DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Byitenland Honoerd negen en twintigste Jaargang 1927 „ATMOt4femriMo bii vooruitTbetaling per 3 maanden f2.-, fr. per post f2.50. Bewijsn. 5 ct. Advertentiepr. 25 ct. p. regel, grootore letters naar plaatsrUlMt* 11)0 1 Brieven franco N.Y. Boek- en Handelsdr. v.li. Herms. Coster Zoon, Yoordam C9, Tel. Administr. No. 3. Itcdactjto No. 33. doiderdag I? MOYE1BER Dif nammer besfaaf alt 2 bladeu. Directeur: G. H. KRAK. Hoofdredacteur Tj. N. ADEMA. (lit het Pariement Den Haag, 16 November 1927. Afgaande op de algemeene beschouwin- gen, gisteravond gehouden over de Marine- begfooting, wagen wij het vermoeden uit te spreken, dat het ministerieel leven van mi nister Lambooy geen gevaar loopt. De uner- ste linkerzijde zal misschien neiging blijven gevoelen om haar stem aan die begrooting t- onthouden, de meerderheid der Kamer heeft den heer Lambooy haar vertrouwen met op- gezegd, al is men het niet in alles met hem Zoo waren gisteravond yerscheidene sprc Jeers niet ingenomen met de door den minister gevolgde gedragslijn ten opzichte van den jnarinevliegdienst. De minister heeft n.l. zijn opvatting, dat er geen speciale marinevlieg- toestellen noodig zijn, gewijzigd, erkend, dat zij voor Indie onmisbaar zijn en dat dus de opleiding van marinevliegers hier te lande moet blijven bestaan. Die draai in zijn in- zichten is den minister nog al euvel gedmd door de heeren Duymaer van Twist (A.-R.) en Brautigam (S.D.A.P.), maar daar tegen- over noemde de heer Fortuyn (V.-B.) het zeer gelukkig, dat de minister tot een beter lnzictn was gekomen en in verband daarmee drong hij er op aan, dat men de marinevliegers, wanneer zij behoorlijk onderlegd zijn, met de speciaal voor Indie bestemde watervliegtui- gen, ook daarheen zal laten vliegen. Een aar- dig idee, maar wat duur en gevaarlijk en bo- vendien geen verband houdend met de taak welke voor watervliegtuigen in Indie is weg- gelegd. Over den aanbouw van nieuw materiaal, (de minister wil dit jaar geen nieuw groot mate riaal laten aanbouwen en heeft den bouw van nieuwe torpedobooten voor Indie ook een jaar uitgesteld) hebben enkele sprekers zich kri- tisch uitgelaten en vooral oud-minister van Dijk (A.-R.) was daarover minder goed te spreken. Ook personeelsvraagstukken zijn bespro- ken en er is aangedrongen op een betere be- zoldiging van het lagere personeel, op de uit- zending van de gezinnen der korporaals, die in Indie vertoeven, op verhooging van de pensioenen van oudgepensioneerden, zelfs is er door de heeren Duymaer en Kersten (St. Ger. Part.) op aangedrongen het dansen als onderwijsvak bij de opleiding, ygn. adel- borsten te schrappen In den laten avond heeft minister Lambooy een begin gemaakt met de beantwoording van verschillende sprekers, Donderdagavond zet hij zijn rede voort. Wij zullen dan gelegenheid hebben de pun- ten welke wij in dit beknopte stukje hebben overgeslagen, alsnog te vermelden tegelijk met het o'ordeel van den minister. De middagvergadering van heden is geheel gewijd geweest aan replieken, en nog zijn zij niet afgeloopen. Uit den aard der zaak wordt bij een repliek niet veel nieuws te berde ge- bracht en volstaan de meeste sprekers met het vroeger aangevoerde in een anderen vorm te herhalen en wat aan te dikken. Alleen heeft heden het „Odium theologicum" een paar oogenblikken van verpoozing gebraeht. De heer Lingbeek, de leider en eenige vertegen- woordiger in de Kamer van de Herv. Gerefor- meerde Staatspartij, was daarvan de oorzaak. Hij herhaalde zijn reeds in eersten aanleg geuite klacht, dat ons land verroomscht wordt en dat Anti-Revolutionnairen