Iiiiistlt CoiraiL Genseskundige brieven, eenphu11# mlinSofi Sana £tvcjj2£bcft&> No. 71 1928 Honderd dertigsfe iaargang. Vrlidag- 23 Maarf. CXLVIII. Ccnsultatiebureaa voor zuigelingen. II. In mijn vorige brieven zette ik reeds uiteen, hoe noodzakelijk maatregelen tegen zuige- lingensterfte zijn. Een enkel cijfer, ontleend aan het verslag der inspectie, illustreert dit op uitstekende wijze. De zuigelingen vormen 1/41 deel der geheele bevolking. Het getal der gestorven zuigelingen is 1/7 van dat der totale sterfte. De verhouding tusschen deze.beide breu- lten mag niet zoo blijven. Onder de maatregelen, welke verbetering Imnnen bewerken, bekleedt het consultatie- bureau een voorname plaats .Het is zeer toe te juichen, dat de Regeering eindelijk een bedrag voor de zuigelingenbescherming heeft beschikbaar gesteld. Hoewel niet overweldi- gend (voor 1927 was 90.500 uitgetrokken) kon daarmede toch een organisatie worden tot stand gebracht, welke in staat was iets te doen. In verband met plaatselijke en andere omstandigheden, wordt de bestrijding op de meest doelmatige wijze ingericht. Zooveel mogelijk wordt naar provinciale organisatie gestreefd. Waar deze mogelijk is, berust 'cle feiding bij een drieledige kern: een kinder- arts, een districtshuisbezoekster en plaatselij ke consutatiebureaux Over deze laatsten zul- len wij eerst iets zeggen. We moeten dan beginnen met de opmer- king, dat de c. b. geen inrichtingen zijn om zieke zuigelingen te behandelen. Niet alleen het publiek, maar blijkbaar ook sommige artsen kunnen zich van dit denkbeeld niet los- maken. Anders toch zou het niet te begrijpen zijn, dat hier en daar nog artsen gevonden worden, die de oprichting van de bureaux -tegenwerken. Het bureau schiet niet onder de /duiven van den arts. Wordt bij een kind een ziekelijke afwijking gevonden, waarvoor ge- neeskundige behandeling noodig is, dan wordt het zonder uitzondering naar den huisarts verwezen. Alleen, merkt het verslag op, „kunnen d'e huisartsen er dit nadeel van hebben, dat de algemeene gezondheidstoe- stand verbetert. Hiertegen mag hun opposi- tie toch niet gaan, met evenveel recht moeten zij zich dan tegen waterleiding en woning- bouw-verbetering verzetten." Het c. b. dient, overeenkomstig zijn naam, om raad te geven. Nn het vast staat, dat zoo •gced als alle kinderen gezond geboren wor den, dat de meeste ziekten gedurende het eer- ste jaar kunnen worden voorkomen, dat er echter nog heel veel ontbreekt aan de kennis omtrent hetgeen voor den zuigeling noodig is, en dat dit gebrek aan kennis allerlei ziekten tot zelfs den dood ten gevolge kan hebben, is de task van het c. b., dat beter van dat alles op de hoogte is dan het groote publiek, om ieder, die daarvan behoefte heeft, raad te ge ven en daarmee bij te staan in het moeilijke problocm der lichamelijke opvoeding geduren de het eerste levensjaar. In het c. b. worden derhalve niet de zieke zuigelingen verwacht. Integendeel de moe- ders moeten er zoo gauw mogelijk met haar gezonde babies naar toe en hun kind onder toezicht stel'en. De Nederlandsche moeder houdt genoeg vain haar kind en heeft voldoen- de gezond verstand om spoedig te leer en in- zien, dat zij bij het c. b. aan het goede adres is. Terecht wijst het verslag er op, dat zij bij bezcek aan het bureau onder den invioed van een vertrouwenwekkende sfeer komt. Zij wordt getroffen door de belangsteliing, waar- mee door dokter en zuster wordt kennis geno- men van alle mogelijke dingen, tot in kleinig- heden aangaande haar spruit. Dat nauwkeu- rig aanteekening wordt gehouden van lengte en gewicht, van nog* zooveel meer, doet haar weldadig aan. De natuuriijke