Ilkiwstkt ConranL
De Yfifdwenei) noodmunten.
Op welke nijze moeten de
ZiaMerzeegTonden w orden
en.
FEU1LLETON.
Honderd dertigste Jaargang.
Woensclas,- 1 Februarl.
Radio-hoekje
Donderdag 2 Februari.
Hilversum, 1060 M. 12.— Politieberichten
12-352.Lunchmuziek door het Radio
jj-'io 3.4.Uurtje voor Wees- en
huizen door Mevr. Ant. van Dijk. 4.—4.30
fluisvrouwenhalfuurtje door Mevr. van der
JAarel—Burg: Mijn indrukken over het huis-
houdelijk werk van de vrouw in Amerika.
5 307.15 Vooravondconcert door het Orn-
roep-orkest onder Riding van Nico Treep.
Lion Contran, piano. 7.15 Engelsche les voor
gevorderden. 7.45 Politieberichten. 7.55—
8 15 Bespreking van het avondprogramma
door Louis Schmidt. 8.15 Aansluiting van het
Concertgebouw te Amsterdam. Caecilia, con
cert onder leiding van Prof. Max Fiedler.
Eugenia Wellerson, viool. In de pauze een
causerie door Leo StraussRadio in de
school. Na afloop Persberichten.
Huizen, 1840 M. (Na zes uur 1950 M.)
12.30—1.45 N. C. R. V. Lunchconcert,. Me-
dewerking verleenen: Mevr. B. Jonckers
Tiggers, sopraan, Amsterdam. De heer J. H.
E. Wittpen, fluit, Amsterdam. De heer J. E.
van Duinen, piano, Amsterdam. 6.-7.— N.
C R. V. Cursus Paedagogiek, cursus B,
daarna C) Les XII, door Prof. Waterink.
7—7.30 N. C. R. V. N. D. O. Uitzending
Instituut „Schoevers". Cursus Boekhouden
voor beginners, leeraar P. van Dam'. 7.30—
8.— N. C. R. V. Cursus paedagogiek (Cur
sus A.) door Prof. Waterink. 8.— N. C. R.
V. Concert vanuit het Gebouw Monopole te
Zandvoort. Spreker: Den WelEdel. Heer N.
Padt, wethouder der gemeente Zandvoort.
Onderwerp: „Causerie over Zandvoort". Mu-
zikale medewerking verleenen: Chr. Gem.
Zangverg. „Credo-Canto", directeur Wilh. J.
Osterveld. Gem. Zangverg. „Kunst na Ar-
Eeid", directeur E. Dees. Zandvoortsch-
Miuziekkapel. Dir. R. van't Hoff. Mevr.
Gemsner—van der Bos, sopraan.
Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst.
11.20 Daventry-kwartet en solisten, piano,
Ibariton en viool. 1.20—2.20 Gramofoonmu-
ziek. 2.50 Causerie: Feeding birds. 3.20 Ves
per in de Westminster Abbey. 4.05 Lezing.
4 20 Orkestconcert. 5.20 Concert-orgelbespe-
ling. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Daventry-kwar
tet. 6.35 Landbouwberichten. 6.40 Daventry-
kwartet. 6.50 Nieuwsberichten. 7.05 Voor
padvinders. 7.20 Muziek-causerie. 7.35 Mo-
derne Fransche pianomuziek. 7.45 Causerie.
8.05 Gerrard Williams-programma. Orkest
en koor. 0.05 Gedichtenvoorlezing. 9.20
Nieuwsberichten. 9.35 Causerie: Recollec
tions of Brahms. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55
Causerie van Andre Onarlot. 10.5012.20
Dansmuziek.
Parijs „Radw-Paris"1750 M. 10.50
-ll._ Concert. 12.50—2.10 Orkestconcert.
4—5.Kinderuurtje. 8.50 Concert. G. Co
lin, declamatie. Orkest. Hr. R. Krettly, viool.
Langenberg, 469 M. 12.251.50 Orgel-
concert. 5.20—6.20 Orkestconcert. 7.35
Lichte muziek. Werag-orkest en solisten
viool, fluit, hobo, clarinet, hoorn en fagot
Daarna tot 11.20 Dansmuziek.
Konigswusterhausen, 1250 M. (Zeesen).
1.207.05 Lezingen en lessen. 7.50 Opera-
concert. Merak-Weber, orkest. 9.50—11.50
Dansmuziek. Hoffman-kapel. Walter Carlos,
dansles.
Hamburg, 395 M. 4.20 Dansmuziek. 7.20
Gedichtenvoorlezing van Ingeborg Andresen.
„De Roop", spel in 3 acten. 10.5011.50
Dansmuziek.
