mtmaarsGke Curat
Hadio-faoekje
De film als knnstniting.
Zeetijdingeit
Honderd dertigsfe iaarpng,
SCH00LGELDHEFFING VOOR DE
LAGERE SCH0LEN.
No. 13 1928
Katerdaf 11 Januari.
Zondag 22 Januari.
Hilversum, 1060 M. 12.301.50 Lunch
muziek door het F'ongaarsche orkest onder
leiding van Pegejozef. 1.50—2.15 Vocaal
concert door Mej. C. van Rhijn. 2.204.30
Opera-concert door het orkest van de „Co-
Operatie", onder leiding v;ui Henri Zelden-
rust. Mevr. Liesbeth Poolman—Meissner,
Mej. M. Adriani en de H.H. Schulze en
Willem Herckenrath. 5.6.15 Vooravondcon-
cert door het radio-trio. 6.30 V. P. R. O. Uit-
zending van den kerkdienst in het Gebouw
van den N. P. B. te Hilversum. Voorganger:
J. M. Leendertz, naar aanieiding van den
tekst Joh. XII 47. F. Kloek, orgel. V. P. R.
O.-Koor onder leiding van F. Kloek. 8.—
Persberichten en sportuitslagen. 8.10 Opera-
avond. „Thai's", opera in 3 bedrijven van
Massenet. Athanael, Paul Pul. Nicias, J. R.
Schulze. Palemon, Gerard Leenders. Thais,
Helene Cals. Crobyle, Elise de Haas. Myn-
tale, Annie Veenenbos. Albine, Jo Jansen.
Het stuk speelt in de 5e eeuw na Christus.
Het versterkte omroep-orkest onder leiding
van J. J. van Amerom. Algem. voorber.,
Chris de Vos.
Huizen, 1950 M. 8.30—9.50 N. C. R. V.
De Morgenwijding wordt geleid door den
beer Joh. de Heer, redacteur van het Zoek-
licht, te Rijsenburg. Zang door aen heer en
mevr. Joh. de Heer. Onderwerp: „Hoe de
Pottenbakker uit leem een kunstwerk maakt".
9 50 N. C. R. V. Kerkdienst vanuit de Groote
(Hervormde) kerk te 's Gravenhage. Voor
ganger: Dr. F. van Gheel Gildemeester,
rlerv. Predikant aldaar. 12.301.30 K. R.
O. Lunchmuziek door het Lunch-trio. 1.30
2.15 Verteluurtje door een zuster van Huize
„Bethanie" te Bloemendaal. 2.304.Con
cert door het Concertgebouworkest te Amster
dam, onder leiding van Pierre Monteux. 4.
5.Ziekenuurtje met medewerking van den
Wei eerw. heer v. d. Hoeck, kapelaan te Ant-
werpen. Seoretaris van het Z. A. in Belgie.
6.20 N. C. R. V. Kerkdienst vanuit de Evang.
Luthersche kerk, Spui te Amsterdam. Voor
ganger: Ds. H. L. Boerlijst, Ev. Luthersch
Predikant te Amsterdam. 7.308.K. R
O. Apologie door Prof. W. Arts, Missiehuis,
Velperweg te Arnhem. 8.10.30 Concert-
avond met medewerking van den heer H. van
Loon, bariton en het K. R. O.-orkest onder
leiding van den heer Martin van de Ende.
F. Boshart, piano. Spr. Ed. Haeren: Het
aandeel van Paul Bourget in de katholieke
hernieuwing der Fransche letteren. 10.30
Epiloog. Koor onder leiding van den heer
Piekkers.
Daventry, 1600 M. 3.50 Een Engelsch-
programma. Het militair orkest en K. winter,
sopraan. K. Ellis, bariton. 5.405.50 Ver-
teilingen uit het Oude Testament 8.20 Kerk
dienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 9.10
Nieuwsberichten. 9.25 Kamermuziek. Het
Londensche kamer-orkest en O. de Foras, so
praan. 10.50 Epiloog.
Pariis ,Jtadio-Paris1750 M. 12.20 Kath.
Morgenwijding. Koorzang en preek. 1.05
2.10 Orkestconcert. 4.505.50 De Homony
ms Jazz. 8.35 Causerie. 9.3511.20 Dans
muziek.
