fllloiiiiscis CmraiL ADVERTEERT IN DE ALKMAARSCHE COURANTI FKUILLETON. De grijze Dame. No. 16 1928 Honderd dertio;ste Jaargang. Uonderda^ 19 Jaimari. Radio-hoekje Vrijdag 20 J'anuari. Hilversum, 1060 M. 12.-— Politieberich- ten. 12.352.— Lunchmuziek door het trio Helden. 6.7.15 Concert door het trio Hel- den. 7.15—7.45 Landbouwhalfuurtje door A. C. van BeekVerzorging en huisvesting der kuikens. 7.45 Politieberichten. 8.10 Schip- persles door T. P. Keijzer: Het Keeten. 8.35 Fragmenten uit Oratoria. Di A4oorlag, so- praan. Jac. van Kemp en, tenor. Hendrik Ko- ning, bas. Het Omroep-orkest onder leiding van Nico Treep. Een Haydn-programma 10.30—12.Het Cabaret-ensemble Pisuisse, onder leiding van Paul Collin. N. O. V. Huizen, 1840 Al. (Na 6 uur 1950 Al.) 12.301.30 Lunchmuziek door het trio kels K. R. O. 3.-4.— I<. R O. Vvo; uurtje door nievr. Ka'leri™or oi. Al en zang. 4.5.N. C. R Gramof muziek. 5.6.— N. C. R. Y. on cert. Mcvr W. Cante—van Ameror ;:raan. Tabe Bas, tenor. A. Adema, plant—6.45 N. C. R. V. Causerie door A. Borst Pzn Het bak- keisbedrijf voorheen en thans. 6.45—7.30 K. R. O. Sociologie door prof. J. D. J. Aenge- nent van het Semenarie te Warmond. 7.30 V. P. R. O. Berichten. 7.35 Lezing en Beet- hoven-cyclus. Spr. Prof. Dr. L. Knappert. Rie Roelofs, piano. 1. Sonate pathetique, Beethoven. 2. Lezing door Prof. Knappert: Precies en rekkelijk in het Nederlandsche Pro- testantisme. 3. Sonate op. 110, Beethoven. 9.V. P. R. O.-cursus. Prof. Dr. B. D EerdmansOnze kijk op het Oude Testament. L Een „heilig" boek. Davettiry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Daventry-kwartet en solisten, sopraan en viool en piano. 12.50 Orgelconcert. 1.20— 2.20 Orkestconcert. 3.20 Geograf.-causerie. 3.45 Concert. 3.50 Causerie. 4.05 Concert. 4.10 Concert voor viola, clarinet en piano. 5 05 Elsie Wijnn, alt. 5.20 Causerie. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Orkestconcert. 6.50 Nieuwsberichten. 7.05 Orkestconcert. 7.20 B. B. C. muziekcritiek. 7.35 Chopin's piano- preludes. 7.45 Causerie. 8.05 J. Thorne, Hon- gaarsche volksliederen. 8.20 Symphonie-con- cert. Nat. Symph. Orkest en W. Primrose, viool. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Vervolg Symphonieconcert. 10.35 Nieuwsberichten 10.40 Causerie. 10.55 Variete. 11.2012.20 Dansmuziek. Parils „Radio-Paris", 1750 M. 10.50 11.Concert. 12.502.10 Orkestconcert. 4.5.Liter, en muzikaal matinee. 8.50 11.20 Selectie Mme. Sans-Gene. 9e Sympho nic van Beethoven. Langenberg, 469 M. 12 251.50 Orkest concert. 5.20—6.20 Orkestconcert. Mandoli- neclub. 7.35 Gevarieerd concert. Werag- orkest en Frl. Hansen, sopraan. H. Gumma- nowa, alt. Hr. Aramesco, tenor. Hr. Neruda, tenor. Tot 11.20 Dansmuziek. Konigswusterhausen, (Zeesen), 1250 M. 1 507 05 Lezingen en lessen. 7.50 Werken van hedendaagsche componisten. Orkest. K. Hermann, piano. 9.5011.50 Dansmuziek. Hamburg, 395 M. 5.20 Orkestconcert. 6.20 Orkestconcert. 7.20 ,.De ruge Hoff", Neder- duitsche boerencomedie in 5 acten. 10.50 11.50 Dansmuziek. Brussel, 509 M. 5.20 Trioconcert. 8.20 11.35 Solistenconcert. Gala-avond. Fpovincsaal nieuws De tllber^^Il«seIJestriilling• onder het rundvee. (Slot) De heer K. K o s t e r, te Berkhout, vroeg, of het mogelijk is, dat het land door de mest van aan open t. b. c.