Ilkiwstkt ConranL De Yfifdwenei) noodmunten. Op welke nijze moeten de ZiaMerzeegTonden w orden en. FEU1LLETON. Honderd dertigste Jaargang. Woensclas,- 1 Februarl. Radio-hoekje Donderdag 2 Februari. Hilversum, 1060 M. 12.— Politieberichten 12-352.Lunchmuziek door het Radio jj-'io 3.4.Uurtje voor Wees- en huizen door Mevr. Ant. van Dijk. 4.—4.30 fluisvrouwenhalfuurtje door Mevr. van der JAarel—Burg: Mijn indrukken over het huis- houdelijk werk van de vrouw in Amerika. 5 307.15 Vooravondconcert door het Orn- roep-orkest onder Riding van Nico Treep. Lion Contran, piano. 7.15 Engelsche les voor gevorderden. 7.45 Politieberichten. 7.55— 8 15 Bespreking van het avondprogramma door Louis Schmidt. 8.15 Aansluiting van het Concertgebouw te Amsterdam. Caecilia, con cert onder leiding van Prof. Max Fiedler. Eugenia Wellerson, viool. In de pauze een causerie door Leo StraussRadio in de school. Na afloop Persberichten. Huizen, 1840 M. (Na zes uur 1950 M.) 12.30—1.45 N. C. R. V. Lunchconcert,. Me- dewerking verleenen: Mevr. B. Jonckers Tiggers, sopraan, Amsterdam. De heer J. H. E. Wittpen, fluit, Amsterdam. De heer J. E. van Duinen, piano, Amsterdam. 6.-7.— N. C R. V. Cursus Paedagogiek, cursus B, daarna C) Les XII, door Prof. Waterink. 7—7.30 N. C. R. V. N. D. O. Uitzending Instituut „Schoevers". Cursus Boekhouden voor beginners, leeraar P. van Dam'. 7.30— 8.— N. C. R. V. Cursus paedagogiek (Cur sus A.) door Prof. Waterink. 8.— N. C. R. V. Concert vanuit het Gebouw Monopole te Zandvoort. Spreker: Den WelEdel. Heer N. Padt, wethouder der gemeente Zandvoort. Onderwerp: „Causerie over Zandvoort". Mu- zikale medewerking verleenen: Chr. Gem. Zangverg. „Credo-Canto", directeur Wilh. J. Osterveld. Gem. Zangverg. „Kunst na Ar- Eeid", directeur E. Dees. Zandvoortsch- Miuziekkapel. Dir. R. van't Hoff. Mevr. Gemsner—van der Bos, sopraan. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Daventry-kwartet en solisten, piano, Ibariton en viool. 1.20—2.20 Gramofoonmu- ziek. 2.50 Causerie: Feeding birds. 3.20 Ves per in de Westminster Abbey. 4.05 Lezing. 4 20 Orkestconcert. 5.20 Concert-orgelbespe- ling. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Daventry-kwar tet. 6.35 Landbouwberichten. 6.40 Daventry- kwartet. 6.50 Nieuwsberichten. 7.05 Voor padvinders. 7.20 Muziek-causerie. 7.35 Mo- derne Fransche pianomuziek. 7.45 Causerie. 8.05 Gerrard Williams-programma. Orkest en koor. 0.05 Gedichtenvoorlezing. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Causerie: Recollec tions of Brahms. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55 Causerie van Andre Onarlot. 10.5012.20 Dansmuziek. Parijs „Radw-Paris"1750 M. 10.50 -ll._ Concert. 12.50—2.10 Orkestconcert. 4—5.Kinderuurtje. 8.50 Concert. G. Co lin, declamatie. Orkest. Hr. R. Krettly, viool. Langenberg, 469 M. 12.251.50 Orgel- concert. 5.20—6.20 Orkestconcert. 7.35 Lichte muziek. Werag-orkest en solisten viool, fluit, hobo, clarinet, hoorn en fagot Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Konigswusterhausen, 1250 M. (Zeesen). 1.207.05 Lezingen en lessen. 7.50 Opera- concert. Merak-Weber, orkest. 9.50—11.50 Dansmuziek. Hoffman-kapel. Walter Carlos, dansles. Hamburg, 395 M. 4.20 Dansmuziek. 7.20 Gedichtenvoorlezing van Ingeborg Andresen. „De Roop", spel in 3 acten. 10.5011.50 Dansmuziek. Brussel, 509 M. 6.15 Kolonia-al bericht. 8 35 Orkestconcert. 9.25 Vocaal Kozakken- sextet. 