Gesprongen fianden
tfoflantlscTie Waatschappij van
Landbouw.
AFDEELING ALKMAAR.
Gisteravond vergaderde in cafe Centraal
<fe afd. Aikmaar van de Hell. Mij. van Land
bouw.
In zijn openingswoord sprak de voorgitter,
de heer D. Govers, er zijn teleurstelling over
uit, dat de opkomst zoo buitenmatig slecht
was, te meer waar voor deze bijeenkomst een
tweetal sprekers was uitgenoodigd en een be-
langrijk onderwerp ter behandeling op de
agenda stond.
Na voorlezing van de notulen van de
vorige vergadering door den secretaris, den
heer G. H. Krak, werden deze onder dankzeg-
ging ongewijzigd goedgekeurd.
Hoorngeldheffing ten behoeve
id der mend- en klauwzeer bestrij-
r ding.
Als belangrijkste punt der agenda kwam in
behandeling een van het hoofdbestuur ont-
vangen circulaire over de wenschelijkheid van
het heffen van hoorngeld in verband met de
jbestrijding van mond- en klauwzeer.
Deze circulaire was een gevolg van een be-
sluit van het hoofdbestuur om aan de afd. te
verzoeken zich voor 1 Januari '25 uit te
spreken over deze wenschelijkheid, om met de
opbrengst daarvan en met m i n s t e n s even-
iveel rijkssubsidie de v. *stud'eering en bestrij-
ding dezer ziekte te bekostigen. 1
Ter vergemakkelijking van het vormen van
een oordeel bevatte de circulaire een opsom-
ming van de voor- en nadeelen dezer heffing.
Het hoofdbestuur was van meening, dat even-
tueele winsten op den veeartsenijkundigen
idienst door het Rijlc gemaakt, behooren ge-
(voegd te worden bij de eventueele opbrengst
ivan de hoorngeldheffing daar deze winsten
evengoed als geld van de veehouders zijn te
Ibeschouwen.
i„ De voordeelcn.
I Als vermoedelijk voordeel van de hoorn
geldheffing werd aangemerkt, dat met betrek-
kelijk geringe kosten en een daarbij gevoegde
even groote rijkssubsidie een belangrijlc be-
idrag jaarlijks beschikbaar zou komen. Wan
neer van ieder stuks rundvee 0.10 per jaar
iwordt geheven, zou zoodcende ongeveer
if 20O.C00 jaarlijks bijeenkomen, wat met de
subsidie een bedrag van circa 400.000 zou
beteekenen.
Verder meent het hoofdbestuur, dat als de
Veehouders nifet bereid zijn hoorngeld te beta-
Hen de regeering harerzijds niets van beteeke-
nis zal doen om de ziekte te bestrijden. 't Gaat
hier dus waarschijnlijk tusschen betalen en
een zoo goed mogelijke bestrijding of niet
betalen en practisch geen bestrijding.
Met de bijeen te brengen gelden zal een in-
stituut worden gesticht voor wetenschappelijk
onderzoek en het vinden van een deugdelijke
bestrijdingsmethode. Voor de bestrijding zal
een groote serumproductie noodzakelijk blij-
ken en is het nu onbillijk, dat de veehouders
bijdragen in de kosten van dit serum?
Reeds thans betalen de veehouders den
geheel en veeartsenijkundigen dienst, niet al
ien de seruminrichting en de uitvoerkeuring,
doch ook de inspecteurs en de andere ambte-
yiaren in algemeenen dienst. Zelfs laat het
rijk de overschotten van dezen dienst in de
schatkist vloeien!
Indien het Rijk dus bij de mond- en klauw-
zeerbestrijding de helft bijdraagt, doet het
reeds meer dan het thans voor den veeartse
nijkundigen dienst presteert.
De nadeelen.
Als nadeelig beschouwt het Hoofdbestuur
het feit, dat, waar de mond- en klauwzeer-
(bestrijding een zaak van algemeen belang is,
het volk dus feitelijk in zijn geheel daaraan
dient bij te dragen.
Indien de veehouders dit alleen doen,
schept dit een precedent voor volgende gele-
genheden, bijv. ten aanzien van de t. b. c. be
strijding, de proefstations, proefboerderijen
en wellicht zelfs den voorlichtingsdienst en
het landbouwonderwijs.