trots, waarmee zij den geleidelijken gfoei en ontwikkeling var het kind volgt, wordt door dokter eif zuster ■gedeeld, zij ziet in deze beide al spoedig bond- genooten en haar vertrouwen in het bureau wordt steeds grooter, zoodat zij er gaarne terugkomt. Zoo is het dan gemakkelijk te verklaren dat bij de opening van het c. b. te Apeldoorn van den kant van het gemeentebestuur nog wel twijfel werd uitgesproken of de plattelands- bevolking er wel van gediend zou zijn, maar dat de toeloop zoo groot werd, dat binnen een jaar om een tweede bureau werd gevraagd. Wij zouden het doel van het c. b. ook zoo kunnen uitdrukken, dat het de moeders bij- staat om er voor te zorgen, dat het kind zijn eerste levensjaar zonder ziekte of ernstige stoornissen doorleeft. Als dat gelukt, dan be staat er geen twijfel aan, of dit kind zal met grooter weerstandsvermogen het verdere leven ingaan en de beste kansen hebben om [link en kraehtig op te groeien. De waardeering, welke de c. b. van de zijde der bevolking ondervindt, kan het best wor den uitgedrukt door de vermeerdering van net bezoek. Wij vinden in het verslag een fitaatje dat het procentgetal der kinderen, die in net bureau kwamen, aangeeft ten opzichte van het totaal aantal geborenen. In Amsrs- toort steeg dit cijfer in de jaren 1924 en 7~rvan 2 tot 41., in Arnhem van 23 3 tot 35.8, in Breda van 23.6 tot 51.5, in Til- va? Wij zien dus dat in aan de sPds gaab, meer dan de neitt der geborenen het bureau bezoekt. aartegenovep staan helaas ook cijfers, wei- °P aclttefuitgang wijzen, zooals Almelo V0nv j tot 12'4' Heerl'en van 47.3 tot 21.4, Srk7a4e ™n 42.5 tot 24.1, Alkmaar van 21 2 Waaraan die vermindering van be- vt.rm 1!i0ew^.or^ei1 toegeschreven, wordt niet rancid. Wij kunnen alleen het vermoeden preken dat daar aan de werking van het wm-a El4bavenstaande kan toch vannTi^P de persoonlijke factor snpplr n S van bureau een groote rol in i6611 slaag* er nu eenmaal gauwer En riff vert,rouwen te winnen dan de ander. cn cut vertrouwen moerlpr fl uU^tn 1S een teer PUnt voor de H»f bet haar lieveling betreft. invlnpa'fi verb't]/dend te zien, hoe door den Nod- n'n j C' borstvceding toeneemt. het hirroo r0j wjize dan d'e besprekingen in mireau IS de kern Hpr ',„irrJr. is de kern der zuigelingenbestrii- cHng werkzaam. Van grooten invioed zijn de baker- en mocdereursussen, waarvoor mej. A. G. van Hulst reeds zoo langen tijd, en met grcot succes ijvert. Mischien vind ik la ter nog wel eens gelegenheid, hierop tcrug te komen. H. A. S, Kn§@z@nci©i^ siukken Bun en vercntwoordtliiklieid van de Re- dactie. De opname in deze rubriek bewijst geenszins dai de "edaetie er merie inslemt.) DE SCHOONHEID VAN BERGEN. Geachte Redactie! Naar aanleidling van Uw onderschrift op mijn ingezonden stuk „De schoonheid van Bergen, een vandalisme", deze opmerkirig. Wij hebben reeds betoogd, dat de ,inwo- ners van Bergen te zorgen hebben, dat hun dorp, niettegenstaande er al zooveel ver- minkt i-, zoo blijven. dat het nog op zijn restende schoonheid kan blijven bogen en dat wij alien ook den plicht hebben, da t g e n e w a t nog g o e d t e bewaken is, in cere t e h e r s t e 11 e n. Om dit te verkrijgen is er ons eene hoogere taak be- schoren dan toe te geven aan alle materialis- tische belangen, die 'kunnen beschouwd wor den, als de zeis, waarmee het dorpsschoon aanhoudend wordt weggemaaid. Het is juist die zeis, die het gevaarlijk wapen uitmaakt om heel Bergen fcapot te maken, zoodat al de inwoners, ja zelfs degenen, die die zeis han- teereh,-er zelf het slachtoffer van zul'len wor den of reeds zijn. Immers voor Bergen is de waardevolste factor de immateiieele, die