illimaarschs Gourant Het getieim van de oude kast. Mijn indrukken nit Amerika. FEUILLETON. Haijlitd negen en twfntigsfi Jaargang. Radio-laoekje Binnenland V«. 1W 1927 HFoen§daf 3 Augustus. Donderdag 4 Augustus. fti\ ver sum (1050 M). 12. Politieberichten. 12.35)2 Lunchmuziek door het trio van het restaurant „De Rozenboom" te Bussum, on- der biding van Willem Lohoff. 3.304.30 Uurtjf voor wees- en ziekenhuizen door Mevr. Ant V. Dijk. 5.6.Orgelconcert door den beer l£. Paimeyer in de Oude Kerk te Amster dam. 6.—S.Concert door het A.N.R.O.-or- kest. Jan Trip, tenor. Egb Veen, aan' den vleugjfl. 7.45 Politieberichten. 10.30 Nieuws- bericliten. 10.30 Nicuwsberichten. 8.10 Chris- telijko Radio-avond. Ds. F. C. Meyster, Gerel. Predjkant te Rotterdam over: Genot en Guluk. Ds. L. J. van Leeuwen: Een kort opweipkingswoord. De heer B. Bleekrode, viool. De heer L. Contran, piano. Mej. Frieda Belinfante, celol. 1 Impromptu Bes cnajeur, Schubert, piano. 2 Sonate C-moll, Beethoven viool en piano. 3 le ged. rede van Ds. F. C. Meyster. 4a Andacht, Popper, b •Sonate, Pianelli cello en piano. 5 2e ged. van de rede. 6 Trio Bes majeur, Schubert, piano, viool en cello. 7a Impromptu As, dur, Schu bert. lb Menuet Bes kl., Schubert, c Moment musical F. kl., Schubert, piano. Daventry (1600 M.) 12.20 Het Daventry- kwartet en solisten, piano en bariton. 1.20 2.20 Gramofoonmuziek. 3.20 Vesper in de Westminster Abbey. 4.05 Solistenconccrt, con- rta, alt en bas. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dans muziek. 6.35 Beriohten. 6.40 Dansmuziek. 6.50 Tijds., weerbericht en nieuws. 7.05 Voor ,-padvinders. 7.20 „Grandfather s picture Spooks", lezing. 7.35 De sonates van Beetho ven. 7.50 Nationaal Eisteddfod concert. Sym- phonie-orkest en koor. 10.C5 Dansmuziek. ,9.20 Weerbericht, nieuws. 9.40 „The ma rionette theatre", lezing. 9.55 Herinneringen van een „Indian Army Concert Partij". Mu- ziek en zang. 10.5012.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Parijs" (1750 M.) 10.50— 11.20 Concert. 12.502.10 Orkestconcert. 5.055.55 Kinderuurtje. 8.5010.50 „Les musiciens sans place", van Herwe. Orkest en soli. Konigswusterhausen (1250 M.( en Berlijn (484 en 566 M). 2.505.50 Lezingen en lessen. 5.50—6.50 Orkestconcert. 6.508.05 Lezingen en lessen. 8.50 Auteuren-avond, H. A. Kihn. 9.35 „Erlkonigs Tochter", ballade voor soli, koor en orkest, Gade. 10.5012.50 Dansmuziek. Langenberg 469 M., Miinster 242 M. en Dortmund 283 M. 1.302.50 Kamermuziek, Trio. 5.506.50 Orkestconcert. 8.20 Zomer- concert. Ver. Stedel. orkesten van Barmen- Elberfeld. 8.309.50 Vroolijke gedichten. 11.0511.35 Vroolijke causerie. 11.35 12.20 Dansmuziek. Hamburg (395 M.) 4.50 „Idylle und Mar- chen", Orkest en Gertrud Busch. 5.20 Con cert in het Alsterpaviljoen. 6.20 Orkestcon cert. 8.2011.10 Vroolijke Avond. Dansmu ziek. Brussel (509 M.) 5.206.20 Kindermati- nee. 8.20 Orkestconcert. 9.2010.20 Gala- concert, aan den Zomer gewijd. Groot orkest enMlle. Mahieu, zangeres. door Dr. NEIL VAN AKEN. New-York, 15 Juli 1927. Heeft de Amerikaan ook een broertje dood aan hard werken? Voortvarendheid, blijmoedig- herid en een „idee" brengen den Ameiikaan het succes. 'Ails men de naar Europa terugkeerende Europeanen vraagt, waarom zij naar het vaderland weergekeerd1 zijn en waarom zij niet langer in Amerika wilden blijven orn nog eens hun geluk te beproeven, krijgf men meestal als antwoord, dat het leven in Ame rika een hel is, dat het leven van den arbeider niets anders is dan een slavenbestaao, en dat er geen vermaak en geen andere bezigheid is dan hard werken. Ik wil niet zeggen dat de Europeaan lui is, hoogstens kan men vast stellen, dat hij een andere opvatting van ar- beid heeft dan de Amerikaan en dat hij bo- vendien, en zeer menschelijke eigenschap ove- rigens, een broertje dood heeft aan hard werken. Wie zal hem dat kwalijk nemen? In ie Oude Wereld vereenzelvigen wij dan ook Oorspronkelijke schets in ouden trant door A. Duijts Gaydou. 