-lijdend vee besmet kon worden. Prof. Hem melts geloofde dit niet. Het leek hem iets, dat men buiten rekening kon laten. Meestal zullen de t. b. c. bacillen, die wel tegen eenige rotting kunnen, als het zoo lang duurt, voor de mest op het land komt vergaan zijn. En als dit niet het geval is, dan doer het zonlicht ze op de wei zeker ten gron- de gaan. De heer Koster vroeg hierna, hoe het mogelijk is dat een dier, dat na slachting t. b. c. bleek te hebben, voor de slachting niet gereageerd heeft op de tuberculinatie. Prof. Hemmelts had reeds opgemerkt, dat niets volmaakt is. Het is mogelijk, dat een klein haardje aanwezig is, dat men zelfs bij 6laehting niet ziet. Met Prof. Koels had spr. Uit het Engelsch van Henry Seton Merriman. 60) Fitz bood niet aan hem te vergezellen en Cipriani de Lloseta deed eenzaam dezen zon- derlingen tocht; onbekend een balling in zijn eigen land, reed hij door de vruchtbaarste vallei ter wereld, waarvan iedere boom hem dierbaar was, en niemand wist wat er in hem omging De arbeiders op het veld, mannen en vrouwen, bruin, door de zon verbrand, half Moorsch, heel eenvoudig en gevoelig, staak- ten even hun moeizaam werk, om met verwon- dering te staren naar den eenzamen ruiterde geduldige muilezels, in hun eindeloozen om- megang naar de Moorsche putten, gluurden luiknipoogend naar hem; de adelaars van Lloseta vlogen langzaam rond in een grooten cirkel, ver boven het oude kasteel, zooals zij hadden gestagen in zijn kindsheid, en hij keek naar hen op, met zijn zonderling geduldigen gbmlach. Hij stootte de groote olijfhouten poort open en ging in den terrasvormig aan- gelegden tuin, geheel met plantengroei be- dekt, verwaarloosd, droevig. Het was een rreemd thuis komen, geen levend wezen te zien. ljiij bleef den geheelen dag te Lloseta en ™J hield er zich bezig met zeer nractisch destijds een aantal dieren onderzocht, die rea- geerden op tuberculine en toch hadden ze op die dieren niets bevonden. Ook is het anders- om voorgekomen. Wanneer een dier buitenge woon veel t. b. c. heeft, dan zullen er ook veel t. b. c. bacillen in het lichaam doodge- gaan zijn en dan komt het voor, dat zoo'n dier niet op tuberculine reageert. Ook kan het voorkomen dat het reeds 14 daigen te voren is ingespoten en dan niet meer reageert. De heer Koster zeide, dat de eigenaar- digheid was, dat de veearts de t. b. c. niet buitengewoon vond bij het dier en toch ver- toonde het geen reactie. Prof. Hemmelts. Dat zijn gevallen, die men tegenkomt, waarvoor men niet altijd een verklaring kan geven De neer E. Dz. G overs scheen het toe, dat het percentage van de t. b. c. geboren kal- veren door de aanwezigheid van de t. b c. in de bloedbaan buitengewoon gering is. Spr. achtte het mogelijk, dat, wanneer de bloed baan sterk geinfecteerd is, dat dan ook de baarmoeder t. b. c. bacillen bevat. Hij wees er nog op, dat hij niet een op de duizend ge- slaohte nuc'hteren kalveren t. b. c. wordt ge- onden. Spr. betoogde voorts, dat zoowel bij o-ezondheidsdienst als bij de t. b. c.-be- ng geldt, dat een eens gereageerd heb- iier altijd als t. b. c. moet worden be- vvd. Spr. had dan ook gaame een nade- „.i uitleg over de mogelijkheid, dat licht be- smette dieren in de wei zoodanig gezond wor den, dat ze als genezen kunnen worden be- schouwd. Spr. vroeg voorts of een open t. b. c. rund voor een jong dier meer gevaar oplevert dan voor een ouder dier, omdat de weefsels van het jonge dier minder weerstand biedend zou- den zijn. Of omdat die jongere dieren meer gevaar oploopen, omdat ze nog niet op stal zijn geweest. Voorts vroeg spr., hoe het mogelijk is ge weest, zonder tuberculine een t. b. c.