Mkmaarsche Caurant
MARTIN'S YERJONGINGSKUUR.
FEU1JLLET0N.
Honderd negen en wintigsto laargang,
Radio-hoekje
Sftadsnieuws
No. 197 1927
IHiisdas: 23 Augustus.
^DJE WAARN. D1RECTEUR DER GE-
meentewerken VAN ALKMAAR
MAAKT BEKEND, DAT DE DIJKBRUG
VOOR HET RIJVERKEER OP WOENS-
DAG 24 AUGUSTUS ZAL Z1JN AFGE-
SLOTEN.
Woensdag 24 Augustus.
Hilversum, 1050 M. 12 Politieberich-
tgn. 12.35—%.Lunchmuziek door het
Trianontrio. S. Sjouwerman, viool. J. de
Jong, cello. H. Ryff, piano. 4.45—5.45 Con
cert door het A. N. R. O.-orkest. Henri J. v.
Praag, viool (dirigent uit Pasadena, Calif.
U. S. A.) Miss Go -v. Praag, vleugelbegel.
5.45—6.20 Kruiiige vertellingen van den zil-
ten waterkant door den beer L. A. Stofkoo-
per uit Middelburg. 1. Van vischkoopen en
nog wat. 2. Oude kennissen. 6.20—7.—
(Vervolg) Concert door het A. N. R. O.-
orkest. 6.457.45 Concert door het Vocale
mannenkwartet „Die Haghe", dirig. Joh. C.
Vinkesteyn (N. O. V.) 7.45 Politieberjchten.
8.15 Aansluiting van het Kushaus te Sche-
veningen. Het Residentie-orkest onder leiding
,ivan Prof. Schneevoigt. 10.30 Persberichten.
Emmy Kriiger, sopraan. 10.3012.Caba
ret. Fientje de la Mar, Hollandsche liedjes
Kees Pruis, humorist en conferencier. Willy
Matthies, gesyncopeerde piano, soli en oege-
ieiding.
Daventry, 1600 M. en LoiuUn, 361 M.
12.20 De radio-dansband en soiisten, liedjes
a d. piano. 1.202.20 Orkestconcert. 3.20
Licht klassiek concert. Daventry-strijkkwar-
tet en soiisten, sopraan, bariton en piano.
5 35 Kinderuurtje. 6.20 Orgelbespeling.
6.40 Tuinpraatje. 6.5 OTijds., weerbericht en
nieuws. 7.05 Orgelbespeling (vervolg).
7.20 Lezing: A lesson in the newyale blues.
7.35 De sonates van Beethoven. 7.50 Knel-
ler Hall band. Willie Rouse, humorist. 0.20
Weerbericht en nieuws. 9.40 Causerie. 9.55
11.20 Kamermuziek. S. Fischer, sopraan.
A- Morrison, piano. E. Hall, trompet. F.
Almkull en A. Halfpenny, fluit. S. Kneale
Kelley. E. Wyatt, viool. A. Blakemorie, viola.
Ph. Nifosi, cello. G. Hatton, dubbele bas.
Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 10.50
11.20 Concert. 12.502.10 Orkestconcert.
5 055.55 Orkestconcert. 8.5010.50 Op.
iragmenten. Groot orkest, koor en soiisten.
Langenberg, 469 M., Miinster, 242 M. en
Dortmund, 283 M. 1.302.50 Orkestcon-
:ert. 5.506.50 Dansmuziek. 8.55 Koor- en
orkostconcert. Werag-koor en Werag-orkest.
Koorwerken van Schubert en Brahms. Or-
kestwerken van Bach, Schumana en Volk-
mann. Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
Konigswusterhausen, 1250 M. 12.20
8.05 Lezingen en lessen. 8.30 „Die schone
Rivalin", ope re tie. 10.50—12.50 Avondcon-
cert. Orkest en zang.
Brussel, 509 M. 5.20 Trioconcert. 8.20
10.20 Fragmenten van „La damnation de
Faust", Berlioz.
Hamburg, 394 M. 4.35 Liefdesscenes uit
Shakespeare's kluchten. 5.20 Dansmuziek.
