HEEREN-BAAI PAARS-MERK Mm 3 Hflndsrd dertiisfe 'aargang. Radio-Bi®ek|e Ifutisf FEIULLETON. j)robeeiAt maarjeens van 50 ch per 72 pond yl&eesi cm de HiteneRiaerccI liii Xo. 67 1928 Ifflaasidas: 19 !?laar(. ZICH MET 1 APRIL A.S. VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP pit BLAD ABONNEEREN, ONTVAN- oen de tot dien datum ver- SCHIJNENDE NUMMERS FRANCO EN gratis. DE DIRECTIE. Dinsdag 20 Maart Hilversm, 1060 M. 12.— Politieberich- jen 12.302.Lunchmuziek door het Trio Grceneveld. 3.-4.— Knipcursus door Mevr. de Leeuw—ven Rees. 5.30—7.15 Con cert door het Omroep-orkest onde'r leiding van Nico Treep. Th. Stokvis, zangeres 7.15 --7.45 Engelsche conversatieles. 7.45 Po'i- tieberichten. 8.05—9.— Lezing door Wies Moens: De Vlaamsche letteren van 1900 af. p_ Dietsche avond, aangeboden door het Dietsch Studentenverbond (tak Amsterdam). De Amsterdamsche Studenten-Harmonie De Dietsche Blazers", onder leiding van M. S. Heuckeroth. Causerie door W. Goediiuys, voorzitter J. S. Rahusen, zang. Rede door prof. dr. H. Burger, Rector Mag nifies van de Amsterdamsche Universiteit ever: Nederland en Belgie. Rene de Clercq, voordracht. Greta Goedhuys—Borgtstra, zangeres. Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1950 M.) 12.30 Tijdopgave. 12.30—1.30 K. R. O.- Lunchmuziek door het trio „Winkels". 5.30 6,30 Dinermuziek. 6.307.Esperanto- ]£S. 7—7.25 Engelsche les. 7.35—8.Cur- sus kerklatijn door Leo Speet, Alkmaar. 8.— Uitzending uit de St. Dominicuskerk te Am sterdam. Met medewerking van het gem. zangkoor der St. Antoniuskerk (Paters Ca- pucijnen), onder leiding van Jos. H. Pic- ckers. Evert Haak, organist. Ko Immink, alt. Nelissen, bariton. Meditatie door Pastoor Th. J. van Noord: Zijn bidden voor de vijan- <jen. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Het Gladijs noon trio. O. Davies, alt. 1.202.20 Het Moschetto-orkest. 2.50 Muzieklts. 3.35 Mu- ziek. 3-40 Fransche les. 4.05 Piano- en viool- concert. 4.20 Orkestconcert. 4.35 Lezing. 4.50 Orkestconcert. 5.20 Vacantie-praatje 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Gramofoonmuziek. 6.50 Nieuwsberichten. 7.05 Gramofoonmu ziek. 7.20 Lezing: Broadcast listening. 7.35 Chopin's piano-nocturnes. 7.45 Lezing: Grieksch tooneel. 8.05 Variete. 8.208.50 Lezing: Problems of heredity. 9.20 Nieuws berichten. 9.35 Muziekles. 9.55 Nieuwsbe richten. 10.„The master Builder", tooneel- stuk in 3 acten van Ibsen. 11.2012.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris"1750 M. 10.50 11.— Muziek. 12.502.10 Orkestconcert. 4.05—5.05 Orkestconcert. 8.50—11.20 Concert. Orkest en Mile. Risner, declamatie. M. Herent, bariton. Langenberg, 469 M. 12.25—1.50 Orkest concert. 3.40—4.05 Kinderliedjes voor so- praan en alt. 5.206.20 Kamermuziek door net Dusseldorfer Strijkkwartet. 7.4010.20 „Stimmen der Zeit", „We!tstadt". E. Feld en E. Franz, declamatie. H. Probst, bariton. K. Walter, bariton. S. Meik, pianobegelei- ding. Konigswusterhausen, 1250 M. (Zeesert). 11.207.05 Lezingen en lessen. 7.10 Opvoe- ring van Ibsen's „Brand", dram, gedicht. 9.20 Sluiten. Hamburg, 395 M. 5.20 Walsconcert. 7.35 „Nordische Heerfahrt", tooneelspel in 4 acten van Hendrik Ibsen. 9.5011.50 Dans muziek. Brussel509 M. 5.206.20 Dansmuziek. 