Brussel, 509 M. 6.15 Kolonia-al bericht.
8 35 Orkestconcert. 9.25 Vocaal Kozakken-
sextet. 9.40 Werken van Isi Collin. Voorle-
zing. 10.0510.35 Dansmuziek.
De heer A. W. Michels, lid van Ged. Sta-
ten van Noord-Holland schrijft ons:
In de jongste begro-otingszitting der Pro
vinciale Stat-en van Noordt-Holland, in De
cember 1927, is eene mo-tie van den heer Ed.
Polak overgenomen door Ged. Staten, in wel
ke motie een onderzoek naar de organisati:
der Volksgezondheid in Noord-Holland werd
gevraagd en welke verbeteringen daarin zoo
noodig, ook van provinciewege zijn aan te
brengen. Het vraagst-uk is daarmee als van-
zel-f in het middelpunt der publi-eke belanu-
stelling geplaats-t en de verschillende vruch-
telooze debatten in de Noordhollandsche Sta
ten hebben daarmede eindelijk een slot gekre-
1928 afgdscnercen van de vraag, of dit slot
nu tot eenig bevredigend resul-taat zal leiden.
De Volksgezondheid is 'n terrein, dat in alle
politie-ke partijen tot 'n terrein van practische
Repassing en uitvoering wordt geacht en
waarvoor groote belangstelling bestaat. Voor
dit doel zijn alle partijen eenigermate royaai,
men heeft er geld voor over. Het Rijk geeft
circa 20 millio-en u-it voor de bevord'ering der
Volksgezondheidin de gemeenten worden
steeds grooter bedragen bes-chi-kbaar gesteld,
de provincien doen sinds een-ige jaren eveneens
krachtig me-de.
Noord-Holland staat daarbij wel vooraan
en het is dan ook niet te verwonderen, dat in
Kacuo- staten dezer provincie sinds jaren het stre-
Zieken- ven m,eri<t:)aar jS) iets -meer te do-en, dan alleen
gel-den beschikbaar stellen, hetzij aan de ge-
mieenten, hetzij aan particuliere instellingen,
die zi-ch de zo-rg der votksgezondheid hebben
aantretrokken.
Een zwa-k punt daarbij is, dtat de staats-
rechtelijke posit-ie van de provincie ee-n krach
tig desnocds dwingend optred-en in den weg
staat. 't Rijk heeft doo-r z'n geneeskundige wet-
ten het opp-er toezicht; de gemeenten zijn bij
de gemeentewet met de zorg der openbare ge-
zondheid belast, m-aar plants voor de provin
ciate overheid daartusschen is er niet. Na
tuurlijk heeft de provincie de bevo-egdheid,
om verordeningen te ma-ken die vo-or de ge-
heele provinciale bevolkin-g gelden; doch voor
de naleving daarvan bezit zij de machtsmid-
delen niet en daardoo-r zou zij du-s aangewe-
zen zijn, de gemeenten als haar uitvoeren-de
organen te gebmiken, die -daartoe echter (be-
houdens dan door de wet) niet gedwongen
kunnen worden.
De wet tot instelling van districtsgezond-
heids-diensten, door minister Aa-lberse in 1920
bij de ka-mer ingediend, doch uit zuinigheid
opgehouden, is we'l het beste bewijs, dat al
leen wettel'ijke regeling de oplossing kan
brengen. En in een der eerste artikelen van
deze o-ntwerpwet ko-mt volledigheid-shalv.-
z-elfs de bepaling voor, dat die gedaehte ge-
z-ondheickdiensten geen andere bevoegdheid
zu'llen bezitten, dan in die wet zelf o-mschre
ven. H-oe maohtig het college van Gedeputeer-
de Staten als toezichthoudend1 college over de
gemeenten en waterschappen ook is, deze
liclhamen dwingen tot uitgaven vo-or and-ere
doeleinden, -d-an bij de wet bepaald, kunnen zij
met.
We gelooven tro-uwens dat dit ook zeer
good is; doch we herinneren er sl-echts aan,
om te bewij'zen, dat r-echtstreeks regelend
1-eidend optred-en van provinciewege op dit
punt tot de onmogelijkh-eden behoort. Niette-
miin doet Noord-Holl-and zeer vee-1. Op de
provinciale begrootingen vinden we, behalve
vele kleinere subsidies ten bate van all-erlei
zaken de volksgezondheid betreffen-de, teza-
men ongeveer 16.000.dte vo-lgende be-
langrijke posten:
Subsidies aan de gemeenten
voor verpleging van on- en
minvermo-gende t.b.c.-lijders 100.000.
Subsidies aan vereenigingen
voor uitzending van zwak-
ke kinderen naar koloniehui-
zen 180.000.
