. Hij houdt er van ofn de zaken af
te dcen. Hij heeft aan niets zoozeer het land
dan aan het uitstelien van beslissingen. Als
de onderhandelingen niet vlotten dan stelt
hij zich lie ver tevreden met een kleine wind,
dan nog langer te „sjacheren", want, zoo
•redeneert hij, de grootere winst weegt niet
op tegen al de andere zakenmogelijikheden,
die hij daardoor verliest. En omdat hij daar-
enboven ook zoo blijmoedig van geest blijft,
is hij in staat heel wat meer arbeid je verzet-
ten dan de Europeaan en met heel wat min
der inspanning des geesfes. Op welk kan-
toor men ook biranenvalt, nergens zal men
een ged'rukte geeste-stemming opmerken. Ik
ken geen land waar men met zooveel bereid-
willigheid, zooveel goedlachschen humor,
voortgeholpen wordt. Toegegeven dan ook,
dat de wijsgeerigheid van het bekende Am-e-
rikaansche slogan, „keep smiling" tamelijk
oppervlakkig klinikt voor de Noordelijke
Europeanen. Maar het heeft mij nooit ver-
drietig gemaakt, te zien hoe men onder
voor- en tegenspoed u toch nog te woord
staat met een glimlach op het gelaat. En
voor de toekomst van het Amerikaansche
volk behoeft men in dit opzieht geen vrees
te koesteren. Een blijmcedig volk kan niet
vergaan. Deze giimlach zal overigens lang-
zamerhand wel een diepere beteekenis krij-
gen.
En zoo komt het, dat de Amerikaan des
avonds ook veel beter in staat is om van zijn
vrije uren te genieten, veel meer dan de afge-
tobde, hardploeterende Europeaan, die het
einde van de zakenmisere niet zien kan. In
het algemeen kan men zeggen, dat zaken flo-
reeren. Men weet hier geld te verdienen,
maar ook, het uit te geven. Bioscopen en
schouwburgen zijn avond aan avond uitver-
kocht. De Amerikaan huldigt de opvatting,
dat slechts door het geld te laten rollen de
voorspoed bevorderd wordt en zoo lang het
geld er is, wil hij er ook van genieten. Laten
wij genieten en vroolijk zijn, zegt hij, want
morgen zijn wij arm! Ook in het dagelijk-
sche leven kan men vaststellen, dat de Ame
rikaan niet op zijn duiten zit. In uiterlijke
verzorging kan men maar weinig verschil
onderscheiden tusschen den meer en minder
welgestelde. Het resultant, dat de kleeding-
en schoenen-industrie nergens zoo bloeien
als in Amerika. Daaraan is het ook te dan-
ken, dat veel zaken, die een noodlijdend be-
staan voeren in Holland, n Amerika gewoon-
lijk nog een niet te versmaden winstje afwer-
pen. Denk slechts aan de schoenpoets-inrich-
tingen. Vuile of ongepoetste schoenen is uit
den booze, en voor een paar stuivers kunnen
dames en heeren in de ontelbare schoenpoet-
aerijen hun schoenen geglansd krijgen op de
meest deskundige wijze, hetzij door een Ita-
liaan, hetzij door een neger. Het is bekend,
dat de Italianen in dezen nijverheidstak ge-
woonlijk een klein vermogen verdienen, om
daarna naar hun zeer statig vaderland terug
te keeren en er hun schoenen te laten poets en
door hun minder voortvarende, minder voor-
spoedige, ja arme vakgenooten.
Een andere weldadige inrichting, die voor
velen een klein goudmijntje vertegenwoor-
digt en vcor de vrijgezellen een bron van
blijdschap, is de „While-U-Wait'. Hier kunt
handel en het leger. De jongste, die altijd
zeer teruggetrokken was geweest, droomde
van verre landen en avonturen. Hij vertrok
naar Indie, waar hij hoopte zich een fortuin
te zullen veroveren om als rijk man naar zijn
vaderland terug te keeren.
Toen Dona Ines van haar jongsten zoon
afscheid had genomen, dacht zij haar troost
bij zijn broer te zullen vinden, haar oudste,
haar beveling. Hij leek sprekend op zijn vader
en wilde dienst nemen in het leger. Zij bleef
dus al spoedig geheel alleen; alleen in haar
oud vervallen kasteel, alleen met haar herin
neringen, die, vooral's avonds haar overvie
len, als zij bij het groote venter met balkor,
zat. Aan den voet van het kasteel de statige
Ebro de schuimende stroom; aan den hori
zon de donker blauwe lijn der Pyreneeen.
