DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Byitenland
Honoerd negen en twintigste Jaargang
1927
„ATMOt4femriMo bii vooruitTbetaling per 3 maanden f2.-, fr. per post f2.50. Bewijsn. 5 ct. Advertentiepr. 25 ct. p. regel, grootore letters naar plaatsrUlMt*
11)0 1 Brieven franco N.Y. Boek- en Handelsdr. v.li. Herms. Coster Zoon, Yoordam C9, Tel. Administr. No. 3. Itcdactjto No. 33.
doiderdag
I? MOYE1BER
Dif nammer besfaaf alt 2 bladeu.
Directeur: G. H. KRAK.
Hoofdredacteur Tj. N. ADEMA.
(lit het Pariement
Den Haag, 16 November 1927.
Afgaande op de algemeene beschouwin-
gen, gisteravond gehouden over de Marine-
begfooting, wagen wij het vermoeden uit te
spreken, dat het ministerieel leven van mi
nister Lambooy geen gevaar loopt. De uner-
ste linkerzijde zal misschien neiging blijven
gevoelen om haar stem aan die begrooting t-
onthouden, de meerderheid der Kamer heeft
den heer Lambooy haar vertrouwen met op-
gezegd, al is men het niet in alles met hem
Zoo waren gisteravond yerscheidene sprc
Jeers niet ingenomen met de door den minister
gevolgde gedragslijn ten opzichte van den
jnarinevliegdienst. De minister heeft n.l. zijn
opvatting, dat er geen speciale marinevlieg-
toestellen noodig zijn, gewijzigd, erkend, dat
zij voor Indie onmisbaar zijn en dat dus de
opleiding van marinevliegers hier te lande
moet blijven bestaan. Die draai in zijn in-
zichten is den minister nog al euvel gedmd
door de heeren Duymaer van Twist (A.-R.)
en Brautigam (S.D.A.P.), maar daar tegen-
over noemde de heer Fortuyn (V.-B.) het zeer
gelukkig, dat de minister tot een beter lnzictn
was gekomen en in verband daarmee drong
hij er op aan, dat men de marinevliegers,
wanneer zij behoorlijk onderlegd zijn, met de
speciaal voor Indie bestemde watervliegtui-
gen, ook daarheen zal laten vliegen. Een aar-
dig idee, maar wat duur en gevaarlijk en bo-
vendien geen verband houdend met de taak
welke voor watervliegtuigen in Indie is weg-
gelegd.
Over den aanbouw van nieuw materiaal, (de
minister wil dit jaar geen nieuw groot mate
riaal laten aanbouwen en heeft den bouw van
nieuwe torpedobooten voor Indie ook een jaar
uitgesteld) hebben enkele sprekers zich kri-
tisch uitgelaten en vooral oud-minister van
Dijk (A.-R.) was daarover minder goed te
spreken.
Ook personeelsvraagstukken zijn bespro-
ken en er is aangedrongen op een betere be-
zoldiging van het lagere personeel, op de uit-
zending van de gezinnen der korporaals, die
in Indie vertoeven, op verhooging van de
pensioenen van oudgepensioneerden, zelfs is
er door de heeren Duymaer en Kersten (St.
Ger. Part.) op aangedrongen het dansen
als onderwijsvak bij de opleiding, ygn. adel-
borsten te schrappen
In den laten avond heeft minister Lambooy
een begin gemaakt met de beantwoording van
verschillende sprekers, Donderdagavond zet
hij zijn rede voort.
Wij zullen dan gelegenheid hebben de pun-
ten welke wij in dit beknopte stukje hebben
overgeslagen, alsnog te vermelden tegelijk
met het o'ordeel van den minister.
De middagvergadering van heden is geheel
gewijd geweest aan replieken, en nog zijn zij
niet afgeloopen. Uit den aard der zaak wordt
bij een repliek niet veel nieuws te berde ge-
bracht en volstaan de meeste sprekers met
het vroeger aangevoerde in een anderen vorm
te herhalen en wat aan te dikken. Alleen heeft
heden het „Odium theologicum" een paar
oogenblikken van verpoozing gebraeht. De
heer Lingbeek, de leider en eenige vertegen-
woordiger in de Kamer van de Herv. Gerefor-
meerde Staatspartij, was daarvan de oorzaak.