9.40 Werken van Isi Collin. Voorle- zing. 10.0510.35 Dansmuziek. De heer A. W. Michels, lid van Ged. Sta- ten van Noord-Holland schrijft ons: In de jongste begro-otingszitting der Pro vinciale Stat-en van Noordt-Holland, in De cember 1927, is eene mo-tie van den heer Ed. Polak overgenomen door Ged. Staten, in wel ke motie een onderzoek naar de organisati: der Volksgezondheid in Noord-Holland werd gevraagd en welke verbeteringen daarin zoo noodig, ook van provinciewege zijn aan te brengen. Het vraagst-uk is daarmee als van- zel-f in het middelpunt der publi-eke belanu- stelling geplaats-t en de verschillende vruch- telooze debatten in de Noordhollandsche Sta ten hebben daarmede eindelijk een slot gekre- 1928 afgdscnercen van de vraag, of dit slot nu tot eenig bevredigend resul-taat zal leiden. De Volksgezondheid is 'n terrein, dat in alle politie-ke partijen tot 'n terrein van practische Repassing en uitvoering wordt geacht en waarvoor groote belangstelling bestaat. Voor dit doel zijn alle partijen eenigermate royaai, men heeft er geld voor over. Het Rijk geeft circa 20 millio-en u-it voor de bevord'ering der Volksgezondheidin de gemeenten worden steeds grooter bedragen bes-chi-kbaar gesteld, de provincien doen sinds een-ige jaren eveneens krachtig me-de. Noord-Holland staat daarbij wel vooraan en het is dan ook niet te verwonderen, dat in Kacuo- staten dezer provincie sinds jaren het stre- Zieken- ven m,eri<t:)aar jS) iets -meer te do-en, dan alleen gel-den beschikbaar stellen, hetzij aan de ge- mieenten, hetzij aan particuliere instellingen, die zi-ch de zo-rg der votksgezondheid hebben aantretrokken. Een zwa-k punt daarbij is, dtat de staats- rechtelijke posit-ie van de provincie ee-n krach tig desnocds dwingend optred-en in den weg staat. 't Rijk heeft doo-r z'n geneeskundige wet- ten het opp-er toezicht; de gemeenten zijn bij de gemeentewet met de zorg der openbare ge- zondheid belast, m-aar plants voor de provin ciate overheid daartusschen is er niet. Na tuurlijk heeft de provincie de bevo-egdheid, om verordeningen te ma-ken die vo-or de ge- heele provinciale bevolkin-g gelden; doch voor de naleving daarvan bezit zij de machtsmid- delen niet en daardoo-r zou zij du-s aangewe- zen zijn, de gemeenten als haar uitvoeren-de organen te gebmiken, die -daartoe echter (be- houdens dan door de wet) niet gedwongen kunnen worden. De wet tot instelling van districtsgezond- heids-diensten, door minister Aa-lberse in 1920 bij de ka-mer ingediend, doch uit zuinigheid opgehouden, is we'l het beste bewijs, dat al leen wettel'ijke regeling de oplossing kan brengen. En in een der eerste artikelen van deze o-ntwerpwet ko-mt volledigheid-shalv.- z-elfs de bepaling voor, dat die gedaehte ge- z-ondheickdiensten geen andere bevoegdheid zu'llen bezitten, dan in die wet zelf o-mschre ven. H-oe maohtig het college van Gedeputeer- de Staten als toezichthoudend1 college over de gemeenten en waterschappen ook is, deze liclhamen dwingen tot uitgaven vo-or and-ere doeleinden, -d-an bij de wet bepaald, kunnen zij met. We gelooven tro-uwens dat dit ook zeer good is; doch we herinneren er sl-echts aan, om te bewij'zen, dat r-echtstreeks regelend 1-eidend optred-en van provinciewege op dit punt tot de onmogelijkh-eden behoort. Niette- miin doet Noord-Holl-and zeer vee-1. Op de provinciale begrootingen vinden we, behalve vele kleinere subsidies ten bate van all-erlei zaken de volksgezondheid betreffen-de, teza- men ongeveer 16.000.dte vo-lgende be- langrijke posten: Subsidies aan de gemeenten voor verpleging van on- en minvermo-gende t.b.c.