Iederen avond zat dona Ines verdiept in
de aanschouwing van dat imposant natuur-
tafereel, wachtende op den zoon, die uit den
krijg moest terugkeeren. Zij verlangde hem
terug te zien, want zij voelde zich oud wor-
den
Zij liet de kralen van haar rozenkrans
langzaam door haar mooie fijne vingers
glijden en prevelde aldoor een Ave Maria,
een vurig gebed voor de terugkomst van haar
beveling
Op een zoelen najaarsmorgen wandelde
dona Ines in haar tuin die zij zelf verzorgde;
er waren nog mooie rozen en zij plukte er en-
kele. Ploseling hoorde zij een vreemde man-
nenstem, die haar ontroerde; een vreemde
stem, die haar toch bekend voorkwam.
Een man in reisgewaad kwam haar tege-
moet. Moeder en zoon vielen elkaar in de ar-
men.
Dien avond zat Ines niet meer alleen aan
het balkon, haar zoon was bii haar.
ge uw kleeren laten schoonmaken en opper-1
sen, terwijl ge even de krant inkijkt, en zoo
goedkoop, dat het bijna een schande is om
rond te loopen zonder een paar ongekreukte,
„versch" geperste plocxien in de broek. Een
goede vzerschijning beteekent voor den Ame
rikaan een gesfaagde sollicitatie.
Waar men ook rondreist vindt men al -le
comfort, die het hart begeert. Daardoor
wordt het reizen in Amerka ook heel wat
aangenamcr dan in Europa. En dat komt na-
tuurlijk ook weer door het feit, dat de dollar
niet alleen koning is, maar tevens ook een
barmhartige souverein. Een jonge reporter
aan een der belangrijkste Amerikaansche bla-
den verkocht eens grappen aangaande de fi-
nancieele kolommen van dat blad. en kreeg
toen van een ouden verslaggevdr het volgen-
de antwoord: ..Mijn beste jongien. weet ie
dan nog niet, dat er niets belangrijker in de
wereld is dan een dollar, uitgezonderd mis-
schien twee dollars". Dat demonstreert,
dunkt mij, voldoende de Amerikaansche phi
losophic van den Almachtigen Mamimon.
Gewoonlijk vertelt de Amerikaan u met een
sarcastischen grijns, dat't heel gemakkebjk is
om rijk te worden in Amerika, en dat de Euro
peanen het lang niet mis hebben, wanneer zij-
denken, dat het geld in de straten van New-
York voor het oprapen ligt. De goudmijn^be-
staat en is aanwezig, men men heeft de wichel
roede van 'n helder en practisph verstand noo-
dig om die mijn op de juiste plaats aan te bo-
ren. Daarvoor heeft men allerlei recepten ^n
vocrschriften. Maar waar elke Amerikaan
naar zoekt is het volgende: een idee. Een idee
kan zelfs verhandeld worden. Een jaar gele-
den ongeveer werd een zeer eigenaardig pro-
ces aanhangig gemaakt voor de New-York-
sche rechtbank.
Een arme drommel, behoorende tot de klas-
se der babekluivers, die altijd tegenwoordig
zijn bij 't optrekken van nieuwe gebouwen,
maakte eens aan 'n welgekeeden voorbijgan-
ger, die toevalbg ook eens 'n kijkje nam van de
nieuwe grondvesten, de opmerking, dat deze
buurt buitengewoon geschikt zou zijn voor het
bouwen van een groep apartementshuizen.
Een paar weken later werd door een maat-
schappij hiermede inderdaad begonnen. De
bovengenoemde babekluiver onderzocht de
zaak en kwam te weten, dat de toevalbge toe-
schouwer de grootste aandeelhouder was. Hij
vorderde toen een schadevergoeding van
100.000 dollar voor het onrechtmatig toe-
eigenen van zijn „idee".
Het zijn menschen als Ford, Wrigley,
Woolworth en vefe anderen, die den Ameri
kaan geleerd hebben hoeveef geld er zit in een
idee, hoe klein dan ook dit moge zijn. Ford
met zijn goedkoope auto, Wrigley met zijn
kauwgom en Woolworth met zijn 5 en I'D
cent winkels, gesteund door een koopwillige
en koopgrage bevo-lking van 140 millioen zie-
len hebben de waarde van hun idee bewezen.