6.20 Concert. 7.20 Concert. 8.35 Modeme
balladen van Ferd. Gregcri, door Bernhard
Jakschtat. Daarna dansmuziek tot if. 10.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het Bureau van politie,
Langestraat en aldaar te bevragen op alle
verkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navol-
gende voorwerpen als gevonden gedeponeerd
op 1116 Augustus 1927; damestaschje
met inh., portem. (ledig), portefeuille, 4
kistjes.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgen-
de ingezetenen, onderstaande voorwerpen,
als gevonden aangegeven op 1116 Au
gustus 1927.
rozenkrans in etui, J. Veel, Westerkol'k-
straat 20; 1 pakje blauwe stof, A. Rijken-
berg, Verdronkenoord 22; rijwielplaatje in
etui, Absil, Snaarmanslaan 103; Edammer-
kaasje, J. Jongkind, Noorderkade 22; gele
dameshandschoen, D. de Nijs, Egelenburger-
laan,6; zwarte poes, P. Hecker, Verdronken
oord; belastingplaatje, C. Pauli, van Leeu-
ivenhoekstraat 28; porteinonaie met inh.,
T. Duinker Vos, Geestersigel 47; zilveren
broche, Huisman, Gerbrandlaan, Schoorl;
rijwielbelastingmerk, Firma Lange en de
Door Rafael Sabatini.
Uit het Engelsch door C M. G. d. W.
12)
En daar bemerkte Garnache in de venster-
bank gezeten een page, die druk bezig was
met het poetsen van een borstharnas. H«j
zette zijn werk voort, onverschillig voor de
komst van den vreemdeling, totdat de kerel
die hem naar deze kamer geleid had, den
jongen riep en hem verzocht aan de markie-
zin te gaan zeggen, dat een zekere mijnheer
de Garnache, met een boodschap van de
konnngin regentes, belet vroeg om haar te
spreken.
Dt jongen stond op en tegelijkertijd vtr-
zees een andere gedaante uit een grooten
stoel bij den haard1; de hooge rug van den
stoel had hem tot nu toe voor het oog ver-
borgen. Het was een jonge man van, twintig
een-en-twintig jaar, een bleek, schoon ge-
vonrod gelaat, zwart haar, mooie, donkere
oogen en zeer weelderig gekleed: hij droeg
een gewaad van weerschijn-zijde, van groen
totpurper, schitterend toen hij opstond.
Mijinheer de Garnache begreep, dat- hij
zmh in tegenwoordigheid bevond van Marius
«e Condillac. Hij boog een weinig stijf en
merkte tot zijn verbazing op, dat zijn groet
beantwoord werd met een vriendelijkheid die
bijna hartelijkheid genoemd ikon worden.
„Komt u uit Parijs, mijnheer?" zei de
Pnge man met een prettige, aangetname
'tern. „Ik vrees, dat u geen ai te best weer
Moraas, Langestraaf; rozenkrins, m. van
Wonderen, Kweerenpad 6; haarsierspe'd, A.
Netel, Achterwezel 7; portemonnaie, A. Ris,
Landstraat 41; zwart lederen damestaschjo,
G. Wijker, Zeglis 83; zilveren oorhanger, J.
Kooger, Westerkolkstraat 2; rijwielbelas
tingmerk in etui, S. Admiraal, 2e Kabel-
straat 15; rijwielbelastingmerk P. Baltus,
Tulpstraat 7; zweep, J. Pauwels, Achterom
12; groote spons en kindertaschje, C. de
Raad, dieereigweg 235 Heiloo; portemon
naie met inh. J. Stokman, Fabrieksweg 8;
rijwielbelastingmerk, Moreels, Korte St.
Jacobstraat 1medaille, T. Goettel, School-
straat 5; hondje, W. Mans, Anjelierstraat 4;
pr. kousen, A. Bessen, v. d. Woudestraat 42;
dasspeld, A. Amoureus, Laat; keep, W. Vol-
kers, Varnebroek 29pakje met inh. D.
Groenland, Bleekerslaan 4; bruine rozen
krans, mej. - Dekker, Westerburgstraat 6;
broche met foto, J. Jonker, Zocherstraat 24;
portemonnaie, G. Huiberts, Klein Nieuwland
37; rozenkrans in etui, N. Put, Wolfspad 1.
Wanneer men weder in het bezit is van het
verloren voorwerp, wordt men verzocht hier-
van kennis te geven aan het Bureau van
politie.
GEM E ENTE'B E G ROOT 1NG
VOOR 1928.
Ingevolge artikel 203 der Gemeentewet
bieden B. en W. den Raad aan het on twerp
der begrooting van inkomsten en uitgaven
dezer gemeente voor 1928 met memorie van
toelichting, zoomede de begrootingen van
de afzonderlijk beheerde takit n van dienst.