Tevens dient men in aanmerking te nemen,
dat de invoering van hoorngeldheffing alleen
lean geschieden bij wettelijk besluit, dus feite
lijk een nieuwe belasting zal beteekenen,
iwaarvan een deel der opbrengst in adminis-
iratiekosten zal vetdwijnen. Mag de Mij. we-
dewerken om onzen boerenstand aan een
nieuwe belasting te onderwerpen?
(De voorstanders voeren hiertegen aan,
dat de schade door de ziekte zelf ook een be
lasting voor de veehouders vormt).
Verder mag niet vergeten worden, dat men
Van de bestrijding der ziekte nog betrekkeluk
jweinig afweet. Zal met hoorngeldheffing" eh
rijkssubsidie een behoorlijke bestrijding inder-
daad een feit worden? Hoe hoog moet het
hoorngeld zijn?
Een eventueei te stichten instituut zou
naast de productie van serum vooral weten-
schappelijke onderzoekingen moeten verrich-
ten. Sinds wanneer is meebetaling aan weten-
schappe'iik onderzoek voor belanghebbenden
Verplicht?
Ten slotte zou uitvoerig van hoorngeldhef
fing in de practijk.onbillijkheden met zich
brengen. Moeten b.v. de varkenshouders niet
mee betalen? En hoeveel? Moet een hande-
|aar niet mee beta'er.? En een mester?
Ten slotte: vroeger, bij het afmaaksysteem,
betaalde het rijk wel alle kosten. Men zou dus
een stap teruggaan, door nu niet hetzelfde te
yerlangen.
De discussies.
De heer Z ij p achtte het gewenscht, dat,
roolang de bestrijding uit niet anders bestaat
dan prcefnemingen, het Rijk alle kosten
draagt. Eerst wanneer resultaten verkregen
zijn, kunnen de veehouders zelf bijdragen.
De heer E. Govers meende hiertegen-
over, dat, wanneer de veehouders bij dragen
in de kosten, de proeven in grooter aantal
zullen worden genomen. Als zoodanig achtte
spr. hoorngeldheffing wel wenschelijk, echter
mits de Landbouw medezeggenschap kan uit-
oefenen op de besteding van deze gelden.
Wanneer het rijk proeven laat nemen, moe
ten de veehouders deze steunen, omdat zij
daardoor een bedrijfsrisico verkleinen. Zoo-
lang echter de proeven met serum geen resul-
taat hebben opgeleverd, acht spr. een hoorn
geldheffing r.iet gewenscht.
De heer G r o o t was vodr de hoorngeld-
iheffing, voornamelijk omdat men, wanneer
men deze gelden gaat heffen, medezeggen
schap zal krijgen in het te stichten instituut.
Zonder heffing zou men de boeren wel eens
buiten de stichting kunnen houden.
Db yooriittjf stond geheel aan de
zljde van den heer Zijp. Hij vreesde groote
administratieve rompslomp en belangrijke
kosten waarmede een hoorngeldheffing ge-
paard zal gaan.
Spr. meende verder, dat de medezeggen
schap niet bijster groot zal zijn. Spr. juichte
de regeeringsproeven toe, maar achtte de
nieuwe belasing voor de boeren niet gemoti-
veerd.
E>e heer E. Govers was't met de uiteen-
zetting in de circulaire van het Hoofdbestuur
niet eens, waar gesproken werd over het
scheppen van een gevaarlijk precedent.
Door de hoorngeldheffing kan een zelfstan-
dige bestrijdingswijze verwezenlijkt worden,
en zulks zou niet anders dan toe te juichen
zijn.
De heer Groot was van oordeel, dat van
administratieve omslachtigheden geen sprake
zal zijn. De hoorngeldheffing moet meer wor
den beschouwd als een moreel- verplichte,
vrijwillige bijdrage, dan als een wettelijke
heffing. Van dit standpunt gaat ook de meer-
derheid van het hoofdbestuur uit.
De heffing zal wellicht eenige moeilijkhe-
den baren, maar wanneer het tot de boeren
doordringt, dat door het hoornge'd aan te
bieden iets goeds bereikt wordt, zal 'n kleine
heffing geen bezwaar blijken.
De voorzitter herhaalde zijn reeds
eerder geuite bezwaren.
