Gesprongen fianden tfoflantlscTie Waatschappij van Landbouw. AFDEELING ALKMAAR. Gisteravond vergaderde in cafe Centraal <fe afd. Aikmaar van de Hell. Mij. van Land bouw. In zijn openingswoord sprak de voorgitter, de heer D. Govers, er zijn teleurstelling over uit, dat de opkomst zoo buitenmatig slecht was, te meer waar voor deze bijeenkomst een tweetal sprekers was uitgenoodigd en een be- langrijk onderwerp ter behandeling op de agenda stond. Na voorlezing van de notulen van de vorige vergadering door den secretaris, den heer G. H. Krak, werden deze onder dankzeg- ging ongewijzigd goedgekeurd. Hoorngeldheffing ten behoeve id der mend- en klauwzeer bestrij- r ding. Als belangrijkste punt der agenda kwam in behandeling een van het hoofdbestuur ont- vangen circulaire over de wenschelijkheid van het heffen van hoorngeld in verband met de jbestrijding van mond- en klauwzeer. Deze circulaire was een gevolg van een be- sluit van het hoofdbestuur om aan de afd. te verzoeken zich voor 1 Januari '25 uit te spreken over deze wenschelijkheid, om met de opbrengst daarvan en met m i n s t e n s even- iveel rijkssubsidie de v. *stud'eering en bestrij- ding dezer ziekte te bekostigen. 1 Ter vergemakkelijking van het vormen van een oordeel bevatte de circulaire een opsom- ming van de voor- en nadeelen dezer heffing. Het hoofdbestuur was van meening, dat even- tueele winsten op den veeartsenijkundigen idienst door het Rijlc gemaakt, behooren ge- (voegd te worden bij de eventueele opbrengst ivan de hoorngeldheffing daar deze winsten evengoed als geld van de veehouders zijn te Ibeschouwen. i„ De voordeelcn. I Als vermoedelijk voordeel van de hoorn geldheffing werd aangemerkt, dat met betrek- kelijk geringe kosten en een daarbij gevoegde even groote rijkssubsidie een belangrijlc be- idrag jaarlijks beschikbaar zou komen. Wan neer van ieder stuks rundvee 0.10 per jaar iwordt geheven, zou zoodcende ongeveer if 20O.C00 jaarlijks bijeenkomen, wat met de subsidie een bedrag van circa 400.000 zou beteekenen. Verder meent het hoofdbestuur, dat als de Veehouders nifet bereid zijn hoorngeld te beta- Hen de regeering harerzijds niets van beteeke- nis zal doen om de ziekte te bestrijden. 't Gaat hier dus waarschijnlijk tusschen betalen en een zoo goed mogelijke bestrijding of niet betalen en practisch geen bestrijding. Met de bijeen te brengen gelden zal een in- stituut worden gesticht voor wetenschappelijk onderzoek en het vinden van een deugdelijke bestrijdingsmethode. Voor de bestrijding zal een groote serumproductie noodzakelijk blij- ken en is het nu onbillijk, dat de veehouders bijdragen in de kosten van dit serum? Reeds thans betalen de veehouders den geheel en veeartsenijkundigen dienst, niet al ien de seruminrichting en de uitvoerkeuring, doch ook de inspecteurs en de andere ambte- yiaren in algemeenen dienst. Zelfs laat het rijk de overschotten van dezen dienst in de schatkist vloeien! Indien het Rijk dus bij de mond- en klauw- zeerbestrijding de helft bijdraagt, doet het reeds meer dan het thans voor den veeartse nijkundigen dienst presteert. De nadeelen. Als nadeelig beschouwt het Hoofdbestuur het feit, dat, waar de mond- en klauwzeer- (bestrijding een zaak van algemeen belang is, het volk dus feitelijk in zijn geheel daaraan dient bij te dragen. Indien de veehouders dit alleen doen, schept dit een precedent voor volgende gele- genheden, bijv. ten aanzien van de t. b. c. be strijding, de proefstations, proefboerderijen