fllloiiiiscis CmraiL
ADVERTEERT IN DE
ALKMAARSCHE COURANTI
FKUILLETON.
De grijze Dame.
No. 16 1928
Honderd dertio;ste Jaargang.
Uonderda^ 19 Jaimari.
Radio-hoekje
Vrijdag 20 J'anuari.
Hilversum, 1060 M. 12.-— Politieberich-
ten. 12.352.— Lunchmuziek door het trio
Helden. 6.7.15 Concert door het trio Hel-
den. 7.15—7.45 Landbouwhalfuurtje door
A. C. van BeekVerzorging en huisvesting
der kuikens. 7.45 Politieberichten. 8.10 Schip-
persles door T. P. Keijzer: Het Keeten. 8.35
Fragmenten uit Oratoria. Di A4oorlag, so-
praan. Jac. van Kemp en, tenor. Hendrik Ko-
ning, bas. Het Omroep-orkest onder leiding
van Nico Treep. Een Haydn-programma
10.30—12.Het Cabaret-ensemble Pisuisse,
onder leiding van Paul Collin. N. O. V.
Huizen, 1840 Al. (Na 6 uur 1950 Al.)
12.301.30 Lunchmuziek door het trio
kels K. R. O. 3.-4.— I<. R O. Vvo;
uurtje door nievr. Ka'leri™or oi. Al
en zang. 4.5.N. C. R Gramof
muziek. 5.6.— N. C. R. Y. on cert. Mcvr
W. Cante—van Ameror ;:raan. Tabe
Bas, tenor. A. Adema, plant—6.45 N. C.
R. V. Causerie door A. Borst Pzn Het bak-
keisbedrijf voorheen en thans. 6.45—7.30 K.
R. O. Sociologie door prof. J. D. J. Aenge-
nent van het Semenarie te Warmond. 7.30
V. P. R. O. Berichten. 7.35 Lezing en Beet-
hoven-cyclus. Spr. Prof. Dr. L. Knappert.
Rie Roelofs, piano. 1. Sonate pathetique,
Beethoven. 2. Lezing door Prof. Knappert:
Precies en rekkelijk in het Nederlandsche Pro-
testantisme. 3. Sonate op. 110, Beethoven.
9.V. P. R. O.-cursus. Prof. Dr. B. D
EerdmansOnze kijk op het Oude Testament.
L Een „heilig" boek.
Davettiry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst.
11.20 Daventry-kwartet en solisten, sopraan
en viool en piano. 12.50 Orgelconcert. 1.20—
2.20 Orkestconcert. 3.20 Geograf.-causerie.
3.45 Concert. 3.50 Causerie. 4.05 Concert.
4.10 Concert voor viola, clarinet en piano.
5 05 Elsie Wijnn, alt. 5.20 Causerie. 5.35
Kinderuurtje. 6.20 Orkestconcert. 6.50
Nieuwsberichten. 7.05 Orkestconcert. 7.20
B. B. C. muziekcritiek. 7.35 Chopin's piano-
preludes. 7.45 Causerie. 8.05 J. Thorne, Hon-
gaarsche volksliederen. 8.20 Symphonie-con-
cert. Nat. Symph. Orkest en W. Primrose,
viool. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Vervolg
Symphonieconcert. 10.35 Nieuwsberichten
10.40 Causerie. 10.55 Variete. 11.2012.20
Dansmuziek.
Parils „Radio-Paris", 1750 M. 10.50
11.Concert. 12.502.10 Orkestconcert.
4.5.Liter, en muzikaal matinee. 8.50
11.20 Selectie Mme. Sans-Gene. 9e Sympho
nic van Beethoven.
Langenberg, 469 M. 12 251.50 Orkest
concert. 5.20—6.20 Orkestconcert. Mandoli-
neclub. 7.35 Gevarieerd concert. Werag-
orkest en Frl. Hansen, sopraan. H. Gumma-
nowa, alt. Hr. Aramesco, tenor. Hr. Neruda,
tenor. Tot 11.20 Dansmuziek.
Konigswusterhausen, (Zeesen), 1250 M.
1 507 05 Lezingen en lessen. 7.50 Werken
van hedendaagsche componisten. Orkest. K.
Hermann, piano. 9.5011.50 Dansmuziek.