Langenberg, 469 M. 8.20—9.20 Morgen
wijding. Koor en soli. 11.2012.20 Orgel
concert. 12.201.20 Orkestconcert. 2.50
3.20 Beethoven's pianosonaten. 4.505.20
Orkestconcert. 5.506.35 Declamaties. 6.45
7.15 Dansies. 7.30 „Die lustige Witwe",
operette in 3 acten an Lehar. Daarna tot
11.20 Dansmuziek.
Zeesen, 1250 M. 8.20 Morgenwijding.
10.50 Solistenconcert, piano, viool en so
praan. 3.50—5.20 Orkestconcert. 7.50 Mili-
taire muziek. Historische marschen in chrono-
log. volgorde. 9.5011.50 Dansmuziek.
Hamburg, 395 M. 8.35 Morgenwijding.
10.50 Orkestconcert. 12.25 Orkestconcert.
1.35 Middagconcert. 5.20 Orkestconcert.
7.20 „Paganini", operette in 3 acten van
F. Lehar. 10.5011.50 Dansmuziek.
Brussel, 509 M. 5.206.20 Dansmuziek
8.35.10.35 Concert. Orkest en Mile. Das-
noy-zang.
Maandag 23 Januari.
Hilversum, 1060 M. 12.Politieberichten.
12.352.Lunchmuziek door het Radio-
Trio. 4.405.55 Kinderuurtje onder leiding
van mevr. Ant. van Dijk. 6.—7.15 Concert
door het radio-trio met medewerking van Jos.
Stouwer, Jac. Dikker. Frits Kloek en J. Kek-
ster, viclisten. 7.157.45 Engelsche les voor
beginners. 7.45 Politieberichten. 8.10 Con
cert door het Omroep-crkest onder leiding
van Nico Treep. Henriette Sala, sopraan en
Hans BronsgeestThyssens, bariton. De
Romantische D.uitsche Opera. 10.Persbe
richten.
Huizen, 1840 M. (Na 6 uur 1950 M.)
12.301.45 N. C. R. V. Orgelconcert. Het
ergel wordt bespeeld door den heer H. v. d.
Horst Sr. Organist der Nieuwe Walen
Kerk. 4.5.— Ziekenuurtje N. C. R. V. te
Leiden door Ds. G. Laarman te Hilversum.
6 157.— Spreker N C. R. V. Vierde cau
serie van Ds. Jac. van Nes te's Gravenhage,
over: „Bijzondere Joodsche gebruiken". 7.
7.30 Lessen Instituut Schoevers vanuit den
Haag. 7.30—S.— Spreker N. C. R. V. Om-
roeper. 8.159.30 K. R. O. Uitzending van
uit Nijmegen ter gelegenheid van de Dr
Schaepman-herdenking, in het Concertge-
bouw „De Vereeniging" Academische zitting
van den Senaat der R.K Universiteit, onder
leiding van den Rector Magnificus prof Dr
Jac. van Ginneken. Het woord wordt gevoerd
door: Prof. Dr. H. F. M. Huybers over
Schaepman als Emancipator. Prof. Mr. Dr.
J van der Grinten over Schaepman als
Staatsman. Prof. Dr. J. Hoogveld over
Schaepman's Sterfbed. 9.30—10.— Het ge-
mengd koor Arti Vocali, onder leiding van
den heer Arnold Martens. Rede van Prof.
^r- J A. J. Barge, waarna sluiting. 10.
10.45 Vergadering van de Nijmeegsche R.K.
Kiesvereeniging „Recht voor Allen", onder
leiding van den voorzitter, den heer A. van
der Steen.
Daventry, 1600 M. II.20 Daventiy-fcwar-
tet en solisten, piano, sopraan en bariton.
I.202.20 Orgelconcert. 2.50 Lezing. 3.20
Concert. 3.25 Causerie: History and Mytho
logy. 3.40 Concert. 3.50 Concert voor so
praan en alt. 4.20 Dansmuziek. 5.20 Huis-
houdpraatje. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dans
muziek. 6.40 Berichten. 6.50 Nieuwsberich
ten. 7.05 Dansmuziek. 7.20 Dram, critiek.
7.35 Liederen van Brahms, voor bariton
7.45 Duitsche les. 8.05 Variete. 9.20 Nieuws
berichten. 9.35 Causerie door Capt. Eckers-
ley. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55 „Mr. Wu",
schets van Vernon en Owen. 11.2012.20
Dansmuziek.
Pariis „Radio-Paris"1750 M. 10.50—
II.Concert. 12,502.10 Orkestconcert.
4.5.Literaire en muzik. matinee. 8.50
11.20 „Herodiade", opera van Massenet.