14) Hoe interessant het ook zijn moge de ge- schiedenis van die dagen na te gaan, dit zou ons te ver voeren en den draad van ons ver- haal doen verliezen. De Villanova, die zich bij het leger van Saragossa bevond, sneuvelde in het gevecht bij het fort Montjuich. Door zijn dood veranderde de toestand van zijn vrouw en kinderen geheel. Dona Ines ontdekte al spoedig, dat zij bij- na gerui'neerd waren; van het aanzienllijk vermogen bleef haast niets over. Maar Ines was een flinke vrouw. Zij Het den moed niet zinken. Na te hebben geraad- pleegd met den persoon. die hare zaken be- hartigde schrapte zij van haar budget alle onnoodige uitgaven, zond al haar personeel weg, behalve den ouden man, den trouwen aienaar van den graaf, en trok zij zich terug in een vleugel van het slot, het zonnige ge- deelte, waaruit men het mooiste uitzicht ge- noot op het omliggende natuurschoon. Zij liet haar jongens hun studies voleindi gen en besteede zelf al haar tijd om het kleine heeren'en ^aar overSeschoten was, te be- harde tijden. De kinderen waren zeer begaafden kregen een uitstekende opvoe- °'ng; toen zij tot jonge mannen waren opge- groei, moesten zij een keus doen tusschen den gewoonHjk Amerika met harden arbeid. Dat werd ons links en rechts verkondigd en met den paplepel inigegeven. Dat de Amerikaan, als individu en als matte zoo succesvol is, werd ons geleerd, komt alleen hiervan, dat hij zoo gestadig hard werkt en spaart. Op gezag mamen wiji dan ook altijd aan, dat geen natie ter wereld zich in dat cpzicht met Aimerika zou kunnen meten. Is die Europee- sdhe meening nu omtrent dat hdrde werken van den Amerikaan juist? Na een jarenlang verblijf in Amerika moat ik echter vastsf ellen, dat deze meening wel eenigszims bezijdien de waarheid is. Eigen aanschouwing heeft mij geleerd, dat er in de kantoren en wark- plaatsen veel korter gewerkt word't dan in Europa, en dat er zelfs een neiging is om de verkorting der werkuren nog gestrenge: door te voeren, hetwelk soms ook zijn oor- zaak vindt in economische omstandigheden: Maar hoe komt het dan, dat deze opini zich vastge wort eld heeft? Waarschijnlijk heeft men bier te doen met een begriipsyerwarring: de Amerikaan is eanvoudig veel voortva- render dan de Europeaan. Dit blijkt ook uit het feit, dat men dikwijls hoort, hoe die en die Amerikaan zijim Zaken begonnen is met niemendal, „on a shoestring", zooals de Amelikanen zeggen. Waarom? Omdat hij zoo verschrikkelijk hard gewerkt heeft? Neen, maar omdat hij zoo voortvarend ge- weest is. Nergens ter wereld is dan ook zoo dikwijls in de zakenwereld bewezen, dat voortvarendheid waardevoller is dan het werkkapitaal zelve. De Amerikaan heeft bo- vendien een gruwelijken hekel aan tobben en peuteren. Hij houdt er van ofn de zaken af te dcen. Hij heeft aan niets zoozeer het land dan aan het uitstelien van beslissingen. Als de onderhandelingen niet vlotten dan stelt hij zich lie ver tevreden met een kleine wind, dan nog langer te „sjacheren", want, zoo •redeneert hij, de grootere winst weegt niet op tegen al de andere zakenmogelijikheden, die hij daardoor verliest. En omdat hij daar- enboven ook zoo blijmoedig van geest blijft, is hij in staat heel wat meer arbeid je verzet- ten dan de Europeaan en met heel wat min der inspanning des geesfes. Op welk kan- toor men ook biranenvalt, nergens zal men een ged'rukte