De heer Z ij p vestigde er de aandacht op,
dat hier nog slechts sprake was van een pro-
blematische heffing en van problematische
onderzoekingen.
Vervoigens werd besloten aan het Hoofd
bestuur te berichten, dat het bestuur van de
afdeeling Alkrnaar de heffing van hoorngeld
niet aanbevelenswaardig acht.
Na sluiting der algemeene vergadering,
met dank aan de sprekers, werd om 8 uur de
bijeenkomst heropend, waarbij het woord ver-
leend werd aan den heer Dr. D. M o 1 voor
zijn lezing over
Het melkbesluit en zijn gevolgen.
Allereerst vroeg spr. zich af weike perso-
nen invioea van het melkbesluit zullen onder-
vinden. Men kan deze in twee categorien
rangschikken, nl. de melkslijters en de veehou
ders, welke laatsten weer kunnen worden on-
derverdeeld in hen die melk voor de consump-
tie leveren en hen, die hun melk voor de zui-
vdbereiding bestemmen.
De melkslijters mogen geen melk verkoopen
zonder voorafgaande toestemming van de
overheid, in casu den keuringsdienst. Deze
vergunning wordt eerst verleend, nadat in-
lichtingen zijn gegeven omtrent het perceel
waarin het bedrijf wordt uitgeoefend, de wijze
van bewerking, het al of niet rondventen en
den veehouder van wien de melk betrokken
wordt.
Aan de eisehen voor het perceel is vrij ge-
makkelijk te voldoen, het moet zindelijk zijn
en geen slaap, woon- of ziekenvertrek. Ver
der wordt geeischt dat het perceel aangeslo-
ten is aan de waterleiding en dat de melk ver-
voerd wordt in gesloten kraanbussen.
Hiermede achtte spr. de melkslijters ge-
noegzaam besproken. Spr. vestigde er vervoi
gens de aandacht op, dat in het melkbesluit
geen sprake meer is van zgn. voile melk, doch
slechts van melk zonder meer. Onder melk
verstaat men voile melk.
Verder is bepaald, dat aan de melk voor
het slijten niets mag worden toegevoegd of
onttrokken.
Het vermengen van melk met afgeroomd'e
melk en het onttrekken van vetstoffen is dus
verboden.
Het melkbesluit spreekt verder over het
vriespunt van melk. Wetenschappelijk is
vastgesteld, dat de voile melk hetzelfde vries
punt heeft als alle vloeibare stoffen uit het
lichaam van de koe. Dit vriespunt bedraagt
0.54 gr. onder nul.
Hierdoor heeft men een uiterst nauwkeu-
rige wijze van controle verkregen van de
samenstelling van de melk. Als de melk bijv
met water vermengd wordt, gaat het vries
punt meer op dat van water gelijken, wat
onmiddelliik bij onderzoek zou blijken.
Het melkbesluit eischt, dat het vriespunt
van de melk minstens 0.53 gr. bedraagt.
Ook omtrent den toestand van de melk
wat helderheid, smaak en reuk aangaat, be-
vat het melkbesluit bepalingen.
Streptococcen mogen niet in de melk
aanwezig zijn, evenmi>. als ziekte verwekken-
de bacterien. Spr. deed hierover eenige
technische mededeelingen.
De melk van aan bepaalde ziekten lijdende
koeien mag niet verkocht worden.
De veehouders, die zelf melk verwerken,
en de bewerkers van de melk moeten er ver
der rekening mee houden, dat aan de melk
bij het karnen niet meer dan 10 pCt water
mag worden toegevoegd. In 1 Liter karne-
melksche pap moet minstens 8 L. karnemelk
verwerkt zijn.
De verdere eisehen van de melkveehouders
zijn deze: dat de melk gewonnen moet wor
den van koeien, waarvan de uieis en de
naaste omgeving daarvan in zindelijken toe-
stand verkeeren.
Deze bepaling is van belang, omdat de
koeien inderdaad dikwijls verschrikkelijk
vuil zijn.
Onmiddellijk na het melken moet de melk
grondig gefiltreerd worden, om te voor-
komen, dat eventueei vuil in de melk op-
lost of verweekt en later niet meer te ver-
wijderen zou zijn.