8.35—10.35 Concert, koor en solisten. TENTOONSTELLING VAN WERKEN VAN A COLNOT IN HET STEDELIJK MESEUM TE ALKMAAR Zaterdagmidriag had in de Museurnzaal de officieeLe opening plaats van de tentoon- stdling van werken van den kumstschilder A. Colnot te Bengen, eon van die meest repnesentatieve schildens van de Berger school, wiens werk elders en in het buiten- land reeds lang giroote erkenning vond, doch waanmedie men bier nog geen kennis had1 kunnen maken. Dat deze tentoonsteltag op kunstgebied een gebeurtenis mag worden genoemd, be- wees de groote belangsteliing van vele Door J. S. Fletcher. Oeautoriseerde vertaling uit het Engelsch door Mr. G. Keller. Stevenege vertrok weer, nu echter oin de naak eens flink aan te pakken. Hij wilde vooreerst wat meer weten omtrent Hicking wel naar aanleiding van wat de onbeken- oe romanschrijver in zijn brief had geopperd. tn als detective wist hij natuurlijk waar hij zip mformaties kon inwinnen. De ambtena- ten stadhuize zouden ongetwijfeld weten w nicking iemand was voor wien een be- ?raS van honderd Pond een kapitaal betee- rade, of wel, _dat hij er zijn hand niet voor ®iaraaide. Hij vervcegde zich dus bij hen, Mn geheimhouding van wat hij hoorde wo vend. Maar hij vernam niets wat tegen nicking pleitte. Volgens de inlichtingen die stevenege van een der ambtenaren ontving, oenoorde Hicking tot de gegoede burgerij. i] had een goede zaak, bezat vast goed, hij li-Lfi 'w.a,rmPies in, gelijk met zooveel winke- fynrrJi!'^'fPscEester het geval was. Hij hield getwijfe'd van een glaasje en ook wel van wla v een' wanneer bij .des avonds in de "ftamer zat en was dan nraatziek en kunstnemtbbers, w.o. een zestal Oekende kunstenaars. Het stadsbestuur had diunaal de geheeie Museumzaa), ruim 20X7 M., ter beschikiking van den kunstenaar gesteld, terwijl het Huis Vrooiri en Dreesmann door het simaakvol aanbrengen van tapijten en het maken van een lambriseering van doek het aanzien van het geheel in hooge mate had verhoogd. Deze tentoonsleMing, waar een veertigtal werken van den- heer Colnot geexposeerd zijn, geeft een goed inzioht van Colnot's kunnen. Colnot gaat in zijin werk niet uit van eenig dogma. Hij schildert met een hartstocht voor de kleur en komt tot zijn echilderij door het werk, doch juist daardoor zijn die meeste zijner schilderijen van een groote bekoring Hij streeft er naar de schoonheid uit de natuur te halen, en te vereenigen met inner- l'ijk beleven van zijn onderwerp. Van een slaafsch de natuur uitbeelden, dus van academisch werk is bij dezen artist geen sprake. Hierdoor komt het ook, dat velen, wan neer zij zich voor het eerst voor diit werk geplaatst zien, lets vreemds ervaien en niet dadelijk tot die waardeering van diit werk kunnen kom'en, die een herhaalde en diepere beschouwiog moet brengen. De rust, die er van zijin werk uitgaat, worrit niet verkregen door de eenlonigheid der symetrie, maar door het evenwicht der harmonie, die er van zijn werk uitgaat en in hoofdizaak verkregen wordt, doordat hij in zijn compositie niets verwaarloost, wat vooral treft in zijn stillevens, waarim Colnot een meester is, evenals in het weergeven van het Hollandsche landschap. Ongetwijfeld behoort Colnot tot de Hol- landische rasschilders. Zijn doek no. 6, Polderlandschap (Berger- meer) is door de stemming van het lioht Rembrandtiek. Zijn in den afgeloopen winter gemaakte winterlaodschappen brengen ons in verruk- king door het daariin bereifcte resultaat. Zijn teekening no. 24, Landschap „Zane- geest Bergen" (N.