Daarom hangt het fortuin slechts aan een
draadje. Dit is natuurlijk in meerdere mate
waar voor de nieuwe wereld dan voor de oude
wereld, ofschoon men het voorbeeld van de
Engelsche Lyons eh van Citroen naar voren
zou kunnen brengen. Bied den menschen iets
goeds te koop aan en ge kunt verzekerd zijn
van uw succes. Mijnheer Wrigley, en dat is al
jaren geleden, wist wel wat hij deed, en had
voorzeker een goed inzicht in de mentaliteit
van den doorsnee Amerikaan, toen hij zijn
kauwgummi op de markt bracht. De kauw-
guromi-manie is intusschen tot een geduchte
plaag gegroeid.' De plaag daarvan schijnt in
het bijzonder tot in de bioscopen door te drin
gen. In een derJMew-Yorksche dagbladen ver-
scheen onlangs een klacht van een der groot
ste bioscoop-eigenaren, waarin hij het publiek
er opmerkzaam op maakte, dat hij reeds aan
zijn tweede tapijt was, omdat de kauwgummi-
kuawers den vloer klaarblijkelijk beschouw-
den als het meest geschikte depot voor de
overblijfselen dier fekkernijen. Hij verklaarde
de niet ongegronde vrees te koesteren, dat ook
zijn stoelen er op den duur aan zouden moe-
ten gelooven. De kauwgummi-victorie is waar
schijnlijk ook eenigszins te wijten aan de pro-
hibitie, maar daarover een andere maal.
NEIL VAN AKEN.
HET BESTUREN VAN MOTOR-
RIJTUIGEN.
Ten vervolge op de beantwoording van de
vragen van mejuffrouw Katz, lid van de
Tweede Kamer:
1. Is de minister bereid, mede te deelen,
op welke gronden het „leeren rijden", als be-
doeld in art. 2, sub c, van het Kon. besluit
d.d- 30 April 1927, St.bl. no. 143, tot vast-
stelling van voorschriften ter uitvoering van
de Motor- en Rijwielwet, uitsluitend zal mo-
Zij zat in stille bewondering den man te
aanschouwen, dien zij haar zoon mocht noe-
men. Hij was het evenbeeld van zijn vader;
de oogen alleen waren geheel anders, en zijn
blik ontweek haar blik Zij voelde, dat er
een scheidsmuur tusschen hen lag. Zij wist
niet wat, maar er was iets of iemana. Een
vrouw? Misschien. Zij wilde er niet naar
vragen. Er was iets gejaagds in hem, iets dat
hij verbergen wilde; hij zag er vermoeid, ziek
uit. Maar zij vroeg niets. Toen zij hem naar
zijn vertrekken had gebracht, die van zijn
vader, waar alles nog zoo stond als jaren ge
leden verzorgde zij hem als een klein kind
en toen alles in orde was, kuste zij hem goe-
den nacht en verwijderde zich. Het was nog
vroeg in den avond; Ines deed haar zwarte
mantilla om en begaf zich naar de kerk. Zij
knielde op haar gewone plaats neer en dankte
Nuestra Senora del Pilar.
Zij smeekte haar in de ziel van haar zoon
te mogen lezen, hem troost te kunnen geven
Zij wist niet, dat een scherp zwaard haar
eigen ziel zou doorboren.
Er verliepen dagen en dagen, zonder dat
moeder en zoon nader tot elkaar kwamen.
Hij hield veel van haar, dat wist zij; maar
hij vertelde haar niets van zijn verleden, van
de jaren, die hij ver van haar had doorge-
bracht. Zijn hart bleef gesloten; zij voelde
zich niets minder eenzaam en verlaten!
Zij had niet eens van hem kunnen verkrij-
gen met haar mee te gaan naar de kerk. Hii
was vermoeid, zeide hij, hij sliep slecht. Zoo
bleef hij uren lang in den tuin en staarde
naar den stroomenden Ebro
Op een ochtend, toen de Villanova niet was
opgestaan, ging dona Ines naar zijn kamer
en vond hem zeer opgewonden, het hoofd als
vuur en rillend over al zijn leden door de
gen plaats vinden „buiten de bebouwde kotn
eener gemeente?"
2. Is de minister niet met ondergeteeken-
de van oordeel, dat juist het rijden binnen de
bebouwde kommen dikwijls het moeilijkst is
en dus juist dient te worden aangeleerd?
