m
DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Honcferd tiertigsie iaargang
Oonnemeiitsprljs bij vooraitbetaling per 3 inaandcu f2.—ft-, per post f2.50. Bewijsn. 5 et. Adra^ntlepr. 25 ct. p. regcl, grootere letters naar plaatsmlmte.
Brleven franco N.Y. Beet- ei» HandeMr. t.Ii. Menus. Coster Zoon, Yeordam 09, Tel. AdmiuSstr. No. 3. Rcdactio No. 83.
Voorloopig V@i*slag
en lemori® ¥au
if) n ajx
No. 6?
1128
van B. en W, van Alkmaar.
A an den Raad tier Gemeente Alkmaar.
De Commissie van Rapporteurs bedoeld in art. 30 van
het Reglement van Orde voor de vergaderingen van den
Raad der geineente AlkmaaF, biedt Uw College hierbij aan
bet verslag van het onderzoek in de afdeelingen omtrcnt
de begrooting van het dienstjaar 1928.
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
Gemeentepolitiek,
Vclc leden wilden nog eena terugkomen op de wethou-
dersverkiezingen van September j.l. en de besprekingen
daaromtrent in den Ilaad gevoerd. Naar de meening van
deze leden heeft de samenstelling- van bet College staats-
rechtelijk op volkomen juiste wijze plaats gekad, terwijl
ook de besptekingen tusschen de grocpen. dien ten slotte
hebben samengewerkt tot de vorming van dit College, op
rcgelmatigc wijze zijn geschied.
Meerdere leden waren hieromtrent een anderc meening
loegedaan. Hoewel van oordeel, dat staatsrechteljjk juist
was gekandeld, meenden deze leden toch nog steeds, dat
gehandeld was in strijd met de nitspraak der kiezers, waar
h.i. zeker meev dan de helft der'kiezers eeu College bee ft
begeerd, waarin ook een soeiaal democraat zltting zou
hebben.
B. en W. antwoorden:
De benoeming der Wethouders berust bij den Raad.
Men zal niet venvackten, dat ons College daaromtrent een
oordeel uitspreekt.
In dit verband vroegen deze leden of B. en W. er nti
reeds zeker van zijn, eene meerderheid in den Ilaad te zul-
len vmden en te zulleu houden, wanneer zij zonder werk
plan, ricbtingloos, met een naar hunne meening, slecbt bu-
mand schip, in zee gaan;
voorts of zij zich daarmee tegenover de bcvolking van
deze gemcente verantwoord achten en of zij zieb wel mo-
reel en ten voile de uitvoerende macbt voclen, met de
wetensehap, dat de vertrouwenspersonen van 5000 der
12.000 kiezers volkomen zijn uitgeschakeld bij de samen
stelling van het College.
Een lid merkte naar aanleiding van dezo vragen op,
dat het bij een parlementaire regeering wel steeds zal voor-
komen, dat de regeeringsmeerderheid eene minderbeid tegen
over zich vindt; hierin ligt evenwel allerminst de betee-
kenis, welke er doer de vragende leden aan gegeven wordt;
van onrecht of uitsluiting is z.i. geen sprake, omdat par
lementaire groepen een meerderheid bebben gevormd
Voorts gaf dit lid als zijne meening te kennen, dat het veel
beter is met een kort program te komen dan met een over
laden of mooi gevuld program, waarvan de verwezenlijking
uitgesloten is.
Enkele leden meenden tegenover de opmerking omtrcnt
een parlementaire regeering weer te moeten plaatsen, dat
ait een oogpunt van democratie en evenredige vertegen-
woordiging, zulk een beduidende minderheid niet uit het
College had mogen worden geweerd.
B. en W. antwoorden:
Wij zijn er volstrekt niet zeker van, voor onze voorstel-
len steeds een meerderheid in den Raad te zullen vinden en
zullen houden. Dit zal ons evenwel niet beletten, in het
belang de voorstellen te docn, die de omstandig-
naar ons inziebt gewensebt maken.
Het beleid kan worden vastgelegd in een werkplan voor
de geheele 4-jarige periode. Het kan evenwel ook (en ons
leek dit, gelijk wij reeds in den aanbiedingsbrief opmerk-
|ee, in de tegenwoordige omstandigbeden meer verkies-
jaarlijks bij de behandeling der begrooting' een onder-
iverp van bespreking zijn. Een ,,richtingIoos" beleid behocft
®en dus niet te vreezeu.