al het andere zwijgend overwelft. Het is de schoonheid van zijn dorp en zijn omgeving, die maakt, dat het bestaan van zijn inwoners een mogelijkheid1 zij en blijve. Wij deelen dus de meening van de Redactie niet waar deze beweert, d/at een der en- kele nog restende mooie oude gebouwen moet opgeruimd worden ais het een eisch is als nuttigheidsobject. Wij zijn van meening. dat dit op 'n andere manier kan opgclost worden. Met te zeggen: Het thans uit te voeren plan heeft de goedkeuring van de bestaande Schoonheidscommissie, bewijst men, van de zaak niet op de hoogte te zijn. Eerstenis, er bestaat te Bergen geen S-choon heidseommissie meer en tweedens de Provin ciale adviescommissie heeft in lste instantie geadviseerd het gebouw zoo mogelijik te sparen, dat weten wij bslist' De gemeenite adviseu-r was tevens ook die meening toegedaan en zooveel anderen met hem. Als degelij'k argument is hier alle toekomst- muziek uitgesloten. Het gaat hier over een mooi oud gebouw, te zijn of niet te zijn. Het eenige argument, dat er dus in dat on derschrift overblijft is: dat het pand toch reeds voor driekwart is verknoeid en daar- door van weinig artistieke waarde meer is. Wie zou zijn naam onder zulke bewering durven te zetten? Geen enkele, die van schoonheid iets be- Te meer het is niet eens een waar- heid. Wij hoeven hier slechts de lezers te verwijzen naar de kick die in het .Album van Bergen" voorkomt. Die kick staat op 't oogenblik in de uitstalkasfvan den kunst- handel „Het Berger Wapen". Op die kick zal men duidelijk zien, dat heel het gebouw uit- geheeld is op het hinderlijk gedeeite na, dat zeer k 1 e i n is. Een ied-er, die het met de schoonheid van Bergen gced meent, had er de meening en den wensch moeten op na houden om die b«dorven puist eenmaal te zien verwijderen; want, wanneer men b.v. een puist op den vinger heeft, gaat men toch ook naar den dokter met de begeerte, dien vinger in zijin norm ale schoonheid hersteld te zien. Hier verwijzen we naar de bouwvallige panden op de Steenenbrug te Alkmaar. Men kijke daar eens goed toe, hoe de vereeniging Hen- drik de Keizer bet nuttigheidsobject tot iets bewonderenswaardigs-moois heeft gemaakt en aihoewel wij yeronderstellens, die die vereeniging bezwaarlijlk het reeds beschadigd plan nog voor zijn deel zal kunnen nemen, sluit dit niet uit, dat het gemeentebelang van Bergen instandhouding eischt. Het mooie boomencomplex aan de over- zii'de had behouden kunnen blijven, als in 1921 d-e Schoonheidscommissie zich met de gewilde verbouwing had vereenigd, zegt de Redactie. Prachtig zoo! Daarin ligt het bewijs dat, met die mooie. boomen te doen vallen. de schoolkinderen van een groot deel hunner speeiplaats te berooven, aan Ged. Staten dis- pensatie tot bouwen aan te vragen enz., de gemeente concessies heeft gedaan, en waar men dit nooit zal kunnen wee r leg gen, omdat mien het nu reeds zelf beaamt, achten wij onze uitlatingen noch die van dien heer Polak overdteven Alleen de opmerkingen der Redactie en haar standpunt in deze beschouwen wij van onzen kant als erg kortzichtig en vooral niet in het voordeel van het beiang van Bergen. Met dank voor de plaatsing, ARTHUR VERBEECK Bergen, 21 Maart 1928. (N.