Deze begrooting is opgcmaakt met inacht-
neming van het voorstel, van B en W. d.d.
5 Juli j.l. (bijlage nr. 79), waarmede den
Raad zich in hare zitting van 14 Juli 1027
vereenigde.
Aangezien wij, zeggen B. en W., na de be-
noeming van wethoucfers door den nieuw ge-
kozen Raad een wijziging van het ontwerp
zullen indienen, waarin ten aanzien van het
financieele beleid na overleg met de betrok-
ken commissies de noodig gebleken voorzie-
ningen zullen worden voorgesteld, zullen
B. en W. zich thans van beschouwingen
daaromtrent onthouden. B. en W. vol-
staan derhalve met te verwijzen naar de me
morie van toelichting.
SCHE1DSGER'ECHT GEMEENTE-
WERKLIEDEN.
B. en W. stellen den Raad vogr, overeen-
komstig art. 25 der Verordening, regelende
de reehtspositie van de werklieden in dienst
der gemeente Alkmaar (Gemeenteblad Nr.
351) over te gaan tot de benoeming voor den
tijd van 5 jaren ingaande 1 October 1927
van een Voorzitter en een plaatsvervangend
voorzitter van het heidsgerccht.
Zij bieden daartoe hieronder de volgende
dubbeltallen aan en verzoeken daaruit eene
keuze te doen.
Voorzitter;
1. Mr. W. STAP (aftredendi).
"2. Mr. M. MOEN'S.
Plaatsverv. Voorzitter:
1. Mr. P. A. OFFERS (aftredend).
2. Mr. H. A J. M. KUSTERS.
De voorgedragenen hebben bericht eene
eventueele benoeming te zullen aanvaarden.
„GOED WONEN". EINDAFREKE-
NI'NG 108 WON 1 NO EN
BAANSINGEL.
In bijlage No. 96 schrijven B. en W.;
Bij raadsbesluit dd1. 3 Maart j.l., nr. 11,
verstrekte de gemeente aan de R. K.. Woning-
bouwvereeniging „Goed Wonen" een aan-
vullingsbouwvoorschot tot een maximum van
22.000 ter afwikkeling van de bouwreke-
ning der 108 woningen. De gemeente ver-
leende dit voorschot, in verband met het
feit, dat de op dit complex rustefide hypothe
cate schuld de onlangs getaxeerde verkoop-
waarde der woningen reeds aanzielijk over-
trof, zonder daartegenover van de vereeni-
ging zakelijke zekerheid te bedingen. Echter
zou die hypotheek op eerste aanzegging van
de gemeente moeten worden gevestigd, zoo-
dra de Vereeniging zooveel van haar scthuld
heeft afgelost, dat het onbezwaard gedeelte
dfer eigendommen die vestiging toelaat.
Op gelijke wijze zouden wij U thans willen
voorstellen, te handelen ten opzichte van een
bedrag van 35000.—deel uitmakende van
het eerste aanvullingsbouwvoorschot, aan
de vereeniging verstrekt bij Uw besluit van
25 September 1924, nr. 8, voor we'k bedrag
om dezelfde reden als hiervoor ten opzichte
van het voorschot van 22000.Is ver-_
meld, vooralsnog geen hypotheek zou behoe-
ven te worden verleend.
Wij geven Uwe Vergadering derhalve in
overweging, daartoe Uw besluit dd. 25 Sep
tember 1924, nr. 8, te wijzigen als volgt:
gehad heeft op reis".
Garnache dacht aan andere dingen behalve
het weer die hij niet al te best had gevonden
en hij was bijna woedend als hij nog dacht
aan alles wat hij had moeten verdragen.
Maar hij boog en gaf een vrij beleefd ant-
woord.
De jonge mam bood hem een stoel aan en
verzekerde hem, dat zijn moeder hem niet
lang zou Iaten wachten. De page was reeds
vertrokken.
Garnache nam plaats op den hem aange-
boden stoel en viel krakend en rinkelend
neer om zich bij het vuur te warmen.
„Ik maak op uit hetgeen ge zegt, dat u
Marius de Condiliac is", zei hij. „lk ben,
zooals u mij misschien door uw bediende
hebt hooren aankondigen, Martin, Marie,
Dagobert de Garnache tot uw dienst."