Subsidies aan de Noordholland
sche vereen. tot bestrijding
dfer t.b.c.
Voor particuliere wij'kverpleging
Voor zuigdiing-enbescherming
Voor gemeentelijke wijicverple-
gingen
Vo-or de in a 1 a ri a best r i j ding
De provincie heeft door garantie van geld-
1-eeningen den bouw en de uitbreidin-g van -Sa
natoria, lighallen en koloniehuizen mogelijk
gemaakt, zoo oo'k van de Nazo-rgkolonie
Zonnestraal" te Hilversum. Dit alles is nut-
tig, en mooi en het geeft reeds vele bemoeiing
aan Ged. Staten en vooral aan de leden, meer
speciaal met deze zaken belast, om-dat de
provincie zich uiteraard zek-er toezicht en eem-
ge medezeggenschap voor haar geld voorbe-
houdt, maar direct o-ptreden, rechtstree-ks uit-
voeren dat d'oet de provincie niet. De uitvoe
ring ligt in handen of van particuliere ver
eenigingen, zooals de reeds genoe-mde, of van
de gemeenten, die bij art. 135 en 179 onder
letter 1. der Gemeentew-et daartoe zijn aange-
wezen. Het Rijk oefen-t daarbij de voornam-e
taak van het oppert-oezicht uit door middel
van zijn staatstoezicht op de Volksgezond
heid, welk orgaan tevens controle houdt op
d»e besteding der Rij'ksgelden voor dit doe!
toegestaan. De provincie heeft over de Rijks-
inspecteurs eveneens de beschikking, doch
mioet zich wat de controle op het verbruik der
provinciale gelden aangaat, beh-dpen met het
middel, om zi-ch in dte besturen der gesubs-i
dieerde vereenigingen te do-en vertegenwoo-r-
digen door een der leden van Ged. Staten
Overigens is zij niet de meest belangheb-
bende en kan zij naar onze meening h-est af-
gaan op- de controle die en het Rijk en vooral
de gemeentebesturen als vanz-elf ui-toefenen,
welke laatsten, doordat z-ij in de onmiddellijke
nabijhdd ziiteh, en er dikwijls ook finahcTeel
v-eel sterker bij betrokken zijn, di-e controle-
maatregel-en veel beter kunnen toepassen. Als
argument voor direct provineiaal optreden,
zoo dit al mogelijk ware, kan dus bet gebrek
aan controle op de provinciale gelden fce-
zwaarlijk -dienen, en dat de Stat-en in 1921
met groo-te m-eerderheid een motie hebben ver-
worpen, waarbij een geneeslnm-dig ambtenaar
aan een speciale af-deeling Volksgezondheid
ter Prov. Griffie werd gevraagd, achten wij
nog steeds een verstandige daad. Zulk een
ambtenaar aanstellen zonder. dat men voorts
heeft een provinciale dienst, die doer dezen
persoon zo-u m-oet-en worden geleid, is geld
weg-gooien en dit klemt d-erhalve te meer,
waar van tevoren vaststaat, dat zulk een
dienst zonder wettelijke bevoegdheid zou
moeten werken. Men kan zich het best een
voorstell-ing vormen, indi-en men een dienst
als de Provinciale waterstaat b-ezict. Dit is
een instrument in de handen van Gedep-u-
teerd-e Stat-en. Aan het hoofd staat een direc
teur, het n-oc-dige personeel is hem to-egevo-egd
het w-erk door dezen dienst uitgeoefend is
en
vanz-elf de kosten waard.
Maar deze di-enst heeft een wettelijke
grondsla-g. Bij de grondwet, nader uitge-
werkt in de Provinciale wet en de Water-
staatswetten is aan Ged. Staten het toezicht
op den Waterstaat o-pgedragen. Hier is cen
wettelijke plicht en daardoor vanz-eli wette
lijke bevoegdh-eid. Ged. Stat-en kunnen des-
wege dwingend optreden en de Prov. Water
staat is het werktuig, waarvan dit college
zich be-d-ient.
Op het gebi-ed d-er Vciksgezcndheid is ech-
t-er aan de Provincie geen enkele wettelijke
bevoegdheid toegekend en een dienst met aan
zou dus
3-5.000.—
17.000.—
8.000.
het hoofd een genees-heer-direoteur
niets kunnen uitrichten.
Is het met de Volksgezo'ndheid, nu wel
heelemaal in orde? Er zal wel nisman-d zijn
en zeker ond-ergeteekend-e ni-et, die dit zal
will-en beweren. Als er dus in de Staten van
Noord-i iolland sinds 1917, to-en de -h-eer Ed.