geeste-stemming opmerken. Ik ken geen land waar men met zooveel bereid- willigheid, zooveel goedlachschen humor, voortgeholpen wordt. Toegegeven dan ook, dat de wijsgeerigheid van het bekende Am-e- rikaansche slogan, „keep smiling" tamelijk oppervlakkig klinikt voor de Noordelijke Europeanen. Maar het heeft mij nooit ver- drietig gemaakt, te zien hoe men onder voor- en tegenspoed u toch nog te woord staat met een glimlach op het gelaat. En voor de toekomst van het Amerikaansche volk behoeft men in dit opzieht geen vrees te koesteren. Een blijmcedig volk kan niet vergaan. Deze giimlach zal overigens lang- zamerhand wel een diepere beteekenis krij- gen. En zoo komt het, dat de Amerikaan des avonds ook veel beter in staat is om van zijn vrije uren te genieten, veel meer dan de afge- tobde, hardploeterende Europeaan, die het einde van de zakenmisere niet zien kan. In het algemeen kan men zeggen, dat zaken flo- reeren. Men weet hier geld te verdienen, maar ook, het uit te geven. Bioscopen en schouwburgen zijn avond aan avond uitver- kocht. De Amerikaan huldigt de opvatting, dat slechts door het geld te laten rollen de voorspoed bevorderd wordt en zoo lang het geld er is, wil hij er ook van genieten. Laten wij genieten en vroolijk zijn, zegt hij, want morgen zijn wij arm! Ook in het dagelijk- sche leven kan men vaststellen, dat de Ame rikaan niet op zijn duiten zit. In uiterlijke verzorging kan men maar weinig verschil onderscheiden tusschen den meer en minder welgestelde. Het resultant, dat de kleeding- en schoenen-industrie nergens zoo bloeien als in Amerika. Daaraan is het ook te dan- ken, dat veel zaken, die een noodlijdend be- staan voeren in Holland, n Amerika gewoon- lijk nog een niet te versmaden winstje afwer- pen. Denk slechts aan de schoenpoets-inrich- tingen. Vuile of ongepoetste schoenen is uit den booze, en voor een paar stuivers kunnen dames en heeren in de ontelbare schoenpoet- aerijen hun schoenen geglansd krijgen op de meest deskundige wijze, hetzij door een Ita- liaan, hetzij door een neger. Het is bekend, dat de Italianen in dezen nijverheidstak ge- woonlijk een klein vermogen verdienen, om daarna naar hun zeer statig vaderland terug te keeren en er hun schoenen te laten poets en door hun minder voortvarende, minder voor- spoedige, ja arme vakgenooten. Een andere weldadige inrichting, die voor velen een klein goudmijntje vertegenwoor- digt en vcor de vrijgezellen een bron van blijdschap, is de „While-U-Wait'. Hier kunt handel en het leger. De jongste, die altijd zeer teruggetrokken was geweest, droomde van verre landen en avonturen. Hij vertrok naar Indie, waar hij hoopte zich een fortuin te zullen veroveren om als rijk man naar zijn vaderland terug te keeren. Toen Dona Ines van haar jongsten zoon afscheid had genomen, dacht zij haar troost bij zijn broer te zullen vinden, haar oudste, haar beveling. Hij leek sprekend op zijn vader en wilde dienst nemen in het leger. Zij bleef dus al spoedig geheel alleen; alleen in haar oud vervallen kasteel, alleen met haar herin neringen, die, vooral's avonds haar overvie len, als zij bij het groote venter met balkor, zat. Aan den voet van het kasteel de statige Ebro de schuimende stroom; aan den hori zon de donker blauwe lijn der Pyreneeen. Iederen avond zat dona Ines verdiept in de aanschouwing van dat imposant natuur- tafereel, wachtende op den zoon, die uit den krijg moest terugkeeren. Zij verlangde hem terug te zien, want zij voelde zich oud wor- den Zij liet de kralen van haar rozenkrans langzaam door haar mooie fijne vingers glijden en prevelde aldoor een Ave Maria, een vurig gebed voor de terugkomst van haar