Cssrsnl. Damrubriek. wrwr^w^wT Scbaakrubriek. 9 mrnm. In en om de hoofdstad. FED1LLET0N. Jfo. 69 1928 Hontfert! uertrsfstB 'aarpng. Xaterdag1 ti Maart. Toelating- leerlingen school voor tniiten^ewoon lager oiiderwtjs. De aangifte van kerlingen voor bovenge- jioemde school zal bij het Hoofd dier school in het gebouw in het Victoriepark kunnen plaats hebben op DINSDAG 20 MAART e.k. van 4—5 uur namiddags. De kinderen moeten op den datum van toelating, t. w. 1 Mei e.k. 6 jaar oud zijn. Inentingsbewijs en geboortebewijs (even- tueel trouwboekje) moeten worden mcdege- bracht. Alkmaar, 16 Maart 1928. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, WENDELAAR, Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris. Oude toestanden en moderne verkeers- middelen. Ge hebt vermoedelij'k dezer dagen gelezen ran een brand, die in onze stad gewoed heeft en die eigenaardig was, allereerst om het feit, dat hij toevallig het eerst was opgemerkt door den commandant van onze brandweer in eigen persoon, die nit den trein, waarmede hij langs den westkant der stad naar het Cen- traal Station reed, den vuurgloed zag in de omgeving van bet westelijk deel der Prins Hendrikkade, van't station in de hem wach- tende auto dadelijk naar de plants van het on- heil kon rijden, en die in de tweede plaats het merkwaardige had, dat duizenden en nog eens duizenden Amsterdammers vroeger ze ker nooit van de Panaalsteeg, waar het vuur duchtig huis hield, haddan gehoord. Vermoe- delijlk waren er zelfs velen, die in de nabdj'heid van die steeg, aan den Nieuwendijk b v., woonden, voor dien brand nooit hebben ge- weten, dat er in Amsterdam een stukje open- bare weg bestond, betwelk naar den naam Pan-aal-steeg luisterde. Want, zoo als ik het daar neerschreef, moet het woord uitgespro- ken worden. Jan ter Gouw, die in zijn merk waardige gesohiedenis, welke hij over de oude 'Amsterdamsche straten gesdhreven heeft, die steeg ook wel degelijk noemt, hoewel men haar vergeefs zoskt in het voor enkele jaren uitgegeven straat-namen boekje, verklaart otjs, dat dit straatje foehoorde tot dezulken, genoemd naar den vischhandel, die weleer in dat deel van de stad gedreven werd, de ha- ringpakkerijen in die buurt waren er het voor- naamste van. We hebben in deze oude stad natuurlijk een groot aantal van dergelijke steegjes en straatjes, waar de meeste Amsterdammers nooit in hun levtn van gehoord hebben en waarvan enkele eerst dan te liunner kennis komen, wanneer er iets sensatiewekkends heeft plaats gehad, zooals nu die brand daar in de Panaalsteeg, die, hadden we niet zoo'n uit- nemende brandweer, in dat bebouwde kwartier tusschen Prins Hendrikkade en Nieuwendijk geweldige uitbreiding had kunnen krijgen en heel wat schade veroorzaken. Thans doet een gebeurtenis als de genoem- de weer eens duidelijk zien, hoeveel antieks er nog in een zoo oude stad als de onze bestaat, dat nu eens niet langer bewaard moest blij- ven. Onze voorouders zijn eigenaardige men- schen geweest konden zij ons thans zien, ze zouden vermoedelij'k hetzelfde van ons be- werea die de kunst verstonden schilderach- tige gevels te bouwen aan