-vrije op- fok te krijgen. Het is toch mogelijk, dat men dan de dieren melk geeft van gereageerd heb- bende dieren aan gesloten t. b. c., welke ge- sloten vorm elk oogenblik kan opengaan. Prof. Hemmelts antwocrdde, dat, wan neer een dier lijdt aan baarmoeder t. b. c. er veel kans is, dat het kalf t. b. c. krijgt Dit be- hoeft niet altijd, doch het percentage is wel eens 1 Spr. gaf nog aan, hoe de bacillen zich in de vrucht kunnen verbreiden door de bloedbaan, omdat het net met het moederdier een geheel uitmaakt. In antwoord op de tweede vraag, zeide spr dat het verstandig is om een reactie-dier prac- tisch altijd een reactie-dier te laten zijn. Maar het komt wel voor, dat jonge dieren, die eeu kcrten tijd aan besmetting blootgesteld ziin geweest, genezen zijn van de t. b. c. Dit is wH geen regel, maar in elk geval is het tegen de t. b. c. buitengewoon goed, om de dieren in het zonlicht in de wei te laten, Voorts betoogde spr. ten aanzien van de gevoeligheid van jonge dieren, dat in het al- gemeen wordt aangenomen, dat jonge dieren in het eerste en twee jaar het meest gevoelig zijn voor besmetting, doch dit neemt niet weg, dat ook oudere dieren in den stal kunnen wor den besmet en de gevoeligheid van oudere dieren wordt elken dag verhoogd, dien ze in den stal smetstof kunnen opnemen. Op de vierde vraag of t. b. c.-vrije opfok mogelijk is zonder tuberculinatie, antwoordde spr.ja. Wanneer men de dieren maar ge- pasteuriseerde melk geeft en ze behoorlijk iso- leert. Als men de dieren versche melk wil geven, dan moet men ze melk geven van die ren, die vrij zijn gebleken en waarvan men al- thans zeker weet, dat er geen t. b. c. bacillen in de uiers staan. Het is echter buitengewoon moeilijk om te zeggen: die dieren "hebben geen t. b. c. bacillen in de uier, omdat een uieronderzoek nu niet zoo gemakkelijk is. De heer G o v e r s decide nog mede, dat het bij zijn vereeniging is voorgekomen, dat dieren, die als kalveren hadden gereageerd, het als vaarzen niet deden, maar toen ze in de periode kwamen, dat ze moesten producee- ren, weer reageerden. Spr. standpunt is dan ook, eenmaal reactie-dier blijft reactie-dier. Prof. Hemmelts erkende dit practisch voor de vereeniging als het juiste standpunt Spr. deed mededeeling, dat hem nog ge- vraagd was geworden, of de mogelijkheid be- staat, dat door een onderhuidsche inspuiting sluimerende t. b. c. kan worden opgewekt. Spr. oordeelde, dat men daar niet erg bang voor behoefte te wezen, doch hij kon niet zeggen, dat dit is uitgesloten. Er zijn ge vallen, dat met tuberculine sommige ver- schijnselen te voorschijn zijn geroepen, die men te voren niet zag. Persoonlijk maakte spr. voor 30 jaren een soortgelijk geval in zijn praktijk mee te Vlaardingen. Na een in spuiting reageerde een koe niet alleen ge- woon, maar ze kreeg er ziekteverschijnselen bij. Het dier werd afgemaakt en onderzocht en toen bleek het niet door de tuberculine te komen, maar dat de nieren sterk tuberculeus waren en dat door de tuberculine de bacillen werk. Hij stelde menschen aan tot het in orde brengen van tuin en huis en hij gaf daartoe de noodige instructies. Want het was zijn plan, zeide hij, om weer op zijn „bezitting" zooals deze Majorcaansche iandhuizen ge- noemd worden, terug te komen, er het groot- ste deel van het jaar te wonen en de overige wintermaanden door te brengen in zijn pa- leis te Palma. In den namiddag steeg hij weer te paard en tegen