-lijders 100.000. Subsidies aan vereenigingen voor uitzending van zwak- ke kinderen naar koloniehui- zen 180.000. Subsidies aan de Noordholland sche vereen. tot bestrijding dfer t.b.c. Voor particuliere wij'kverpleging Voor zuigdiing-enbescherming Voor gemeentelijke wijicverple- gingen Vo-or de in a 1 a ri a best r i j ding De provincie heeft door garantie van geld- 1-eeningen den bouw en de uitbreidin-g van -Sa natoria, lighallen en koloniehuizen mogelijk gemaakt, zoo oo'k van de Nazo-rgkolonie Zonnestraal" te Hilversum. Dit alles is nut- tig, en mooi en het geeft reeds vele bemoeiing aan Ged. Staten en vooral aan de leden, meer speciaal met deze zaken belast, om-dat de provincie zich uiteraard zek-er toezicht en eem- ge medezeggenschap voor haar geld voorbe- houdt, maar direct o-ptreden, rechtstree-ks uit- voeren dat d'oet de provincie niet. De uitvoe ring ligt in handen of van particuliere ver eenigingen, zooals de reeds genoe-mde, of van de gemeenten, die bij art. 135 en 179 onder letter 1. der Gemeentew-et daartoe zijn aange- wezen. Het Rijk oefen-t daarbij de voornam-e taak van het oppert-oezicht uit door middel van zijn staatstoezicht op de Volksgezond heid, welk orgaan tevens controle houdt op d»e besteding der Rij'ksgelden voor dit doe! toegestaan. De provincie heeft over de Rijks- inspecteurs eveneens de beschikking, doch mioet zich wat de controle op het verbruik der provinciale gelden aangaat, beh-dpen met het middel, om zi-ch in dte besturen der gesubs-i dieerde vereenigingen te do-en vertegenwoo-r- digen door een der leden van Ged. Staten Overigens is zij niet de meest belangheb- bende en kan zij naar onze meening h-est af- gaan op- de controle die en het Rijk en vooral de gemeentebesturen als vanz-elf ui-toefenen, welke laatsten, doordat z-ij in de onmiddellijke nabijhdd ziiteh, en er dikwijls ook finahcTeel v-eel sterker bij betrokken zijn, di-e controle- maatregel-en veel beter kunnen toepassen. Als argument voor direct provineiaal optreden, zoo dit al mogelijk ware, kan dus bet gebrek aan controle op de provinciale gelden fce- zwaarlijk -dienen, en dat de Stat-en in 1921 met groo-te m-eerderheid een motie hebben ver- worpen, waarbij een geneeslnm-dig ambtenaar aan een speciale af-deeling Volksgezondheid ter Prov. Griffie werd gevraagd, achten wij nog steeds een verstandige daad. Zulk een ambtenaar aanstellen zonder. dat men voorts heeft een provinciale dienst, die doer dezen persoon zo-u m-oet-en worden geleid, is geld weg-gooien en dit klemt d-erhalve te meer, waar van tevoren vaststaat, dat zulk een dienst zonder wettelijke bevoegdheid zou moeten werken. Men kan zich het best een voorstell-ing vormen, indi-en men een dienst als de Provinciale waterstaat b-ezict. Dit is een instrument in de handen van Gedep-u- teerd-e Stat-en. Aan het hoofd staat een direc teur, het n-oc-dige personeel is hem to-egevo-egd het w-erk door dezen dienst uitgeoefend is en vanz-elf de kosten waard. Maar deze di-enst heeft een wettelijke grondsla-g. Bij de grondwet, nader uitge- werkt in de Provinciale wet en de Water- staatswetten is aan Ged. Staten het toezicht op den Waterstaat o-pgedragen. Hier is cen wettelijke plicht en daardoor vanz-eli wette lijke bevoegdh-eid. Ged. Stat-en kunnen des- wege dwingend optreden en de Prov. Water staat is het werktuig, waarvan dit college zich be-d-ient. Op het gebi-ed d-er Vciksgezcndheid is ech- t-er aan de Provincie geen enkele wettelijke bevoegdheid toegekend en een dienst met aan zou dus 3-5.000.— 17.000.— 8.000. het hoofd een genees-heer-direoteur niets kunnen uitrichten. Is het met de Volksgezo'ndheid, nu wel heelemaal in orde? Er zal wel nisman-d zijn en zeker ond-ergeteekend-e ni-et, die dit zal will-en beweren. Als er dus in de Staten van Noord-i iolland sinds 1917, to-en de -h-eer Ed. P-o-lak zijn motie indi-ende, om een onderzoek naar d-e ziekenv-erzorging ten plaite lan-de in te stellen, steeds een zeker gevoe-1 van onbe- vredigd verlangen uit de debatten blijkt, dan achten wij dit zeer verklaarbaar. We vinden het zelf-s niet erg, en ook zeer begrijpelijk, dat men, voelen-dfe