Hij herhaalde zijn reeds in eersten aanleg
geuite klacht, dat ons land verroomscht
wordt en dat Anti-Revolutionnairen en Chr.'
Historischen zich te buiteit gaan aan hei
melijk papisme. Die bewering, welke bin-
nen de Kamer lachlust opwekte en buiten de
Kamer vermoedelijk niet veel instemming zal
vinden, gaf stof tot zooveel interrupties, dat
de Voorzitter met den hamer tot de orde ver-
maande en verklaarde, dat hij niets had te-
gen een interruptie, maar dat hij toch niet
kon toelaten, dat een gansche fractie den
spreker te lijf ging.
De heer Lingbeek had intusachen ook vol-
gehouden, dat de Christelijk-Historischen en
met name de heer dr. De Visser, bij de
schoolwetgeving tegen den geest van Groen
van Prinsterer had gehandeld en in de kaart
der Katholieken had gespeeld. Dat nam de
heer dr. De Visser zoo hoog op, dat hij ver
klaarde vcortaan niet meer met den he r
Lingbeek in debat te willen treden. Later
heeft de heer Lingbeek, het woord verkrij-
gend over een zoogenaamd persoonlijk feit,
getracht zijn positie sehcon te praten, doch
het tafellaken is tusschen hem en de mannen
der rechterzijde nu wel blijvend doorgesne-
den.
Wat dr. De Visser zeide naar aanleiding
van de geopperde mogelijkheid van een her-
stel van de coalitie, acht ik intuschen wel
een der belangrijkste momenten van de be-
sprekingen van heden, „Wij timmeren niet
en wij lijmen niet aan de coalitie", zeide hij
ongeveer. „maar wachten de gebeurtenissen
at. Als het eenmaal zoover mocht komen,
dat de praktische politiek eischt een parle-
mentaire regeering, dan ligt het voor de
hand dat die pevormd wordt door de recht-
sche partijen, die rbeds zooveel jaren hebben
samengewerkt. Maar zij ontwerpen daarvoor
niet bij voorbaat een gezamenlijk program;
daarvoor komt eerst de tiid, wanneer er een
formateur is aangewezen. Eerst wanneer deze
aan het werk gaat wordt door hem een pro-
gramma van actie in groote lijnen ontwor-
pen en wordt nagegaan of men daarop ge
zamenlijk als coalitie in zee lean gaan".
En verder zullen we maar niet te lang stil-
Staaji, bij de replieken, waarin o. a. de heer
Van den Tempel (S. D. A. P.) zijn bezwaren
handhaafde tegen de salarispolitiek der re
geering, de heer Hermans (R. K.) weer een
lans brak voor het protectionisme, de heer
Stenhuis (S. D. A. P.) een waarschuwing
deed hooren tegen verlaging der loonen, de
heer Braat pleitte voor een algemeen ouder-
domspensioen, te betalen uit de pensioenen
der ambtenaren, enz.
Morgenmiddag zijn nog een paar sprekers
aan de beurt eer de minister van Financien
van dupliek dient, doch nadat deze heeft ge-
sproken, begint de Kamer aan de begrooting
van Binnenlandsche Zaken.
SEiageiSjjlcssli owerzicht.
HET RECHT VAN DEN STERKSTE.
De oppositie in Rusland. Le
nin en Trotzki.— Stalin over-
heerscht. Conflicten in uit-
zicht?
Zoo zijn dan de Sowjet-machthebbers er
eindelijk toe overgegaan om de voornaamste
oppositieleiders, Trotzki en Zinowjef, uit de
Communistische partij te stooten en terzelf-
dertijd verschillende, eveneens tot de oppositie
behoorende, figuren van erkende poiiitieke be-
langrijkheidi, zooals Kamenef, Radek en Smi'l-
ga,' van hun functies te ontheffen.
De jaren lange strijd tusschen regeering en
oppositie is hiermede in 'n critiek stadium ge
komen. Men mag de beteekenis niet onder-
schatten van het feit, dat twee der oudste me-
destrijders van Lenin van al hun politieke
rechten worden beroofd en de oppositie, ont-
daan van haar kundigste voormannen, tot
volkomen machteloosheid gedoemd wordt.