den avond, zooals afgesproken was, bereikte hij d' Erraha. Een bediende moest op den uitkijk hebben gestaan naar zijn komst, want de groote deur werd opengeworpen en hij reed het patio binnen. Hier werd hij verwelkomd door Fitz, gevolgd door Eva, met Henry Cyprian in haar armen. Niemand sprak. Het geheel was eenigszins eigenaardig. De graaf steeg af. Hij nam zijn hoed af en hield die op Spaansche manier in zijn hand, terwijl hij Eva en Fitz de hand drukte. Hij keek het patio rond. Met eerbied beschouwde hij de'oude marmeren put, geel door verbazend grooten ouderdom, de sinaas- appelboomen, die er over groeiden, de palmen en vijgeboomen, toen lachte hij tegen Eva. „Na vele jaren", zeide hij. Een kleine stilte volgde. „EIoe gaarne zou ik uw vader gezien hebben", zeide hij, „hier in deze omgeving." Eva knikte. Door langdurigen omgang met mannen had zij een zekere mannelijke zwijgzaamheid geleerd. Zij bewoog zich in de riehting van den overwelfden gang, die meer waren gaan opspeien. Wanneer men net dier van de tuberculinatie eenigen tijd had gegeven, was het wel weer terecht gekomen, maar omdat het zoo sterk t. b. c. was, was het toch wel goed, dat het was afgemaakt. Spr, gelooft wel, dat, wanneer een dier in uitgebreide mate t. b. c. heeft, dat het dan gemakkelijk kan gebeuren, dat door tubercu linatie ziekteverschijnselen worden opgewekt. Duizende dieren worden echter getuberculi- neerd en als dit bedenkelijik zou zijn, dan zou- den de boeren zich er zeker liever niet aan overgeven. Toch kan spr. niet zeggen, dat het absoluut onmogelijk is. De tweede vraag, die spr. gedaan was, be- trof de methodes van inspuiting. Welke is het meest te prefereeren? De onderhuidsche in- jectie of ae ooginjectie? Alles heeft zijn voor- deel. Men doet het hier het meest met onder huidsche injecties en spr. is het er mee eens, dat dit de meest zuivere methode is. Doch dit komt wel, omdat wij bijna altijd met onder huidsche insjecties te maken hebben gehad. En als men eenmaal met een bepaald soort gereedschap heeft gewerkt dan vindt men dat altijd het beste. De methode van onderhuid sche inspuiting heeft tegen, dat het lang duurt met het oog op den tijd voor temperatuuroo- neming en daarom heeft men in Friesland de oogreactie, waarmede men op het oogenblik ook goede resultaten bereikt en men behoudt dat daar omdat het gemalckelijker is, maar het bezwaar is, dat men de prop in het oog i krijgt en dat iemand, die het dier voor niet t. b. c. wil laten doorgaan, de prop eenvoudig wegwrijft. In Amerika volgt men de behandeling in de huid zelf. In 1917 begon men daar met de onderhuidsche inspuiting, maar in 1920 heeft men deze methode daar absoluut verlaten en gebruikt men daar alleen de methode van in spuiting in de huid zelf. Men vindt dat bui tengewoon goed en oogreactie gebruikt men daar alleen, om als men twijfeld, het nog eerC! over te doen. Ook maakt men wel ge- b van onderhuidsche inspuiting. .rsoonlijk heeft spr. te weinig met tuber culine gewerkt om te kunnen zeggen: dat is de methode. Hij gelooft wel, dat elke methode, waar iemand jaren lang mee heeft gewerkt, voor die iemand de beste is. Applaus! De Leverbo(/;iek(e. In de middagvergadering behandelde Prof Dr. Hemmelts het onderwerp: de leverbot- ziekte, welke lezing eveneens verduidelijkt werd door een wetenschappelijke film, die een kunstwerk mag worden genoemd en voor het aanschouwingsonderwijs een prachtig stuk materiaal bleek. De spr. ving