Ten aanzien van de zieke koeien wordt
nog bepaald, dat ook van aan t. b. c. lijdende
koeien geen melk mag worden gewonnen,
wanneer bij het melken smetstoffen in de
melk kunnen komen. Spr. wees er echter op,
dat de tuberkelbaciilen niet altijd met zeker-
heid in de melk kunnen worden gevonden
zoodat het controleeren wel moeilijkheden
oplevert.
Ten opzichie van typhus geldt dezelfde be
paling.
Het belangrijkste artikel van het melkbe
sluit is wel datgene, dat bepaalt, dat de mi
nister aan die bedrijven, die de melk gebrui-
ken voor kaas of boterproducten, en niet
voor consumptie, vrijstelling kan verleenen,
van de bepalingen van het melkbesluit.
De minister voegde daaraan echter de
clausule toe, dat dit zou geschieden op nader
door hem vast te steilen voorwaarden.
Deze voorwaarde hield in, dat de melk
van bedoelde bedrijven gelijkwaardig moest
zijn aan de wel aan het melkbesluit onder-
hevige, zoodat de bedrijven zelf voor con
trole moeten zorgen, zoodat de vrijstelling
practisch van geen belang i#.
ruwe huid
schrale
lippen
Slechts zeer vveimg zuivelfabrieken hebben
dientengevolge deze vrijstelling aange-
vraagd.
Maar door het opnemen van dit artikel
kon ten slotte het melkbesluit, dat aanvan-
kelijk groote oppositie ondervond, toch wor
den ingevoerd
Wat zijn nu de gevolgen van dit melkbe
sluit?
In de allereerste plaats, dat de veehouders
verantwoordelijk worden gesteld voor de
melk, die zij afleveren. ook al woi'dt er door
personeel gemelkt en niet door den veehouder
zelf.
Verder dwingt het besluit de veehouders
nauwkeurig aandacht te schenken aan het
voorkomen van veeziekten bij de koeien en
aan den toestand van den stal.
Dikwijls beweert de veehouder, dat hij niet
kon zien. of de melk uit de uiers goed was.
Spr. stelt echter steeds als eisch, dat de
stal of de melkplaats zoodanig verlicht zal
zijn, dat.de veehouder, door eenige stralen
op de hand te melken. na kan gaan, of de
melk in goede conditie verkeert
Als minimum vetgehalte wordt 2.75 pCt.
geeischt, wat volgens spr. een zeker laag
percentage is.
Melk met nog lager vetgehalte moet on-
deugdelijk worden geacht.
Onder applaus beeindigde spr. hiermede
zijn uiteenzetting.
Naar aanleiding van het gesprokene stel-
den eenigen der leden aan Dr. Mol een aan
tal vragen, op bizondere gevallen betrekking
hebbende.
Dr. Mol beantwoordde deze naar al'er ge-
noegen.
Vervoigens sprak de heer Ir. L. de Vries
over
Veevoeding in verband met het
vetgehalte der melk.
Spr. ving aan te be'oogen, dat ieder levend
wezen ontstaat uit samensmelting van eicei
en zaadcel en dat de invloeden van den vader
en de moeder gelijk zijn. Bij de geboorte zijn
de eigenschappen, die het dier later zal be-
zitten, reeds in aanleg aanwezig.
Bij het opfokken moeten deze eigenschap
pen zich ontwikkelen. Daarbij spelen uiter-
lijke omstandigheden, als klimaat, grond-
soort, voedering, enz. een groote rol.
Heeft deze ontwikkeling eenmaal plaats
gevonden, dan moeten de uiterlijke omstan
digheden zoodanig worden gemaakt, dat het
dier deze ontwikkelde eigenschappen behoor-
lijk toonen kan, vooral de productie-eigen-
schappen.
De quantiteit van de productie wordt vrij
sterk beinvloed door ui'erlijke omstandig
heden, in 't bizonder door de voeding. Spr
toonde dit met voorbeelden aan.
Natuurlijk is vermeerdering van kracht-
voer een der middelen om de productie te
verhoogen.
Daarnaast bestaan er ook voedselsoorten,
die de melkklieren prikkelen. De etrste noemt
men krachtvoeder, de tweede ruwvoeder.
Het eiwitgehalte van ruwvoeder (natte
pulp, natte spoelsel enz.) is buitengewoon
kiein.
