DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Hit het W. H. M. P£LS ZOON WMMAIDEL. No. 54 DH nutnmer besfaaf uif 3 blades. Honderd dertigste Jaargang 1928 Hbonnciuentgprlj8 Dij Yooruitfoetaling per 8 maanden f2.—fr. per post f2.50. Bewijsn. 5 ct. Advertentiepr. 25 ct p. regel, grootere letters naar plaafsrnlmt®. Brieven franco N.V. Boek- en Handelsdr. v.h. Herms. Coster Zoon, Voordam C9, Tel. Administr. No. 3. Bedactie No. 33. ZATERBAIS Directenr: G. H. KRAK. Hoofdredactenr Tj. N. ADEMA. 3 JWAAMT De Bioscoopcommissie. f De plaatselijke Bioscoopcommissie is, ge- jijktijdig met al haar z-usters in andere ge- meenten, op 1 Maart j.l. op bijna negenjari- cen leeitijd overleden. Zij is wel zacbt en kalm, maar niet in yrede heengegaan en we staan daarom aan haar graf met zeer gemengde gevoelens en bovenal met de gedachte, dat her maar ge- lukkig is, dat aan haar lijdem thans door een Rijkswet kort maar krachtig een elude ge- maakt is. t Menigeen zal zich nog wel de vertooning yan een film in het A. B. T. herinneren, waarin een schilder voorkwam, die een etudie naar het naakt model maakte. Dat model kwam zij het dan ook in zeer wa- zige vormen nog even op het witte doek te voorschijn en een of twee ingezetenen wendden zich om interventie tot burgemees ter Ripping, die de voorstelling niet zoo vreeselijk vond als zij werd afgeschilderd, maar zich bereid verklaarde een Bioscoop commissie in het leven te roepen, die voor- taan toezicht op het gehalte der vertooningen zou kunnen houden. De heer Obdam, toen reeds een enthou- siast bewonderaar van het levende beeld, kreeg opdi acht een commissie bij elkaar te denken waarin van elke partij of richting een paar vertegenwoordigers zitting zouden heb ben behalve van de S. D. A. P., welke in die dagen blijkbaar nog niet voor vol werd gerekend en toen de heer Obdam, na lang zoeken en wikken en wegen en na het poteen van verschillende ingezetenen, met zijn commissie gereed was gekomen, vond de burgemeester, dat hi} keurig werk had ge- Als dank voor de bewezen diensten werd hij zelf hoewel tegen zijn zin bij de commissie ingelijfd en weldra trokken de heeren, onder commando van Dr. Noorduyn, die destijds het voorzitterschap bekleedde, naar de verschillende bioscopen om er op toe te zien, dat niet-achttienjarigen geen films zouden bekijken, die niet met hun leeftijd in overeenstemming werden geoordeeld. Tot de weinigen, die destijds van het nut dezer commissie niet overtuigd zijn ge- weest. behoorden de bioscoop-exploitanten, iwier vrijheid voor een groot deel aan ban- den gelegd werd en die het aliesbehalve pret- tig vonden en trouwens nog niet vindeni dat ingezetenen van diverse politieke- en maatschappelijke pluimage zich met hun theaters gingen bemoeien en zij bovendien nog gedwongen waren beleefd en voorko- mend te zijn en net te doen of ze het prettig vonden. De verstandigsteni onder ben hebben. van den nood een deugd gemaakt en daarvan on getwijfeld profijt gehad, de koppigsten zijn dwars tegen den stroom ingevaren en. hebben in een negenjarige lijdensgeschtedenis onder- vondten, dat het hun evenoiin als de Trans- vaalsche Boeren gelukt is, zich vxij en onaf- hankelijk te vechten. Oorspronkelijk bestond dte commissie uit 4 Vrijzinnigen, 4 Orthodox Hervormden en 4 Katholieken en, in overleg met den sa- mensteller, besloot burgemeester Ripping, dat eerst na de kermis de commissie met de keuringen zou aanvangen, zoodat de bios coop-exploitanten in de kermisweek geen last zouden omdervinden. De historic der filmkeuring krijgt hier een pikzwarte bladzijde, daar de heeren expioi tanten deze vriendeiijkheid niet op prijs bl-e- ken te stellen en van hun gevoelens tegen- over de keurmeesters in een aliesbehalve vriendelijke advertentie hebben doen blijken Sindsdien is de heer Obdam altijd de stille kracht geweest, die bij vacatures en er kwam en in den ioop der jaren heel wat vaca tures voor geldjke en gelijksoortige plaats- vervangers gezorgd