Alkmaarsche Gouran
MARTIN'S VERJONGINGSKUUR.
FEUILLETON.
In en om'de hoofdstad.
Kb. 19S
1927
Honderd negen en twinfigste Jaargang.
Zaferda? 20 Augustus.
Racfio-hoekje
Zondag 21 Augustus.
Hilversum, 1050 M. 10.V. P. R. O.
tiitzending uit de Ned. Herv. kerk te Zaan
dam. Voorganger: ds. A. van Wijk, over
God is overal (Tekst: Ps. 139 :6 12). 1
Gebed. 2. Gez. 193 1. 3. Preek le ged.
Gez. 7 1, 2 en 4. 5. Preek 2e ged. 6. Orgel
spel. 7. Gebed. 8. Ps. 73 13. 9. Zegen
12.301.30 De nieuwste gramofoonmuziek
(N. O. V.). 1.302.Lezing door Mr. A
N- Nicolspijer, over: De collectieve arbeids-
overeenkomst. 2.15 Uitzending uit de Prin-
cesse Schouwburg te Den Haag. „Das Drei-
tnalerhaus", zangspel in 3 bear, van Win
ner en Reichert. Muziek van F. Schubert,
Regie Fr. Hirsch. Dirigent: Willi Libic-
zowski. Franz Schubert, Paul Harden. Ba
ron Schober, dichter, Albert May. Moriz von
Schwind, kunstschilder, Willy Zirbel. Kupel-
wieser, teekenaar. M. Laske. Johann Michael
Vogl, Hofoperazanger, Kurt Heide. Graaf
Scharntorff, Deensche gezat, Walter Triebel.
Christian Tscholl, Meester glazenmaker a.
h. Hof. Fr. Hirsch. Marie Tscholl, zijn
vrouw, Jula Rillo. Hederl, Haiderl en Han-
nerl, hun dochters, resp. Carla Carlsen, Else
Kramer en Friedcl Dotza. Giuditta Grisi,
zangeres aan het Hoftheater, Mimi Gyenes
Andreas Bruneder, meester zadelmaker, Her
bert Weissfoach- De le acte speelt voor het
huis van Schubert, de 2e acte in een salon
bij Tscholl en de 3e acte voor een patisserie-
winkel. Het stuk speelt in Weenen omstreeks
1826. 6.Dienst in de Ned. Geref. kerk te
Zandvoort. Voorganger: ds. H. C. v. d
Brink. 1. Orgelspel door A. C. Reujl, tot
6.30. 2. Votum en Zegengroet. 3. Zingen Ps.
100 1 en 2. 4. Geloofsbelijdenis 12 artik.
5. Lezen: Luk. 18 1 tot 8. 6. Zingen
Avondzang: 7. 7. Gebed. 8. Zingen Ps.
73 12. 9. Tekst: Rom. 12 12. 10. le ged.
preek. 11. Zingen Lied 50:2 (Ev. Gez.
189 6). 12. 2e ged. preek. 13. Het Gebed
des Heeren. 14. Zingen Ps. 97 7. 15. Zege-
ning. 16. Orgelspel. 8.Persberichten en
sportuitslagen. 8.15 Aansluiting van het
Kurhaus te Scheveningen. Het Residentie-
orkest onder leiding van Prof. Georg Schnee
voigt.
Daventry, 1600 M. en Londen, 361 M.
3.50 Concert. De militaire band. E. Furmed-
ge, contra alt. J. Ching, piano. 5.35 Gedich-
tenvoorlezing door Mich. Sadleir. 5.50
6.20 Kinder studio-kerkdienst. 8.20 Dienst
in de St. Andrew's Parish-kerk. 9.15 Lief-
dadigheidsoproep. 9.20 Weerbericht en
nieuws. 9.30 „Vesper muziek". Orkest en H.
Macklin, tenor. De Wireless Singers. 11 05
Epiloog.
Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 12.20
I.05 Gewijde muziek en preek. 1.052.10
Qrkestconcert. 5.055.55 Concert. De Ho-
monyme Jazz. 8.5011.20 Concert. Orkest
Dansmuziek.
Langenberg, 469 M., Miinster, 242 M.
in Dortmund, 283 M. 9.20—10.20 Kath.
