regsls Kir den wog. jgik. In en om de hooidstad. Londens®Si aanteekemfeoefe. Uit on/e Stafttsmactiine. RecSifsseaken Bffie'ken VOOR DE KINDEREN: 1 Leer de vorenstaande rebels vcor voet- gangers en wielrijders en pas deze op straat toe. 1 Kom niet wild uit de schclen rennen; kom rustig naar buiten en ki'jk goed uit op straat. 3 Doe op straat geen hinderlijke spelen maar wees ordeiijk en rustig. Vooral v'oetballen op straat is gevaarlijk. 4 Laat geen menschen of dieren schrikken. 5 Hang niet achter aan auto's of andere voertuigen, dit is zeer gevaarlijk. Bij plotseling uitwijken komt ge wellicht on der een ander voertuig en kwamen aldus reeds veil ongelukken voor, Luister naar de waarschuwingen, die U op straat mochten worden gegeven; het is in Uw eigen belong 7 Wees hulpvaardig voor anderen. Waar- schuw een ander voor gevaar. Help mede aan een veilig verkeer. Voor inlichtingen op verkeersgebied kan men zkh steeds tot de politie wenden. 6. CCLXXVI Oitze geaenkteekens Getcb met hctel-bouw Zooals te verwachten was, is het geschied en er komt nog meer. Ik bedoel hiermede, dater in den Raadi reeds van communisti- sckn kant „erg vriendelijke" woorden ge- sproken zijn naar aanleiding van een inter- pellatie Wijnkoop of het joist is, dat B. en W. in deze stad grond zouden willen .af- staan aan het contite, hetwelk zich ten doel stelt een gedenkteeken voor wijlen gouver- neur-generaal Van Heutsz op te richten in de hoofdstad. En dat is nog maar het begin geweest; wanneer eerlang het voorstel van B. em W. om inderdaad zulk een terrein ai iestaan aan de orde komt, zullen de „roode'' keeren nog wel meer uitpakken. Thans heeft hun leider reeds verteld van ,,de mass a der georganiseerde arbeiders, tien- duizenden in deze stad, die den bedoelde d.w,z. Van Heutsz slechts kennen als dienstlmeeht van het imperialisme"; heeft hi] vootspel, „dat dit monument, als het er ko- men mocht, in de toekomst een brandpunt zal zijn van verzet tegen het imperialisme" em dat het is „uittarten der bevolking". Wat bij elkaar werkelijk stof zou opleveren voor een komische operette, indien het niet zoo treurig was, dat dergelijjce onbekookte rede- neeringen kunnen geuit worden in het regee- lings-college van deze stad- en niet anders kunnen zijn dan bedekte ophitserij eener be- volki-ngs-categorie, die omtrent Indie en im perialisme avereehts wordt ingelicht door de genen, die zij als haar vertrouwensmanmen kschouwt, welke door haar geacht worden het te „weten". Want is het niet lachwekkend iegewagen van die „tienduizenden" veront- rardigde arbeiders, alsof zij alleen de be- volking van een stad van ver over de 700.000 zielen vormen, wier oordeel blijk- baar niet meetelt, en is het niet diep-treurig dat in het Amsterdam hetwelk zijn op- komst en bloei aan Indie te danken heeft get- had en daardoor voor -een heel groot deei nog is, hetgeen het is mede-regeerders zoo •tinmen redeneeren als daareven aange- haald? Begrijpen die menschen dan niet, of willen zij niet begrijpen, hoevele duizencien en tienduizenden van die arbeiders, waarover zij spreken, aan de haven- en handels-inrich- tingen, aan onze scheespbouwwerven, waar al niet, oogenblikkelijk tot werkloosheid ge- doemd zouden zijn als mannen, zooals Van Heutsz er een geweest is, voor hun land, voor Amsterdam, niet gedaan hadden het geen zij gedaan hebben? Natuurlijk, het zou dwaasheid zijn, dit thema verder uit te wer- ken voor degenen, die nu eenmaal niet willen zien, baat pogen tot oveTtuigen toch niet, maar ondertusschen moetea wij ons als Amsterdammers