en Chr.' Historischen zich te buiteit gaan aan hei melijk papisme. Die bewering, welke bin- nen de Kamer lachlust opwekte en buiten de Kamer vermoedelijk niet veel instemming zal vinden, gaf stof tot zooveel interrupties, dat de Voorzitter met den hamer tot de orde ver- maande en verklaarde, dat hij niets had te- gen een interruptie, maar dat hij toch niet kon toelaten, dat een gansche fractie den spreker te lijf ging. De heer Lingbeek had intusachen ook vol- gehouden, dat de Christelijk-Historischen en met name de heer dr. De Visser, bij de schoolwetgeving tegen den geest van Groen van Prinsterer had gehandeld en in de kaart der Katholieken had gespeeld. Dat nam de heer dr. De Visser zoo hoog op, dat hij ver klaarde vcortaan niet meer met den he r Lingbeek in debat te willen treden. Later heeft de heer Lingbeek, het woord verkrij- gend over een zoogenaamd persoonlijk feit, getracht zijn positie sehcon te praten, doch het tafellaken is tusschen hem en de mannen der rechterzijde nu wel blijvend doorgesne- den. Wat dr. De Visser zeide naar aanleiding van de geopperde mogelijkheid van een her- stel van de coalitie, acht ik intuschen wel een der belangrijkste momenten van de be- sprekingen van heden, „Wij timmeren niet en wij lijmen niet aan de coalitie", zeide hij ongeveer. „maar wachten de gebeurtenissen at. Als het eenmaal zoover mocht komen, dat de praktische politiek eischt een parle- mentaire regeering, dan ligt het voor de hand dat die pevormd wordt door de recht- sche partijen, die rbeds zooveel jaren hebben samengewerkt. Maar zij ontwerpen daarvoor niet bij voorbaat een gezamenlijk program; daarvoor komt eerst de tiid, wanneer er een formateur is aangewezen. Eerst wanneer deze aan het werk gaat wordt door hem een pro- gramma van actie in groote lijnen ontwor- pen en wordt nagegaan of men daarop ge zamenlijk als coalitie in zee lean gaan". En verder zullen we maar niet te lang stil- Staaji, bij de replieken, waarin o. a. de heer Van den Tempel (S. D. A. P.) zijn bezwaren handhaafde tegen de salarispolitiek der re geering, de heer Hermans (R. K.) weer een lans brak voor het protectionisme, de heer Stenhuis (S. D. A. P.) een waarschuwing deed hooren tegen verlaging der loonen, de heer Braat pleitte voor een algemeen ouder- domspensioen, te betalen uit de pensioenen der ambtenaren, enz. Morgenmiddag zijn nog een paar sprekers aan de beurt eer de minister van Financien van dupliek dient, doch nadat deze heeft ge- sproken, begint de Kamer aan de begrooting van Binnenlandsche Zaken. SEiageiSjjlcssli owerzicht. HET RECHT VAN DEN STERKSTE. De oppositie in Rusland. Le nin en Trotzki.— Stalin over- heerscht. Conflicten in uit- zicht? Zoo zijn dan de Sowjet-machthebbers er eindelijk toe overgegaan om de voornaamste oppositieleiders, Trotzki en Zinowjef, uit de Communistische partij te stooten en terzelf- dertijd verschillende, eveneens tot de oppositie behoorende, figuren van erkende poiiitieke be- langrijkheidi, zooals Kamenef, Radek en Smi'l- ga,' van hun functies te ontheffen. De jaren lange strijd tusschen regeering en oppositie is hiermede in 'n critiek stadium ge komen. Men mag de beteekenis niet onder- schatten van het feit, dat twee der oudste me- destrijders van Lenin van al hun politieke rechten worden beroofd en de oppositie, ont- daan van haar kundigste voormannen, tot volkomen machteloosheid gedoemd wordt. Want niemand kan ontkennen, dat zoowel Zinowjef als Trotzki naar hun beste weten de beiangen van het proletariaat behartigden en dat zij met de meerderheid in de partij al leen van meening verschilden over de wijze, waarop dit