heeft, behalve voor de Sociaal-Democraten, wier vertegenwoordi gers later ook opgenomen werden, voor wie de keuze van geschikte candidaten bij het afdeelingsbestuur bleef berusten. Tienduizenden Meters film zijn in die negen jaren afgedraaid, er is veel goedgekeurd en veel afgekeurd, er zijn tallooze coupures aan- gebracbt en er is menigmaal heftig van ge- dachten gewisseld, niet alleen door de kden onderling, maar ook door dezen en de bios- coopexploitanten. Het is vanzeiisprekenid1, dat vogels van zoo diverse politieke- en godsdienstige plui- mage hun taak van verschillende zijden be- keken. Er waren er, die wel eens over het hoofd1 zagen, dat alleen op toelaatbaarheid en niet op geschiktheid1 gekeurd werd en die daarom vrijwel alles afkeurden, er waren er, die het betreurden, dat zij ook niet mochten uit- maken wat hun volwassen soortgenooten hier ter stede mogen aanschouwen en er waren er ook, die, ruimer van opvatting, een tegenwicht tegen al te ijverige censoren vormdien. Al liep in hoofdzaak de scheidingslijn tus- scben beide groepen.langs de grens der con- servatiev-en en vrijzinnigen, toch dient er- kend, dat er commissie-leden van Calvinisti- schen- of Katholieken buize geweest zijn, die bij de keuring van een vrijzinnige opvatting getuigden en dat ex omgekeerd Vrijzinnigeit en zelfs Sociaal-Democraten geweest zijn, die als oensor tot de meest conservatie- ven konden worden gerekend. Hoewel er geen reglement was waarin ieders rechten en verplichtingen omschreven waren de meeste leden hebben althans zoo in reglement nooit in handen kunnen krij- gen bestond toch de opvatting, dat ieder volkomen vrij was naar eigen inzicht advies uit te brengen. En het is doordat daartegen, vooral in bet afgeloop<en jaar, zoo menigmaal gezondigd is, dat er langzamerhand eenige verwijdering tusschen de verschillende groepen is geko men. Wanneer na de keuring het advies voor den burgemeester moest worden geteekend, gebeurde het meermalen, dat een der conser- vatieven, nog voor iemand een oordeel had! uitgesproken, luide verkondigde, dat hij nu wel eens zou willen zien wie den treurigen moed' zou hebben, zoo'n film goed te keuren. Dat optreden miste zijn uitwerking niet. Een enkehng bleef den „treurigen moed" hou- den, een ander bezweek voor de verachting, die hij om zich .been voelde als hij volgens eigen overtui'ging te werk ging en zette mede zijn handteekening om den burgemees ter tot afkeuring te adviseerea Van rustig overleg was ten slotte weinig sprake m'eer. Nog ruim een week voor de ontbinding der commissie verkondigde de voorzitter na een keuring, dat er een coupure moest aangebracht worden. Twee zijner ge- trouwen zwegen, het vierde keuringslid werd niets gevraagd. Die mocht slechts zijn hand teekening onder de beslissing van den voor zitter zetten en kreeg, toen hij een eigen opi- nie bleef handhaven, smalend te hooren, dat er menschen waren, die „toch maar alles durfden goedkeuren". De rollen waren omgekeerd, niet hi], die af- keurde, maar hij, die goedkeurde, werd ver- plicht zijn opinie te motiveeren. Zoo raakte de persoonlijke vrijheid ten slotte zoek en was het niet de zekerheid, dat hun vertrek de macht geheel in handen der conservatieve censoren zou brengen en eilk tegenwicht van vrijzinnige zijde zou ontbre- ken, verschillende leden zouden ongetwijfeld reeds lang het bijltje er bij neergelegd hebben. Er waren leden, die zich beperkten tot hun taak, een film op toelaatbaarheid te keuren. Er zijn er ook geweest, wier beenen niet sterk genoeg waren de weelde van een zekere machtspositie te kunnen dragen. Zij'waren bovenal politie-agent en dwaalden met ware wellust door de theaters in de hoop de ex- ploitanten op overtreding van een der voor- schriften te kunnen betrappen, zij lieten dezen het voile gewicht van hun officieele aanstel- ling gevoelen en gaven, soms in bijzijn van het publiek, bewijs van een zeker machtsver- toon, dat de expioitanten tot verzet prikkelde. Het