P-o-lak zijn motie indi-ende, om een onderzoek
naar d-e ziekenv-erzorging ten plaite lan-de in
te stellen, steeds een zeker gevoe-1 van onbe-
vredigd verlangen uit de debatten blijkt, dan
achten wij dit zeer verklaarbaar. We vinden
het zelf-s niet erg, en ook zeer begrijpelijk, dat
men, voelen-dfe dat niet ailes in orde is, d-e
provincie wi-1 inspannen, om d-esnoods zonder
wettelijke bevoegdheid werkzaam te zijn.
Gedeputeerd-e Staten moeten zich echter
daarbij steeds rekenschap geven, dat het op
treden der provincie, de werkzaamh-eid der
wettelij-k aan-geweze-n organen, n.l. de ge
meenten, niet d-oet verslappen, maar dat het
in-tegendeel die werkzaamheid prikkelt eji
aa-nvuurt. Daarbij moet, wat niet afgedw-on-
g-en kan worden, vrijwillig door overredi-ng
worden ver-kregen. Dit alles gaat uiterst lang-
zaam, om-dat de besturen d-er meeste kleine
gem-ee!nt-en het juist-e inzieht nog missen, in
h-et gro-ot-e b-elang van een doelmatige over-
heidsbemo-eiing ten bate d-er volksgezondheid.
en er a-ls r-egei ni-et veel offers voor willen
brengen in den vorm van geld.
Zi-eh-ier dus't conflict. De Staten, w-ien het
ni-et hard geno-eg gaat en de Ge-dteputeerden,
wi-en geen middden ter beschikking s-taan om
op te treden en vlu-gger resuitaten te verkrij-
gen.
De motie-Polak nu vraagt a-l'kreerst een
onderzoek.
Hoe staat h-et met de organisatie d-er ge-
zondhei-dszorg in No-ord-Holland? is haar
eerste vraag. W-eten we dat, dan zien we de
gebreken, waar het ha-pert, en waar dus ver
beteringen n-oo-diig zijn. De tweede vraag is
danHoe die te verhelpen en vooral, wie dat
zal doen. De Provincie, het Rijk of d-e Ge
meenten? Of deze dri-e lichamen tezam-en?
At deze vragen laat de m-o-tie open en Ged
Staten zagen dan ook geen bezwaar, haar
over te nemen. Het terzake in te stellen on-
dierzo-ek za-1 nu a-llereers-t als resultaat moe
ten hebben, een overzicht van wat er op het
gebi-ed der organisatie van d-e gezondheids-
zorg bestaat. Onig-etwijfeld bestaat er v-eel en
vele^lei, maar het werk is, omdat het stuks-
gewij-s en zonder p-la-n en samenhang is ont-
staan, zeer versnipper-d. Ook in-dien we da-d-e-
lijk konden overgaan tot de j-uiste organisatie
door mi-ddel van goed geleide Gezondheids-
dienstcn, zou daarin niet dan zeer langzaam
en geleidfelijk verbetering zijn te brengen. Dit
zou minder het geva-1 zij:n, wann-eer al wat er
aan gezonidheiszorg bestaat in handen der
gem-eenten al-thans van de overheid was. Nu
echter het meeste in particuliere handen is, en
niet alileen als zooda-nig is o-ntstaan, maa:
tot nu toe ook zeer -bewust en sterk van Rijks
w-ege wiordt bevord-erd, is het brengen van
eenheid in 1-eidimg en uitvoering wel zeer be
zwaarlijk, zoo niet onmogelijk. Zelfs in Am
sterdam, waar de grootste en best geoutilleer-
de gezondiheid'sdien-st van het gehee-le land
bestaat onder de be-kwame leiding van een
directeur a-is de heer H-eyerma-ns, is de tuber-
culos-eb-es-trijding b.v. geheel in handen van
de particuliere Amsterdam?ehe Vereeniging
Het Rijk eischt dit ook a-ls voorwaarde voor
zijn subsidieering en doordat er een zeer
na-uw contact tusschen d-eze vereeniging en
cen gemeentelijken dienst is, offert men 1-iefst
di-en gelddiiken steun van het Rijk niet op.
Z-i-en wij- het go-ed, dan zal de tuberculos-e-
bestrijidiing, welke -doelbewust door de regee-
ring aldus is georganiseerd1, bui-ten de d-irec-te
bemoeiing ook van even'tueel te stichten dis-
trictsgezoncheidsdiensten blijven, al zal ook
hier n-auw contact en sam-enwerking noodig
zijn en oo-k wel ontstaan.
Bezien wij dus zeer schetsmatig, wat er
zoo al bestaat in Noord-Holland:
De tubarcul-os-ebestrijiding n-oemden we
reedis. Zij bestaat uit tweeerlei onderd-ee-
len, n.l.:
a. de prophylactische maatregden, waar-
mee an-n-ex het z.g. social-e w-erk en
b. de verpleging der lijders aan die ziekte.