dat niet ailes in orde is, d-e provincie wi-1 inspannen, om d-esnoods zonder wettelijke bevoegdheid werkzaam te zijn. Gedeputeerd-e Staten moeten zich echter daarbij steeds rekenschap geven, dat het op treden der provincie, de werkzaamh-eid der wettelij-k aan-geweze-n organen, n.l. de ge meenten, niet d-oet verslappen, maar dat het in-tegendeel die werkzaamheid prikkelt eji aa-nvuurt. Daarbij moet, wat niet afgedw-on- g-en kan worden, vrijwillig door overredi-ng worden ver-kregen. Dit alles gaat uiterst lang- zaam, om-dat de besturen d-er meeste kleine gem-ee!nt-en het juist-e inzieht nog missen, in h-et gro-ot-e b-elang van een doelmatige over- heidsbemo-eiing ten bate d-er volksgezondheid. en er a-ls r-egei ni-et veel offers voor willen brengen in den vorm van geld. Zi-eh-ier dus't conflict. De Staten, w-ien het ni-et hard geno-eg gaat en de Ge-dteputeerden, wi-en geen middden ter beschikking s-taan om op te treden en vlu-gger resuitaten te verkrij- gen. De motie-Polak nu vraagt a-l'kreerst een onderzoek. Hoe staat h-et met de organisatie d-er ge- zondhei-dszorg in No-ord-Holland? is haar eerste vraag. W-eten we dat, dan zien we de gebreken, waar het ha-pert, en waar dus ver beteringen n-oo-diig zijn. De tweede vraag is danHoe die te verhelpen en vooral, wie dat zal doen. De Provincie, het Rijk of d-e Ge meenten? Of deze dri-e lichamen tezam-en? At deze vragen laat de m-o-tie open en Ged Staten zagen dan ook geen bezwaar, haar over te nemen. Het terzake in te stellen on- dierzo-ek za-1 nu a-llereers-t als resultaat moe ten hebben, een overzicht van wat er op het gebi-ed der organisatie van d-e gezondheids- zorg bestaat. Onig-etwijfeld bestaat er v-eel en vele^lei, maar het werk is, omdat het stuks- gewij-s en zonder p-la-n en samenhang is ont- staan, zeer versnipper-d. Ook in-dien we da-d-e- lijk konden overgaan tot de j-uiste organisatie door mi-ddel van goed geleide Gezondheids- dienstcn, zou daarin niet dan zeer langzaam en geleidfelijk verbetering zijn te brengen. Dit zou minder het geva-1 zij:n, wann-eer al wat er aan gezonidheiszorg bestaat in handen der gem-eenten al-thans van de overheid was. Nu echter het meeste in particuliere handen is, en niet alileen als zooda-nig is o-ntstaan, maa: tot nu toe ook zeer -bewust en sterk van Rijks w-ege wiordt bevord-erd, is het brengen van eenheid in 1-eidimg en uitvoering wel zeer be zwaarlijk, zoo niet onmogelijk. Zelfs in Am sterdam, waar de grootste en best geoutilleer- de gezondiheid'sdien-st van het gehee-le land bestaat onder de be-kwame leiding van een directeur a-is de heer H-eyerma-ns, is de tuber- culos-eb-es-trijding b.v. geheel in handen van de particuliere Amsterdam?ehe Vereeniging Het Rijk eischt dit ook a-ls voorwaarde voor zijn subsidieering en doordat er een zeer na-uw contact tusschen d-eze vereeniging en cen gemeentelijken dienst is, offert men 1-iefst di-en gelddiiken steun van het Rijk niet op. Z-i-en wij- het go-ed, dan zal de tuberculos-e- bestrijidiing, welke -doelbewust door de regee- ring aldus is georganiseerd1, bui-ten de d-irec-te bemoeiing ook van even'tueel te stichten dis- trictsgezoncheidsdiensten blijven, al zal ook hier n-auw contact en sam-enwerking noodig zijn en oo-k wel ontstaan. Bezien wij dus zeer schetsmatig, wat er zoo al bestaat in Noord-Holland: De tubarcul-os-ebestrijiding n-oemden we reedis. Zij bestaat uit tweeerlei onderd-ee- len, n.l.: a. de prophylactische maatregden, waar- mee an-n-ex het z.g. social-e w-erk en b. de verpleging der lijders aan die ziekte. Dit laatst-e kan men weer splits-en in: het behandden van volwassen patient-en en die van kinderen, vooral zwakke en praetuber- culose kinderen. Deze laatste