„Wij hebben reeds van u gehoord, mijn
heer de Garnache", sprak de jonge man, ter-
wijll hij zijn weigevormde beenen met paars-
zijden kousen over elikaar sloeg en de groote
parel in de hand nam die aan zijn oor ben-
gelde. „Maar wij dachten dat u reeds op weg
naar Parijs waart".
„Zeker met Margo", was het grimmige
antwoord.
Maar Marius dacht niet na over die grim-
migheid1 of kende den naam niet, *want hij
ging voort:
„Wij hadden begrepen, dat u mademoiselle
de la Vauvrage naar Parijs moest brengen en
haar onder voogdij stellen van de koningin-
regentes. Ik wil u niet verzwijgen, dat de
blaam op Condillac geworpen, ons veel ver
driet heeft gedaan, maar haar Majeteits bevel
is wet zoowel in Dauphine als in Parijs."
„Precies evejizeer, het doet mij genoegen,
A. in defi aannei van het sub II Sepaalde
worden in plaats van de woorden „en ten
behoeve van het te verstrekken aanvullings-
voorschot" gelezen de woorden „ten beloope
van een bedrag van 50.000.
B. aan de sub II genoemdc voorwaarden
wordt als 6° de volgende voorwaarde ;oc-
gevoegd1:
„6°. de Vereeniging verbindt zich, op eer
ste aanzegging der gemeente op hare eigen
dommen tot het bedrag, uitmakende het ver-
schil tuaschen het werkelijk verstrekte aan-
vullingsvoorschot en het bedrag, waarmee oe
in den aanhem sub II bedoelde hypotheek is
verhoogd, alsnog hypotheek te vestigen on
der de door Burgemeester en Wethouders
vast te stellen voorwaarden, zoodra de Ver
eeniging zooveel van haar schuld heeft afge
lost, dat het onbezwaarde gedeelte der eigen
dommen vestiging dezer hypotheek toelaat."
BENOEMING PERSONEEL
HANDELSSCHOGL
B. en W. schrijven in bijlage No. 101
Ter vervulling der vacature van leeraar in
natuurlijke historie aan de Handelsschool,
ontstaan door bet aan den heer D de Bruin
als zoodanig verleend eervol ontslag, bieden
wij Uwe Vergadering de voigende vocr-
dracht aan
1. W. F. DORGE'LOO te Geldermalsen
2. J. C. VAN DER STEEN te Leiden.
Verder stellen wij Uwe Vergadering voor
gedurende den cursus 1927/1928 opnieuw te
benoemen aan de Handelsschool-
a. tot leeraar in staatsinrichtin" den heer
A. H. P. BLAALW;
b. tot leeraar in staatshuishon.;': t ilde den
heer J. H. DE GROOT;
c. tot leerares in Nederlandsch Mej. P. H
C. VAN VEEN, en
d. tot leeraar in handelsrecht den heer Dr
E. J. O. W1EBOLS.
tot leeraar in staathuishoudkunde den
heer J. H. DE GROOT;
tot leerares in Nederlandsch Mej. P. H
C. VAN VEEN, en
tot leeraar in handelsrecht den heer Dr
E. J O. WIEBOLS.
Vorengenoemde voordrachten zijn goed-
gekeurd door den Minister van Onderwijs.
Kunsten en Wetenschappen en hebben de in-
stemming van den Inspecteur van het Han-
delsonderwijs en de Commissie van toezicht
M. O.
Wij stellen Uwe Vergadering voor tot de
benoeming over te gaan, behoudens, voor
zooveel den te benoemen leeraar in natuur
lijke historie aangaat, geschi'ktbevinding van
den genoemde- na geneeskundig onderzoek
en bepaling van den datum van infunctie-
treding door ons College.
BIJZONDER LAGER ONDERWIJS.
OEMEENTELIJKE VERGOEDING 1923.
Tegen Uw besluit van 15 Juli 1926, nr. 26.
