Cssrsnl.
Damrubriek.
wrwr^w^wT
Scbaakrubriek.
9
mrnm.
In en om de hoofdstad.
FED1LLET0N.
Jfo. 69
1928
Hontfert! uertrsfstB 'aarpng.
Xaterdag1 ti Maart.
Toelating- leerlingen
school voor tniiten^ewoon
lager oiiderwtjs.
De aangifte van kerlingen voor bovenge-
jioemde school zal bij het Hoofd dier school
in het gebouw in het Victoriepark kunnen
plaats hebben op
DINSDAG 20 MAART e.k.
van 4—5 uur namiddags.
De kinderen moeten op den datum van
toelating, t. w. 1 Mei e.k. 6 jaar oud zijn.
Inentingsbewijs en geboortebewijs (even-
tueel trouwboekje) moeten worden mcdege-
bracht.
Alkmaar, 16 Maart 1928.
Burgemeester en Wethouders
van Alkmaar,
WENDELAAR, Burgemeester.
A. KOELMA, Secretaris.
Oude toestanden en moderne verkeers-
middelen.
Ge hebt vermoedelij'k dezer dagen gelezen
ran een brand, die in onze stad gewoed heeft
en die eigenaardig was, allereerst om het feit,
dat hij toevallig het eerst was opgemerkt door
den commandant van onze brandweer in
eigen persoon, die nit den trein, waarmede hij
langs den westkant der stad naar het Cen-
traal Station reed, den vuurgloed zag in de
omgeving van bet westelijk deel der Prins
Hendrikkade, van't station in de hem wach-
tende auto dadelijk naar de plants van het on-
heil kon rijden, en die in de tweede plaats het
merkwaardige had, dat duizenden en nog
eens duizenden Amsterdammers vroeger ze
ker nooit van de Panaalsteeg, waar het vuur
duchtig huis hield, haddan gehoord. Vermoe-
delijlk waren er zelfs velen, die in de nabdj'heid
van die steeg, aan den Nieuwendijk b v.,
woonden, voor dien brand nooit hebben ge-
weten, dat er in Amsterdam een stukje open-
bare weg bestond, betwelk naar den naam
Pan-aal-steeg luisterde. Want, zoo als ik het
daar neerschreef, moet het woord uitgespro-
ken worden. Jan ter Gouw, die in zijn merk
waardige gesohiedenis, welke hij over de oude
'Amsterdamsche straten gesdhreven heeft, die
steeg ook wel degelijk noemt, hoewel men
haar vergeefs zoskt in het voor enkele jaren
uitgegeven straat-namen boekje, verklaart
otjs, dat dit straatje foehoorde tot dezulken,
genoemd naar den vischhandel, die weleer in
dat deel van de stad gedreven werd, de ha-
ringpakkerijen in die buurt waren er het voor-
naamste van.
We hebben in deze oude stad natuurlijk
een groot aantal van dergelijke steegjes en
straatjes, waar de meeste Amsterdammers
nooit in hun levtn van gehoord hebben en
waarvan enkele eerst dan te liunner kennis
komen, wanneer er iets sensatiewekkends heeft
plaats gehad, zooals nu die brand daar in de
Panaalsteeg, die, hadden we niet zoo'n uit-
nemende brandweer, in dat bebouwde kwartier
tusschen Prins Hendrikkade en Nieuwendijk
geweldige uitbreiding had kunnen krijgen en
heel wat schade veroorzaken.