behoorde te geschieden, zoodat zelfs meeningsverschil niet meer geoorloofd blijkt te zijn in de Sowjet republiek en wisse- ling van gedachte als gevaarlijk wordt aan- gemerkt! Overigens is Trotzki van den aanvang af in de oppositie geweest, zelfs toen er van oppo sitie in de eigenlijke beteekenis nog geen sprake was. Zijn ideeen onderscheidden zich in meer dan een opzicht van die van Lenin en verschillende malen kwam dit aan den dag. Reedis in 1900, na de eerste ontmoetingen met Lenin, manifesteerde zich een kleine oneenig- heid en het was dan ook pas in Juli 1917, dat Trotzki zich bij de bolsjewistische partij aan- sloot. Bij de vredesonderhandelingen te Brest-Litowsk schikte hij zich niet dan na heftigen strijd in het centraal comite naar de inzichten van Lenin. De invoering van een nieuwe economische politiek in 1921 viel hij bij, al werd daardoor de invoering van een industrieele conscriptie, welke hij steeds had voorgestaan, onmogelijk, omdat hij koersver- andering noodzakeljk achtte maar toen deze politiek in 1923 leidde tot een economi sche crisis en de oppositie daadwerkelijk in het partijbestuur ontstond, was Trotzki een der eersten die zich bij haar aansloot en on- middellijk op den voorgrond trad. Stalin keerde zich, evenals Lenin, Kamenef en Zinowjef welke liaatsten in den loop der jaren Stalin afvallig zijn geworden tegen hem en de ideeenstrijd, die thans tot een crisis geleid heeft, ontbrandde. Scherper en scherper kwamen Lenin en Trotzki tegenover elkander te staan, ondanks het feit dat hun naam als leiders van het pro letariaat in een adem genoemd worden bieef. Nadat echter in Januari 1924 Lenin ge- storven was kwam, dank zij zijn oppositie, Trotzki niet meer in aanmerking om de direc ts leiding van den grootsten idealist der laat- ste kwarteeuw over te nemen. Stalin, Zinow jef en Kamenef waren de mannen, die geza- meniijk het heft in handen kregen en Rykof werd voorzitter van den raad van volkscom- missarissen. Vanaf dit oogenblik werd de ideeenstrijd een gevecht op leven en dood. Reeds toen scheelde het niet veel of Trotzki was uit partij en partij-bestuur gezet, doch Stalin en de zijnen die het meest zuivere Leninisten waren voelden zich nog niet sterk genoeg en waren tevreden met een rege- ling, die aan Trotzki de vrij onbelangrijke functie van voorzitter van de electrificatie- commissie toedeelde. In deze kwalMeit, meen- den zij, zou hij voorloopig onschadelijk blij- ken. Twee jaar iang werd Trotzki op het tweede plan gehouden, maar in '25 kwam hij weer meer naar voren. De oppositie kreeg steeds vaster grond onder de voeten en groeide in omvang. Zelfs Kamenef en Zinowjef gingen tot haar over en heimelijk werd op kracht- dadige wijze propaganda gevo'erd. Het behoeft geen betoog, dat de regeerders tegenmaatregelen oveiwogen, die echter ten zeerste bemoeilijkt werden, door de geheim- zinnigheid, waarmede de opposanten, gedre- ven door vrees, te werk gingen. De eerste slag werd tenslotte toegebracht door de komintern, die op het eind van Sep tember Trotzki en Woejowitsj uitsloot, naar aanleiding van de ontdekking van een ge- heime drukkerij, waarvoor beiden de verant- woordelijkheid aanvaarden. Trotzki sprak van de komintern en van de bolsjewistische partij als haar aanvoerster, als van een vergade ring onzinnige en stomrne naloopers van een paar leiders. Omgekeerd zeide komintern: „Het Trotskisme heeft een bondgenootschap gesloten met de partijlooze, burgerlijke intel- lectueelen, met duistere, politiekverdachte en aan de sowjets vijandige elementen en streeft zonder ophouden naar de oprichting van een nieuwe partij en een nieuwe