eigenlijk diep schamen, dat over zulk een daad van „p:eteit", zooals men wenseht te verrichten, om Van Heutsz' nage- dachtenis zichtbaar te blijven eeren in deze stad, gesproken kon worden, zooals reeds geschied is en zeker nog geschieden zal. Dat het gedenkteeken er niettegenstaande de „angstwekkende" beweringen van een jVerneinende" Raadsfractie tdch kcmen zal, is iets dat, dunkt me, niet betwijfeld kan worden; het zou wel d:ep-droevig wezen als het niet zoo zou zijn. Waar het zal moeten verrijzen, is natuurlijk ten vraag, waarover te schermutselen valt op het Damplein, voor het Koloniaal Museum we zullen zien. Zooveel staat wel vast, d!at we hier te Amsterdam heusch nog wel eera passend ge denkteeken, hetwelk aan een historisch per soon uit onze geschiedenis en aan groote da den herinneren- zal, kunnen gebruiken. Want Amsterdam is niet rijk aan cpenhare gedenk- teeuenen, die tot zijn bevolkihg spreken kum- ien feitelijk bezitten we er geen enkel, waarop kan woiden gewezen. Men kan misschien zeggen, dat de tijden van standbeelden voorbij zijn, maar men heeft in de dagen, toen men dienaangaande jiog andere meeningen kcesterde, dan toch riterdam V€rzuimd ze wel op te richten en"a i ^i611 zul''<s men zou uit onze vaderlandsche en koloniale geschiedenis heel wat grepen hebben kunnen doen. Hoorn heeft net standbeeld van Coen, als zijnde zijn ge- ?°°r^sdad, wat Amsterdam's burgerij niet nad behceven te beletten er ook hier een aan nem te wijden. opgericht ergens aan den IJ- _ant; een De Ruyter had nevens zijn praal- graf m de Nieuwe Kerk. hier zeker even goed een tot ons geslacht sprekend gedenk ocken verdiend als Vlissingen en zoo ouden er meer kunnen worden genoemd nans kunnen wij slechts wijzen op de ge- denkteekens voor Rembrandt, Vondel, Thor- ecKe het eerstgenoemde al thans op een dtuk verkeerspiein in het hart der stad, de vsr, w v het eene in een deel van M Vondalnark. waar de grdote massa der wandelaars niet veel komt, het andere aan het einde van een pleintje, waar de „pas- sage" niet veel te beteekenen heeft. Daarmede is alles gezegd, tenzij men nog mocht willen wijzen op een paar hier en daar geplaatste busten van Sarphati op een weinig zeg- gend monument in het buurt I J-park, dat naar hem gencemd werd1; van Prins Iien- drik, den man aan wie de „Nederland" en de Vlissingsche lijn zooveel te danken had den, in een plantsoentje bij het Victoria- hotel; van A. C. Wertheim, in het oude Park in de Plantage en dan verder Ir-cr en daar de beeltenissen van enkele bckende pcr- sonen aangebracht aan gevels van een paar openbare gebouwen. Daarmede zijn we vrij- wel uitgepraat inderdaad, veel aanmoe- diging om de hcofdstad met een of ander passend, tot de massa sprekend gedenkteeken te verfraaien, hebben de Nedetiandsche beeldhouwers niet gehad; zelfs aan het ont- werpen van een mooien fonteingroep we. hebben wel een niet onaardigen plantsoen- aanleg met fontein in ons Frederiksplein, maar kunstbeteekenis heeft die heelemaal niet is blijkbaar nooit gedacht. Mij dunkt, we konden aan ons straat- en plein-toilet nog wel iets meer doen en laten we dus maar hopen, dat er een werkelijk fraai Van Heutsz-gedenkteeken komen zal. Evenmin als met betrekking tot groote ge- denkteekens in de hoofdstad, zijn we hier erg gelukkig met onze groote hotels; dat wil ook nog maar niet, ofschoon we in een stad als deze werkelijk nog gebrek hebben aan een paar flinke gebouwen van dien aard. In ste- de dat er in de laatste jaren hotels bijge- bouwd zijn, zijn we er kwijt geraakt. Eerst