Hamburg, 395 M. 5.20 Orkestconcert. 6.20
Orkestconcert. 7.20 ,.De ruge Hoff", Neder-
duitsche boerencomedie in 5 acten. 10.50
11.50 Dansmuziek.
Brussel, 509 M. 5.20 Trioconcert. 8.20
11.35 Solistenconcert. Gala-avond.
Fpovincsaal nieuws
De tllber^^Il«seIJestriilling•
onder het rundvee.
(Slot)
De heer K. K o s t e r, te Berkhout, vroeg,
of het mogelijk is, dat het land door de mest
van aan open t. b. c.-lijdend vee besmet kon
worden.
Prof. Hem melts geloofde dit niet. Het
leek hem iets, dat men buiten rekening kon
laten. Meestal zullen de t. b. c. bacillen, die
wel tegen eenige rotting kunnen, als het zoo
lang duurt, voor de mest op het land komt
vergaan zijn. En als dit niet het geval is, dan
doer het zonlicht ze op de wei zeker ten gron-
de gaan.
De heer Koster vroeg hierna, hoe het
mogelijk is dat een dier, dat na slachting
t. b. c. bleek te hebben, voor de slachting niet
gereageerd heeft op de tuberculinatie.
Prof. Hemmelts had reeds opgemerkt,
dat niets volmaakt is. Het is mogelijk, dat een
klein haardje aanwezig is, dat men zelfs bij
6laehting niet ziet. Met Prof. Koels had spr.
Uit het Engelsch van Henry Seton
Merriman.
60)
Fitz bood niet aan hem te vergezellen en
Cipriani de Lloseta deed eenzaam dezen zon-
derlingen tocht; onbekend een balling in zijn
eigen land, reed hij door de vruchtbaarste
vallei ter wereld, waarvan iedere boom hem
dierbaar was, en niemand wist wat er in hem
omging De arbeiders op het veld, mannen en
vrouwen, bruin, door de zon verbrand, half
Moorsch, heel eenvoudig en gevoelig, staak-
ten even hun moeizaam werk, om met verwon-
dering te staren naar den eenzamen ruiterde
geduldige muilezels, in hun eindeloozen om-
megang naar de Moorsche putten, gluurden
luiknipoogend naar hem; de adelaars van
Lloseta vlogen langzaam rond in een grooten
cirkel, ver boven het oude kasteel, zooals zij
hadden gestagen in zijn kindsheid, en hij keek
naar hen op, met zijn zonderling geduldigen
gbmlach. Hij stootte de groote olijfhouten
poort open en ging in den terrasvormig aan-
gelegden tuin, geheel met plantengroei be-
dekt, verwaarloosd, droevig. Het was een
rreemd thuis komen, geen levend wezen te
zien.
ljiij bleef den geheelen dag te Lloseta en
™J hield er zich bezig met zeer nractisch
destijds een aantal dieren onderzocht, die rea-
geerden op tuberculine en toch hadden ze op
die dieren niets bevonden. Ook is het anders-
om voorgekomen. Wanneer een dier buitenge
woon veel t. b. c. heeft, dan zullen er ook
veel t. b. c. bacillen in het lichaam doodge-
gaan zijn en dan komt het voor, dat zoo'n
dier niet op tuberculine reageert.
Ook kan het voorkomen dat het reeds 14
daigen te voren is ingespoten en dan niet meer
reageert.
De heer Koster zeide, dat de eigenaar-
digheid was, dat de veearts de t. b. c. niet
buitengewoon vond bij het dier en toch ver-
toonde het geen reactie.
Prof. Hemmelts. Dat zijn gevallen, die
men tegenkomt, waarvoor men niet altijd een
verklaring kan geven
De neer E. Dz. G overs scheen het toe,
dat het percentage van de t. b. c. geboren kal-
veren door de aanwezigheid van de t. b c. in
de bloedbaan buitengewoon gering is. Spr.
achtte het mogelijk, dat, wanneer de bloed
baan sterk geinfecteerd is, dat dan ook de
baarmoeder t. b. c. bacillen bevat. Hij wees er
nog op, dat hij niet een op de duizend ge-
slaohte nuc'hteren kalveren t. b. c. wordt ge-
onden. Spr. betoogde voorts, dat zoowel bij
o-ezondheidsdienst als bij de t. b. c.-be-
ng geldt, dat een eens gereageerd heb-
iier altijd als t. b. c. moet worden be-
vvd. Spr. had dan ook gaame een nade-
„.i uitleg over de mogelijkheid, dat licht be-
smette dieren in de wei zoodanig gezond wor
den, dat ze als genezen kunnen worden be-
schouwd.