-H.) (Op gezag van den heer Verbeeck wendde de heer Polak zich tot den minister, die ver zocht het sloe pen een dag stop te zetten en den architect, den heer Van Noppen van de Rijkscommissie voor Monumentenzorg op- droeg.hem over het pand een rapport uit te brengen. De heer Van Noppen is ter plaatse ge weest, maakte den architect, den heer Eiders een compliment voor het nieuwe plan en con- eludeerde, dat er aan het pand wel veel ver- beterd, doch niets bedorven kon worden zoodat met het werk kon worden voorige- gaan. De secretaris van de Prov. Adviescommis sie, die in Bergen als schoonheidscommissie fungeert en elk bouwplan in Bergen beoor- deelt, wat de heer Verbeeck moest wHen nam, alvorens de commissie haar goedkeu ring aan de verbouwing verleende, de toe- stand ter plaatse nauwkeurig op en ook hij bracht den architect in een schrijven aan B en W. een compiiment voor zijn opvatting in het nieuwe plan. In het betreffende geval is dus zeer zeker met de noodige liefde voor het dorpsschoon gehandeld en de heer Polak is o.i alleen de ervaring rijker geworden, dat hij zich ge- interesseerd heeft voor een door den h-er Verbeeck veroorzaakten storm in een ffias water, wat zajn gezag in dezen bij den minis ter gezien het oordeel van een bij uitstek deskuindige als de architect Van Noppen van de Rijksmonumentenzorg niet zal verhoogen. Red Alkm Crt) M'ijnheer de Redacteur! Beleefd verzoek ik U om plaatsing van het onderstaande ingezonden stuk, waarvoor bij voorbaat mijn beleefden dank. In de Alkmaarsche Courant van Donder- dag 22 Maart j.l. komt een advertentie voor, waarin wordt opgewekt de propaganda- avond te bezoeken van den Hengelaarsbond Alkmaar en Omstreken. Het onderwerp, dat de spreker op dien avond zal behandelen is „De Hengelsport hier te lande en in het buitenland en de na tuuriijke geschiedenis van onze meest be- kende visschen". Het is een p r o p a g a n d a - a v o n d van een Hengelaarsbond. Er wordt dus propaganda gemaakt voor het hengelen. Hiermede komt de propaganda voor het hengelen uit het stadium van het vissehers- latijn in de schoone schiijn van een „populair- wetenschappelijke voordracht". En daarmede is een scherpe bestrijdling noodig gewoiden Lezer, wat is hengelen? Hengelen is niet een onschuldig vermaak en tijdVerdrijf, maar een geraffineerd- wreede mishandeling van weerlcoze dieren Hengelen beteekent het smartelijk door- rijgen met een ijzeren haak van het geheele wurmenilijf, een mishandeling, den dbod1 ten- gevolge hebbend. Hengelen beteekent het slaan van een haak in de uiteret gevoelige visschenbek en het daarmede omhoogrukken van de visch uit het water, waarbij het voile lichaamsgewicht van de visch plus z'n tegenspartelende kracht de pijn zeer vergrooten. Het beteekent, dat in de meeste gevallen onervaren handen de haak uit de bek ver wijderen, de visch wordt bijna nooit eerSit gedood, waarbij vaak groote stukken vleesch en ingewanden door de ongeduldige henge- laar worden' uitgescheurd. Daarna mag de visch aan z'n verschribkelijkie wonden ster- ven, terwijl een langzame verstikking het lijden komt vergrooten. Hengelen beteekent dus: aan de eene kant van de hengel een gefolteerd dier, en aan de andere kant een laffe dierenbeul. En dat alles niet uit b i 11 e r e noodzaak van bestaan noch als g e v o 1 g van een ij z e r e n natuurwet, maar uit z u c h t naar vermaak, naar s e n s a t i e, als „s p o r t". Ik neb het hierbij over hengelsport, henge'l- vermaak. waarover ook de prop, avond is belegd; ik laat buiten beschouwing het be- drijf van den beroepshengelaars, dat eenigs- zins, hoewel niet geheel, wordt verontschul- digd door de broodvraag en door de schul- diiger afnemers. Het is beschamend, dat de Nederlandsche regeering een dergelijk vermaak niet ver- biedt, terwijl bijv. het palingtrekken -en kat- knuppelen sinid® Lang verboden is. Maar het is beschamender, dat de pu- blieke opinie zonder het minste protest een dergelijke wreedaardigheid tolereert, terwijl men toch indertijd verontwaardigd gepro- tesieerd heeft, toen een Amsterdamscbe jon- gen met een