vierde intematio- nale." Hetzelfde verwijt richtte het partijbe stuur tot hem en Zinowjef, toen het deze op 23 October buitensloot. Waarschijnlij'k was het toen wel de bedoe- ling het vrijwel onvermijdeldjke gevolg daar van, de uitsluiting uit de partij, voor te be- houden aan het partij-congres, dat in Decem ber bijeenkomt. De leiders der oppositie heb ben het Stalin en de zijnen echter onmogelijk gemaakt op deze wijze hun posrtie te verster- ken, door hun uitdagend optreden op de feest- dagen, welke juist zijn gevierd. Wel hebben partijorganisaties uit heel Rusland moties aangenomen, ~waarin om het thans genomen beslnit gevraagd werd, maar de groote apo- theose van het partijeongres als opperste rechter is gemist. Naast Trotzki en Zinowjef, die geheel en al uit de partij gestooten zijn, werden een aantal tot de oppositie behoorende opposan ten uit hun functies ontzet. Wij noemen slechts Kamenef, Rakowsky, Smilga- en Radek en herhalen dat de oppositie in het centraal comite dus feitelijk, bij gebrek aan leiders, tot volkomen machteloosheid gedoemd is. Het is echter de groote vraag wat zij buiten het verband der communisfisceh partij zullen doen. De vrees bestaat, dat zij een eigen parti] zullen stichten volgens onbevestigde ge- ruchten hebben zij dit reeds gedaan en daaruit is het te verklaren, dat de partijmeer- derheid tot op het laatste oogenblik hardnek- kige pogingen in het werk heeft gesteld om een compromis tot stand te brengen. Niets mocht echter baten: de oppositie leiders verkozen blijkbaar den politieken dood boven een politieke slavernij. Zij hebben hun positie geofferd voor hun overtuiging en daardoor bewezen mannen te zijn, die iets over hebben voor een ideaal. Men bedenke, dat het een on- behaaglijk iets is, in Rusland als vijand van den staat te worden beschouwd. Anderen meenen daarentegen, dat ter wille van het proletariaat de uitgestootenen geen eigen partij zullen stichten omdat daardoor de verdeeldheid slechts toenemen zou. Hoe het echter ook' zij, wanneer de opposi tie al dan niet als partij blijft ageeren, gaat de huidige dictatuur van Stalin c.s., re- geerend krachtens het recht van den sterkste, een donkere toekomst tegemoet. CHINA. KANTON EN HANKOU. Een Kantonneesch expeditieleger. Uit Hongkong wordt aan de „Times" ge- meld, dat een Kantonneesch expeditieleger op weg is tegen Hankau en Tsjentsjan (30 mijl ten N. van de grens van Kwantoeng) heeft bereikt. Verwacht wordt dat het zonder op moeilijkheden te stuiten Tsjangsja (de hoofd- stad van hoenan) zal bereiken. De val van Hankau en de belofte van Nan king om een conventie te houden voor de her- eeniging van de Koeomintang te Sjanghai inplaats van de Nanking, blijken voorloopig aan de intriges van Kanton een eind te heb ben gemaakt. Vernomen wordt, dat Li Tsjai- soem (de generalissimus te Kanton) en Wang Tsjing-wei (de vrocgere president van het bestuur van Kanton) beiden persoonlijk bovenbedoelde conventie zullen bijwonen, ter- wijl generaa! Wang Sjao-Loeng Kanton zal besturen gedurende de afwezigheid van Li Tsjai-soem. DE CHAOS I'N HANKOU. Volgens de laatste te Londen ontvangen beriehten is het betrekkelijk rustig in Han- kou en de buurtsteden Hanyang en Woets jang. De troepen van Woekan hebben de laatste twee steden verlaten en de troepen uit Nanking zijn begonnen Woetsjang binnen te treicken. Men bereid't 'n officieele verwel komig voor. Vier kanonneerbooten met troepen uit Nam king zijn volgens een laatst bericht hier aangekomen. De troepen zijn Woetsjang bin nengetrokken. De troepen onder geeraal Ho- tsje trekekn terug naar Tsjangtek. ENGELAND DE OPVOLGER VAN CECIL