Want niemand kan ontkennen, dat zoowel
Zinowjef als Trotzki naar hun beste weten
de beiangen van het proletariaat behartigden
en dat zij met de meerderheid in de partij al
leen van meening verschilden over de wijze,
waarop dit behoorde te geschieden, zoodat
zelfs meeningsverschil niet meer geoorloofd
blijkt te zijn in de Sowjet republiek en wisse-
ling van gedachte als gevaarlijk wordt aan-
gemerkt!
Overigens is Trotzki van den aanvang af in
de oppositie geweest, zelfs toen er van oppo
sitie in de eigenlijke beteekenis nog geen
sprake was. Zijn ideeen onderscheidden zich
in meer dan een opzicht van die van Lenin en
verschillende malen kwam dit aan den dag.
Reedis in 1900, na de eerste ontmoetingen met
Lenin, manifesteerde zich een kleine oneenig-
heid en het was dan ook pas in Juli 1917, dat
Trotzki zich bij de bolsjewistische partij aan-
sloot. Bij de vredesonderhandelingen te
Brest-Litowsk schikte hij zich niet dan na
heftigen strijd in het centraal comite naar de
inzichten van Lenin. De invoering van een
nieuwe economische politiek in 1921 viel hij
bij, al werd daardoor de invoering van een
industrieele conscriptie, welke hij steeds had
voorgestaan, onmogelijk, omdat hij koersver-
andering noodzakeljk achtte maar toen
deze politiek in 1923 leidde tot een economi
sche crisis en de oppositie daadwerkelijk in
het partijbestuur ontstond, was Trotzki een
der eersten die zich bij haar aansloot en on-
middellijk op den voorgrond trad.
Stalin keerde zich, evenals Lenin, Kamenef
en Zinowjef welke liaatsten in den loop
der jaren Stalin afvallig zijn geworden
tegen hem en de ideeenstrijd, die
thans tot een crisis geleid heeft, ontbrandde.
Scherper en scherper kwamen Lenin en
Trotzki tegenover elkander te staan, ondanks
het feit dat hun naam als leiders van het pro
letariaat in een adem genoemd worden bieef.
Nadat echter in Januari 1924 Lenin ge-
storven was kwam, dank zij zijn oppositie,
Trotzki niet meer in aanmerking om de direc
ts leiding van den grootsten idealist der laat-
ste kwarteeuw over te nemen. Stalin, Zinow
jef en Kamenef waren de mannen, die geza-
meniijk het heft in handen kregen en Rykof
werd voorzitter van den raad van volkscom-
missarissen.
Vanaf dit oogenblik werd de ideeenstrijd
een gevecht op leven en dood.
Reeds toen scheelde het niet veel of Trotzki
was uit partij en partij-bestuur gezet, doch
Stalin en de zijnen die het meest zuivere
Leninisten waren voelden zich nog niet
sterk genoeg en waren tevreden met een rege-
ling, die aan Trotzki de vrij onbelangrijke
functie van voorzitter van de electrificatie-
commissie toedeelde. In deze kwalMeit, meen-
den zij, zou hij voorloopig onschadelijk blij-
ken.
Twee jaar iang werd Trotzki op het tweede
plan gehouden, maar in '25 kwam hij weer
meer naar voren. De oppositie kreeg steeds
vaster grond onder de voeten en groeide in
omvang. Zelfs Kamenef en Zinowjef gingen
tot haar over en heimelijk werd op kracht-
dadige wijze propaganda gevo'erd.
Het behoeft geen betoog, dat de regeerders
tegenmaatregelen oveiwogen, die echter ten
zeerste bemoeilijkt werden, door de geheim-
zinnigheid, waarmede de opposanten, gedre-
ven door vrees, te werk gingen.
De eerste slag werd tenslotte toegebracht
door de komintern, die op het eind van Sep
tember Trotzki en Woejowitsj uitsloot, naar
aanleiding van de ontdekking van een ge-
heime drukkerij, waarvoor beiden de verant-
woordelijkheid aanvaarden. Trotzki sprak van
de komintern en van de bolsjewistische partij
als haar aanvoerster, als van een vergade
ring onzinnige en stomrne naloopers van een
paar leiders. Omgekeerd zeide komintern:
„Het Trotskisme heeft een bondgenootschap
gesloten met de partijlooze, burgerlijke intel-
lectueelen, met duistere, politiekverdachte en
aan de sowjets vijandige elementen en streeft
zonder ophouden naar de oprichting van een
nieuwe partij en een nieuwe vierde intematio-
nale." Hetzelfde verwijt richtte het partijbe
stuur tot hem en Zinowjef, toen het deze op
23 October buitensloot.
Waarschijnlij'k was het toen wel de bedoe-
ling het vrijwel onvermijdeldjke gevolg daar
van, de uitsluiting uit de partij, voor te be-
houden aan het partij-congres, dat in Decem
ber bijeenkomt. De leiders der oppositie heb
ben het Stalin en de zijnen echter onmogelijk
gemaakt op deze wijze hun posrtie te verster-
ken, door hun uitdagend optreden op de feest-
dagen, welke juist zijn gevierd. Wel hebben
partijorganisaties uit heel Rusland moties
aangenomen, ~waarin om het thans genomen
beslnit gevraagd werd, maar de groote apo-
theose van het partijeongres als opperste
rechter is gemist.
Naast Trotzki en Zinowjef, die geheel en
al uit de partij gestooten zijn, werden een
aantal tot de oppositie behoorende opposan
ten uit hun functies ontzet. Wij noemen
slechts Kamenef, Rakowsky, Smilga- en Radek
en herhalen dat de oppositie in het centraal
comite dus feitelijk, bij gebrek aan leiders, tot
volkomen machteloosheid gedoemd is.
Het is echter de groote vraag wat zij buiten
het verband der communisfisceh partij zullen
doen.
De vrees bestaat, dat zij een eigen parti]
zullen stichten volgens onbevestigde ge-
ruchten hebben zij dit reeds gedaan en
daaruit is het te verklaren, dat de partijmeer-
derheid tot op het laatste oogenblik hardnek-
kige pogingen in het werk heeft gesteld om
een compromis tot stand te brengen. Niets
mocht echter baten: de oppositie leiders
verkozen blijkbaar den politieken dood boven
een politieke slavernij. Zij hebben hun positie
geofferd voor hun overtuiging en daardoor
bewezen mannen te zijn, die iets over hebben
voor een ideaal. Men bedenke, dat het een on-
behaaglijk iets is, in Rusland als vijand van
den staat te worden beschouwd.
Anderen meenen daarentegen, dat ter wille
van het proletariaat de uitgestootenen geen
eigen partij zullen stichten omdat daardoor
de verdeeldheid slechts toenemen zou.
Hoe het echter ook' zij, wanneer de opposi
tie al dan niet als partij blijft ageeren,
gaat de huidige dictatuur van Stalin c.s., re-
geerend krachtens het recht van den sterkste,
een donkere toekomst tegemoet.
CHINA.
KANTON EN HANKOU.
Een Kantonneesch expeditieleger.
Uit Hongkong wordt aan de „Times" ge-
meld, dat een Kantonneesch expeditieleger op
weg is tegen Hankau en Tsjentsjan (30 mijl
ten N. van de grens van Kwantoeng) heeft
bereikt. Verwacht wordt dat het zonder op
moeilijkheden te stuiten Tsjangsja (de hoofd-
stad van hoenan) zal bereiken.
De val van Hankau en de belofte van Nan
king om een conventie te houden voor de her-
eeniging van de Koeomintang te Sjanghai
inplaats van de Nanking, blijken voorloopig
aan de intriges van Kanton een eind te heb
ben gemaakt. Vernomen wordt, dat Li Tsjai-
soem (de generalissimus te Kanton) en
Wang Tsjing-wei (de vrocgere president van
het bestuur van Kanton) beiden persoonlijk
bovenbedoelde conventie zullen bijwonen, ter-
wijl generaa! Wang Sjao-Loeng Kanton zal
besturen gedurende de afwezigheid van Li
Tsjai-soem.
DE CHAOS I'N HANKOU.
Volgens de laatste te Londen ontvangen
beriehten is het betrekkelijk rustig in Han-
kou en de buurtsteden Hanyang en Woets
jang. De troepen van Woekan hebben de
laatste twee steden verlaten en de troepen uit
Nanking zijn begonnen Woetsjang binnen
te treicken. Men bereid't 'n officieele verwel
komig voor.
Vier kanonneerbooten met troepen uit Nam
king zijn volgens een laatst bericht hier
aangekomen. De troepen zijn Woetsjang bin
nengetrokken. De troepen onder geeraal Ho-
tsje trekekn terug naar Tsjangtek.