is de bekende „Bijbel" aan Warmoesstraat en Damrak verdtwenen, omdat de effecten- handel den grond, waarop het stond, voor zijn, Beursgebouw noodig had; toen verdween „Palais Royal", dat, al was het dan ook geen bouwwerk van hooge architectonische fcetee- kenis, in elk geval een pronkjuweel was, ver- geleken bij dat wanstaltige steenen monster, hetwelk er voor Rijkspostdoeleinden in de plaats van werd gesteld en waarmede op- nieuw een stuk oud-Amstex"dam op hopelooze wijze is bedorven, en ten slotte verdween het hotel „Rembrandt" op den hoek van Rem- brandtplein en Utrechtsche straat, omdat het terrein dienstbaar moest worden gemaakt voor den bouw van het geweldige paleis der Amsterdamsche Bank, hetwelk ter plaatse bezig is zich uit den grond1 op te werken. Verlies van hotel-ruimte dus, ook al hebben wij de vergrooting van „Hotel Schiller", van „I<Tasnapolsky" gehad, en al is „Americain" ook bezig zich aan de Leidsche kade-zijde te vergrooten. Maar overigens niets dan teleur- stelling. Ge weet, de bouw van het „Hotel Atlan ta", welke men voor had op een groot terrein tegenover het Leidsche Boschje, op den hoek der Vondelstraat, is een fiasco geworden voor er nog iets aan gedaan was, en welke groote verwachtingen had men er niet van gekoesterd! Toen hebben wij heel veel ge- schrijf en heel veel gepraat gehad over de plannen van een groot hotel, hetwelk op het bekende open terrein, nu plantsoen, aan den Dam zou verrijzen. Telkens heette het: dat het nu heusch gebeuren zou, en telkens we- der kwain er niets van en op dit oogenblik hoort men er niemendal meer over, al weten sommigen te bewexen, dat het geval nog hee lemaal niet van de baan is. Eindelijk scheen het dan, „dat de steen der wijzen" was ge vonden en dat Amsterdam nu inderdaad met een schitterend nieuw hotel, „Hotel Cen tral", op den hoek van Vijzelstraat en Singel verrijkt zou worden. Em inderdaad, in voort- durende erfpacht werd het terrein uitgege- ven, de bouw begon; het nieuwe hotel ver- rees; men spra'k reeds van een schitterende inwijding, die zou plaats hebben vodr de Olympische Spelen hun hondei'dem en dui zenden vreemdelingen naar de hoofdstad zouden trekken. Tot op eens alles stop werd gezet. Ruzie onder directie en commissaris- sen: gebrek aan geld om te voltooien; druk- kende hypotheken: beslagleggen door de hy- potheekhouders; de borden van verkoop bl] executie aangel .'ache medio Maart wordt alles verkocht, zooals het er nu bij staat en dan zal de vraag zijn of de nieuwe combina- tie, die, naar het beet, gereed staat om al les te koopen, in staat zal zijn binnen een paar maanden tijds deze nieuwe „herberg" op moderne schaal bewoonbaar te malten inderdaad er schijnt een fatum te rusten op alles wat gepoogd wordt om Amsterdam van nieuwe hotelruimte te voorzien. En toch is die hoog noodig. Ik heb menschen gesproken, die in de week der automobiel-tentoonstelling onverwacht een nacht te Amsterdam moesten overblijven en toen de grootste moeite hebben gehad onder dak te komen. Wanneer dat toen reeds zoo was, dan behoeft men- niet te vra- gen hce het wezen zal gedurende de Olympi sche Spelen-weken, zelfs al zou de toeloop van vreemdelingen niet zoo groot wezen als men zich misschien voorstdt. Maar hoe he' zij, Amsterdam bouwt zich nog steeds uit; op dit oogenblik is men weder bezig om de geweldige oppervlakte grond in het voorma- 'ig Wafergraafsmeer, aan gene zijde van de voormalige Oosterpark-gasfabriek, in een nieuwe stadswijk te herschapen, maar in ver- houding tot dien steeds toenemenden om- vang