Alkmaarsehe Courant MARTIN'S VERJONCINCSKUUR. FEU1LLETON. NMiKd negen m twMigsfa Jairgaug, Radio-hoekje Rechtszaken Xo. 3»9 f9* VrUdaa: 30 September. Zaterdag 1 October. HUversum, 1060 At. 12.— Politieberich- ten. 12.352.— Lunchmuziek door het Trio D. Groeneveld, viool. A- van Leeuwen, cello. P. Jochemse, piano. 2.—4 Filmmuziek. Aansluiting van de Cinema Royal te Amster dam. Orkest onder leiding van Hugo de Groot. 5.30—7.45 Concert door het A. N. R. O.-orkest. Dina Diependaal, mezzo sopraan. Egb. Veen, pianobegeleiding. 7.157.45 Tuinbouwhalf uurtje. Een causerie door den heer W. Balk. 7 45 Politieberichten. 10.30 Persberichten. 8.10 VARA-avond. Mej. Hans Gruys, zang en viool. Mej. Nora Kins- bergen, begel. Mej. Rosey Pool, declamatie. 1 Opening 2. Adagio r-dur, Handel, viool. 3. Declamatie. 4. Toespraak door Mevr. C. PothuisSmit, lid van de le kamer. 5a. Aria, Handel, b. Lied, Zweers. c. 't Groeit 'n blomken, Mortelmans, zang. 6. Declamatie. 7a. Larghetto en allegro grazioso, Nardini, b Romance, Wieniawsky. c. Gondoliera, Ries, viool. 8. Toespraak door den heer Mr. M. Mendels. 9a. Berceuse, Diepenbrock. b. Jezus' Bloemhof, Pijper. c. Herderszang, Pijper. d. Wiegenlied, Andriessen, zang. 10. Declamatie. 11. Preludium en allegro, PugnaniKreisler. Daventry, 1600 At. 1.202.20 Orkestcon cert. Solisten, sopraan, bariton en viool. 3 20 Lering: Footballmatch Tottenhamhotspur and Everton. Het radio-orkest en solisten, sopraan en tenor. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Radio-orkest en S. Saul, bariton. 6.50 Tijds., weerbericht en nieuws. 7.05 M. Raphael, ba riton. 7.20 Lezing Health in Autumn. 7.35 Orgelconcert. 7.45 Lezing: Witness account of the Grand Prix. 8.05 Revue van de North Pier Blackpool. Orkest en solisten. 8.50 Wal- sen van Strauss, door het radio-orkest. 8.05 Licht orkestconcert. E. Furmedge, alt. 9.20 Weerbericht en nieuws. 9.35 Voorlezing door Mr. Cox. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55 „Entre Nous", radio-revue. Vroolijke muziek en rang. 10.5012.20 Dansmuziek in het Sa voy Hotel. Parijs „Radio-Paris", 1750 At. 12.05 2.10 Orkestconcert. 5.355.55 De Homony- me Jazzband. 8.5011.20 Concert. Orkest jazzband en artisten van de Parijzer Theaters. Langenberg, 460 At., Dortmund, 283 At. en Atiinster, 242 M. 1.302.50 Orkestcon cert. 5.506.50 Concert door het mandoline- orkest Ma-Ko-Ge. 8.40 Vroolijke avond met Franz Baumann. Daarna tot 1.20 Dansmn riek. Konigswusterhausen, 1250 At. 12.20 8.05 Lezingen en lessen. 8.50 Vroolijke avond uit Frankfurt. R. Langer, declamatie. H. Heberer, tenor. Hr. Philipps, gedichten en dialect. 10.5012.50 Dansmuziek. Hamburg, 395 At. 6.20 Vroolijk concert. 8.20 ..Lumpenmadel", operette in 3 acten van Horst Platen. Daarna tot 11.10 Dans muziek. Brussel, 509 M. 5.206.20 Dansmuziek. 8.20 Galaconcert. Versterkt orkest en solis ten. DE MOORD TE CULEMBORG. Behnndeling voor het Arnhemscke Hof. Voor het Arnhemsche gerechtshof is gister de behandeling begonnen van de ge- ruchtmakende moorazaak te Cultmborg. De 68-jarige Jan Vroege, zonder beroep te Amsterdam en de 34-jarige metselaar Claas Sweeris te Tricht, werden door de rechtbank te Tiel bij vonnis van 21 Mei ter zake van diefstal, vergezeld van geweldple- ging tegen personen met het oogmerk om dien diefstal gemakkelijk te maken, dom ineer vereenigde personal gepleegd, terwiji het feit den dood +en gevolge heeft gehad. ieder tot 15 jaren gevangenisstraf veroor- deeld. Het gepleegde misdrijf, moord gepaard met diefstal, dateert van 24 