3. Is de minister bereid te bevorderen, dat
een nader Kon. besluit wordt uitgelokt,
waarin alsnog onder de noodige waarborgen
voor de veiligheid van het verkeer gelegen-
heid geopend wordt, tot „leeren rijden" ook
binnen de bebouwde kommen?
4. Is de minister dan bereid te bevorde
ren, dat alsnog aan het bovenbedoeld Kon.
besluit een bepaling worde toegevoegd in den
volgenden geest: „dat gereden worde buiten
de bebouwde kom eener gemeente, tenzij de
rijlessen worden gegeven op een specialen
leswagen, waarbij de handrem en een extra
debrayage (ontkoppelings) pedaal in het on-
middellijk bereik zijn van,hem, die onder zijn
toezicht doet besturen (de lessen geeft)
heeft de minister van waterstaat het vol
gende meegedeeld:
1. Aan het bepaalde bij art. 2 onder c van
het nieuwe Motor- en Rijwielreglement
(vastgesteld bij Koninklijk besluit van 30
April 1927, Staatsblad no. 143) ligt de ge-
dachte ten grondslag, dat het oefenen in het
besturen van motorrijtuigen, al geschiedt dit
ook onder voldoend bekwame ltiding, binnen
bebouwde kommen, waar op verschillende
plaatsen af en toe een groote verkeersdrukte
heerscht, gevaren met zich mede zou kunnen
brengen voor de vrijheid en de veiligheid van
het verkeer.
2. Ook ondergeteekende is van oordeel, dat
het rijden binnen "de bebouwde kommen veelal
het moeilijkste is. Dat deze opvatting nu mede
zou brengen, dat juist in bebouwde kom be-
paaldelijk op grond van het feit, gaat het rij
den daar het moeilijkste is, het besturen van
een motorrijtuig zou moeten worden aange
leerd, dat dus ook de bebouwde kom, en nog
wel bij voorkeur, als oefenplaats zou moeten
worden uitgekozen. kan hij, met het oog op
het onder 1 gemerkte, echter niet toegeven.
Veeleer is hij van oordeel, dat althans die
gedeelten van de bebouwde kom, die aan de
vaardigheid van den bestuurder meer dan ge
wone eischen stellen, bij het leeren rijden in
het algemeen zullen moeten worden gemeden
Aangezien echter binnen de bebouwde kom op
verschillende plaatsen ruime straten en pie.-
nen zijn, die voor het oefenen in het besturen
van motorrijtuigen goede gelegenheid bieden,
terwijl zoodanige gelegenheid buiten de be
bouwde kom niet of met voldoende bestaai,
terwijl verder in sommige streken van het
land de bebouwde kommen der gemeenten
zoo dicht aan elkander aansluiten, dat het
niet mogelijk is daartusschen een oefenplaats
te vinden, is ondergeteekende, na een nader
onderzoek, dat hij in verband met de vragen
heeft ingesteld, van meening, dat inderdaad
tegen het aangehaalde voorschrifrbezwaar
bestaat.
3. Ondergeteekende overweegt het uitlok-
ken van een Koninklijk besluit tot wijziging
van het Motor- en Rijwielreglement in den
boven aangegeven zin:
Wordt voor het oefenen in het besturen
over het algemeen van die gedeelten der be
bouwde kommen gebruik gemaakt, waarop
onder 2 wordt bedoeld en daarop wordt
dezerzijds" vertrouwd dan zal voor het
scheppen van bijzondere waarborgen voor de
veiligheid geen aanleiding bestaan. Voor
het overige zal met de waarborgen, vervat in
de desbetreffende voorschriften van de Mo
tor- en Rijwielwet en van het genoemde regle-
ment, genoegen moeten worden genomen;
ondergeteekende ziet ook vooralsnog geen
mogelijkheid, nog verdere waarborgen in het
leven te roepen.
4. Zal in den voren aangegeven gedachten-
gang het gebruik van een afzonderlijken les
wagen in het algemeen niet noodig zijn, met
het oog op het zeer groote aanial personen,
niet alleen in de groote steden, maar over het
geheele land verspreid, dat zich de kunst,
motorrijtuigen te besturen, eigen zal hebben
te maken, zoude het hier aangegeven denk-
beeld, naar het voorkomt, ook niet voor ver-
wezenlijking in aanmerking kunnen komen
Voor het overige meent ondergeteekende
te moeten betwijfelen, of ook bij het inrichten
van een leswagen, op de wijze als hier aange
geven, de bestuurder wel steeds door tijdig
ingrijpen ongelukken zal kunnen voorkomen.
NEDERL. ORGANISTEN-
VEREENIGING.