wegen en wateren, maar achter die gevels dingen deden, die wij ons ten eenmale niet begrijpen kunnen. Wat hebben zij, te Amsterdam vooral, op tal van plaatsen aan den achtex-kant maar raak ge bouwd; sooiwijlen lieten zij tusschen hun per- ceelen aan den achterkant een of andere bin- neniplaats open, maar heel vaak bouwden zij nagenoeg maar botweg tegen elkander aan, niet om brandgevaar, dat in hun tijd toch nog vedl grooter was dan in onzen tijd, denkende en zonder zich met hygiene, in verband met de noodzakelijkiheid van lidht en lucbt, bezig te houden. Wie ooit in oude Amsterdamsche straten tot den achterkant van huizen is kun nen doordringen, zal vaak verbaasd gestaan hebben over dien aehterbouw en nog verbaas- der geweest zijn over het feit, dat dergelijke toestanden nog maar steeds blijven kunnen De brand van de Panaalsteeg heeft natuui"- Ej'k weder eens de aandacht op al die toestan den in vele deelen der oude stad gevestigd en zal ongetwijfeld wederom in het lidht hebben gesteld hoe noodzalkelij'k het is, dat we hier een brandweer hebben zoo goed als zij is, a! Door J. S. Fletcher. Oeautoriseerde vertaling uit het Engelsch door Mr. Q. Keller. »Ik wilde juist naar u toe gaan, burge- ineester'' zeide hij. „Slechts een enkele vraag. U herinn^rt zich dat u mij heeft me- uegedeeld dat u opzettelijk de brieven van oransdale geheim had gehouden in de hoop, oat u er hem toe zou brengen u nog wat meer te bieden? Herinnert u zich nu ook, «!„U niedegedeeld dat u dat gelukt was, dat hij zijn bod verhoogd had? Het Jlj natuurlijk geheel onder ons." Ullard keek zijn ondervrager aan met een ik, waaruit nogal achterdocht sprak en hij aarzelde te a'ntwoorden. ,,Het spijt me wel, burgemeester, maar ik 7™°,i e ^noopt u die vraag te stellen. ons" re ze'c'e> het blijft geheel onder imlw Weet ze'ce1') dat ik nooit aan h daaryaa mededeeling heb gedaan", Is ze dan ook In veler oogen mlsschfen erg duur reeds Panaalsteeg-toestanden recht- vaardigen het bestaan dier kostbare brand weer, want dergelijlke toestanden brengen steeds de grootste brandgevaren met zich. Misschien zou het geluik'kig zijn als zonder verlies aan menschenlevens meer branden in stegen en sloppen, aan Panaalsteeg gelijk, voor'bwamen; zij zouden althans dit voor- deel hebben, dat gevaarlijke herbouw niet meer zou worden geduld. Wanneer men de bouwtoestanden tusschen Nieuwendij'k en N.Z. Voorburgwal; aan de Haarlemimerstra- ten; in den omfrek van de Oude Zijds Kolk, van de Oude Kerk, op de Eilanden; in tal van gedeelten van den Jordaan niet te vergeten, eens te zien kon krijgen, men zou verstomd staan, dat zulke gevaarlijke bouworde nog a!- tijd kan bestaan. En tooh zullen zeker nog jaren en jaren voorbijgaan voor men daar de veranderingen zal hebben gekregen die in on zen tijd door iedereen beslist noodig zouden worden geoordeeld. Langzaam, heel lang- zaam slechts, door noodzakelijk geblelxen af- braken, door onteigeningen hier en daar maar laatstgenoemde zijn zoo kostbaar kan verbetering komen en vermoedelij'k zul len nog wel meer „Panaalsteeg"-branden daaraan een handje made helpen. Het gemeenitetoestuur