-H.) mag een meesterwerk genoemd worden. Het portret van den heer Filarsky is een uitstekend geslaagd heerenportret, waarin de kunstenaar toont, dat hij niet alleen een treffende gelijkenis weet te bereik-en, doch oo'k het karakter van de uitgebeelde per- soonlijkheid weet w>eer te geven. Dit geldt ook voor het portret van mevrouw Boender- maker, van wien wij nog oimmer een zoo goed portret aanschouwden. Een rake schets is ook de teekening van het meisje Jopie no. 37. No. 13, Landschap (Montauban) in lich- tere kleuren weergegeven, dan de overigen, behoort daardoor nog niet tot het minste. No. 1, Landschap (Banyuls-sur-Mer) een doek van 3X2X M. is voorzeker een levens- werk, zooals iedere schilder van beteekenis er slechts enkele maakt. Het is ons bekend, dat de artist een jaar aan dit doek intens heeft gearbeid. En om de compositie en om de kleur gaat er voor ons van dit werk een groote bekoring uit. Het is niet wel doenHijk, al het geexpo- seerde te bespreken. Wij volstaan daarom met de waarlijik in kunst belangstellenden op het hart te drukken, niet te verzuimen, deze tentoonsteiling, die 8 April wordt gesloten, het liefst meermalen te bezoeken. Want juist door dit te doen, worrit het mogelijik in de schoonheid van dit werk te komen. Dank zij het mooie weer waren velen bij de officieele opening tegenwoordig Onder de belangstellenden merkten wij op: den heer Baart, dir. van het Sted. Museum te Amsterdam, Mr. W. C. Bosman en echtge- noote, beschermheer van het Teekengenoot- schap Kunst zij ons doel", den voorzitter van dat Genootschap, den heer Stager, den heer C. Bogtman, wethouder van Bergen, heer C. Bogtman, wethouders van Bergen, den heer C. Hoksbergem, oud-wethouder van Bergen, den heer P. Boendermaker en echtge'- noote, de schilderes Beli Bok, de kunstschil- d'ers Graadt van Roggen, Frans Huismans, Van Blaaderen, Verbeeck, Filarsky en Lub bers. den heer en mevr Kockx, Mr. Jiidell, Mr. Sonal, den heer Margadant, verschillem architecten en musici, en vele anderen. De directeur van het Museum, de heer Dresch, hield de volgende openingsrede: Dames en Heeren, De burgemeester, die het zeer op prijs zou hebben gesteld, hedenmiddag hier in ons midden te zijn, om deze tentoonsiteiing te openen, is, wegens ongesteldheid, verhinderd aan zijn voornemen gevolg te geven. Gaarne heb ik aan het tot mij gericht ver- zoek willen voldoen, om in diens plaats deze piechtigheid te verrichten. Het zal U bekend zijn, dat Colnot behoort tot een der beste vertegenwoordigers der Buerger school. De Berger school neemt in het kunstieven van onzen tijd een. belangrijke plaats in. knorrig, maar wat zijn financien betreft, was hij zoo soliede als een huis. Het bleek wel duidelijk, dat er geen enkele reden was om te vermoeden dat Hicking begeerig was geweest naar Tyson's spaarpenningen of hem er om zou vermoord hebben. „In die richting behoeven wij niet verder te zoeken", bromde Stevenege, na afscheid genomen te hebben. „Wij kunnen Hicking van de lijst afvoeren. Maar Ollard Na een oogenblik de zaken overdacht te hebben, begaf hij zich weer naar 01 lard's bureau en na eenigen tijd gewacht te hebben kreeg hij hem ten slotte weer te spreken. „Het spijt mij, dat ik u weer lastig moet vallen, na pas bij u geweest te zijn, burge meester", verontschuldigdt hij zich „maar ik heb u nog een ding te vragen. Hoeveel brieven heeft u in het geheel van den heer Bransdale ontvangen in verband