Morgenwijding.' 12.301.10 Declamaties
door Gerd Fricke. 1.202.50 Concert. Poli-
tiekapel. 5.506.50 Orkestconcert. 8.35 „De
vroolijke vrouwfjes van Windsor", kom
opera in 3 acten van Nicolai. Daarna tot
12.20 Dansmuziek.
Konigswusterhausen, 1250 M. en Berlijn,
484 en 566 M. 6.50—8.20 Vroegconcert.
9.20 Morgenconcert. 11.501.10 Orkest
concert. 5.206.50 Orkestconcert. 8.50 Uit
de operettes van Leo Fall en de opera's van
Lortzing. 10.5012.50 Dansmuziek.
Hamburg, 395 M. 7.508.20 Vroegcon
cert. 9.35 Neder-Duitsch morgenconcert.
II.50 Openluchtconcert. 1.25 Concert. 3.20
Vroolijk concert. 5.50 Dansmuziek. 8.20
11.10 „Die weisze Dame", kom. opera
Boieldieu. Dansmuziek.
Brussel, 509 M. 3.205.20 Klassiek con
cert. 8.20 Kamermuziek. 9.20 Kursaalcon-
cert. 10.5011.20 Dansmuziek.
Maandag 22 Augustus.
Hilversum, 1050 M. 12.Politieberich-
ten. 12.352.Luncmhuziek door het
Trianon-trio. S. Sjouwerman, viool. J. de
Jong, cello. H. Ryff, piano. 4.405.55 Kin-
deruurtje door mevr. Ant. van Dijk. 6.
8.Concert door het A. N. R. O.-orkest.
Gustaaf de Leor, heldentenor van de opera
te Diisseldorf. Egb. Veen aan den vleugel
7 45 Politieberichten. 8.10 Aansluiting van
het Kurhaus te Scheveningen. Volksconcert
Door Rafael Sabatini.
Uit het Engelsch door C. M. G. d. W.
fO)
En het meisje, dat haar geluk haast niet op
kon, liep weg met een spoed die aan het
grappige grensde. Tressan had niets te zeg
gen, geen enkel woord om haar terug te
nouden; tegenstand1 of verontschuldiging
was vruchteloos.
„En nu mijnheer de Senechal", zei Gar
nache, met de handen in de zij, wijd'beens en
de oogen gevestigd op het gelaat van den
ongelukkigen man, „wat heeft u mij te zeg
gen?"
Tressan veranderde van houding; hij ver-
rneed de oogen van den andere; het was
duidelijk zichtbaar dat hij beefde ert toen hij
eindelijik begon te spreken, was het op aar
zelendeh toon,
,,Het het schijtnt, mijnheer, dat ik
het slachtoffer ben van bedrog."
"I'k dacht eerder, dat ik het slachtoffer
was'.
,,Wij waren beiden slachtoffers, d'at is
auideli|k, antwoordde de Senechal. Toen be
gon hij verklaring te geven. „Ik ben giste-
ren naar Condiliac gegaan volgens uw ver-
langen en na een heftig onderhoud met de
roarkiezin, kreeg ik van haar de belofte van
e hitlevering van mademoiselle de la Van
tage Dat meende ik. Ik kende de freule zelf
met, begrijpt u.w- -
door Het Residentie-orkesf onde"f TeTd!nFvin
Ignaz Neumark. In de pauze een lezing door
den heer Maarten, over: Het middenstands-
congres. 10.15 Nieuwsberichten. 10.50
12.Dansmuziek van het Paviljoen Riche
te Zandvoort. Teddy Staves and his band,
(van 10.5011.20 onderbroken voor Nor-
deich).
Daventry, 1600 M. en Londen, 361 M.
12.20 Daventry-kwartet en solisten, bariton
en piano. 1.20—2.20 Orgelconcert. 3.20 Or
kestconcert. 4.10 M., Ramsay, mezzo so-
praan. 4.22 Orkestconcert. 4.50 Duettenvoor
sopraan en bariton. 5.20 Huishoudpraatje.
5.35 Kinderuurtje. 6.20 Daventry-kwartet.
6.45 Radiobulletin. 7.05 Daventry-kwartet.
7.20 Dram, critiek. 7.35 De Sonates van
Beethoven. 7.50 Variete. 8.20 Concert. Sym-
phonie-orkest, onder leiding van Sir H. j.
Wood. M. Busby, sopraan. W. Widdor, te
nor. 9.50 Weerbericht en nieuws. 10.05
Vervolg Concert. 10.50 Nieuwsberichten.
10 55 Lezing: The King's English in the
Royal county of Berks. 11.10—11.20 Variete.