Thans doet een gebeurtenis als de genoem-
de weer eens duidelijk zien, hoeveel antieks er
nog in een zoo oude stad als de onze bestaat,
dat nu eens niet langer bewaard moest blij-
ven. Onze voorouders zijn eigenaardige men-
schen geweest konden zij ons thans zien,
ze zouden vermoedelij'k hetzelfde van ons be-
werea die de kunst verstonden schilderach-
tige gevels te bouwen aan wegen en wateren,
maar achter die gevels dingen deden, die wij
ons ten eenmale niet begrijpen kunnen. Wat
hebben zij, te Amsterdam vooral, op tal van
plaatsen aan den achtex-kant maar raak ge
bouwd; sooiwijlen lieten zij tusschen hun per-
ceelen aan den achterkant een of andere bin-
neniplaats open, maar heel vaak bouwden zij
nagenoeg maar botweg tegen elkander aan,
niet om brandgevaar, dat in hun tijd toch nog
vedl grooter was dan in onzen tijd, denkende
en zonder zich met hygiene, in verband met
de noodzakelijkiheid van lidht en lucbt, bezig
te houden. Wie ooit in oude Amsterdamsche
straten tot den achterkant van huizen is kun
nen doordringen, zal vaak verbaasd gestaan
hebben over dien aehterbouw en nog verbaas-
der geweest zijn over het feit, dat dergelijke
toestanden nog maar steeds blijven kunnen
De brand van de Panaalsteeg heeft natuui"-
Ej'k weder eens de aandacht op al die toestan
den in vele deelen der oude stad gevestigd en
zal ongetwijfeld wederom in het lidht hebben
gesteld hoe noodzalkelij'k het is, dat we hier
een brandweer hebben zoo goed als zij is, a!
Door J. S. Fletcher.
Oeautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door Mr. Q. Keller.
»Ik wilde juist naar u toe gaan, burge-
ineester'' zeide hij. „Slechts een enkele
vraag. U herinn^rt zich dat u mij heeft me-
uegedeeld dat u opzettelijk de brieven van
oransdale geheim had gehouden in de hoop,
oat u er hem toe zou brengen u nog wat
meer te bieden? Herinnert u zich nu ook,
«!„U niedegedeeld dat u dat gelukt
was, dat hij zijn bod verhoogd had? Het
Jlj natuurlijk geheel onder ons."
Ullard keek zijn ondervrager aan met een
ik, waaruit nogal achterdocht sprak en hij
aarzelde te a'ntwoorden.
,,Het spijt me wel, burgemeester, maar ik
7™°,i e ^noopt u die vraag te stellen.
ons" re ze'c'e> het blijft geheel onder
imlw Weet ze'ce1') dat ik nooit aan
h daaryaa mededeeling heb gedaan",
Is ze dan ook In veler oogen mlsschfen erg
duur reeds Panaalsteeg-toestanden recht-
vaardigen het bestaan dier kostbare brand
weer, want dergelijlke toestanden brengen
steeds de grootste brandgevaren met zich.
Misschien zou het geluik'kig zijn als zonder
verlies aan menschenlevens meer branden in
stegen en sloppen, aan Panaalsteeg gelijk,
voor'bwamen; zij zouden althans dit voor-
deel hebben, dat gevaarlijke herbouw niet
meer zou worden geduld. Wanneer men de
bouwtoestanden tusschen Nieuwendij'k en
N.Z. Voorburgwal; aan de Haarlemimerstra-
ten; in den omfrek van de Oude Zijds Kolk,
van de Oude Kerk, op de Eilanden; in tal van
gedeelten van den Jordaan niet te vergeten,
eens te zien kon krijgen, men zou verstomd
staan, dat zulke gevaarlijke bouworde nog a!-
tijd kan bestaan. En tooh zullen zeker nog
jaren en jaren voorbijgaan voor men daar de
veranderingen zal hebben gekregen die in on
zen tijd door iedereen beslist noodig zouden
worden geoordeeld. Langzaam, heel lang-
zaam slechts, door noodzakelijk geblelxen af-
braken, door onteigeningen hier en daar
maar laatstgenoemde zijn zoo kostbaar
kan verbetering komen en vermoedelij'k zul
len nog wel meer „Panaalsteeg"-branden
daaraan een handje made helpen.
Het gemeenitetoestuur doet in deze wat het
kan, doch de schattem, noodig om bet totaal
verouderde stadsgedeelte spoedig te doen ver-
dwijnen, zijn natuurlijk niet te vinden; er is
reeds veel gedaan op Uilenburg, men gaat nu
verder op Valkenburg; er zijn plannen om een
nieuwen verkeersweg te leggen, dwars door
den Jordaan, waarmede het verdwijnen van
tal van oude huizen en stegen gepaard zou
gaan, maar altijd weer:-hoeveel geld zal dat
kosten?