Vele leden vroegen of het wel juist is, dat de soeiaal- en
vrijzinnig demoeraten opzettelijk weigeren in de eommis
sies van bijstand te verschijnen en of dit niet in strijd is
aaet het gemecntebelang en zelfs in strijd met den eed of
o belofte bij de aanvaarding van het lidmaatschap van den
ttaad afgelegd.
Enkele leden verwonderden zich over deze vraag en we-
u er °P> Cat, waar de soeiaal- en vrijzinnig demoeraten oa-
eovraagd in de eommissies zijn ingedeeid, men toch niet
a verwaehten, dat zij zich ala marionetten laten gebrui-
dit klemt h.L te meer, waar alle Raadsleden door de
iijzinnig-dcmocratische raadsfractie zijn uitgenoodigd om
Cemeonschappelijk overleg de eommissies te bezetten;
°or op deze uitnoodiging niet in te gaan, is h.i. het be wij s
ge everd, dat op samenwerking geen prijs werd gesteld en
"aha een met de wensclien der meerderheid strookende
-Odag zou plaats vinden,
Directenr: G. H. KRAK.
Een lid merkte hiertcgen op, dat er een flauw gerucM wenscht, dat B. en W. zieh nader met dit vraagstuk bezig
ging, dat indien geen soeiaal-democraat of vrijzinnig-de-
mocraat in het College zou worden opgenomen, men geen
deel zou nemen aan welken arbeid dan ook, zoodai de meer
derheid wel verplicht was, zou de arbeid voor bet gemecn-
telijk beheer normaal funetionneeren, te zorgen, dat overal
waar mogelijk, cene meerderheid aanwezig was. De .enkele
leden" mcrkten hiertcgen weer op, dat vddrdat de vcrkla-
ring van soeiaal- en vrijziimig-dcmocraten werd afgelegd,
niemand buiten dezen icts van die plannen afwist.
Enkele leden vroegen of de inboud van het in de vergade
ring- van 6 September j.l., door de meerderheid toegezegde
bezuinigingsprogram, nog openbaar zal worden gemaakt.
B. en W. antwoorden:
Naar ons voorkomt beteekent art. 36 van het Reglement
van ordc voor de vergaderingen van den Raad, dat de
Raadsleden verplicht zijn aan de werkzaamheden der Com
missie van Bijstand deel te nemen. Aanneming der benoe
ming zonder meer is een zinledige formaliteit, die door dat
artikel niet kan zijn bedoeld.
Bestuursbeleid,
Meerdere leden spraken hunne tclcursteiling uit over de
late indiening der begrooting. Zij zouden gaarne zien, dat
meer rekenng werd gehouden met den voorgeschreven tijd.
B. en W. antwoorden:
Wij verwijzen naar hetgeen hieromtrent in het begin van
den aanbiedingsbrief is opgemerkt.
Verscbillende leden zouden het op prijs stellen, indien de
Voorzitter van den Raad bij de openbare behandeling van
de begrooting, naast de algemcene beschouwingen over de
richtiijncn in't algemeen, afzonderlijke algemcene beschou
wingen bij de hoofdstukken zou willen toelaten, om daar-
door de onderdcclen beter tot bun recht. te doen komen 1).
Een lid merkte hierbij op dat ook hij wel gevoelde
voor eeu soepele houding in dezen; naar zijne meening zal
eckter niet gemakkelijk te voorkomen zijn, dat eenig onder-
deel bij do algemeene beschouwingen over de richtlijnen in
het algemeen behandeld wordt. Bovendien zal deze wcrk-
wijze z.i. een vlugge behandeling der begrooting niet be-
vorderen.
B. en W. antwoorden:
Het komt ons niet gewensebt voor, dat de Raad in do
tot dusver gevolgde wijze van behandeling verandering
breugt. De ervaring heeft bewezeD, dat zij een overziekte-
lijk en spoedig verloop der debatten waarborgt. Zou men
bij elk hoofdstuk afzonderlijk algemeeno beschouwingen
toelaten, dan zullen do beraadslagingen ongetwijfeld wor
den gerekt.