doet in deze wat het kan, doch de schattem, noodig om bet totaal verouderde stadsgedeelte spoedig te doen ver- dwijnen, zijn natuurlijk niet te vinden; er is reeds veel gedaan op Uilenburg, men gaat nu verder op Valkenburg; er zijn plannen om een nieuwen verkeersweg te leggen, dwars door den Jordaan, waarmede het verdwijnen van tal van oude huizen en stegen gepaard zou gaan, maar altijd weer:-hoeveel geld zal dat kosten? We hebben nu juist weder een nieuwen di- recteur van Publieke Wer'ken gekregen; een man, die ged'urende de vele maanden, dat hij dit verantwoordelij'k ambt reeds waarnam, getoond heeft, voor de verbetering van Am sterdam veel te voelen. Welk een taa'k ligt er voor hem te wachten in overleg met den direc- teur van Bouw- en Woningtoezicht! Hoeveel tegenwerking zal natuurlijk zijn deel zijn, wanneer hij, straks wifflende ingrijpen, in bot- sing zal komen met tai van persoonlijke be- langen en belangetjes, maar werk is er voor hem in oud-Amsterdam nog geweldig veel te doen toestanden als die van Panaalsteeg en soortgelijke omgeving, moeten zoo spoedig mogelijk tot het verleden tehooren en niet al te angstvallig moet men op zien tegen het doen verdwijnen van het oude, alleen uit eer- bied voor 'hetgeen oud is. Nieuwe wegen voor behoorlijke stadsver- bind'ing zijn hoog noodzakelijk. Reeds jaren lang heeft men gehoord van een nieuwen ver keersweg, die van den Dam door Damstraat en Jodenbuurt een betere verbinding met de Plantage zou voi-men. Daarvoor, zoo heette het toen reeds, moest het Dam-gedeelte, waaj- nu het piantsoentje ligt, beslist onbebouwd blijven, doch ondertusschen tre'kt men in de Damstraat, op een door sloopen open geko- men terrein, weder lustig een nieuw perceel op, waaruit men zou mogen concludeeren, dat bet met dien voorgenomen nieuwen ver keersweg, oostwaarts heen, nog vooreerst zoo'n vaart niet zal loopen. Daarnevens hebben we ook al vernomen van een nieuwen verkeersweg dwars door den Jordaan, waardoor een betere verbinding tus schen het Leidsohe Plein en de Haarlemmer- straat gevormid zou worden en die door zijn aanleg zou medebrengen het verdwijnen van vele, thans zeker totaal verouderde en feitelijk voor bewonen ongeschifcte Jordaan-gedeelten. Hoe die weg precies zou komen, wordt niet vermeld, naar het beet omdat openbaar ma- ken van dat geheim aanleiding zou geven tot speculatie-p'lannen, alsof daartegen geen ont- eigeningswet helpen kon. Maar wat daarvan zij, een dergelijke nieuwe Jordaan-weg zou geen overbodige weelde zijn, en zou tevens tengevolge hetben betere tramverbindingen in dat stadsdeel, die er nu eigenlijk ten eenen- male ontbreken. De trams in de Marnixstraat gaan er wel langs en de tramlijn over de ge- d'empte Rozengracht is ontegenzeggelijk ook van dienst, maar voldoende zijn die niet. Dat tramstelsel van Amsterdam, lioe mooi oo'k in vele opzichten, heeft to-ch dit eigenaar- dige, dat vele siadsgedeelten, met name de oude stadsbuurten, nog lang niet voldoende gdiolpcn zijn, hetgeen natuurlijk te wijten is aan den eigenaardigen bouw der oude stad. waaro-p ik boven wees. Maar ondertussahen heeft die toestand dan