We hebben nu juist weder een nieuwen di-
recteur van Publieke Wer'ken gekregen; een
man, die ged'urende de vele maanden, dat hij
dit verantwoordelij'k ambt reeds waarnam,
getoond heeft, voor de verbetering van Am
sterdam veel te voelen. Welk een taa'k ligt er
voor hem te wachten in overleg met den direc-
teur van Bouw- en Woningtoezicht! Hoeveel
tegenwerking zal natuurlijk zijn deel zijn,
wanneer hij, straks wifflende ingrijpen, in bot-
sing zal komen met tai van persoonlijke be-
langen en belangetjes, maar werk is er voor
hem in oud-Amsterdam nog geweldig veel te
doen toestanden als die van Panaalsteeg
en soortgelijke omgeving, moeten zoo spoedig
mogelijk tot het verleden tehooren en niet al
te angstvallig moet men op zien tegen het
doen verdwijnen van het oude, alleen uit eer-
bied voor 'hetgeen oud is.
Nieuwe wegen voor behoorlijke stadsver-
bind'ing zijn hoog noodzakelijk. Reeds jaren
lang heeft men gehoord van een nieuwen ver
keersweg, die van den Dam door Damstraat
en Jodenbuurt een betere verbinding met de
Plantage zou voi-men. Daarvoor, zoo heette
het toen reeds, moest het Dam-gedeelte, waaj-
nu het piantsoentje ligt, beslist onbebouwd
blijven, doch ondertusschen tre'kt men in de
Damstraat, op een door sloopen open geko-
men terrein, weder lustig een nieuw perceel
op, waaruit men zou mogen concludeeren,
dat bet met dien voorgenomen nieuwen ver
keersweg, oostwaarts heen, nog vooreerst
zoo'n vaart niet zal loopen.
Daarnevens hebben we ook al vernomen
van een nieuwen verkeersweg dwars door den
Jordaan, waardoor een betere verbinding tus
schen het Leidsohe Plein en de Haarlemmer-
straat gevormid zou worden en die door zijn
aanleg zou medebrengen het verdwijnen van
vele, thans zeker totaal verouderde en feitelijk
voor bewonen ongeschifcte Jordaan-gedeelten.
Hoe die weg precies zou komen, wordt niet
vermeld, naar het beet omdat openbaar ma-
ken van dat geheim aanleiding zou geven tot
speculatie-p'lannen, alsof daartegen geen ont-
eigeningswet helpen kon. Maar wat daarvan
zij, een dergelijke nieuwe Jordaan-weg zou
geen overbodige weelde zijn, en zou tevens
tengevolge hetben betere tramverbindingen in
dat stadsdeel, die er nu eigenlijk ten eenen-
male ontbreken. De trams in de Marnixstraat
gaan er wel langs en de tramlijn over de ge-
d'empte Rozengracht is ontegenzeggelijk ook
van dienst, maar voldoende zijn die niet.
Dat tramstelsel van Amsterdam, lioe mooi
oo'k in vele opzichten, heeft to-ch dit eigenaar-
dige, dat vele siadsgedeelten, met name de
oude stadsbuurten, nog lang niet voldoende
gdiolpcn zijn, hetgeen natuurlijk te wijten is
aan den eigenaardigen bouw der oude stad.
waaro-p ik boven wees. Maar ondertussahen
heeft die toestand dan toch ook ten gevolge,
dat ons trambedrijf nog niet zoo „floreert"
als het behoorde te doen. De fiets, die in ons
Hollandsche leven toch reeds zulk een merk
waardige plaats is gaan innemen, wordt ook
te Amsterdam hoe langer hoe meer gebruiki,
zou men zeggen, omdat vele straten nog te
ver verwijderd liggen van tramlijnen en ook
omdat voor vele stadsgedeelten de tram zulke
einden om-rijden moet, dat de fietsberijder
maar liever zijn leven in de drukke Amster
damsche straten waagt, omdat hij op dat
„eigen rijtuig" langs korter wegen dan de
tram kan gaan om spoediger zijn woning of
van zijn woning uit zijrn werkplaats te berei-
ken. De onlangs vermelde statistische cijfers
over 1927 hebben doen zien, dat in dat jaar
antwoordde Ollard na nog eenige weifeling.