en wellicht zelfs den voorlichtingsdienst en het landbouwonderwijs. Tevens dient men in aanmerking te nemen, dat de invoering van hoorngeldheffing alleen lean geschieden bij wettelijk besluit, dus feite lijk een nieuwe belasting zal beteekenen, iwaarvan een deel der opbrengst in adminis- iratiekosten zal vetdwijnen. Mag de Mij. we- dewerken om onzen boerenstand aan een nieuwe belasting te onderwerpen? (De voorstanders voeren hiertegen aan, dat de schade door de ziekte zelf ook een be lasting voor de veehouders vormt). Verder mag niet vergeten worden, dat men Van de bestrijding der ziekte nog betrekkeluk jweinig afweet. Zal met hoorngeldheffing" eh rijkssubsidie een behoorlijke bestrijding inder- daad een feit worden? Hoe hoog moet het hoorngeld zijn? Een eventueei te stichten instituut zou naast de productie van serum vooral weten- schappelijke onderzoekingen moeten verrich- ten. Sinds wanneer is meebetaling aan weten- schappe'iik onderzoek voor belanghebbenden Verplicht? Ten slotte zou uitvoerig van hoorngeldhef fing in de practijk.onbillijkheden met zich brengen. Moeten b.v. de varkenshouders niet mee betalen? En hoeveel? Moet een hande- |aar niet mee beta'er.? En een mester? Ten slotte: vroeger, bij het afmaaksysteem, betaalde het rijk wel alle kosten. Men zou dus een stap teruggaan, door nu niet hetzelfde te yerlangen. De discussies. De heer Z ij p achtte het gewenscht, dat, roolang de bestrijding uit niet anders bestaat dan prcefnemingen, het Rijk alle kosten draagt. Eerst wanneer resultaten verkregen zijn, kunnen de veehouders zelf bijdragen. De heer E. Govers meende hiertegen- over, dat, wanneer de veehouders bij dragen in de kosten, de proeven in grooter aantal zullen worden genomen. Als zoodanig achtte spr. hoorngeldheffing wel wenschelijk, echter mits de Landbouw medezeggenschap kan uit- oefenen op de besteding van deze gelden. Wanneer het rijk proeven laat nemen, moe ten de veehouders deze steunen, omdat zij daardoor een bedrijfsrisico verkleinen. Zoo- lang echter de proeven met serum geen resul- taat hebben opgeleverd, acht spr. een hoorn geldheffing r.iet gewenscht. De heer G r o o t was vodr de hoorngeld- iheffing, voornamelijk omdat men, wanneer men deze gelden gaat heffen, medezeggen schap zal krijgen in het te stichten instituut. Zonder heffing zou men de boeren wel eens buiten de stichting kunnen houden. Db yooriittjf stond geheel aan de zljde van den heer Zijp. Hij vreesde groote administratieve rompslomp en belangrijke kosten waarmede een hoorngeldheffing ge- paard zal gaan. Spr. meende verder, dat de medezeggen schap niet bijster groot zal zijn. Spr. juichte de regeeringsproeven toe, maar achtte de nieuwe belasing voor de boeren niet gemoti- veerd. E>e heer E. Govers was't met de uiteen- zetting in de circulaire van het Hoofdbestuur niet eens, waar gesproken werd over het scheppen van een gevaarlijk precedent. Door de hoorngeldheffing kan een zelfstan- dige bestrijdingswijze verwezenlijkt worden, en zulks zou niet anders dan toe te juichen zijn. De heer Groot was van oordeel, dat van administratieve omslachtigheden geen sprake zal zijn. De hoorngeldheffing moet meer wor den beschouwd als een moreel- verplichte, vrijwillige bijdrage, dan als een wettelijke heffing. Van dit standpunt gaat ook de meer- derheid van het hoofdbestuur uit. De heffing zal wellicht eenige moeilijkhe- den baren, maar wanneer het tot de boeren doordringt, dat door het hoornge'd aan te bieden iets