hengel niet op de visschenjacht maar crp de meeuwenjacht ging. Het is een onbegrijpelijke opvoedk-undige tekortkoming van zeer veel ouders, dat ze hun kinideren elk jaar weer verlof geven aan dit wreedaardlge spel mee te doen en het vaak aanmoedigen, terwijl ze loch kunnen weten, dat het uitoefenen van zulk een grie- zelig bedrijf. waaraan bijna geen kind voor de eerste keer zonder een rilling van afschuw kan meedoen, een onzegbaar verruwende in vioed op het gevoelige kinderhart moet heb ben. Men mag d-e kinderen geen andere wreedheid' tegen dieren verwijten, als men hun d i t niet kort en goed verbiedt en beter nog ben opvoedt tot een natuuriijke afschuw van zulk onnoodiig gemartel. Het is slechts met bitterheid, dat ik kan bedenken, hoe vele groote menschen dit „vermaak" in hun leven dul-den en er zelfs vereenigingen voor durven stichten. Maar dit alles stijgt ten top, als men onder het mom van popuiaire-W'etenschappeHjkheid propaganda gaat maken voor de hengel- „sport" (wat is in dit verband „sportief"?) en op deze wijze de publieke meening tracht te winnen. Er is tegen deze middeleeuwsche wreed aardigheid slechts een mididel. Dit middel is de geestelij-ke boycot. Oud-ers, weigert Uw kinderen toestemming om deze lezing te bezoeken Weldienkende burgers van Alkmaar en omstreken, weest bewust van Uw diepste men&chelijkheid en weigert deze lezing te bezoeken. CHRIS BLOM. (Er zit ongetwij-fel'd een groote kern van waarheid in dit stuk. Toch zal inzender waarschijnlijk meer bereiken als hij zich in zijn krachttermen wat beperkt. Onnoodig verbitteren van tegenstanders door hun fou- ten door een vergrootglas te bekijken en hen als onwaardigen en cnmenschelijken uit te bannen, is dikwijls het kenteeken van een zeker jeugd-enthousiasme, van een zekere spontaniteit, die op zich zelf beschouwd heel verblijdend is, maar waardoor men het doe! wel eens voorbijsehiet. Red. Alkm. Crt.) Geachte heer Redacteur! In uw blad van 20 dezer kemt voor een ver slag van de vergadering van het Bureau van Advies te Heilco. Geheel onderschrijvende het onderschrift van U aan dat verslag tcegevcegd:, dacht ik zoo, dat men die vereeniging bijna wel zou kunnen noemen „Vereeniging tct bevorde- ring van de zaken van neringdoenden in Alk maar". Ik vind de geest die uit de bespreking in die vergadering naar voren kwam, nieDbe- paald vleicnd voor het koopend Heilooer pu bliek. Is het daar zoo sTcht.gesteld? Wan neer daar dus nu iemand bij een zakenman acbterstallig is, (wat is achterstallig, en wie moet dat beoordeelen dan kan hij in Hei lco niets meer koonen. Tam-elijk bruut vind ik. Wanneer nu cmgekeerd een neringdoende of zakenman te Heiloo een klant bedriegt of cnhebbelijk is, wat dan? Heeft het koooend rredeelU van de Hei- looers ook dan even veel recht om er zoo'n zakenman uit te drukken, of zijp de zaken- menschen daar eerlijker dan de andere inwo ners Ik vind de houding van hen nu niet be- paald te bewonderen, en vermoied, dat veel 'koopers maar liever naar Alkmaar zullen gaan, om het gevaar te ontloopen beoordeeld of veroordeeld te worden. Met dank voor de nlaatsing, EEN HEILOOeR, DIE STEEDS CONTANT BETAALT. VERKRUGBAAR BIJ ALLE ERKENDE RUWIELHANDELAREN 82 f*R*ovincEaa! eiieuws HULDIGING VAN DEN HEER D. DE BOER Dz. Dit feest beschouw ik als iets, dat ik nooit verwacht had, te zul len beleven. Wat ik deed, deed ik niet om dank te verdienen, doch omdat ik er van houd, werkzaam te zijn. Door werken toch krijgt het leven waarde. In de zaal var. den heer Kamsteeg te Stom- petoren waren gisteravond op initiatief van de besturen van de Land- en Tuinbouwver- ■eeniging te Stompetoren en de afd, Schermer