m
Scbaakrnbriek.
i M. A
Damrabriek.
y m w m
m m .m 1
fni B m
m
m m
m.
m m
rail I,I.KTON.
¥3©r de hHisvreuw.
1 I 111
m.M;
m...
1
enderr1 dsriteste 'aarpng.
rrrTTT
Jfo. 60
Zaierdag' 1© Maart.
Hi on/e StaalsBBiachine.
Bewaringsgestichten.
hebben in de laatste weken een en an-
iermaal gewezen op de voorsfelkn van den
Minister van Justitie, waardoor in ons straf-
Ijsel enkele nova zu-ll-en worden ingevoerd.
1LK nova zijn geen uitvind'ingen van den
Minister zelf. Andere landen zijn ons daarin
reds voorgegaan en aan die ervaringen, in
die landen opgedaan, kan men dus voldoende
sen of de door ons besp-roken nova als jeugd-
*evangenis en bewaring van beroeps- en ge-
ttwnte-misdadigers (internee-ring) mderdaad
door de praktijk als doeltreffend werden ge-
adopteerd. We mogen er dus van overtui-gd
weak dat wat door Minister Donner gebo
den wordt, alle kans heeft ook ten onzent te
Allien voldoen.
In coze vortge bijefcrage neoben we gewezen
cp het wetevoorstel om gewoonte- en beroeps-
jmsdadigers, wanneer de aangegeven straf-
maat vol is, in daarvoor aangewezen gestich-
fen ter bewaring op te nemen (te intern ee-
ren): een bewaring, welke zal aansluiten aan
tan straf. Deze maatregel heetf niet't karak-
ter vac straf Hij beocgt eenvoudig een bevei-
jiaing van onze maatschappelijike rechtsorde,
.cor welke immers de beroeps- en gewoonte-
jiisdadiger c-en voortdurende bedreiging is.
Terecht merkt dan ook de minister, steunende
'op de ervaring, op, dat er delinquenten zijn,
ie steeds negatief reageeren op de door hen
ondiergane straf, in dien zin, dat ze telkens en
jtdkens weer tot misdrijf vervallen. Ze leveren
in verband met bun persoonlijkheid en levens-
wnstandigheden een voortdurend en ernstig
cevaar op voor de r-ecbtsorde. Het wordt bun
|oe langer zoo moeilijker zichzelf te r-eclas-
seeren. Noodig is ter vocrkoining van verdere
aanrand'ingen van anderer lijf en goed en de
eerbaarheid, dat deze element-en uit de vrije
itiaatschappij geelimiinieerdi worden. Is het be-
doelde wetsontwerp tot wet verheven, dan
kunnen deze individuen dus „opgeborgen",
Mnterneerd worden. Aangezien deze bewa
ring aamsfait aan hun straf, worden ze dus
vodr geruimen tijd uit de maatschappij ver-
wijderd.
Gelijk we reeds opmerkten hebben andere
landen al dif systeem. De Prevention of Crime
'Ad van 190® geeft in Engeland aan den
rechter de beroegdbeid cm dironiscbe miisda-
digers te veroordeelen tot tucht'huisstral
penal servitude) en daar aan toe te voegen
plaatsing in een gestidht voor preventieve
detentie voor een door den rechter te bepalen
tijd van ten minste vijf en ten^ hoogste tien
jaar met ruiime mogelij'lebeid intussehen van
voorwaardelijke invrijheidsstelling. Deze ter-
inijnen zijn door onzen Minister van Justitie
crergenomen. Het Engdsch-e gesticht voor
pievetieve detentie is gevestigd op het eiland
Wight, de Camp Hill Prison. Het regime al
to is betrekkelijk mild en aan de verpleeg-
ifai wordt binnen het gesticht veel vrijheid
gela tenDe verpleging is er in gemeenschap,
doch iedere verpleegdte heeft zijn eigen kamer-
ije (eel), waarin hij, desverkiezende, zich kan
ierugtrobken.
De vraag, welke we nu beantwoorden gaan
aan de hand van het onderhavige wetsont
werp en die memorie van antwoord daarop,
luidtHoe dtenkt de minister zich deze bewa-
ring ten onzent?
Het aamtal en de plaatsen van vestiging der
bewaringsgestichten zull en hij a 1 gem een en
maatregel van bestuur naar de mate der be-
hoefte worden bepaald. Gedacht is aan een-
voudige interneeringsgebouwen op afge-
legm terreinen. Zoo sc'hijnt de Minister van
yoornemen deze te stichten op de terreinen
der Rij'kswerkinric-htingen te Veenhuiz-en. Af-
gelegen zijn dleze terreinen ten minste genoeg.
Bovedien blijlkt de Minister van plan te wezen
met het behee-r dier bewaringsgestichten een
directeur te belasten onder enkel toezicht van
een collge van regenten. Dit systeem verdiient
voor een gesticht met zoo'n speciaal karakter
ook uit anderen bo-of-de alle aanbeveling. Ver-
yolgens wordt voorgeschreven, dat de wijze
van verpleging zooveel mogelijik zal geregeld
tocten op dfcn voet der wijze van verpleging
in de Rijkswerkinridhtingen, met dien verstari-
de, dat de behandeling enkel op onschadelijk-
making en verbetering mag zijn gericht en
dat de verpleegdten van elkander mogen wor-
ifen afgezondlerd, voor zoover dit door het
foel hunner behandeling of door het belamg
der orde gevorderd wordt. Men kan gereede-
lijk uit dit artikel opmaben, dat dte be-handc-
Mg enkel op onschadelijk-making en verbete-
ftng en niet op leedtoevoeging of afschrik-
feg gericht zal wezen.
In groote lijnen kan men van het geprojec-
teerde stelsel dit zeggen: lin het algemeen is
gedacht aan een verblijfstelsel van gecontro-
leerde gemeenschap met een betrekkelijk
groote mate van vrijlheid binnen het gesticht
Nochtans zal de mogelijkheid1 geschapen wor-
den om, afgezien nog van afzonderingen in
het belamg der orde of op eigen vcrzoek, de
verpleegden ook een eigen kamertje (eel) als
verblijf voor bepaalde docleinden als slapen,
lezen, huiswerk ma'ken enz. aan te wijzen
Men ziet, d'at zeer veel van het Engelsche
stelsel der preventieve detentie volgens de
Prevention of Crime Act overgenomen word.
Ten slotte opent het wetsontwerp ook de
rocgelijkheid van onvoorwaardelijk of voor-
waardlelijk ontslag. Na elk verblijfsjaar doet
het gestiichisbestuur ten aanzien van el'ken
verpleegcte aan den Minister van justitie toe-
komen of ecu voorstel tot voorwaardelijk of
onvoorwaardoH k ontslag of een bericht, het-
welk de gronden uiteemzet, waarom het be
stuur ontslag nog niet geraden vindt. Het
Cemtraal College voor de Reclasscering geeft
daarcp advies. Wamrreer het tot een voor
waardelijk ontslag komt is dat fen alien tijde
herroepibaar, als de ontslagene zich slecht
gedraagt, blijken geeft gevaar op te leveren
voor de openbare orde, dan wel de bij zijn
ontslag gestelde voorwaarden niet nakomt
Op gelijike gronden kan het voorwaardelijk
ontslag worden geschorst. Zooals men ziet,
wordt de mogelijkheid eener terugkeer tot een
geordsnd lcven: geen moment uit het ocg ver-
loren. Ook dit is overgenomen uit het Engel
sche systeem.
Door J. S. Fletcher.
Oeautoriseerde vertciling uit het Engelsth
door Mr. G. Keller.
Ill
»Hij is je te sterk af, vriend!" merkte hij
op, nadat zij van den burgemeester afscheid
baiden genomen. „Siim en handig als geen
tweedeStevenege, die roodneuzige schoen-
®aker wist geweldig goed waarover hij het
baa. Er sieekt iets achter dat alles. Deze
kleinsteedsche groote heeren hebben iets ont-
aekt en dat zullen ze je niet aan den neus
iangen!"
,,Dan scheid ik er mee uit!" riep Stevenege
"Zij kunnen verder hun gang gaan en
cogenblik af neem ik weer vacantie!
beb er genoeg van, als zij achter mijn rug
£aan smoezen en complotteeren."
"In jouw plaats zou ik niets loslaten om-
"ffit mim toekomstige plannen", ried Pen-
nony. „Ik zqu den loop van zaken kalm aan-
•fc en pas ingrijpen als er iets uitlekt. In
oer geval, vergeet niet, dat die naodmun-
n staatseigendom zijn, en dat het je p'icht
e[' Wa/'r moSefijk, de hand op te leggen
,,Aan de noodmunten heb ik niet gedacht",
Xnefe- ),Natuurlijk is het van beiang, dat
i worden feruggevonden. Nu in ieder ge-
tfipporteei' je dit alles aan het hoofd-
Gaarne voldoe ik aan het verzoek van een
lezeres om een patroon te geven voor een
baby-omsl agdoek.
Hier is een haak-patroon:
Noodig heeft u 600 gram witte fichuwol.
Dan kunit u een d!cck makan, die 150 c.M. in
het vierikant meet. Maar de grootte kunt u
naar eigen verkiezimg nemen. Zet 'n groot
aaafal losse stskken op, tot u die lengte heeft,
waar u uw dock op wenscht te maken. Nu
hunt een typenpatroon lcoopen of zelf een pa
troon fantaseeren, waarnaar u den rand
werkt. Het aardigste is hier een blokjes-pa-
troon te kiezen„blokjes" maakt u door drie
stokjes naast elkander te haken„gaten" door
drie lossen te haken en tusscihen tw'ee stokjes
drie steken over te slaan.
Ails u een voldoenden breeden rand heeft,
werkt u verder den dock regelmatig door in:
twee losse steken, twee stokjes, twee losse ste
ken, twee stokjes enz. Bij ce teruggaande toe-
ren moeten de stokjes steeds op de stokjes van
d'en vorigen toer vallen. Steck slechts in den
halven steek in. Heeft de dock de gewenschie
lengte, dan maakt u hem af met denzelfden
rand als waarmee u bsgon. Tenslotie zet u
lamgs beide randen een 20 c.M. la-nge, inge-
loioopte franje.
Aardig is ook om van een wollen das een
z,g. „scarf" een baby-cape te maken. Een
paar jaar geleden waren die breed'e, vrij lan
ge wollen dassen zeer in de mode. Als u er
nog een heeft in wit of in een zachte tint,
dan kunt u die best gcbruiken. Leg de das-
dufcbel over de breed re en knip nu in de bo-
venzijde (de vouw duseen smatlen reep weg
De andere lange zijd'e, waarin u niet knipte,
stilct u dicht. De bovenrand, die u inknipte,
moet u even inslaan en met een kleinen flan-el-
steek hedhten, anders gaa-t het daar rafelen.
Haal een lintje door den dock vlak onder
dien inslag; dan krijgt de kleine cape model
U heeft nu een capucfh-on door het gedeelte
van de scarf, dat u niet wegknipte. Ook daar-
aan kunst u door een doorgeregen lintje wat
vorm geven. De meeste scarfs haddsn franje.
Heeft die uwe er geen, dan raad ik u er een
aan te knoopen. Het staat veel liever en geeft
altijd nog wat warmite ook.
Wanneer u zachte ldeuren bij elkander
Iciest, kan dit een alleraardigst capeje wor
den, dat u in een o-mmezientje -in elkander
heeft geflanst.
Is de peuter al wat grooter, dan is het
volgende manteltje heel lief. U h-aakt het in 2
kleuren of in wit met een kleur; het wordt
22 c.M. lang en 16 c.M. breed dus 't is
toch nog voor een kleintje!
Zet 32 steken op. Haak 45 tocren van: een I
losse, een vaste in den volgenden steek, heen
en weer. Vervolgens haakt u 45 toeren over
5 steken heen en w-eer; en aan den anderen
hoek ook 45 toeren over 5 steken. U heeft dan
dus twee smalle reepen en in het midden 32
steken er tusschen. Haak r.-u met die andere
kleur zes toeren heelemaal in de rond-te; u
moet aain de buiten- en bimnenhoeken meerde-
ren door twee maa-1 1 losse le vaste te haken.
Na de zes toeren volgen er vijf in dte eerst -
kleur en ten slotte een picotrandje van drie
lossen, een vaste in de eerste losse, een vaste,
in de tweede tint.
Voor u het picotje haakt naait u voor- en
achterstukken van het jasje sanien en laat al-
leen pim. 11 c.M. voor het mouwtje aan de
bovenzijde open en 8 c.M voor het splitje van
end-eren De piicot maakt dus het jasje af. Het
mouwtje -haakt u van 25 toeren in de eerste
kleur (minderen in den 17en toer); dan 15
toeren in de 2de kleur (m-indieren in den len
en 4e toer); daaraa 6 toeren in de lste tint
en eem picotrandje in de tweede. Het mouwtje
moet o-pgezet worden o-p zooveel steken, dat
het in de opening van 11 c.M. past.
Maakt u het jasje voor een jongetje, doe
't dan in blauw en geelis het voor ten meisje
bestemd, d-"! in wit met *'p
burdau?"
„Tot in -de kleinste kleinigheden", beloof-
de Pentbony. „Ik zal zorgen, d-at je hulp
krijgt. Maar volg mijn raad en concen-treer
al je kracht-en op die noodmunten. Bekom-
mer je verder niet om Tyson's m-oord of dcod
s'ag, behalve voor zoover -deze in verband
staat met die munten."
„Niet erg aanlokkelij-k", merkte Stevenege
mismoedig op. „Te speuren naar een paar
versleten mun-tstukjes, die in een pilledoosje
passen!"
„Mij-n eerste opvatting, to-en- ik van de
zaalc hoorde, was, dat Tyson met de munten
naar Amerika had willen gaan", zei Pentho-
ny. „Tyson had vermo-edelijk geredeneerd, -dat
als een Amerikaansch verzamelaar bereid is
er tienduizend- pond voor te geven, een an-
der da-t ook wel zou willen. 't Is nu editor al-
I-een de vraag, wie Tyson van het leven heeft
beroofd."
„Zie je nu wet, dat het daar toch op n-eer
komt?" merkte Stevenege op „Wie heeft
Tyson gedood? Dat duivelsche achterbaks-che
geknoei ook in deze stadl Zou er iemand zij-n
te vinden, die dit i-nderdaad weet?"
Terwij-1 hij dit zeide liet hij zijn blikken
gaan over het marktp'ein. Ook van dte boven-
verdiepingen werden -de lic'»ten gedoof-d en
over het ruime plein daalde het duister.
Maar plots-eling kwam bij Stevenege, door
welke oorzaa-k zou hij niet kunnen zeggen, de
gedacht-e aan Barbie Lansdale op. Zou zij
iets weten? En wat wist zij dan?
„Neen, Penth-ony, ik geef het niet op!" rkp
Nog een
anje: hier-
voor is 30'0 gram witte er: gele wol nocd-ig.
Begin 350 kettingstek-en of lo-ssen o-p te zet-
ten en haak afwi-sselend 1 siokje, 2 lossen, I
stokje; tusschen d-e b-eide stokjes twee steken
ov-erslaan.
In de volgende toeren moeten de stokjes
steaks op die van den vorigen toer staan. Na
twaalf toeren met witte wol volgen er tien
met geel en daarn-a veer-tig met wit.
Voor de afwerki-ng maakt u een vaste op
i-ederen steek van dien vorigen toer. Knoop ten
slotte een 35 c.M. lange franje aan drie lean-
ten van de sjaal.
En nu de laatste: een gehaakte breede sjaal
met rand. Noodig is 300 gram witte fichu
wol Zet 180 c.M. lossen op en haak in heen
en weergaande toeren zeer los:
1 losse
1 steek overslaan, insteken,
draad d-oorhalen, 1 stokje in dcnzeKden steek,
teve-ns eerst 3 op de naald zij-nde draden,
daarna de overig-e afwerken;
llosse1
~~j Van tot ~j
moet steeds wor
den herhaald. Voor het k-eeren zijn 3 lossen
noodig. In den volgenden toer wordt steeds
om den steek voor den schuinschen dtaad ge-
wer-kt. Is er een breedte van 130 c.M. be-
reikt, dan ihaakt u voor afwerking een p-untje
als volgt: lste toer: afwissdend 1 stokje, 1
lor-e; aan de hock-en 3 stokjes in een losse om
trekken te voorkom-en;
2de loer: 5 vasten 5 lossen, vier steken
van den vorigen toer overslaan, 5 vasten
van I"" tot ""*j voortdurend herlialen.
3de toer afwissdend 4 vasten op d-e vasten
van dien 2dtem t-oer, 6 lossen; 4de toer afw. 3
vasten, 7 lossen; 5de toer afw. 2 vasten, 8
lossen; 6de toer afw. 1 vaste, 10 loss-en; 7de
toer afw. 1 vaste, 12 lossen; 8ste toer afw. 1
vaste, 14 lossen.
Klaar!
Dusseldorf 190'S).
6. V.gO
7. PcO bc6
8. e5 Pg4 Natuurlijk niet de5 we-
gens 9. Lf7f- Ook 8.
Pd-7 geeft na 9. ed'6 ed6
10. 00 en 11. Tel wit
positievoor-deel.
9. ed6 DdO
10. De2 Lg7 Na 10Ph2 11. Pe4
Dc7 komt 12. f-3.
11. Pe4 Dc7
12. h3 Hier kon S. door midd-el van
den voorbereidenden zet 14
het paard het veld e5 ont-
nemen, doch het wa-s hem
juist te do-en om 't paard
daarheen te krijgen, om-
-dat hem toen al het schaak
van, den 16en zet voor
oogen zweefde.
12Pe5
13. Lb3 a5!
14. f4 a4 Zwart moet wel op de be-
doeling van wit ingaan.
verkeerd zou zij-n 14
Pd7 want dan zou volgen
15. Lf7f I<17 16. Pg5f
en 17. De6f en 18. Pe6.
15. fe5 ab-3
16. PdOf! De point van wits spd. D-
Woche-nschach zet hier een
S. begrijpt dat niet. Im
-mers, zegt hij, zou iedere
andere zet Wit in een- ver
liesstdling brengen.
16Ktt
17. Pc8 Ta2? Hoewd verlokkelijik is de
zet minder juist. Beter was
17Tc8
18. C10! Bchoedt voor verlies. Na 18
Ta2 ba-2 19. Da6 De5f
als ook na 18. Tbl bc2
heeft wit een hopeloosspel.
18De5
19. De5 Le7
20. Lh-6 Ke-8
21. Tael f6
22. Pe7! I<d7
23. Lg7 TbS
24. c3! Tb2
25 Lf6 Ld6
26. Tedl Kc7
27. Tfel TbfS
28. Te6 Lc5t
29. Ld-4 Ld4t
30. Td4 c5
31. Tc6f O-pgegeven.
Oplossing eindspd 213 (Middleton).
1Dc6
2. Pe7+ KfS 3. Tf7f Pf7 4. Ph-7 mat
of
1Dc6
2. Pe7 Te7 3. Dh7t KfS 4. Dh8 mat.
Oplossing probleem 17-8 (V. Kadera).
1Le6 dreigt De5 mat.
1Pa4-c5 2. Dal mat.
1. ....Pa6c5 2. Db4 mat.
1Tc5 2. Dd2 mat.
Eindspel no. 214.
(Uit HertogEuwe II)
Wit: Januowski.
De volgende partij werd gespedd in Dec.
1924 te Gotenburg en is een der partijen.
van den w-edstrijd SpielmaniNil-sson, waar-
van de uitslag was 3 34De bemerkingen
zijn vac den Wits-peter in de W. S. Spidman
geeft die omdat dieze partij in verscheidene
(o.a. Deutsche Wochenschach) verkeerd ge-
anaSyceerd is.
Wit: Spielman. ZwNil-sson.
1. e4 c5
2. Pf3 Pc6
3. d4 cd4
4. Pd-4 Pf6
5. Pc3 d6
6. Lc4 (Afkomstig van Dr. Lasker in
-hij uit. „Ik zet de za-ak -door! Ik wil achter de
waarhei-d komen! Maar, bij Joost, ik schijn
er verder dan ooit van af!"
In de gang van het hotel ging -de portier
naar hem toe en gaf hem een aangeteekenden
brief.
„Even na-dat u weg was, is deze brief hier
bezorgd", zeide hij. „Ik heb voor ontvangst
geteekend."
HOOFDSTUK XVII.
Weer een ongeteekende brief.
Stevenege nam den brief mee naar de roo-k-
kamer, v/aar o-p dat oogenblik niemand an
ders was en met behulp van zijn zakmes
sneed hij de enveloppe open. Hij haalde er
een aantal zorgvuldig gevouwen vellen ma-
chineschrift uit, doch zijn eerste daad was
een blik te werpen cn-deraan het laatste blad.
Daarna keek hij Penthony aan, terwijl hij
minacbtend zijn neus ophaal-de.
„Net wat ilc al dadelijk had gedaoh-t!" zei
hij. „Weer een ongeteekende brief! Dat is
de tweede."
„Nu, in mijn tijd heb ik dergdijke papie-
ren ook wel eens gelrregen. Dat overkcrmt ons
allemaal. Some zit er wat in, soms ook niet."
Hij lief zich in een gemakkelijken stoe! bij
den haard vallen en beg on zijn pijp te stop-
pen.
„Ik wed, dat je hem tocfi leest", zei hi) met
een o-nderdrukt lachje. „Je mag gears eikele
kans laten glippen, vriend!"
„Ja, dat ben ik ten slotte ook wel met je
mm wm 7m
«i Wm
abode fgh
Wit forceert mat in wein-ig zetten.
Probleem 179.
Wm
Wm -MB.
isk Mm WM.
lap m
G. Heathcote.
Wit geeft mat in drie zetten.
AAN DE DAMMERS!
In onze vorige rubriek gaven wij ter op
lossing probleem 1006 van D. Bosnia, Am
sterdam.
Stand.
Zw. 10 sch. op: 7, 8, 12, 14, 17, 27, 28,
33, 36, 40.
W. 10 sch. op: 15, 24, 29, 34, 38, 41, 42-
43, 45, 48.
Oplossing.
1. 38—32 1. 3-6:49
2. 29:38! 2. 40:20
3. 32 23 3. 49 19
4. 15:31! Zeer mooi.
OP E Nil N GSSTUDIE
De volgende fraaie combinatie in dte ope
ning is van den bekenden Fransch-en specia
list op dit gebied Henri Chilaud.
Men zette alle schijven in de aanvangspo-
sitie en s-pele:
1. 3-4—30 1. 17—21
2. 30-25 2. 21—26
3. 39—34 3. 19—23
4 44—39 4. 12—17
5. 50—44 5. 8—12
6. 32—27 6. 17—22
7. 33—29 7. 3—8
Nu is 3e volgende positie ontstaan:
eens", gaf Stevenege toe; „maar intussehen
voel ik er 'Veel neiging toe." Hij stopte ook
zijn pijp en begon te rooken. „Je zoucft zco'n
brief veel belangwekkender vinden" merkte
hij na een oogenblik zwijgens op, „als de
schrijver er zijn naam ondter had gezet; waar
om doet men dat toch n-i-et?" Hij nam de en
veloppe op en keek na-ar het postmerk. „Lon-
den", zei hij, „en natuurlijk geen- adres van
den afzender."
„Nu, laten we nu eens gaan kijken wat er
in staat", opperde Penthony. „Er kon toch
misschien wel wat in staan dat van beteekenis
is. De brief is gemakketijk te lezen want hij
is getikt."
Stevenege vouwdie den brief open en begon
langzaam fe lezen. Z-oodra hij een bladzijde
uit had, reikte hij deze zijn metgezel toe. Ge-
durende geruimen tijd zaten de beide mannen
te lezen zonder een enkel woord te wisselen.
Niemand anders kwam het vertrek binnen;
geen geluid deed zich hooren dan het getik
van de oud-e staande klok in een hoek en het
knetteren van de bl-okken hout in -den haard.
Stevenege zoowel als Penthony ging geheel
op in dte lezing van den brief en meer dan
eens herla-zen beiden een gedeelte van den
brief. Deze luidde:
Londen, 3 juni 1921.
Den fleer aergeant-detec tieve Jame®
Stevenege te Alanchester, Yorkshire.
Cteachte hear!
Ik heb uw naam aangetroffen in de uit-
Pimtfs*. b«ri«htea a de bladen o^trest het
m i
iMm.
Zw. 20 sch. o-p: 1, 2, 4/16, 18, 20, 22, 23,
26.
W. 20sch. op: 25, 27, 29, 31, 33/38, 40/49
Wit zette nu voort met 39—33? waarna
zwart spselde: 2228, 1319, 913, 14 3
en 10 50. Zeer mooi!
COMBINATIE.
De volgende' combinatie is van den heer
Bakker te So-estdijk.
mmr |p
tmmm.
'/m
m.>11. Wf..W>
m
m.
wm
Mb. :wk m. i <M.
mm Wd
Zw. 6 sch. op: 10, 17, 22, 23, 28, 29 en
dam op 21.
W. 5 sch. op: 20, 39, 40, 42, 49 en dam
op 26.
Wit speelt hier:
1. 20—14 1. 1-0 19
Z.O.GENEVER
Mysterie van Alanchester, zooal® men de
zaak heeft gedoopt. Ik veronderstel, -dat u
belast is met het geval, waarschijnlijk voor
de Justitieele afdeeling, of in ieder geval als
medewerker van de plaatselijke politic en
daaroni veroorloof ik mij de vrijheid u een
uiteenzettin-g te geven van mijn meening over
enkele punten. Tenzij u reeds dezelfde opmer-
kingen mocht hebben gemaakt, kunnen zij u
wellicht eenigszins van dienst zijn bii het ont-
warren van het oppervlakkig beschouwd zeer
ingewikkeld raadsel. Ten einde u te overtui-
gen, da-t ik mij tot op zekere hoogte gereeh-
tigd acht om dit schrijven tot u te richten,
deel ik u bij wijze van inleiding tot hetgeen
hier volgt mede, dat ik romanschrijver van
beroep hen, dat ik mij in het bijzonder toeleg
op het schrijven van ditectieve- romans, en
dat ik bij de uitoefemng van mijn beroep mij
aangewend heb bewijsmateriaal nauwkeurig
te wikken en te wegen, de feiten predes na t«
gaan en onderstelmgen aan strenge kriitek te
onder werpen. De beriehten over cite Alanches-
tei'sche zaak, welke ik in de blacen heb aan-
etroffen, in het bijzonder in die uit Yorks-
ire, hebben, zooals u gezien zal hebben, tal
van bijzonderheden medegedeeld. Ik heb geen
enkele kleinigheid over het hoof-d gezien en
beleefd verzoek ik thans uw aandacht voor
een paar opmerkingen, die ik mij veroorloo-'
u te scfirijvsn.
(Wordt vervolgd).
,028
v/aa
7,///A
/tA
AA/A.
'///AAA
OP AANVRAGE WORDT U GRATIS TOEGE*
ZONOEN DE BROCHURE OVER GRANUUNE,
HET MIDDEL VAN OR. J. H VAN GRAFHORST,
ARTS, TEGEN TUEERCULOSE EN KLIER*
S1EKTE. Middaiburgachsstr.Z17, Scheveningsn.
x
,A///y,aATAyj
:xi