HEEREN-BAAI PAARS-MERK
Mm
3
Hflndsrd dertiisfe 'aargang.
Radio-Bi®ek|e
Ifutisf
FEIULLETON.
j)robeeiAt
maarjeens
van 50 ch per 72 pond
yl&eesi cm de
HiteneRiaerccI
liii
Xo. 67
1928
Ifflaasidas: 19 !?laar(.
ZICH MET 1 APRIL A.S.
VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP
pit BLAD ABONNEEREN, ONTVAN-
oen de tot dien datum ver-
SCHIJNENDE NUMMERS FRANCO EN
gratis.
DE DIRECTIE.
Dinsdag 20 Maart
Hilversm, 1060 M. 12.— Politieberich-
jen 12.302.Lunchmuziek door het
Trio Grceneveld. 3.-4.— Knipcursus door
Mevr. de Leeuw—ven Rees. 5.30—7.15 Con
cert door het Omroep-orkest onde'r leiding
van Nico Treep. Th. Stokvis, zangeres 7.15
--7.45 Engelsche conversatieles. 7.45 Po'i-
tieberichten. 8.05—9.— Lezing door Wies
Moens: De Vlaamsche letteren van 1900 af.
p_ Dietsche avond, aangeboden door het
Dietsch Studentenverbond (tak Amsterdam).
De Amsterdamsche Studenten-Harmonie
De Dietsche Blazers", onder leiding van
M. S. Heuckeroth. Causerie door W.
Goediiuys, voorzitter J. S. Rahusen, zang.
Rede door prof. dr. H. Burger, Rector Mag
nifies van de Amsterdamsche Universiteit
ever: Nederland en Belgie. Rene de Clercq,
voordracht. Greta Goedhuys—Borgtstra,
zangeres.
Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1950 M.)
12.30 Tijdopgave. 12.30—1.30 K. R. O.-
Lunchmuziek door het trio „Winkels". 5.30
6,30 Dinermuziek. 6.307.Esperanto-
]£S. 7—7.25 Engelsche les. 7.35—8.Cur-
sus kerklatijn door Leo Speet, Alkmaar. 8.—
Uitzending uit de St. Dominicuskerk te Am
sterdam. Met medewerking van het gem.
zangkoor der St. Antoniuskerk (Paters Ca-
pucijnen), onder leiding van Jos. H. Pic-
ckers. Evert Haak, organist. Ko Immink, alt.
Nelissen, bariton. Meditatie door Pastoor
Th. J. van Noord: Zijn bidden voor de vijan-
<jen.
Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst.
11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Het Gladijs
noon trio. O. Davies, alt. 1.202.20 Het
Moschetto-orkest. 2.50 Muzieklts. 3.35 Mu-
ziek. 3-40 Fransche les. 4.05 Piano- en viool-
concert. 4.20 Orkestconcert. 4.35 Lezing.
4.50 Orkestconcert. 5.20 Vacantie-praatje
5.35 Kinderuurtje. 6.20 Gramofoonmuziek.
6.50 Nieuwsberichten. 7.05 Gramofoonmu
ziek. 7.20 Lezing: Broadcast listening. 7.35
Chopin's piano-nocturnes. 7.45 Lezing:
Grieksch tooneel. 8.05 Variete. 8.208.50
Lezing: Problems of heredity. 9.20 Nieuws
berichten. 9.35 Muziekles. 9.55 Nieuwsbe
richten. 10.„The master Builder", tooneel-
stuk in 3 acten van Ibsen. 11.2012.20
Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris"1750 M. 10.50
11.— Muziek. 12.502.10 Orkestconcert.
4.05—5.05 Orkestconcert. 8.50—11.20
Concert. Orkest en Mile. Risner, declamatie.
M. Herent, bariton.
Langenberg, 469 M. 12.25—1.50 Orkest
concert. 3.40—4.05 Kinderliedjes voor so-
praan en alt. 5.206.20 Kamermuziek door
net Dusseldorfer Strijkkwartet. 7.4010.20
„Stimmen der Zeit", „We!tstadt". E. Feld en
E. Franz, declamatie. H. Probst, bariton.
K. Walter, bariton. S. Meik, pianobegelei-
ding.
Konigswusterhausen, 1250 M. (Zeesert).