aan, met te betoogen, dat hij in het milieu van zijn gehoor er niet op be- hoefde te wijzen, dat de leverbotziekte een zie'kte is, die speciaal de schapen aantast. Dat die ziekte groote schade te weeg kan brengen, hebben vele schapenhouders dit jaar aan den lijve gevoeld. Dat vooral in natte jaren de ziekte in ster- ker mate heerscht, oordeelde spr. eveneens be- kend. Misschien was het niet overbodig te zeggen, dat ook het rund ermee behept kail zijn, wanneer het maar in de gelegenheid is om de ziekte op te doen. Op de slachtbank ziet men dan ook vaak, dat ook de runder lever is aangetast, al zijn daar de gevolgen niet zoo groot als bij het sciiaap. Het be zwaar geldt echter ook wel bij koeien. Eeni gen tijd geleden vertelde een boer uit Lonnec- ker aan spr., dat hij drie koeien heeft moeten opruimen wegens de leverbotziekte. Ook de mensch zou de ziekte kunnen krijgen, wan neer hij uit de plasjes in het land dronk, waarin de kiemen zitten. De schapen krijgen de eieren, die de lever botziekte veroorzaken, hoofdzakelijk met het drinken naar binnen. Deze eieren behoeven niet meer te worden uitgebroeid, want daar zit wel niet de volwassen leverbot in, maar toch de verschijning. Vroeger heeft men ge- dacht, dat de leverbot niet van buiten het dier kwam, maar groeide in de lever zelf. De lever bot heeft dezelfde kleur als de lever. Pas voor 100 jaar is men op de meening teruggekomen, dat de leverbot in de lever groeide. Daarvoor gold nog steeds de leer van Aristoteles, die 400 jaar voor Chr. leefde en alles kende, wat in dien tijd als wetenschap bekend was. Aris toteles was de leermeester van Alexander den Groote en hij ging uit van de leer, dat do aarde een levend wezen was en de levende wezens voortbracht. Toch wisten zij, in dien tijd ook wel wat fokken was. Zij aanvaarden alleen de mogelijkheid, dat de geboorten ont- stonden uit de aarde. Ook in de middeleeuwen nam men dit aan. Toch waren er wel, die ge- twijfeld hebben. Een van hen was de groote Nederlander Leeuwenhoek, van wien men in 1923 nog herdacht, dat hu voor 300 jaar was overleden. Leeuwenhoek aanschouwde met zijn zelfvervaardigde microscoop het werkelijke leven en spotte met het idee van de spontane generatie. In een van zijn zend- brieven zei hij „Als het kan dat een vlooi naar het terras leidde. „Wij hebben u met de thee gewacht", zei zij. „Wilt ge op het terras komen?" Hij volgde haar, terwijl de knecht het ver- moeide paard wegvoerde. Zij zette zich op het Noordelijk gedeelte van het terras waar de tuinstoelen altijd stonden, en voor, beneden en rondom hen, rees en daalde het mooiste van aide mooie na- tuurtafreelen van Majorca natuurtafreel, •waar slechts Sardinie mee kan wedijveren. Eva schonk zijn thee in, die hij uitdronk, waarna hij zijn kopje wegzette. Allen wisten zij, dat nu de tijd gekomen was voor den graaf de Lloseta om zijn ge- schiedenis te vertellen en daarmede de be- tofte te vervullen die hij lang geleden aan Eva en Fitz had gedaan, nog voor zij ge- trouwd waren. Cipriani de Lloseta leunde achterover in zijn gemakkelijken tuinstoel, zijn eene laarze- schaeht over de andere geslagen. Hij was stoffig van de. reis, maar de natuurlijke forschheid van zijn gestalte scheen meer clan ooit tot zijn recht te komen in zijn geboorte- land, op zijn bergen. „Mijn armzalig verhaal", zeide hij, „wilt ge dat ik het u doen zal?" „Ja", zeide Eva; en Fitz knikte. Cipriani de Lloseta zag hen niet aan; hij keek naar beneden