der stad neemt het aantal hotels tot dusverre niet toe. SIN! SANA. Londen, Febr. 1928 Een automatische posttrein. De electrische buisspoorweg, dien de Lon- densche Posterijen diep onder de Londensche klei hebben laten bouwen (een werk dat reeds voor den oorlog is begonnen), is een technisch wonder. De miniatuurtreinen heb ben geen bestuurders. De electromechaniek, die er voor wordt toegepast, werkt zoo goed als geh-eel automatisch. Het treintje stopt aan de stations la-ngs zijn donkere, tien K.M. lamge tunnels, als onder de werking van een geheimzimnige macht. Zoo vertrekt het ook/wrtraagt en versnelt het zijn vaart, die g-emiddeldi 50 K.M. per uur is. Het stelsel is ■eerst aan het begin van zijn ontwikkeling en j verbindt voorloopig alleen de stations van postverkeer in het noordem van de stad, be- nevens een in hefcoosten en een in het westen. Voor dat gebied wordt het postvervoer door den dienst van het nieuwe ondergrondsche treintje nu aanraerkelijk bespoedigd. Eens hoopt men een vollediig net te hebben, waar- bij ook de stations ten zuiden van de rivier en in het centrum langs de Theems, voor zoover het den Snellen doorvoer en de ver- spreiding van poststukken betreft, zullen profiteeren. De bewegingen van dit nieuwe wonder der techniek worden beheerscht door een enkel persoon, die aan een der eindpunten in een kamertje zTt, dat als meubilair niet veel meer heeft dan ingewikkelfle schakelborden met hefboompjes en drukknoppen. De regelaar van den dienst heeft een schijinend1 diagram voor zich van het traject; en daaiop kan hij precies zien hoe de treintjes, die met een tusschenpoos van twee minuten rijaen, zich in hun donkere tunnels bewegen. Het nieuwe postvervoer wordt nog ver der bespoedigd door toepassing van liften, schacbten naar de diepte, waar langs men poststukken kan laten vallen, en zoogenaam- de banden-zonder-eiride als nimmer rustende transporteurs. Wanneer dus een trein post stukken in Londen hrengt, worden ze on- middellijk uit den postwagen in liften ge- bracht, of langs de stortschachten en via de banden-zonder-emde geleid naar het perron, onder het groote eindstation, waar het post- treintje stopt. De wagens van het treintje hebben speciale bakken of houders, waarin (vooralsnog door menschelijke handen) de aangevoerde poststukken worden gedepo- neerd naar hun verschillende naaste be- stemminge-n, ,'e sorteerkantoren van den postdienst. Het nieuwe vervoer is een groote ver'oete- ring op den wat antediluvialen dienst (met postkarren voortgetrokken door paarden), die voor een moderne stad als Londen wel wat belachelijk begon te worden. Een luchtboot voor de Tropen. Deze week is in Engeland de eerste metalen vliegbdot voor burgerlijk luchtverkeer te water gelaten. De machine is geheel van metaal gebouwd omdat ze bestemd is voor gebruik in tropisch gebied. Tot nu toe heb ben de autoriteiten in Engeland weinig aan- dacht gesehonken aan vliegbooten voor vredesdoeleinden. A-angezien de wensche- lijkheid van luchtverbindingen tusschen het Moederland, Indie -en Australie meer en meer wordt ingezien (zooals het ook in Neder- la.nd meer en meer wordt ingezien) kon nu echter de bouw van deze vredesmachine met officieele aanmoediging tot stand komen. De nieuwe boot is om het zoo uit te -drukken een gewijzigde uitgave van de „Singapore", het vliegtuig waarmede, de bekende vlieger Sir Alan Cob ham thans bezig'is door Afrika te vliegen. De „Singaporer is echter een mili- tai-r-e boot met twee door water afgekoelde motoren van 650 P.K., terwijl de nieuwe boot, die ..Calcutta" is gedoopt, drie door lucht afgekoelde motoren heeft van 485 P.K. elk. Het is een gevaarte van 90 ton gewicht, wanneer de vijftien reizigers er in zitten. De kajuit is meer dan twee meter breed en hoog en bijna zes meter lang. Er staan vijftien ge- makkelijke stoelen in, waarvan de kussens los en met lucht gevuld tevens reddings- m id del en zijn. Aan elken kant zijn zes groote ov-alen patrijspoorten van veiligheidsglas, die een onbelemmerd uitzicht verschaffen, daar de kajuit als het ware onder de vleugels hangt, niet ongelijk aan de wijze waarop de kajuiten zijn aangebracht aan de Fokkcr- machines van onze nationale vliegmaat- schappij. Het spreekt vanzelf, dat de kajuit helder electrisch is verlicht, terwijl ver war ming plaats heeft door circulatie van warme lucht. Ook in ander opzicbt is voortreffelijk gezorgd voor het gerief der reizigers. Het vraagstuk der ventilatie is behoorlijk opge- lost. De kajuit maakt een prettigen en gezel- ligen indruk met haar bekleeding van blauw gekleurd leder op de zitplaatsen en leder- doek op de wanden en het plafond. Voor elk der stoelen staat een tafeltje, dat op en neer kan worden geslagen. Ook voor den inwen- digen menseh is gezorgd door de aanwezig- heid van een compact en frisch keukentje achter in de kajuit. De ..Calcutta" kan vliegen met een gemid- delde snelheid van 70 K.M. per uur en een 1200 K.M. ver met haar voorraad olie en brandstof. De regeering in Britsch-Indie is juist bezig aan de grond-organisatie voor een luchtdienst tusschen, Calcutta en Ran goon en de bedoeling is de nieuwe vliegboot op die route dienst te laten doen als verbin- dingsschakel tusschen de ontworpen lucht- postroute naar Australie. In verband met hetgeen men bij u doet om geregelde luchtpostdiensten tusschen Moe derland en Kolonien tot stand te brengen, is het bovenstaande voor den Nederlandschen lezer niet zonder belang. Verdrag inzake Slavernij. Wat is slavernij en wat is slavemhandel? Ziehier de officieele omschrijving van een en ander in dit verdrag: Slavernij is de staat of toestand van een persoon over wien eigen- domsrechten, hetzij in voilen omvang, hetzij in beperkte mate worden uitgeoefend. Slaven- handel omvat iedere handeiing van vermees- tering, verwerving of overvracht van een per soon, teneinde dezen in slavernij te brengen iedere handeiing of verwerving van een slaaf, ten einde dezen te verkoopen of te ruilen; iedere handeiing van overdracht hij wijze van verkoop of ruil van een slaaf verkregen ten einde te worden verkocht of geruild en in hat algemeen iedere daa'ct van handel of van ver voer van slaven." Komt slavernij1 en slavenhandel nog voor? Reeds oud is er strijd tegen deze beide ver- schijnseien, welke in strijd zijn met de rechten van den menseh. We gaan hier als niet ter zake doende de verschillende besluiten voor bij, welke koloniseerende mogendheden in den loop der tijden genomen hebben om slavernij te verhinderen. Volstaan we met te memoree- ren, dat in Nederlandsch Oost-Indie in 1860 en in ons West-Indie in 1'863 de slavernij af- geschaft werd1 en dat in 1890 17 landen, waarbij Frankrijik niet behoorde, te Brussel de Anti-Slavernij-Acte sloten. Met de Alge meene Congo-Acte van 1885 vormde dit ver drag een geheel. Na de sluiting dezer acten trad bijna overall onmiddellijk het koeliewezen op. Op de laatst gehouden Vredesconferentie van Parijs waren de Geallieerde en de Geas- scoieerde Mogendheden van meening, dat aan een uitvoerige regeling ten opzichte van sla vernij en slavenhandel geen behoefte meer