December 1923. De slachtoffers waxen de 76-jarige Tho- TTdf dBerenftfflc feVer de aatfva'nJferp resultaat op; wel! werden verschillende geen j ivaoat het Hof in RaakJkamer Beraaiff- per- 1 slaacrd had. werd het verzoek afmewezen Culemborg, die wegens wangedrag was ont- •slagen, werd als medepleger aao'gewezen en ip arrest gesteld. Deze man pleegd'e in Juli 1924 in een eel van het politiebureau te Tiel zeifmoord. Zijn wecfuwe werd eenigen tijd in gijzeling gehouden, omdat men vermoedde dat zij niet zeggen wilde wat zij wist. Ten slotte heeft zij verklaard dat de beide ver- dachten met Haveman het plan van een in braak bij de Van Wiggens bespraken, en dat haar man in dlen avond van den moord uit- gegaan, den volgenden morgen een zakje bankbiljetten opborg. Hij vertelde dat er on- geveer f 20.000 gestolen was en dat zij dlit bedrag met hun vieren moesten dleelen. La- gens waren vermoord met een spade door ter deelde Haveman mede dat de Van Wig- Vroege en Sweeris, terwiji bijzelf op den uit- kijk had gestaan. Er waren in deze geruchtmakende zaak door het O. M. 18 getuigen gedagvaard en omstreeks 30 van de zijde van de verdedi- gimg, welke gevoerd werd door mr. Roobol te Arnhem en mr. v. d. Goes van Haters tc Nijmegen. De publieke belangstelling was zeer groot. Reeds lang voor de opening verdrong het publiek zich door het hek, om binnengelaten te worden. In de zaal was de ruimte vrij klein. Met het oog op het groote aantal ge tuigen, had men bijzondere maatregelen moeten nemen, om alien een plaats te kunnen geven. Als eerste getuige werd gehoord dr. Hulst uit Leiden, die als deskundige bleef bij zijn vroegep afgelegde verklaring. Over den po- litiesabel van den oud-rechercheur Haveman zei getuige nog, dat daarop een bloedspoor is aangetroffen. Hij vermoedde dat met dit wapen kleine steken werden toegebracht, doch dat overigens alleen de gevonden spade bij het misdrijf is gebruikt. De verdediger van beklaagde Sweeris zei, dat het gewenscht is, dat deze deskundige bliift, daar hij hem straks nog noodig zal hebben, in verband met het verhooren van de getuige weduwe Haveman. De volgende getuige-deskund'ige, dr. Schnitzler, verklaarde, dat er geen enkeie re- den is om aan te nemen, dat de beide ver- dachten aan ziekelijke afwijkingen lijden. Getuige L. de Smale, arbeider te Tricht, was in den winter van 1922 op 1923 als in- wonende knecbt werkzaam bij beklaagde Sweeris. Get. meende dat deze het in dien: tijd zeer arm had1. Bij zekere gelegenhekl werd wel eens gesproken over de Van Wig gens; Sweeris zei toen, dat deze menschen veel geld hadden en merkte daarbij op, „dat hij er best wat van kon gebruiken." In dien tijd kende getuige Haveman niet. Hij heeft hem leeren kenrnen, toen deze eens eem bezoek bracht aan Sweeris. Bij: die gelegenheid is een voorlcopige afspraak gemaakt, om in te breken bij de Van Wiggens. Get. zou daar- aan ook deelnemen door op den uitkij'k te staan. Van den buit zou hij een deel krijgen. Er is echter nooit wat van gekomen, omdat getuige, voordat de inbraak plaats zou heb ben, wegens een ander misdrijf gearresteerd is. Toen hij uit de gevangenis ontslagen was dat was na den moordaanslag heeft hij eens ruzie gehad met Sweerts die hem toen met den dood dreigde. Get. heeft toen gezegd, „dat hij eens iets los zou laten over de Culemborgsche moordzaak", waarop Sweeris hem beloofd heeft, hem niet meer lastig te zulden vallen mits hij zijn mond hiela. Mocht hij echter ooLt over de zaak sipreken, „dan zou hij hem koud ma-ken." Haveman