11.207.05 Lezingen en lessen. 7.10 Opvoe-
ring van Ibsen's „Brand", dram, gedicht.
9.20 Sluiten.
Hamburg, 395 M. 5.20 Walsconcert. 7.35
„Nordische Heerfahrt", tooneelspel in 4
acten van Hendrik Ibsen. 9.5011.50 Dans
muziek.
Brussel509 M. 5.206.20 Dansmuziek.
8.35—10.35 Concert, koor en solisten.
TENTOONSTELLING VAN WERKEN
VAN A COLNOT IN HET
STEDELIJK MESEUM TE ALKMAAR
Zaterdagmidriag had in de Museurnzaal
de officieeLe opening plaats van de tentoon-
stdling van werken van den kumstschilder
A. Colnot te Bengen, eon van die meest
repnesentatieve schildens van de Berger
school, wiens werk elders en in het buiten-
land reeds lang giroote erkenning vond,
doch waanmedie men bier nog geen kennis
had1 kunnen maken.
Dat deze tentoonsteltag op kunstgebied
een gebeurtenis mag worden genoemd, be-
wees de groote belangsteliing van vele
Door J. S. Fletcher.
Oeautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door Mr. G. Keller.
Stevenege vertrok weer, nu echter oin de
naak eens flink aan te pakken. Hij wilde
vooreerst wat meer weten omtrent Hicking
wel naar aanleiding van wat de onbeken-
oe romanschrijver in zijn brief had geopperd.
tn als detective wist hij natuurlijk waar hij
zip mformaties kon inwinnen. De ambtena-
ten stadhuize zouden ongetwijfeld weten
w nicking iemand was voor wien een be-
?raS van honderd Pond een kapitaal betee-
rade, of wel, _dat hij er zijn hand niet voor
®iaraaide. Hij vervcegde zich dus bij hen,
Mn geheimhouding van wat hij hoorde
wo vend. Maar hij vernam niets wat tegen
nicking pleitte. Volgens de inlichtingen die
stevenege van een der ambtenaren ontving,
oenoorde Hicking tot de gegoede burgerij.
i] had een goede zaak, bezat vast goed, hij
li-Lfi 'w.a,rmPies in, gelijk met zooveel winke-
fynrrJi!'^'fPscEester het geval was. Hij hield
getwijfe'd van een glaasje en ook wel van
wla v een' wanneer bij .des avonds in de
"ftamer zat en was dan nraatziek en
kunstnemtbbers, w.o. een zestal Oekende
kunstenaars.
Het stadsbestuur had diunaal de geheeie
Museumzaa), ruim 20X7 M., ter beschikiking
van den kunstenaar gesteld, terwijl het Huis
Vrooiri en Dreesmann door het simaakvol
aanbrengen van tapijten en het maken van
een lambriseering van doek het aanzien van
het geheel in hooge mate had verhoogd.
Deze tentoonsleMing, waar een veertigtal
werken van den- heer Colnot geexposeerd
zijn, geeft een goed inzioht van Colnot's
kunnen.
Colnot gaat in zijin werk niet uit van eenig
dogma. Hij schildert met een hartstocht voor
de kleur en komt tot zijn echilderij door het
werk, doch juist daardoor zijn die meeste
zijner schilderijen van een groote bekoring
Hij streeft er naar de schoonheid uit de
natuur te halen, en te vereenigen met inner-
l'ijk beleven van zijn onderwerp.
Van een slaafsch de natuur uitbeelden,
dus van academisch werk is bij dezen artist
geen sprake.
Hierdoor komt het ook, dat velen, wan
neer zij zich voor het eerst voor diit werk
geplaatst zien, lets vreemds ervaien en niet
dadelijk tot die waardeering van diit werk
kunnen kom'en, die een herhaalde en diepere
beschouwiog moet brengen.
De rust, die er van zijin werk uitgaat,
worrit niet verkregen door de eenlonigheid
der symetrie, maar door het evenwicht der
harmonie, die er van zijn werk uitgaat en
in hoofdizaak verkregen wordt, doordat hij in
zijn compositie niets verwaarloost, wat
vooral treft in zijn stillevens, waarim Colnot
een meester is, evenals in het weergeven van
het Hollandsche landschap.