Fragmenten.
Langenberg, 469 M. 12.25—1.50 Orkest
concert. 5.20—6.20 Orkestconcert. 7.35 Col
legium Musicum". Werken van Beethoven.
Orkest onder leiding van Dr. A. Froehlich.
Daarna tot 11.20 Dansmuziek.
Zeesen, 1250 M. 11.207.05 Lezingen en
lessen. 7.30 Josma Selim en R. Benatzky,
Chansons. 9.50—11.50 Vroolijk concert. Or
kest en H. Schwarz, tenor.
Hamburg, 395 M. 5.15 Orkestconcert.
6 20 Orkestconcert. 7.20 Instrumentaal con
cert. 8.50 Voorlezing uit de werken van Paul
Apel. Daarna concert.
Brussel, 509 M. 5.206.20 Trioconcert.
8.3510.35 Concert. Orkest en Mile. Leclerc,
piano.
il.
In dit tweede artikel'tje zullen we ons dan
bezig houden met de belangrijkste voorge
stelde wijzigingen.
Allereerst dan wordt voorgesteld aan de
gemeentebesturen de bevoegdheid te geven
sehoolgeld te heffen naar draagkraebt en
welstand. Dat kan stellig een verbetering be-
teekenen.
Meerdere malen toch komt het voor, dat
draagkracht en belastbaar inkomen niet in
overeenstemming zijn.
Het geval is geenszins denkbeeldig dat in
een gezin bijv. twee dienstboden worden ge-
houden, of een woning in gebruik is met een
heel hooge huurwaarde enz., terwijl toch de
belastbare som zeer laag is.
In de nieuwe verordening kan nu worden
bepaald, dat in zulke gevallen sehoolgeld kan
worden geheven naar het vermogen, of naar
een of meer grondslagen der Personeele Be-
lasting.
In de plaats van de belastbare som, die in
de praktijk zooals gezegd tot een zwaarderen
druk voor de groote gezinnen heeft geleid,
wordt het gezinsinkomen gesteld.
We gelooven voorhands niet dat op dit
punt een verbetering zal worden bereikt.
Nemen we toch het volgende geval
Een vader heeft een inkomen van 1200,
een jongen van 14 jaar werkt op een fabriek
en verdient 4.per week, terwijl een
meisje naar de waschinrichting gaat en ook
4.per week thuis brengt.
Van schoolgaande kinderen uit dat gezin,
zal dan sehoolgeld geheven kunnen worden
niet naar een inkomen van 1200, doch naar
een van 1600.
Stel nu daarnaast dit geval, een klein ge
zin, waar men het wat „beter kan doen,"
een zoon van 14 jaar en een schoolgaand
kind. De jongen behoeft daar dadelijk niet
te verdienen, gaat naar een baas, om een
vak te leeren.
Wat is het gevolg?
Dat voor het kind uit het tweede gezin
minder sehoolgeld behoeft te worden betaald
dan voor de kinderen uit het eerste gezin.
Groot is ook het aantal meisjes, dat al
spoedig in dienstbetrelcking gaat.
Als het gezin groote behoeften heeft, zoekt
moeder voor het kind een dienst voor heele
dagen. Dan blijft het meisje dus lid van het
gezin en worden de gezinsinkomsten met bijv.
150 verhoogd.
Indien de financieele positie van het ge
zin iets gunstiger is het loon van vader
is niet hooger, maar er zijn minder jonge
kinderen dan gaat het kind in een betrek-
king voor halve dagen, en bezoekt's middags
een naaischool of huishoudcursus.
Door de verdiensten van het meisje wordt
het gezinsinkomen dan met slechts bijv. 75,
vermeerderd.
En wanneer de welstand van het gezin nog
iets beter is, dan gaat de dochter niet zoo
vroeg de deur uit, doch mag 's morgens
moeder wat helpen met licht huiswerk en
kan het overige van den dag besteden voor
gepaste ontwikkeling.
In dat gezin zullen dus de gezinsinkom
sten niet verhoogd worden.
Zoo zien we: het eerste gezin betaalt het
hoogste sehoolgeld, het tweede iets minder,
het derde het laagste sehoolgeld.
Neen, we kunnen een schoolgeldheffing
naar het gezinsinkomen niet bewonderen.
Nog een ander geval.