taa c cen d°r dankbaarste, omdat er zooveel k. cociaal n-aded d-oo-r wcrdc voorkomen komt zelfs wel eens tot d-e vraag, of geh-ede ziektebestrij-din-g c-n gezond-heidszo; niet een- vo-u-dig is opgd-od, indien deze direct overal 1-an beginncn bij de geboorte, voortgezet werd i Ljdens den zuigdingenleeftijd, daarna in den z.g. Ideutertij'dj welk terrein thans nog bijna geheel b-raa-k ligt, om dan met d-e verzorging dp de school te eind-igen. Zou in deze drie stadia de verzorging en controle consequent en d-cdmatig zijn, dan was er alle kans, dat de vclwass-en menschen geen groote zorgen, zooa-iis nu nog helaas zoo dikwijls tever- geefsch noodig zijn meer van nood-e had In een go-ed-e doelmatige kinderbescherming. ligt d-us ee-n ecodomisch voordeel van de eer ste orde. De t.b.c.-bestrij-d>inig, krachtig door het Rijk g-esteund, is gecentraUseerd natio- naal in de Nederl. Centrale Vereeniging tot bestrijding der tuber culose, provineiaal in de provinciate vereeni-gi-n-g-en, en plaatsdij-k in d-e bij di-e licha-nien aang-esloten afdeelingen en plaatselijke vereenigingen. De opteiding van h-uisbszoeks-ters en wijkverpleegsters-huis- bezoekst-ers voor het sociale werk (controle in de g-ezlrmen en hu!p op de consulfaHo- bureaux) wordt door ccntral-e en provinciate vereenigingen ter hand genomen. De provinciate vereenigingen o-efenen door haar districts-huisbezoekster controle op het werk d-er plaatselijke d-ito. Zij stich-t in de centra consuitatiebureaux waar de lijderi gratis ad-vies -kunnen inwinnen, welke bureaux ond-er leiding van districts-arisen, specia-listen o-p d-it gebi-ed, staan. De gezinn-en waaruit t.b.c.-lijders komen, staan daardoor onder voortdur-ende controle. Op het gebied der huisvesting en hygienische verzorgi-ng wordt ui-tnemend werk verricht. In Noord-Holland is deze organisatie vrijwel over de geheele provincie verspreid. D-e Noord-hol'landsche vereeniging heeft de beschikking over d-rie d-istrictsartsen, een provindale huisbezoek- s-ter en drie distriotshuisbezoe-ks'terszij ex- ploiteert consultatieburea-ux te Hoorn, Enk- huizen, Purmerend, Alkmaar, Schagen, Hel- d-er, Haarkm, Velsen, Beverwij-k, Hoofd-dorp, Hilversum, Bussum, La-ren en Weesp, terwijl Amsterdam met d-e geheele Zaanstreek apart is georgan-iseerd. Ook de stad Haarlem is af- zondedijk. Uitzending naar Sanatoria van t.b.c.-lijders en naar gezondiheidskolonies, koloniehuizen etc. van zwakke kinderen word't verd-er be vord-erd en geregeld. Zoo reeds is opgem-erkt: dii-t werk is uits-lui-tend in particuliere handen doch vdbr het groc-tste dee-1 betaald uit de -kassen van Rijk, Provincie en Gsmeenten. De verpleging zelf in Sanatoria wordt eveneens krachtig gesteund door de overheid: doch d-e u-itvoerinig ligt ook in handen var verschillende particuliere crgan-isaties. Zoo is ook het geheele koloniehuiswezen in handen van vele vereen-i-gingen, waaronder in de voornaamste plaa-ts de n-estor val't te noemen het Centraal Genootschap met zijn vele uit- steken-d ingerichte huizen. De inspectie van de Volksgezondheid heeft op die inrichtingen deskundiige controle, ter wijl voor toezich-t op het b-eheer dezer instel lingen verplicihte inzending van jaarverslag en reken-ing is v-oorgeschreven en delegatie in het bestuur van p-rovincie-wege so-ms wordt ge- eischt. -- c (Wordt vervolgd.) Door J. S. Fletcher. Oeautoriseerde vertaling uit het Engelsch door Mr. G. Keller. Hij- decide hem nu mode, wat er s-tond in de d-rukpi'oef, welke men in den za-k .van den docd-e had g-evonden om vervolgens te gewa- gen van het bod, dat Bransdale aan den bur- gemeester had-gedaan. O-n-d-er zijn verhaal hield hij Sheffield scherp in't oo-g en hij zag, hoe zijn to-ehoorder