Ongetwijfeld behoort Colnot tot de Hol-
landische rasschilders.
Zijn doek no. 6, Polderlandschap (Berger-
meer) is door de stemming van het lioht
Rembrandtiek.
Zijn in den afgeloopen winter gemaakte
winterlaodschappen brengen ons in verruk-
king door het daariin bereifcte resultaat.
Zijn teekening no. 24, Landschap „Zane-
geest Bergen" (N.-H.) mag een meesterwerk
genoemd worden.
Het portret van den heer Filarsky is een
uitstekend geslaagd heerenportret, waarin
de kunstenaar toont, dat hij niet alleen een
treffende gelijkenis weet te bereik-en, doch
oo'k het karakter van de uitgebeelde per-
soonlijkheid weet w>eer te geven. Dit geldt
ook voor het portret van mevrouw Boender-
maker, van wien wij nog oimmer een zoo
goed portret aanschouwden.
Een rake schets is ook de teekening van
het meisje Jopie no. 37.
No. 13, Landschap (Montauban) in lich-
tere kleuren weergegeven, dan de overigen,
behoort daardoor nog niet tot het minste.
No. 1, Landschap (Banyuls-sur-Mer) een
doek van 3X2X M. is voorzeker een levens-
werk, zooals iedere schilder van beteekenis
er slechts enkele maakt.
Het is ons bekend, dat de artist een jaar
aan dit doek intens heeft gearbeid. En om de
compositie en om de kleur gaat er voor ons
van dit werk een groote bekoring uit.
Het is niet wel doenHijk, al het geexpo-
seerde te bespreken. Wij volstaan daarom
met de waarlijik in kunst belangstellenden op
het hart te drukken, niet te verzuimen, deze
tentoonsteiling, die 8 April wordt gesloten,
het liefst meermalen te bezoeken.
Want juist door dit te doen, worrit het
mogelijik in de schoonheid van dit werk te
komen.
Dank zij het mooie weer waren velen bij
de officieele opening tegenwoordig Onder
de belangstellenden merkten wij op: den
heer Baart, dir. van het Sted. Museum te
Amsterdam, Mr. W. C. Bosman en echtge-
noote, beschermheer van het Teekengenoot-
schap Kunst zij ons doel", den voorzitter
van dat Genootschap, den heer Stager, den
heer C. Bogtman, wethouder van Bergen,
heer C. Bogtman, wethouders van Bergen,
den heer C. Hoksbergem, oud-wethouder van
Bergen, den heer P. Boendermaker en echtge'-
noote, de schilderes Beli Bok, de kunstschil-
d'ers Graadt van Roggen, Frans Huismans,
Van Blaaderen, Verbeeck, Filarsky en Lub
bers. den heer en mevr Kockx, Mr. Jiidell,
Mr. Sonal, den heer Margadant, verschillem
architecten en musici, en vele anderen.
De directeur van het Museum, de heer
Dresch, hield de volgende openingsrede:
Dames en Heeren,
De burgemeester, die het zeer op prijs zou
hebben gesteld, hedenmiddag hier in ons
midden te zijn, om deze tentoonsiteiing te
openen, is, wegens ongesteldheid, verhinderd
aan zijn voornemen gevolg te geven.
Gaarne heb ik aan het tot mij gericht ver-
zoek willen voldoen, om in diens plaats deze
piechtigheid te verrichten.
Het zal U bekend zijn, dat Colnot behoort
tot een der beste vertegenwoordigers der
Buerger school.
De Berger school neemt in het kunstieven
van onzen tijd een. belangrijke plaats in.
knorrig, maar wat zijn financien betreft,
was hij zoo soliede als een huis. Het bleek
wel duidelijk, dat er geen enkele reden was
om te vermoeden dat Hicking begeerig was
geweest naar Tyson's spaarpenningen of
hem er om zou vermoord hebben.
„In die richting behoeven wij niet verder
te zoeken", bromde Stevenege, na afscheid
genomen te hebben. „Wij kunnen Hicking
van de lijst afvoeren. Maar Ollard
Na een oogenblik de zaken overdacht te
hebben, begaf hij zich weer naar 01 lard's
bureau en na eenigen tijd gewacht te hebben
kreeg hij hem ten slotte weer te spreken.