beveling Op een zoelen najaarsmorgen wandelde dona Ines in haar tuin die zij zelf verzorgde; er waren nog mooie rozen en zij plukte er en- kele. Ploseling hoorde zij een vreemde man- nenstem, die haar ontroerde; een vreemde stem, die haar toch bekend voorkwam. Een man in reisgewaad kwam haar tege- moet. Moeder en zoon vielen elkaar in de ar- men. Dien avond zat Ines niet meer alleen aan het balkon, haar zoon was bii haar. ge uw kleeren laten schoonmaken en opper-1 sen, terwijl ge even de krant inkijkt, en zoo goedkoop, dat het bijna een schande is om rond te loopen zonder een paar ongekreukte, „versch" geperste plocxien in de broek. Een goede vzerschijning beteekent voor den Ame rikaan een gesfaagde sollicitatie. Waar men ook rondreist vindt men al -le comfort, die het hart begeert. Daardoor wordt het reizen in Amerka ook heel wat aangenamcr dan in Europa. En dat komt na- tuurlijk ook weer door het feit, dat de dollar niet alleen koning is, maar tevens ook een barmhartige souverein. Een jonge reporter aan een der belangrijkste Amerikaansche bla- den verkocht eens grappen aangaande de fi- nancieele kolommen van dat blad. en kreeg toen van een ouden verslaggevdr het volgen- de antwoord: ..Mijn beste jongien. weet ie dan nog niet, dat er niets belangrijker in de wereld is dan een dollar, uitgezonderd mis- schien twee dollars". Dat demonstreert, dunkt mij, voldoende de Amerikaansche phi losophic van den Almachtigen Mamimon. Gewoonlijk vertelt de Amerikaan u met een sarcastischen grijns, dat't heel gemakkebjk is om rijk te worden in Amerika, en dat de Euro peanen het lang niet mis hebben, wanneer zij- denken, dat het geld in de straten van New- York voor het oprapen ligt. De goudmijn^be- staat en is aanwezig, men men heeft de wichel roede van 'n helder en practisph verstand noo- dig om die mijn op de juiste plaats aan te bo- ren. Daarvoor heeft men allerlei recepten ^n vocrschriften. Maar waar elke Amerikaan naar zoekt is het volgende: een idee. Een idee kan zelfs verhandeld worden. Een jaar gele- den ongeveer werd een zeer eigenaardig pro- ces aanhangig gemaakt voor de New-York- sche rechtbank. Een arme drommel, behoorende tot de klas- se der babekluivers, die altijd tegenwoordig zijn bij 't optrekken van nieuwe gebouwen, maakte eens aan 'n welgekeeden voorbijgan- ger, die toevalbg ook eens 'n kijkje nam van de nieuwe grondvesten, de opmerking, dat deze buurt buitengewoon geschikt zou zijn voor het bouwen van een groep apartementshuizen. Een paar weken later werd door een maat- schappij hiermede inderdaad begonnen. De bovengenoemde babekluiver onderzocht de zaak en kwam te weten, dat de toevalbge toe- schouwer de grootste aandeelhouder was. Hij vorderde toen een schadevergoeding van 100.000 dollar voor het onrechtmatig toe- eigenen van zijn „idee". Het zijn menschen als Ford, Wrigley, Woolworth en vefe anderen, die den Ameri kaan geleerd hebben hoeveef geld er zit in een idee, hoe klein dan ook dit moge zijn. Ford met zijn goedkoope auto, Wrigley met zijn kauwgom en Woolworth met zijn 5 en I'D cent winkels, gesteund door een koopwillige en koopgrage bevo-lking van 140 millioen zie- len hebben de waarde van hun idee bewezen. Daarom hangt het fortuin slechts aan een draadje. Dit is natuurlijk in meerdere mate waar voor de nieuwe wereld dan voor de oude wereld, ofschoon men het voorbeeld van de Engelsche Lyons eh van Citroen naar voren zou kunnen brengen. Bied den menschen iets goeds te koop aan en ge kunt verzekerd zijn van uw succes. Mijnheer Wrigley, en dat is al jaren geleden, wist wel wat hij deed, en had voorzeker een goed inzicht in de mentaliteit van den doorsnee Amerikaan, toen