„Ja, hij bood meer!natuurlijk voor dit
alles gebeurd was en voor hij ovtrkwam. Ja,
hij verhoogde inderdaad zijn oorspronkelijk
bod."
„Heeft u er bezwaar tegen mij het bedrag
te noemen?" vroeg Stevenege.
„Och neen", antwoordde Ollard. „Het
laatste bod was 15000 Pond."
„Dat werd vermoedelijk in een brief ge
daan?"
„Ja, in een brief, in een der brieven die ik
met de andere wegborg."
„En niemand kon vermoeden dat het bod
tot dit bedrag was verhoogd?"
„Neen, geen sterveldng!" verklaarde Ol
lard. „Hoe zou dat ook mogelijk zijn? Nie
mand buiten mij heeft ooit een oog in die
brieven gestagen, mijnheer Stevenege. Na
tuurlijk is er wel het een en ander uitgelekt
naar aanleiding van den moord op Tyson,
het onderzoek, het verhoor van Whatmore en
zoowat meer, doch niemand heeft inzage
gehad van Bransdale's brieven, dat verze-
ker ik u!"
„U heeft ze alle achter slot en grendel?"
„In mijn brandkast, mijnheer, waann zij
altijd hebben gelegen", verklaarde Ollard.
„Maar waarom vraagt u mij dat? Is er waf
outdekt?J*
door gemeemvrraTns em gemjeente-motoromnl-
bussen vervoerd werden 133.395.708 passa-
giers, wat door velen zeker een geweldig cijfer
zal worden genoemd1, doch dat needkomt op
ongeveer 184 ritten per bewoner per jaar.
wat niet zoo veel is, vooral niet als men daar
nevens vindt vermeld, dat hetzelfde gemiddel-
de cijfer voor den Londenaar met trams en
omnibussen en ondergromd 463 bedraagt.
De vergelij'king geeft te denken. Natuurlijk
is de fiets voor een goed deel schuld aan dat
betrekkelijk lage tramgebruik, maar er zijn
ook andere oorzaken en zeker in de eerste
plaats het feit, dat de tram voor vele stadsge
deelten niet den kortsten weg gaat: in de
tweede plaats de eenmanswagens, die om vele
red'enen altijd een aantal passagiers afschrik-
ken en vermoedelijk ook het gemis aan sectie-
systeem. Het uniforni-tarief van tien cent
heeft uit den aard der zaak vele gemakken,
maar anderzijds zijn er ongetwijfeld nog velp
menschen, die voor kleine afstanden die tien
cent niet over hebben, maar daarvoor wel de
helft zouden wi'llen betalen. Het vraagstuk is
niet nieuw, maar het zal zich hoe langer hoe
meer op den voorgrond dringen bij bet steeds
grooter worden dezer stad1.
Doch alles tezamen genomen blijft dit
zeker waar, dat er voor den nieuwen directeur
der Publieke Werken in samenweiting met de
direoteuren van de andere openbare diensten
der hoofdstad nog heel wat te doen valt.
SIN'I SANA.
AAN DE DAMMERS.
In onze vorige rubriek gaven wij ter op-
lossing probleem 1007 (auteur S. Pelle).
Stand.
Zw. 11 sch. op: 8, 9, 10, 17, 18, 19, 20,
25, 30, 35, 36.
W. 11 sch. op: 16, 28, 32, 33, 37, 39, 40,
44, 45, 46, 49.
O pi ossing.
1. 46—41 1. 36:47
2. 32—27! 2. 47 29 of 24.
3. 39—33 3. 29 of 24 22.
4. 16—11 4. 22:50
5. 11:2 5.' 35 44
6. 2 35 en zwart is verloren.
COMBINATIES.
In den volgenden stand (auteur H. N. J.
Winter, den Haag).
IP up ip1
Zw. 8 sch. op: 3, 5, 6, 8, 13, 15, 19, 21
en dam op 18.
W. 11 sch. op: 16, 20, 22, 27, 29, 31/34,
40, 41.