heeft later aan getuige ver klaard, dat hij zijn vrouw had laten beloven over de zaak te zwijgen en ook dat commissmis Blok aibes van de zaak of wist. Zelfs zou hij hem hebben medegedeeld, dat afgesproken was, dat Haveman zelf mat het onderzoek zou worden belast. De verdediger mr. v. d. Goes stelde nu de vraag, of getuige niet eens veroordeeidi geweest wegens verduistering, gepleegd ten nadeele van beklaagde Sweeris. Getuige be- vestigde dit. Mr. v. d. Goes vroeg verder, waarui-t getuige afleidt, dat Sweeris in 1923 arm was, daar hij toch vele werklieden it dienst had. Getuige kon hiero-p geen antwoord geven Verder verklaarde hij nog dat hij met be- uias van Wiggen en zim zuster Gerntje, 69 UQL 1UJ mci jaar oud. Thomas werd in den middag van klaagde vroeger nooit over de inbraak heeft 24 December dood in zijn woning aan den gesproken en dat hij wist, dat deze beklaag- zij-n woning Achterweg te Culemborg gevonden, terwiji1 zijn zuster doodelijk gewond was. Zij is. op 26 December in het ziekenhuis te Culemborg weileden. D-e misdaad bleek gepleegd te zijn met een spade. Bij het onderzoek bleek dat de dubbvle moord was gepleegd om de van Wiggens, die er goed bij zaten, van hun geld te berooven. Een bedrag van 5000 bleek te zijn omtvreemd. de in 1923 een rooden motor had. Verdediger mr. v. d. Goes wees er het hof op, dat deze getuige herhaalde malen on- waarheid heeft gesproken. Verdediger ver zocht rechtsvervolging wegens meineed. Naar aanleiding van dit verzoek zei de procureur-gen-eraal, dat naar zijn meening geen termen aanwezig waren om een derge iijke vervolging in te stellen. Door Rafael Sabatini. Uit het Engelsch door C M. G. d. W. Maar Garnache schudde het hoofd. Hij had^ nog meer gehoorden ofschoon hij haar op t oogenblik beveiligd beschouwdo voor Marius, toch had hij geen te groote verwach- hng van het veranaerlijke karakter van de- zen jongeheer om misleid te worden door zijn vertooning van kieschheid op dat oogen blik. Daar de tijd van Florimonds komst na- derde, vond hij het zeer goed mogelijk dat Marius wanhopig werd. Er was groot ge- vaar voor Valerie om langer te blijven, Hij sprak daar geen woord van maar toch over- tuigde hi] mademoiselle dat het beter was hecn te gaan. „Ofschoon een lastige, lange reis naar Parijs met meer noodig zal zijn" zei hij tot slot „Een ntje van vier uur naar La Ro- chette en u kunt uw aanstaande aan het hart drukken." „Weet u of hij in dien brief over mij heeft gesproken, mijnheer", vroeg zij. „Ik hoorde hun zeggen van niet," ant- woordde Garnache, „maar hij kon daar een goede reden voor gehad hebben. Hij begrijpt misschien meer dan hij schrijft hoe de zaken staan. Er was een toon in haar stem alsof zich gekwetst voelde. „Dan begrijp ik niet, waarom een beetje koorts hem in La Rochette deed blijven. Zou wat koorts u beletten te gaan naar de vrouw die u liefhebt, mijnheer, indien u wist of zelfs vermoedde dat zij in gevaar was?" „Dat weet ik niet, mademoiselle. Ik ben eeh oude man en ik heb nooit liefgehad; het zou dus niet mooi van mij zijn een oordeel uit te spreken over minnaars. Dat zij anders denken dan andere menschen is mij bekend; hun geestvermogens zijn tijdelijk verstoord." Toch keek hij haar aan terwiji zij daar voor het raam zat, zoo lief, zoo zacht en zoo teer en hij had een diep besef, dat als hij Flo- rimond de Condillac was, en bang dat zij in gevangenschap gehouden werd ja of neen, noch koorts, noch pestilentie of wat dan ook hem een groot gedeelte van een week te La Rochette zou