tot vaststetling der gemeentelijke vergoe-
ding, bedoeld in artikel 101, le lid, der Lager
Onderwijswet-1920, over het jaar 1923, en de
bijdrage, bedoeld in artikel 102 dier wet,
over genoemd jaar, zijn de Besturen der Ver
eeniging „St. Joseph" te Alkmaar en der
Onze Lieve Vrouwe Stichting, gevestigd te
Amersfoort, in beroep gegaan bij Gedepu-
teerde Staten. Appellanten maakten bezwaar
tegen de wijze van berekening dier vergoe-
ding alsmede tegen het niet-medetellen bij de
vaststelling van het gemiddeld bedrag per
leerling van de kosten, bedoeld in het 2e lid-
van artikel 101, van verschillende uitgaven
voor schoolboeken, leermiddelen, schoolbe-
hoeften enz., terwijl het Bestuur der Vereeni
ging „St. Joseph" eveneens bezwaar maakte
tegen de vaststelling der bijdrage ingevolge
artikel 102, le lid, op grond dat slechts 2/3
van het bedrag, dat gemiddeld per leerling
van het openbaar vervolgonderwijs ten laste
der gemeente kwam, zou worden uitgekeerd,,
alsmede tegen het niet in rekening brengen
van een bedrag per leerling wegens admi-
nistratiekosten voor genoemd onderwijs
Voor wat de vaststelling der vergoeding
ingevolge artikei 101, le lid, betreft, stelden
Gedeputeerde Staten bij besluiten van 16
Maart j.l. nrs. 118 A en 118 B de gemeente
in het gelijtk, terwijl voor wat de bijdrage,
bedoeld in artikel 102, le lid, betreft, Gede
puteerde Staten beslisten dat het voile be
drag, dat gemiddeld per leerling van het
openbaar vervolgonderwijs ten laste der
gemeeinte kwam, aan het schoolbestuur
moest worden uitgekeerd. Dit College be-
paalde voorts de adtoiinistratiekosten op
0.10 per leerling.
Uwe Vergadering besloot den Sen Mei j 1.
tegen deze besJissing geen hooger beroep in
te stellen. Genoemde besturen gingen echter
bij de Kroon in beroep voor wat betreft de
vaststelling der vergoeding ex artikel 101, le
lid, met betrekking tot het niet-medetellen bij
de vaststelling van het gemiddeld bedrag
-
u dat te hooren verzekeren," zei Garnache en
hij keek den jongen man daarbij oplettender
aan dan hij tot nu toe gedaan had. Den uit-
muntenden indruk dien hij eerst van hem
ontvangen had, moest hij nu evenwel eenigs-
zins wijzigen. Marius wenkbrauwen waren
schoon gevormd maar zij vormden een weinig
te grooten boog en zijn oogen stonden iets te
dicht bij elkaar, de mond dien hij eerst he.-!
mooi had gevonden, bleek hem bij nader in-
zien zwak, zinnelijk en wreed.
Het oogenblik stilte dat volgde, werd ver-
stoord door het geluid van een opengaande
deur; beide mannen stonden tegelijkertijd op.
In de prachtige vrouw die binnenkwam,
merkte de Garnache een frappante gelijkenis
op met den jongen man die naast hem stond.
Zij ontving den gezant zeer beleefd, Mariu';
zette een stoel voor haar klaar tusschen hen
twee-en in en zoo zetten zij- zich neder rondom
den haard met- teleefde woorden en zoo
vriendschappelijk mogelij'k.
Een jonger man zou misschien van zijn
stuk gebracht zijnde buitengewone schoon-
heid van de vrouw, haar bekoorlijke manie-
ren, haar welluidende stem die het oor trof,
zacht en vriendelijk als een liefkozing, zouden
een minder standvastig man misschien zijn
doel, zijn trouw aan hare majesteit en de op-
dracht waarmee hiji van Parijs was gekomen,
uit het oog doen verliezen. Maar de Garnache
was voor haar duizend bekoorlijkheden even
ongevoelig als een man van steen. En hij
kwam dadelijk met zijn taak voor den dag.
Hij had geen lust den dag te vermorsen met
onbeduidende, flauwe praatjes.
„Madame", zei hij, „mijnheer uw zoon heeft
miji meegedeeld. dat u reeds van mij heeft ge
hoord, en van de taak die aiij naar Dauphine
per leerling; van de kosten.. bedoeld in het 2-e
lid van artikel 101, van verschillende uit
gaven voor schoolboeken, leermiddelen,
schoolbehoeften enz.
De Kroon beeft bij de voor U ter inzage
liggende besluiten van 1 Augustus j.l., nrs.
75 en 76, Uw besluit van 15 Juli 1926, nr.
26, vernietigd voor zooveel aangaat de ver
goeding ten behoeve der scholen van appel
lanten.
Hierdoor is hei noodig geworden, met in-
achtneming van de beslissing der Kroon, de
vergoeding aan beide schoolbesturen over
1923 opnieuw vast te stellen. Bij de bereke
ning dezer vergoeding is thans tevens reke
ning gehouden met het Koninklijk Besluit
van 28 Januari 1927, Stbl. 19, zoodat de kos
ten van brandassurantie, die aanvankelijk
buiten beschouwing waren gelaten, mede in
rekening zijn gebracht.