met de on- derhandelingen over de noodmunten?" Ollard, die het blijkbaar verre van aange- naam vond alweer ondervraagd te worden, ging naar een brandkast, die in een hoek van zijn bureau stond. „Ik weet niet in hoeverre dat van belang kan zijn, mijnheer Stevenege", antwoord'de hij wat knorrig, „maar de heeren van de politic hebben altijd hun eigen manieren van zaken te behandelen en ik kan het u geluk- kig gauw genoeg zeggen." Hij sloot zijn brandkast open, trok er een lade uit en haal- de er een pakje brieven, alle in hun envelop- pe, en met een elastiek bijeengehouden, voor Kunstcritici van erkende bekwaamheid als Dr. Huebner hechten, getuige zijn werk over „Die neue Malerei in Holland", groote waarde aan de producten van de Berger schilriers. Colnots' wenk heeft o.a. bij een door „Pictura" te Groniingen verleden jaar geor- ganiseerde tentoonstelling een goede pers gehad. In breeden kring trokken zijn stukken, die zoo stork onder Cezanne's invloed staan, de aandacht. Niet alleen in ons land, waar Colnot's werk in tal van musea en particuliere collec- ties vertegienwoordigd is, heeft Colnot -een goeden naam, maar ook bui-ten onze lands- grenzen. Hij heeft in Duitschland, Amerika en Scandiinavie bij herhaling met succes zijn werken geexposeerd. Colnot vertegenwoordigt onze moderne Hollandsche kunstenaars thans weer op de tentoonstelling te Venetie, aldus medewer- kend, om Hollands naam op kunstgebied in den vreemde te verbreiden Toen de heer Colnot zijn voornemen ken- baar maakte, om in Alkmaar's museum een tentoonstelling te houden van de door hem in Holland, Zuid-Frankrijk en elders ver- vaardigde schiliderijen heb ik dit plan gaarne gesteund. Ook van andere musea in den lande, die werk van hem voor deze tentoonstelling tijdelijk afstonden, mochten wij medewer king verkrijgen. Het zal zeer zeker door de Alkmaarders en de ingezetenen der omliggende gemeen- ten op hoogen prijs worden gesteld, om door exposities van werken onzer levende kunstenaars nader te leeren kennen wat door deze schilriers zooal wordt voortgebracht De vorige tentoonstellingen in ons museum gehouden, hebben geleerd, dat de belangstel iing der Alkmaarders en anderen voor den arbeid van onze levende kunstschilders toe- neemt. Er zijn dagen geweest, dat meer dan 500 personen ons museum bezochten. Dit zijn toch wel sprekende cijfers! Met den wensoh, dat deze tentoonstelling evenveel, zoo mogelijk nog meer succes zal hebben dan de vorigen, verklaar ik deze ten toonstelling voor geopend. Het woord was hierna aan den heer Frans Huijsmans, die een korte beschouwing hield over den heer Colnot als schilder, wiens werk in erkende kunstkringen steeds meer en meer waardeering vindt. De beteekenis van het werk van den heer Colnot is vooral mar kant om den groei, diem men erin kan waar- nemen na de impressionistiscbe school in den tijd der Marissen. Met wellust vierden wij, schilders, ons in het impressionime en lumi- nisme bot, tot plotseling de openbaring kwam van Van Gogh en Cezanne. Colnot, geleid door deze bdde groote voorgangers, groeide tot het groote begrip. En in zijn werk spreekt den grooten latijm schen geest van Cezanne Zijn werk verdient vooral daarom waar deering en respect, omdiat het, evenals het werk van Cezanne, getuigt van een groot schen, architectonischen opbouw. Cezanne schiep in een fijneren, lichteren grijzen toon; Colnots werk is