Wit wint door:
1. 32—28 1. 21:23
2. 16—11 2. 6:30 (4 sch.)
3. 40—35 3. 18 24
4. 20 9 4. 3 14
5. 35 2! Zeer mooi!
IETS VAN FABRE.
Het volgende is van den geweldigen
Fransehen kampioen.
l«A,»
Zw. 13 sch. op: 3, 6, 8, 11, 13, 15, 16,
19, 23, 24, 25. 30, 31.
W. 13 sch. op: 22, 26, 28, 32, 33, 35, 37,
38, 42, 44, 45, 48, 49.
Wit speelt:
1. 33—29 1. 23 34 gedw.
2. 22—18 2. 18 33
3. 38 20 3. 15 24 gedw.
4. 42—38 4. 31 33
5. 44—39 5. 34 43 of 33 44
6. 49:20 6. 2'5 14
7. 35 2
(„Ons Damblad")
„Ik hoop het u later te kunnen mededeelen
burgemeester", antwoordde Stevenege. „A1-
lerlei bijzonderheden doen zich voor, vermoe
delijk nevenkwesties, doch soms blijken de
onbeduidendste kleinigheden van de grootste
beteekenis te zijn."
Ollard knikte en vervolgde zijn weg naar
zijn bureau, terwijl Stevenege op zijn schre-
den terugkeerde en opnieuw Oswald Clever-
ley opzocht, dien hij druk bezig vond de
schilaerijen voor Bransdale in te pakken.
„Hallo!" riep Oswald, „zijn de zaken al
afgedaan?"
„Op zijn best begonnen", antwoordde Ste
venege. „Neen, ik loop nog even bij u aan
om u een vraag te doen. U zei zooeven, toen
wij over die noodmunten spraken, dat het
niet erg waarschijnlijk was dat de groote
heeren van Alanchester niet gauw 15000
Pond zouden laten schieten, zoo er kans be
stond dat bedrag te kunnen inpalmen. Heeft
u ooit gehoord, vraag ik u nu, dat bet door
Bransdale's ge'datie bod werketijk 15000
Pond bedroeg?"
„U sprak van 10.000 Pond", antwoordde
Oswald, voortgaande met het inpakken der
schilderen. „U verbeterde me!"
„Inderdaad. Doch heeft u ook wel eens
het bedrag van 15000 Pond hooren noe-
®en?."
rer oplossing voor deze week:
.Probleem 1008 van H. N. J. Winter, den
Haag.
wm WW,
wM.
Zw. 10 sch. op: 7, 8, 13, 14, 18, 21, 22,
23 27 28
W. 10 sch. op: 16, 25, 29, 30, 32, 34, 37,
38, 43, 44.
In onze volgende rubriek geven wij de op'
lossing.
Gemakkelijk is het ditmaal niet!
De vorige week heeft een vriendschappedij
ke onimoeting plaats gehad tusschen een 9-
tal spelers uit Bakkum tegen evenveel spelers
uit Alkmaar waarvan de uitslag is als volgt:
Alkmaar. Bakkum.
J. G. van Burken 0—1 G. J. Koch.
F. C. Laas 10 G. v. Ravenzwaai.
P. Hartog y2-y2 H Schipper.
G. v. Nieuwkuijk 1-43 G. W. Koch
J. Withaar YzH. Nijsen.
A. W. Tegel 10 L. v. Leeuwen.
A. Bcemsterboer 10 F. A. Metzger.
J. H. Greenland 1—0 J. Mulder.
J. de Ruijter 1—0 J. Zaal.
7—2
Dit is voor de jonge Bakkumsche club een
verlies. Maar dat was vooruit te zien.
't Vorige jaar had Alkmaar cen team ge-
zonden bestaande alleen uit 2e en 3e klassers
en daartegen werd remise gespeeld. Een suc-
ces is zeker voor hun eerste bordspeler dat
hij den Alkmaarschen captain een partij
deed verliezen, te meer daar er van blunde-
ren in deze partij geen sprake was. De heer
Koch heeft verdiend gewonnen. Hier volgt
de partij
Wit: Bakkum. Zw.: Alkmaar.