houden, zoo dicht in haar buurt. Zij glimlachte om zijn woorden en bracht het gesprek op de zaak die er het meest op aan kwam. „Dus het is afgesproken dat wij van nacht vertrekken?" „Om twaalf uur, of iets later. Maak dat u gereed ie, mademoiselle en laat mij niet wachten wanneer ik aan de deur t'ik. Spoed kan van veel gewicht wezen." „U kunt op mij rekenen, mm vriend" ant- geweest. De president wees getuige er op, dat m den loop van den tijd allerlei pogingen zijn gedaan, zoowel geoorloofd als ongeoorloofd, om ham- aan het spreken- -te krijgen. Allerlei verk taring en heeft zij- in dien tijd) afgelegd en spr. wilde er haar nu uitdrukkelijk op wij- z«n, dat zij- hier de vol-le waarheid moet zeg gen, en dat zij geen a-ngst behoeft te hebben, dat zij eenig nadeel zali ondervinden van een vroeger afgelegde verklaring. Ook voor een strafvervolging wegens heling behoefde zij feen angst te hebben, waarop get. zei: „Ik eib geen geld gehad." Pres.: „Wel-k geld?" Get.„Dat er gestolen zo-u zijin." Pres.: „Heeft uw man u niet meegedeekl, dat de inbraak werd voorbereidl? Get.: „Ik heriraner miji het niet meer." De Pres. ondervroeg haar vervolgens uit- voerig over het bezoek der twee verdachten bij haar aan huis Nu eens heeft zij ver klaard, dat da beide verdachten biji haar aan huis kwamen, dan weer dat dit niet het ge- val was. Get. „Het zit wel in mijn hoofd, maar ik durf het niet uit te spreken." Pres.„Aan een dergelijk antwoord heb ik ni-ets. U weet het of u weet het niet." Get. deed niets dan met het hoofd knikken, waarop mr. v. d Goes (verdediger) opmerk- te, dat deze getuige zelfs niets verklaarde. Op een herhaalde positie\fe vraag van den president zei get. dat zii het niet weet. Daarna nam mr. De Vos van Steenwijk (raadsheer) haar over hetzelfde onderwerp nog eens onder handen. Hij wees er haar op, dat zij toch nog geen 14 diagen geleden, zonder dat er eenige aandrang op haar werd uitgeoefend, zelf verklaard heeft. dat de beide beklaagden bij ha-ar aan huis kwa men en -ook nog op 20 Dec. 1923 bij haar waren geweest. Spr. zou gaarne willen w-eten of dat nu zoo is of niet. Get. antwoordde hierop: „Ja, dat is waar", waarop mr. De Vos van Steenwijk constateerde, dat zij thans ron-duit verklaar de, dat de beide verdachten meermalen bij haar huis kwaimen. Mr. v. d- Goes constateerde opnieuw, dat getuige nog steeds knikte en niet met eigen woorden- antwoordde. Mr. de Vos van Steenwijk: „Vertelt u nu eens, hebt u thans de waarheid gezegd en vertel ons verder nog eenige bijzond-erheden. Get. verklaarde daarop, dat zij op 23 Dec. was uitgegaan naar de Kers-tboom. Later op den avond, nad-at zij: terug was gekeerd, ver klaarde haar man, dat de beide beklaagden er geweest waren en nog weer later is haar man weggegaan. Hoe laat hij is terugge- keerd, weet zij niet. Den volgenden morgen zei ham- man, dat zij er wel meer van zou hooren. Hij heeft toen een pakje bankpapier wyggelegd. Hoe\ el het was, weet zij niet. Haar man verklaarde nog, dat zij met hun vieren waren en dat „de oude baas" er ook bij was. Hiermed- bedoelde hij den heer Blok, den commi-saris van poli-tie. Op een vraag van mr. De Vos van Steen wijk of zij dit nt zker weet, daar de com- missaris nocr niet gehoord is, zei get. „het nrlet heel zekei n woten." Mr. de Vos v. SLenw-jk zei, dat zij vroeger verklaard heeft, <&it zii met hun drieen wa ren geweest, n.l. de beide beklaagden en ook Smale. Nu komt u daar ineens op terug, hoe komt dat? Getuige kon hierop geen antwoord geven Mr. de Vos van Steenwijk