van een dramatische span ning en wijde strekking en juist van een mentaliteit, die wij, Nederlanders, bezitten. Bij ons niet de vreugde, laaiende uitbundig- heid, maar de diepe, ernstige zin tot samen- vatten. De groote, dramatische spanning in deze schilderijen zal ongetwijfeld niet direct tot U spreken, maar bij een diepere be schouwing zul't gij de beteekenis ervan zeer zeker ondervinden. Dat in Alkmaar een zoodanige belangstel- liing is wakker geworden, dat wij, hoewel wij. geen inwoners zijn, hier toch de stede- lijke gastvrijheid ondervinden, vefheugde spr. Deze belangsteliing toch, had tenge- volge, dat de heer Colnot thans de geheeie zaal ter bieschikking kreeg, waarvan spr. de eerste maal slechts een fclein gedeelte kreeg toegewezen Spr. meende het gemeentebestuur voor die belangsteliing een woord van dank te moe- ten brengen en hij hoopte, dat het in Alk maar nog eens kon komen tot een tentoon stelling van werk van eigen inwoners en dat men hier nog eens zal komen tot een cultuur van het Noorden, die uitgaat boven de cul- i tuur van andere richtingien. (Applaus) De heer Colnot bracht hierna een woord van dank aan den heer Dresch voor diens openingswoord en voor diens medewerking, bij het organiseeren van de tentoonstelling betoond. Hij uitte den wensch, dat de burgemeester weer spoedig hersteld mocht zijn en sprak tevens een woord van dank voor de bereid- wiil'ligheid van den burgemeester om deze tentoonstelling wel te willen openen. Dank bracht hij ook aan het Gemeente bestuur voor het beschikbaar stetlen van de zaal, omdat hij hierin het bewijs zag, dat het den dag. „Hier heeft u ze, mijnheer. Een, twee, drie, vier, vijf! Dat is alles, mijnheer Stevenege." „Vijf?" zei Stevenege. „Vijf in het geheel Dank u, burgemeester; dat was al wat ik u te vragen had." Hij begaf zich van Ollard's bureau direct naar het post- en telegraafkantoor om den hoek. En daar verzond hij een met eenige zorg opgesteld telegram, luidend: Stuart Bransdale, Savoy-hotel, Louden. Wil mij seinen hoeveel brieven precies u aan Ollard heeft geschreven omtrent bod voor noodmunten. Zoo mogelijk met opga- ve dagteekening van elk Stevenege, Dravende Hert, Alanschester. „Bransdale bezit natuurlijk copie van al die brieven", bepeinsde hij bij het verlaten van het postkantoor. „Of juffrouw Skeel heeft ze op haar kantoor. En als ik antwoord van hem "heb Een politie-agent kwam op hem af en sa- lueerde zeggend: „De hoofdinspecteur zou u gaarne gespro- ken hebben, mijnheer Stevenege. Ik ben naar het „Dravende Hert" geweest maar daar zei men, dat u er op uit was gegaan. Hij heeft nieuws omtrent Whatmore, mijn heer. Ik geloof dat er haast bij is." Stevenege spoedde zich n?*vr het politie- bureau. Een mooie auto stond voor de deur; op ziin kamer was Detterling bezig een over- kenmerfceiwecigmsdiappen. vdftdlle D'EHeerenbaaimerken Zacht-geurig- goedbrandend acnr-Qeun vlndi llgobdvepeenigd inde D'EHeerenbadi van SOct.pcr'/zpond N.V. DOUWE EGBERTS TABAKSFABRIEKEN OPGERICHT 1753 r.9 Heeren-Baai is dus thansverkrijgbaarinprijzeri van 50ct.tot f.l.25per'/2 pond. Gemeenfebestuuir het op prijs stelt, het werk van de levende kunstenaars nader tot de burgerij te brengen. Hierna richfcte spr. een bizonrier woord tot den heer Baart, dir. van het Sted. Museum te Amsterdam, dien. hij dank bracht voor het afstaan van eenige doeken uit het Sted. Museum te Amsterdam