eene woord lokte dan het andere uit en de bicsccop-directiur, die niet bereidwillig of niet beleefd genoeg was geweest, werd aan- geklaagd, bij den obersten Kriegsherr ontbo- den en soms gestraft met tijdelijlce intrekking van zijn vergunning, wat voor deze zaken- menschen natuurlijk een zeer groote sehade beteekende. t Wij zoudeft niet gaarne beweren, dat de on derling sleohte verhouding alleen door wat al te machtsbewuste burgers en burgertjes de zer gemeente is veroorzaakt, ook de expioitan ten hadden dikwijls ongelijk en zouden met wat grooter soepelheid hunnerzijds veel on- genoegen hebben voorkomen. Fen feit is het, dat met een enkele mt- zondering expioitanten en sommige com- missie-leden elkaar jarenlang als natuurhjke vijanden beschcruwd hebben. Er kwam per soonlijke wrok bij en de meeste leden der com missie wisten het wel, dat wat in het eene theater afgekeurd werd, in het andere nog een goede kans zou maken en dat sommige com missie-leden er op uit waren, de keurings- eischen en de verordening in bepaalde thea ters zoo streng mogelijk door te voeren. De expioitanten hadden hun mond te hou- den. Zij waren er evenals nog zoo vele cafehouders hier ter stede alleen om te ge- hoorzamen en om vermakelijkheidshelasting iliefst zooveel mogelijk in onze stede lijke schatkist te doen vloeien. Het is om dit alles, dat wij het heengaan der oude Bioscoop-cotnmissie niet erg betreu- ren en het moet voor de expioitanten een ver- lichting zijn, dat zij niet langer afhankelijk zijn van een zekere categoric medeburgers en dat volkomen onbevooroordeelide personen in Den Haag thans over het al dan niet toelaat- bare van hun films hebben te beslissen. Wanneer de expioitanten voortaan slechts de wettelijke voorschriften nakomen en wij will en hen aanraden, daaraan in alle opzich- ten de hand te houden hebben zij weinig meer af te wachten en zal niemand hen meer met intrekking hunner vergunning kunnen be- nadeelen. De Bioscoop-commissie is thans vervangen door een commissie van vijf led en, benoemd volgens art. 18 der Bioscoopwet, welker taak veel meer van politioneele dan wel van paeda- gogische strekking is. Volgens de wet mag deze commissie uit ze ven leden bestaan r- en zij bestaat daaruit zelfs in Hoorn maar men heeft het hier blijkbaar voldoende geacht haar uit slechts vijf leden der oude Bioscoop-commissie sa in en te stellen. Wij begrijpen, dat het kunnen optreden als politie-agent, het zich zoo nu en dan eens kunnen laten gelden en het bezit van een gratis toegangsbewijs voor alle bioscopen voor velen iets is, dat zij niet gaarne zouden missen. Geen wonder, dat er ongetwijfeld leden der oude commissie geweest zijn, die van harte hoopten ook deel van dte commissie van con- trole te mogen uitmaken, al stonden daarte- gencver zeker anderen, die, nu het gevaar ge- weken was, dat al te conservatieve personen over het vertooningsrecht zouden beslissen, gaarne hun commissie-lidmaatschap aan den kapstok zouden hangen. Waar wij ons kunnen voorstelkn, dat B. en W., die volgens de wet de uieuwe leden moe- ten benoemen, het bestuur der oude commissie om advies zouden vragen, hadden wij en velen met ons verwacht, dat er eens een vergadering dter Bioscoopcommissie zou wor den gehouden, waarop de voorzitter een en ander ter sprake zou brengen. Men had dan met aller medewerking een regeling kunnen treffen. Het zou gebleken zijn, dat velen geen prijs op een controleeren- de functie stelden en men zou, in onderling overleg, ongetwijfeld een klein en over alle partij en verdeel d comite gevormd hebben, dat aan B. en W. ter benoeming had kunnen wor den aanbevolen. Niets van dat alles is er gebeurd. Tot vlak voor de benoeming der nieuwe commissie wandelden de meeste commissie- leden nog in raadselen, al begon merkbaar te worden, dat de meest conservatieven zich nauwer aaneenslotert. Het werd een publiek geheim wie al en wie niet benoemd zouden worden en de uit- slag heeft thans wel bewezen, dat