Jan heeft een betrekking van 50,per
maand; maar moet dure lessen nemen om
in de toekomst zijn positie te verbeteren. Hij
betaalt 40 kostgeld en houdt dus onvol-
doende over om deze lessen te kunnen bekos-
tigen Geld geven kunnen vader en moeder
ook niet, maar de oplossing wordt in een an-
dere richting gevonden:"
Jan komt thuis in de kost en moeder
„maakt" het wel met het kostgeld.
Een gulden of vijf in de week houdt wel
niet over, maar de jongen kan zich verder
bekwamen.
En wat gebeurt er nu?
Vanaf het oogenblik, dat de ouders hun
kind in huis nemen, wordt het schoo'geld
voor een jonger zusje verhoogd.
Zoo zouden er nog zeer veel andere geval
len zijn te noemen. We zullen dat evenwel
niet doen, want we meenen voldoende duide-
lijk te hebben gemaakt, dat we niet mee kun
nen gaan met een schoolgeldheffing naar
het gezinsinkomen, tenzij men bepale, dat in-
komsten van andere leden van het gezin dan
de kostwinner, beneden een zeker bedrag,
buiten beschouwing bhjven.
Van zeer groote beteekenis achten wij de
voorgestelde wijziging betreffende het innen
der schoolgelden.
Inden tot dusver de gemeentebesturen de
schoolgelden, straks zal het mogelijk wor
den, dat de Raad In de verordening oepaalt,
dat de schoolgelden door de onderwijzers
zullen worden geind.
In den goeden ouden tijd, voor 1920, deden
de hoofden van scholen dat dikwijls.
Ik herinner me nog heel goed, hoe onze
meester maandelijks de schoolgeldbriefjes
schreef. Sommige kinderen betaalden 30 ct.,
andere een dubbeltje in de maand en er wa-
ren er ook, die niets betaalden.
Je wist het dus maar zoo dadelijk en bij
een ruzietje kon het fijn te pas komen: „Wij
zijn toch lekker rijker dan jullie!"
In „School en Huis" van 8 October '27
lezcn we het volgende:
Het is opvoedkundig een allertriest iets,
wanneer getrouw elke week de kinderen weer
eens te zien krijgen, hoe hun ouders financieel
onderscheiden zijn; wanneer elke week de
voornaamheid gedemonstreerd wordt der
kinderen, die zoo rijk zijn, dat pa sehoolgeld
op een biljet aan een kantoor betaalt en
daartegenover een clubje minder goed gesi-
tueerden zich gesignaleerd ziet als de ar-
moedzaaiers, die ,,centen" meebrengen."
Uit opvoedkundig oogpunt moeten wij ons
daarom met klem tegen deze wijziging ver-
zetten.
Maar er is meer.
Vroeger berustte de schoolgeldinning bij
het hoofd. In kleine scholen was de admi-
nistratie van geringen omvang, de briefjes
konden ook, zoo noodig, onder schooltijd
worden geschreven.
En de groote scholen hadden meest een
ambulant hoofd; die dus tijdens de school-
uren den tijd kon vinden voor het bijhouden
der schoolgeldadministratie.
Bij het openbaar onderwijs bestaat thans
het ambulantisme niet meer en de wetgever
heeft blijkbaar het hoofd der school niet de
inning voor de heele school durven opdragen.
Het zou ook geen kleinigheid zijn voor een
school met een paar honderd kinderen dat
zaakje in orde te houden. Daarom wordt er
in het wetsontwerp gesproken van onder
wijzers, die de schoolgelden innen.
We weten niet of het de bedceling is, dat
de onderwijzers „afrekenen" met het hoofd
of rechtstreeks met de gemeente, maar we
vermoeden, dat het laatste wel het geval
zal zijn.
Dan zullen dus in Alkmaar weldra een
60-tal juffrouwen en meesters de centen en
dubbeltjes wekelijks of maandelijks uittellen
aan het loket van den ontvanger!
Mogelijk wordt het dan een volgende her-
ziening zoo, dat elk onderwijzer een reke-
ning-courant opent met de gemeente en aan
het einde van de maand zijn saldo-biljet thuis
krijgt.
Werkelijk, ook wij kunnen niet anders
zeggen: het is allertriest!
Een andere wijziging, waar nog even de
aandacht op moet worden gevestigd is deze,
dat het minimumschoolgeld uit de wet ver-
valt.
Dat minimum bedraagt thans 5 cent per
week; de vacantien medegerekend.
Aanstonds mag de gemeente zelf het mini
mumschoolgeld bepalen.