Parijs „Radio.Paris'\ 1750 M. 10.50—
11.20 Concert. 12.502.10 Orkestconcert.
5.05—5.55 Dansmuziek. 8.5010.50 Frag-
menten uit een opera-comique. Orkest, koor
en solisten.
Langenberg469 M.. Miinster242 M,
en Dortmund283 M. 1.30—2.50 Orkestcoff-
cert. 5.506.50 Orkesctoncert. 8.359.20
Westfaalsch concert. W. Bockenholt, decla-
matie. A. Imkamp, bas. W. Nebe, piano.
9.20 Snarenspel en zang. M. MertenGru-
ner, sopraan. G. Griinwald, cither. R. Griin-
wald, guitaar. P. Wolff, Schoszgeige. 11.10
12.20 Dansmuziek.
Konigswusterhausen, 1250 M. 12.20—
8 05 Lezingen en lessen. 8.50 „Die Heide".
R Stcbrawa, declamatie. Radio-koor. Daar
na concert. C. Bronsgeest, bariton en radio
koor.
Brussel, 509 M. 5.206.20 Orkestcon
cert. 8.20 Orkestconcert. 9.2C10.20 Dans
muziek.
Hamburg, 395 M. 4.35 Charles de Coster-
Herdenking. 5.20 Gedichten en liedjes bij de
luit. 6.20 Orkestconcert. 7.20 Orkestconcert.
8.2011.10 Straussmuziek.
CCXLIX.
We hebben komkommertijd.
Wij, dagbladschrijvers, zeggen van Augus
tus-maand altijd: dat wij in dezen tijd des
jaars „in den komkommertijd leven", waar-
mede we wenschen aafi te duiden, dat het ge-
achte publiek gedurende enkele weken niet
verbaasd behoeft te zijn als het zijn „geliefd
lijfsorgaan" niet zoo lijvig en niet zoo be-
langrijk zal bevinden als in de overige weken
des jaars het geval is, omdat gedurende deze
maand het nieuws der reacteuren der bladen
gewoonlijk schaarscher toevloeit dan anders.
Wat niet anders dan natuurlijk is. Wanneer
in de Augustus-weken geen onverwachte ge-
beurtenissen, die door gansch de wereld of
door eigen land een schok doen gaan, plaats
hebben, is het nieuws schaars, omdat in dezen
tijd des jaars „iedereen" waaronder te ver-
staan degenen, die nieuwsbronnen kunnen
wezen, „weg" is. Deze maand is de vacantie
maand bij uitnemendheid. De parlementen in
nagenoeg alle landen zijn tijdelijk uiteenge-
gaande vroede dames en heeren, die volgens
onze Gemeentewet steden en dorpen bestieren,
hebben tot begin September rust en alle ge-
legenheid om zich in de welsprekendheid te
oefenen voor de naderende begrootings-dis-
ucssies, en als gevolg van dien zijn tal van
personen, die anders zoo dikwerf de persman-
nen over staats- en gemeentekwesties van al-
lerlei aard kunnen inlichten, ook met vacan
tie gegaan. En de arme journalisten, die trots
dit alles hebben te zorgen dat de krantenle-
zers's avonds en 's morgens geen bianco vel-
len papier in huis zullen krijgen, pijnigen
zich vaak de hersenen met de vraag: hoe zij
alt'hans een nieuwsblad zullen kunnen afleve-
ren, waarin toch nog wel een en ander te vin-
den is, dat de massa de moeite waard zal ach-
ten. Hun eenige troost in deze dagen is, dat
tal van „getrouwe lezers" ook hun vrije we
ken hebben, waarin zij gebroken hebben met
den dagelijkschen sleur en als gevolg van
dien voor hun nieuwsblad niet de gewone be-
langstelling toonen, ook al zouden zij het de
administratie daarvan erg euvel duiden, in-
dien deze het niet zou hebben nagezonden
naar hun tijdelijk vacantie-adres.
In dezen komkommertijd dan maakt Amster
dam geen uitzondering op andere steden van
beteekenis, d.w.z. de stad'is „ledig", ledig van
de nieuwsbronnen, waaruit anders nieuws
„opborrelen" kan. Alleen de vreemdelingen
brengen vertier, met name de buitenlanders,
die de stad komen bekijken en daarvoor zeer
Garnache zag hem aan. Hij gel oof de hem
niet. Het speet hem, dat hij bet meisje zelf
niet ondervraagd had. Maar misschien was
het wel zoo gemakkelijk en praetisch als hij
den schijn aannam de bewering van den Se
nechal aan te nemen. Maar hij moest zorgen
niet nog meer voor den gek te worden ge-
houden.