de vrijzin nige leden der Bioscoopcommissie niet mis gezien hebben. De voorzitter der commissie moge bij kris en bij kras beweren, dat het be stuur in deze benoeming niet gekend is en er geen invloed op heeft uitgeoefend, een opmer- kelijk feit is het, dat dte samenstelling der commissie precies zoo is als het bestuur dat blijkbaar gewenscht heeft en dat eenzelfde argument, dat in de commissie al eens opgeld deed om eenige vrijzinnigen te kunnen weren, ook in het college van B. en W. tot uiting sehijnt te zijn gekomen. De heer Obdam, een veteraan met negen dienstjaren en een bianco conduite-staat, heeft dte hem toekomende plaats moeten af- staan aan pater Van der Heijden, het laatst bijgekomen commissie-lid, dat nog slechts korten tijd zitting had. Deze sehijnt de candidlaat van mr. Lees berg te zijn geweest, die perse een priester in de commissie wenschte, hoewel hij van een andere opvatting blij'k gaf toen in de vacatu- re van pater Van der Sanden een zijner com- pagnons als commissie-lid kon worden op genomen. Soit, de Katholieken moeten natuurlijk zelf weten wien zij als hun vertegenwoordiger wil len benoemen. Dat pater Van der Heijden ge- kozen is, is zieker niet aan hem1 zelf te wij- ten. Hij1 heeft dit baantje' niet speciaal ge- ambieerd en het nog dezer dagen aan den heer Obdam aangeboden, die er in deze om- standigheden natuurlijk voor heeft moeten bedanken. Wat dte reden geweest is, dat dte heer Ob dam, vice-voorzitter der Bioscoopcommissie, die negen jaren zijn plicht deed, die het ste- delijk record voor het grootste aantal kilo meters gekeurde film droeg, en die manner in ernstig conflict is gekomen, thans zonder meer over boord gezet werd, laat zich slechts vermoeden. Ook een der liberale leden, die, zooals men ons meldt, vanaf de oprichting- deel der Bios coopcommissie uitmaakte, heeft geen benoe ming gekregen. De „liberale censor, dien B. en W. op het oog hadden, moest blijkbaai- in de groep d'er conservatieve keuringsleden gezocht worden. Waar zijn in dezen tijd de rasechte liberalen die in zaken als deze een beslissende stem kunnen uitbremgen Men weet te goed, dat de liberale partijen zoo verdeeld of verwaterd zijn, dat in den Raad van geen enkele groep hierop critiek is te verwachten. De Protestantsch-Christelijke groepen kre gen een commisie-lid van de oude garde toe- gewezen tegen wiens keuze geen bedenkin- gen kunnen bestaan. De secretaris-stadhuis- ambtenaar werd tot commissie-lid gepxomo- veerd en voor de S. D. A. P. werd iemand toegevoegd, van wien reeds lang het gerucht ging, dat hij een groote benoemingskans maakte. Laten wij er maar niet veel van zeggen en alleen maar constateeren, dat hij reeds ge- ruimen tijd bij de filmkeuring tot de conser vatieven werd gerekend en dat. ware het einde der Bioscoopcommissie niet nabij ge weest zijn beide politieke geestverwanten te kennen zouden hebben gegeven, dat zij, bij zoo groote afw-ijking van inzicht, niet langer met hem zitting wilden nemen. Het zal ook na nog de groote vraag zijn of de S. D. A. P. te dezer stede met de keuze van dezen vertegenwoordiger genoegen zal willen nemen. Genoeg hier over. Bekijken wij de nieuwe commissie, dan blijkt zij ons van zeer conservatieve samen stelling. En dat niet alleen, zij bevat naast den secretaris die negen jaar het stootblok tusschen de expioitanten en de commissiele- dien geweest is minstens drie van die vijf leden, die door hun vroeger optreden reeds in ernstig conflict met de theaterdirecteuren zijn gekomen. Tusschen dezen en de genoem- de commisie-leden is geen toenadering, geen kalm overleg te verwachten. Deze commissieleden hebben thans als con- troleurs politioneele bevoegdheid gekregen en het is te verwachten, dat daardoor ern- stige conflicten in de toekomst niet zullen uitblijven. Gezien", zegt de hear Van der Weele, van wiens bo-ekje met verklarenden te'kst over de Bioscoopwet in dit nurnmer een n - cencie voorkomt, „gezien de groote bevoegd heid der