Voor de wijze van beiekening mogen wij
U verwijzen naar ons voorstel van 6 Juli
1926 (bijlage nr. 88 van dat jaar).
Volgens de gemeenterekening over 1923
hebben de kosten, genoemd in artikel 55 on
der e tot en met h en o der Lager Onderwijs-
wet-1920, alsmede die van instand-houding,
bedragen voor het gewoon en uitge-breid
openbaar lager onderwijs; resp. f 44068 93
en f 7335.73.
Het gemiddeld aantal leerlingen voor de
openbare scholen bedroeg over 1923:
a. voor gewoon lager onderwijs 1628
leerlingen en
b. voor uitgebreid lager onderwijs 126
leerlingen.
Het gemiddeld bedrag per leerling van de
„kosten van instandhouding" over 1923 be-
draagt dus
a. voor de openbare scholen voor ge
woon lager onderwijs 44068.93 1628
27.069 of rond 27.07, vermeerderd met
f 0.50 voor administratiekosten (welke Iaat-
ste vergoeding door U is vastgesteld bij be
sluit van 26 Maart 1925, nr. 7), alzoo in
totaal 27.57.
b. voor de openbare scholen voor uitge
breid lager onderwijs f 7335.73 f 58.22.
vermeerderd met f 0.50 voor administratie
kosten, alzoo in totaal f 58 72
Wij inerken op, dat op de thans voor de
R.K. Jongensscholen A, B en C en de R.-K.
M-eisjesscholen A. B en C definitief vast te
stellen bedragen in mindering zal worden
gebracht hetgeen .eeds bij wijze van voor
schot krachtens Uw besluit van 24 April
1924 (bijlage Nr. 74) werd uitbetaald.
Wij geven Uwe Vergadering in over
weging te nemen het volgende besluit:
De Raad der gemeente Alkmaar;
Besluit:
het gemiddeld bedrag (per leerling) van de
kosten van instandhouding over het jaar
1923, dat ten laste der gemeente is gebleven,.
te bepalen:
A. a. voor de scholen voor gewoon
■lager onderwijs op 27.57; en b. voor de
scholen voor uitgebreid lager onderwijs op
58.72;
B. de vergoeding van de kosten van in
standhouding, bedoeld in artikel 101, le lid.
der Lager Onderwijswet-1920, over het jaar
1923, vast te stellen op het bedrag, zooals in
den hieronder opgenomen staat in kolom
5 achter elk der scholen is vermeld.
WIJZIGING UITBREIDINGSPLAN
le GEDEELTE.
B. en W. schrijven in bijlage No. 97
In het belang van de verruiming van het
verkeer in de binnenstad is het wenschelijk
"gebleken, het plan van uitbreiding der ge
meente, voorzoover betreffende het gedeelte,
dat bij Uw besluit dd. 30 December 1919,
nr. 14, werd herzien, in dier voege te wijzi
gen, dat in aansluiting aan de verbreeding
van het gedeelte Achterstraat tusschen Lan
gestraat en Magdalenenstraat, reeds vast-
.gesteld bij Uw evengenoemd besluit, naar
weerszijden een soortgelijke verbreeding
wcrdt vastgesteld, opdat worde verkregen,
dat de Ridderstraat, het Paygiop en de Ach
terstraat tot aan de verbreede Marktstraat
een aansluitenden ruimen verbindingsweg
vormen. Daartoe hebben wij, gelijk Uwe Ver
gadering uit de voor U ter inzage gelegde
situatieteekening moge blijken, de verbree
ding van het Paygiop, tot dusverre aan de
Oostzijde geprojecteerd, thans aan de West-
zijde ontworpen, teneinde het Paygiop op
gunstiger wijze te doen aansluiten aan de
voor een deel reeds verbreede Ridderstraat
en voorts de verbreeding van de Achterstraat
doorgetrokken tot aan de Markstraat en de
breedte van het toegevoegde deel geprojec
teerd op 11 M.