„Mijnbeer de Senechal", zei hij op kahnen
toon en hij bedwong zijn toorn, „op zijn
zachtst zijt ge een domoor en een ezel, op
zijn ergst gijt ge een verrader Ik zal daar
:nu geen nader onderzoek naar doen; ik zal
niet te nauwkeurig wezen".
„Mijnheer, die beleedigingen zoo be
gon de Senechal, een zekere waardigheid te
hirlp roepende. Maar Garnache viel hem in
de rede.
„La, la! ik spreek uit uaam van de koningin.
Indien u gedacht heb de douairiere van Con-
dilTac van dienst te zijn in haar verzet tegen
laar majesteits bevel, laat mij u dan aan-
aden, indien ge uw betrekking als Senechal
op prijs stelt als u prijs stelt op het be-
ua<
langer te koesteren.
houd van uw leven om die gedachte niet
Ik zie in ieder geval in, dat ik zelf de zaak
in handen moet nemen. Ik moet persoonlijk
naar Condililac gaan. Indien mij weerstariid
wordt geboden, zal ik mij tot u moeten wen-
den en de noodige hulpmiddelen vragen om
dien weerstand te overwinnen.
En vergeet dit vooral niet: ik heb het on-
>eslist gelaten of u op de hoogte waart van
de poets die men getracht heeft de koningin
door mij, haar vertegenwoordiger te spelen,
ja of neen. Maar het is eeni vraag, die ik bij
machte ben ieder oogenblik op te lossen, op
VeeT gecruTk makeh" VdTT"oe Vjcnsieniwagens
der verschillende reisbureaux. En wanneer
men dag in dag uit dergelijke groote voile
w;agens door Amsterdam ziet gaan en ze siil
ziet houden bij sommige onzer bezienswaar-
dige gebouwen, zooals het Paleis op den
Dam en Rijksmuseum in de allereerste plaats,
denkt men allicht, dat al die vreemdelingen
toch wel een belangrijke som gelds zullen
achterlaten in de laden van tal van nering-
doenden. Vermoedelijk dat de hotels en een
aantal bekende restaurants inderdaad van
dit vreemdelingenbezoek profijt trekken. maar
of zulks voor de winkeliers ook geldt is de
vraag. Ten minste neringdoenden, die ik daar
naar vroeg, verzekerden mij, dat voor tal van
winkeliers het vreemdelingen-bezoek volstrekt
niet voordeelig is en dat zij het in dezen tijd
het meeste moeten hebben van de provincie-
mensdhen, die in hun vacantie voor korter of
langer tijd hier komen en zij weten dit voor
een groot deel juist aan die toeristenwagens.
„Die toeristenwagens", zeide een hunner
tot me. „zijn voor ons een nadeel. De hotel-
portiers raden de buitenlanders gaarne die
toc'hten in toeristenwagens aan men heeft
mij zelfs verteld, dat zij dit des te liever doen,
omdat ze ^aarvoor van de toeristen-bureaux
hun belooning krijgen, iets wat ik niet beslist
weet, doch lang niet onmogelijk acht. Maar
in elk geval, de toeristenwagens nemen die
buitenlanders mede, toeren hen de stad door;
hun geleiders lichten hen in over restaurants,
doch het gevolg is, dat velen dier vreemdelin
gen dan verder maar hoogst zelden te voet
door de stad gaan; dat de'meesten hunner
niet langs onze winkels komen en niet koo-
pen. De Nederlandsche vreemdelingen echter,
de provincialen maken van die toerwagens
slechts weinig gebruik; zij gaan met onze
trams of loopen door onze straten, kennen
bovendien de taal en zijn grootendeels dege
nen, die in dezen tijd, nu „de Amsterdam
mers weg zijn", nog wel iets voor ons goed
maken.
Er ligt ontegenzeggelijk veel waars in het
geen mijn zegsman opmerkt, want die nieu
werwetsche vreemdelingen-auto's zijn zeker
oorzaak, dat tal van buitenlanders daardoor
gelegenheid krijgen Amsterdam in een of
twee dagen te doen zij zien de kunstverza-
melingen, die de moeite waard zijn opper-
vlakkig; krijgen even een indruk van de stad,
maar van ons groote-stadsleven en hetgeen
onze neringdoenden te koop bieden, zien zij
weinig of niets.