in het wazig blauw van de vallei aan hun voet. Zijn rustige, gedul dige oogen keerden zich geen enkel maal af gedurende zijn verhaal, als vertelde hij de uit de stof ontstaat, dan moet toch een paard uit de mesthoop kunnen komen." Voor 100 jaar was de wetenschappelijke wereld nog niet overtuigd van de rol, die de bacterie speelde eft het is Pasteur geweest, die dit onomStoctelijk vastlegde. De kiem van de leverbotziekte is een eitje. Door de dun-- darm dringt de leverbot naar de lever. D" zijn wereld. Daarin leeft hij als een voge. .a de lucht. In de lever scheidt de leverbot ver schillende vochten af en het gebeurt ook wel eens, dat hij in het buikvlies komt, maar dan is hij op den verkeerden weg en dan vergaat het hem als de mensch, die niet van den ver keerden weg terugkeert en is hij gauw verlo- ren. In de lever behoort de leverbot thuis. Daar leeft hij van het bloed, dat in de lever aan- wezig is, legt daar eieren, doet zijn leverbot plicht en zorgt daar voor de instandhouding van het geslacht. Gewoonlijk verblijft hij daar tot het volgend jaar, tot Mei of Juni. Dit hangt af van het vochtige weer. Daarna sterft hij af. Wanneer een leverbotechtpaar bij een schaap is binnengekomen, en zich ge- nesteld heeft in de lever, dan moet men niet denken, dat dit echtpaar daar een heel gezin vormt. Er worden daar wel eieren gelegd, maar die moeten de achterdeur van het schaap weer uit. In droge jaren worden door het schaap weinig kiemen opgenomen en verandert er niet veel aan de lever. Maar wanneer er hon- derde kiemen in de lever komen, men heeft er wel eens vier tot vijf honderd in een lever van een schaap gesteld, dan gebeurt er wat an- ders. Want een lever is een buitengewoon ge- wichtig orgaan voor den voedsel- en bloeds- omloop. De leverbot prikkelt de lever en die wordt ontstoken. Ook trekken al die honderde leverbotten veel voedsel weg. In den eersten tijd bemerkt men niets, maar na eenige tijd begint het schaap er beroerd uit te zien. Het schaap krijgt waterzucht, enz. Dikwijls komt het niet zoo ver, omdat de boer het zaakje a! reeds eerder niet vertrouwde en het schaap liet afmaken. Gebeurt dit niet, dan kan het schaap zelfs aan de leverbotziekte ten grondt gaan. En wel, omdat een van de edele orga- nen van het dier er door wordt aangetast. Als regel wordt het dier uitgeput en gaat het ten gronde. Ten aanzien van de lotgevallen van het ei, vertelde spr., dat na een viertal weken de leverbot gegroeid is tot een volwassen dier, dat de leverbot zoo wel mannelijk als vrouwe- lij.k lijkt, zoodat men niet weet, hoe hij de be- vruchting klaar speelt. Wel weet men, dat hij eieren legt, die de achterdeur van het schaap uitgaan. Wanneer die eieren nu terecht ko men op een drogen bodem, dan gaan zij ten gronde, omdat zij niet weerstand biedend zijn Zij moeten het liefst in een plasje terecht ko men. Als dat gebeurt, dan gaat na 4. 5 of 6 weken, die hangt van de temperatuur af, een kapje open en komt er uit het ei een klein diertje, dat men myrasidium noemt, een bui tengewoon lustig snaakje, dat in het plasie rond vliegt. Op den duur zou dit diertje ook ten gronde gaan, wanneer in het plasje niet aanwezig was een klein slakje. Het diertje tracht dan ook in het slakje te komen, komt daar ook in en wordt dan omgezet in een sporocyste, wat niets anders is dan een zak met eieren, die als zoodanig niet kan btijven bestaan, maar barst en waaruit de eieren kruipen, die dan al in het derde