ENGELAND
DE OPVOLGER VAN CECIL OVER DE
VOLKENBONDSPOLITIEK.
Afwijzing van het protocol en de
verplichte arbitrage. Een nieuwe mede-
ling van Cecil over zijn aftreden.
In het Hoogerhuis heeft lord Cuthendun,
(Ronald Mc Neill), die lord Cecil is opge-
volgd als Engelsch afgevaardigde bij den
Volkenbond, geantwoord op vragen van lord
Parmour betreffende de politiek van de regee
ring in zaken, den Volkenbond betreffende.
In verband met een zinspeling van lore
Parmour op het protocol van Geneve van
Geneve van 1924, bracht hij in herinnering,
dat dit stuk nooit onderteekend was en hij
ontkende dat zijn beginselen algemeen waren
aanvaard. Het protocol bood aan een grooi:
aantal staten de zekerheid waar ze alien
naar verlangden, n.l. de garantie van de
Britsche macht. Dat bracht voor Engeland
gevaren en verplichtingen mee, die geen En-
gelsche regeering kan aanvaarden.
Op een vraag van lord Parmour over het
aanvaarden door Engeland van de optioneele
clausule betreffende het internationale hoi
in Den Haag, antwoordde Cushendun, dat de
opvatting van de dominions zich krachtig
tegen de aanneming hiervan verzette.
De aanvaarding zou beteekenen een af-
stand doen van de tot nu toe gehandhaafde
clausule van veiligheid in betrekking tot vita-
le beiangen, eer en onafhankelijkheid,
Hij twijfelde er aan of de publieke opinie
in een verstandig land bereid zou zijn van te
voren vast te leggen, dat onder geen yoor-
waarde, voorzien of onvoorzien, geschillen
kunnen ontstaan, die het niet aan arbitrage
zou willen voorleggen.
Engeland verschilt van de meeste andere
landen door de groote samengesteldheid van
zijn regeeringssijsteem en door zijn mate
rieele beiangen.
Hij verzekerde lord Parmour voorts van
de volledige aanneming door de regeering
van het onafscheidelijk verband tusschen vei
ligheid, arbitrage en ontwapening als middei
om de vrede te verzekeren.
Cecil rechtvaardigt zich.
Lord Cecil gaf nogmaals een uiteenzetting
van de redenen, die hem bewogen hadden zijn
mandaat te Geneve neer te leggen. Nieuvv
was hierbij zijn mededeeling, dat dit besluit
verhaast was, omdat de Engelsche afgevaar-
digden z.i. naar huis waren geroepen, toen de
overeenstemming met AmeriKa op het punt
stond bereikt te worden.
Lord Balfour ontkende dit laatste punt ten
stelligste en zeide, dat hij de maritieme confe-
rentie niet als mislukt, doch slechts als^op-
geschort beschouwde, omdat het op den duur
niet mogelijk zou zijn, dat de twee groote
Engelsch-sprekende volkeren over eenigerlei
vraagstuk het niet eens zouden kunnen wor
den.
KABAAL IN HET LAGERHUIS.
De zitting tweemaal opgeheven, om
dat Buddwin niet als spreker voor de
regeering optrad bij de interpellatie
over den toe stand in de mijnen.
Nadat eenige vragen beantwoord waren,
is gisteren de niotie van afkeuring van het
regeeringsbeleid wegens de houding in de
crisis in de mijnindustrie door Macdonald in-
gediend. De ex-premier zeide na de motie
voorgelezen te hebben, dat het hem bevreemd-
de, dat bij een zoo gewichtige gelegenheid
niet de eerste-minister als hoofd der regee
ring als spreker ingeschreven stond, maar de
minister van handel, hoewel Baldwin aan-
wezig was.
Dit was een verder bewijs, zoo ging Mac
donald voort, hoe blind de regeering was voor
wat in het volk omging en met de waardig-
heid van het pariement strookte. Hij verlang-
de alsnog, dat Baldwin de motie zou beant-
woorden.
Toen de Speaker zeide dat nu de minister
van handel het woord zou voeren, ging er een
oorverdoovend geloei op van de labour-ban-
ken, waar de woorden „wij verlangen Bald
win" duidelijk bovenuit klonken. De Speaker
trachtte de orde te herstellen, wat hem niet
gelukte omdat de oppositie steeds met nieuwe
punten uit het reglement van orde kwam aan-
dragen om haar houding te rechtvaardigen.