Gelijk ge weet hebben we hier eenige dagen
geleden o.a. een gezelschap Amerikaansche
journalisten gehad. Zij hebben op dien enke-
len dag, dien hun voor Amsterdam was toe-
bdeeld, onder uitnemend geleide kennis kun
nen maken met enkele belangrijke instellingen
der stad, die buitenlanders in den regel niet
bezoeken, zooals het Koloniaal Instituut en
de Koopmansbeurs; ze hadden althans gele
genheid daartoe, doordat zij in gezelschap
waren van tal van Amsterdammers van be
teekenis, die hen over onze instellingen, ons
maatschappelijk leven zooveel konden vertel-
len als zij weten wilden, maar van het Am
sterdam, zooals het werkelijk leeft, zagen ze
weinig. Toen zij in het Instituut toefden, wa
ren zii ook getuigen van het aanbieden van
drie gedenkplaten, door het Historisch Ge-
nootschap te New-York ter plaatsing aange-
boden in het Oude West-Indische Huis, "de
Begijnenhofkerk, den Schreierstoren als her-
innering aan de beteekenis, die ons land heeft
met betrekking tot de stichting van New-York,
het oude Nieuw-Amsterdam, maar de plaat-
sen, waar die gedenkplaten aangebracht zul
len worden, konden zij slechts even oppervlak.
kig aanschouwen de toeristenwagens had
den in elk geval dat nut, dat ze even langs de
gebouwen konden gaan, waar de gedenkpla
ten voor bestemd zijn; 't was in elk geval iets,
maar best mogelijk is, dat ze ten slotte toch
nog meer belang hebben gesteld in het nieuwe
stadion, dat in wording is en zoo een herinne-
ring medenemen aan de plek, waar, naar zij
natuurlijk hopen, de Amerikaansche athleter.
hun triomfen zullen vieren in het naderend
Olympiade-jaar. Vermoedelijk zullen nu het
andere jaar ock de gedenkplaten staan op het
program van de rondritten, die de toeristen
wagens vol Amerikancn door de hoofdstad
zullen doen.
Eigenaardig toch het zij hier terloops
even opgemerkt dat we in onze dagen der
gelijke herinneringsplaten nu en dan ontvan-
gen van bevriende buitenlanders en die dag
op officieel-plechtige wijze gaarne aanvaar-
den, terwijl daartegenover staat, dat wij "in
den loop der jaren zoo menigmaal typische
gedenksteenen, die iets te zeggen hadden over
de oude geschiedenis van Amsterdam, bij het
sloopen van gebouwen, waarin zij aange
bracht waren, verloren deden gaan. Gelukkig,
dat in de laatste jaren, dank zij het ijveren
van verschillende vereenigingen, die den eer-
te lossen als ik het verla-ng. Tenz'.j u zooals
ik vertrouw voortaan u onwankelbaar trouw
toont, zal ik dat vraagstuk oplossen d'oor u
voor een verrader te verklaren, en ik zal u
als verrader arresteeren en naar Parijs laten
brengen. Mijnheer de Senechal, ik heb de eer
u te groeten."
Toen hij vertrokken was, trok rcijinheer de
Tressan de pruik van zij-n hoofd en veegde
zijn bezwee-t voorhoofd af. Beurtelings wit
als sneeu'k en rood als vuur, liep hij zenuw-
achtig de kamer op en neer. In de vijlftien
jaar nadat hij verheven was tot den rang van
Senechal, had nooit iemand zutk een toon
tegen hem durven aanslaan en hem aldus
durven toes-preken.
Voor leugenaar en verrader was hij dien
morgen uitgemaakt, voor bedrieger en dwaas;
en hij was overduveld en bedreigd en had
alles opgeslikt, en zou hij na zoo ver te zijn ge
gaan de hand te streelen die hem dit alles
had toebedeeld. Drommels, wat een lummel
was hij geworden! En de man die dat alles
gedaan had, een doodgewone parvenu uit
Parijs, die rook naar Ieder en naar de kazer-
ne was nog in leven!
Bloed-vergieten dat was zijn plan; moord-
lust sloop in zijn hart. Maar die gedachte zet-
te hij van zich af, hoe waanzinnig hij ook
wezen mocht. Hij moest dien kerel met andere
wapenen bestrijden, zijn opdracht verhinderen
en hem verslagen, met leege handen naar
Parijs terug zenden.
„Babylas!" riep hij.