stadium zijn, waaraan al een kop zit en darmen en die redi genoemd worden naar den Italiaanschen bac- terioloog Francesco Redi, een tijdgenoot van Leeuwenhoek. Die redi kruipt bij het slakje in de lever, splitst zich daar en die dochter redien ontwikkelen zich tot cercarie, een diertje, dat zich erg beweegt en zich bij het slakje met gemakkelijk schijnt te gevoelen en dan ook weer naar buiten dringt. Dit diertje geschiedenis aan de vallei en aan de heuvels. „Toen ik nog heel jong was, ging alles te voorspoedig met mij. Ik was rijk, ik bezat een goede gezondheid en vrijheid en vele vrien- den; het leven was veel te gemakkelijk en eenvoudig voor mij. Ik was nog geen een-en- twintig jaar, toen ik mijn lieve Rosa ontmoet- te en verliefd op haar werd. Ook hier was het weer te gemakkelijk, ook hier weer geen zor- gen. Het lot is het wreedst, wanneer het te weldadig is. De ouders wenschten het. De twee families waren van even ouden adel, even rijk; en eindelijk Rosa Rosa was vriende'ijk genoeg om vriendelijk voor mij te zijn." Hier hield hij op, peinzend met zijn vinger over zijn gladgeschoren kin wrijvend, zijn lang profiel naar Eva gekeerd, die als uit bruin marmer gehouwen, afstak tegen het somber wazige der vallei. Eva was nieuws- gierig naar deze vrouw, deze Rosa, die veer- tig jaar in haar graf was. Zij zou wel eens willen weten wat voor soort vrouw dit moest geweest zijn, dat zij gedurende al deze jaren de liefde van een man had behouden door een enkele herinnering, maar dat Rosa vriendelijk is geweest, verwonderde haar niet. „Zij zag dingen in mij die niet bestaan", ging Cipriani de Lloseta rustig voort. „Zoo is het altijd met vrouwen, wanneer en man nen mogen er God voor danken dat het zoo is." Hij lachte schamper, een lach, die het oor onaangenaam aandeed -de lach van een man die regelrecht tot den bodem van het le- heeft een buitengewoon sterke staart en koml weer in het water en kan wel tegen droogte. Het kan heele afstanden afleggen, komt in de wei tot rust, verkalkt zich naar buiten tot er weer een eitje ontstaat, waaruit de leverbot zich ontwikkelt. Als het schaap den mensch of een rund het water met de eitjes drinkt, u kan daaruit de leverbotziekte ontstaan. -- clijes noemt men cijsten. Men gevoelt nu, hoe moeilijk het is om de leverbotziekte te bestrijden. Met politiemaat- regelen kan men niet veel uithalen. Om alle schapen af te maken, is onzin. Het geheim van den smid is dan ock, te trachten, om den cirkelgang van de leverbot te breken en dit kan men bereiken, door te zorgen, dat de diertjes de slakjes niet vinden, waarin ze zich thuis gevoelen. Spr. las, dat de leverbotziekte overal, be- halve in IJsland, voorkomt. Dit kan zijn, maar dan moet ook het slakje zich in IJsland niet vertoonen. Spr. vertoonde hierop de film, die hij in Duitschland zag, .zeer interessant oordeelde en eerst in teekehing en daarna in beelden uit de natuur den cirkelgang, die de leverbot maakt, vertoont. Bij de bestrijding, aldus spr., is het dus zaak, ervoor te zorgen, dat het slakje, de tusschengastheer van de leverbot, zich in de weide niet kan ontwikkelen, door te zorgen voor betere draineering. Van veel belang is, ervoor te zorgen, dat het land vrij blijft van plassen. Greppels met water zijn een te goede gelegenheid om de slakken tot ontwikkeling te brengen. Het komt er niet op aan, of er at of niet een paar leverbotten in het schaap ko men. Het gaat erom, om de groote hoop kwijt te