1. d4 Pf6
2. Pf3 e6
3. Lg5 b7
4. e3 Lb7
5. Le2 Le7
6. c4 d5
7. Pc3 Pbd7
8. 0—0 c5
9. Tel 0—0
10. Tel cd4
11ed4 dc4
12. Lc4 Pd5
13. Le7 Pe7? 't Was zwart's plan
om wit een geisoleerden
pi on te geven op de d-lijn
en dien als aanvalsobject
te gebruiken. Maar zwart
heeft te slordig gespeeld,
want 't vervolg doet zien,
dat zijn plan niet alleen
mislukt maar hem nu ook
nog door zijn laatsten zet
slecht spel geeft.
Wit vindt ook dadelijk den goe-
den zet.
ed5
Pg6? Zwart wil niet afruilen
om remisestellingen te ont-
loopen. Had hij 't maar
wel ged'aan!
Tc8 Hier was eerst Pf6 17.
Pf6 Df6 beter.
Pc5 Zwart wil den witten L
afruilen maar krijgt geen
tijd daartoe.
dreigt Pf6 of Pe7f met dame-
winst.
Ld'5
dreigt al weer Lf7 en Td8.
Df6
Pe6
fe6
14. d'5
14
15. Pd5
16. Tc2
17. Lb3
18. Td2!
18.
19. Ld'5
19
20. b4
21. Le6
22. Td7
Tf7? Beter was hier Tcd8 om
afruil te forceeren in de
hoop dan de zwakke f-pion
te kunnen behouden.
23. Tf7 Kf7 (Df7 wordt gevolgd door
Pg5)
24. Dd7 Pe7
25. Da7 Tc2
26. Db6 Ta2? Eerst had hier h6 moeten
geschieden dan was het
paard werkeloos geweest.
Immers dan was Pe5 on
mogelijk wegens De5 en
Tel mat. Ook Pd4 kon
dan niet wegens Df2f
„Vermoedelijk wel; hoe zou ik er anders
op zijn gekomen?"
„Heeft u eenig idee waar u het kan ge
hoord hebben?"
„Lieve hemel, wat een vraag! Hoe ter we-
reld zou ik daarvan eenig idee kunnen heb
ben? Denkt u dan om den drommel, dat de
menschen hier niet praten? Natuurlijk heeft
men hier heel wat gepraat, vooral toen de
couranten zich met de zaak bemoeiden sinds
't onderzoek van den coroner en zoo voort!"
„Ik zou toch gaarne willen weten, waar u
het gehoord heeft", hield Stevenege aan.
„Nu, dat is me absoluut onmogelijk
vriend! Ik behoor tot die menschen, die over-
al zijn te vinden, een zwerver in het maat-
schappelijk leven. Het is mogelijk, dat ik het
op de societeit heb gehoord, maar dat kan
ook in de biljartkamer van het „Dravende
Hert" geweest zijn, of wet op een middag-
visite bij een oude dame, of ergens op een
diner; er wordt overal bi'aaf gekletst.
Maarik had den indruk, dat het aan-
bod 15000 Pond was. En waarom wil u dat
nu met alle geweld weten?"
„Om u de voile waarheid te zeggen, ik
weet zelf niet goed waarom ik er zoo nieuws-
gierig naar ben", antwoordde Stevenege la-
chend. „Intusschen zekerheid h«b ik nu nog
aiet, nietwaar.?,"
27. Pg5!f
28. De6
29. Pf3!
gf3
Df6
b5
Kg6 Nemen op g5 doet den
T. verliezen.
Tf2! dreigt b.v na 29. De7?
Tflf met Damewinst.
Verijdelt wits plan en stelt den
toren voorgoed buiten- de
verdediging.
Tf3 er is niets beters.
Pf5
Kf6
Zwart geeft op. Hij kan dm
pion niet verliinderen dame
te ha'en.
Wit heeft deze partij goed gespeeld. Zwart
is te nonchalant geweest. Men moet een
tegenstander nooit onderschatten.
Opl. Probleem 179 (driezet van G.
Heathcote).