nieuwe plaatselijke commissies b.v ten aanzien van het in beslag nemen van een film, kan een te voortvarend optreden zeer emstige gevolgen hebben en d^arin schuilt aen groot gevaar, welk gevaar bij de be- roepspolitie zeer zeker minder groot zal zijn. De Commissie van toezicht komt op de hoogte van alle tekortkomingen. welke in de bios-coopwerdd worden geccnstateerd en men benoeme daarom in die commissie slechts die personen van wie met de grootst mogetijke zekerheid een kalm en bezadigd optreden is te verwachten." Waar, in flagrante iegenstelling met deze waarsehuwing, B. em W., irtet miskenning van alle ancienniteitsrcchten, een commissie samenstelden, waarvan de leden bij die film keuring tot de streng Conservatieven werden gerekend, een commissie waarin thans elk vrijzinnig tegenwicht ontbreekt em bovendien een commissie, die voor het meeremdeel juist uit leden bestaat, die in verloop van tijd met de bioscoopexplodtaftten in ernstig persoon- lijk conflict zijn gekomen, -aarzelen wij niet hier te verklaren, dat de keuze van B. en W. o.i. niet alleen een onbillijke, maar bovendien een bijzonder onverstandige en ongeiukkige geweest is. Chevrolet model 1928 hreeigt ons 4 wlelrepimew. Kennemer Autogarage J. C. POUWEUS, Alkmaar. KOORSTRAAT 49-51. TELEFOON 207. ALKMAAR. DE EEUWIGE TANGER KWESTIE. Spanje's eischen. Hoe de be- langkebbende mogendheden daar tegenover staan. Overeenstem- niing berei.kt? Een vier-mogend- hedenconferentie. De Tanger-kwestie is al oud. Reeds lang voor den wereldoorlog bracht zij de gemoede- ren in beroering en na dien is zij, voorname- lijk tengevolge van de mceilijkheden, die Spanje in Marokko van opstandige Rifkaby- len onderv'ond, herhaaldelijk opnieuw aan df orde geweest. Primo de Rivera, de Spaansche dictator^ was n.l. van oord-eel, dat-de rust in de Spaan sche kolonien alleen zou kunnen worden ver- ztekerd, wanneer aan Spanje het bestuur over het thans onder internationaal regime staan- de Tangergebied zou worden opgedragen. Zoolang Spanje niet in .Tapger gezag oefende, zouden van hieruit steeds gevaren dxeigen vocr de Spaansche macht in Noord- Afrika. Er is voor deze redeneerihg wel iets te zeggen, al werd. dan ook door de interna- tionale beheerders van Tanger de juistheid der Spaansche fceschuldigingen o'ntkend. Noch Frankrijk, noch Engeland, die beiden belang hebben bij een internationaal bewind, bleken echter veel te gevoelen voor Primo's eisch van Tangerinlijving bij Marokko. En Primo de Rivera achtte het dan ook maar verstandiger op zijn- eisch niet te blijven staan. Echter kwam hij daarop met een ver- langlijst in zake het be heer van Tanger voor den dag, die hierop neer kwam, dat Spanje feitelijk het bestuur van het Internationale gehied in ha nden zou krij gen. De besturende ambtenaren zouden Spanjaarden moeten zijn en Spaansche troepen zouden de taak van de internationale gendarmerie moeten overne- men. Het is cnnocdig hier nog eens al de Spaansch verlangens op te sommen. We kun nen volstaan met te herinneren, dat hun in- wi'lliging, dan wel niet in naam, maar in we zen de inlijving van het Tangergebied bij de Spaansche zone zou beteekenen. Primo kwam dus alleen in den vorm aan d:e bezwaren tegen zijn oorspronkelijken eisch tegemoet. Tusschen de Spaansche en Fransche regee- ringen begon nu etn notawisseling, want Frankrijk, dat tot dusver de overwegende po- sitie in Tanger innam was geenszins geneigd die aan Spanje af te staan. En Spanje dat dreigde zich geheel en al uit Noord-Afri'ka te zullen terugtrekken als het- zijn zin niet kreeg, bleek wel wat te willen inbinden toen het zag, dat het met dit dreigament toch niets kon be- reilken. Zoo kwam het ten slotte tot monde- linge onderhandelingen tusschen Briand en Quinones de Leon, den Spaanschen gezant i DE WILD LAAT, over deBoterstraat. Telef 34en35, Gereedschappen voor LAND- en TUINSOUW. Alleen kwaliteitsarlikelen en goedkoopl achterlijkheid van het bedrijf, al ontkent dit de regeering, zij