„Het spijt mij, dat ik u weer lastig moet
vallen, na pas bij u geweest te zijn, burge
meester", verontschuldigdt hij zich „maar
ik heb u nog een ding te vragen. Hoeveel
brieven heeft u in het geheel van den heer
Bransdale ontvangen in verband met de on-
derhandelingen over de noodmunten?"
Ollard, die het blijkbaar verre van aange-
naam vond alweer ondervraagd te worden,
ging naar een brandkast, die in een hoek
van zijn bureau stond.
„Ik weet niet in hoeverre dat van belang
kan zijn, mijnheer Stevenege", antwoord'de
hij wat knorrig, „maar de heeren van de
politic hebben altijd hun eigen manieren van
zaken te behandelen en ik kan het u geluk-
kig gauw genoeg zeggen." Hij sloot zijn
brandkast open, trok er een lade uit en haal-
de er een pakje brieven, alle in hun envelop-
pe, en met een elastiek bijeengehouden, voor
Kunstcritici van erkende bekwaamheid als
Dr. Huebner hechten, getuige zijn werk over
„Die neue Malerei in Holland", groote
waarde aan de producten van de Berger
schilriers.
Colnots' wenk heeft o.a. bij een door
„Pictura" te Groniingen verleden jaar geor-
ganiseerde tentoonstelling een goede pers
gehad.
In breeden kring trokken zijn stukken, die
zoo stork onder Cezanne's invloed staan, de
aandacht.
Niet alleen in ons land, waar Colnot's
werk in tal van musea en particuliere collec-
ties vertegienwoordigd is, heeft Colnot -een
goeden naam, maar ook bui-ten onze lands-
grenzen.
Hij heeft in Duitschland, Amerika en
Scandiinavie bij herhaling met succes zijn
werken geexposeerd.
Colnot vertegenwoordigt onze moderne
Hollandsche kunstenaars thans weer op de
tentoonstelling te Venetie, aldus medewer-
kend, om Hollands naam op kunstgebied in
den vreemde te verbreiden
Toen de heer Colnot zijn voornemen ken-
baar maakte, om in Alkmaar's museum een
tentoonstelling te houden van de door hem
in Holland, Zuid-Frankrijk en elders ver-
vaardigde schiliderijen heb ik dit plan gaarne
gesteund.
Ook van andere musea in den lande, die
werk van hem voor deze tentoonstelling
tijdelijk afstonden, mochten wij medewer
king verkrijgen.
Het zal zeer zeker door de Alkmaarders
en de ingezetenen der omliggende gemeen-
ten op hoogen prijs worden gesteld, om
door exposities van werken onzer levende
kunstenaars nader te leeren kennen wat door
deze schilriers zooal wordt voortgebracht
De vorige tentoonstellingen in ons museum
gehouden, hebben geleerd, dat de belangstel
iing der Alkmaarders en anderen voor den
arbeid van onze levende kunstschilders toe-
neemt.
Er zijn dagen geweest, dat meer dan 500
personen ons museum bezochten. Dit zijn
toch wel sprekende cijfers!
Met den wensoh, dat deze tentoonstelling
evenveel, zoo mogelijk nog meer succes zal
hebben dan de vorigen, verklaar ik deze ten
toonstelling voor geopend.
Het woord was hierna aan den heer Frans
Huijsmans, die een korte beschouwing hield
over den heer Colnot als schilder, wiens
werk in erkende kunstkringen steeds meer
en meer waardeering vindt. De beteekenis van
het werk van den heer Colnot is vooral mar
kant om den groei, diem men erin kan waar-
nemen na de impressionistiscbe school in den
tijd der Marissen. Met wellust vierden wij,
schilders, ons in het impressionime en lumi-
nisme bot, tot plotseling de openbaring
kwam van Van Gogh en Cezanne.
Colnot, geleid door deze bdde groote
voorgangers, groeide tot het groote begrip.
En in zijn werk spreekt den grooten latijm
schen geest van Cezanne
Zijn werk verdient vooral daarom waar
deering en respect, omdiat het, evenals het
werk van Cezanne, getuigt van een groot
schen, architectonischen opbouw. Cezanne
schiep in een fijneren, lichteren grijzen toon;
Colnots werk is van een dramatische span
ning en wijde strekking en juist van een
mentaliteit, die wij, Nederlanders, bezitten.