goeds bereikt wordt, zal 'n kleine heffing geen bezwaar blijken. De voorzitter herhaalde zijn reeds eerder geuite bezwaren. De heer Z ij p vestigde er de aandacht op, dat hier nog slechts sprake was van een pro- blematische heffing en van problematische onderzoekingen. Vervoigens werd besloten aan het Hoofd bestuur te berichten, dat het bestuur van de afdeeling Alkrnaar de heffing van hoorngeld niet aanbevelenswaardig acht. Na sluiting der algemeene vergadering, met dank aan de sprekers, werd om 8 uur de bijeenkomst heropend, waarbij het woord ver- leend werd aan den heer Dr. D. M o 1 voor zijn lezing over Het melkbesluit en zijn gevolgen. Allereerst vroeg spr. zich af weike perso- nen invioea van het melkbesluit zullen onder- vinden. Men kan deze in twee categorien rangschikken, nl. de melkslijters en de veehou ders, welke laatsten weer kunnen worden on- derverdeeld in hen die melk voor de consump- tie leveren en hen, die hun melk voor de zui- vdbereiding bestemmen. De melkslijters mogen geen melk verkoopen zonder voorafgaande toestemming van de overheid, in casu den keuringsdienst. Deze vergunning wordt eerst verleend, nadat in- lichtingen zijn gegeven omtrent het perceel waarin het bedrijf wordt uitgeoefend, de wijze van bewerking, het al of niet rondventen en den veehouder van wien de melk betrokken wordt. Aan de eisehen voor het perceel is vrij ge- makkelijk te voldoen, het moet zindelijk zijn en geen slaap, woon- of ziekenvertrek. Ver der wordt geeischt dat het perceel aangeslo- ten is aan de waterleiding en dat de melk ver- voerd wordt in gesloten kraanbussen. Hiermede achtte spr. de melkslijters ge- noegzaam besproken. Spr. vestigde er vervoi gens de aandacht op, dat in het melkbesluit geen sprake meer is van zgn. voile melk, doch slechts van melk zonder meer. Onder melk verstaat men voile melk. Verder is bepaald, dat aan de melk voor het slijten niets mag worden toegevoegd of onttrokken. Het vermengen van melk met afgeroomd'e melk en het onttrekken van vetstoffen is dus verboden. Het melkbesluit spreekt verder over het vriespunt van melk. Wetenschappelijk is vastgesteld, dat de voile melk hetzelfde vries punt heeft als alle vloeibare stoffen uit het lichaam van de koe. Dit vriespunt bedraagt 0.54 gr. onder nul. Hierdoor heeft men een uiterst nauwkeu- rige wijze van controle verkregen van de samenstelling van de melk. Als de melk bijv met water vermengd wordt, gaat het vries punt meer op dat van water gelijken, wat onmiddelliik bij onderzoek zou blijken. Het melkbesluit eischt, dat het vriespunt van de melk minstens 0.53 gr. bedraagt. Ook omtrent den toestand van de melk wat helderheid, smaak en reuk aangaat, be- vat het melkbesluit bepalingen. Streptococcen mogen niet in de melk aanwezig zijn, evenmi>. als ziekte verwekken- de bacterien. Spr. deed hierover eenige technische mededeelingen. De melk van aan bepaalde ziekten lijdende koeien mag niet verkocht worden. De veehouders, die zelf melk verwerken, en de bewerkers van de melk moeten er ver der rekening mee houden, dat aan de melk bij het karnen niet meer dan 10 pCt water mag worden toegevoegd. In 1 Liter karne- melksche pap moet minstens 8 L. karnemelk verwerkt zijn. De verdere eisehen van de melkveehouders zijn deze: dat de melk gewonnen moet wor den van koeien, waarvan de uieis en de naaste omgeving daarvan in zindelijken toe- stand verkeeren. Deze bepaling is van belang, omdat de koeien inderdaad dikwijls verschrikkelijk vuil