llllillSE Wekelijkscb iverslctif Brieves nit Berlin. Vraag en Aanbod. ies van een Parisienne. ffo. 78 1928 Honifem fferflgsfe Jaargang. Xaterdag- 31 Maart. (Van onzeni correspondent). Koning Amanoella van Afghanistan en din 'ieftallige echtgenoote Toeraja bebben voorioopig van Duitsehland afscheid geno- men Ze komen in April nog even naar Ber- tijn voor ze via Moskou en Turkije naar bun bUdstad Raboel terugkeeren. In Beriijn zal Amanoella dan de d'ikfce con- tracten komen afsluiiten. Geen politieke! Al lans, daar heeft men hier niets vange- ftoord. Maar handelseontracten. Er zullen suikerfabrieken in Afghanistan komen, weve- rijen kleinspoorwegen, een vlieghaven, boor- itorens, en nog heel wat meer. Afghanistan wil een halfEuropeesehe staat worden. Daar- toe zal de militaire tank meehelpen, die jtaliS hem geschonken heeft, de lastauto, die jjjj de vorige week in Leipzig van het Jaar- tnarktbestuur cadeau kreeg; de telefoon- cen-trale, die de „A. G. E." in Beriijn hem mee op reis gat. Misschien voegt Engeknd er nog een rivieroorlogsbodem, Rusland er cog een allermodernste mitrailleur aan toe. Be communistiscbe Sovjet-Russen bezitten immers een der sterkste en best-uitgeruste legers op aarde! In elk geval heeft men hier sehik gehad in 'Amanoefla, Een Berlijnsch avondblad heeft niet bijzonder kiesch tegenover een vreemden souverein, dle.gast van het Duitsche Rijk was mtgereJreno, hoe bitter iweinig dit bezoek opgebracht er. hoe vele jb-onderdduizenden het gekost heeft. Maar dat iijikt me een beetje voorbarig. Over drie weken, ate de koning met zijn groote gevolg den treio naar Moskou neemt en de bestellin- gen onderteekendi zijn, zal Duitsehland pas een overzicht hebben van de industrdeele roordeelen, die dit eerste koniniklij'k bezoek aan de republiek met zich gebracht heeft. Amadoella, de koning-handelsman, was ook op de Leipziger Messe. Zijne Majesteit zal wel met ons, doodlge- wone stervelingen, den indruk gekregen heb ben, dat deze jaarmarkt, die op een traditie van vele eeuwen bogen kan, ondaniks alle economische tegenslagen zich naar boven worstelt en reeds een niveau bereikt heeft, waarop de Leipzigeirs met recht trotsch mo- van gen zijn Tienduizend exposanten, meer dan tweehonderdduizend bezoekers, onder wie dertigduizend vreemdelingen, die voor een deel zelfe uit Zuid-Afrika, Amerika, Austra- ]ie en het Verre Oosten zijn overgekomen; dat mag men een dik resultaat noemen! En bedenkt men dan nog, dat het totaal opper- vlak, dat voor exposanten ter beschikking staat en ook werkelijk gebruikt is, dat van de grootste wereldtentoonstellingen, Wem- ibley niet uitgesloten, nog overtreft, dan krijgf men pas een begrip van de Leipziger Messe 1928. Ik verwonder me er altijd weer ovetr, dat deze jaarmarkt desondanks zoo weinig Ne- derlandsche zabemmenschen trekt. Laten we aannemen, dat het er ditmaal een dikke dui- zend geweest zijn. Onder wie 30, zegge der- fig, exposanten. Wat is dat in verhouding itot de totale cijfers van 30.000 en 10.000? En toch ligt Leipzig voor ons Nederlandars zoo vlak naast de deur en hebben we zooveel be- lang bij alles wat internationalen handel is. iMisschien redeneeren onze zakenmenschen toch wat al te nuchter. Zij vragen wellicht naar onmiddellijke resultaten, naar directen voordeeligen in- en verkoop. En dan wil ik toegeven, dat althans wat Duitsehland be- treft, ook ditmaal de Messe voor ons Neder- Janders niet veel beloofde. Maar de groote beteekenis van Leipzig zit'm toch in heel dets anders: in de kennismaking met indus- frieelen en kooplieden uit de heele wereld, in de onderiinge gesprekken, in het bezichti- gen van het allernieuwste, in het maken van vergelijkingen. Nergens ter wereld is dat beter mogelijik dan op de Leipziger Messe. En ik snap nog altijd niet, dat dit bij ons niet meer wordt ingezien. Men begint zich in Beriijn intuscshen warm te maken voor iets geheel anders: de offi- cieele opening van den gerestaureerden en volkomen omgebouwden historischen Opera in de hoofdstraat Unter-den-Linden. De kran- ten hebben zich over dit geval bijzonder op- gewonden. Deze Opera, die al eenige eeuwen oud is en dus tot de geschiedkundige herin- oeringen behoort, waaraan Beriijn niet over- rijik is, voldeed al lang niet meer aan moder- ne eischen. Bet toomeel was gebrekkig inge- iricht, had noch draaischijf. noch verschuif- bare scene. De loopgangen daaromheen waren zoo smal, dat de brandweer dreigde, het gebouw te zullen sluiten. Toen besloot het Pruisische Ministerie van Kunsten en Wetenschappen radicaal te werk te gaan