Onmiddellijk stond de secretaris voor hem.
„Heeft u gedacht aan de opdracht aan ka-
pitein d'Aubran?" vroeg hij met een onge
duldigen snauw. -
mad voor delpEhiedeSis de?er me'rwaafarge
stad aankweeken, dikwerf toch nog vele dier
gedenksteenen voor vernietiging bewaard zijn
gebleven.
De toeristenwagens hebben ook nog dit op
hun „geweten" dat vele vreemdelingen het
„Venetie van het Noorden" niet meer op het
water zien. Natuurlijk, velen dier buitenlan
ders slaan Marken en Volendam nooit over
de gidsen van de booten, welke naar die
plaatsen varen, zorgen daar wel voor, want
in de ochtenduren kan men ze steeds bij de
uitgangen van het Centraal-Station vinden,
in woord en met prentkaarten die twee „Mek-
ka's" der toeristen aanbevelende, maar de
tochten door de grachten van Amsterdam
zijn zeldzaamheden geworden en het traditio-
neele bezoek dat buitenlanders van hier uit
steeds naar Zaanland brachten om de molens
te zien en het Czaar Peter-huisje te Zaan-
dam. is lang niet meer wat het vroeger ge-
weest is. Is het omdat, helaas! zooveel van
onze ZaanlandsChe molens verdwenen zijn en
men niet meer aan Rusland denkt als het land
der Czaren? Wie zal het zeggen, maar jam
mer is het, want ons IJ en Noordzeekanaal
zijn nog steeds het aanzien waard.
Voor vreemdelingen is dat IJ nog steeds
een „puzzle"; ze begrijpen niet wat dat een-
letterige woord beduidt. Mij is verteld, dat 'n
kellner op een der op Zaandam varende boo
ten en die wat Engelsch kende, toen een En-
gelschman hem vroeg hoe da' water heette
en bij het hooren van IJ een gezit t zette als-
of hij zeggen wilde: „Ik snap er niets van",
niet beter uitleg wist te geven dan de verkla-
r'ng: „IJ egg, ham, and eggs!" Ik geloof
niet, dat de Engelman er veel wijzer door is
geworden. Maar ik durf vragen of er niet
veel Amsterdammers, niet veerNederlanders
zijn, die, voor de vraag gesteld: „Wat be-
teekent IJ?", het antwoord ook schuldig zou
den moeten blijven.
Ter Gouw, de onvolprezen Ter Gouw, die
ons op zoo populaire wijze den oorsprong van
vele oude straat- en graChtnamen heeft
weten te vreklaren, zegt er in zijn bekend
werk ver Amsterdam van, dat de namen Ye
en Amestelle beiden afkomstig zijn van den
wortel aa, ae, ee, ie, ye, ei, die water beteeken-
den en waarvan zooveel stroom- en plaatsna-
men zijn afgeleid. Ons IJ beteekent dus een-
voudig: het water, en was de naam, dien de
vroegste bewoners van het gouw Amstelle na-
tuurlijkerwijze gaven aan den breeden zee-
arm, die ten Noorden hu natuurlijke g^'ens
vormde. Een aangezien de genoemde wortels
gaarne een m aChter zich namen, kreeg men
als betekenis voor water de woorden aam of
ame. eem enz., terwijl stelle beduidt nlaats
of plek. Evenals Ameland dus beduidt land
in het water, zoo beteekent Amstelle een wate-
rige plek, een waterrijk oord, en kreeg de ri-
vier, die daar doorliep, ook den naam Amstel
le of Amstel. Zoo vertelt Ter Gouw het, en
zoo mogen wij op zijn gezag aannemen dat't
is en zoo mogen de gidsen der toeristenwa
gens den Amerikanen en Engelschen, moch-
ten zij belangstellend vragen wat de beteeke
nis van dat IJ en Amstel, waaraan Amster
dam gelegen is, inlichten. Wanneer ik hier
Ter Gouw geciteerd mocht hebben voor mijn
lezers, die er alles reeds van wisten, dan ge
lieven zij te bedenken: dat het komkommer
tijd is te AmsteTdam.
SINI SANA.
Uit onze Staatsmachine.
Bescherming van Industrieelen Eigendom.