voor deze tentoon stelling. Een gelijk woord van dank richtte hij ook tot den heer P. Boendermaker, die uit zijn bekende verzameling eveneens eenige wer ken had afgestaan. Tot het Huis Vroom en Dreesman richtte spr. een woord van dank voor het aanklee- den van de zaal. waarbij hij speciaal den chef van de tapijtafdeeling, den heer Berends, dank bracht. Hierna richtte hij een woord tot zijn aan- wezige collega's, daarbij de hoop uitspre- kende, dat meerdere van hen hem met een tentoonstelling in Alkmaar zouden volgen. Hij eindigde met den wensch, dat een be schouwing van zijn werk aan de aaifwezi- gen eenige voldoening zou geven (Applaus). Vermelden wij nog, dat de aan de tentoon- steltag bezoekende dames een bouquetje bloemen werd aangeboden Ook gister werd de tentoonstelling voort- durend druk bezocht. EEN TOOROP-TENTOONSTELLING. In tegenwoordigheid van vele belangstel lenden, o.w. verscheidene beeldende-kunste- n-aars en letterkundigen, is Zaterdagmiddag de tentoonstelling van werken van wijlen Jan Toorop in de Koninklijke Kunstzaal Kleykamp geopend. De heer Kleykamp sprak een inleidenci woord, waarin hij met eerbied gewaagde van het vele en schoone werk, dat Toorop heeft nagelaten en waarbij hij met dankbaarheid herinnerde aan de prettige samenwerking met den ontslapen schilder. Daarop gaf de heer Alb. Plassehaert een levensschets van Toorop. In de zalen zijn meer dan honderd werken van den kunstenaar tentoongesteld. FRIESCHE COdPERATIEVE VEREENIGING WOLVERKOOP. Te Leeuwarden is de jaarlijkscbe algemee- ne ledenvergadering van bovengenoeimde ver- eeniging gehouden. Medegedteeld werd, dat de deken-fabricatie zijn gewonen gang gaat. De resultaten ge ven geen reden tot tevredenheid. Alle wol is verlcocht op kleine hoeveelherien 2e, 3e en 4e soort na. Met de stoffenfabricatie ging het niet zeer voordeelig. jas aan te trekken. Hij haalde een andere jas van den kapstok en bood die den detective aan. „Trek die aan", zei hij. ,,'t Is wel lekker weer, maar als wc straks tusschen de heu- vels en over de heide rijden, kan het flink koel zijn. Ik heb nieuws omtrent Whatmore vernomen, ten minste ik geloof, dat het Whatmore betreft en ik zou graag zien, dat u meeging. Het is een ritje van een twintig mijl; kapitein Marshall heeft me zijn auto en zijn chauffeur geleend, in ieder geval een nrdig uitstapje." „Hoe luidt dat nieuws?" vreog Stevenege terwijl hij zijn jas aantrok. „Geeft het wat houvast?" „Het komt hier op neer", antwoordde Det- terling, ,.en als gewconlijk in dit land is het te laat om onmiddellijk van nut te zijn. De stationschef van Swarthbeck heeft me daar- even getelegrafeerd, dat een persoon, wiens signalement beantwoordt aan dat van What more, gisteravond van daar met den laatsten trein in zuidelijke richting is vertrokken. En nu ga ik er wat naders over hooren." „Waar ligt Swarthbeck?" „Aan den anderen kant van de heide, ten westen van Alanchester. We hebben een flin- ken rit te maken, er is een uitstekend hotel. Ga mee, we moeten weg!" Stevenege gehoorzaamde om tot de ont- dekking te komen, dat zijn rnetgezel veel meer vervuld was met het vooruitzicht van een dagje buiten en een goeden lunch op den De prijzen der wol zijn in 1927 15 pet vooruitgegaan. De wolontvangst bleef ieta beneden die van 1926. Op 31 December 1927 bedroeg het leden- tal 413. De balans sloot in ontvangst en uit gaaf op 19.597.71. De