zijn. Onmiddellijk na het melken moet de melk grondig gefiltreerd worden, om te voor- komen, dat eventueei vuil in de melk op- lost of verweekt en later niet meer te ver- wijderen zou zijn. Ten aanzien van de zieke koeien wordt nog bepaald, dat ook van aan t. b. c. lijdende koeien geen melk mag worden gewonnen, wanneer bij het melken smetstoffen in de melk kunnen komen. Spr. wees er echter op, dat de tuberkelbaciilen niet altijd met zeker- heid in de melk kunnen worden gevonden zoodat het controleeren wel moeilijkheden oplevert. Ten opzichie van typhus geldt dezelfde be paling. Het belangrijkste artikel van het melkbe sluit is wel datgene, dat bepaalt, dat de mi nister aan die bedrijven, die de melk gebrui- ken voor kaas of boterproducten, en niet voor consumptie, vrijstelling kan verleenen, van de bepalingen van het melkbesluit. De minister voegde daaraan echter de clausule toe, dat dit zou geschieden op nader door hem vast te steilen voorwaarden. Deze voorwaarde hield in, dat de melk van bedoelde bedrijven gelijkwaardig moest zijn aan de wel aan het melkbesluit onder- hevige, zoodat de bedrijven zelf voor con trole moeten zorgen, zoodat de vrijstelling practisch van geen belang i#. ruwe huid schrale lippen Slechts zeer vveimg zuivelfabrieken hebben dientengevolge deze vrijstelling aange- vraagd. Maar door het opnemen van dit artikel kon ten slotte het melkbesluit, dat aanvan- kelijk groote oppositie ondervond, toch wor den ingevoerd Wat zijn nu de gevolgen van dit melkbe sluit? In de allereerste plaats, dat de veehouders verantwoordelijk worden gesteld voor de melk, die zij afleveren. ook al woi'dt er door personeel gemelkt en niet door den veehouder zelf. Verder dwingt het besluit de veehouders nauwkeurig aandacht te schenken aan het voorkomen van veeziekten bij de koeien en aan den toestand van den stal. Dikwijls beweert de veehouder, dat hij niet kon zien. of de melk uit de uiers goed was. Spr. stelt echter steeds als eisch, dat de stal of de melkplaats zoodanig verlicht zal zijn, dat.de veehouder, door eenige stralen op de hand te melken. na kan gaan, of de melk in goede conditie verkeert Als minimum vetgehalte wordt 2.75 pCt. geeischt, wat volgens spr. een zeker laag percentage is. Melk met nog lager vetgehalte moet on- deugdelijk worden geacht. Onder applaus beeindigde spr. hiermede zijn uiteenzetting. Naar aanleiding van het gesprokene stel- den eenigen der leden aan Dr. Mol een aan tal vragen, op bizondere gevallen betrekking hebbende. Dr. Mol beantwoordde deze naar al'er ge- noegen. Vervoigens sprak de heer Ir. L. de Vries over Veevoeding in verband met het vetgehalte der melk. Spr. ving aan te be'oogen, dat ieder levend wezen ontstaat uit samensmelting van eicei en zaadcel en dat de invloeden van den vader en de moeder gelijk zijn. Bij de geboorte zijn de eigenschappen, die het dier later zal be- zitten, reeds in aanleg aanwezig. Bij het opfokken moeten deze eigenschap pen zich ontwikkelen. Daarbij spelen uiter- lijke omstandigheden, als klimaat, grond- soort, voedering, enz. een groote rol. Heeft deze ontwikkeling eenmaal plaats gevonden, dan moeten de uiterlijke omstan digheden zoodanig worden gemaakt, dat het dier deze ontwikkelde eigenschappen behoor- lijk toonen kan, vooral de productie-eigen- schappen. De quantiteit van de productie wordt vrij sterk beinvloed door ui'erlijke omstandig heden, in 't bizonder door de voeding. Spr toonde dit met voorbeelden aan. Natuurlijk is vermeerdering