Daaraan is een gevaar ver'oonden n.l. dat
het minimum omhoog zal gaan en die kans
is des te grooter, omdat het maxium bedul-
dend lager zal zijn.
Opvoeren van het minimum o.a. kan mid>-
del zijn de totale ontvangst aan schoolgelden
op ongeveer hetz'elfde bedrag te handhaven.
En bovendien: hoeveel gemakkelijker is het
wekelijks een dubbeltje sehoolgeld aan mees
ter af te dragen, dan een aanslagbiljet van
3 te voldoen.
Vermelden we ten slotte, dat bij de a.s.
schoolgeldheffing rekening mag worden ge-
houden met het aantal kinderen, dus ook
de niet-schoolgaande, van het gezin en dat
verder bij het sehoolgeld voor lager en uitge-
breid lager onderwijs geen rekening meer
behoeft te worden gehouden met de vexhou-
ding van de kosten van beide soorten onder
wijs, dan zijn de hoofdzaken daarmede ge-
releveerd.
Bezien we thans de voorgestelde school
geldheffing in verband met de financieele
gelijkstelling.
Door de vrijheid in schoolgeldheffen
heeft de bijzondere school stellig een voor-
sprong op het openbaar onderwijs.
Straks moeten de schoolbesturen zelf de
schoolgelden innen. Tenzij dat in de akte
van benoeming wordt opgenomen, zullen de
onderwijzers aan de bijzondere scholen van
dat baantje verschoond blijven, temeer, waar
de kosten, die op de inning vallen, aan de
gemeente in rekening kunnen worden ge-
bracht.
Verder verstrekt de gemeente aan het
schoolbestuur een afschrift van de kohieren
en er wordt sehoolgeld afgedragen naar de
heffing van het openbaar onderwijs. Het
surplus mag worden behouden.
Zoo is het ook thans al, doch op het
oogenblik is het officieele „schoolgeldvoor
openbaar en bijzonder onderwijs gelijk.
De mogelijkheid grenst echter aan waar-
schijnlijkheid, dat door de nieuwe bepalin-
gen dat surplus beduidend grooter zal wor
den, omdat voor het openbaar onderwijs het
maximumschoolgeld tot op minder dan de
helft wordt teruggebracht terwijl de heffing
voor het bijzonder onderwijs ongewijzigd
kan blijven.
Vreemd doet het voor ons gevoel verder
aan, dat de oninbare posten door het school
bestuur op de gemeente kunnen worden ver-
haald, zij het dan onder goedkeuring van
den Raad.
De gemeente heeft dus niets te zeggen
over de wijze van inning, maar mag alleen
de stroppen betalen!
Wat gebeurt er als een schoolgeldplich-
tige bij het openbaar onderwijs niet betaalt?
Dan beschikt de gemeente over geduchte
maatregelen.
Als de nalatige niet op tijd betaalt, dan
ontvangt deze eerst eem aanmatung. Helpt
deze herinnering niet, dan volgt terstond een
dwangbevel.
Over a! deze maatregelen heeft het school
bestuur niet te beschikken, zoodat het in de
toekomst „makkelijker" zal zijn kinderen op
de bijzondere dan op de openbare school te
hebben.
Wanneer we verder nog opmerken, dat er,
blijkens het Voorloopig Verslag, al stemmen
zij opgegaan, die het onjuist achten, dat de
wetgever het 8choolbe$tuur verplicht sehool
geld te heffen en dat men voor de bijzondere
school de vrijheid erlangt om al of niet
sehoolgeld te heffen naar eigen wensch. dan
kunnen we niet anders dan onzen spijt er
over uitspreken, dat op dit punt de finan
cieele gelijkstelling teniet is gedaan.
In een slotartikeltje nog een enkel woord
over de Alkmaarsche schoolgeldheffing.
Filmstrijd. De eischen voor een
If goede film. Een opmerkelijke
critiek.
Nog slechts weinige jaren geleden
zou een groot deel der lezers eenerzijds be-
denkelijk hebben opgezien, anderzijds vergoo
lijkend geglimlacht hebben om een min
of meer ernstige aandacht, besteed aan een
curieuse moderniteit als de cinematografie.
Gelukkig zijn sedert zoowel tijden als ze-
den in gunstigen zin veranderd.
Velen zijn tot het inzicht gekomen, dat de
waanwijze onversehilligheid van hen, die
zich als intellect beschouwen, niets anders is,
dan een belachelijke negatie van een gewel-
dig verschijnsel, dat op den duur de wereld
voor zich zal weten te veroveren.