herhaalde nu nog eens wat beklaagde heeft verklaard, waarop de president nog vroeg of haar man met had gezegd, dat er 20.000 gestolen was en dat hij voor zijn aandeel daarvoo-r een vierde kreeg. Get. knikte bevestigend. Hierna over cten sabel gehoord, zei zij nog gezien te hebben, d-at haar man na den mcord den sabel opgepoetst heeft, waarbij ook Colte tege-nwoordig is ge weest. Dr. Van Hulst merkte hierbij op, dat de sabel eerst lang na den moord in de woning van Haveman, achter het behang gevonden is. Mr. Roobol (verdediger) herinnerde er aan, dat, toen haar man gearresteerd1 was, Coile bij haar is gekomen met de vraag of zij ook wist waarom haar man gearresteerd was. Verdediger wenschte te weten, of Coile toen angstig was. Get. antwoordde, dat de beide Colle's bij haar zijn geweest om haar te waarschuwen, vooral niets los te laten en dat zij zeer ang stig waren. Verder verklaarde zij itog, dat twee dagen na dien moord de beide Colle's ook bij haar waren en toen met haar man ieder een brief hebben geschreven. Voordat deze brieven naar de post gingen, werd de opmerking gemaakt, dat men ze eerst goed oa atoest zren,6f er geeffV5Bga«fas^ikrair op voorkwamen. Bij die gelegemieidi heeft hacr man van de Colle's f 65 gekregen. Mr. Roobol vroeg nog of get. het niet mo gelijk achtte dat de Colle's aan den moord schuldiig zijn. Get. zei, dat zij dit wel mogelijk acht. Ver der verklaarde get. nog, dat ze is gaan spre ken nadat zij in gijzeling is gezet, omdat haar bdoofd werd; dat zij zou worden losge- la-ten, als ze haar mond open deed1. Verdachte Sweeris zei, dat alles wat get. gezegd heeft over hem en zijn medebeklaag- de gelogen is. Getuige mej. Haveman verklaarde nog, dat zij gezien heeft dat de politiesabei van haar man door dezen en Calle werd opge poetst. Dr. Hulst deelde mede, dat deze sabel eerst geruimen tijd na den moord werd ge vonden achter het behang. Voorts deelde zij mede, dat door de bei-de Calle's Arnold en Hannes anonieme brieven zijn geschreven aan den officier van justitie. Zij- herkende, 'toen zij haar door den president werden ge- toond, een daarvan. Een der Calle's zei voor dat de brieven gepost werden eerst afvegen, anders zitten er vingerafdrukken op. Calle gaf Haveman 65 om een varken te koopen. Verdachte Sweeris ging heftig tegen de verklaringen van juffrouw Haveman te keer. Zij heeft eerst verklaard ons nooit gezien te hebben; maar na de gijzeling heeft ze op bevel van mr. Hofdijk gesproken, zij heeft moeten liegen. woordde zij en zij stak hem op eens de hand toe. „U is bijzonder goed voor mij geweest, mijnheer de Garnache. Het leven is heel an ders voor mij geworden, sedert uw komst. Er is een oogenblik geweest dat ik uw haast afkeurde waarmee u alleen naar Parijs te- rugkeerde. Ik was een kleine zottin. Maar u weet niet welk een rust het mij gegeven heeft te weten dat u bij mij was. De vrees, de angst waarin ik verkeerde voordat u kwam is geheel verdwenen deze laatste week toen u in tweeerlei opzicht een schildwacht voor mij geworden zijt." Hij vatte de hand die zij hem toestak en zag op haar neer met zijn vuil, misvormd ge- zicht, en een zonderling gevoel van teeder- heid bezielde hem. Hij had een gevoel als een vader voor zijn dochter tenminste dat meende hij toen. „Kind" antwoordne hij, „u overdrijft het. Ik heb niet mindei" gedaan dan ik kon doen, en niet meer dan ieder a-nder gedaan zou hebben". „Toch meer dan Florimond gedaan heeft - en hij is mijn verloofde. Een beetje koorts was genoeg excuus voor hem om te