van kracht- voer een der middelen om de productie te verhoogen. Daarnaast bestaan er ook voedselsoorten, die de melkklieren prikkelen. De etrste noemt men krachtvoeder, de tweede ruwvoeder. Het eiwitgehalte van ruwvoeder (natte pulp, natte spoelsel enz.) is buitengewoon kiein. Hoe is nu de invloed van de voeding op het vetgehalte. Deze is volgens spr. niet groot. Het vetge halte is grootendeels afhankelijk van de samenstelling van het dier, dus van de van vader of moeder overgeerfde eigenschappen. Dank zij de stamboekhouding en de melk- controle heeft men dit kunnen vaststellen. De invloeden van de voedering op het vet gehalte zijn meestentijds negatief, d. w. z. zij hebben verlaging van dit gehaite tengevolge. Men dient dus wel degelijk aan de voeding aandacht te besteden, want meestal is daling van vetgehalte een gevolg van slechte voede ring. Spreker verdeelde het voeder in onder- houdsvoeder en productievoeder. Vervoigens zette hij uiteen, dat in de meik stikstofhou- dende en stikstofvrije bestanddeelen (eiwitten en zefmeelstoffen) in een bepaalde verhoudiug aanwezig zijn. Wil men nu een goed vetgehalte behou- den, dan dient men er voor te zorgen, dat het productievoeder deze stoffen in de zelfde verhouding bevat. Doet men dit niet, dan zal het vetgehalte dalen, Spreker toonde met cijfers en voor beelden aan, hoe nadeelig eenzijdige voe ding met ruwvoeder kan wezen. Is de voeding echter normaal, zorgt men voor een goede verhouding tusschen de eiwit en zetmeelstoffen, dan zal het gehaite betrekkelijk op peil blijven. Soms kan men het door sterke verhooging van de eiwitbestand- deelen zelfs iets omhoog brengen. Overdrij- ving zal echter ook in dit opzicht nadeelig werken. Men meent verder, dat al is de verhou ding tusschen eiwit en zetmeelstoffen de juiste, sommige voedselmiddelen dan toch het gehaite verlagen. Spr. acht dit ech ter niet absoluut vaststaande. Tevens meent men cat bepaalde voedings- middelen, n.l. palmpitkoek en cocoskoek het vetgehalte gunstig beinvloeden. Proeven, die dienaangaande genomen zijn, hadden echter niet overal een gelijk gevolg. De samenstelling, aldus resumeerde spr., van de melk is aan schommelingen onder- hevig. Goede voeding kan echter de schom melingen belangrijk beperken. Sterke ver hooging van het vetgehalte door middel van voedering acht spr. niet goed mogelijk. Nadat ook den heer de Vries eenige vragen waren gesteld, werd de ver tering door den voorzitter beeindigd met een sluitings- woord, waarin deze dank bracht aan de beide sprekers, voor de wijze waarop zij hun onderwerp behanaeld hebben. Wanneer de afd. Alkrnaar nogmaals een beroep op hen doet, hoopt spr. echter op een zaal, die meer gevuld zal zijn, dan dit- maal het geval was. VOLKSUNIVERSITEIT. rlet nieuwe programma der cursussen van de Volksuniversiteit, welke na 1 Januari aan- vangen, is weer verschenen, en is voor ieder gratis verkrijgbaar aan de Openbare Lees- zaal en bij de meeste boekhandelaren, zoo- wel te Aikmaar als in de omgeving. Wij kun nen zeer aanbevelen, dit programma eens te raadplegen, daar er weer verschillende mooie cursussen en lezingen worden aangekon- digd. De toegangsprijzen (minimum 0.25 per avond) zijn ook binnen ieders bereik. De heer Daalder zal evenals vorige jaren weer een cursus geven over opvoedkundige vraagstukken, en wel over de onderwerpen: JErfelijkheid en opvoeding" en „Mahatma Gandhi als volksopvoeder'. Huib Luns, die verleden jaar een cursus gaf over