toch ook ten gevolge, dat ons trambedrijf nog niet zoo „floreert" als het behoorde te doen. De fiets, die in ons Hollandsche leven toch reeds zulk een merk waardige plaats is gaan innemen, wordt ook te Amsterdam hoe langer hoe meer gebruiki, zou men zeggen, omdat vele straten nog te ver verwijderd liggen van tramlijnen en ook omdat voor vele stadsgedeelten de tram zulke einden om-rijden moet, dat de fietsberijder maar liever zijn leven in de drukke Amster damsche straten waagt, omdat hij op dat „eigen rijtuig" langs korter wegen dan de tram kan gaan om spoediger zijn woning of van zijn woning uit zijrn werkplaats te berei- ken. De onlangs vermelde statistische cijfers over 1927 hebben doen zien, dat in dat jaar antwoordde Ollard na nog eenige weifeling. „Ja, hij bood meer!natuurlijk voor dit alles gebeurd was en voor hij ovtrkwam. Ja, hij verhoogde inderdaad zijn oorspronkelijk bod." „Heeft u er bezwaar tegen mij het bedrag te noemen?" vroeg Stevenege. „Och neen", antwoordde Ollard. „Het laatste bod was 15000 Pond." „Dat werd vermoedelijk in een brief ge daan?" „Ja, in een brief, in een der brieven die ik met de andere wegborg." „En niemand kon vermoeden dat het bod tot dit bedrag was verhoogd?" „Neen, geen sterveldng!" verklaarde Ol lard. „Hoe zou dat ook mogelijk zijn? Nie mand buiten mij heeft ooit een oog in die brieven gestagen, mijnheer Stevenege. Na tuurlijk is er wel het een en ander uitgelekt naar aanleiding van den moord op Tyson, het onderzoek, het verhoor van Whatmore en zoowat meer, doch niemand heeft inzage gehad van Bransdale's brieven, dat verze- ker ik u!" „U heeft ze alle achter slot en grendel?" „In mijn brandkast, mijnheer, waann zij altijd hebben gelegen", verklaarde Ollard. „Maar waarom vraagt u mij dat? Is er waf outdekt?J* door gemeemvrraTns em gemjeente-motoromnl- bussen vervoerd werden 133.395.708 passa- giers, wat door velen zeker een geweldig cijfer zal worden genoemd1, doch dat needkomt op ongeveer 184 ritten per bewoner per jaar. wat niet zoo veel is, vooral niet als men daar nevens vindt vermeld, dat hetzelfde gemiddel- de cijfer voor den Londenaar met trams en omnibussen en ondergromd 463 bedraagt. De vergelij'king geeft te denken. Natuurlijk is de fiets voor een goed deel schuld aan dat betrekkelijk lage tramgebruik, maar er zijn ook andere oorzaken en zeker in de eerste plaats het feit, dat de tram voor vele stadsge deelten niet den kortsten weg gaat: in de tweede plaats de eenmanswagens, die om vele red'enen altijd een aantal passagiers afschrik- ken en vermoedelijk ook het gemis aan sectie- systeem. Het uniforni-tarief van tien cent heeft uit den aard der zaak vele gemakken, maar anderzijds zijn er ongetwijfeld nog velp menschen, die voor kleine afstanden die tien cent niet over hebben, maar daarvoor wel de helft zouden wi'llen betalen. Het vraagstuk is niet nieuw, maar het zal zich hoe langer hoe meer op den voorgrond dringen bij bet steeds grooter worden dezer stad1. Doch alles tezamen genomen blijft dit zeker waar, dat er voor den nieuwen directeur der Publieke Werken in samenweiting met de direoteuren van de andere openbare diensten der hoofdstad nog heel wat te doen valt. SIN'I SANA. AAN DE DAMMERS. In onze vorige rubriek gaven wij ter op- lossing probleem 1007 (auteur S. Pelle). Stand. Zw. 11 sch. op: 8, 9, 10, 17, 18, 19, 20, 25, 30, 35, 36. W. 11 sch. op: 16, 28, 32, 33, 37, 39, 40, 44, 45, 46, 49. O pi ossing. 