Daartegenover komt het ons niet meer ge-
wenscht, noch noodzakelijk voor, ook thans
nog de in het uitbreidingsplan vastgestelde
verbreeding van de Magdalenenstraat te
handhaven. Niet gewenscht, omdat die ver-
roept. Ik had niet gedacht, de eer te zullen
hebben mijn reis naar Condillac uit te strek-
ken; maar daar mijnheer de Tressan, dien ik
als gezant had gekozen, niet is geslaagd in
zijn pogingen, -ben ik genoodzaakt u met mijn
Hezoek lastig te vallen."
„Lastig vallen?" zei ze met een blik van
gewaande teleurstellmg. „Wat een hard
woord mijnheer!"
De vleiende toon waarop dit zoogenaamde
complimentje werd uitgesproken, verveelde
hem.
„Ik wil met genoegen een ander woord ge-
bruiken dat u geschikter lijk," antwoordde
hij stijf.
,,0, ik zou verscheidene betere woorden
kunnen vinden die meer bij u pasten," ant
woordde zij met een glimlach die een rij schit-
tecend- witte tanden vertoonde achter haar
roode lippen. „Marius, verzoek Benoit wijn
te brengen. Mijnheer de Garnache zal zeker
dorst hebben nu zijn rit."
Garnache zei niets. De beleefdheid aanne-
men wilde hij niet; weigeren.kon hij niet. Zoo
bleef hij zitten en wachtte met spreken, met
de oogen op het vuur gevestigd.
En hem van onder haar oogleden aanzien-
de, zei ze al heel spoedig: „Mijnheer, ik ge-
loof dat wij alien die belangstellen in made
moiselle de la Vauvrage, elkaar verkeerd be-
grijpen. Het is een onstuimig, driftig kind en
een poosje geleden hebben wij oneenigheid met
haar gehad, zooals wel meer gebeurt in de
raeeste gezinnen. In haar dwaze drift heeft z;
een brief aan de koningin geschreven, waar
in zij te kennen gaf, dat zij ontheven wilde
worden van mijn voordijschap. Zij heeft daar
later reeds berouw over gehad. U, die zonder
twijfej het gemoed van een vrouw beoordee-
creemng, voorzoover oetrert net gedeeite,
legen tusschen het Hof en de Achterstraat,
groote kosten van aankoop of onteigening
met zich zou meebrengen en een iypiseh oud
winkelstraatje zou doen verdwijnen, dat id
het belang van het behoud van het oude
stadsbeeld ter plaatse zoo lang mogelijk moet
worden bewaard. Niet noodzakelijk, omdat,
naar wij meenen, het verkeer tusschen Hof en
Waagplein moet worden geleid door de
breede Marktstraat, die zich daartoe beter
dan de Magdalenenstraat leent.
De Commissie van bijstand voor de Pu-
blieke Werken en de Gezondheidscommissie
hebben ons bericht, zich met het plan te
kunnen vereenigen, terwijl ook de vaste
Commissie voor Uitbreidingsplannen in
Noord-Holland heeft verklaara, geen be-
zwaren van stedebouwkundigen aard tegen
het plan te hebben.
Het ontwerp heeft overeenkomstig de be-
paliogen van het Woningbesluit met den
daarbij behoorenden staat van eigenaren,
waarop vermeld is, welk gedeelte hunoer bij
de voorgenomen wijziging betrokken eigen
dommen voor de verbreeding der straat zal
worden bestemd, op de gemeentesecretarie
van 18 Juli tot en met 15 Augustus j.l. voor
een ieder ter inzage gelegen. Bezwaren zijn
daartegen niet ingebracht.
Wij stellen Uwe Vergadering derhalve
v6or, het volgende besluit te nemen:
De Raad der gemeente Alkmaar;
Overwegende, dat het plan van uitbrei
ding eerste gedeelte, gelijk dit nader is vast
gesteld bij raadsbesluit van 30 December
1919, nr. 14 en gewijzigd bij raadsbesluit
van 2 Mei 1923, nr. 15, voorzoover betreft
het beloop der rooilijnen van het Paygiop,
de Achterstraat en de Magdalenenstraat in
het belang van het verkeer er plaatse wijzi
ging behoeft;
dat het ontwerp van het plan tot wijzi
ging, uitgewerkt overeenkomstig art. 10 van
het Woningbesluit, met de daarbij behooren-
de icaarten, toelichtende beschrijving en
staat van eigenaren, waarop vermeld staat,
welk gedeelte hunner bij de voorgenomen
wijziging betrokken eigendommen voor ver
breeding van de straat zal worden bestemd,
voor cen ieder ter inzage heeft gelegen op
de secretarie der gemeente van 18 Juli tot
en met 15 Augustus j.l., welke ter inzage
legging op de gebruikelijke wijze in de
plaatselijke bladen ter kennis van de ingeze
tenen is gebracht;
dat tegen het ontwerp geen bezwaren zija
ingebracht;
Besluit:
onder gedeeltelijke intrekking van het bo-
venvermelde uitbreidingsplan eerste ge
deelte, voorzoover betreft de daarin gepro-
jecteerde verbreeding van het Paygiop aan
de Oostzijde en de wijziging van het ver-
loop der rooilijn van de Zuidzijde der Mag
dalenenstraat, liggende tusschen het Hof en
de Achterstraat, vast te stellen het bij dit
besluit gevoegd en gewaarmerkt plan tot
herziening van het uitbreidingsplan eer
ste gedeelte, gelijk dit plan tot herziening in
ontwerp ter inzage heeft gelegen met de
daarbij behoorende kaarten, toelichtende bo-
schrijving en staat van eigenaren van in het
plan begrepen perceelen.