Rembrandt, zal dit jaar spreken over den grooten Vlaamschen schilder Ru bens (met lichtbeelden). Dit onderwerp ligt geheel in de lijn van dezen gloedvollen spre ker, die zoo juist ook een boek over dit on derwerp, gefiteld „De Rubenssymphonie"' het licht deed1 zien. De heer J. S. Bartstra, uit Haarlem, zal een cursus geven over de onderwerpen uit de allernieuwste geschiedenis, en een beeld geven van de politiek, gevoerd door figuren als Bismarck en Wilhelm II, Clemanceau, Chamberlain en Lenin Hierdoor kan een helder beeld gegeven worden van de huidige vraagstukken der wereldpolitiek. De heer Dr. J. Hemelrijk zal ditmaal een drietal populaire letterkundige avonden ge ven over „Een Heldendicht van Homerus'V en daarmee veel schoonheid uit oude tijden voor ieder verstaanbaar maken. Verder staan nog twee voordrachten van een avond op het programma, namelijk een „Fi!mavond over Zuid-Afrika", waarbij een toelichtende voordracht gegeven zal worden door den voorzitter der Nederlandsch-Zuid- Afrikaansche Vereeniging: Prof. Dr. J. W Pont te Amsterdam. Verder zal Dr. J. B. van Amerongen een lezing houden over „Charles Dickens", waarbij de spreker ons weer van zijn voor- treffelijke voordracht zal doen genieten, door enkele (vertaalde) stukken weer te gevem Aan deze lezing is een kleine tentoonstelling verbonden van boeken en voorwerpen, be trekking hebbende op Dickens en zijn werk Voor nadere bijzonderheden zie men het programma. BIJZONiDER LAGER ONDERWIjS. GEMtENTELIJKE VERGOED1NG 192-1. EERSTE DRIEjAARLIJKSCIIE AFRE- KEN1NG (1922 t/m. 1924). B. en W. stelkn den Raad voor: I. De Raad der gemeente Aikmaar, gezien de B. en W. stelkn den Raad voor, gezien de aanvragen van besturen der hier gevestigde bijzoideie St-ho'en voor lager onderwijs, om Ut genx-entelijke vergoeding in de kosten vcor vakonderwijs, overeenkomstig artikel 101 9e lid, der Lager Onderwijswet-1920, over 1924; Besluit aan de Besturen der daarvoor in aanmerking komende bijzondere scholen voor lager onderwijs toe te kennen de gemeentelij- ke vergoeding in de kosten van vakonderwij- zers, bedoeld in artikel 101, 9e lid, der Lager Onderwijswet-1920, over het jaar 1924, zoo- als in den opgenomen staat, achter elk der scholen is vermeld (totaal 3163.03). II. De Raad der gemeente Aikmaar; Ge zien de aanvragen van de besturen der hier gevestigde bijzondere lagere scholen, om de gemeentelijke vergoeding, bedoeld in artikel 101, le lid, der Lager Onderwijswet-1920, over 1924; Besluit: I. Het gemiddeld bedrag per leerling voor de „kosfen van instanbhouding" over het jaar 1924. dat ten laste der gemeente is gebleven, te bepalen: a. voor de schokn voor gewoon lager on derwijs op 25.18 en b. voor de scholen voor uitgebreid lager onderwijs op 79.55; II. De vergoeding in de „kosten van in- standhouding", bedoeld in artikel 101 le lid der Lager Onderwijswet-1920, over het jaar 1924, benevens het bedrag, waarop over de jaren 1922, 1923 en 1924 aanspraak kan worden gemaakt, vast te steilen zooals in den staat achter elk der schokn is vermeld (wordt uitvoerig in bijlage No. 162 berekend) III. Te bepalen, dat bovenvermelde ver- goedingen worden verleend, onder voorwaar de, dat aan de gemeente zal worden terug- betaald al hetgeen eventueei te veel of ten onrechte mocht zijn genoten. Verder stelkn B. en W. vo:r het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Aikmaar; Gezien de aanvrage van het Bestuur der Vereeniging „St. Joseph" te Aikmaar om de gemeentelijke