Steeds grooter wordt het aantal der critiei,
die door ernstige studie het zuivere wezen
der filmkunst trachten te achterhalen, om
vervolgens vanuit een wel-overwogen stand-
punt de ontelbare, maar helaas wat moreel
en artistiek gehalte aangaat zeer ongelijk-
waardige producten der film-industrie "te
proeven en te beoordeelen. Daarnaast groeit
ook ondei- de massa de waardeering voor de
zich opmerkelijk-snel ontwikkelende cinemato
grafie.
Toch meene men niet dat het pleit reeds
gewonnen is. Nog vecht de rolprent voor de
erkenning van haar bestaansrecht; nog is
het mogelijk, dat de filmhaters zich bedienen
van vrijwel bespottelijke argumenten om aan
alles wat met de bioscoop maar in de verste
verte in verband staat afbreuk te doen; nog
zijn vooroordeelen in omloop voorab onder
de meer ontwikkelden, die slechts een deugde-
lijke ontzenuwing behoeven om voor goed
uit de wereld te worden geholpen. En nog
kan inderdaad gezegd worden, dat het over-
groote deel van wat ons in de bioscoopthea-
ters te slikken wordt gegeven weinig meer is
dan dronkemanssentimentaliteit, keukenmei-
denromantiek, versleten cowboy-branie en
verwerpelijke sentualiteit.
Ondanks dit alles echter baant de film zich 'n
weg en ondanks de onbillijke miskenning van
velen, zal zij op den duur de overwinning
weten te behalen. Scheppingen als Zonsop-
gang, Potemkin, Moeder (beiden zijn Russi-
sche producten), als Faust, Ben Hur, Variete,
etc. trekken de aandacht zelfs van de meest
verstokte filmbestrijders en zijn het beste
argument dat zich denken laat tegen 'n cri
tiek, die zich grootendeels baseert op de stel-
ling dat de film, ontstaan zooveel jaren na
het ontstaan van hemel en aarde, zooveel ja
ren dus na het allereerst onfluiken der an
dere kunsten, als kunst niet anders dan be-
strijding verdient, omdat zij haar geboorte te
danken heeft aan een samenvloeien van cul-
tuur en techniek.
Trouwens, ook zonder naar bepaalde
scheppingen te verwijzen, is het niet moeilijk
tot de conclusie te komen, dat strijden tegen
de cinematografie vechten tegen de bierkaai
beteekent.
Juist doordat zij geboren is uit een geluk-
kige combinatie van techniek en cultuur
een uitgeputte beschaving, die verlangde naar
iets nieuws waarin al haar droomen en
idealen onder een geheel nieuw licht getoond
zouden worden en ter vervulling van dien
wensch greep naar de onuitputtelijke hulp-
bron derTechniek is de film wel bij uit-
stek geschikt voor onze eeuw.
Zij is in staat de meest verschillende ge-
beurtenissen in weinige oogenblikken te
doen doorleven, beschikt bij gevolg over het
versnelde levenstempo waardoor onze tijd
wordt gekenmerkt. Zij bezit een beschaven-
den, ontwikkelenden invloed. Zij brengt ver-
poozing en mits van goed moreel en ar
tistiek gehalte kunstgenot dat valt binnen
het bereik van zelfs de meest bescheiden
beurs. En zij prikkelt fantasie en energie op
ongekende wijze.
Is het na deze geenszins volledige opsom-
ming nog noodig verdere positief-goede kwa-
liteiten van een welverzorgde rolprent aan te
halen?
De vraag rijst op, welke eischen aan een
goede film gesteld dienen te worden.
Het lijkt wellicht gemakkelijk hier een
antwoord op te geven, doch het is zulks in
wezen allesbehalve. Niemand nog heeft zich
gewaagd aan de hachelijke onderneming, een
proeve te schrijven van een filosofie der film-
kunst en gezien het stadium van voort-
schrijdende ontwikkeling waarin de cinema-
tografie nog steeds verkeert, zal het waar-
schijnlijk ook nog wel eenige jaren duren eer
iemand dit werk zal verrichten.
Toch valt er reeds meer over te zeggen,
dan men dikwijls vermoedt.