Bij ons niet de vreugde, laaiende uitbundig-
heid, maar de diepe, ernstige zin tot samen-
vatten. De groote, dramatische spanning in
deze schilderijen zal ongetwijfeld niet direct
tot U spreken, maar bij een diepere be
schouwing zul't gij de beteekenis ervan zeer
zeker ondervinden.
Dat in Alkmaar een zoodanige belangstel-
liing is wakker geworden, dat wij, hoewel
wij. geen inwoners zijn, hier toch de stede-
lijke gastvrijheid ondervinden, vefheugde
spr. Deze belangsteliing toch, had tenge-
volge, dat de heer Colnot thans de geheeie
zaal ter bieschikking kreeg, waarvan spr. de
eerste maal slechts een fclein gedeelte kreeg
toegewezen
Spr. meende het gemeentebestuur voor die
belangsteliing een woord van dank te moe-
ten brengen en hij hoopte, dat het in Alk
maar nog eens kon komen tot een tentoon
stelling van werk van eigen inwoners en dat
men hier nog eens zal komen tot een cultuur
van het Noorden, die uitgaat boven de cul-
i tuur van andere richtingien. (Applaus)
De heer Colnot bracht hierna een woord
van dank aan den heer Dresch voor diens
openingswoord en voor diens medewerking,
bij het organiseeren van de tentoonstelling
betoond.
Hij uitte den wensch, dat de burgemeester
weer spoedig hersteld mocht zijn en sprak
tevens een woord van dank voor de bereid-
wiil'ligheid van den burgemeester om deze
tentoonstelling wel te willen openen.
Dank bracht hij ook aan het Gemeente
bestuur voor het beschikbaar stetlen van de
zaal, omdat hij hierin het bewijs zag, dat het
den dag. „Hier heeft u ze, mijnheer. Een,
twee, drie, vier, vijf! Dat is alles, mijnheer
Stevenege."
„Vijf?" zei Stevenege. „Vijf in het geheel
Dank u, burgemeester; dat was al wat ik u
te vragen had."
Hij begaf zich van Ollard's bureau direct
naar het post- en telegraafkantoor om den
hoek. En daar verzond hij een met eenige
zorg opgesteld telegram, luidend:
Stuart Bransdale,
Savoy-hotel, Louden.
Wil mij seinen hoeveel brieven precies u
aan Ollard heeft geschreven omtrent bod
voor noodmunten. Zoo mogelijk met opga-
ve dagteekening van elk
Stevenege,
Dravende Hert, Alanschester.
„Bransdale bezit natuurlijk copie van al
die brieven", bepeinsde hij bij het verlaten
van het postkantoor. „Of juffrouw Skeel
heeft ze op haar kantoor. En als ik antwoord
van hem "heb
Een politie-agent kwam op hem af en sa-
lueerde zeggend:
„De hoofdinspecteur zou u gaarne gespro-
ken hebben, mijnheer Stevenege. Ik ben
naar het „Dravende Hert" geweest maar
daar zei men, dat u er op uit was gegaan.
Hij heeft nieuws omtrent Whatmore, mijn
heer. Ik geloof dat er haast bij is."
Stevenege spoedde zich n?*vr het politie-
bureau. Een mooie auto stond voor de deur;
op ziin kamer was Detterling bezig een over-
kenmerfceiwecigmsdiappen.
vdftdlle
D'EHeerenbaaimerken
Zacht-geurig- goedbrandend
acnr-Qeun
vlndi llgobdvepeenigd inde
D'EHeerenbadi
van SOct.pcr'/zpond
N.V. DOUWE EGBERTS TABAKSFABRIEKEN
OPGERICHT 1753
r.9 Heeren-Baai is dus thansverkrijgbaarinprijzeri
van 50ct.tot f.l.25per'/2 pond.
Gemeenfebestuuir het op prijs stelt, het werk
van de levende kunstenaars nader tot de
burgerij te brengen.
Hierna richfcte spr. een bizonrier woord tot
den heer Baart, dir. van het Sted. Museum te
Amsterdam, dien. hij dank bracht voor het
afstaan van eenige doeken uit het Sted.