Spr. vroeg voorts of een open t. b. c. rund
voor een jong dier meer gevaar oplevert dan
voor een ouder dier, omdat de weefsels van
het jonge dier minder weerstand biedend zou-
den zijn. Of omdat die jongere dieren meer
gevaar oploopen, omdat ze nog niet op stal
zijn geweest.
Voorts vroeg spr., hoe het mogelijk is ge
weest, zonder tuberculine een t. b. c.-vrije op-
fok te krijgen. Het is toch mogelijk, dat men
dan de dieren melk geeft van gereageerd heb-
bende dieren aan gesloten t. b. c., welke ge-
sloten vorm elk oogenblik kan opengaan.
Prof. Hemmelts antwocrdde, dat, wan
neer een dier lijdt aan baarmoeder t. b. c. er
veel kans is, dat het kalf t. b. c. krijgt Dit be-
hoeft niet altijd, doch het percentage is wel
eens 1 Spr. gaf nog aan, hoe de bacillen
zich in de vrucht kunnen verbreiden door de
bloedbaan, omdat het net met het moederdier
een geheel uitmaakt.
In antwoord op de tweede vraag, zeide spr
dat het verstandig is om een reactie-dier prac-
tisch altijd een reactie-dier te laten zijn. Maar
het komt wel voor, dat jonge dieren, die eeu
kcrten tijd aan besmetting blootgesteld ziin
geweest, genezen zijn van de t. b. c. Dit is wH
geen regel, maar in elk geval is het tegen de
t. b. c. buitengewoon goed, om de dieren in
het zonlicht in de wei te laten,
Voorts betoogde spr. ten aanzien van de
gevoeligheid van jonge dieren, dat in het al-
gemeen wordt aangenomen, dat jonge dieren
in het eerste en twee jaar het meest gevoelig
zijn voor besmetting, doch dit neemt niet weg,
dat ook oudere dieren in den stal kunnen wor
den besmet en de gevoeligheid van oudere
dieren wordt elken dag verhoogd, dien ze in
den stal smetstof kunnen opnemen.
Op de vierde vraag of t. b. c.-vrije opfok
mogelijk is zonder tuberculinatie, antwoordde
spr.ja. Wanneer men de dieren maar ge-
pasteuriseerde melk geeft en ze behoorlijk iso-
leert. Als men de dieren versche melk wil
geven, dan moet men ze melk geven van die
ren, die vrij zijn gebleken en waarvan men al-
thans zeker weet, dat er geen t. b. c. bacillen
in de uiers staan. Het is echter buitengewoon
moeilijk om te zeggen: die dieren "hebben
geen t. b. c. bacillen in de uier, omdat een
uieronderzoek nu niet zoo gemakkelijk is.
De heer G o v e r s decide nog mede, dat
het bij zijn vereeniging is voorgekomen, dat
dieren, die als kalveren hadden gereageerd,
het als vaarzen niet deden, maar toen ze in
de periode kwamen, dat ze moesten producee-
ren, weer reageerden. Spr. standpunt is dan
ook, eenmaal reactie-dier blijft reactie-dier.
Prof. Hemmelts erkende dit practisch
voor de vereeniging als het juiste standpunt
Spr. deed mededeeling, dat hem nog ge-
vraagd was geworden, of de mogelijkheid be-
staat, dat door een onderhuidsche inspuiting
sluimerende t. b. c. kan worden opgewekt.