Dit laatst-e kan men weer splits-en in: het
behandden van volwassen patient-en en die
van kinderen, vooral zwakke en praetuber-
culose kinderen. Deze laatste taa c cen d°r
dankbaarste, omdat er zooveel k. cociaal
n-aded d-oo-r wcrdc voorkomen komt
zelfs wel eens tot d-e vraag, of geh-ede
ziektebestrij-din-g c-n gezond-heidszo; niet een-
vo-u-dig is opgd-od, indien deze direct overal
1-an beginncn bij de geboorte, voortgezet werd
i Ljdens den zuigdingenleeftijd, daarna in den
z.g. Ideutertij'dj welk terrein thans nog bijna
geheel b-raa-k ligt, om dan met d-e verzorging
dp de school te eind-igen. Zou in deze drie
stadia de verzorging en controle consequent
en d-cdmatig zijn, dan was er alle kans, dat
de vclwass-en menschen geen groote zorgen,
zooa-iis nu nog helaas zoo dikwijls tever-
geefsch noodig zijn meer van nood-e had
In een go-ed-e doelmatige kinderbescherming.
ligt d-us ee-n ecodomisch voordeel van de eer
ste orde. De t.b.c.-bestrij-d>inig, krachtig door
het Rijk g-esteund, is gecentraUseerd natio-
naal in de Nederl. Centrale Vereeniging tot
bestrijding der tuber culose, provineiaal in de
provinciate vereeni-gi-n-g-en, en plaatsdij-k in
d-e bij di-e licha-nien aang-esloten afdeelingen
en plaatselijke vereenigingen. De opteiding
van h-uisbszoeks-ters en wijkverpleegsters-huis-
bezoekst-ers voor het sociale werk (controle
in de g-ezlrmen en hu!p op de consulfaHo-
bureaux) wordt door ccntral-e en provinciate
vereenigingen ter hand genomen.
De provinciate vereenigingen o-efenen door
haar districts-huisbezoekster controle op het
werk d-er plaatselijke d-ito. Zij stich-t in de
centra consuitatiebureaux waar de lijderi
gratis ad-vies -kunnen inwinnen, welke bureaux
ond-er leiding van districts-arisen, specia-listen
o-p d-it gebi-ed, staan. De gezinn-en waaruit
t.b.c.-lijders komen, staan daardoor onder
voortdur-ende controle. Op het gebied der
huisvesting en hygienische verzorgi-ng wordt
ui-tnemend werk verricht. In Noord-Holland
is deze organisatie vrijwel over de geheele
provincie verspreid. D-e Noord-hol'landsche
vereeniging heeft de beschikking over d-rie
d-istrictsartsen, een provindale huisbezoek-
s-ter en drie distriotshuisbezoe-ks'terszij ex-
ploiteert consultatieburea-ux te Hoorn, Enk-
huizen, Purmerend, Alkmaar, Schagen, Hel-
d-er, Haarkm, Velsen, Beverwij-k, Hoofd-dorp,
Hilversum, Bussum, La-ren en Weesp, terwijl
Amsterdam met d-e geheele Zaanstreek apart
is georgan-iseerd. Ook de stad Haarlem is af-
zondedijk.
Uitzending naar Sanatoria van t.b.c.-lijders
en naar gezondiheidskolonies, koloniehuizen
etc. van zwakke kinderen word't verd-er be
vord-erd en geregeld. Zoo reeds is opgem-erkt:
dii-t werk is uits-lui-tend in particuliere handen
doch vdbr het groc-tste dee-1 betaald uit de
-kassen van Rijk, Provincie en Gsmeenten.
De verpleging zelf in Sanatoria wordt
eveneens krachtig gesteund door de overheid:
doch d-e u-itvoerinig ligt ook in handen var
verschillende particuliere crgan-isaties. Zoo is
ook het geheele koloniehuiswezen in handen
van vele vereen-i-gingen, waaronder in de
voornaamste plaa-ts de n-estor val't te noemen
het Centraal Genootschap met zijn vele uit-
steken-d ingerichte huizen.
De inspectie van de Volksgezondheid heeft
op die inrichtingen deskundiige controle, ter
wijl voor toezich-t op het b-eheer dezer instel
lingen verplicihte inzending van jaarverslag
en reken-ing is v-oorgeschreven en delegatie in
het bestuur van p-rovincie-wege so-ms wordt ge-
eischt.
-- c
(Wordt vervolgd.)
Door J. S. Fletcher.
Oeautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door Mr. G. Keller.