Nu het verslag eeno indceling heeft gekregen, die met dit
standpunt in strijd is, hebben wij ons antwoord bij de ge-
deelten, die als algemeene beschouwingen bij de afzonderlij
ke hoofdstukken zijn aangegeven, eursief doen drukken.
Wordt de tot dusver gevolgde wijze van behandeling ge-
handkaafd, dan zal het gemakkelijk vallen, die gedeelten
bij de beraadslagingen een onderdeel van de algemeene
beschouwingen over de begrooting te doen uitmaken.
Door eeu der leden werd er aanmerking op gemaakt, dat
door B. en W. geen werkplan aan den Raad werd voor-
gelegd voor de eerstvolgcnde jaren. Dit lid vreesde, dat
B. en W. den Raad telkens voor verrassingen zullen
plaatsen, door zonder een vastgesteld plan te werken.
Anderc leden konden er zieb, met het oog op den finan-
cieeien toestand der gemeente, zeer goed mee vereeuigen,
dat van een uitvoerig program was afgezien. Deze leden
achtten het noodzakelijk, dat telkens wordt nagegaan in
hoeverre de gemeente-fiuancien het verwezenlijken van be-
paakle plannen toelaten.
Weer andere leden juichten het toe, dat B. en W. niei
gekomcn zijn met cen omvangrijk werkprogram voor het
komend vierjarig tijdperk, doch stemden er volkomen mee
in, dat er uitsluitcnd naar zal wrorden gestreefd, door be-
zuinigingen Let financieel evenwicht te herstellen,
B. en W. antwoorden:
Eene opmerking van gelijke strekking is hiervoor reeds
beaut',voord.
Een lid stelde de vraag, of het College inderdaad ovcr-
rigd is, dat zich in deze gemeente geen enkel geval heeft
voorgedaan van de in den laatsten tijd veel besproken en
berueht geworden „retourcommissies". Zonder een enkele
verdenkmg te willen uitspreken, achtto dit lici het ge-
1) Noot van den Algemeen Rapporteur:
In verband met het antwoord op deze vraag door den
Voorzitter in de le Afdeeling gegeven, is het verslag zoo-
danig ingedeeid, dat de gevraagde wijze van behandelen
mogelijk is.
De Raad zal zich naar do meening der Commissie van
Rapporteurs vooraf over de wijze van behandeling hebben
uit t.e sprcken.
houden, o.a. door voor ambtenaren en werklieden duidelijke
en schcrpo voorsehriften daaromtrent te geven.
B. en W. antwoorden:
AlvOrens deze vraag te beantwoorden, is het wellieht van
belang, de resultaten van het justitieel onderzock, dat over
het geheele land op dit gebied wordt ingesteld, af te
waehten, aangezicu wij dan tot positieve beantwoording
in staat zijn. Wij zijn bereid, de totstandkoming van voor
sehriften als hiev bedoeld te bevorderen.
Eenige leden vroegen of het B. en W. nog steeds nood
zakelijk voorkomt, om aan bepaalde gemeente-ambtenaren
toestemming te verleenen om gezondheidsredenen buiten
Alkmaar te woncn en of zij bereid zijn de noodzakelijkheid
Liervan opnieuw door een Alkmaarsch medicus te doen
enderzoeken.
B. en W. antwoorden:
Op den bier genoemden grond is aan slechts een ambte-
naar toestemming verleend om buiten dc gemeente te wo-
nen. Het is ons bekend, dat de rcden, die ons indertijd
tot het verleenen der toestcmmiBg aanleiding gaf, nog aan
wezig is.
Verscbillende leden vroegen of B. en W. het niet ge
wensebt achten aan gemecnteambtenaren eD -werklieden
bijbetrekkingen te verbieden in branches waarin anderen
een hoofdbestaan vinden. In dit verband vroegen deze
leden waar er ter secretarie een nieuwe hoofdambtenaar
is gekomcn en er dus nu iemand voor dit werk kan worden
vrijgemaakt of in den loop van 1928 voorstellen tot
iuvoering van eeu „Ambtenarcnreglement" zijn te ver-
wachten.