Spr. oordeelde, dat men daar niet erg
bang voor behoefte te wezen, doch hij kon
niet zeggen, dat dit is uitgesloten. Er zijn ge
vallen, dat met tuberculine sommige ver-
schijnselen te voorschijn zijn geroepen, die
men te voren niet zag. Persoonlijk maakte
spr. voor 30 jaren een soortgelijk geval in
zijn praktijk mee te Vlaardingen. Na een in
spuiting reageerde een koe niet alleen ge-
woon, maar ze kreeg er ziekteverschijnselen
bij. Het dier werd afgemaakt en onderzocht
en toen bleek het niet door de tuberculine te
komen, maar dat de nieren sterk tuberculeus
waren en dat door de tuberculine de bacillen
werk. Hij stelde menschen aan tot het in orde
brengen van tuin en huis en hij gaf daartoe
de noodige instructies. Want het was zijn
plan, zeide hij, om weer op zijn „bezitting"
zooals deze Majorcaansche iandhuizen ge-
noemd worden, terug te komen, er het groot-
ste deel van het jaar te wonen en de overige
wintermaanden door te brengen in zijn pa-
leis te Palma.
In den namiddag steeg hij weer te paard
en tegen den avond, zooals afgesproken was,
bereikte hij d' Erraha.
Een bediende moest op den uitkijk hebben
gestaan naar zijn komst, want de groote
deur werd opengeworpen en hij reed het patio
binnen. Hier werd hij verwelkomd door Fitz,
gevolgd door Eva, met Henry Cyprian in
haar armen.
Niemand sprak. Het geheel was eenigszins
eigenaardig. De graaf steeg af. Hij nam zijn
hoed af en hield die op Spaansche manier in
zijn hand, terwijl hij Eva en Fitz de hand
drukte. Hij keek het patio rond. Met eerbied
beschouwde hij de'oude marmeren put, geel
door verbazend grooten ouderdom, de sinaas-
appelboomen, die er over groeiden, de palmen
en vijgeboomen, toen lachte hij tegen Eva.
„Na vele jaren", zeide hij.
Een kleine stilte volgde.
„EIoe gaarne zou ik uw vader gezien
hebben", zeide hij, „hier in deze omgeving."
Eva knikte. Door langdurigen omgang
met mannen had zij een zekere mannelijke
zwijgzaamheid geleerd. Zij bewoog zich in
de riehting van den overwelfden gang, die
meer waren gaan opspeien. Wanneer men net
dier van de tuberculinatie eenigen tijd had
gegeven, was het wel weer terecht gekomen,
maar omdat het zoo sterk t. b. c. was, was het
toch wel goed, dat het was afgemaakt.
Spr, gelooft wel, dat, wanneer een dier in
uitgebreide mate t. b. c. heeft, dat het dan
gemakkelijk kan gebeuren, dat door tubercu
linatie ziekteverschijnselen worden opgewekt.
Duizende dieren worden echter getuberculi-
neerd en als dit bedenkelijik zou zijn, dan zou-
den de boeren zich er zeker liever niet aan
overgeven. Toch kan spr. niet zeggen, dat het
absoluut onmogelijk is.
De tweede vraag, die spr. gedaan was, be-
trof de methodes van inspuiting. Welke is het
meest te prefereeren? De onderhuidsche in-
jectie of ae ooginjectie? Alles heeft zijn voor-
deel. Men doet het hier het meest met onder
huidsche injecties en spr. is het er mee eens,
dat dit de meest zuivere methode is. Doch dit
komt wel, omdat wij bijna altijd met onder
huidsche insjecties te maken hebben gehad.
En als men eenmaal met een bepaald soort
gereedschap heeft gewerkt dan vindt men dat
altijd het beste. De methode van onderhuid
sche inspuiting heeft tegen, dat het lang duurt
met het oog op den tijd voor temperatuuroo-
neming en daarom heeft men in Friesland de
oogreactie, waarmede men op het oogenblik
ook goede resultaten bereikt en men behoudt
dat daar omdat het gemalckelijker is, maar
het bezwaar is, dat men de prop in het oog
i krijgt en dat iemand, die het dier voor niet
t. b. c. wil laten doorgaan, de prop eenvoudig
wegwrijft.
In Amerika volgt men de behandeling in
de huid zelf. In 1917 begon men daar met de
onderhuidsche inspuiting, maar in 1920 heeft
men deze methode daar absoluut verlaten en
gebruikt men daar alleen de methode van in
spuiting in de huid zelf. Men vindt dat bui
tengewoon goed en oogreactie gebruikt men
daar alleen, om als men twijfeld, het nog
eerC! over te doen. Ook maakt men wel ge-
b van onderhuidsche inspuiting.