Ten slotte dreigde de Speaker de zitting tot
zes uur te zullen opheffen. Ook deze bedrei-
ging werd slechts beantwoord met „Bald-
win"-kreten en de Speaker voerde zijn bedrei-
ging toen uit en zette zijn hoed op.
Voor de heropening der zitting om zes uur
schijnen er niet-geslaagde bemiddelingspo-
gingen te hebben plaats gehad, waarbij geen
van beide partijen van haar standpunt wilde
afwijken. De regeering bleef aan het recht
vasthouden om den minister aan te wijzen,
die in ieder bepaald geval namens de geheele
regeering zou spreken, de oppositie bleef in
de niet-verschijning van Baldwin minachting
voor het Pariement en het soevereine volk
zien en toen de voorzitter, wiens taak weinig
benijdenswaardig was, weer het woord aan
den minister van handel, Sir Philip Curliffe
Lesten, wilde verleenen, herhaalde de opposi
tie haar obstrudie en haar kreten van af
keuring. De Speaker heeft de vergadering na
nauwelijks 5 minuten verdaagd tot vanmor-
gen 11 uur.
DE KWESTIE VAN HEREENIGING
IN ZUID-AFRIKA.
Men weet dat minister Tielman Roos na
de regeldng van de vlagkwestie in Zuid-Afri-
ka voor het denkbeeld van een hereeniging
der twee groote Hollandsche partijen, met
uitsluiting van dte Engelsche Unionisten, ge-
ijverd heeft.
Generaal Smuts heeft nu echter Zaterdag
een rede te Paarl gehouden, die uitgelegd
wordt als een verwerping van het denkbeeld
van hereeniging.
Tielman Roos heeft erop geantwoord met
een aanval op Smuts. Hij zeide dat men wist
dat generaal Smuts zijn oude plan koesterde,
dat hem al zoo dikwijls van de wijs had ge
braeht, namelijk de hoop dat hij zelf weer
aan het hoofd van de regeering zou kunnen
komen, om ZuidLAfrika zijn wil voor te
schrijven. Het denkbeeld van de vorming van
een centrale partij moest dus als mislukt be
schouwd worden door „den moedwil van een
enkel man."
De Kaapstadsche correspondent van de
Times beweert dat er teekenen van ontbinding
van het pact tusschen de Natten en de arbei-
derspartij zijn, omdat deze laatste niet tevre
den zou zijn over de wijze waarop het vlag-
geschil geregeld is. In dit bericht is de
wensch misschien vader van de gedachte^
VERKOOP VAN EERETITELS.
Een beschuldiging in het Lager huis.
In weerwil van de instelling eenige jaren
geleden van een officieele commissie, die
moest waken tegen ongeoorloofde practijken
bij het toekenmen van eeretitels en teekenen
in Engeland, duiken er den laatsten tijd we-
der geruchten op, volgens welke de tegen-
woordige regeering weer zou zijn vervallen
in het euvel van vroegere re^eeringen. In de
Lagerhuiszitting van Maandagavond heeft
het Arbeiderslid deze geruchten ter sprake
gebraeht en verzekerd dat er redenen waren
om aan te toonen, dat de regeering-Baldwin
nog steeds voortgaat met het verkwanselen
van onderscheidingen tegen donaties, die
de ccnservatieve partijkas stijven. Hij wees
daarbij op een onomwonden beschuldiging
van de „Daily Mail" te dier zake en verzocht
der regeering op deze beschuldiging te ant-
woorden en het bewijs te leveren dat de be
schuldiging ongegrond was.
Kolonel Gibbs, de schatmeester van de
Huishouding, antwoordde namens de regee
ring dat het bericht, waarop Thurth zijn
opmerkingen had gebaseerd, van a tot z on-
juist was en dat er geen woord waar was
van het bericht, dat de conservatieve partij
groote sommen gelds had gekregen door den
verkoop van eeretitels. De officieele commis
sie hield nog steeds toezicht op de verleening
van onderscheidingen.
Het arbeidslid Kenworthy drong daar
op aan op de instelling van een onder-
zoek, of den redacteur van de „Daily Mail'
in het Lagerhuis te ontbieden.