Het is bijna twee jaar geleden (October-
November 1925), dat in den Haag gehouden
werd de conferentie der „Union internationale
pour la protection de la propriete ind-ustriel-
le". Toen is een nadere herziening tot stand
gekomen van het tusschen verschillende lan
den, waartoe ook Nederland behoort. geslc-
ten: Unieverdrag van Parijs van 1883 tot be
scherming van den industreelen eigendom,
zoomede van de schikking van Madrid van 14
April 1891 betreffende de internationale in-
schrijving van fabrie-ks- of handelsmerken,
welke beide ovreenkomsten in 1911 te Was
hington waren herzien.
Ook in deze materie had de wereldoorlog
groote wijzigingen aangebracht. De zich meer
en meer ontwikkelende denkbeelden op het ge-
bied van het industrieel eigendomsrecht en°de
steeds groeiende belangstelling voor deze
rechtsmaterie hadden plannen doen rijpen
voor hernieuwd internationaal overleg, dat in
1925 in den Haag heeft plaats gevonden.
Verschillende bij de oude overeenkomst aan-
gesloten landen namen weer deel, andere niet-
aamgesloten landen waren nu vertegenwoor-
digd, evena'ls het Economisch Comite van den
Volkenbond en de Internationale Kamer van
Koophandel. Deze algemeene deelname be-
wees afdoende de urgentie eener herziening
der vigeerende overeenkomsten. Toch werd
het nemen van bindende besluiten in geen ge
„Ja mijnheer, ik heb er den heelen morgen
over gepeinsd.'
„Nu? en wat hebt ge er uit opgemaakt?"
„Helaas niets mijnheer!"
Tressan sloeg zoo geweldig op de tafel die
voor hem stond, dat het stof uit de papieren
vloog.
,,Ventegris! Hoe word ik gediend? Waar-
voor betaak ik u, en geef u eten en drinken en
huisvesting nietswaardige, wanneer ge mij
altijd in den steek laat zoodra ik iets van uw
hersenen verg? Hebt ge dan geen verstand,
geen enkel denkbeeld, geen verbeelding?
Kunt ge geen enkele schiinbaar juiste taak,
geen waarschijnlijken opstand, geen mogelij-
ke moeielijikheden verzinnen tot verklaring
van mijn bevel aan Aubran zich met zijn
manschappen naar Mon+elimas te begeven,
of naar den duivel te zenden als't noodig
was?"
De secretaris stond te beven over al zijn
leden; hij durfde de oogen niet tot zijn gebie-
der opslaan evennhn als zijn heer en meester
zooeven tegen over Garnache had gestaan
De Senechal genoot. Als hij1 zooeven overbluft
en overdonderd was, dit was er ten minste een
dien hij op zijn beurt tot zijn slachtoffer kon
maken. Dat genot kon hij zelf nu eens maken.
Lui, ell end ig kal'f," ging hij voort. ,,Een
houten beeld zou mij nog meer van dienst
kunnen wezen. Ga been! Het schijnt, dat ik
op mij zelf alleen ben aangewezen. Ach, dat
is altijd zoo. Wacht, bulderde hij, want de
secretaris, die maar al te blij was aan dit
laatste bevel te kunnen gehoorzamen, was
reeds bij de deur.
„Zeg aan Enselme den kapitein te verzoe-
ken hier dadelijk bij mij te komen."
EEN ENKEL WOORD!
r
ADVERTEERT IN DE
ALKMAARSCHE COURANT
ringe mate geh" apt, doordat de vereisch-
te eenstemmig' aodig voor alle partijen
bindende besl niet steeds verkregen
kon worden -rd een belangrijke her
ziening van de fcestaande regelen verkregen
en kwam men tot de vaststelling van het ..Ar
rangement de la Haye du 6 November 1925.
concernant le depot international des dessins
au modelles industriels", waardoor een schik
king werd bereikt, welke teekeningen en mo-
dellen van nijverheid internationaal be-
schermt. Aan de Tweede Kamer werden de
overeenkomsten, op de conferentie getroffen,
ter goedkeuring toegezonden. Het zijn de ge
troffen bepalingen betreffende het internatio
naal depot van teekeningen of mode lien van
nijverheid, waaromtrent we hier iets will en
mededeelen.