La Ro chette te blijven, terwiji doodsgevaar niet voldoende was om u af te schrikken hier te komen." „U vergeet, mademoiselle, dat hij mis schien onkundig is van uw omstandigheden." „Ja dat kan wezen" zei ze met een zucht. Toen sloeg zij de oogen weer tot hem op. Na de pauze werd gehoord de rechercheur W. F. Bergen Henegouwen te Culemborg, die op 24 December 1923 zich toegang heeft verschaft tot de woning van de Van Wig gens. Het geheele huis was dicht. Toen hij binnenkwam hoorde hij een zacht gekerm; in de kamer vond hij de beide slachtoffers te midden van groote plassen bloed. Een kist was opengebroken. Er werden nog eenige ge- sloten bussen gevonden, waarin f 5000 aan wezig was. De verdediger mr. Roobol vroeg of getuige Blok niet heeft uitgemaakt voor dief van re- paratieleer. Getuige zei dat dit juist is, doch dit is on- geveer acht jaar geleden geschied. De volgende getuige was de inspecteur van politie te Culemborg, die meedeelde, dat de zwaargewonde Gerritje van Wiggen aan hem heeft verklaard, dat zij om half elf ge heel gekleed naar bed is gegaan. De verdediger mr. v. d. Goes vroeg nu aan het Hof, om dr. Schnitzler te vragen hoe zijn indruk is omtrent getuige vrouw Haveman. Dr. Schnitzler wees er op, dat men met de verklaringen van vrouw Haveman heel voor- zichtig moet zijn. Getuige verkeerde onmis- kenbaar in een nerveusen angst; tijdens het verhoor is zij eenigszins bijgekomen. Getuige achtte het verklaarbaar dat de rechtercommissaris te Tiel op een gegeven oogenblik meende te moeten ingrijpen en toen gezegd heeft: „Jij weet er meer van." De verdediger, mr. v. d. Goes, wees er het Hof op, dat vrouw Haveman omtrent het komen van de beide verdachten in haar wo ning telkens andere verklaringen heeft afge legd, welke verklaringen steeds met elkaar in strijd waren. Dr. Schnitzler meende dit te kunnen verkla- ren uit de omstandigheid, dat de vrouw zich wil onitrekken zcoveel dit mogelijk is, aan het zeggen van d-e waarheid. Ware dit niet zoo, dan zouden er zeer ernstige defecten bij haar aanwezig moeten zijn. Getuige mej. Prinsen, directrice van het Ziekenhuis te Culemborg, heeft Gerritje van Wiggen tijdens haar verpleging gadegesla- gen. Zij maakte afwerende beweringen, ter wiji zij meermalen op klagenden toon uitriep: Klaas, Klaas! Getuige J. van Wiggen verklaarde, dat hij s avonds omstreeks half tien in den avond van 23 December den Achterweg te Culem borg is gepasseerd. Hij ontmcette toen drie personen. Hij gelooft niet, dat de verdachten er bij waren, omdat de gestalten niet overeen- kwamen met de personen welke hij zag Ge tuige zei nog, dat hij vroeger veel bij de' Van Wiggens aan huis kwam, later echter niet meer. Toen hij er wel kwam, heeft hij nooit over Sweeris hooren spreken. Getuige mej. M. L. de Vaal te Geldermal- sen z^gt, dat S. nog wel eens bij haar aan huis kwam. Ook na den moord was dit meer- malen het geval. Een maal heeft zij opge- merkt, dat hij een portefeuille bij zich had, die dik was van bankpapier. Verdachte zei' toen dat er 400 inzat, het zou het restant zijn van den verkoop van een woning. Getuige mej. A. C. v. Gijzelaar, wonende te Rotterdam, kende beklaagde S. Zij kreeg wel eens bezoek van hem toen hij in Rotter dam werkte S. ging veel uit, hij schreef dik- wijls op huwelijksadvertenties. De vrouwen die op zijn brieven afkwamen, kwamen bij getuige aan de deur, zeer tot haar last. Getuige J. van Meenen, caf6houdster te Rotterdam, kende S. eveneens. Hij kwam dik- „Ik zie tegen de gedachte van heengaan