ni-et enkel steeds in-ge spann-en toeluisterd-e, doch zich ten zeerste ergerd-e. Plotseling ga| hij zijn g-emoed lucht in een uitroep, welke tenge volge had, dat zijn nichtj-e, die in de kamer was gebleven, een woord van b-ezo-rgd protest deed hoo-ren. „Scha-nde!" ri-ep hij. „De noodmunten van Alanschester verkoop-enDie volko-men unieke zeldzaamh-edfen Heeft Ollard u verklaard, dat hij werkelijk dacht aan aan deze hei- ligsch-ennis? Ik weet er geen beter woord voor!" „De h-eer OHa-rd heeft zich uitgelaten, mij-n- ueer, dat ongetwijfeld vele uwer medebnr- gers de overtuiging zouden zijn t-oegedaan, dat tienduizend pond voor Alanschester meer beteeken-t dan het bezit van een half dozijn oude zilveren mun-ten, van hoe groote histo- Wfiche waarde ook." aaitwoordd-e Stevenege. „Zeker, zeker!" hern-am de heer Sheffield. „Maar intussch-en kan nodi Ollard, nodi de gemeenteraad, noch de burgerij die munten v-erkoopen! Zij behoo-ren noch aan de burge rij, n-och aan den gemeenteraad als vertegen- woordiging van d-e burgerij, n-och aan O-llard als burgemee-ster; zij behcoren aan het her- togdorn van Alanschester" „Bestaat er dan een hert-og van Alansches ter?" vroeg Stevenege. „Hertog van Alanschester, mij-n-heer Ste venege," antwoordd-e de oude heer plechtig, „is zijne maj-est-eit de koni-ng! Deze stad en haar omg-eving b-ehooren tot het oud-e her- togdo-m van Alansdiester. Die munten zijn ge-lijk i-k zeide, eigendom van h-et herto-gdom, chat wil zeggen: de kroo-n. De beheerders van het kast-eei hebben in overoude tijden verlof verkregen, ze met andere oudheden en zeld- zaamheden on-d-er hun berus-ting te houd-en Maar zij missen de bevoegdheid ze te verkoo- pen. U ku-nt dus uit rnij-n naam aan Ollard niededeelen, -dat hij volstrekt buiten zijn boek- je gaat als hij „Praat niet zooveel, oo-m Charles!" s-meek- te juffro-uw Lansdale. „Och, m-eneer Stev-- nege. „Zeker, in-d-erdaad," zei Stevenege met een geruststellen-d kni-kje in haar ri-chting. ,,1'k zal natuurlijk den, burgemeest-er op de hoogte brengen van uw o-pmerking, mijnheer Shef field, Hij is blijkbaar niet op de hoogte om- trent het wettelijk eigendomsrecht van die munten. Ik heb u n-u nog enkel twee vragen te doen, die beide betrekkin-g hebben op uw Artikel in de ..Times". Vooreerst: weet u ook, of dat artikel in een of a-nde-r Amerikaansch blad of tijdschrift is overgenomen? In d- tweede pl-aats heeft u ooit geco-rrespondeen met iemand, die het in de „T-imes" of in een an-der bla-d, waarin het was overgenomen, had gelezen?" Want natuurlijk is het uit de „Times" in bladen uit deze streek overgen-o men." „Neen", antwoordde de heer Sheffield, het is mij niet bekend, of het in eenig blad hier of in Amerika is overgenomen. Mogelijk is dat intusscben wel. Wat uw vraag omtrent de briefv/isseling betreft, heb ik enkele da-gen na- dat het artikel in de „Times" was verschenen een brief ontvangen. De schrijver ervan was iemand, die in een behoorlijk hotel te Londen logeerde en die mij vroeg, of het bewijs was te leveren, dat de verzameling noodmunten van Alanschester uniek was, wat betreft haar volledigheid. Ik antwoordde, dat dit vast- stond. Ik heb den brief opge-borgen, zoodat hij gemakkelijk is terug te vinden. Mijn nicht- je zal hem voor u opzoeken." „Ik wil hem graag eens zien", zei Steve nege. „Herinnert u zich misschien nog den naam van den schrijver? Was't Bransdale?" „Neen, Bransdale zeker niet", antwoordde de heer Sheffield. Dat is, zooals u zeide, de naam van den Amerikaan, die aan. Ollard dat bod heeft geda-an. Neen, Bransdale is het zeker niet, maar mijn nichtje zal den brief opzoeken." Stevenege stond op, den heer Sheffield be- dankend voor de ont-vangst. Hij