.rsoonlijk heeft spr. te weinig met tuber
culine gewerkt om te kunnen zeggen: dat is
de methode. Hij gelooft wel, dat elke methode,
waar iemand jaren lang mee heeft gewerkt,
voor die iemand de beste is.
Applaus!
De Leverbo(/;iek(e.
In de middagvergadering behandelde Prof
Dr. Hemmelts het onderwerp: de leverbot-
ziekte, welke lezing eveneens verduidelijkt
werd door een wetenschappelijke film, die een
kunstwerk mag worden genoemd en voor het
aanschouwingsonderwijs een prachtig stuk
materiaal bleek.
De spr. ving aan, met te betoogen, dat hij
in het milieu van zijn gehoor er niet op be-
hoefde te wijzen, dat de leverbotziekte een
zie'kte is, die speciaal de schapen aantast.
Dat die ziekte groote schade te weeg kan
brengen, hebben vele schapenhouders dit jaar
aan den lijve gevoeld.
Dat vooral in natte jaren de ziekte in ster-
ker mate heerscht, oordeelde spr. eveneens be-
kend. Misschien was het niet overbodig te
zeggen, dat ook het rund ermee behept kail
zijn, wanneer het maar in de gelegenheid is
om de ziekte op te doen. Op de slachtbank
ziet men dan ook vaak, dat ook de runder
lever is aangetast, al zijn daar de gevolgen
niet zoo groot als bij het sciiaap. Het be
zwaar geldt echter ook wel bij koeien. Eeni
gen tijd geleden vertelde een boer uit Lonnec-
ker aan spr., dat hij drie koeien heeft moeten
opruimen wegens de leverbotziekte. Ook de
mensch zou de ziekte kunnen krijgen, wan
neer hij uit de plasjes in het land dronk,
waarin de kiemen zitten.
De schapen krijgen de eieren, die de lever
botziekte veroorzaken, hoofdzakelijk met het
drinken naar binnen. Deze eieren behoeven
niet meer te worden uitgebroeid, want daar
zit wel niet de volwassen leverbot in, maar
toch de verschijning. Vroeger heeft men ge-
dacht, dat de leverbot niet van buiten het dier
kwam, maar groeide in de lever zelf. De lever
bot heeft dezelfde kleur als de lever. Pas voor
100 jaar is men op de meening teruggekomen,
dat de leverbot in de lever groeide. Daarvoor
gold nog steeds de leer van Aristoteles, die
400 jaar voor Chr. leefde en alles kende, wat
in dien tijd als wetenschap bekend was. Aris
toteles was de leermeester van Alexander den
Groote en hij ging uit van de leer, dat do
aarde een levend wezen was en de levende
wezens voortbracht. Toch wisten zij, in dien
tijd ook wel wat fokken was. Zij aanvaarden
alleen de mogelijkheid, dat de geboorten ont-
stonden uit de aarde. Ook in de middeleeuwen
nam men dit aan. Toch waren er wel, die ge-
twijfeld hebben. Een van hen was de groote
Nederlander Leeuwenhoek, van wien men in
1923 nog herdacht, dat hu voor 300 jaar
was overleden. Leeuwenhoek aanschouwde
met zijn zelfvervaardigde microscoop het
werkelijke leven en spotte met het idee van
de spontane generatie. In een van zijn zend-
brieven zei hij „Als het kan dat een vlooi
naar het terras leidde.
„Wij hebben u met de thee gewacht", zei
zij.
„Wilt ge op het terras komen?"
Hij volgde haar, terwijl de knecht het ver-
moeide paard wegvoerde.
Zij zette zich op het Noordelijk gedeelte
van het terras waar de tuinstoelen altijd
stonden, en voor, beneden en rondom hen,
rees en daalde het mooiste van aide mooie na-
tuurtafreelen van Majorca natuurtafreel,
•waar slechts Sardinie mee kan wedijveren.
Eva schonk zijn thee in, die hij uitdronk,
waarna hij zijn kopje wegzette.
Allen wisten zij, dat nu de tijd gekomen
was voor den graaf de Lloseta om zijn ge-
schiedenis te vertellen en daarmede de be-
tofte te vervullen die hij lang geleden aan
Eva en Fitz had gedaan, nog voor zij ge-
trouwd waren.