hij zijn kauwgummi op de markt bracht. De kauw- guromi-manie is intusschen tot een geduchte plaag gegroeid.' De plaag daarvan schijnt in het bijzonder tot in de bioscopen door te drin gen. In een derJMew-Yorksche dagbladen ver- scheen onlangs een klacht van een der groot ste bioscoop-eigenaren, waarin hij het publiek er opmerkzaam op maakte, dat hij reeds aan zijn tweede tapijt was, omdat de kauwgummi- kuawers den vloer klaarblijkelijk beschouw- den als het meest geschikte depot voor de overblijfselen dier fekkernijen. Hij verklaarde de niet ongegronde vrees te koesteren, dat ook zijn stoelen er op den duur aan zouden moe- ten gelooven. De kauwgummi-victorie is waar schijnlijk ook eenigszins te wijten aan de pro- hibitie, maar daarover een andere maal. NEIL VAN AKEN. HET BESTUREN VAN MOTOR- RIJTUIGEN. Ten vervolge op de beantwoording van de vragen van mejuffrouw Katz, lid van de Tweede Kamer: 1. Is de minister bereid, mede te deelen, op welke gronden het „leeren rijden", als be- doeld in art. 2, sub c, van het Kon. besluit d.d- 30 April 1927, St.bl. no. 143, tot vast- stelling van voorschriften ter uitvoering van de Motor- en Rijwielwet, uitsluitend zal mo- Zij zat in stille bewondering den man te aanschouwen, dien zij haar zoon mocht noe- men. Hij was het evenbeeld van zijn vader; de oogen alleen waren geheel anders, en zijn blik ontweek haar blik Zij voelde, dat er een scheidsmuur tusschen hen lag. Zij wist niet wat, maar er was iets of iemana. Een vrouw? Misschien. Zij wilde er niet naar vragen. Er was iets gejaagds in hem, iets dat hij verbergen wilde; hij zag er vermoeid, ziek uit. Maar zij vroeg niets. Toen zij hem naar zijn vertrekken had gebracht, die van zijn vader, waar alles nog zoo stond als jaren ge leden verzorgde zij hem als een klein kind en toen alles in orde was, kuste zij hem goe- den nacht en verwijderde zich. Het was nog vroeg in den avond; Ines deed haar zwarte mantilla om en begaf zich naar de kerk. Zij knielde op haar gewone plaats neer en dankte Nuestra Senora del Pilar. Zij smeekte haar in de ziel van haar zoon te mogen lezen, hem troost te kunnen geven Zij wist niet, dat een scherp zwaard haar eigen ziel zou doorboren. Er verliepen dagen en dagen, zonder dat moeder en zoon nader tot elkaar kwamen. Hij hield veel van haar, dat wist zij; maar hij vertelde haar niets van zijn verleden, van de jaren, die hij ver van haar had doorge- bracht. Zijn hart bleef gesloten; zij voelde zich niets minder eenzaam en verlaten! Zij had niet eens van hem kunnen verkrij- gen met haar mee te gaan naar de kerk. Hii was vermoeid, zeide hij, hij sliep slecht. Zoo bleef hij uren lang in den tuin en staarde naar den stroomenden Ebro Op een ochtend, toen de Villanova niet was opgestaan, ging dona Ines naar zijn kamer en vond hem zeer opgewonden, het hoofd als vuur en rillend over al zijn leden door de gen plaats vinden „buiten de bebouwde kotn eener gemeente?" 2. Is de minister niet met ondergeteeken- de van oordeel, dat juist het rijden binnen de bebouwde kommen dikwijls het moeilijkst is en dus juist dient te worden aangeleerd? 3. Is de minister bereid te bevorderen, dat een nader Kon. besluit wordt uitgelokt, waarin alsnog onder de noodige waarborgen voor de veiligheid van het verkeer gelegen- heid geopend wordt, tot „leeren rijden" ook binnen de bebouwde kommen? 