sprak daarbij de hoop uit, dat zijn bezoek niet te lastig was geweest en vertrok. Juffrouw Lansdale deed (Vervolg.) De heer Jm. Blaauwboer (Barsinger- horn) verklaarde, dat het hem nog niet recht duiddijk was waar d-e inleider been wild-e. Spr. had aangeteekend, dat, volgens in leider, het grondeigen-dom verband houdt met het peil van het in exploitatie brengen van het bedrijf, dat de eigenerfde boer meer ait den grond zal halen dan de pachter. Spreker geloofde, dat oit wel a-anvechtbaar is. Uit spr. cm-geving blijkt wel dat er pachters zij-n die uit een bedrijf niet minder halen dan een eigenerfde boer, dat er pachters zijn, die, omoat zij gedwon gen zijn de uit-erste inspanning tc betrachten meer uit den grond halen. Uit de rede had spr. voorts opgemerkt dat de sl-echte bo-eren niet zijn aan te wijzen en wel in verband met d-e o-pbrengst van de tar- w-e, zooals de statis-tiek die aangeeft. Voor sp-r. was die v-ergelijking zeer onduidelijk. De slechte boeren zijn wel degelijk aanwe- zig. Zij profiteeren alleen van hetgeen d-e wetenschap -en de goede bceren tot stand hebben gebracht. Prof. Bordewijk had juist van zijn geachte buurman r-echls, den voorzitter ge- noord, dat hij volkomen duidelijk was ge weest. (Gelach.) Atgesch-eiden daarv-an had de heer Blaauw boer gelijk, doch het tweede deel van zijn voordracht diende te worden afgewacht. De opmerking van den heer Blaauwboer had spr ook in de staatscommissie va-n Dr. Brui-nsma gehoord, die het voor de pachters opnam en. zeide dat in den W-estho-ek van Nodrdbra-band geen- verschil in de landbouwresultaten van eigen boeren en- pachters viel waar te nemen. Nu is dat b-etrekkelijk een klein waarne- m-ingsveld, waarop men- geen algem-eene tbe- crie kan opbouwen. Spr. m-eent dat men vooral het oog moet hebben op eigendom, die niet al te zeer met schulden is bezwaard. Men moet bedrijven vergelijken, die wat de landbouweconomie be treft, inderdaad- vergelijkbaar zijn en dit doen op cen goed terrein -en spr. geloofde wel te mogen zeggen, dat de eigendom in gezon- d-en vorm allerlei voordeelen biedt. Die zij-n er van zelf, terwijl die voor een pachter kunst- matig moeten worden aangebracht. Spr. meen de het recht van co-ntinuatie, een verscbrik- hem uitgeleide tot de deur van den gang. „Ik hoop, uw oom niet a-1 te zeer uit zijn gewone doen te hebben gebracht", zeide hij; „ben ik misschien te lang gebleven?" „0, neen," antwoordde zij. „Ik maakte me alleen een beetje ongerust, toen u hem mee- deelde, dat de heer Ollard wel geneigd zou zijn de munten te verkoopen. Als de burge- meester en de gemeenteraad werkelijk daartoe bevoegdheid hadden en daarvan gebruik maakten, weet ik nog niet wat oom zou zeg gen of doen! Hij voelt verbazend veel voor de oudheden -van deze stad." „Nu, hij zegt zelf, dat ze er de macht toe missen en ik denk wel, dat hij van de wette lijke verhoudingen goed op de hoogte is", zei Stevenege. „Voor het oogenblik is de belang- rijkste vraag: waar zijn de noodmunten?" „Wilt u medewerken om dat te ontdekken?" vroeg zij. „Vermcedelijk wel't is mijn vak", ant woordde hij een tikje nurksch. „Maar natuur lijk is het met mij gesteld als met een jacht- hond, die een vos op't spoor komt die krijgt dan het gevoel, dat hij met den neus omlaag voort moet rennen om hem te vervol- gen." Hij lachte en met een venbaasd glimlachje keek juffrouw Lansdale hem aan. „U kijkt heelemaal niet op een detective", zeide ze, „volstrekt niet!" „Heeft u er dan wel eens een in levenden lijve gezien?" vroeg hij lachend. „Niet? Nu kij-k dan maar naar mijik ben een echte Wilt u dien brief voor me opzoeken? Best en nu verdwijn ik om eruens anders te caan in- kelijk moeielijk recht, waarover in