Cipriani de Lloseta leunde achterover in
zijn gemakkelijken tuinstoel, zijn eene laarze-
schaeht over de andere geslagen. Hij was
stoffig van de. reis, maar de natuurlijke
forschheid van zijn gestalte scheen meer clan
ooit tot zijn recht te komen in zijn geboorte-
land, op zijn bergen.
„Mijn armzalig verhaal", zeide hij, „wilt
ge dat ik het u doen zal?"
„Ja", zeide Eva; en Fitz knikte.
Cipriani de Lloseta zag hen niet aan; hij
keek naar beneden in het wazig blauw van
de vallei aan hun voet. Zijn rustige, gedul
dige oogen keerden zich geen enkel maal af
gedurende zijn verhaal, als vertelde hij de
uit de stof ontstaat, dan moet toch een paard
uit de mesthoop kunnen komen."
Voor 100 jaar was de wetenschappelijke
wereld nog niet overtuigd van de rol, die de
bacterie speelde eft het is Pasteur geweest, die
dit onomStoctelijk vastlegde. De kiem van de
leverbotziekte is een eitje. Door de dun--
darm dringt de leverbot naar de lever. D"
zijn wereld. Daarin leeft hij als een voge. .a
de lucht. In de lever scheidt de leverbot ver
schillende vochten af en het gebeurt ook wel
eens, dat hij in het buikvlies komt, maar dan
is hij op den verkeerden weg en dan vergaat
het hem als de mensch, die niet van den ver
keerden weg terugkeert en is hij gauw verlo-
ren.
In de lever behoort de leverbot thuis. Daar
leeft hij van het bloed, dat in de lever aan-
wezig is, legt daar eieren, doet zijn leverbot
plicht en zorgt daar voor de instandhouding
van het geslacht. Gewoonlijk verblijft hij daar
tot het volgend jaar, tot Mei of Juni.
Dit hangt af van het vochtige weer. Daarna
sterft hij af. Wanneer een leverbotechtpaar
bij een schaap is binnengekomen, en zich ge-
nesteld heeft in de lever, dan moet men niet
denken, dat dit echtpaar daar een heel gezin
vormt. Er worden daar wel eieren gelegd,
maar die moeten de achterdeur van het
schaap weer uit.
In droge jaren worden door het schaap
weinig kiemen opgenomen en verandert er
niet veel aan de lever. Maar wanneer er hon-
derde kiemen in de lever komen, men heeft er
wel eens vier tot vijf honderd in een lever van
een schaap gesteld, dan gebeurt er wat an-
ders. Want een lever is een buitengewoon ge-
wichtig orgaan voor den voedsel- en bloeds-
omloop. De leverbot prikkelt de lever en die
wordt ontstoken. Ook trekken al die honderde
leverbotten veel voedsel weg. In den eersten
tijd bemerkt men niets, maar na eenige tijd
begint het schaap er beroerd uit te zien. Het
schaap krijgt waterzucht, enz. Dikwijls komt
het niet zoo ver, omdat de boer het zaakje a!
reeds eerder niet vertrouwde en het schaap
liet afmaken. Gebeurt dit niet, dan kan het
schaap zelfs aan de leverbotziekte ten grondt
gaan. En wel, omdat een van de edele orga-
nen van het dier er door wordt aangetast. Als
regel wordt het dier uitgeput en gaat het ten
gronde.
Ten aanzien van de lotgevallen van het ei,
vertelde spr., dat na een viertal weken de
leverbot gegroeid is tot een volwassen dier,
dat de leverbot zoo wel mannelijk als vrouwe-
lij.k lijkt, zoodat men niet weet, hoe hij de be-
vruchting klaar speelt. Wel weet men, dat hij
eieren legt, die de achterdeur van het schaap
uitgaan. Wanneer die eieren nu terecht ko
men op een drogen bodem, dan gaan zij ten
gronde, omdat zij niet weerstand biedend zijn
Zij moeten het liefst in een plasje terecht ko
men. Als dat gebeurt, dan gaat na 4. 5 of 6
weken, die hangt van de temperatuur af, een
kapje open en komt er uit het ei een klein
diertje, dat men myrasidium noemt, een bui
tengewoon lustig snaakje, dat in het plasie
rond vliegt. Op den duur zou dit diertje ook
ten gronde gaan, wanneer in het plasje niet
aanwezig was een klein slakje. Het diertje
tracht dan ook in het slakje te komen, komt
daar ook in en wordt dan omgezet in een
sporocyste, wat niets anders is dan een zak
met eieren, die als zoodanig niet kan btijven
bestaan, maar barst en waaruit de eieren
kruipen, die dan al in het derde stadium zijn,
waaraan al een kop zit en darmen en die redi
genoemd worden naar den Italiaanschen bac-
terioloog Francesco Redi, een tijdgenoot van
Leeuwenhoek. Die redi kruipt bij het slakje
in de lever, splitst zich daar en die dochter
redien ontwikkelen zich tot cercarie, een
diertje, dat zich erg beweegt en zich bij het
slakje met gemakkelijk schijnt te gevoelen en
dan ook weer naar buiten dringt. Dit diertje
geschiedenis aan de vallei en aan de heuvels.