1. 46—41 1. 36:47 2. 32—27! 2. 47 29 of 24. 3. 39—33 3. 29 of 24 22. 4. 16—11 4. 22:50 5. 11:2 5.' 35 44 6. 2 35 en zwart is verloren. COMBINATIES. In den volgenden stand (auteur H. N. J. Winter, den Haag). IP up ip1 Zw. 8 sch. op: 3, 5, 6, 8, 13, 15, 19, 21 en dam op 18. W. 11 sch. op: 16, 20, 22, 27, 29, 31/34, 40, 41. Wit wint door: 1. 32—28 1. 21:23 2. 16—11 2. 6:30 (4 sch.) 3. 40—35 3. 18 24 4. 20 9 4. 3 14 5. 35 2! Zeer mooi! IETS VAN FABRE. Het volgende is van den geweldigen Fransehen kampioen. l«A,» Zw. 13 sch. op: 3, 6, 8, 11, 13, 15, 16, 19, 23, 24, 25. 30, 31. W. 13 sch. op: 22, 26, 28, 32, 33, 35, 37, 38, 42, 44, 45, 48, 49. Wit speelt: 1. 33—29 1. 23 34 gedw. 2. 22—18 2. 18 33 3. 38 20 3. 15 24 gedw. 4. 42—38 4. 31 33 5. 44—39 5. 34 43 of 33 44 6. 49:20 6. 2'5 14 7. 35 2 („Ons Damblad") „Ik hoop het u later te kunnen mededeelen burgemeester", antwoordde Stevenege. „A1- lerlei bijzonderheden doen zich voor, vermoe delijk nevenkwesties, doch soms blijken de onbeduidendste kleinigheden van de grootste beteekenis te zijn." Ollard knikte en vervolgde zijn weg naar zijn bureau, terwijl Stevenege op zijn schre- den terugkeerde en opnieuw Oswald Clever- ley opzocht, dien hij druk bezig vond de schilaerijen voor Bransdale in te pakken. „Hallo!" riep Oswald, „zijn de zaken al afgedaan?" „Op zijn best begonnen", antwoordde Ste venege. „Neen, ik loop nog even bij u aan om u een vraag te doen. U zei zooeven, toen wij over die noodmunten spraken, dat het niet erg waarschijnlijk was dat de groote heeren van Alanchester niet gauw 15000 Pond zouden laten schieten, zoo er kans be stond dat bedrag te kunnen inpalmen. Heeft u ooit gehoord, vraag ik u nu, dat bet door Bransdale's ge'datie bod werketijk 15000 Pond bedroeg?" „U sprak van 10.000 Pond", antwoordde Oswald, voortgaande met het inpakken der schilderen. „U verbeterde me!" „Inderdaad. Doch heeft u ook wel eens het bedrag van 15000 Pond hooren noe- ®en?." rer oplossing voor deze week: .Probleem 1008 van H. N. J. Winter, den Haag. wm WW, wM. Zw. 10 sch. op: 7, 8, 13, 14, 18, 21, 22, 23 27 28 W. 10 sch. op: 16, 25, 29, 30, 32, 34, 37, 38, 43, 44. In onze volgende rubriek geven wij de op' lossing. Gemakkelijk is het ditmaal niet! De vorige week heeft een vriendschappedij ke onimoeting plaats gehad tusschen een 9- tal spelers uit Bakkum tegen evenveel spelers uit Alkmaar waarvan de uitslag is als volgt: Alkmaar. Bakkum. J. G. van Burken 0—1 G. J. Koch. F. C. Laas 10 G. v. Ravenzwaai. P. Hartog y2-y2 H Schipper. G. v. Nieuwkuijk 1-43 G. W. Koch J. Withaar YzH. Nijsen. A. W. Tegel 10 L. v. Leeuwen. A. Bcemsterboer 10 F. A. Metzger. J. H. Greenland 1—0 J. Mulder. J. de Ruijter 1—0 J. Zaal. 7—2 Dit is voor de jonge Bakkumsche club een verlies. Maar dat was vooruit te zien. 