en Omstreken van de H. M. v. L. een groot aantal genoodigd'en met hunne dames bijeen om den, heer D. de Boer Dz. te huldigen voor hetgeen hij voor den landbouw heeft gedaan en, in het bizonder voor hetgeen hij deed om tot de electriscbe bemaling van de Schermer te komen. Door het plants-en van vaasjes met tulpen op de verschiiilende tafeltjes had men de zaal een feestelijk aanzien gegeven. Het symphonie-orkest Poiyphonia uit Schermerhorn, onder leiding van den heer Anderson uit Alkmaar, luist-erde de bijeen- komst op en deed dit op een wijze, die be- wondering afdwingt voor de energie, waar- mede de uitgevoerde nummers waren inge- studeerd. De ongewone drukte in dit anders zoo stille plaatsje viel reeds dadelljk op, wanneer men een bli-k wierp op het groote aantal auto's, dat op het plein voor h-et cafe stond opgesteld. Onder de aanwezigen in de zaal merkten wij op den heer Houtkooper uit Schevenin- gen, It. Smeding uit Schagen, de wethouders Dekk-er en Spaan van Oterleek, wethouder Pos van Groot-Schermer, de beeren D Covers en Mr. D. Sluis uit Alkmaar, raads- leden uit de gemeenten Oterleek, Groot- Scherm-er en Schermerhorn en tal van famllie- teden van den heer De Boer van elders. Als voorzitter van de afd. Schermer van de H. M. v. L. sprak de heer Spaan, mede namens de TuirLbuuwvereeniginig, een woord van welkom. Dank bracht hij aan het symphonie- orkest, om het feest wel te willen opluist-eren. In het bizonder heette spr. den heer D. de Boer Dz. als den man van den avond, wel kom. Spr. herinnerde eraan, hoe hij, enkele maanden gefeden, het voorrecht had, den heer De Boer het eere-voorzitterschap van de afd. te kunnen aanbieden voor de vele be- moeiingeriv door hem aan den landbouw bewezen. Wat wij toen aanboden, aldus sprwas niet veel, doch financieel konden wij niets doen. Voor enkele jaren b&haagde het de Koningin U tot Ridder van de Oranje Nassau Orde te benoemen en ook wij waren oveituigd, dat die onderscheiding door U wel was verdiend. De vele bemoei'fngen door U voor de elec- ■trische bemaling verricht, en de sterke ver- dedigiing daarvan door U voor Ged. Staten om daarvoor de goedkeurifig te verkrijgen (ik feliciteer de geheele Schermer met het feit, dat die goedkeuring is verkregen) is aan- kiding, dat zich een comite vormde om U en bet geheele Bestuur van de Schermer te hul digen \oor den ijver en t,aaie volharding. in dezen hetoond. Ik meen, dat Uw verdediging 1 der zaak bij Ged. Staten de kroon heeft geaef op het vele werk, door U voor den land bouw verricht. Geef mij het heden en ik zal trachten, de toekomst te verwerven, is een woord, op U van toepassing. Uw leven en arbeid zijn steeds in overeenstemming met dat woord ge weest. Spr. gaf hierna het woord aan den heer Cramer Glijmis voor het uitspreken van den officieele huldigingsrede. Applaus en fanfares. De heer Cramer Glijnis zeide het volgende: Hooggeachte Heer D. de Boer en hoog- geachte vergadering en personen. Uitgenoodigd door de besturen van de Land- en Tuinibouwvereeniging te Stompe toren en de afdeeling Schermer en Om streken van de Hol'l. Mij. van Landbouw, valt mij heden de groote eer te beurt, om wat we zullen noemen, de clou van dezen avond naar voren te mogen brengen. Al eer ik hier toe overga, wil ik even in het kort naar voren brengen, hoe we eigenlij-k tot dezen avond zijn gekomen. U alien is bekend dat er voor het bereiken van de el'ectrische bemaling van de Schermer een telle strijd gestreden is. Toen door het bestuur van de Schermer, met een zoo groot mogelijike meerderheid' van, stemmen was besloten om over te gaan tot een electrische bemaling. daar de molen- bemaling niet