„Toen ik nog heel jong was, ging alles te
voorspoedig met mij. Ik was rijk, ik bezat een
goede gezondheid en vrijheid en vele vrien-
den; het leven was veel te gemakkelijk en
eenvoudig voor mij. Ik was nog geen een-en-
twintig jaar, toen ik mijn lieve Rosa ontmoet-
te en verliefd op haar werd. Ook hier was het
weer te gemakkelijk, ook hier weer geen zor-
gen. Het lot is het wreedst, wanneer het te
weldadig is. De ouders wenschten het. De
twee families waren van even ouden adel,
even rijk; en eindelijk Rosa Rosa was
vriende'ijk genoeg om vriendelijk voor mij
te zijn."
Hier hield hij op, peinzend met zijn vinger
over zijn gladgeschoren kin wrijvend, zijn
lang profiel naar Eva gekeerd, die als uit
bruin marmer gehouwen, afstak tegen het
somber wazige der vallei. Eva was nieuws-
gierig naar deze vrouw, deze Rosa, die veer-
tig jaar in haar graf was. Zij zou wel eens
willen weten wat voor soort vrouw dit moest
geweest zijn, dat zij gedurende al deze jaren
de liefde van een man had behouden door een
enkele herinnering, maar dat Rosa vriendelijk
is geweest, verwonderde haar niet.
„Zij zag dingen in mij die niet bestaan",
ging Cipriani de Lloseta rustig voort. „Zoo
is het altijd met vrouwen, wanneer en man
nen mogen er God voor danken dat het zoo
is."
Hij lachte schamper, een lach, die het oor
onaangenaam aandeed -de lach van een
man die regelrecht tot den bodem van het le-
heeft een buitengewoon sterke staart en koml
weer in het water en kan wel tegen droogte.
Het kan heele afstanden afleggen, komt in de
wei tot rust, verkalkt zich naar buiten tot er
weer een eitje ontstaat, waaruit de leverbot
zich ontwikkelt. Als het schaap den mensch
of een rund het water met de eitjes drinkt,
u kan daaruit de leverbotziekte ontstaan.
-- clijes noemt men cijsten.
Men gevoelt nu, hoe moeilijk het is om de
leverbotziekte te bestrijden. Met politiemaat-
regelen kan men niet veel uithalen. Om alle
schapen af te maken, is onzin. Het geheim
van den smid is dan ock, te trachten, om den
cirkelgang van de leverbot te breken en dit
kan men bereiken, door te zorgen, dat de
diertjes de slakjes niet vinden, waarin ze zich
thuis gevoelen.
Spr. las, dat de leverbotziekte overal, be-
halve in IJsland, voorkomt. Dit kan zijn,
maar dan moet ook het slakje zich in IJsland
niet vertoonen.
Spr. vertoonde hierop de film, die hij in
Duitschland zag, .zeer interessant oordeelde
en eerst in teekehing en daarna in beelden uit
de natuur den cirkelgang, die de leverbot
maakt, vertoont.