Hij- decide hem nu mode, wat er s-tond in
de d-rukpi'oef, welke men in den za-k .van den
docd-e had g-evonden om vervolgens te gewa-
gen van het bod, dat Bransdale aan den bur-
gemeester had-gedaan. O-n-d-er zijn verhaal
hield hij Sheffield scherp in't oo-g en hij zag,
hoe zijn to-ehoorder ni-et enkel steeds in-ge
spann-en toeluisterd-e, doch zich ten zeerste
ergerd-e. Plotseling ga| hij zijn g-emoed lucht
in een uitroep, welke tenge volge had, dat zijn
nichtj-e, die in de kamer was gebleven, een
woord van b-ezo-rgd protest deed hoo-ren.
„Scha-nde!" ri-ep hij. „De noodmunten van
Alanschester verkoop-enDie volko-men unieke
zeldzaamh-edfen Heeft Ollard u verklaard,
dat hij werkelijk dacht aan aan deze hei-
ligsch-ennis? Ik weet er geen beter woord
voor!"
„De h-eer OHa-rd heeft zich uitgelaten, mij-n-
ueer, dat ongetwijfeld vele uwer medebnr-
gers de overtuiging zouden zijn t-oegedaan,
dat tienduizend pond voor Alanschester meer
beteeken-t dan het bezit van een half dozijn
oude zilveren mun-ten, van hoe groote histo-
Wfiche waarde ook." aaitwoordd-e Stevenege.
„Zeker, zeker!" hern-am de heer Sheffield.
„Maar intussch-en kan nodi Ollard, nodi de
gemeenteraad, noch de burgerij die munten
v-erkoopen! Zij behoo-ren noch aan de burge
rij, n-och aan den gemeenteraad als vertegen-
woordiging van d-e burgerij, n-och aan O-llard
als burgemee-ster; zij behcoren aan het her-
togdorn van Alanschester"
„Bestaat er dan een hert-og van Alansches
ter?" vroeg Stevenege.
„Hertog van Alanschester, mij-n-heer Ste
venege," antwoordd-e de oude heer plechtig,
„is zijne maj-est-eit de koni-ng! Deze stad en
haar omg-eving b-ehooren tot het oud-e her-
togdo-m van Alansdiester. Die munten zijn
ge-lijk i-k zeide, eigendom van h-et herto-gdom,
chat wil zeggen: de kroo-n. De beheerders van
het kast-eei hebben in overoude tijden verlof
verkregen, ze met andere oudheden en zeld-
zaamheden on-d-er hun berus-ting te houd-en
Maar zij missen de bevoegdheid ze te verkoo-
pen. U ku-nt dus uit rnij-n naam aan Ollard
niededeelen, -dat hij volstrekt buiten zijn boek-
je gaat als hij
„Praat niet zooveel, oo-m Charles!" s-meek-
te juffro-uw Lansdale. „Och, m-eneer Stev--
nege.
„Zeker, in-d-erdaad," zei Stevenege met een
geruststellen-d kni-kje in haar ri-chting. ,,1'k
zal natuurlijk den, burgemeest-er op de hoogte
brengen van uw o-pmerking, mijnheer Shef
field, Hij is blijkbaar niet op de hoogte om-
trent het wettelijk eigendomsrecht van die
munten. Ik heb u n-u nog enkel twee vragen
te doen, die beide betrekkin-g hebben op uw
Artikel in de ..Times". Vooreerst: weet u ook,
of dat artikel in een of a-nde-r Amerikaansch
blad of tijdschrift is overgenomen? In d-
tweede pl-aats heeft u ooit geco-rrespondeen
met iemand, die het in de „T-imes" of in een
an-der bla-d, waarin het was overgenomen,
had gelezen?" Want natuurlijk is het uit de
„Times" in bladen uit deze streek overgen-o
men."
„Neen", antwoordde de heer Sheffield, het
is mij niet bekend, of het in eenig blad hier of
in Amerika is overgenomen. Mogelijk is dat
intusscben wel. Wat uw vraag omtrent de
briefv/isseling betreft, heb ik enkele da-gen na-
dat het artikel in de „Times" was verschenen
een brief ontvangen. De schrijver ervan was
iemand, die in een behoorlijk hotel te Londen
logeerde en die mij vroeg, of het bewijs was
te leveren, dat de verzameling noodmunten
van Alanschester uniek was, wat betreft haar
volledigheid. Ik antwoordde, dat dit vast-
stond. Ik heb den brief opge-borgen, zoodat
hij gemakkelijk is terug te vinden. Mijn nicht-
je zal hem voor u opzoeken."
„Ik wil hem graag eens zien", zei Steve
nege. „Herinnert u zich misschien nog den
naam van den schrijver? Was't Bransdale?"