4. Is de minister dan bereid te bevorde ren, dat alsnog aan het bovenbedoeld Kon. besluit een bepaling worde toegevoegd in den volgenden geest: „dat gereden worde buiten de bebouwde kom eener gemeente, tenzij de rijlessen worden gegeven op een specialen leswagen, waarbij de handrem en een extra debrayage (ontkoppelings) pedaal in het on- middellijk bereik zijn van,hem, die onder zijn toezicht doet besturen (de lessen geeft) heeft de minister van waterstaat het vol gende meegedeeld: 1. Aan het bepaalde bij art. 2 onder c van het nieuwe Motor- en Rijwielreglement (vastgesteld bij Koninklijk besluit van 30 April 1927, Staatsblad no. 143) ligt de ge- dachte ten grondslag, dat het oefenen in het besturen van motorrijtuigen, al geschiedt dit ook onder voldoend bekwame ltiding, binnen bebouwde kommen, waar op verschillende plaatsen af en toe een groote verkeersdrukte heerscht, gevaren met zich mede zou kunnen brengen voor de vrijheid en de veiligheid van het verkeer. 2. Ook ondergeteekende is van oordeel, dat het rijden binnen "de bebouwde kommen veelal het moeilijkste is. Dat deze opvatting nu mede zou brengen, dat juist in bebouwde kom be- paaldelijk op grond van het feit, gaat het rij den daar het moeilijkste is, het besturen van een motorrijtuig zou moeten worden aange leerd, dat dus ook de bebouwde kom, en nog wel bij voorkeur, als oefenplaats zou moeten worden uitgekozen. kan hij, met het oog op het onder 1 gemerkte, echter niet toegeven. Veeleer is hij van oordeel, dat althans die gedeelten van de bebouwde kom, die aan de vaardigheid van den bestuurder meer dan ge wone eischen stellen, bij het leeren rijden in het algemeen zullen moeten worden gemeden Aangezien echter binnen de bebouwde kom op verschillende plaatsen ruime straten en pie.- nen zijn, die voor het oefenen in het besturen van motorrijtuigen goede gelegenheid bieden, terwijl zoodanige gelegenheid buiten de be bouwde kom niet of met voldoende bestaai, terwijl verder in sommige streken van het land de bebouwde kommen der gemeenten zoo dicht aan elkander aansluiten, dat het niet mogelijk is daartusschen een oefenplaats te vinden, is ondergeteekende, na een nader onderzoek, dat hij in verband met de vragen heeft ingesteld, van meening, dat inderdaad tegen het aangehaalde voorschrifrbezwaar bestaat. 3. Ondergeteekende overweegt het uitlok- ken van een Koninklijk besluit tot wijziging van het Motor- en Rijwielreglement in den boven aangegeven zin: Wordt voor het oefenen in het besturen over het algemeen van die gedeelten der be bouwde kommen gebruik gemaakt, waarop onder 2 wordt bedoeld en daarop wordt dezerzijds" vertrouwd dan zal voor het scheppen van bijzondere waarborgen voor de veiligheid geen aanleiding bestaan. Voor het overige zal met de waarborgen, vervat in de desbetreffende voorschriften van de Mo tor- en Rijwielwet en van het genoemde regle- ment, genoegen moeten worden genomen; ondergeteekende ziet ook vooralsnog geen mogelijkheid, nog verdere waarborgen in het leven te roepen. 4. Zal in den voren aangegeven gedachten- gang het gebruik van een afzonderlijken les wagen in het algemeen niet noodig zijn, met het oog op het zeer groote aanial personen, niet alleen in de groote steden, maar over het geheele land verspreid, dat zich de kunst, motorrijtuigen te besturen, eigen zal hebben te maken, zoude het hier aangegeven denk- beeld, naar het voorkomt, ook niet voor ver- wezenlijking in aanmerking kunnen komen Voor het overige meent ondergeteekende te moeten betwijfelen, of ook bij het inrichten van een leswagen, op de wijze als hier aange geven, de bestuurder wel steeds door tijdig ingrijpen ongelukken zal kunnen voorkomen. NEDERL. ORGANISTEN- VEREENIGING. Dezer dagen werd te Groningen de 38ste jaarlijksche algemeene vergadering gehouden van de Nederlandsche Organisten-Vereeni- ging- Het jaarverslag van den secretaris ver- meldde, dat aan 35 candidaten te Amster- koorts. Zij nam een van zijn handen in de hare en