bijdrage over 1924 in de kosten van instandhouding voor den onder zijn be- heer staanden Cursus voor Vervolgonderwijs bedoeld in artikel 102 der Lager Onderwijs wet-1920, vergezeld van een afschrift van het leerplan en den lesrooster; Besluit: I. Het gemiddeld bedrag per leerling dat voor den Cursus voor Openbaar Vervolgon derwijs in 1924 ten laste der gemeente is ge bleven te bepalen op 41.46 II. De gemeentelijke bijdrage in de „kosten van instandhouding", bedoeld in artikel 102 der Lager Onderwijswet-1920, van den Cursus voor Vervolgonderwijs, staande on der het beheer der Vereeniging „St. Joseph" te Aikmaar, over het jaar 1924, benevens het bedrag, waarop over de jaren 1922, 1923 en 1924 aanspraak kan worden gemaakt, vast te steilen zooals in een staat is vermeld (men zie hiervoor bijlage no. 162). III. Te bepalen, dat bovenvermelde bij drage wcrdt verleend, onder voorwaarde, dat aan de gemeente zal worden terugbetaald al hetgeen eventueei te veel of ten onrechte mocht zijn genoten. 446ste STAATSLOTERIJ. Trekking van Dinsdag 20 December. 3de klasse 2de lijst. 20 41 49 84 88 90 127 199 212 353 354 366 367 416 509 621 623 655 706 726 762 774 871 879 881 1131 1151 1340 1358 1366 1367 1373 1399 1408 1479 1511 1526 1575 1582 1632 1635 1723 1763 1772 1806 1924 1944 1947 1963 2024 2044 2066 2071 2180 2183 2220 2278 2305 2321 2330 2380 2388 2431 2443 2452 2456 2457 2468 2525 2555 2605 269 2674 2782 2838 2864 mi. 29.13 3036 3067 3069 3072 3117 3123 3283 3378 3414 3417 3454 3616 3623 3642 3709 3702 3714 3773' 3839 3842 3911 3963 4016 4201 4219 4265 4277 4315 4319 4330 4342 4354 4390 4391 4438 4518 4564 4584 4588 4598 4751 4858 4865 4867 4869 4778 4937 4992 5022 5046 5054 5078 5092 5132 5193 5258 5274 5319 5338 5358 5387 5323 5436 5444 5489 5546 5606 5619 5709 5728 5772 5773 5963 5975 5985 6048 6109 6125 6135 6186 6197 6208 6217 6226 6262 6280 6303 6507 6635 6667 6692 6693 6696 6740 6779 6843 6881 6993 7003 7009 7012 7037 7146 7190 7253 7258 7286 8349 7363 7366 7400 7480 7514 7554 7607 7725 7801 7822 7852 7887 7939 8022 8035 8063 8110 8121 8122 8151 8183 8190 8209 8220 8229 8289 8304 8407 8418 8435 8442 8484 8496 8656 8660 8670 8680 8701 8716 8781 8971 8989 9005 9009 9035 9040 9054 9107 9187 9262 9307 9367 9409 9478 9525 9554 9618 9648 9711 9795 9801 9967 9993 10022 10124 10174 10224 10256 10335 10343 10370 10371 10377 10476 10513 10524 10551 10565 10605 10610 10681 10727 10737 1076S 10778 10825 10841 10844 10861 10915 10980 11004 11028 11072 11085 11175 11185 11286 11291 11321 11322 11339 11404 11451 11475 11621 11625 11672 11679 11773 11785 11811 11861 11923 11980 12026 12062 12072 12100 12159 12186 12254 12336 12357 12400 12419 12464 12517 12558 12604 12658 12739 12907 12925 12997 13096 13163 13178 13279 13288 13348 13363 13376 13400 13412 13420 13456 13479 13512 13519 13532 13749 13818 13857 13903 13909 13916 13925 14027 14100 14115 14172 14178 14190 14336 14373 14385 14424 14438 14494 14507 14541 14794 14863 15018 15061 15086 15090 15116 15130 15133 15180 15268 16413 15443 15464 15555 15663 15754 15793 15867 15870 15873 15878 15906 15971 15992 16050 16072 16089 16122 16147 16148 16233 16297 16350 16445 16449 16454 16507 16531 16587 16591 16634 16664 16668 16726 16835 16869 16935 16978 17029 17166 17177 17226 17261 17426 17466 17531 17552 17665 17669 17687 17705 17717 17730 17735 17841 17900 1791S 17973 18144 18224 18249 18315 18342 18348 18532 18712 18729 18755 18812 18846 18950 18990 19011 19013 