„Neen, Bransdale zeker niet", antwoordde
de heer Sheffield. Dat is, zooals u zeide, de
naam van den Amerikaan, die aan. Ollard
dat bod heeft geda-an. Neen, Bransdale is
het zeker niet, maar mijn nichtje zal den
brief opzoeken."
Stevenege stond op, den heer Sheffield be-
dankend voor de ont-vangst. Hij sprak daarbij
de hoop uit, dat zijn bezoek niet te lastig was
geweest en vertrok. Juffrouw Lansdale deed
(Vervolg.)
De heer Jm. Blaauwboer (Barsinger-
horn) verklaarde, dat het hem nog niet recht
duiddijk was waar d-e inleider been wild-e.
Spr. had aangeteekend, dat, volgens in
leider, het grondeigen-dom verband houdt
met het peil van het in exploitatie brengen
van het bedrijf, dat de eigenerfde boer
meer ait den grond zal halen dan de
pachter. Spreker geloofde, dat oit wel
a-anvechtbaar is. Uit spr. cm-geving blijkt
wel dat er pachters zij-n die uit een bedrijf
niet minder halen dan een eigenerfde boer,
dat er pachters zijn, die, omoat zij gedwon
gen zijn de uit-erste inspanning tc betrachten
meer uit den grond halen.
Uit de rede had spr. voorts opgemerkt dat
de sl-echte bo-eren niet zijn aan te wijzen en
wel in verband met d-e o-pbrengst van de tar-
w-e, zooals de statis-tiek die aangeeft. Voor
sp-r. was die v-ergelijking zeer onduidelijk.
De slechte boeren zijn wel degelijk aanwe-
zig. Zij profiteeren alleen van hetgeen d-e
wetenschap -en de goede bceren tot stand
hebben gebracht.
Prof. Bordewijk had juist van zijn
geachte buurman r-echls, den voorzitter ge-
noord, dat hij volkomen duidelijk was ge
weest. (Gelach.)
Atgesch-eiden daarv-an had de heer Blaauw
boer gelijk, doch het tweede deel van zijn
voordracht diende te worden afgewacht. De
opmerking van den heer Blaauwboer had spr
ook in de staatscommissie va-n Dr. Brui-nsma
gehoord, die het voor de pachters opnam en.
zeide dat in den W-estho-ek van Nodrdbra-band
geen- verschil in de landbouwresultaten van
eigen boeren en- pachters viel waar te nemen.
Nu is dat b-etrekkelijk een klein waarne-
m-ingsveld, waarop men- geen algem-eene tbe-
crie kan opbouwen.
Spr. m-eent dat men vooral het oog moet
hebben op eigendom, die niet al te zeer met
schulden is bezwaard. Men moet bedrijven
vergelijken, die wat de landbouweconomie be
treft, inderdaad- vergelijkbaar zijn en dit
doen op cen goed terrein -en spr. geloofde wel
te mogen zeggen, dat de eigendom in gezon-
d-en vorm allerlei voordeelen biedt. Die zij-n er
van zelf, terwijl die voor een pachter kunst-
matig moeten worden aangebracht. Spr. meen
de het recht van co-ntinuatie, een verscbrik-
hem uitgeleide tot de deur van den gang.
„Ik hoop, uw oom niet a-1 te zeer uit zijn
gewone doen te hebben gebracht", zeide hij;
„ben ik misschien te lang gebleven?"
„0, neen," antwoordde zij. „Ik maakte me
alleen een beetje ongerust, toen u hem mee-
deelde, dat de heer Ollard wel geneigd zou
zijn de munten te verkoopen. Als de burge-
meester en de gemeenteraad werkelijk daartoe
bevoegdheid hadden en daarvan gebruik
maakten, weet ik nog niet wat oom zou zeg
gen of doen! Hij voelt verbazend veel voor
de oudheden -van deze stad."
„Nu, hij zegt zelf, dat ze er de macht toe
missen en ik denk wel, dat hij van de wette
lijke verhoudingen goed op de hoogte is", zei
Stevenege. „Voor het oogenblik is de belang-
rijkste vraag: waar zijn de noodmunten?"
„Wilt u medewerken om dat te ontdekken?"
vroeg zij.
„Vermcedelijk wel't is mijn vak", ant
woordde hij een tikje nurksch. „Maar natuur
lijk is het met mij gesteld als met een jacht-
hond, die een vos op't spoor komt die
krijgt dan het gevoel, dat hij met den neus
omlaag voort moet rennen om hem te vervol-
gen."
Hij lachte en met een venbaasd glimlachje
keek juffrouw Lansdale hem aan.
„U kijkt heelemaal niet op een detective",
zeide ze, „volstrekt niet!"