raken. Als men dat niet kan dan bestaan er ock diverse geneesmiddelen, waarvoor spr, de waarde achter niet kent. De waarde daar' van te bepalen, moet men aan de practiseeren- de dierenartsen overlaten. Na spr. eerste lezing over dit onderwerp ontving hij van zeer vele leveranciers de mededeeling, dat zij het beste middel tegen de ziekte hadden en zij verzochten hem daarbij, die middelen te propageeren. Daarvoor ont- houdt spr. zich echter, omdat hij op dit ge- bied geen ervaring heeft, aangezien* hij de middelen niet heeft toegepast. Applaus! De Voorzitter sloot hierop de verga dering, aangezien geen der aanwezigen een vraag stelde, met een bijzonder woord van dank aan den spr. en het uitspreken van den wensch, dat de vereeniging Prof. Hemmelts nog eens voor een dergelijke voordracht be- reid mocht vinden. HEILOO. Dezer dagen is men begonnen aan de werkzaamheden van den aanleg van de war tcrleiding in de Boekelereneer. Wij vernamen, dat deze uitbreiding een ge- volg is van de bespreking in de Prov. Staten, waar de wenscheliijkheid bepleit is om ook die gebiederi, die niet dadelijk winstgevend zijn, bij de waterleiding aan te sluiten. DE NOORDERMARKTBOND. Het Bondsbestuur vergaderde Dinsdag 17 dezer in het lokaal van den heer Dekker. Wegens ziekte was afwezig de heer K, Oudeman en met kennisgeving van verhinde- ring de heer C. van Langen, beiden van Heer-Hugowaard-Noord en den heer C. de Boer van Haringkarspel Oost. Door den voorz., den heer S. Brugmans, werd de vergadering geopend waarbij spr. den wensch uitsprak, dat het nog restfnd deel van het seizoen '21—28 zoodanige re sultaten zal mogen opleveren, dat het als een gunstig jaar geboekt kan worden. Door den heer J. Kliffen, secretaris, wer- den de notulen gelezen, welke werden goed- gekeurd. ven is afgedaald, en nu weer naar boven komt met een honenden lach. Eva en Fitz verroerden zich niet. Deze geschiedenis was als oude wijn, die vele jaren vergeten in het donker heeft gelegen, hij moet zorgvuldig worden behandeld. Henry C. keer- de zich om op zijn zijden kussen en terwijl hij zijn groote donkere oogen opsloeg keek hij den spreker aan met dat kinderlijk vaste in den blik, dat wel eens meer zou kunnen zien dan wij vermoeden. „Wij trouwden" hij brak even af en maakte een beweging met zijn hoofd in de riehting van Palma, achter hem, aan de lin ker hand ,,in de kathedraal en wij waren uiterst gelukkig. In dien tijd woonden, of lie ver logeerden, de Harrington's in dit huis bij uw goeden vader. Geen van u beiden zag ooit den Honourable George Harington; ge verliest daar bitter weinig aan. Om de een of andere reden begonnen zij heel dikwijls naar Lloseta te komen om een van de vele re- denen van mrs. Harrington. Zij was altijd een zonderlinge vrouw, voor alles wat zij deed had zij een reden, iets wat ik, ouder- weHch man, niet goed vind in een vrouw. Zij hield niet van mijn echtgenoote Ik kon dat zien door al haar liefheid en hartelijk- heid heen. Ik weet niet waarom. Mannen kun nen die diftgen niet begrijpen. Rosa was hee' moou' (Wordt yervolatf.)' Als ge alias hebt baproefd en de energie voor uw zaak U nog niet de resultaten heeft gebracht, die U zich hadt voorgesteld, beslultdan tot het nemen van een regelcontract In een goed, door alle standen gelezen dagblad Wij twijfelen niet, ot dit zal U zeer zeker brengen tot het gewenschte succes. Het zal blijken HET MIDDEL te zijal

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5