2. Lhl enz.
2. Dg7 enz.
2. Dhl enz.
2. Db8 enz.
29,
30.
31
32.
1. Tal g6
2. Tal
1. hlD
1.Pe7
Oplosing eindspel 214.
1 Lg7!ft Kg7
2. Dh6!t Kh6
3. Pf5 mat.
Probleem 180.
J. Dauble.
8
Iill S
jm
mm wwz
abed
Mat in 2 zetten.
Eindspel 215.
Veel malen komt de navolgende stelling
voor. Wit heeft eer een dame gehaald dan
zwart. Wit is aan zet. 't Is voor sommige
spelers goed dit eindspel nu eens na te spe-
len en op te schrijven. Wit moet winnen.
't Idee, dat voor moet zitten bestaat uit't ver
liinderen van't dame halen door zwart. Dat
Hi'0M.ill. Illl
w0m.wmmw,
abedefgh
kan. Wit kan zoo spelen, dat hij of den pion
wint of den zwarten K. dwingt naar el te
gaan waardoor de witte K. den tijd krijgt om
te naderen.
Dit spelletje kan wit zoolang volhouden,
dat hij zwart in een matsteling krijgt of, dat
hij den pion wint waarna- mat een kwestie
van enkele zetten is. Wie zendt een volledige
oplossing in?
Hedenavond 8 uuir speelt de voorzittex van
de Alkmaarsche schaakclub simultaan in de
schaakclub „De Pion" te Bakkupi Hotel
Hetzger waarvoor de deelname voor ieder
vrij is.
Proviwciaal rsieuws
HENSBROEK.
Gemeenleremd.
Donderdagmorgen vergaderde de raad in
voltallige zitting, onder voorzitterschap van
burgemeester Kooiman.
Bij de ingekomen stukken werd o.a. mede-
gedeeld dat het kantoor van den ontvanger
der registratie en domeinen, thans gevestigd
te Medemblik, zal vervalkn en H-ensbroek
wordt geresorteerd onder gemeente Alkmaar,
Ingekomen was een adres van de R. K.
vereeniging tot opvoeding van Land- en
Tuinbouwers, de R. K. Landbouw-winter-
school te Voorhout, om subsidie, welke ge
steld is op 50 per leerling. Daar uit deze
gemeente een leerling deze school bezodkt,
wordt aldus een subsid'ie van 50 aange-
„Door mij ten minste niet", zei Oswald
„Maar morgenochtend vroeg spreek ik
Bransdale zelf in het Savoy-hotel en als
u er op staat zal ik het hem uit uw naam
vragen."
„0, neen, neen! Val hem daar niet mee
lastig!" antwoordde Stevenege. „Ik zou niet
willen dat hij dacht dat ik mij mengde in een
zaak die, goed beschouwd, een particuliere
aangelegen'heid is tusschen hem en den bur
gemeester."
„Thans niet meer zoo erg particulier, zou
ik meenen", merkte Oswald spottend op. „Ze
lijkt mij ten minste nogal een zaak van
openbaar belang."
„Nu, laten wij er maar niet verder op
doorgaan", zei Stevenege. „Ik was alleen
nieuwsgierig hoe het praatje, dat het bod
15000 Pond had bedragen, in de wereld was
gekomen. Dat is alles."
Oswald raapte een vel pakpapier op, be-
schouwde het aandachtig en begon een der
schilderijen er in te pakken.
„H'm", brom-de hij, „als u de luidjes van
Alanschester zoo goed als ik kende, zou u
zich er eer over verwonderen, dat men niet
sprak over 50.000 in plaats van 15000
Pond! Niet meer dan een kleine overdrij-
ving, gelijk wij gewoon zijn, wanneer een
praatje door Alanchester de ronde doet,"
(Wordt vervolgd.)
OU)
////////j
OP AANVRAGE WORDT U GRATIS TOEGE-
ZONDEN DE BROCHURE OVER GRANULINB,
HET MIDDEL VAN DR. J. H. VAN GRAFHORST,
ARTS, TEGEN TUBERCULOSE EN KLIER.
Z1EKTE. Middalburgschestr.217, Seheveningan.