Men kan bijvoorbeeld een onderscheid ma-
ken tusschen de zoogenaamde literaire film
en de zuiver cinematografische, waarbij dan
onder de eerste verstaan dient te worden een
rolprent die door een opeenvolging van onbe-
rispelijk gecomponeerde doeken ontroeringen
tracht op te wekken en onder de zuivere film
eene, die door het onvermijdelijk groeien van
een gebeuren, geleidelijk stijgend van crisis
tot crisis naar een al of niet hoopvol einde,
hetzelfde wil bereiken.
Het behoeft geen betoog, dat de zuivere
film verreweg de voorkeur verdient, doch
evenzeer zal het duidelijk zijn, dat zonder een
literair, juister wellicht artistiek element de
zuivere film zou vervallen tot iets, wat men
realisme kan noemen, maar dat in wezen
scherper dient te worden gekwalificeerd, nl.
als een copie der realiteit. Het valt niet te
ontkennen, dat ook daarmede wel eens iets
bereikt kan worden, maar de ontroering is
dan dezelfde als die, welke uitgaaf van een
slechte colportageroman, waarvan de gruwe-
lijke geschiedenis met de zeven dooden op
iedere bladzijde, op zich zelf toch niet nalaat
indruk te maken.
De artistieke visie van een talentvol regis-
seur, die de beschikking dient te hebben over
goede acteurs, is dus noodig om een rol
prent boven het middelmatige te doen uitstij-
en. De atmosfeer is een der voornaamste
oedanigheden van de film.
Zwart- en wit-verdeelingen moeten de beel-
deo kunstwaarde geven, interieurs dienen ge-
vuld mef stemming en) leven, cretails moeten
verzorgd met de grootst mogelijke aandacht,
omdat zij het juist zijn, die dikwijls onvejw
moede ontroeringen wekken.
De aanschouwelijkheiH der film moet tof
het uiterste worden opgevoerd, het gebaren-
spel geperfectionneerd, opdat niet nogmaals
het gemis van het gesproken woord tot een
verwijt kan worden, maar de filmtaal, het ge-
baar, alles verduidelijkt, de substantie wordt
waaruit de film gestalte aanneemt. Daar
naast speelt het tempo, het rythme een ge-
wichtige rol: iedere seconde, die een beeld
zichtbaar blijft, doet de spanning, de ont
roering vermeerderen, iedere meter film telt
mee: juist het tempo is een der grootste film-
geheimen en er zou op deze plaats heel wat
te zeggen zijn aan het adres van heeren cou-
peurs, die zoo graag een film aan stukken
snijden en er door verbreking van het rythme
een bonte lappendeken van maken.
Geschiedt dit alles werkelijk, ja dan kan
er eindelijk gesproken worden van absoluut-
goede films. Maar, zooals gezegd, er ont-
breekt nog heel, heel veel aan
Ten slotte loont het de moeite, de aandacht
te vestigen op de bezwaren der filmbestrij
ders. Het is nutteloos in te gaan op de be-
wering, dat het tooneel alles volmaakter
toont dan de film, eenvoudig, omdat cinema
tografie en dramaturgic geheel verschillende
kunsten zijn.
Van meer belang is het verwijt dat ons
leven door de film vervlakken zou, omdat d<
film, zooals Paul Valery in het Januari-
nummer van La nouvelle Revue Fran^aise
schreef, alle vaststaande werkelijkheid de
eigenaardigheden geeft van den droom
van een kunstmatigen droom echter, die te-
vens is een uiterlijk geheugen, stipt als een
machine. Door het stilstaan der beelden en
door de vergrootingen wordt bovendien zelfs
de aandacht van buitenaf geregeld.
„Mijn ziel, aldus Paul Valery, wordt ver-
ontrust door deze begoocheling. Zij leeft op
het almachtige doek vol bewogenheid. Zij is
vervuld van de film-gewoonten: hoe men
glimlacht, hoe men zijn liefde verklaart; hoe
men over een muur klimthoe men doodt;
hoe men zichtbaar nadenkt
„Maar nog wonderliiker is een andere uit-
werking van deze beelden. Deze gemakkelijk-
heid is een critiek op het leven. Wat zijn
voortaan die handelingen en ontroeringen
waard, waarvan ik de wisselingen in haar
eentonige verseheidenheifi aanschouw? Ik
heb geen lust meer om te leven, want leven
is slechts gelijken op wat reeds bestaat. Ik
ken de toekomst van buiten."
Men moet den Franschen dichter ten deele
wel gelijk geven. Maar vormen zijn verwijten
niet een opmerkelijke erkenning van de
macht, die de film meer en meer, ook op
geestelijk hoogstaanden, begint uit te oefe-
nen en in dien zin een aansporing tot ver-
edeling der filmkunst in het algemeen?