Dezer dagen werd te Groningen de 38ste
jaarlijksche algemeene vergadering gehouden
van de Nederlandsche Organisten-Vereeni-
ging-
Het jaarverslag van den secretaris ver-
meldde, dat aan 35 candidaten te Amster-
koorts.
Zij nam een van zijn handen in de hare en
bleef naast zijn bed zitten, luisterend naar de
wartaal, die hij sprak. Allerlei woorden kwa
men over zijn brandende lippen: Silvia, gij
zult de mijne worden. Rinaldo, gij verrader!
Vooruit, vooruit naar Duinkerken; dat is de
ring hier, hier, naar de boot, het geld is
geborgen; o, dat water, de kerker! help,
help!" en hij viel achterover op zijn kussen
als een verslagene. Zoo duurde het eenige
dagen. Ines verliet hem geen oogenblik, en
de dokter zei later, dat ze hem aan den dood
had ontrukt.
Toen kwam'een tijd van zwakte en machte-
loosheid. Hij sprak haast geen woord, maar
begon nu en dan als zij het hoofd omwenddc,
naar haar te kijken. Zijn blik was niet meer
zoo strak, zijn oogen hadden dat bange ont-
wijken van haar oogen niet meer, en nu en
dan verzachtte zijn uitdrukking zoo zeer, dat
Ines de tranen niet kon terughouden.
„Ave Maria, gratia plena, Dominus te
cum", fluisterde zij en het was of hij weer
het kleine, kleine kindje was met het engelen-
gezicht, dat zij in de wieg had gelegd, en zt
neuried hetzelfde eentonige liedje van toen.
„Slaap, slaap mijn kind;
Rosa fresca, rosa fresca,
Fan garrida y con amor
Bij het hooren van het bekende oude liedje
was het de Villanova, alsof hij ontwaakte uit
een langen benauwden slaap; hij zag zijn
moeder aan, alsof hij haar voor het eerst ga
de sloeg en trok haar tot zich. Toen begon
nen de tranen te vloeien, de dikke brandende
tranen van berouw, en hij trok haar nog dich-
ter naar zich toe en met gedempte, geferoken
stem stortte hij al zijn geheimen uit voor haar,
die alles voor hem was. die hem zou vergeven
dam en aan 24 gegadigden te Leeuwarden
bij de jongste kerkelijke orgel-examens een
getuigschrift kon worden uitgereikt.
Herbenoemd werden: tot lste voorzitter
W. de Vries (Nijmegen), tot 2e secretaris J.
H. Besselaar Jr. (Rotterdam).
Gelden werden uitgetrokken om in samen-
werking met het Centraal Muziek-litteratuur-
fonds, de Kon. Ned. Toonkunstenaars-Ver-
eeniging en nog enkele andere corporaties
hier te lande de bibliotheken van wijlen mevr.
Cateau Esser en den heer J. W. Enschede
aan te koopen.
In verband met het optreden der Vereeni-
ging tot de groote „Federatie van Nederland
sche Toonkunstenaarsvereenigingen bleekeen
statutenwijziging noodzakelijk.
Ten slotte sprak de vergadering haar
groote teleurstelling uit over het antwoord
der synoden van de Ned. Herv. Gemeenfcii
fcetreffende het verzoek der Vereeniging, om
zoo spoedig mogelijk het vraagstuk eenar
„verbetering" (veredeling) Van den kerkzang
ter hand te willen nemen.
De volgende vergadering zal in Breda
worden gehouden.
Na afloop der bijeenkomst werd den bezoe-
kers een concert aangeboden in de Martini-
Dr. C. J. DE GROOT. f
Naar aanleidng van het bericht van het
overlijden van dr. C. J. de Groot aan boord
van het stoomschip „J. P. Coen" (zie onder
Telegrammen in ons vorig no.) zegt het
Hbl.
Wreed en plotseling heeft de dood aan de
internationale gemeenschap ontrukt een man,
die niet alleen Nederland's naam in Indie
hoog hield, doch die in breeder kring van
zich deed spreken.
Juist hans, nu de radio-telegrafische en te-
lefonische gemeenschap met het Oosten tal
van deskundigen bezig houdt en in dit ver
band de naam van ons land in de eerste
plaats wordt genoemd. Hij, De Groot, was
het, die nog dezer dagen het kruisgesprek
tusschen het moederland en de kolonie tot
stand bracht, om een der allerlaatste presta-
ties van den thans overledene te noemen.