Hoe is nu de invloed van de voeding op
het vetgehalte.
Deze is volgens spr. niet groot. Het vetge
halte is grootendeels afhankelijk van de
samenstelling van het dier, dus van de van
vader of moeder overgeerfde eigenschappen.
Dank zij de stamboekhouding en de melk-
controle heeft men dit kunnen vaststellen.
De invloeden van de voedering op het vet
gehalte zijn meestentijds negatief, d. w. z. zij
hebben verlaging van dit gehaite tengevolge.
Men dient dus wel degelijk aan de voeding
aandacht te besteden, want meestal is daling
van vetgehalte een gevolg van slechte voede
ring.
Spreker verdeelde het voeder in onder-
houdsvoeder en productievoeder. Vervoigens
zette hij uiteen, dat in de meik stikstofhou-
dende en stikstofvrije bestanddeelen (eiwitten
en zefmeelstoffen) in een bepaalde verhoudiug
aanwezig zijn.
Wil men nu een goed vetgehalte behou-
den, dan dient men er voor te zorgen, dat
het productievoeder deze stoffen in de
zelfde verhouding bevat.
Doet men dit niet, dan zal het vetgehalte
dalen, Spreker toonde met cijfers en voor
beelden aan, hoe nadeelig eenzijdige voe
ding met ruwvoeder kan wezen.
Is de voeding echter normaal, zorgt men
voor een goede verhouding tusschen de
eiwit en zetmeelstoffen, dan zal het gehaite
betrekkelijk op peil blijven. Soms kan men het
door sterke verhooging van de eiwitbestand-
deelen zelfs iets omhoog brengen. Overdrij-
ving zal echter ook in dit opzicht nadeelig
werken.
Men meent verder, dat al is de verhou
ding tusschen eiwit en zetmeelstoffen de
juiste, sommige voedselmiddelen dan
toch het gehaite verlagen. Spr. acht dit ech
ter niet absoluut vaststaande.
Tevens meent men cat bepaalde voedings-
middelen, n.l. palmpitkoek en cocoskoek het
vetgehalte gunstig beinvloeden. Proeven,
die dienaangaande genomen zijn, hadden
echter niet overal een gelijk gevolg.
De samenstelling, aldus resumeerde spr.,
van de melk is aan schommelingen onder-
hevig. Goede voeding kan echter de schom
melingen belangrijk beperken. Sterke ver
hooging van het vetgehalte door middel
van voedering acht spr. niet goed mogelijk.
Nadat ook den heer de Vries eenige vragen
waren gesteld, werd de ver tering door
den voorzitter beeindigd met een sluitings-
woord, waarin deze dank bracht aan de
beide sprekers, voor de wijze waarop zij hun
onderwerp behanaeld hebben.
Wanneer de afd. Alkrnaar nogmaals een
beroep op hen doet, hoopt spr. echter op
een zaal, die meer gevuld zal zijn, dan dit-
maal het geval was.
VOLKSUNIVERSITEIT.
rlet nieuwe programma der cursussen van
de Volksuniversiteit, welke na 1 Januari aan-
vangen, is weer verschenen, en is voor ieder
gratis verkrijgbaar aan de Openbare Lees-
zaal en bij de meeste boekhandelaren, zoo-
wel te Aikmaar als in de omgeving. Wij kun
nen zeer aanbevelen, dit programma eens te
raadplegen, daar er weer verschillende mooie
cursussen en lezingen worden aangekon-
digd. De toegangsprijzen (minimum 0.25
per avond) zijn ook binnen ieders bereik.
De heer Daalder zal evenals vorige jaren
weer een cursus geven over opvoedkundige
vraagstukken, en wel over de onderwerpen:
JErfelijkheid en opvoeding" en „Mahatma
Gandhi als volksopvoeder'.
Huib Luns, die verleden jaar een cursus
gaf over Rembrandt, zal dit jaar spreken
over den grooten Vlaamschen schilder Ru
bens (met lichtbeelden). Dit onderwerp ligt
geheel in de lijn van dezen gloedvollen spre
ker, die zoo juist ook een boek over dit on
derwerp, gefiteld „De Rubenssymphonie"'
het licht deed1 zien.