OVER DE VOLKENBONDSPOLITIEK. Afwijzing van het protocol en de verplichte arbitrage. Een nieuwe mede- ling van Cecil over zijn aftreden. In het Hoogerhuis heeft lord Cuthendun, (Ronald Mc Neill), die lord Cecil is opge- volgd als Engelsch afgevaardigde bij den Volkenbond, geantwoord op vragen van lord Parmour betreffende de politiek van de regee ring in zaken, den Volkenbond betreffende. In verband met een zinspeling van lore Parmour op het protocol van Geneve van Geneve van 1924, bracht hij in herinnering, dat dit stuk nooit onderteekend was en hij ontkende dat zijn beginselen algemeen waren aanvaard. Het protocol bood aan een grooi: aantal staten de zekerheid waar ze alien naar verlangden, n.l. de garantie van de Britsche macht. Dat bracht voor Engeland gevaren en verplichtingen mee, die geen En- gelsche regeering kan aanvaarden. Op een vraag van lord Parmour over het aanvaarden door Engeland van de optioneele clausule betreffende het internationale hoi in Den Haag, antwoordde Cushendun, dat de opvatting van de dominions zich krachtig tegen de aanneming hiervan verzette. De aanvaarding zou beteekenen een af- stand doen van de tot nu toe gehandhaafde clausule van veiligheid in betrekking tot vita- le beiangen, eer en onafhankelijkheid, Hij twijfelde er aan of de publieke opinie in een verstandig land bereid zou zijn van te voren vast te leggen, dat onder geen yoor- waarde, voorzien of onvoorzien, geschillen kunnen ontstaan, die het niet aan arbitrage zou willen voorleggen. Engeland verschilt van de meeste andere landen door de groote samengesteldheid van zijn regeeringssijsteem en door zijn mate rieele beiangen. Hij verzekerde lord Parmour voorts van de volledige aanneming door de regeering van het onafscheidelijk verband tusschen vei ligheid, arbitrage en ontwapening als middei om de vrede te verzekeren. Cecil rechtvaardigt zich. Lord Cecil gaf nogmaals een uiteenzetting van de redenen, die hem bewogen hadden zijn mandaat te Geneve neer te leggen. Nieuvv was hierbij zijn mededeeling, dat dit besluit verhaast was, omdat de Engelsche afgevaar- digden z.i. naar huis waren geroepen, toen de overeenstemming met AmeriKa op het punt stond bereikt te worden. Lord Balfour ontkende dit laatste punt ten stelligste en zeide, dat hij de maritieme confe- rentie niet als mislukt, doch slechts als^op- geschort beschouwde, omdat het op den duur niet mogelijk zou zijn, dat de twee groote Engelsch-sprekende volkeren over eenigerlei vraagstuk het niet eens zouden kunnen wor den. KABAAL IN HET LAGERHUIS. De zitting tweemaal opgeheven, om dat Buddwin niet als spreker voor de regeering optrad bij de interpellatie over den toe stand in de mijnen. Nadat eenige vragen beantwoord waren, is gisteren de niotie van afkeuring van het regeeringsbeleid wegens de houding in de crisis in de mijnindustrie door Macdonald in- gediend. De ex-premier zeide na de motie voorgelezen te hebben, dat het hem bevreemd- de, dat bij een zoo gewichtige gelegenheid niet de eerste-minister als hoofd der regee ring als spreker ingeschreven stond, maar de minister van handel, hoewel Baldwin aan- wezig was. Dit was een verder bewijs, zoo ging Mac donald voort, hoe blind de regeering was voor wat in het volk omging en met de waardig- heid van het pariement strookte. Hij verlang- de alsnog, dat Baldwin de motie zou beant- woorden. Toen de Speaker zeide dat nu de minister van handel het woord zou voeren, ging er een oorverdoovend geloei op van de labour-ban- ken, waar de woorden „wij verlangen Bald win" duidelijk bovenuit klonken. De Speaker trachtte de orde te herstellen, wat hem niet gelukte omdat de