't Vorige jaar had Alkmaar cen team ge- zonden bestaande alleen uit 2e en 3e klassers en daartegen werd remise gespeeld. Een suc- ces is zeker voor hun eerste bordspeler dat hij den Alkmaarschen captain een partij deed verliezen, te meer daar er van blunde- ren in deze partij geen sprake was. De heer Koch heeft verdiend gewonnen. Hier volgt de partij Wit: Bakkum. Zw.: Alkmaar. 1. d4 Pf6 2. Pf3 e6 3. Lg5 b7 4. e3 Lb7 5. Le2 Le7 6. c4 d5 7. Pc3 Pbd7 8. 0—0 c5 9. Tel 0—0 10. Tel cd4 11ed4 dc4 12. Lc4 Pd5 13. Le7 Pe7? 't Was zwart's plan om wit een geisoleerden pi on te geven op de d-lijn en dien als aanvalsobject te gebruiken. Maar zwart heeft te slordig gespeeld, want 't vervolg doet zien, dat zijn plan niet alleen mislukt maar hem nu ook nog door zijn laatsten zet slecht spel geeft. Wit vindt ook dadelijk den goe- den zet. ed5 Pg6? Zwart wil niet afruilen om remisestellingen te ont- loopen. Had hij 't maar wel ged'aan! Tc8 Hier was eerst Pf6 17. Pf6 Df6 beter. Pc5 Zwart wil den witten L afruilen maar krijgt geen tijd daartoe. dreigt Pf6 of Pe7f met dame- winst. Ld'5 dreigt al weer Lf7 en Td8. Df6 Pe6 fe6 14. d'5 14 15. Pd5 16. Tc2 17. Lb3 18. Td2! 18. 19. Ld'5 19 20. b4 21. Le6 22. Td7 Tf7? Beter was hier Tcd8 om afruil te forceeren in de hoop dan de zwakke f-pion te kunnen behouden. 23. Tf7 Kf7 (Df7 wordt gevolgd door Pg5) 24. Dd7 Pe7 25. Da7 Tc2 26. Db6 Ta2? Eerst had hier h6 moeten geschieden dan was het paard werkeloos geweest. Immers dan was Pe5 on mogelijk wegens De5 en Tel mat. Ook Pd4 kon dan niet wegens Df2f „Vermoedelijk wel; hoe zou ik er anders op zijn gekomen?" „Heeft u eenig idee waar u het kan ge hoord hebben?" „Lieve hemel, wat een vraag! Hoe ter we- reld zou ik daarvan eenig idee kunnen heb ben? Denkt u dan om den drommel, dat de menschen hier niet praten? Natuurlijk heeft men hier heel wat gepraat, vooral toen de couranten zich met de zaak bemoeiden sinds 't onderzoek van den coroner en zoo voort!" „Ik zou toch gaarne willen weten, waar u het gehoord heeft", hield Stevenege aan. „Nu, dat is me absoluut onmogelijk vriend! Ik behoor tot die menschen, die over- al zijn te vinden, een zwerver in het maat- schappelijk leven. Het is mogelijk, dat ik het op de societeit heb gehoord, maar dat kan ook in de biljartkamer van het „Dravende Hert" geweest zijn, of wet op een middag- visite bij een oude dame, of ergens op een diner; er wordt overal bi'aaf gekletst. Maarik had den indruk, dat het aan- bod 15000 Pond was. En waarom wil u dat nu met alle geweld weten?" „Om u de voile waarheid te zeggen, ik weet zelf niet goed waarom ik er zoo nieuws- gierig naar ben", antwoordde Stevenege la- chend. „Intusschen zekerheid h«b ik nu nog aiet, nietwaar.?," 27. Pg5!f 28. De6 29. Pf3! gf3 Df6 b5 Kg6 Nemen op g5 doet den T. verliezen. Tf2! dreigt b.v na 29. De7? Tflf met Damewinst. Verijdelt wits plan en stelt den toren voorgoed buiten- de verdediging. Tf3 er is niets beters. Pf5 Kf6 Zwart geeft op. Hij kan dm pion niet verliinderen dame te ha'en. Wit heeft deze partij goed gespeeld. Zwart is te nonchalant geweest. Men moet een tegenstander nooit onderschatten. Opl. Probleem 179 (driezet van G. Heathcote). 