Museum te Amsterdam voor deze tentoon
stelling.
Een gelijk woord van dank richtte hij ook
tot den heer P. Boendermaker, die uit zijn
bekende verzameling eveneens eenige wer
ken had afgestaan.
Tot het Huis Vroom en Dreesman richtte
spr. een woord van dank voor het aanklee-
den van de zaal. waarbij hij speciaal den
chef van de tapijtafdeeling, den heer Berends,
dank bracht.
Hierna richtte hij een woord tot zijn aan-
wezige collega's, daarbij de hoop uitspre-
kende, dat meerdere van hen hem met een
tentoonstelling in Alkmaar zouden volgen.
Hij eindigde met den wensch, dat een be
schouwing van zijn werk aan de aaifwezi-
gen eenige voldoening zou geven (Applaus).
Vermelden wij nog, dat de aan de tentoon-
steltag bezoekende dames een bouquetje
bloemen werd aangeboden
Ook gister werd de tentoonstelling voort-
durend druk bezocht.
EEN TOOROP-TENTOONSTELLING.
In tegenwoordigheid van vele belangstel
lenden, o.w. verscheidene beeldende-kunste-
n-aars en letterkundigen, is Zaterdagmiddag
de tentoonstelling van werken van wijlen
Jan Toorop in de Koninklijke Kunstzaal
Kleykamp geopend.
De heer Kleykamp sprak een inleidenci
woord, waarin hij met eerbied gewaagde van
het vele en schoone werk, dat Toorop heeft
nagelaten en waarbij hij met dankbaarheid
herinnerde aan de prettige samenwerking
met den ontslapen schilder.
Daarop gaf de heer Alb. Plassehaert een
levensschets van Toorop.
In de zalen zijn meer dan honderd werken
van den kunstenaar tentoongesteld.
FRIESCHE COdPERATIEVE
VEREENIGING WOLVERKOOP.
Te Leeuwarden is de jaarlijkscbe algemee-
ne ledenvergadering van bovengenoeimde ver-
eeniging gehouden.
Medegedteeld werd, dat de deken-fabricatie
zijn gewonen gang gaat. De resultaten ge
ven geen reden tot tevredenheid.
Alle wol is verlcocht op kleine hoeveelherien
2e, 3e en 4e soort na. Met de stoffenfabricatie
ging het niet zeer voordeelig.
jas aan te trekken. Hij haalde een andere
jas van den kapstok en bood die den detective
aan.
„Trek die aan", zei hij. ,,'t Is wel lekker
weer, maar als wc straks tusschen de heu-
vels en over de heide rijden, kan het flink
koel zijn. Ik heb nieuws omtrent Whatmore
vernomen, ten minste ik geloof, dat het
Whatmore betreft en ik zou graag zien, dat
u meeging. Het is een ritje van een twintig
mijl; kapitein Marshall heeft me zijn auto en
zijn chauffeur geleend, in ieder geval een
nrdig uitstapje."
„Hoe luidt dat nieuws?" vreog Stevenege
terwijl hij zijn jas aantrok. „Geeft het wat
houvast?"
„Het komt hier op neer", antwoordde Det-
terling, ,.en als gewconlijk in dit land is het
te laat om onmiddellijk van nut te zijn. De
stationschef van Swarthbeck heeft me daar-
even getelegrafeerd, dat een persoon, wiens
signalement beantwoordt aan dat van What
more, gisteravond van daar met den laatsten
trein in zuidelijke richting is vertrokken.
En nu ga ik er wat naders over hooren."
„Waar ligt Swarthbeck?"
„Aan den anderen kant van de heide, ten
westen van Alanchester. We hebben een flin-
ken rit te maken, er is een uitstekend hotel.
Ga mee, we moeten weg!"
Stevenege gehoorzaamde om tot de ont-
dekking te komen, dat zijn rnetgezel veel
meer vervuld was met het vooruitzicht van
een dagje buiten en een goeden lunch op den
De prijzen der wol zijn in 1927 15 pet
vooruitgegaan. De wolontvangst bleef ieta
beneden die van 1926.