oppositie steeds met nieuwe punten uit het reglement van orde kwam aan- dragen om haar houding te rechtvaardigen. Ten slotte dreigde de Speaker de zitting tot zes uur te zullen opheffen. Ook deze bedrei- ging werd slechts beantwoord met „Bald- win"-kreten en de Speaker voerde zijn bedrei- ging toen uit en zette zijn hoed op. Voor de heropening der zitting om zes uur schijnen er niet-geslaagde bemiddelingspo- gingen te hebben plaats gehad, waarbij geen van beide partijen van haar standpunt wilde afwijken. De regeering bleef aan het recht vasthouden om den minister aan te wijzen, die in ieder bepaald geval namens de geheele regeering zou spreken, de oppositie bleef in de niet-verschijning van Baldwin minachting voor het Pariement en het soevereine volk zien en toen de voorzitter, wiens taak weinig benijdenswaardig was, weer het woord aan den minister van handel, Sir Philip Curliffe Lesten, wilde verleenen, herhaalde de opposi tie haar obstrudie en haar kreten van af keuring. De Speaker heeft de vergadering na nauwelijks 5 minuten verdaagd tot vanmor- gen 11 uur. DE KWESTIE VAN HEREENIGING IN ZUID-AFRIKA. Men weet dat minister Tielman Roos na de regeldng van de vlagkwestie in Zuid-Afri- ka voor het denkbeeld van een hereeniging der twee groote Hollandsche partijen, met uitsluiting van dte Engelsche Unionisten, ge- ijverd heeft. Generaal Smuts heeft nu echter Zaterdag een rede te Paarl gehouden, die uitgelegd wordt als een verwerping van het denkbeeld van hereeniging. Tielman Roos heeft erop geantwoord met een aanval op Smuts. Hij zeide dat men wist dat generaal Smuts zijn oude plan koesterde, dat hem al zoo dikwijls van de wijs had ge braeht, namelijk de hoop dat hij zelf weer aan het hoofd van de regeering zou kunnen komen, om ZuidLAfrika zijn wil voor te schrijven. Het denkbeeld van de vorming van een centrale partij moest dus als mislukt be schouwd worden door „den moedwil van een enkel man." De Kaapstadsche correspondent van de Times beweert dat er teekenen van ontbinding van het pact tusschen de Natten en de arbei- derspartij zijn, omdat deze laatste niet tevre den zou zijn over de wijze waarop het vlag- geschil geregeld is. In dit bericht is de wensch misschien vader van de gedachte^ VERKOOP VAN EERETITELS. Een beschuldiging in het Lager huis. In weerwil van de instelling eenige jaren geleden van een officieele commissie, die moest waken tegen ongeoorloofde practijken bij het toekenmen van eeretitels en teekenen in Engeland, duiken er den laatsten tijd we- der geruchten op, volgens welke de tegen- woordige regeering weer zou zijn vervallen in het euvel van vroegere re^eeringen. In de Lagerhuiszitting van Maandagavond heeft het Arbeiderslid deze geruchten ter sprake gebraeht en verzekerd dat er redenen waren om aan te toonen, dat de regeering-Baldwin nog steeds voortgaat met het verkwanselen van onderscheidingen tegen donaties, die de ccnservatieve partijkas stijven. Hij wees daarbij op een onomwonden beschuldiging van de „Daily Mail" te dier zake en verzocht der regeering op deze beschuldiging te ant- woorden en het bewijs te leveren dat de be schuldiging ongegrond was. Kolonel Gibbs, de schatmeester van de Huishouding, antwoordde namens de regee ring dat het bericht, waarop Thurth zijn opmerkingen had gebaseerd, van a tot z on- juist was en dat er geen woord waar was van het bericht, dat de conservatieve partij groote sommen gelds had gekregen door den verkoop van eeretitels. De officieele commis sie hield nog steeds toezicht op de verleening van onderscheidingen. Het arbeidslid Kenworthy drong daar op aan op de instelling van een onder- zoek, of