2. Lhl enz. 2. Dg7 enz. 2. Dhl enz. 2. Db8 enz. 29, 30. 31 32. 1. Tal g6 2. Tal 1. hlD 1.Pe7 Oplosing eindspel 214. 1 Lg7!ft Kg7 2. Dh6!t Kh6 3. Pf5 mat. Probleem 180. J. Dauble. 8 Iill S jm mm wwz abed Mat in 2 zetten. Eindspel 215. Veel malen komt de navolgende stelling voor. Wit heeft eer een dame gehaald dan zwart. Wit is aan zet. 't Is voor sommige spelers goed dit eindspel nu eens na te spe- len en op te schrijven. Wit moet winnen. 't Idee, dat voor moet zitten bestaat uit't ver liinderen van't dame halen door zwart. Dat Hi'0M.ill. Illl w0m.wmmw, abedefgh kan. Wit kan zoo spelen, dat hij of den pion wint of den zwarten K. dwingt naar el te gaan waardoor de witte K. den tijd krijgt om te naderen. Dit spelletje kan wit zoolang volhouden, dat hij zwart in een matsteling krijgt of, dat hij den pion wint waarna- mat een kwestie van enkele zetten is. Wie zendt een volledige oplossing in? Hedenavond 8 uuir speelt de voorzittex van de Alkmaarsche schaakclub simultaan in de schaakclub „De Pion" te Bakkupi Hotel Hetzger waarvoor de deelname voor ieder vrij is. Proviwciaal rsieuws HENSBROEK. Gemeenleremd. Donderdagmorgen vergaderde de raad in voltallige zitting, onder voorzitterschap van burgemeester Kooiman. Bij de ingekomen stukken werd o.a. mede- gedeeld dat het kantoor van den ontvanger der registratie en domeinen, thans gevestigd te Medemblik, zal vervalkn en H-ensbroek wordt geresorteerd onder gemeente Alkmaar, Ingekomen was een adres van de R. K. vereeniging tot opvoeding van Land- en Tuinbouwers, de R. K. Landbouw-winter- school te Voorhout, om subsidie, welke ge steld is op 50 per leerling. Daar uit deze gemeente een leerling deze school bezodkt, wordt aldus een subsid'ie van 50 aange- „Door mij ten minste niet", zei Oswald „Maar morgenochtend vroeg spreek ik Bransdale zelf in het Savoy-hotel en als u er op staat zal ik het hem uit uw naam vragen." „0, neen, neen! Val hem daar niet mee lastig!" antwoordde Stevenege. „Ik zou niet willen dat hij dacht dat ik mij mengde in een zaak die, goed beschouwd, een particuliere aangelegen'heid is tusschen hem en den bur gemeester." „Thans niet meer zoo erg particulier, zou ik meenen", merkte Oswald spottend op. „Ze lijkt mij ten minste nogal een zaak van openbaar belang." „Nu, laten wij er maar niet verder op doorgaan", zei Stevenege. „Ik was alleen nieuwsgierig hoe het praatje, dat het bod 15000 Pond had bedragen, in de wereld was gekomen. Dat is alles." Oswald raapte een vel pakpapier op, be- schouwde het aandachtig en begon een der schilderijen er in te pakken. „H'm", brom-de hij, „als u de luidjes van Alanschester zoo goed als ik kende, zou u zich er eer over verwonderen, dat men niet sprak over 50.000 in plaats van 15000 Pond! Niet meer dan een kleine overdrij- ving, gelijk wij gewoon zijn, wanneer een praatje door Alanchester de ronde doet," (Wordt vervolgd.) OU) ////////j OP AANVRAGE WORDT U GRATIS TOEGE- ZONDEN DE BROCHURE OVER GRANULINB, HET MIDDEL VAN DR. J. H. VAN GRAFHORST, ARTS, TEGEN TUBERCULOSE EN KLIER. Z1EKTE. Middalburgschestr.217, Seheveningan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5