be- stond. Ter zake van de slavernij bepaalde het Verdrag van Saint-Germain alleen, dat de mogendheden, die dit verdrag onderteekenden en die rechten van souvereiniteit of gezag uit- oefenen in de Afrikaansche gebieden, zullen voortgaan te waken over de instandhotiding van de inlandsche bevolking, evenals over de verbetering van hun zedelijk en materieel wel- zijn en dat zij in het bijzonder er naar zullen streven de volledige onderdrukking te verze- keren van de slavernij in al haar vormen en van den slavenhandel te land en ter zee. Met deze bepaling verviel voor de onderteekenaars de Congo-Acte en het Anti-Slavernij-Verdrag. In dd jaren na het beeindigen van den grooten ocrlog bleek al heel spoedig, dat deze vredesconferentie zich ten aanzien van de ver- dwijning van slavernij en slavenhandelop een te optimistisch standpunt had geplaatst Verschillende kladiten omtrent een wederop- bloei van den slavenhandel waren aanleiding, dat de wensch naar een nieuwe en meer uitge- breide regeling geuit werd, zoodat de Volken- bond dit ontwerp ter hand nam. In haar laat ste verslag zegt de Commissie voor de Huma- nitaire Bemoeiingen van den Bond o.a., dat de Abessynische delegatie van den Bond een uitvoerig bericht had doen inkomen, waai'in een opgave voorkwam van inlanders, die in vyijheid waren gesteld, alsmede van personen, die gestraft waren wegens overtreding van de inzake slavernij bestaande regelen. Ook in het Britsche Protectoraat Sierra Leone bevatte de wetgeving ten aanzien van de slavernij fce- treurenswaardige leemten, welke zoo spoedig mogelijk aangevuld zouden worden. Uit deze beide voorbc-elden blij'kt dus dat de slavernij inderdaad, al is het sporadisch, nog hestaat. Vandaar, dat een commissie ingesteld werd. waarin ook Nederland zitting had in den per soon van den beer van Rees, oud-vice-presi- dent van den Raad van Indie, welke een stu- die van dit onderwerp maakte. In de Volken- bondsvergadering van 1925 werd nu een ont werp-verdrag inzake slavernij opgesteld, dat aan de verschillende regeeringen wera toege- zonden en op de Zevenc: Volkenbondsverga- dering werd vastgesteld. Het moet nu door de verschillende Staten worden onderteekend Ook onze regeering wil het onderteekenen, onze tijdelijke zaakgelastigde te Bern onder- teekende het reeds, maar een en ander behoeft de goedkeuring der Staten-Generaal aan welke het verdrag thans toegezonden werd Het nieuwe verdrag bevat de verplichting zoowel den slavenhandel als de slavernij te onderdrukken. Beiden worden in den ruim- sten vorm genomen, daar gesproken wordt van: „in al haar vormen." Alle daartoe ge- schikte maatregelen moeten genomen worden. Voor de slavernij wordt deze verplichting niet nader uitgewer-kt. Met betrekking echter tot den slavenhandel komen de Staten overeen zoo spoedig mogelijk te onderhandelen over een algemeen verdrag, dat ter beteugeling van dien handel rechten en verplichtingen zal opleggen op den ,voet van de rechten en ver plichtingen, die men overeengekomen is voor d'en intemationalen handel in wapenen. Bo- vendien kunnen de enkele staten onderling nog maatregelen treffen. De aanvaarding van dit verdrag zal noeh in Nederland noeh in Indie eenige wetswijziging eischen. Hoewel het verdrag in de eerste plaats be- oogt het tegengaan van de slavernij, treft het toch ook voorzieningen omtrent den gedwon- gen arbeid en wel op grond van deze overwe- ging, dat in sommige omstandigheden ge- chvongen arbeid zal kunnen ontaarden in toestanden, die overeenkomst vertoonen met slavernij, vaak zelfs niet veel daarvan ver- schillen. Nu vefbinden de Staten, die dit ver drag onderteekenen, zich om maatregelen te nenien, waardoor voorkomen wordt, dat zulk een mtsbruik van den gedwongen arbeid op lhun gebieden zal kunnen plaats vinden. On der dit voorbehoud zal gedwongen arbeid voor publieke doeleimden steeds zijn toegela- ten, omdat in dit geval geen vrees voor ont- aarding van dezen gedwongen arbeid in eewigen vorm van slavernij behoeft be- staan. Waar echter die gedwongen arbeid voor particuliere doeleinden nog bestaat, zul len de Staten er naar streven hieraan zoo spoedig mogelijk geleidelijik een einde te ma- ken. Zoolangs de gedwongen arbeid in parti- culieren dienst nog ergens bestaat, zal deze slechts bij wijze van uitzondering worden toe- gelaten tegen een billijke vergoeding, zonder dat die arbeid een verandering van de nor- male verblijfplaats medebrengt en onder ver- antwoordelijkheid van de overlheidSorganen. Deze bepaiingen omtrent den gedwongen ar beid nu wil de regeering ook voor de overzee- sche gewesten aanvaarden. Uit aanleiding van dit verdrag gerezen ge- schillen zullen worden beslist, hetzij door het Hof van Internationale Justitie, hetzij door het Permanente Hof van Arbitrage, hetzij door een Scheidsgerecht. het gcbeurde had waargenomen en thans haar beeedigde verklaring aflegde. De jeugdige delinquenten, met aanwezig, werden gestraft volgens ancienniteit. Com. werd opgelegd 10 boete of 5 dagen en Jaapje 5 boete subs. 1 week tuchtschoo.l PIJNLIJK KLINKT DES BAKKERS STEM: ALTIJD ZIT IK IN DE KLEM. De Alkmaarsche broodbakker C. J. K, was heden weer wat je noemt de pisang, dat op Vrijdag 20 Januari omstreeks 6.1 n.m. een tweeial gezelien m een ijver die gewoonweg alle beschrijving te boven gaat, bezig waren met beschuitbakken, terwijl de wet hen zeer nadrukkelijk had verboden na 3 ook nog maar edn kernel dceg ter grootte van een groene erwt aan te raken. De baas zelf slofte nog met de broodkar langs de straat en zou bij zijn thuiskomst deze be- schuitbereiding over nemen. Een agent was hem echter al voor geweest en voor hij dus ter plaatse kon zijn, was deze al vol- trokken. De bakker is al eens meer tegen de lamp geloopen, en stond nu op de voordracht om in de bruine boonenrestauratie van het rijk liefderijk te worden opgenomen. De over- treder verontschuldigde zich met mede te dee-- len, dat het een spcedbestelling gold, die te laat was ingekomen, maar toch moest worden uitgevoerd. De heer ambtenaar onderhield den „verdachte" ernstiglijk over zijn vroege- re pekelzonde tegen de Arbeidswet, docfe wilde als nog genade voor recht doen gelden en requireerde inplaats van de onstnakelijke principale hechtenisstraf 2 X 25 boete of 2 X 20 dagen hechtenis waarop de Kanton- rechter bewogen door den traan, die uit bakkers droevig oog druppelde, de poeniten- tie reduceerde tot 2 X 15 boete of 2 X 10 dagen hechtenis. GA HEEN EN ZONDIG NIET MEER. De 19-jarige landarbeider J. A. de G., uit Castricum, ontdekte in het land van zijn patroon etnige wildstrikken en constateerde, dat een van die wildstrikken was dichtgetrok- ken, omdat een schaap er met zijn poot in had getrapt. Vol blakende ijver haastte het jongemensch zich, deze strik weer in zijn vo- rigen toestand terug te brengen, doch werd op het onzalige moment juist betrapt door den brigadier-titulair Koelemeij, die over- e nkomstig zijn instructie verplicht was pro- ces-verbaal op te maken en de wildstrikken in beslag nam. Het onfortuinlijke jonge mensch, thans als vtrdachte aanwezig, was vergezeld van zijn goede moeder, die haar buishouden met 10 kinderen in den steek had gelaten om voor haar plichtigen zoon 'n goed! woordje te doen. Deze daad van cnoederlief- de, gevoegd bij de gunstige omstandigheid, dat zoonlief nog niet wegens jachtwetover treding was veroordeeld, vermorzelde des kantonrcchters hart en hij bepaalde de straf op een ernstige vermaning en 3 boete sub- sidiair 3 dagen hechtenis. Op bruisende golven. Een roman van de zee door P. Vernoog. Uitgave W. L. J. Brusse's Uitgeversmaatschappij te Rotter dam. Dat van deze uitgave in petrekkelijk kor- ten tijd een derde druk is versc'henen, is ze ker het beste bewijs van de populariteit van dezen boekenschrijvenden koopvaardij-officier. Niemand beter dan een zeeman, die in zijn jonge jaren in havens van allerlei werelddee- len gaat passagieren, die zoo nu en dan ook wel eens gelegenheid heeft, wat dieper in het vreemde land te dringen en landen en volken te bestudeeren, kan een- werk als dit schrij- ven, waarin de levensgeschiedenis van een vraohtvaarder wordt weergegeven, een ge schiedenis, die zich half op het land en .half op het water afspeelt en waarbij de schrijver VOOR DEN KANTONRECHTER. DE STRAF RECHTMATIG VERDEELD. Heden werd, als aanvangsnummer der openbare zitting, een aangehouden zit ting tegen twee baldadige jongens uitScher- merhorn, Comelis J„ 18 jaar en Jaapje T., 16 zomers tellend, die op een Januaridag de duhieuse aardigheid haddten vertoond om een aantal met cement gevulde zakken, bestemd voor verzwaring van den Pilderdijk op cri- tieke momenten, baldiglijk op het ijs te wer- pen, met gevolg dat de zakken door het ijs geraakten en de specie verloren gang. Gehoord werd nog julfrouw Konijn, die volkomen op de hoogte moet zijn van de zee- vaart en van arbeidsvoorwaarden en 1 evens- toes tan den in overzeesche gewesten. Jan Gravensteijn, de robuste Hollandsche jongen, gaat vanuit de Amsterdamsche zee- vaartschool als leerling op een vrachtsohip naar Amerika, daarna als jon? officier en na allerlei avontuurlij'ke reizen, volgen de jaren van zij n verblijf in Zuid- en Noord-Amerika, waar hij onder romantisehe omstandigheden zijn vrouw leert kennen. Ten slotte zien wij1 hem als huisvader en als een dier onver- sehroikken Hollandsche koopvaardij-kapiteins, die ook in de oorlogsjaren, toen de zee met mijnen bestrooid was, zich niet van hun plicht lieten afbrengen en aan wier moed en volharding ons volk het te danken heeft, dat het in die benarde tijden met onze voedsei- vocrziening niet heelemaal mis is geloopen Varen en schrijven zijn tivee zoo geheel verschillende beziglheden, dat het niet te ver- wonderen is, dat goed sc'hrijvende koopvaar- dij-officieren tot de groote zeldzaamheden belhooren. Daarom is Verhoog voor onze lit- teratuur van zoo groote beteekenis. Hier is een zeeman, die schrijven kan, wiens fantasia een groote vlucht neemt, die ons meevoert op zijn reizen naar Oost en West en ons ten vol- lq laat meeleven in het voor het publiek tot dusvere zoo onbekende wereldje aan boord van de groote vrachtstoomers. Op bruisende golven is niet alleen in titte- rair opzicbt een zeer aanbevelenswaardig boek, het heeft ook een moraal, het wijst den lezer telkens weer op den plicht, matig te le- ven, rein in daden en gedachten te zijn, bo ven alles zijn plicht te doer, en te werken zoo- lang het lichaam daartoe de kracht bezit. Ook daarom verbeugt het ons, dat dit boek in korten tijd zoovele lezers en bewonderaam heeft gevonden. Tj. progigtm. Phis '/o,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 7