B. en W. antwoorden:
Bij verscbillende verordeningen is aan ambtenaren en
.wverkliedcn verboden, buiten onze goedkeuring andere amb-
tcn of bedieningen waar te nemen, voor derden werkzaam
te zijn of rcchtstreeks of middellijk eenig bedrijf of eenige
nering uit te oefenen. De algemeene regel, in de vraag be
doeld, bestaat dus reeds. Slechts in uitzonderiDgsgevallen
wordt daarvan afgeweken. Het zou intusschen mogelijk zijn,
dat deze goedkeuring niet steeds govraagd is. Wij houden
ons aanbcvolen voor mededeeling van die gevallen, waarin
men aanleiding heeft te vermoeden, dat de hier bedoelde
goedkeuring niet is verleend.
Wij kunnen niet toezeggen, dat in 1928 een ontrverp van
cen ambtenarenreglement zal worden ingediend.
Een lid stelde de vraag, of B. en W. het noodig en ge-
wenscht achten, dat dc gemeente buiten de stad (b.v. bij
de begrafenis van het hoofd eener onderwijsinriehting) be-
halve door den Burgemeester ook nog wordt vertegenwoor-
digd door een hoofdambtenaar. Waar juist beperking van het
aantal ambtenaren een ruiddel kan z(jn om dc gemeente-
financien te verbeteren, achtte dit lid het gewenscht, dat
de hoafdambtenaren zich zooveel mogelijk aan bun eigen
werkkring- wijden.
B. en W. antwoorden: r
Eeu geval, als hier bedoeld, heeft zich niet voorgedaan.
Meerdere leden vroegen hoe B. en W. deaken over ver-
laging der pensioenpremie voor gemeenteambtenaren en
-werklieden. In dit verband herinnerden zij aan het feit,
dat Alkmaar van Rijkswege onder de standplaatsen der le
klasse is ingedeeid, wat aan alle ambtenaren van het Rijk
en van semi-bedrijven, aan oaderwijzers, enz. een verbeterde
positie heeft gebrackt. Zij zouden gaarne vernemen of deze
kwestie reeds in de Commissies van G.O. is geweest en zoo
ja, hoe het desbetreffend advies luidt.
B. en W. antwoorden:
Ons oordeel hieromtrent blijkt uit onze voorstellen, ver-
vat in de bijlagen nrs. 127 en 178 van 1927. De veran-
derde indeeling van Alkmaar voor de toepassing van hot
Rijksbezoldigingsbesluit kan daarop niet van invloed zijn.
Er is tusschen de bezoldigingsschalen van het Rijk en die
voor het gemeentepersoneei nimmer eenig verband gelegd.
Het verband is dan ook niet aanwezig. Zou men lhans tus
schen de salarispolitiek van het Rijk en die der gemeente
(inbegrepen het vorderen van pensioensbijdragen) ver
band willen leggen, ook dan nog moeten wij ontkennen,
dat de veranderde indeeling van Alkmaar invloed kan uit-
oefenen. Immers, men dient niet uit het oog te verliezen,
dat op de Bijkssaiarissen belangrijke verminderingen zijn
toegepast. Salaris- en loonsverlaging bij het gemeente
personeei is niet toegepast. Buitendien wordt ook op de
Rijkssalarissen de voile pensioenpremie gekort (8 'A Er
kan dus in dc verhooging van de traktementen der te Alk
maar gevestigde Itijkeambtenarcn, leeraren en onderwijzers
teDgcvoigo van de gewijzigde indeeliDg der gemeente in
de bij het Rijksbezoldigingsbesluit bchoorende tabel geen
aanleiding zijn tot wijziging van het verbaal van de pen
sioenpremie voor de gemeenteambtenaren.
Meerdere leden jnformeerden naar den stand det
annexatieplannen.
B. en W. antwoorden:
De wijziging van het grondgebied der gemeente Is in een
nieuw stadium gekomen door den brief van Gedcputcerde
Staten d.d. 22 Februari 1928, welke voor U ter inzage ligt.
Sommige leden vroegen of bij de behandeling der be
grooting prae-advies is te verwachten op bet vcrzoek van
den beer Hoekmeyer c.s., om ook voor personen met
hoogere inkomens aansluiting bij den „ophaaldienst,;
mogelijk te maken en of B. en W. het niet gcwensch^
achten dezen dienst tot een algemeenen stortingsdienst
uit te breiden.
B. en W. antwoorden:
Het bedoelde prae-advies zal tegelijk met de begrooting
aan de orde worden gesteld.