de staats commissie, in verband met verschillende po- litieke invloeden zoo over wordt gedacht dat het er wel eens komen zal en dat beoogt den pachter cen stabiliteit te geven die de eigen dom reeds heeft, n.l. het uitschakelen van de laatste jaren van den afloop der pachtter- mijn. Juist in die laatste jaren van 'n pacht- termijn zit een ongewenschte toestand, die de eigendom niet heeft, als de groote moeielijk- heid van het aanbrengen van verbeteringen doch de goede regeling is tot dusverre nog niet geVonden. Voor s-pr. staat itet als een- paal boven water dat de eige-naar-exploi- tant alle voordeelen van de grondverbetering heeft. Spr. gaf toe dat er in de practijk ge- vallen zijn aan te wijzen, dat men aan de resuitaten niet zien kan of een land bij een pachter of eigenaar in gebruik is, maar hij meent, dat dit de zaak niet b-eslist. De socia- listen beweren, dat het omgekeerde het geva! is, dat de slechte boeren met den vi-nger kun nen worden aangewezen en zij zeggen dit met het oog op de eigen exploita-nten en daar komt spr sterk teg-en op. Dat paehten en eigen land gebruiken vaak even goede resuitaten opleveren is wel iets anders, dan te zeggen: „de slechte eigen boe ren zijn met den vinger aan te wijzen". Het zou c-en mirakel zijn dat onder de - honderd duizenden boeren geen slechte te vinden waren, doch in het specialisatierap- port gaat het er om om stelling te maken tegen de eigenerfde boeren en daartegen meent spr. een beroep te m-ogen do-en op de stijgende 1-ijin van den lanabouwstatistiek. Zeer zeker mag de eigendom als exploitatie- vorm niet in discrediet worden gebracht, doordat slechte boeren-eigen-aars hier en daar voorkomen. (Applaus.) De heer C. N o b e 1 oordeelde dat het een feit was, niet alleen in Noord-Braband, doch ook hier dat de pachter van een boerderij over het algemeen meer intensief exploiteert dan de eigenerfde boer. De feiten leeren z. i niet hetgeen prof. Bordewijk had beweerd. Spr. wilde op den eigendom niets afdingen, doch oordeelde dat de feiten spreken, zooals hij aan-gaf en wel, dat paehten tot even goede exploitatie leidt dan de eigendom. Prof. Bordewijk constaieerde dat de formeeren." Hij haastte zich .terug naar de stad, ging het postkantoor binnen en had weldra een hoofdambtenaar te pakken, wien hij zijn iden- titeitskaart vertoonde en mededeelde, wa-ar- mede hij doende was. Hij achtte het aanneme- lijk, dat de doode, zoo hij werkelijk dezen morgen in de vroegte de noodmunten had ge- stolen, een oud dievenkunstje zou hebben uit- gehaald en ze per post zou hebben verzonden, aangeteekend of niet aangeteekend, aan zijn eigen adres in een andere stad. Maar hij kon geen enkele aanwijzing vinden, dat de man op het postkantoor was geweest. Zoo bijzon- der druk was het niet op het kantoor, ver klaarde hem de onder-directeur en geen der weinige dienstdoende ambtenaren had eenige herinnering aan een vreemdeling, waarvan Stevenege het signalement opgaf. Toen hij op 't punt stond weer onverrichterzake heen t« gaan, riep de onder-directeur hem plotseling terug en een telegram halend uit een der tal- rijke loketten, liet hij hem het adres er op zien. „Zou u denken, dat dit bestemd was voor den man, waarnaar u vroeg? Het werd hier om 12.10 in den namiddag ontvan-gen en is niet afgehaald. U ziet het adres? S. Thom son. kantoor restant, Alanchester." „Dat is dezelfde naam als de man in den „Koningseik" opgaf zei Stevenege. „Om 12.10 ontvangen? Ik zou den inhoud gaarne kennen. Ongetwijfeld was het bestemd voor den man, dien ik bedoel, en zooals ik u heb medegedeeld is hij dood. Ik -vermoed ^ordi veryfiiewtt-JtL Jfo 2' 6.000. 3.750.— 10!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5