„Heeft u er dan wel eens een in levenden
lijve gezien?" vroeg hij lachend. „Niet? Nu
kij-k dan maar naar mijik ben een echte
Wilt u dien brief voor me opzoeken? Best en
nu verdwijn ik om eruens anders te caan in-
kelijk moeielijk recht, waarover in de staats
commissie, in verband met verschillende po-
litieke invloeden zoo over wordt gedacht dat
het er wel eens komen zal en dat beoogt den
pachter cen stabiliteit te geven die de eigen
dom reeds heeft, n.l. het uitschakelen van de
laatste jaren van den afloop der pachtter-
mijn. Juist in die laatste jaren van 'n pacht-
termijn zit een ongewenschte toestand, die de
eigendom niet heeft, als de groote moeielijk-
heid van het aanbrengen van verbeteringen
doch de goede regeling is tot dusverre nog
niet geVonden. Voor s-pr. staat itet als een-
paal boven water dat de eige-naar-exploi-
tant alle voordeelen van de grondverbetering
heeft. Spr. gaf toe dat er in de practijk ge-
vallen zijn aan te wijzen, dat men aan de
resuitaten niet zien kan of een land bij een
pachter of eigenaar in gebruik is, maar hij
meent, dat dit de zaak niet b-eslist. De socia-
listen beweren, dat het omgekeerde het geva!
is, dat de slechte boeren met den vi-nger kun
nen worden aangewezen en zij zeggen dit
met het oog op de eigen exploita-nten en daar
komt spr sterk teg-en op.
Dat paehten en eigen land gebruiken vaak
even goede resuitaten opleveren is wel iets
anders, dan te zeggen: „de slechte eigen boe
ren zijn met den vinger aan te wijzen".
Het zou c-en mirakel zijn dat onder de -
honderd duizenden boeren geen slechte te
vinden waren, doch in het specialisatierap-
port gaat het er om om stelling te maken
tegen de eigenerfde boeren en daartegen
meent spr. een beroep te m-ogen do-en op de
stijgende 1-ijin van den lanabouwstatistiek.
Zeer zeker mag de eigendom als exploitatie-
vorm niet in discrediet worden gebracht,
doordat slechte boeren-eigen-aars hier en
daar voorkomen. (Applaus.)
De heer C. N o b e 1 oordeelde dat het een
feit was, niet alleen in Noord-Braband, doch
ook hier dat de pachter van een boerderij
over het algemeen meer intensief exploiteert
dan de eigenerfde boer.
De feiten leeren z. i niet hetgeen prof.
Bordewijk had beweerd. Spr. wilde op den
eigendom niets afdingen, doch oordeelde dat
de feiten spreken, zooals hij aan-gaf en wel,
dat paehten tot even goede exploitatie leidt
dan de eigendom.
Prof. Bordewijk constaieerde dat de
formeeren."
Hij haastte zich .terug naar de stad, ging
het postkantoor binnen en had weldra een
hoofdambtenaar te pakken, wien hij zijn iden-
titeitskaart vertoonde en mededeelde, wa-ar-
mede hij doende was. Hij achtte het aanneme-
lijk, dat de doode, zoo hij werkelijk dezen
morgen in de vroegte de noodmunten had ge-
stolen, een oud dievenkunstje zou hebben uit-
gehaald en ze per post zou hebben verzonden,
aangeteekend of niet aangeteekend, aan zijn
eigen adres in een andere stad. Maar hij kon
geen enkele aanwijzing vinden, dat de man
op het postkantoor was geweest. Zoo bijzon-
der druk was het niet op het kantoor, ver
klaarde hem de onder-directeur en geen der
weinige dienstdoende ambtenaren had eenige
herinnering aan een vreemdeling, waarvan
Stevenege het signalement opgaf. Toen hij op
't punt stond weer onverrichterzake heen t«
gaan, riep de onder-directeur hem plotseling
terug en een telegram halend uit een der tal-
rijke loketten, liet hij hem het adres er op
zien.
„Zou u denken, dat dit bestemd was voor
den man, waarnaar u vroeg? Het werd hier
om 12.10 in den namiddag ontvan-gen en is
niet afgehaald. U ziet het adres? S. Thom
son. kantoor restant, Alanchester."
„Dat is dezelfde naam als de man in den
„Koningseik" opgaf zei Stevenege. „Om
12.10 ontvangen? Ik zou den inhoud gaarne
kennen. Ongetwijfeld was het bestemd voor
den man, dien ik bedoel, en zooals ik u
heb medegedeeld is hij dood. Ik -vermoed
^ordi veryfiiewtt-JtL
Jfo 2'
6.000.
3.750.—
10!