OSCAR SLATER.
Lord Gilmore, de minister voor Schotland,
heeft reeds gisteren het een-artikel wetje in-
gediend, dat meteen bij acclamatie is aan
genomen, om de zaak van den vrijgelaten Os
car Slater voor het hof van appel te kunnen
brengen.
PARATYPHUS.
In West Hertfordshire woedt een paraty-
phus-epidemie. Er zijn reeds bijna 100 men-
schen aangetast, onder wie vele kinderen
zijn. De ziekenhuizen zijn vol.
Men zeokt de oorzaak in besmette melk,
maar natuurlijk verdenken anderen buiten-
landsche voortbrengselen. Men is in Enge
land er gauw bij om zulke vermoedens uit te
spreken. „British is best" en het mond- en
klauwzeer was ook ondenkbaar als inheem-
sche ziekte en moest uit Nedrland afkomstig
zijn.
In dit geval wordt ook argwaan uitge-
sproken tegen krenten, vijgen of dadels uit
de Levant. Dan is het wonder dat men elders
niets van zulk een epidemie bemerkt heeft,
waar men zich ook aan dergelijk verduur-
zaarnd fruit vergast.
OOSTENRIJK.
HET VERTREK UIT WEENEN.
Rijkskanselier dr. Marx is gisterochtend
om hafl elf met de personen, die hem verge-
zellen, uit Weenen vertrokken.
Op het station was o. a. de bondskanselier
dr. Seipel ten afscheid verschenen.
Stresmann is eveneens naar Berlijn ver
trokken.
DUITSCHLAND.
EEN HANDIG OPLICHTER.
Voor een Berlijnsch gerechtshof begon gis-
ter het proces tegen Ernst Woop, een man
die een bewogen leven achter den rug heeft.
Woop wordt ditmaal beticht van oplichterij
door mdddel van de door hem opgerichte.
„wereldliga der vrouw." Daar meer dan 100
getuigen gedagvaard zijn, zal het proces wel
een week of drie duren. De leden der „wereld-
liga" die propaganda maakte voor de verbe-
tering van de huwelijksmoraal, betaalden
jaarlijks een bedrag van 18 mark en ontvia-
gen daarvoor het orgaan Die Frauenwelt.
Woop zou volgens de acte van beschuldiging
de voor de liga ontvangen gelden voor zich
zelf hebben behouden.
Woop heeft in 1914 zijn eerste veroordee-
ling opgeloopen. In 1919 was hij uitgever
van Dit Galge, die o.a. een bruchure over
vrije liefde tot den Rijksdag richtte, maar
spoedig moest liquideeren. Woop die toen
zonder betrekking was besloot zoetigheden te
gaan verkoopen op de tallooze bals, die in
dien tijd te Berlijn werden gegeven en in een
korten tijd verkocht hij 150 kilo bonbons. Om
goedkooper aan zijn waren te komen, vestig-
ae hij zich zelf als bonbonfabrikant en toen
ook deze onderneming op de flesch ging, aan-
vaardde bij de functie van magazijnehef bij
de Reichstelle fuer Speisefette, daarna werd
hij benoemd tot lid en leider der Freie Hoch-
schule fuer Organisationskunde und Bureau-
wissenschaften. De inflatie beroofde hem van
zijn baantje aan de Freie Hochschule en zoo
geraakte hij in financieele moeilijkheden.
Woop werd nu directeur van een bioscoop,
vervolgens straatventer en manager van een
Russisch wonderkind. Toen hij ook hiermede
geen geluk had, organiseerde hij een autobus-
dienst tusschen de Berlijnsche voorsteden
Erkner en Alt Buchhorst. Deze zaak ging
goed, toen echter vier autobussen op de lijn
reden maakte de politie een eind aan het be-
drijf, omdat Woop niet in het bezit was van
een vergunning.
Eenigen tijd geleden wilde een deurwaar-
der te Berlijn zijn inboedel in beslag gaan
nemen op verzoek van talrijke schuldeischers.
Men vond in de woning echter alleen een ton,
die dienst deed als tafel en een oud ledikant.
Het laatst was Woop uitgever en eenig redac
teur van een tijdschriftje Die Motorwelt, dat
ook thans nog bestaat,
AL&HAARSCHE COURANT.
KS39I