19057 19076 19085 19095 19114 19184 19255 19263 19298 19302 19313 19318 19354 19379 19383 19399 19609 19623 19690 19769 19803 19916 19927 19931 19961 19999 20005 20083 20124 20187 20209 20260 20326 20356 20365 20583 20594 20597 20607 20683 20803 20823 20852 20889 20903 20952 P a a 8 BERGEN. De Raad vergaumae Dinsd'agmdddag ten 3 ure voliallig. De agenda bevatte niet veel belangrijks. Desondanks werd er 114 uur gediscusseerd over ten adxes van de arbeiders-organisaties, om in de besiekken van werken voor de ge meente, alsmede voor werken door de ge meente in eigen beheer uit te vo.ren, de be palingen op te nemen van de Landelijke Col- lectieve Overeenko-mst tusschen werkgevers en werknemers gesloten. In hoofdzaak werd beoogd om voor die werken die loonen te betalen die in de betref- fende vakken door werkgevers en werkne mers zijn vastgesteld. Men zou verwacht hebben, dat een derge- lijk verzoek, door een overheid, die zich haar sociale taak bewust is, met algemeene stemmen zou zijn ingewilligd. In Bergen werd dit verzo.k echter met 6 teg-en 5 stemmen verworpen. Hierbij kon ge- constateerd worden, dat de sche dingslijn tus schen werknemers en werkgevers ook hierbij een rol speelde. Voor het verzoek stemden n.l. de heeren Den Das, Hemelrijk, Martin, Dickson en Brugman, terwijl de overigen tegen waren. De gevoerde discussie over dit punt leidde zelfs tot de grootste verwarring. De heer B a 11 u s, caarin gesteund dooi den heer Apeldoorn, verondersteide zelfa dat door inwilligmg van dat verzoek de bur gers, die een of ander werk lieten uitveeren, cok verplicht waren deze loonen te betalen en de heer Apeldoorn g.ng zelfs zoover om de beide verdedigers van het voorstel, de heeren den Das en Hemelrijk, te wrwijten, dat zij voor eigen deur wel wat te vegen had den. In dit verband bracht hij in het geding de loonen aan de steenfabrieic, waarvan een vroeger partijgenoot van de heeren directeur is. De heer Dickson merkte hiertegen te- recht op, dat de Raad over de steenfahriek niets te zeggen heeft. De heer den Das gevoelde dadelijk de dorpspolitiek die achter dit beweren verscho- len lag en stelde in het licht, dat deze ex- partijgenoot geen eigenaar, doch directeur en dus zelf loontrekkend dienaar is en gaf er tevens zijn verwondering over te kennen, dat hij in den Raad van den heer Apeldoorn nooit iets over de lage loonen aan de steenfa- brick heeft gehoord toen die fabrick nog ei- gendom was van een partijgenoot van den heer Apeldoorn. Hij had nog kunnen opmerken, dat die loonen naar waarheid hooger zijn, dan die heer Apeldoorn in werken, die voor de ge meente gedaan moeten worden, als uitbrei- dingen van de rioleering en die voor het elec- trisch net, voor de betreffende arbeiders zoo mooi oordeelde. Aan de steenfabriek bedraagt het gemid- delde uurloon, na de loonsverlaging, voor de 28 arbeiders, die d'aar werken, 44 cent, ter wijl er maar een arbeider 36 cent verdient. Wanneer de heer Apldoorn ter goeder trouw op grona van verkeerde inlichtingen zijn bewering deed en niet om oneerlijk poli- t'ek hafelijk te zijn, dan vordert zijn eer dat hij zijn beschuld'iging terugneemt. Dat het uurloon voor een arbeider, die tij- delijk tewerk wordt gesteld (werlcverschaffing uitgezenderd) in ieder geval hooger behoort te zijn dan dat voor een gelijken arbeider die dit Iflfiu geregeld vadient nu dus geen da- Doos 30 60-90ct. Bij Apoth.en Drogisten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1927 | | pagina 6