G. B.
STOOMVAARTLIJNEN.
STOOMVAART MIJ. NEDERLAND.
Bali, 20 Jan. v. Amst. te Batavia.
Borneo, 20 Jan. v. Middlesbro te Amst.
Karimata, thuisr., 20 Jan. te Genua.
Madoera, uitr., 19 Jan. te Port Said.
Koningin der Nederlanden, uitr., 19 Jan. v
Southampton.
Prinses Juliana, uitr., 18 Jan. te Sabang.
Prins der Nederlanden, thuisr., 20 Jan. t4
Genua.
Salawati, thuisr., 19 Jan. v. Port Said.
Sembelan, 20 Jan. v. Amst. te Rotterdam.
Stmbilan, 20 fan. v. Amstrdam te Schiedant
KON. NED. STOOMB. MIJ.
Clio, 20 Jan. v. Amst. n. Rott.
Cottica, 20 Jan. v. Amst. n. W.-Indie.
Perseus, 20 Jan. v. Amst. n. Kopenhagen
Achilles, 19 Jan. v. Candia n. Calomata.
Adonis, 20 Jan. v. Amst. te Rotterd.
Ajajx, 20 Jan. v. Amst. te Rott.
Alkmaar, 20 Jan. v. Chili te Rott.
Aurooa, 20 Jan. v. Hamburg te Amst
Barait, 18 Jan. te Cristobal.
Doros, 19 Jan. v. Gibraltar te Oran.
Hercules, 18 Jan. v. S. Dominge City naar P,
Cortes.
Ilos, 19 Jan. v. Genua n. Livorno.
Irene, 19 Jan."v. Barcelona te Genua.
Jan van Nassau, 19 Jan. v. Bremen te Esb
jerg.
Jason, 19 Jan. v. Valparaiso n. S. Antonio
Merope, 19 Jan. v. Gibraltar n. Amst.
Notos, 19 Jan. v. Fiume te Gravosa.
Odysseus, 19 Jan. v. Bremen te Stettin.
Pollux, 19 Jan. v. Konstantinopel te Bourgas
Stella, 17 Jan. v. Curasao n. Carupano.
Stuyvesant, 19 Jan. v. Barbados n. Ply
mouth.
Theseus, 19 Jan. v. Pasages n. Mebas.
Zeus, 20 Jon. v. Valenvia te Amst.
KON. HOLL. LLOYD.
Drechterland!, thuisr., 20 Jan. v. Rott. f<
Hamburg.
Flandria, thuisr., 19 Jan. v. Buenos Ayres B
Santos.
Gelria, uitr., 20 Jan. v. Cherbourg.
Orania, thuisr., 20 Jan. v. Southampton.
HOLLANDAFRIKA LIJN.
Giekerk, thuisr., 19 Jan. v. Port Sudan naaf
Suez.
Heemskerk, 20 Jan. v. Rott. n. O.-Afrika via
Kaapstad.
Klipfontein, 18 Jan. v. Beira n. Mozambique
Meliskerk, 19 Jan. v. Lorenzo Marques te
Durban.
Nijikerk, thuisr., 19 Jan. v. Duinkerken naat
Antwerpen.
Springfontein, 20 Jan. v. Hamburg n. Amst
Zenada, 19 Jan. v. Bremen n. Hamburg.
Parana, 20 Jan. v. Kilindini n. Tanga.
HOLLAND—AUSTRALIA LIJN.
Almkerk (thuisr.) 19 Jan. te Duinkerken.
HOLANDBRITSCH-INDIe LIJN.
Ridderkerk 20 Jan. v. Bombay, 1. v Ham
burg, te Rotterdam.
Bovenkerk 20 Jan. x. Bombay te Karachi.
HOLLAND—AM ERIKA LIJN.
Kinderdijk, v. d. Pacifickust n. Rotterdam, 19
Jan. te San Francisco.
Cardiganshire 18 Jan. v. Milfordhaven n. i
Pacifickust.
Deli (charter) 20 Jan. v. Rotterdam n. Seatte
Pardo 18 Jana v. d. Pacifickust, 1. v. Rott*''
dam, te Hull.
HOLLAND*WEST-AFRIKA LIJN.
Algenib (uitr.) 20 Jan. te Lagos.
Drechtstroom 20 Ian. v. Amsterdam
West-Afrika- ---
1 1 ^ammragmyH—