op, mijnheer" zei ze tot zijn verbazing. „Opzien?" riep hij uit. Toen lachte hij „Maar wat kan u dan droevig stemmen?" „Dit mijnheer, dat ik u na van avond naar alle waarschijnlijkheid nooit zal weerzien." Ze zei dit zonder aarzelen en zonder eeni ge coquetterie, want ze was heel eenvoudig en natuurlijk opgevoed in een atmosfeer zeer verschillend van die der dames aan het Hof die hij gekend had. „U zult naar Parijs, naar de groote wereld terugkeeren, en ik zal mijn leven lang blij ven in dit kleine hoekje van Dauphine. U zult mij vergeten in de drukke beweging van uw carnere, mijnheer, maar ik zal altijd met groote genegenheid en dankbaarheid aan u denken. U is de eenige vriend dien ik ooit gekend heb na den dood van mijn va-der behalve Florimond, maar het is zoo lang ge leden dat ik hem gezien heb en hij nooit bij mij gekomen in moeilijke tijden zooals u gedaan heeft." „Mademoiselle" antwoordde hij getroffen ondanks zich zelf meer getroffen dan hij voor mogelijk geacht had, voor zulk een on- gevoelig, door de wereld bedorven man als hij „u maakt mij zeer trotsch; het is uw schuld dat ik mij een weinig beter vind dan ik ben, want als ik uw achting en vriend- schap verdiend heb, dan moet er nog wat goeds riften in den ouden Garnache Oeloof mij, mademoiselle, ik zal het ook nooit ver geten." v-Tjis bij fiaar in Net caK en vertelde daar zeTf dat hij veel met vrouwen uitging en dat hem dit veel geld kostte. Verder heeft zij meerma len gehoord dat hij verhalen deed omtrent koopen en verkoopen van huizen, waarmede hij veel geld zou verdienen. Getuige B. Jansien te Culemborg verklaar de dat Haveman eens in zijn winkel kwam en toen plotseling naar buiten liep om te kijken. Op de vraag van getuige waarnaar hij keek, antwoordde Haveman: „Daar gaat Vroege uit Tricht, die doet aan abortus Later heeft getuige Haveman en Vroege in gesprek ge zien. De verdediger mr. Roobol vroeg, of het niet juist is, dat getuige bezoek heeft ge had van de Colle's. Getuige verklaarde, dat hij de vorige week aan de deur van zijn wo ning stond, toen de zoon van Coile bij hem kwam en bij hem in het raam ging zitten. Getuige C. H. Verrips te Vianen zeide, dat zij in December 1923 als dienstbode biji be klaagde V. in dienst was. Omstreeks Kerst- mis heeft beklaagde haar verzocht een gele regenjas, waarin zwartachtige vlekken zaten, uit te wasschen. Zij heeft toen tot beklaagde gezegd: „Jij schijnt bang te zijn". Hij ant woordde toen„Zij loeren op me en over een maand zul je er wel meer van hooren. Mr. Roobol vroeg wat getuige hiervan dacht, waarop deze antwoordde dat zij meende, dat de vrees in verband kon staan met een abortusgeval. Getuige J. A. Coile, meubelmaker 'te Culemborg, verklaarde dat hij kort na den moord Haveman op den grond vond liggen. Hij had toen een zeer ernstige zenuwover- spanning. Hij riep maar steeds: „Vroege, Vroege, daar komen ze aan"; later: „Jan het loopt mis." Op een vraag van mr. Roobol ontkende getuige anonieme brieven te hebben geschreven of zelfs bij het schrij ven daarvan tegenwoordig te zijn geweest. Haveman heeft wel gezegd dat hij het noo dig vond, dat het gebeurde; er moest in- staan dat verschillende personen meer van den moord afwisten. Als getuige a decharge werd vervolgens gehoord de commissaris van politie J. Blok te Culemborg. Hij ontkende ten stelligstc eenige financieele relatie met Haveman te hebben gehad. Door den verdediger mr. Roobol werden een reeks vragen gesteld. De directeur van de Nationale Bank heeft aan getuige Blok meegedeeld: ,,Ik heb 500 gekregen van Haveman. Is dat niet ver- dacht?'; Mr. Roobol vroeg of het niet juist is, dat de commissaris dezen getuige toen heeft weggejaagd van zijn bureau. Getuige Blok zegt, dat hiervan niets waar is. Hij heeft den bedoelden directeur niet weggejaagd. Hij kent den directeur heel goed, kwam er vroeger en ook nu nog aan huis. Mr. Roobol: Is het niet vreemd, dat de ge tuige na den moord niet dadelijk naar Schalk- wijk heeft getelegrafeerd? Dit plaatsje ligt vlak tegenover Culemborg Getuige merkte op, dat er dadelijk tele- grammen zijn verzonden, ook naar Parijs. Vervolgens is een buitengewoon politieblad verspreid. Mr. Roobol: Eerst is naar Parijs getelegra feerd, maar in Schalkwijk kreeg men pas eei» dag na den moord bericht. Er is bij den commissaris iemand gekomen die iniichiin- gen wenschte te geven ovet den moord. Hij werd weggestuurd met de boodsehapKom maar op mijn bureau De bewuste persoon is niet terug gekomen, omdat men zoo non chalant deze zaak behanuelde Getuige A. Coile is den dag na den moord in de woning van Haveman geweest Op een stoel zag hij ten bebloed papier lig gen, dat door Haveman haastig verwijderd werd. Getuige ontkende het schrijven van een anoniemen brief aan den officier van Justitie en verklaarde dat juffrouw Haveman, "die bet tegen deel volhoudt, zit te liegen. Getuige Otto Muller, journalist te Rotter dam. vroeger te Culemborg, deelde mede, dat hem bekend was dat de verhouding tus- schen commissaris Blok en Haveman' van zeer vriendschappelijken aard was, ook na den moord. Na het hooren van nog eenige getuigen a decharge wier verklaringen slechts in ver wijderd verband met den moord staan, werd de zitting tot hedenmorgen gesehorst. DE POSTZEGELDIEFSTAL TE TILBURG. Eenige maanden geleden is aan het bureau der registratie te Tilburg een groot pantal postzegels ontvreemd. De daders zijn nooit gearresteerd kunnen worden, doch korten tijd na ontdekking van den diefstal werd te Haar lem een grcot deel der gestolen zegels in be- slag genomen. Door de nasporingen der politie gelukte het een drietal helers te arresteeren. Dit drie- En daarop bleven zij geruimen tijd zwij. gen, zij bij het raam gezeten, starende in de heldere Octoberlucht, hij staande bij haar stoel, peinzend de oogen gevestigd op het bruine hoofdje, dat zoo gracieus op haar schouders stond. Een vreemd, nooit gekend gevoel ontwaakte in hem; hij trachtte dat gevoel te verklaren, en veronderstelde te be- grijpen, wat het beteekende; hij wou dat hij m het grijs verleden getrouwd was met de een of andere vrouw die hem een dochter ge- schonken had, al4 dit meisje. HOFFDSTUK V. De onderhandeling. De zaak die mijnheer de Tressan een be- zoek deed brengen op Condillac en wel in allenjl was het bericht dat er dien dag een koerier op het kasteel was geweest. Dit bericht was mijnheer den Senechal ter ooren gekomen. Hij voelde zich geenszins op zijn gemak de laatste dagen, want hij had maar al te spoedig meegewerkt aan het ver- zet tegen den gezant der Koningin en was daardoor uiterst verlangend te weten van waar de koerier kwam en w^lke tijding hi, kwam brengen. Maar al was hij nog zoo gejaagd, toch had hij zich den tijd gegund zijn prachtig geel gewaad met de wijde mou wen dat hij pas uit Parijs had ontvangen, aan te doen en de roode sjerp die hij bij Taillemaud had gekocht; alles naar de laat ste mode; hij ging mevrouw de markiezin lmners egn bezoek brengen. (Wordt vervolffdL 461 zij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1927 | | pagina 7