De heer J. S. Bartstra, uit Haarlem, zal
een cursus geven over de onderwerpen uit de
allernieuwste geschiedenis, en een beeld
geven van de politiek, gevoerd door figuren
als Bismarck en Wilhelm II, Clemanceau,
Chamberlain en Lenin Hierdoor kan een
helder beeld gegeven worden van de huidige
vraagstukken der wereldpolitiek.
De heer Dr. J. Hemelrijk zal ditmaal een
drietal populaire letterkundige avonden ge
ven over „Een Heldendicht van Homerus'V en
daarmee veel schoonheid uit oude tijden voor
ieder verstaanbaar maken.
Verder staan nog twee voordrachten van
een avond op het programma, namelijk een
„Fi!mavond over Zuid-Afrika", waarbij een
toelichtende voordracht gegeven zal worden
door den voorzitter der Nederlandsch-Zuid-
Afrikaansche Vereeniging: Prof. Dr. J. W
Pont te Amsterdam.
Verder zal Dr. J. B. van Amerongen een
lezing houden over „Charles Dickens",
waarbij de spreker ons weer van zijn voor-
treffelijke voordracht zal doen genieten, door
enkele (vertaalde) stukken weer te gevem
Aan deze lezing is een kleine tentoonstelling
verbonden van boeken en voorwerpen, be
trekking hebbende op Dickens en zijn werk
Voor nadere bijzonderheden zie men het
programma.
BIJZONiDER LAGER ONDERWIjS.
GEMtENTELIJKE VERGOED1NG 192-1.
EERSTE DRIEjAARLIJKSCIIE AFRE-
KEN1NG (1922 t/m. 1924).
B. en W. stelkn den Raad voor:
I. De Raad der gemeente Aikmaar, gezien de
B. en W. stelkn den Raad voor, gezien de
aanvragen van besturen der hier gevestigde
bijzoideie St-ho'en voor lager onderwijs, om
Ut genx-entelijke vergoeding in de kosten vcor
vakonderwijs, overeenkomstig artikel 101 9e
lid, der Lager Onderwijswet-1920, over
1924;
Besluit aan de Besturen der daarvoor in
aanmerking komende bijzondere scholen voor
lager onderwijs toe te kennen de gemeentelij-
ke vergoeding in de kosten van vakonderwij-
zers, bedoeld in artikel 101, 9e lid, der Lager
Onderwijswet-1920, over het jaar 1924, zoo-
als in den opgenomen staat, achter elk der
scholen is vermeld (totaal 3163.03).
II. De Raad der gemeente Aikmaar; Ge
zien de aanvragen van de besturen der hier
gevestigde bijzondere lagere scholen, om de
gemeentelijke vergoeding, bedoeld in artikel
101, le lid, der Lager Onderwijswet-1920,
over 1924; Besluit:
I. Het gemiddeld bedrag per leerling
voor de „kosfen van instanbhouding" over
het jaar 1924. dat ten laste der gemeente is
gebleven, te bepalen:
a. voor de schokn voor gewoon lager on
derwijs op 25.18 en b. voor de scholen
voor uitgebreid lager onderwijs op 79.55;
II. De vergoeding in de „kosten van in-
standhouding", bedoeld in artikel 101 le lid
der Lager Onderwijswet-1920, over het jaar
1924, benevens het bedrag, waarop over de
jaren 1922, 1923 en 1924 aanspraak kan
worden gemaakt, vast te steilen zooals in den
staat achter elk der schokn is vermeld
(wordt uitvoerig in bijlage No. 162 berekend)
III. Te bepalen, dat bovenvermelde ver-
goedingen worden verleend, onder voorwaar
de, dat aan de gemeente zal worden terug-
betaald al hetgeen eventueei te veel of ten
onrechte mocht zijn genoten.