Op 31 December 1927 bedroeg het leden-
tal 413. De balans sloot in ontvangst en uit
gaaf op 19.597.71. De onkosten hadldefl
bedragen 1884.84 of 11 pet.
Aan de leveranciers werd' uitgekeerd vooi
prima 1.60; le soort 1.45; 2e soort
1.30; 3e soort korte 1.23 idem lange
1.26; 4e soort 1.14 en zwarte f 1.24.
VERDUISTERING.
Te Winschofcen heeft terecht gestaan een
verkeersagent uit Veendam, die van 1926
af op verschillende tijd&tippen totaal een be-
d'rag van f 1430.37, welk geld hij als agent
eener assurantiemaatschappij onder zich
had, zich wederrechtelijk had toegeeigend.
De verdachte beweerde hetgeen bij niet af-
ciroeg, te hebben uitgegeven voor reis- en ver-
blijfkosten in de provincien Groningen er
Drente. Het O. M. eischte acht maanden g&
vangenisstraf.
BRAND.
Te Enschede heeft brand gewoed in eel
partij onbewerkte katcen en katoenafval, di<
was opgeslagen op het terrein der Textiel-
Maatschappij Rozendaal. Eenige wagons met
katoen, die in de nabijheid stonden, vatter
eveneens vuur, doch men slaagde er spoedig
in dit te dooven. De aangerichte schade i#
groot.
HET CHRISTELIJK BIJZONDER
ONDERWIJS.
Aan het Jaarboek voor het Ghrdstelijk Oa-
derwijs over 1927 ontleenen wij de volgende
cijfers over den status van het christbelijik bij-
zonder onderwijs in Nederland. De tusschen
haakjes geplaatste cijfers zijn die van een
jaar tevoren.
Het christelijk biizonder onderwijs telde
op 1 Januari 1928:
314 (300) bewaarscholen met 27.916
(27.013) leerlingen en 817 (781) leerkrach-
ten;
1661 (1617) scholen voor gewoon lager
onderwijs, met 256.764 (247.223) leerlingen
en 7268 (7022) kerkrachten;
212 (209) scholen voor uitgebreid lager
onderwijs, met 12.404 (12.148) leerlingen en
678 (672) leerkrachten
10 (10) scholen voor buitengewoon lager
onderwijs, met 783 (735) leerlingen en '60
(55) leerkrachten;
21 (21) kweekscholen, met 2141 (2386)
kweekehngen en 253 (260) leerkrachten;
17 (33) normaallessen, met 244 (412) leer-
hngen en 160 (249) leerkrachten;
18(17) hoogere burgerscholen, met 2551
(2538) leerlingen en 318 (307) leerkrachten
middag, dan nieuwsgierig naar eenige aan-
wijzing omtrent den verdwenen Whatmore
Maar het strookte volkomen met Stevenege's
plannen om hem '•er wille te zijn en opzette-
lijk zweeg hij over de zaak, waarvoor zij op
stapi waren gegaan, totdat zij na een langen
rit door een woeste heidestreek Swarthbeck
bereikten, een stil, verlaten stadje tusschen
heuvels verscholen. Maar daar wijdde hij
zijn voile aandacht weer aan de zaak.
Detterling speelde voor leider van het on-
derzoek. Er waren slechts drie personen te
ondervragen: een stationschef een loket-
ambtenaar en een portier. De stationschef
wist niets meer dan hem was medegedeeld.
Hij zat aan zijn avondmaal, verklaarde hij
toen de man in kwestie het station was bin-
nengestapt en had eerst den anderen morgen
van hem gehoord, toen het den loketbeambte
in eens was ingevrllen dat het best mogelijk
kon zijn dat het Whatmore was geweest. En
de man van het loket wist niet veel meer, ter
wijl het door hem opgegeven signalement ta-
melijk vaag was, het kwam Stevenege voor,
dat hij op het idee was gekomen, dat het mis-
schien wel Whatmore kon zijn, toen hij in
ochtendblad had gelezen dat deze was ont-
vlucht en nu gezocht werd.
„Waarheen heeft hij een kaartje geno
men?" vroeg Detterling.
De beambte keek hem met een slimmen hi#
E 1
aan.
.(Wordt veryolgd,). 4
51)
1Gld per pond -20ct per ons 10ct. per'/2ons
- J,