VERGUNNING AUTOBUSDIENST.
B. en W. schrijven in bijlage no. 95:
In verband met Uw besluit van 14 Juli j.l.,
hebben wij, na overleg met de N.V. Zuidhol-
landsche Autohandelmaatschappij, een con-
cessie ontworpen voor het inwerking brengen
van autobusdiensten in deze gemeente.
Zooals U zal blijken, stemmen de meeste
bepalingen, o.a. die omtrent de loonregeling
enz. van het personeel, overeen met hetgeen
te dien aanzien door de N.V. is voorgesteld.
Op grond van het derde lid van artikel 2
zullen wij, zoodra Uwe Vergadering de con-
cessie heeft verleend, tot Gedeputeerde Staten
het verzoek richten, de voorwaarden van de
aan exploitanten van intercommunale diens-
ten verleende concessie aan te vullen met een
bepaling als in dat artikel bedoeld. Eveneens
zal aan de gemeentelijke standplaatsvergun-
ningen eenzelfde voorwaarde worden verbon-
den.
Voorts zal het gewenscht zijn, dat de Alge-
meene Politieverordening wordt aangevuld
met bepalingen omtrent hetgeen overeen
komstig de concessievoorwaarden door pu-
bliek en personeel bij het vervoer moet wor
den in acht genomen. Wij zijn voornemens,
een daartoe strekkende wijziging bij de com
missie voor de strafverordeningen aanhangig
te maken.
Meenende, daarmede in Uw geest te han
delen, hebben wij aan de N.V. bericht, dat
wij geen bezwaar hadden, in afwachting van
de door U te nemen beslissing het ontwerp te
beschouwen als een voorloopige vergunning.
Wij geven U in overweging, over te gaan
len kunt"
„Laat die vermoedens liever varen mada-
me/' viel hij haar in de rede. „Ik weet even
weinig van het gemoed van een vrouw als
eenig man die denkt dat hij er veel van weet
en dat wil zeggen niets."
Zij lachte hartelijk, alsof er een grap tnee
bedoeld was en Marius, die het antwoord van
Garnache niet gehoord had, daar hij juist
was gaan zitten, lachte mee.
„Parijs is een prachtige slijpsteen voor
iemands vernuft," zei hij.
Garnache trok de schouders op.
„Ik begrijp, mevrouw, dat u wenscht mij te
doen aannemen, dat mademoiselle de la Vau
vrage berouw heeft over het schrijven van
dien brief en niet meer verlangt naar Parijs
terug te keeren; dat het dus haar verlangen is
hier op Condillac te blijven onder uw uitste-
kende hoede."
„U hebt den toestand volkomen goed be
grepen mijnheer."
„Mij dunkt er zijn niet veel geziohtspunten
die moeilijk te vatten zijn," zeiae hij.
Marius wierp zijn moeder een blik toe, een
blik van voldaanheid; maar de markiezin die
scherpzinniger was en beter luisterde, had uit
de woorden van den gezant of liever uit den
klank van zijn stem, nog iets anders meenen
op te merken.
„Als alle dingen zijn zooals u beweert, me
vrouw", ging hij voort, „zou u mij dan eens
willen vertellen waarom u mijnheer de Tres
san die boodschap niet hebt meegegeveu.
maar hem een meisje naar mij toe zond uit de
keuken of de kippenschuur, dat hij bij mij woj
laten dooreaan voor freule de la Vauvrage?'
(Wordt vervolgd).