het ook zonder bewiis. Uit eenzelfde vaatje tapte de heer mr, Droogleeever Fortuyn (V.B.), die klaagde over onvoldoende motiveering van het ontwerp en het den Maastrichtschen in- dustrieen euvel duidde, dat zij de hulp van de Twentsche college's van de hand had den gewezen onder bewering, dat het kwaad van over de grenzen kwam. Doch van dat kwaad blijkt werkelijk niet veel en ook spreker meende, dat eventueele moeie- lijkheden eerder waren toe te schrijven aan het feit, dat de aardewerk-industrie in het zuiden des lands zich niet gelijk de „Por- celeyne Fles" en ,,Leerdam"' aan de om- standigheden had wilien aanpassen. Spre ker ontkende ten slotte dat er van een noodtoestand sprake was, die regeerings- steun zou billijken. Ook de heer Vliegen, de woordvoerder der S. D. A. P. in deze aangelegenheid, bleek een verklaard en soms zeer heftig tegenstander van het wetsvoorstel te zijn. Hij vond de protectie waartoe men wil be- sluiten, niet noodig, noch voor de industrie noch voor de arbeiders en schreef een mo- gelijken achteruitgang van dezen tak van nijverheid toe aan de traagheid der 'eiders, die eenvoudig te zeer op- hun gemak zijn gesteld om zich aan het moderne leven aan te passen. Hierna kwam de eerste verdediger van het voorstel, de heer Hermans (R.K.) aan het woord, die in een rede van bijna ander- half uur de noodzakelijkheid betoogde om de Maastrichtsche nijverheid te helpen het hoofd boven water te houden. Hij achtte de welvaart van het land en in het bijzondei van Limburg bedreigd als de regeering niet ingreep en vond het voorstel der regeering een bescheiden stap. De rij der sprekers is nog lang niet uitge- put, maar Dinsdag worden de beraadslagin- gen voortgezet. Den Haag, 2 Maart 1928. Wacht de tegenwoordige regeering weder een nederlaag? Naar wij heden van door- gaans welingelichte zijde vernamen, be staat daar wel eenige kans op. Flet betreft het wetsontwerpje om het invoerrecht op aardewerk van gemiddeld 8 percent op J 5 percent te brengen, ten einde de concurren ce, welke in het bijzonder van Duitsche zij de aan onze aardewerk-industrie wordt aan- gedaan, den kop in te drukken. Bedoeld is die verhooging slechts voor drie jaar van kracht te do,yn zijn, onder verzekering, dat na die periode deze tak van industrie weer zoover er bovenop zal zijn, dat zij weer zon der die steun het hoofd boven water zal kunnen houden. Niet een ieder gelooft dat en de eerste spreker van hedenmiddag toonde reeds zeer sceptisch op dat punt te zijn. Het was de leider der Christelijk-historischen, dr. Th. de Visser, zeker niet iemand die het mi- nisterie onvriendelijk gezind zou zijn, voor al niet, waar hij de beide christelijk-histo- rische ministers, de heeren De Geer en Slotemaker de Bruine, tegenover zich vond. Maar onder het niet uitgesproken motto: de waarheid is mij toch liever dan mijn bes- te vriend, heeft de heer De Visser een stc- vige rede gehouden tegen het voorstel, zij het dan ook in de welwillendste vormen gekleed. De spreker begon al met een zeer krachtig betoog, da* de Maastrichtsche in dustrie er niet zoo slecht voor stond als de leiders het zelf willen doen schijnen, Hij haalde daarvoor eenige zeer sprekende cij- fers aan, die vCeleer op voor- dan achter uitgang wezen. De heer De Visser ontken de, dat de concurrentie van Duitsehland zooveel kwaad aan onze industrie zou be- rokkenen, onze nijverheid doet integendeel die aan onze oostelijke grenzen duidelijk nadeel en naar zijn overtuiging is er geen nadeel te verwachten van de pogingen van Duitsche zijde om door een zoogenaamd ,,dumpingsysteem" onze nijverheid te over- vleugelen. Ook de werkeloosheid is niet van zulke beteekenis, dat deswege de re geering hare hulp zou moeten verleenen. Neen, als de Maastritsche nijverheid wel- licht niet in zoo'n bloeienden staat verkeert als de leiders er van wel zouden wenschen, dan is misschien de oorzaak te zoeken in de

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 1