bleef naast zijn bed zitten, luisterend naar de wartaal, die hij sprak. Allerlei woorden kwa men over zijn brandende lippen: Silvia, gij zult de mijne worden. Rinaldo, gij verrader! Vooruit, vooruit naar Duinkerken; dat is de ring hier, hier, naar de boot, het geld is geborgen; o, dat water, de kerker! help, help!" en hij viel achterover op zijn kussen als een verslagene. Zoo duurde het eenige dagen. Ines verliet hem geen oogenblik, en de dokter zei later, dat ze hem aan den dood had ontrukt. Toen kwam'een tijd van zwakte en machte- loosheid. Hij sprak haast geen woord, maar begon nu en dan als zij het hoofd omwenddc, naar haar te kijken. Zijn blik was niet meer zoo strak, zijn oogen hadden dat bange ont- wijken van haar oogen niet meer, en nu en dan verzachtte zijn uitdrukking zoo zeer, dat Ines de tranen niet kon terughouden. „Ave Maria, gratia plena, Dominus te cum", fluisterde zij en het was of hij weer het kleine, kleine kindje was met het engelen- gezicht, dat zij in de wieg had gelegd, en zt neuried hetzelfde eentonige liedje van toen. „Slaap, slaap mijn kind; Rosa fresca, rosa fresca, Fan garrida y con amor Bij het hooren van het bekende oude liedje was het de Villanova, alsof hij ontwaakte uit een langen benauwden slaap; hij zag zijn moeder aan, alsof hij haar voor het eerst ga de sloeg en trok haar tot zich. Toen begon nen de tranen te vloeien, de dikke brandende tranen van berouw, en hij trok haar nog dich- ter naar zich toe en met gedempte, geferoken stem stortte hij al zijn geheimen uit voor haar, die alles voor hem was. die hem zou vergeven dam en aan 24 gegadigden te Leeuwarden bij de jongste kerkelijke orgel-examens een getuigschrift kon worden uitgereikt. Herbenoemd werden: tot lste voorzitter W. de Vries (Nijmegen), tot 2e secretaris J. H. Besselaar Jr. (Rotterdam). Gelden werden uitgetrokken om in samen- werking met het Centraal Muziek-litteratuur- fonds, de Kon. Ned. Toonkunstenaars-Ver- eeniging en nog enkele andere corporaties hier te lande de bibliotheken van wijlen mevr. Cateau Esser en den heer J. W. Enschede aan te koopen. In verband met het optreden der Vereeni- ging tot de groote „Federatie van Nederland sche Toonkunstenaarsvereenigingen bleekeen statutenwijziging noodzakelijk. Ten slotte sprak de vergadering haar groote teleurstelling uit over het antwoord der synoden van de Ned. Herv. Gemeenfcii fcetreffende het verzoek der Vereeniging, om zoo spoedig mogelijk het vraagstuk eenar „verbetering" (veredeling) Van den kerkzang ter hand te willen nemen. De volgende vergadering zal in Breda worden gehouden. Na afloop der bijeenkomst werd den bezoe- kers een concert aangeboden in de Martini- Dr. C. J. DE GROOT. f Naar aanleidng van het bericht van het overlijden van dr. C. J. de Groot aan boord van het stoomschip „J. P. Coen" (zie onder Telegrammen in ons vorig no.) zegt het Hbl. Wreed en plotseling heeft de dood aan de internationale gemeenschap ontrukt een man, die niet alleen Nederland's naam in Indie hoog hield, doch die in breeder kring van zich deed spreken. Juist hans, nu de radio-telegrafische en te- lefonische gemeenschap met het Oosten tal van deskundigen bezig houdt en in dit ver band de naam van ons land in de eerste plaats wordt genoemd. Hij, De Groot, was het, die nog dezer dagen het kruisgesprek tusschen het moederland en de kolonie tot stand bracht, om een der allerlaatste presta- ties van den thans overledene te noemen. Doch over De Groot werd in Indie de laatste tien jaren druk, en steeds met lof, gesproken. Het radio-zendstation te Malabar was zijn werk. In de oorlogsjaren ontwikkelde de techniek zich met reuzenschreden en reeds in 