Doch over De Groot werd in Indie de laatste
tien jaren druk, en steeds met lof, gesproken.
Het radio-zendstation te Malabar was zijn
werk.
In de oorlogsjaren ontwikkelde de techniek
zich met reuzenschreden en reeds in 1916 kon
dr. De Groot bij gelegenheid van zijn pro-
motie in Delft de steiling verdedigen, dat
een radioverbinding van Nederland met zijn
kolonien zonder gebruik van tusschenstations
een politieke noodzakelijkheid en tgchnisch
uitvoerbaar was. Dit was de aanleidng, dat
onze regeering dr. De Groot een onderzoek
opdroeg om uit te maken tot welke sterkte de
eventueele stations voor een directe draad-
looze verbinding met Nederlandsch-Indie
moesten worden gebouwd en aan welke an
dere eischen zij behoorden te voldoen.In
Amerika zag dr. De .Groot den Poulson
boogzender, waarop hij besloot voor Indie in
het bijzonder dit systeem aan te bevelen. On-
middellijk na zijn komst in Indie werden alle
krachteri besteed aan den bouw van een tij-
delijk ontvangstation.
In Februari 1917 was dit station, hetwelk
beschikte over twee antennes, ieder van twee
K.M. lengte, gereed en van dien tijd af heeft
men te ijangkring regelmatig kunnen ont-
vangen en gegevens verzamelen teneinde de
eischen te kunnen vaststellen, die aan een
in Nederland te bouwen zendstation moesten
gesteld worden. Bij deze proeven bleek, dat
de korte golf van 6.3 K.M. van Nauen
's nachts en vooral in de wintermaanden zeer
goed neembaar was en veel beter dan de
lange 12.7 K.M. golf, die's nachts en over-
dag even sterk was, doch steeds op de grens
van neembaarheid.
Dr. De Groot kwam nu op het denkbeeld,
om een in Amerika bestelden boogzender, die
oorspronkelijk voor de verbinding van Indie
met Cavite (Philippijnen) bestemd w:as, als
tijdelijken zender voor Nederland te beproe
ven. Deze zender was geleverd voor een ver
mogen van 50 KW. in de antenne, doch is
later wat overbelast. Tot dit doel bouwde hij
een voortreffelijke antenne op het gebergte
te Malabar. Deze antenne bestaat uit een
systeem, dat aan vier kabels is opgehangen,
welke kabels over den krater gespannen zijn.
De maximum overspanning is 2000 meter,
het.hoogste punt van de antenne ligt 652 M.
boven het station. In Februari 1918 is het
station begonnen met regelmatig seinen en,
hoewel met primitieve hulpmidaelen, is er
toch iederen dag geseind met weinig storing.
In 1919 werd met Hr. Ms. „De Zeven
Provncien" een ontvanger uit Indie medege-
nomen. Deze ontvanger was in korten tijd
hem troosten, hem beter zou doen worden.
Zij hield zich goed, al werd door die beken-
tenis haar ziel als door een snijdend zwaard
verscheurd; zij verroerde zich niet, zij liet
hem uitspreken r
Eenige maanden daarna verliet de Villa
nova voor goed het kasteel zijner vaderen.
Het geld, dat hij nog bezat schonk hij aan
de armen; hij nam den pelgrimstaf op en
scheepte zich in op een naar het Heilige Land
vertrekkend schip.
E>e moederliefde had het wonder verricht;
haar gebeden hadden haar zoon ten goede
doen keeren.
XII.
Langs den prachtigen ouden romeinschen
weg tusschen Reggio en Massa reed Gual-
tiero voort. Zijn ros had naar eigen goedvin-
den een bedaarden stap aangenomen, als
wilde het zijn meester aen tijd gunnen het
mooie landschap te bewonderen. De weg voer-
de door een vruchtbare vallei, eerst tusschen
heuvels en daarna langs den voet van hooge
bergen; de Appenijnen die geheel Italie als
de spieren van een lichaam doorloopen. Onze
ruiter had juist het dorp Canossa bereikt en
hij klom tot aan de rui'ne van het beroemde
kasteel van gravin Mathilde, waar keizer
Hendrik IV drie dagen boete deed voor Paus
Gregorius VII.
Gualtiero bleef een tijd verdiept in de be-
schouwing van het schoone panorama; in het
zuiden de Appenijnen, in het noorden de uit-
gestrekte Po-vlakte met Parma, Reggio en
Modena.
7/ (Wordt vervolgti).