den redacteur van de „Daily Mail' in het Lagerhuis te ontbieden. OSCAR SLATER. Lord Gilmore, de minister voor Schotland, heeft reeds gisteren het een-artikel wetje in- gediend, dat meteen bij acclamatie is aan genomen, om de zaak van den vrijgelaten Os car Slater voor het hof van appel te kunnen brengen. PARATYPHUS. In West Hertfordshire woedt een paraty- phus-epidemie. Er zijn reeds bijna 100 men- schen aangetast, onder wie vele kinderen zijn. De ziekenhuizen zijn vol. Men zeokt de oorzaak in besmette melk, maar natuurlijk verdenken anderen buiten- landsche voortbrengselen. Men is in Enge land er gauw bij om zulke vermoedens uit te spreken. „British is best" en het mond- en klauwzeer was ook ondenkbaar als inheem- sche ziekte en moest uit Nedrland afkomstig zijn. In dit geval wordt ook argwaan uitge- sproken tegen krenten, vijgen of dadels uit de Levant. Dan is het wonder dat men elders niets van zulk een epidemie bemerkt heeft, waar men zich ook aan dergelijk verduur- zaarnd fruit vergast. OOSTENRIJK. HET VERTREK UIT WEENEN. Rijkskanselier dr. Marx is gisterochtend om hafl elf met de personen, die hem verge- zellen, uit Weenen vertrokken. Op het station was o. a. de bondskanselier dr. Seipel ten afscheid verschenen. Stresmann is eveneens naar Berlijn ver trokken. DUITSCHLAND. EEN HANDIG OPLICHTER. Voor een Berlijnsch gerechtshof begon gis- ter het proces tegen Ernst Woop, een man die een bewogen leven achter den rug heeft. Woop wordt ditmaal beticht van oplichterij door mdddel van de door hem opgerichte. „wereldliga der vrouw." Daar meer dan 100 getuigen gedagvaard zijn, zal het proces wel een week of drie duren. De leden der „wereld- liga" die propaganda maakte voor de verbe- tering van de huwelijksmoraal, betaalden jaarlijks een bedrag van 18 mark en ontvia- gen daarvoor het orgaan Die Frauenwelt. Woop zou volgens de acte van beschuldiging de voor de liga ontvangen gelden voor zich zelf hebben behouden. Woop heeft in 1914 zijn eerste veroordee- ling opgeloopen. In 1919 was hij uitgever van Dit Galge, die o.a. een bruchure over vrije liefde tot den Rijksdag richtte, maar spoedig moest liquideeren. Woop die toen zonder betrekking was besloot zoetigheden te gaan verkoopen op de tallooze bals, die in dien tijd te Berlijn werden gegeven en in een korten tijd verkocht hij 150 kilo bonbons. Om goedkooper aan zijn waren te komen, vestig- ae hij zich zelf als bonbonfabrikant en toen ook deze onderneming op de flesch ging, aan- vaardde bij de functie van magazijnehef bij de Reichstelle fuer Speisefette, daarna werd hij benoemd tot lid en leider der Freie Hoch- schule fuer Organisationskunde und Bureau- wissenschaften. De inflatie beroofde hem van zijn baantje aan de Freie Hochschule en zoo geraakte hij in financieele moeilijkheden. Woop werd nu directeur van een bioscoop, vervolgens straatventer en manager van een Russisch wonderkind. Toen hij ook hiermede geen geluk had, organiseerde hij een autobus- dienst tusschen de Berlijnsche voorsteden Erkner en Alt Buchhorst. Deze zaak ging goed, toen echter vier autobussen op de lijn reden maakte de politie een eind aan het be- drijf, omdat Woop niet in het bezit was van een vergunning. Eenigen tijd geleden wilde een deurwaar- der te Berlijn zijn inboedel in beslag gaan nemen op verzoek van talrijke schuldeischers. Men vond in de woning echter alleen een ton, die dienst deed als tafel en een oud ledikant. Het laatst was Woop uitgever en eenig redac teur van een tijdschriftje Die Motorwelt, dat ook thans nog bestaat, AL&HAARSCHE COURANT. KS39I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1927 | | pagina 1