Verder stelkn B. en W. vo:r het volgende
besluit te nemen:
De Raad der gemeente Aikmaar;
Gezien de aanvrage van het Bestuur der
Vereeniging „St. Joseph" te Aikmaar om de
gemeentelijke bijdrage over 1924 in de kosten
van instandhouding voor den onder zijn be-
heer staanden Cursus voor Vervolgonderwijs
bedoeld in artikel 102 der Lager Onderwijs
wet-1920, vergezeld van een afschrift van
het leerplan en den lesrooster; Besluit:
I. Het gemiddeld bedrag per leerling dat
voor den Cursus voor Openbaar Vervolgon
derwijs in 1924 ten laste der gemeente is ge
bleven te bepalen op 41.46
II. De gemeentelijke bijdrage in de „kosten
van instandhouding", bedoeld in artikel 102
der Lager Onderwijswet-1920, van den
Cursus voor Vervolgonderwijs, staande on
der het beheer der Vereeniging „St. Joseph"
te Aikmaar, over het jaar 1924, benevens het
bedrag, waarop over de jaren 1922, 1923 en
1924 aanspraak kan worden gemaakt, vast
te steilen zooals in een staat is vermeld (men
zie hiervoor bijlage no. 162).
III. Te bepalen, dat bovenvermelde bij
drage wcrdt verleend, onder voorwaarde, dat
aan de gemeente zal worden terugbetaald al
hetgeen eventueei te veel of ten onrechte
mocht zijn genoten.
446ste STAATSLOTERIJ.
Trekking van Dinsdag 20 December.
3de klasse 2de lijst.
20
41
49
84
88
90
127
199
212
353
354
366
367
416
509
621
623
655
706
726
762
774
871
879
881
1131
1151
1340
1358
1366
1367
1373
1399
1408
1479
1511
1526
1575
1582
1632
1635
1723
1763
1772
1806
1924
1944
1947
1963
2024
2044
2066
2071
2180
2183
2220
2278
2305
2321
2330
2380
2388
2431
2443
2452
2456
2457
2468
2525
2555
2605
269
2674
2782
2838
2864
mi.
29.13
3036
3067
3069
3072
3117
3123
3283
3378
3414
3417
3454
3616
3623
3642
3709
3702
3714
3773'
3839
3842
3911
3963
4016
4201
4219
4265
4277
4315
4319
4330
4342
4354
4390
4391
4438
4518
4564
4584
4588
4598
4751
4858
4865
4867
4869
4778
4937
4992
5022
5046
5054
5078
5092
5132
5193
5258
5274
5319
5338
5358
5387
5323
5436
5444
5489
5546
5606
5619
5709
5728
5772
5773
5963
5975
5985
6048
6109
6125
6135
6186
6197
6208
6217
6226
6262
6280
6303
6507
6635
6667
6692
6693
6696
6740
6779
6843
6881
6993
7003
7009
7012
7037
7146
7190
7253
7258
7286
8349
7363
7366
7400
7480
7514
7554
7607
7725
7801
7822
7852
7887
7939
8022
8035
8063
8110
8121
8122
8151
8183
8190
8209
8220
8229
8289
8304
8407
8418
8435
8442
8484
8496
8656
8660
8670
8680
8701
8716
8781
8971
8989
9005
9009
9035
9040
9054
9107
9187
9262
9307
9367
9409
9478
9525
9554
9618
9648
9711
9795
9801
9967
9993
10022
10124
10174
10224
10256
10335
10343
10370
10371
10377
10476
10513
10524
10551
10565
10605
10610
10681
10727
10737
1076S
10778
10825
10841
10844
10861
10915
10980
11004
11028
11072
11085
11175
11185
11286
11291
11321
11322
11339
11404
11451
11475
11621
11625
11672
11679
11773
11785
11811
11861
11923
11980
12026
12062
12072
12100
12159
12186
12254
12336
12357
12400
12419
12464
12517
12558
12604
12658
12739
12907
12925
12997
13096
13163
13178
13279
13288
13348
13363
13376
13400
13412
13420
13456
13479
13512
13519
13532
13749
13818
13857
13903
13909
13916
13925
14027
14100
14115
14172
14178
14190
14336
14373
14385
14424
14438
14494
14507
14541
14794
14863
15018
15061
15086
15090
15116
15130
15133
15180
15268
16413
15443
15464
15555
15663
15754
15793
15867
15870
15873
15878
15906
15971
15992
16050
16072
16089
16122
16147
16148
16233
16297
16350
16445
16449
16454
16507
16531
16587
16591
16634
16664
16668
16726
16835
16869
16935
16978
17029
17166
17177
17226
17261
17426
17466
17531
17552
17665
17669
17687
17705
17717
17730
17735
17841
17900
1791S
17973
18144
18224
18249
18315
18342
18348
18532
18712
18729
18755
18812
18846
18950
18990
19011
19013
19057
19076
19085
19095
19114
19184
19255
19263
19298
19302
19313
19318
19354
19379
19383
19399
19609
19623
19690
19769
19803
19916
19927
19931
19961
19999
20005
20083
20124
20187
20209
20260
20326
20356
20365
20583
20594
20597
20607
20683
20803
20823
20852
20889
20903 20952
P a a 8
BERGEN.