onkosten hadldefl bedragen 1884.84 of 11 pet. Aan de leveranciers werd' uitgekeerd vooi prima 1.60; le soort 1.45; 2e soort 1.30; 3e soort korte 1.23 idem lange 1.26; 4e soort 1.14 en zwarte f 1.24. VERDUISTERING. Te Winschofcen heeft terecht gestaan een verkeersagent uit Veendam, die van 1926 af op verschillende tijd&tippen totaal een be- d'rag van f 1430.37, welk geld hij als agent eener assurantiemaatschappij onder zich had, zich wederrechtelijk had toegeeigend. De verdachte beweerde hetgeen bij niet af- ciroeg, te hebben uitgegeven voor reis- en ver- blijfkosten in de provincien Groningen er Drente. Het O. M. eischte acht maanden g& vangenisstraf. BRAND. Te Enschede heeft brand gewoed in eel partij onbewerkte katcen en katoenafval, di< was opgeslagen op het terrein der Textiel- Maatschappij Rozendaal. Eenige wagons met katoen, die in de nabijheid stonden, vatter eveneens vuur, doch men slaagde er spoedig in dit te dooven. De aangerichte schade i# groot. HET CHRISTELIJK BIJZONDER ONDERWIJS. Aan het Jaarboek voor het Ghrdstelijk Oa- derwijs over 1927 ontleenen wij de volgende cijfers over den status van het christbelijik bij- zonder onderwijs in Nederland. De tusschen haakjes geplaatste cijfers zijn die van een jaar tevoren. Het christelijk biizonder onderwijs telde op 1 Januari 1928: 314 (300) bewaarscholen met 27.916 (27.013) leerlingen en 817 (781) leerkrach- ten; 1661 (1617) scholen voor gewoon lager onderwijs, met 256.764 (247.223) leerlingen en 7268 (7022) kerkrachten; 212 (209) scholen voor uitgebreid lager onderwijs, met 12.404 (12.148) leerlingen en 678 (672) leerkrachten 10 (10) scholen voor buitengewoon lager onderwijs, met 783 (735) leerlingen en '60 (55) leerkrachten; 21 (21) kweekscholen, met 2141 (2386) kweekehngen en 253 (260) leerkrachten; 17 (33) normaallessen, met 244 (412) leer- hngen en 160 (249) leerkrachten; 18(17) hoogere burgerscholen, met 2551 (2538) leerlingen en 318 (307) leerkrachten middag, dan nieuwsgierig naar eenige aan- wijzing omtrent den verdwenen Whatmore Maar het strookte volkomen met Stevenege's plannen om hem '•er wille te zijn en opzette- lijk zweeg hij over de zaak, waarvoor zij op stapi waren gegaan, totdat zij na een langen rit door een woeste heidestreek Swarthbeck bereikten, een stil, verlaten stadje tusschen heuvels verscholen. Maar daar wijdde hij zijn voile aandacht weer aan de zaak. Detterling speelde voor leider van het on- derzoek. Er waren slechts drie personen te ondervragen: een stationschef een loket- ambtenaar en een portier. De stationschef wist niets meer dan hem was medegedeeld. Hij zat aan zijn avondmaal, verklaarde hij toen de man in kwestie het station was bin- nengestapt en had eerst den anderen morgen van hem gehoord, toen het den loketbeambte in eens was ingevrllen dat het best mogelijk kon zijn dat het Whatmore was geweest. En de man van het loket wist niet veel meer, ter wijl het door hem opgegeven signalement ta- melijk vaag was, het kwam Stevenege voor, dat hij op het idee was gekomen, dat het mis- schien wel Whatmore kon zijn, toen hij in ochtendblad had gelezen dat deze was ont- vlucht en nu gezocht werd. „Waarheen heeft hij een kaartje geno men?" vroeg Detterling. De beambte keek hem met een slimmen hi# E 1 aan. .(Wordt veryolgd,). 4 51) 1Gld per pond -20ct per ons 10ct. per'/2ons - J,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5