Voor het oprichten van cen stortingsdienst schijul ons
geen grond aanwezig. De aanslagbiljetten, betreffendo d3
lagere en middeninkomens, worden reeds in de cersto maan-
den van het belastingjaar uitgereikt, terwijl aan de hoogero
inkomens veelal voorloopige aanslagen worden opgeiegd.
Gedurende een groot deel van het belastingjaar is dus ge-
regelde belastingbetnling mogelijk. Wie dc noodzakelijk
heid mocht gevoelen om in de maanden, waarin hij nog
geen aanslagbiljet bezit, een zeker bedrag voor dc belasting
te reserveeren, zal daarbij den weg kiezen van reutegeven-
de belegging bij de spaarbanken. Het zou onjuist zijn, als
ook de gemeente, in concurrentie met de spaarbanken, gc^
legenheid tot rentegevende belegging bood. Keert de ge
meente echter geen rente uit, dan zal slechts cen enkele
van den dienst gebruik maken. Waar hier dus geen sprak
is van een algemeen gevoelde behoefte, die om driDgcnde
voorziening door de Overheid roept, gevoelen wij er niet
voor het aantal diensten met een stortingsdienst uit te.
breiden.
Deze leden vroegen of het feit, dat Prof. Holwcrda, die
bij de voorgaande wetenschappelijke balans de jaarlijksche.
annulteit tot dekkiDg van het tekort van het Gemcentehgk
Pensioenfoads op 37.800,vaststclde, nu reeds bij d«
daarop volgende balans van 31 December 1926 als zijne
meening moest geven, dat de annuiteit zonder bezwaar
2800.desnoods 5600.lager kan worden gesteld, B.
en W. geen aanleiding geeft om den Raad voor te stellen een
anderen deskundige te benoemen voor een nieuw wctem^""**-
schappelijk onderzoek. Volgens deze leden werd daarop
reeds in 1924 in den Raad aangedrongen; ook toen kwam
een meening naar voren, dat de annulteit zeer boog was.
B. en W. antwoorden:
Het behoeft geen verwondering te wrekken, dat de laatst
opgemaakte wetenschappelijke balans verschilt van die,
welke op den toestand van 5 jaren geleden bctrekking
heeft. Wij achten zulks vanzelfsprekcnd, daar de bezittin-
gen en verplichtingen van het fonds aan voortdurendo ver-
andering onderhevig zijn. Juist in het tegenovergesteldo
geval zou twijfel aan de juistneid van de balans kunnen
rijzen. Zou alleen reeds hierom cen opdracht fot samen
stelling van een tweede rapport, door een anderen des
kundige, niet te reclitvaardigen zijn, te minder is dit het
geval, nu wij ons lieten voorlichten door iemand, die als
wiskundige een uitnemende reputatre geniet. Het ligt der-
halve niet in onze bedoeling tot het instellen van een nieuw.
onderzoek het voorstel te doen.
In de toelicbting op de balans is trouwens uitvoerig aan
gegeven uit welke oorzaken het versehil voortvlocit.
Een lid vroeg of de kaderstaten bij dc bedrijven reeds
zijn bijgewerkt. Naar de meening van dit lid werken bc-
trouwbare kaderstaten een economisch beheer in do hand,
B. en W. antwoorden:
Wij betwijfelen het nut van kaderstaten voor de betrek-
kelijk kleine personeelgroepen, waarvoor zij zouden moe
ten gelden. Meer aaabeveling- verdicnt o.i. de tot dusver
gevolgde gewoonte, om zoo noodig jaarlijks bij het onder
zoek der begrooting de personeelsformatic onder oogen te.
zien.
Nog vroeg dit lid waarom het ten vorige jare Op
voorstel van de Commissie Vogelaar genomen besluit
tot samenvoeging van het bureau van den Gemeentecon-
troleur en de aid. Financien ter Secretarie, nog niet is
uitgevoerd.
De samenvoeging van de beido bureaux is door verscMI-
leude technische moeilijkhedeu verhinderd. Wij hoiien even
wel bimien eenigen tijd daarvoor eene oplossing te zulleu
vinden.
Finaucieele Politick,
Meerdere leden achtten den financfeelen toestand der ge
meente zorgwekkend, omclat de begrooting, oudanks een
turnstifie beiastingverhooging, slechts sluitend kon worj
r
ALKMAARSCHE COORANT.
li]