De Raad vergaumae Dinsd'agmdddag ten
3 ure voliallig.
De agenda bevatte niet veel belangrijks.
Desondanks werd er 114 uur gediscusseerd
over ten adxes van de arbeiders-organisaties,
om in de besiekken van werken voor de ge
meente, alsmede voor werken door de ge
meente in eigen beheer uit te vo.ren, de be
palingen op te nemen van de Landelijke Col-
lectieve Overeenko-mst tusschen werkgevers
en werknemers gesloten.
In hoofdzaak werd beoogd om voor die
werken die loonen te betalen die in de betref-
fende vakken door werkgevers en werkne
mers zijn vastgesteld.
Men zou verwacht hebben, dat een derge-
lijk verzoek, door een overheid, die zich haar
sociale taak bewust is, met algemeene
stemmen zou zijn ingewilligd.
In Bergen werd dit verzo.k echter met 6
teg-en 5 stemmen verworpen. Hierbij kon ge-
constateerd worden, dat de sche dingslijn tus
schen werknemers en werkgevers ook hierbij
een rol speelde.
Voor het verzoek stemden n.l. de heeren
Den Das, Hemelrijk, Martin, Dickson en
Brugman, terwijl de overigen tegen waren.
De gevoerde discussie over dit punt leidde
zelfs tot de grootste verwarring.
De heer B a 11 u s, caarin gesteund dooi
den heer Apeldoorn, verondersteide zelfa
dat door inwilligmg van dat verzoek de bur
gers, die een of ander werk lieten uitveeren,
cok verplicht waren deze loonen te betalen
en de heer Apeldoorn g.ng zelfs zoover
om de beide verdedigers van het voorstel, de
heeren den Das en Hemelrijk, te wrwijten,
dat zij voor eigen deur wel wat te vegen had
den. In dit verband bracht hij in het geding
de loonen aan de steenfabrieic, waarvan een
vroeger partijgenoot van de heeren directeur
is.
De heer Dickson merkte hiertegen te-
recht op, dat de Raad over de steenfahriek
niets te zeggen heeft.
De heer den Das gevoelde dadelijk de
dorpspolitiek die achter dit beweren verscho-
len lag en stelde in het licht, dat deze ex-
partijgenoot geen eigenaar, doch directeur en
dus zelf loontrekkend dienaar is en gaf er
tevens zijn verwondering over te kennen, dat
hij in den Raad van den heer Apeldoorn
nooit iets over de lage loonen aan de steenfa-
brick heeft gehoord toen die fabrick nog ei-
gendom was van een partijgenoot van den
heer Apeldoorn.
Hij had nog kunnen opmerken, dat die
loonen naar waarheid hooger zijn, dan die
heer Apeldoorn in werken, die voor de ge
meente gedaan moeten worden, als uitbrei-
dingen van de rioleering en die voor het elec-
trisch net, voor de betreffende arbeiders zoo
mooi oordeelde.
Aan de steenfabriek bedraagt het gemid-
delde uurloon, na de loonsverlaging, voor de
28 arbeiders, die d'aar werken, 44 cent, ter
wijl er maar een arbeider 36 cent verdient.
Wanneer de heer Apldoorn ter goeder
trouw op grona van verkeerde inlichtingen
zijn bewering deed en niet om oneerlijk poli-
t'ek hafelijk te zijn, dan vordert zijn eer dat
hij zijn beschuld'iging terugneemt.
Dat het uurloon voor een arbeider, die tij-
delijk tewerk wordt gesteld (werlcverschaffing
uitgezenderd) in ieder geval hooger behoort
te zijn dan dat voor een gelijken arbeider die
dit Iflfiu geregeld vadient nu dus geen da-
Doos 30 60-90ct. Bij Apoth.en Drogisten