Bij de bestrijding, aldus spr., is het dus
zaak, ervoor te zorgen, dat het slakje, de
tusschengastheer van de leverbot, zich in de
weide niet kan ontwikkelen, door te zorgen
voor betere draineering. Van veel belang is,
ervoor te zorgen, dat het land vrij blijft van
plassen. Greppels met water zijn een te goede
gelegenheid om de slakken tot ontwikkeling
te brengen. Het komt er niet op aan, of er at
of niet een paar leverbotten in het schaap ko
men. Het gaat erom, om de groote hoop kwijt
te raken. Als men dat niet kan dan bestaan
er ock diverse geneesmiddelen, waarvoor spr,
de waarde achter niet kent. De waarde daar'
van te bepalen, moet men aan de practiseeren-
de dierenartsen overlaten.
Na spr. eerste lezing over dit onderwerp
ontving hij van zeer vele leveranciers de
mededeeling, dat zij het beste middel tegen de
ziekte hadden en zij verzochten hem daarbij,
die middelen te propageeren. Daarvoor ont-
houdt spr. zich echter, omdat hij op dit ge-
bied geen ervaring heeft, aangezien* hij de
middelen niet heeft toegepast.
Applaus!
De Voorzitter sloot hierop de verga
dering, aangezien geen der aanwezigen een
vraag stelde, met een bijzonder woord van
dank aan den spr. en het uitspreken van den
wensch, dat de vereeniging Prof. Hemmelts
nog eens voor een dergelijke voordracht be-
reid mocht vinden.
HEILOO.
Dezer dagen is men begonnen aan de
werkzaamheden van den aanleg van de war
tcrleiding in de Boekelereneer.
Wij vernamen, dat deze uitbreiding een ge-
volg is van de bespreking in de Prov. Staten,
waar de wenscheliijkheid bepleit is om ook
die gebiederi, die niet dadelijk winstgevend
zijn, bij de waterleiding aan te sluiten.
DE NOORDERMARKTBOND.
Het Bondsbestuur vergaderde Dinsdag 17
dezer in het lokaal van den heer Dekker.
Wegens ziekte was afwezig de heer K,
Oudeman en met kennisgeving van verhinde-
ring de heer C. van Langen, beiden van
Heer-Hugowaard-Noord en den heer C. de
Boer van Haringkarspel Oost.
Door den voorz., den heer S. Brugmans,
werd de vergadering geopend waarbij spr.
den wensch uitsprak, dat het nog restfnd
deel van het seizoen '21—28 zoodanige re
sultaten zal mogen opleveren, dat het als een
gunstig jaar geboekt kan worden.
Door den heer J. Kliffen, secretaris, wer-
den de notulen gelezen, welke werden goed-
gekeurd.
ven is afgedaald, en nu weer naar boven komt
met een honenden lach.
Eva en Fitz verroerden zich niet. Deze
geschiedenis was als oude wijn, die vele jaren
vergeten in het donker heeft gelegen, hij moet
zorgvuldig worden behandeld. Henry C. keer-
de zich om op zijn zijden kussen en terwijl hij
zijn groote donkere oogen opsloeg keek hij
den spreker aan met dat kinderlijk vaste in
den blik, dat wel eens meer zou kunnen zien
dan wij vermoeden.
„Wij trouwden" hij brak even af en
maakte een beweging met zijn hoofd in de
riehting van Palma, achter hem, aan de lin
ker hand ,,in de kathedraal en wij waren
uiterst gelukkig. In dien tijd woonden, of lie
ver logeerden, de Harrington's in dit huis
bij uw goeden vader. Geen van u beiden zag
ooit den Honourable George Harington; ge
verliest daar bitter weinig aan. Om de een of
andere reden begonnen zij heel dikwijls naar
Lloseta te komen om een van de vele re-
denen van mrs. Harrington. Zij was altijd
een zonderlinge vrouw, voor alles wat zij
deed had zij een reden, iets wat ik, ouder-
weHch man, niet goed vind in een vrouw.
Zij hield niet van mijn echtgenoote Ik kon
dat zien door al haar liefheid en hartelijk-
heid heen. Ik weet niet waarom. Mannen kun
nen die diftgen niet begrijpen. Rosa was hee'
moou'
(Wordt yervolatf.)'
Als ge alias hebt baproefd en de energie voor uw zaak U nog niet
de resultaten heeft gebracht, die U zich hadt voorgesteld, beslultdan
tot het nemen van een regelcontract In een goed, door alle standen
gelezen dagblad Wij twijfelen niet, ot dit zal U zeer zeker brengen
tot het gewenschte succes. Het zal blijken HET MIDDEL te zijal