1916 kon dr. De Groot bij gelegenheid van zijn pro- motie in Delft de steiling verdedigen, dat een radioverbinding van Nederland met zijn kolonien zonder gebruik van tusschenstations een politieke noodzakelijkheid en tgchnisch uitvoerbaar was. Dit was de aanleidng, dat onze regeering dr. De Groot een onderzoek opdroeg om uit te maken tot welke sterkte de eventueele stations voor een directe draad- looze verbinding met Nederlandsch-Indie moesten worden gebouwd en aan welke an dere eischen zij behoorden te voldoen.In Amerika zag dr. De .Groot den Poulson boogzender, waarop hij besloot voor Indie in het bijzonder dit systeem aan te bevelen. On- middellijk na zijn komst in Indie werden alle krachteri besteed aan den bouw van een tij- delijk ontvangstation. In Februari 1917 was dit station, hetwelk beschikte over twee antennes, ieder van twee K.M. lengte, gereed en van dien tijd af heeft men te ijangkring regelmatig kunnen ont- vangen en gegevens verzamelen teneinde de eischen te kunnen vaststellen, die aan een in Nederland te bouwen zendstation moesten gesteld worden. Bij deze proeven bleek, dat de korte golf van 6.3 K.M. van Nauen 's nachts en vooral in de wintermaanden zeer goed neembaar was en veel beter dan de lange 12.7 K.M. golf, die's nachts en over- dag even sterk was, doch steeds op de grens van neembaarheid. Dr. De Groot kwam nu op het denkbeeld, om een in Amerika bestelden boogzender, die oorspronkelijk voor de verbinding van Indie met Cavite (Philippijnen) bestemd w:as, als tijdelijken zender voor Nederland te beproe ven. Deze zender was geleverd voor een ver mogen van 50 KW. in de antenne, doch is later wat overbelast. Tot dit doel bouwde hij een voortreffelijke antenne op het gebergte te Malabar. Deze antenne bestaat uit een systeem, dat aan vier kabels is opgehangen, welke kabels over den krater gespannen zijn. De maximum overspanning is 2000 meter, het.hoogste punt van de antenne ligt 652 M. boven het station. In Februari 1918 is het station begonnen met regelmatig seinen en, hoewel met primitieve hulpmidaelen, is er toch iederen dag geseind met weinig storing. In 1919 werd met Hr. Ms. „De Zeven Provncien" een ontvanger uit Indie medege- nomen. Deze ontvanger was in korten tijd hem troosten, hem beter zou doen worden. Zij hield zich goed, al werd door die beken- tenis haar ziel als door een snijdend zwaard verscheurd; zij verroerde zich niet, zij liet hem uitspreken r Eenige maanden daarna verliet de Villa nova voor goed het kasteel zijner vaderen. Het geld, dat hij nog bezat schonk hij aan de armen; hij nam den pelgrimstaf op en scheepte zich in op een naar het Heilige Land vertrekkend schip. E>e moederliefde had het wonder verricht; haar gebeden hadden haar zoon ten goede doen keeren. XII. Langs den prachtigen ouden romeinschen weg tusschen Reggio en Massa reed Gual- tiero voort. Zijn ros had naar eigen goedvin- den een bedaarden stap aangenomen, als wilde het zijn meester aen tijd gunnen het mooie landschap te bewonderen. De weg voer- de door een vruchtbare vallei, eerst tusschen heuvels en daarna langs den voet van hooge bergen; de Appenijnen die geheel Italie als de spieren van een lichaam doorloopen. Onze ruiter had juist het dorp Canossa bereikt en hij klom tot aan de rui'ne van het beroemde kasteel van gravin Mathilde, waar keizer Hendrik IV drie dagen boete deed voor Paus Gregorius VII. Gualtiero bleef een tijd verdiept in de be- schouwing van het schoone panorama; in het zuiden de Appenijnen, in het noorden de uit- gestrekte Po-vlakte met Parma, Reggio en Modena. 7/ (Wordt vervolgti).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1927 | | pagina 5