meer aan de eischen van den tegenwoordigen tijd voldoet, is er voor het bestuur een zware tijd aangebroken om onze belangen bij de Ged. Staten van Noord-Holr land, tegenover derden, die zich tusschen Ged. en Schermeer's bestuur wilden plaatsen, te verdedigen. Zooals U alien bekend mag wezen, heeft de Vereeniging de Hollandsche Molen ge- meend de plannen van de Schermer zooveel mogeliijk te moeten tegenwerken uit redenen van schoonheidsbelang. Zij had hierbij steun van vele en invloed- rijike personen, die door hun persoon of po- si'tie een grooten invioed op het Ned. publiek lieten gelden Het publiek werd' door hen warm gemaakt, om toch zooveel mogelijk te trachten de molens van de Schermer te behouden, zonder dat deze personen maar eenigszinis kunnen nagaan, welk een groot beiang het is voor een landbouwer, veehou- der zoowel als bouwboer wanneer hun lan- derijen niet van water overlast hebben. We zullen het Ned. publiek dan ook niet kwalijik nemen, dat velen van hen tegenover ons ge- staan hebben, omdat ze absoluut leeken zijn op landbouwgebied. Maar deze zaken maakten het noodig voor den Dijkgraaf en het bestuur van de Scher mer om op hun hoede te wezen en het goede recht van den polder te verdedigen. We hebben dan ook met genoegen kunnen constateeren, dat de Dijkgraaf met het be stuur in dezen veel en kraehtig werk heeft verricht en recht door zee op het bewuste do el is gestevend. Zooals ik opme '-ite, heeft het bestuur veel te doen gehad om de plannen zoover te ver wezenlijken, maar hierbij is opgevallen, dat de heer D. de Boer Dz. het leeuwenaandeel voor zijn rekening genomen heeft, wat betreft het verdedigen van Schermer's belangen tegenover derden. De heer de Boer heeft in twee openbare. vergaderingen van Ged. Staten gepieit voor dit goede recht en de aanvalien van de be- stuursleden van de Hollandsche Molen op de juiste manier afgeslagen. De tweede vergadering van Ged. Stater, is eigenlijik de aanleiding geweest tot deze bijeenkomst. Er werd toen door een bestuurslid van de Hollandsche Molen gesproken over een groeiend verzet onder de ingelanden van de Schermer, tegen de electrische bemaling. Daarom hebben de besturen van de Land- en Tuinbouwvereeniging en de afdeeling van de Holl. Mij. v. Landbouw gemeend hiet tegendeel te moeten bewijzen, dat de bewo- ners van de Schermer zeer met deze nieuwe bemaling zijn ingenomen. We hebben gedacbt dit op de juiste ma nier te kumnen doen, door een zoogenaamde stemming te houden onder de ingelanden, van de Schermer en andere belanghebbenden. Het resultaat was een zeer enthousiasti- sche ontvangst van dit plan, onder het pu bliek en kunnen we U D de Boer een album aanbieden met 151 namen. Dit album hebben we voor U nog aan- trekkelijker willen maken, door hierin te la-ten aanbrengen penteekeningen van plaat sen, welke U dierbaar zullen zijn. Er zijn dan 7 teekeningen in aangebracbt en wel: lo. Uw geboortehuis in de H.-Hugowaard. 2o. De woning aan de Zuidervaart, waar in U een groot deel van Uw jeugd hebt door- gebracht. 3o. Het huis waar Ge U in 1890 gevestigd hebt als practisch landbouwer. 4o. Het huis waar Ge thans woont en waarbij wij hopen dat U nog lang in ge- zond'heid zult mogen verblijven. 5o. Een gezicbt van de Schermer molens, waaronder geplaatst zijn de woorden „Sie transit(Zoo vergaat de heerlijkheid dej wereld). Dokter: Klaagt uw man over doret? De stouw van den patient: H(j deed hot in het begin, maar toen ik hem eens of tweemaal een glas water had aan- geboden, hield hij er al gauw mee op, (Passing ShotfJ ffihpnrpn T r?!1011 m°et- dit kan &aUW ms°

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 9