Aan het Internationaal Bureau voor den
industrieelen eigendom te Bern wordt een in
ternationaal depot verbonden, dat de teeke
ningen of modellen zal omvatten, hetzij in
den vorm van het industrieele voortbrengsel,
waarvoor zij bestemd zijn, hetzij in den vorm
van een teekening, een photografie of elk an
dere voldoende grafische voorstelling van de
bedoelde teekeningen of modellen. Wil iemand
zijn teekening of model in dit depot opgeno-
men zien, dan moet hij de voorwerpen opzen-
den met een verzoek om inschrijving. De
voorwerpen worden dan bewaard in de archie-
ven van het Internationaal Bureau, dat van
de inschrijving kennis geeft aan de aange*
sloten landen. De onderdanen van elk der
verdragsluitende landen hebben het reeht in
de andere landen de bescherming van hun
teekeningen of modellen van nijverheid te
verzekeren door middel van dit internationaal
depot. Dit depot, dat een zuiver verklarend
karakter heeft, zal in alle landen dezelfde
kracht hebben alsof de teekeningen en model
len er rechtstreeks waren gedeponeerd op den
datum van het internationaal depot. Het kan
omvatten hetzij een enkele teekening of mo
del, hetzij meer dan een, waarvan het aantal
echter nauwkeurig moet zijn aangegeven
Men kan daartoe gebruik maken hetzij van
gesloten hetzij van open omslag. De identiteit
kan volgens ieder geschikt' systeem worden
vastgesteld, waarbij echter het systeem-So-
leau de oorkeur heeft. De duur der inter
nationale bescherming is vastgesteld op 15
jaar, welke termijn onderverdeeld is in twee
tijdperken, een van.vijf en een van 10 jaar.
Gedeurende het eerste tijdperk geldt het depot
in open of gesloten omslag, gedurende het
tweede tijdperk alleen in open omslag. Tij-
dens den duur van het eerste tijdperk zullen
de depots in omslag op verzoek van hem, die
het depot verrichte of van een bevoegde recht-
bank geopend kunnen worden. Is het eerste
tijdperk afgeloopen, dan is de overgang naar
het tweede tijdperk voldcende, wanneer een
verzoek om verlenging is ingediend, voor de
opening. Wanneer een verzoek om verlenging
niet is ingekomen, worden de teekeningen en
modellen in den staat, waarin zij verkeeren
aan hun eigenaren op hun verzoek en op hun
kosten teruggeven. Zulks geschiedt ook met
die, waarvan de bescherming geeindigd is.
Wordt geen teruggave gevraagd, dan worden
ze nog twee jaar bewaard en daarna vernie-
tigd. Een rechtbank of een andere bevoegde
autoriteit kan gelasten, dat een geheime teeke
ning of geheim model te harer kennis wordt
gebraeht. Het Internationaal Bureau gaat
dan tot de opening over. Een en ander moet
echter zoo spoedig mogelijk weer teruggege-
ven worden en gesloten of omihuld bewaard
Babylas boog en vertrok.
Toen hi} ten minste in zekere mate zijn
slecht humeur had gelucht, deed Tressan een
ooging om zijn zelfbeheersching terug te
krijgen. Hij veegde voor het laatst zijn ge-
zich en hoofd met zijn zakdoek af en zette
zijn pruik op.
Toen d'Aubran binnentrad. was de Sene
chal bedaard en zwaar gewichtig en waardig,
zooals gewoonlijk.
„Zoo d'Aubran," zei hij, „zijn uw man
schappen gereed?"
,,Zij zijn al vier-en-twintig uur gereed,
mijnheer."
„Goed. Ge zijt een flink soldaat d'Aubran.
Een man waar men op rekenen kan."
D'Aubran boog. Het was een lange, bedrij-
vige jongeman met een prettig gezicht en een
paar mooie donkere oogen.
..Mijnheer de Senechal is wel goed."
E)e Senedhal wuifde even met de hand als
bewijs dat die goedheid zoo bijzonder niet
was.
„Binnen een uur moet ge Grenoble uit
marcheeren kapitein, en uw manschappen
naar Montelimar brengen. Daar kunt ge ze
inkwartieren en mijn verdere bevelen afwach-
ten. Babylas zal u een brief aan de autoritei-
ten der stad overhandigen, waarin hun wordt
verzodht voor geschikte inkwartiering te zor
gen. Terwijl ge daar zijt, kunt ge u op de
hoogte stellen van de stemming in dat dis
trict, in afwachting van nadere bevelen. Heeft
u mij begrepen?"
(Wordt vervolgd).
U BEHOORT fOCH ZEKEK TOT
ONZE REGElMATIGE AOVER.
TEERDERST ZOO NIET,
PROBEERT HET OAN
EENS MET EEN PAAR
PLAATSINGEN. U
ZULT SUCCES
HEBBEN. EN
ONZE LEUS
WORDT
OOK
DE
UWE: