m Scbaakrnbriek. i M. A Damrabriek. y m w m m m .m 1 fni B m m m m m. m m rail I,I.KTON. ¥3©r de hHisvreuw. 1 I 111 m.M; m... 1 enderr1 dsriteste 'aarpng. rrrTTT Jfo. 60 Zaierdag' 1© Maart. Hi on/e StaalsBBiachine. Bewaringsgestichten. hebben in de laatste weken een en an- iermaal gewezen op de voorsfelkn van den Minister van Justitie, waardoor in ons straf- Ijsel enkele nova zu-ll-en worden ingevoerd. 1LK nova zijn geen uitvind'ingen van den Minister zelf. Andere landen zijn ons daarin reds voorgegaan en aan die ervaringen, in die landen opgedaan, kan men dus voldoende sen of de door ons besp-roken nova als jeugd- *evangenis en bewaring van beroeps- en ge- ttwnte-misdadigers (internee-ring) mderdaad door de praktijk als doeltreffend werden ge- adopteerd. We mogen er dus van overtui-gd weak dat wat door Minister Donner gebo den wordt, alle kans heeft ook ten onzent te Allien voldoen. In coze vortge bijefcrage neoben we gewezen cp het wetevoorstel om gewoonte- en beroeps- jmsdadigers, wanneer de aangegeven straf- maat vol is, in daarvoor aangewezen gestich- fen ter bewaring op te nemen (te intern ee- ren): een bewaring, welke zal aansluiten aan tan straf. Deze maatregel heetf niet't karak- ter vac straf Hij beocgt eenvoudig een bevei- jiaing van onze maatschappelijike rechtsorde, .cor welke immers de beroeps- en gewoonte- jiisdadiger c-en voortdurende bedreiging is. Terecht merkt dan ook de minister, steunende 'op de ervaring, op, dat er delinquenten zijn, ie steeds negatief reageeren op de door hen ondiergane straf, in dien zin, dat ze telkens en jtdkens weer tot misdrijf vervallen. Ze leveren in verband met bun persoonlijkheid en levens- wnstandigheden een voortdurend en ernstig cevaar op voor de r-ecbtsorde. Het wordt bun |oe langer zoo moeilijker zichzelf te r-eclas- seeren. Noodig is ter vocrkoining van verdere aanrand'ingen van anderer lijf en goed en de eerbaarheid, dat deze element-en uit de vrije itiaatschappij geelimiinieerdi worden. Is het be- doelde wetsontwerp tot wet verheven, dan kunnen deze individuen dus „opgeborgen", Mnterneerd worden. Aangezien deze bewa ring aamsfait aan hun straf, worden ze dus vodr geruimen tijd uit de maatschappij ver- wijderd. Gelijk we reeds opmerkten hebben andere landen al dif systeem. De Prevention of Crime 'Ad van 190® geeft in Engeland aan den rechter de beroegdbeid cm dironiscbe miisda- digers te veroordeelen tot tucht'huisstral penal servitude) en daar aan toe te voegen plaatsing in een gestidht voor preventieve detentie voor een door den rechter te bepalen tijd van ten minste vijf en ten^ hoogste tien jaar met ruiime mogelij'lebeid intussehen van voorwaardelijke invrijheidsstelling. Deze ter- inijnen zijn door onzen Minister van Justitie crergenomen. Het Engdsch-e gesticht voor pievetieve detentie is gevestigd op het eiland Wight, de Camp Hill Prison. Het regime al to is betrekkelijk mild en aan de verpleeg- ifai wordt binnen het gesticht veel vrijheid gela tenDe verpleging is er in gemeenschap, doch iedere verpleegdte heeft zijn eigen kamer- ije (eel), waarin hij, desverkiezende, zich kan ierugtrobken. De vraag, welke we nu beantwoorden gaan aan de hand van het onderhavige wetsont werp en die memorie van antwoord daarop, luidtHoe dtenkt de minister zich deze bewa- ring ten onzent? Het aamtal en de plaatsen van vestiging der bewaringsgestichten zull en hij a 1 gem een en maatregel van bestuur naar de mate der be- hoefte worden bepaald. Gedacht is aan een- voudige interneeringsgebouwen op afge- legm terreinen. Zoo sc'hijnt de Minister van yoornemen deze te stichten op de terreinen der Rij'kswerkinric-htingen te Veenhuiz-en. Af- gelegen zijn dleze terreinen ten minste genoeg. Bovedien blijlkt de Minister van plan te wezen met het behee-r dier bewaringsgestichten een directeur te belasten onder enkel toezicht van een collge van regenten. Dit systeem verdiient voor een gesticht met zoo'n speciaal karakter ook uit anderen bo-of-de alle aanbeveling. Ver- yolgens wordt voorgeschreven, dat de wijze van verpleging zooveel mogelijik zal geregeld tocten op dfcn voet der wijze van verpleging in de Rijkswerkinridhtingen, met dien verstari- de, dat de behandeling enkel op onschadelijk- making en verbetering mag zijn gericht en dat de verpleegdten van elkander mogen wor- ifen afgezondlerd, voor zoover dit door het foel hunner behandeling of door het belamg der orde gevorderd wordt. Men kan gereede- lijk uit dit artikel opmaben, dat dte be-handc- Mg enkel op onschadelijk-making en verbete- ftng en niet op leedtoevoeging of afschrik- feg gericht zal wezen. In groote lijnen kan men van het geprojec- teerde stelsel dit zeggen: lin het algemeen is gedacht aan een verblijfstelsel van gecontro- leerde gemeenschap met een betrekkelijk groote mate van vrijlheid binnen het gesticht Nochtans zal de mogelijkheid1 geschapen wor- den om, afgezien nog van afzonderingen in het belamg der orde of op eigen vcrzoek, de verpleegden ook een eigen kamertje (eel) als verblijf voor bepaalde docleinden als slapen, lezen, huiswerk ma'ken enz. aan te wijzen Men ziet, d'at zeer veel van het Engelsche stelsel der preventieve detentie volgens de Prevention of Crime Act overgenomen word. Ten slotte opent het wetsontwerp ook de rocgelijkheid van onvoorwaardelijk of voor- waardlelijk ontslag. Na elk verblijfsjaar doet het gestiichisbestuur ten aanzien van el'ken verpleegcte aan den Minister van justitie toe- komen of ecu voorstel tot voorwaardelijk of onvoorwaardoH k ontslag of een bericht, het- welk de gronden uiteemzet, waarom het be stuur ontslag nog niet geraden vindt. Het Cemtraal College voor de Reclasscering geeft daarcp advies. Wamrreer het tot een voor waardelijk ontslag komt is dat fen alien tijde herroepibaar, als de ontslagene zich slecht gedraagt, blijken geeft gevaar op te leveren voor de openbare orde, dan wel de bij zijn ontslag gestelde voorwaarden niet nakomt Op gelijike gronden kan het voorwaardelijk ontslag worden geschorst. Zooals men ziet, wordt de mogelijkheid eener terugkeer tot een geordsnd lcven: geen moment uit het ocg ver- loren. Ook dit is overgenomen uit het Engel sche systeem. Door J. S. Fletcher. Oeautoriseerde vertciling uit het Engelsth door Mr. G. Keller. Ill »Hij is je te sterk af, vriend!" merkte hij op, nadat zij van den burgemeester afscheid baiden genomen. „Siim en handig als geen tweedeStevenege, die roodneuzige schoen- ®aker wist geweldig goed waarover hij het baa. Er sieekt iets achter dat alles. Deze kleinsteedsche groote heeren hebben iets ont- aekt en dat zullen ze je niet aan den neus iangen!" ,,Dan scheid ik er mee uit!" riep Stevenege "Zij kunnen verder hun gang gaan en cogenblik af neem ik weer vacantie! beb er genoeg van, als zij achter mijn rug £aan smoezen en complotteeren." "In jouw plaats zou ik niets loslaten om- "ffit mim toekomstige plannen", ried Pen- nony. „Ik zqu den loop van zaken kalm aan- •fc en pas ingrijpen als er iets uitlekt. In oer geval, vergeet niet, dat die naodmun- n staatseigendom zijn, en dat het je p'icht e[' Wa/'r moSefijk, de hand op te leggen ,,Aan de noodmunten heb ik niet gedacht", Xnefe- ),Natuurlijk is het van beiang, dat i worden feruggevonden. Nu in ieder ge- tfipporteei' je dit alles aan het hoofd- Gaarne voldoe ik aan het verzoek van een lezeres om een patroon te geven voor een baby-omsl agdoek. Hier is een haak-patroon: Noodig heeft u 600 gram witte fichuwol. Dan kunit u een d!cck makan, die 150 c.M. in het vierikant meet. Maar de grootte kunt u naar eigen verkiezimg nemen. Zet 'n groot aaafal losse stskken op, tot u die lengte heeft, waar u uw dock op wenscht te maken. Nu hunt een typenpatroon lcoopen of zelf een pa troon fantaseeren, waarnaar u den rand werkt. Het aardigste is hier een blokjes-pa- troon te kiezen„blokjes" maakt u door drie stokjes naast elkander te haken„gaten" door drie lossen te haken en tusscihen tw'ee stokjes drie steken over te slaan. Ails u een voldoenden breeden rand heeft, werkt u verder den dock regelmatig door in: twee losse steken, twee stokjes, twee losse ste ken, twee stokjes enz. Bij ce teruggaande toe- ren moeten de stokjes steeds op de stokjes van d'en vorigen toer vallen. Steck slechts in den halven steek in. Heeft de dock de gewenschie lengte, dan maakt u hem af met denzelfden rand als waarmee u bsgon. Tenslotie zet u lamgs beide randen een 20 c.M. la-nge, inge- loioopte franje. Aardig is ook om van een wollen das een z,g. „scarf" een baby-cape te maken. Een paar jaar geleden waren die breed'e, vrij lan ge wollen dassen zeer in de mode. Als u er nog een heeft in wit of in een zachte tint, dan kunt u die best gcbruiken. Leg de das- dufcbel over de breed re en knip nu in de bo- venzijde (de vouw duseen smatlen reep weg De andere lange zijd'e, waarin u niet knipte, stilct u dicht. De bovenrand, die u inknipte, moet u even inslaan en met een kleinen flan-el- steek hedhten, anders gaa-t het daar rafelen. Haal een lintje door den dock vlak onder dien inslag; dan krijgt de kleine cape model U heeft nu een capucfh-on door het gedeelte van de scarf, dat u niet wegknipte. Ook daar- aan kunst u door een doorgeregen lintje wat vorm geven. De meeste scarfs haddsn franje. Heeft die uwe er geen, dan raad ik u er een aan te knoopen. Het staat veel liever en geeft altijd nog wat warmite ook. Wanneer u zachte ldeuren bij elkander Iciest, kan dit een alleraardigst capeje wor den, dat u in een o-mmezientje -in elkander heeft geflanst. Is de peuter al wat grooter, dan is het volgende manteltje heel lief. U h-aakt het in 2 kleuren of in wit met een kleur; het wordt 22 c.M. lang en 16 c.M. breed dus 't is toch nog voor een kleintje! Zet 32 steken op. Haak 45 tocren van: een I losse, een vaste in den volgenden steek, heen en weer. Vervolgens haakt u 45 toeren over 5 steken heen en w-eer; en aan den anderen hoek ook 45 toeren over 5 steken. U heeft dan dus twee smalle reepen en in het midden 32 steken er tusschen. Haak r.-u met die andere kleur zes toeren heelemaal in de rond-te; u moet aain de buiten- en bimnenhoeken meerde- ren door twee maa-1 1 losse le vaste te haken. Na de zes toeren volgen er vijf in dte eerst - kleur en ten slotte een picotrandje van drie lossen, een vaste in de eerste losse, een vaste, in de tweede tint. Voor u het picotje haakt naait u voor- en achterstukken van het jasje sanien en laat al- leen pim. 11 c.M. voor het mouwtje aan de bovenzijde open en 8 c.M voor het splitje van end-eren De piicot maakt dus het jasje af. Het mouwtje -haakt u van 25 toeren in de eerste kleur (minderen in den 17en toer); dan 15 toeren in de 2de kleur (m-indieren in den len en 4e toer); daaraa 6 toeren in de lste tint en eem picotrandje in de tweede. Het mouwtje moet o-pgezet worden o-p zooveel steken, dat het in de opening van 11 c.M. past. Maakt u het jasje voor een jongetje, doe 't dan in blauw en geelis het voor ten meisje bestemd, d-"! in wit met *'p burdau?" „Tot in -de kleinste kleinigheden", beloof- de Pentbony. „Ik zal zorgen, d-at je hulp krijgt. Maar volg mijn raad en concen-treer al je kracht-en op die noodmunten. Bekom- mer je verder niet om Tyson's m-oord of dcod s'ag, behalve voor zoover -deze in verband staat met die munten." „Niet erg aanlokkelij-k", merkte Stevenege mismoedig op. „Te speuren naar een paar versleten mun-tstukjes, die in een pilledoosje passen!" „Mij-n eerste opvatting, to-en- ik van de zaalc hoorde, was, dat Tyson met de munten naar Amerika had willen gaan", zei Pentho- ny. „Tyson had vermo-edelijk geredeneerd, -dat als een Amerikaansch verzamelaar bereid is er tienduizend- pond voor te geven, een an- der da-t ook wel zou willen. 't Is nu editor al- I-een de vraag, wie Tyson van het leven heeft beroofd." „Zie je nu wet, dat het daar toch op n-eer komt?" merkte Stevenege op „Wie heeft Tyson gedood? Dat duivelsche achterbaks-che geknoei ook in deze stadl Zou er iemand zij-n te vinden, die dit i-nderdaad weet?" Terwij-1 hij dit zeide liet hij zijn blikken gaan over het marktp'ein. Ook van dte boven- verdiepingen werden -de lic'»ten gedoof-d en over het ruime plein daalde het duister. Maar plots-eling kwam bij Stevenege, door welke oorzaa-k zou hij niet kunnen zeggen, de gedacht-e aan Barbie Lansdale op. Zou zij iets weten? En wat wist zij dan? „Neen, Penth-ony, ik geef het niet op!" rkp Nog een anje: hier- voor is 30'0 gram witte er: gele wol nocd-ig. Begin 350 kettingstek-en of lo-ssen o-p te zet- ten en haak afwi-sselend 1 siokje, 2 lossen, I stokje; tusschen d-e b-eide stokjes twee steken ov-erslaan. In de volgende toeren moeten de stokjes steaks op die van den vorigen toer staan. Na twaalf toeren met witte wol volgen er tien met geel en daarn-a veer-tig met wit. Voor de afwerki-ng maakt u een vaste op i-ederen steek van dien vorigen toer. Knoop ten slotte een 35 c.M. lange franje aan drie lean- ten van de sjaal. En nu de laatste: een gehaakte breede sjaal met rand. Noodig is 300 gram witte fichu wol Zet 180 c.M. lossen op en haak in heen en weergaande toeren zeer los: 1 losse 1 steek overslaan, insteken, draad d-oorhalen, 1 stokje in dcnzeKden steek, teve-ns eerst 3 op de naald zij-nde draden, daarna de overig-e afwerken; llosse1 ~~j Van tot ~j moet steeds wor den herhaald. Voor het k-eeren zijn 3 lossen noodig. In den volgenden toer wordt steeds om den steek voor den schuinschen dtaad ge- wer-kt. Is er een breedte van 130 c.M. be- reikt, dan ihaakt u voor afwerking een p-untje als volgt: lste toer: afwissdend 1 stokje, 1 lor-e; aan de hock-en 3 stokjes in een losse om trekken te voorkom-en; 2de loer: 5 vasten 5 lossen, vier steken van den vorigen toer overslaan, 5 vasten van I"" tot ""*j voortdurend herlialen. 3de toer afwissdend 4 vasten op d-e vasten van dien 2dtem t-oer, 6 lossen; 4de toer afw. 3 vasten, 7 lossen; 5de toer afw. 2 vasten, 8 lossen; 6de toer afw. 1 vaste, 10 loss-en; 7de toer afw. 1 vaste, 12 lossen; 8ste toer afw. 1 vaste, 14 lossen. Klaar! Dusseldorf 190'S). 6. V.gO 7. PcO bc6 8. e5 Pg4 Natuurlijk niet de5 we- gens 9. Lf7f- Ook 8. Pd-7 geeft na 9. ed'6 ed6 10. 00 en 11. Tel wit positievoor-deel. 9. ed6 DdO 10. De2 Lg7 Na 10Ph2 11. Pe4 Dc7 komt 12. f-3. 11. Pe4 Dc7 12. h3 Hier kon S. door midd-el van den voorbereidenden zet 14 het paard het veld e5 ont- nemen, doch het wa-s hem juist te do-en om 't paard daarheen te krijgen, om- -dat hem toen al het schaak van, den 16en zet voor oogen zweefde. 12Pe5 13. Lb3 a5! 14. f4 a4 Zwart moet wel op de be- doeling van wit ingaan. verkeerd zou zij-n 14 Pd7 want dan zou volgen 15. Lf7f I<17 16. Pg5f en 17. De6f en 18. Pe6. 15. fe5 ab-3 16. PdOf! De point van wits spd. D- Woche-nschach zet hier een S. begrijpt dat niet. Im -mers, zegt hij, zou iedere andere zet Wit in een- ver liesstdling brengen. 16Ktt 17. Pc8 Ta2? Hoewd verlokkelijik is de zet minder juist. Beter was 17Tc8 18. C10! Bchoedt voor verlies. Na 18 Ta2 ba-2 19. Da6 De5f als ook na 18. Tbl bc2 heeft wit een hopeloosspel. 18De5 19. De5 Le7 20. Lh-6 Ke-8 21. Tael f6 22. Pe7! I<d7 23. Lg7 TbS 24. c3! Tb2 25 Lf6 Ld6 26. Tedl Kc7 27. Tfel TbfS 28. Te6 Lc5t 29. Ld-4 Ld4t 30. Td4 c5 31. Tc6f O-pgegeven. Oplossing eindspd 213 (Middleton). 1Dc6 2. Pe7+ KfS 3. Tf7f Pf7 4. Ph-7 mat of 1Dc6 2. Pe7 Te7 3. Dh7t KfS 4. Dh8 mat. Oplossing probleem 17-8 (V. Kadera). 1Le6 dreigt De5 mat. 1Pa4-c5 2. Dal mat. 1. ....Pa6c5 2. Db4 mat. 1Tc5 2. Dd2 mat. Eindspel no. 214. (Uit HertogEuwe II) Wit: Januowski. De volgende partij werd gespedd in Dec. 1924 te Gotenburg en is een der partijen. van den w-edstrijd SpielmaniNil-sson, waar- van de uitslag was 3 34De bemerkingen zijn vac den Wits-peter in de W. S. Spidman geeft die omdat dieze partij in verscheidene (o.a. Deutsche Wochenschach) verkeerd ge- anaSyceerd is. Wit: Spielman. ZwNil-sson. 1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cd4 4. Pd-4 Pf6 5. Pc3 d6 6. Lc4 (Afkomstig van Dr. Lasker in -hij uit. „Ik zet de za-ak -door! Ik wil achter de waarhei-d komen! Maar, bij Joost, ik schijn er verder dan ooit van af!" In de gang van het hotel ging -de portier naar hem toe en gaf hem een aangeteekenden brief. „Even na-dat u weg was, is deze brief hier bezorgd", zeide hij. „Ik heb voor ontvangst geteekend." HOOFDSTUK XVII. Weer een ongeteekende brief. Stevenege nam den brief mee naar de roo-k- kamer, v/aar o-p dat oogenblik niemand an ders was en met behulp van zijn zakmes sneed hij de enveloppe open. Hij haalde er een aantal zorgvuldig gevouwen vellen ma- chineschrift uit, doch zijn eerste daad was een blik te werpen cn-deraan het laatste blad. Daarna keek hij Penthony aan, terwijl hij minacbtend zijn neus ophaal-de. „Net wat ilc al dadelijk had gedaoh-t!" zei hij. „Weer een ongeteekende brief! Dat is de tweede." „Nu, in mijn tijd heb ik dergdijke papie- ren ook wel eens gelrregen. Dat overkcrmt ons allemaal. Some zit er wat in, soms ook niet." Hij lief zich in een gemakkelijken stoe! bij den haard vallen en beg on zijn pijp te stop- pen. „Ik wed, dat je hem tocfi leest", zei hi) met een o-nderdrukt lachje. „Je mag gears eikele kans laten glippen, vriend!" „Ja, dat ben ik ten slotte ook wel met je mm wm 7m «i Wm abode fgh Wit forceert mat in wein-ig zetten. Probleem 179. Wm Wm -MB. isk Mm WM. lap m G. Heathcote. Wit geeft mat in drie zetten. AAN DE DAMMERS! In onze vorige rubriek gaven wij ter op lossing probleem 1006 van D. Bosnia, Am sterdam. Stand. Zw. 10 sch. op: 7, 8, 12, 14, 17, 27, 28, 33, 36, 40. W. 10 sch. op: 15, 24, 29, 34, 38, 41, 42- 43, 45, 48. Oplossing. 1. 38—32 1. 3-6:49 2. 29:38! 2. 40:20 3. 32 23 3. 49 19 4. 15:31! Zeer mooi. OP E Nil N GSSTUDIE De volgende fraaie combinatie in dte ope ning is van den bekenden Fransch-en specia list op dit gebied Henri Chilaud. Men zette alle schijven in de aanvangspo- sitie en s-pele: 1. 3-4—30 1. 17—21 2. 30-25 2. 21—26 3. 39—34 3. 19—23 4 44—39 4. 12—17 5. 50—44 5. 8—12 6. 32—27 6. 17—22 7. 33—29 7. 3—8 Nu is 3e volgende positie ontstaan: eens", gaf Stevenege toe; „maar intussehen voel ik er 'Veel neiging toe." Hij stopte ook zijn pijp en begon te rooken. „Je zoucft zco'n brief veel belangwekkender vinden" merkte hij na een oogenblik zwijgens op, „als de schrijver er zijn naam ondter had gezet; waar om doet men dat toch n-i-et?" Hij nam de en veloppe op en keek na-ar het postmerk. „Lon- den", zei hij, „en natuurlijk geen- adres van den afzender." „Nu, laten we nu eens gaan kijken wat er in staat", opperde Penthony. „Er kon toch misschien wel wat in staan dat van beteekenis is. De brief is gemakketijk te lezen want hij is getikt." Stevenege vouwdie den brief open en begon langzaam fe lezen. Z-oodra hij een bladzijde uit had, reikte hij deze zijn metgezel toe. Ge- durende geruimen tijd zaten de beide mannen te lezen zonder een enkel woord te wisselen. Niemand anders kwam het vertrek binnen; geen geluid deed zich hooren dan het getik van de oud-e staande klok in een hoek en het knetteren van de bl-okken hout in -den haard. Stevenege zoowel als Penthony ging geheel op in dte lezing van den brief en meer dan eens herla-zen beiden een gedeelte van den brief. Deze luidde: Londen, 3 juni 1921. Den fleer aergeant-detec tieve Jame® Stevenege te Alanchester, Yorkshire. Cteachte hear! Ik heb uw naam aangetroffen in de uit- Pimtfs*. b«ri«htea a de bladen o^trest het m i iMm. Zw. 20 sch. o-p: 1, 2, 4/16, 18, 20, 22, 23, 26. W. 20sch. op: 25, 27, 29, 31, 33/38, 40/49 Wit zette nu voort met 39—33? waarna zwart spselde: 2228, 1319, 913, 14 3 en 10 50. Zeer mooi! COMBINATIE. De volgende' combinatie is van den heer Bakker te So-estdijk. mmr |p tmmm. '/m m.>11. Wf..W> m m. wm Mb. :wk m. i <M. mm Wd Zw. 6 sch. op: 10, 17, 22, 23, 28, 29 en dam op 21. W. 5 sch. op: 20, 39, 40, 42, 49 en dam op 26. Wit speelt hier: 1. 20—14 1. 1-0 19 Z.O.GENEVER Mysterie van Alanchester, zooal® men de zaak heeft gedoopt. Ik veronderstel, -dat u belast is met het geval, waarschijnlijk voor de Justitieele afdeeling, of in ieder geval als medewerker van de plaatselijke politic en daaroni veroorloof ik mij de vrijheid u een uiteenzettin-g te geven van mijn meening over enkele punten. Tenzij u reeds dezelfde opmer- kingen mocht hebben gemaakt, kunnen zij u wellicht eenigszins van dienst zijn bii het ont- warren van het oppervlakkig beschouwd zeer ingewikkeld raadsel. Ten einde u te overtui- gen, da-t ik mij tot op zekere hoogte gereeh- tigd acht om dit schrijven tot u te richten, deel ik u bij wijze van inleiding tot hetgeen hier volgt mede, dat ik romanschrijver van beroep hen, dat ik mij in het bijzonder toeleg op het schrijven van ditectieve- romans, en dat ik bij de uitoefemng van mijn beroep mij aangewend heb bewijsmateriaal nauwkeurig te wikken en te wegen, de feiten predes na t« gaan en onderstelmgen aan strenge kriitek te onder werpen. De beriehten over cite Alanches- tei'sche zaak, welke ik in de blacen heb aan- etroffen, in het bijzonder in die uit Yorks- ire, hebben, zooals u gezien zal hebben, tal van bijzonderheden medegedeeld. Ik heb geen enkele kleinigheid over het hoof-d gezien en beleefd verzoek ik thans uw aandacht voor een paar opmerkingen, die ik mij veroorloo-' u te scfirijvsn. (Wordt vervolgd). ,028 v/aa 7,///A /tA AA/A. '///AAA OP AANVRAGE WORDT U GRATIS TOEGE* ZONOEN DE BROCHURE OVER GRANUUNE, HET MIDDEL VAN OR. J. H VAN GRAFHORST, ARTS, TEGEN TUEERCULOSE EN KLIER* S1EKTE. Middaiburgachsstr.Z17, Scheveningsn. x ,A///y,aATAyj :xi

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5