Alleen de voorgevel zou blijven be- staan. Men wilde de zijmuren eenige meters naar buiten brengen, een geheel nieuwe too- neelruimte bouwen met hydraulisch bewo- gen vlakken, waardoor drie en meer bedrij- ven volkomen kond'en worden opgebouwd en binnen een minuut naar de vereischte plaatsen. bewogen. Men wilde eenige hon- derden nieuwe zitplaatsen bouwen en zelfs de omgeving van de Opera van aspect ver- anderen. Een storm stak op in de kunstrubrieken der oladen. Heiligschennis. Vandalisme. En het Ministerie had pech. Er kwamen bouwstakingen. Door dat gewroet in den slecbten bodem verzakiten andere histo- rische gebouwen in den omtrek en vertoon- den zich daar scheuren. De Katholieken eromden, dat hun mooiste ker'k, die schuin acnter de Opera ligt, door de verbouwing ffli zoo goed als onziehtbaar zou wordien. Be kostenraming van 4 millioen bleek on- nondbaar. Steeg op 11 millioen. En het zal ncg wel wat duurder worden. Maar, afgezien van de vraag of de minis ter dan wel de kumstcrifiek gelijk heeft, het mteressante van het geval is, dat we hier weer eens gezien hebben, dat ook in het 'nedendaagsche half-socialistisehe en sterk republikeinsche Pruisen -Zijne Majesteit de Ambtenaar nog altijd de grootste, ja bijna cen onbeperkte machit heeft. De pers, die foch almachtig heet te zijn, vermocht niets te bereiken. Het Pruisi&che oarf evenmln. De ministerleele ambtenaren nad- den besloten hun wil door te zetten. En al- dus geschiedde Eind April of begin Mei zal de hernieuw- de groote Opera voor het publiek geopend worden. Natuurlijik met Wagner's ,,Meister- singer van Nurnberg". En dan zullen we 'kurmen beoordeelen, of hier werkelijk van- dalen aan het werk zijn geweest, dan wel of ditmaal de ambtenaren het van de kunst- critioi gewonnen hebben. Wat deze laatsten natuurlijik nimmer toegeven zulleni! De Katholieken, zei ik, hebben zich opge- wonden, omdat de voorgevel van hun be- roemde kerk in het gedrang kwam. Er is echter intusschen iets anders ge- schied, waarover ze nog heel wat ernstiger boos zijn. En wel de vertooning van een rolprent: „Luther en de Hervorming in Duitsehland". Ik heb die film gezien en ofschoon de vertooning geen bijzonder hoog artistiek peil bereikt heeft en zich binnen zeer duidelijk merkbare grenzen van toleran- tie houdt, heb ik toch onmiddellijk verwacht, dat de Katholieken, die ongeveer 1/3 van de bevd'king van Duitsehland uitmaken, aan deze rolprent aanstoot zouden nemen. Men kan verschil van meening hebben over de vraag, of het wenscheliik is, persoonlijk- heden, die als Boeddha, Christus, Luther, door een mystidc waas omgeven zijn en wier leven in de heiligsle gevoelens van deelen der menscheid een zoo verheven plaats inneemt, op het filmdoek met moderne tooneelspelers- bezetting te benaderen. Maar het is nu een- maal geschied. We hebben Boeddha- en Christus-filmen gezien. Men heeft ze meer of minder gunstig beoordeeld en in het bijzon der de Katholieken hebben zich over rolpren- ten, die de Passie weergaven, ten zeerste ver- heugd. Het is daarom zeker geen bewijs van tolerantie, dat zij zich tegen de Lutherfilm zoo hevig verzet hebben. En het is eigen- aardig en wel een bewiis van hun grooten invloed (de Rijkskanselier is nu eenmaa! te- vens leider van de Katholiek-politieke bewe- ging in Duitsehland), dat het hun inderdaad gelukt is, de film na een week van de pro- gramma's van alle bioscopen te laten ver- dwijnen. Wie een rolprent van de Reformatie teza- men stelt, is natuurlijk door de geschiedenis gedwongen, het verval van het Katholicisme in die dagen in beeld te brengen. Het succes van Luther is zonder een demonstratie van de uitwassen van de Roomsche misstanden niet denkbaar. Maar zooiets moet, heden vertoond, na tuurlijk ophitsend werken. En daarom ware de Lutherfilm waarschijnlijk beter achterwe- ge gebleven. Vooral, omdat we hier midden in den verkiezingsstriid voor den nieuwen Riiksdag zitten en de gemoederen toch al verhit zijn. De Protestanten hebben van hun stand- punt natuurllijk gelijk. waar ze er nu op wij- zen, dat 2/3 van het Duitsche volk toch stel- lig recht heeft, een film te zien, die het leven van Martin Luther beschrijft, en dat het Ka- tholieke deel van het volk, dat zich over deze rolprent ergert, dan maar moet thuis blijven. Maar de Katholieken verkeeren in Duitseh land nu eenmaal in een periode van zeer krachtige geloofspropagajida. En daartoe hoort, dat zij een heftige actie voeren tegen alles, wat deze propaganda zou kunnen te- genwerken. Dus hebben we een protest der bisschop- pen tegen de Lutherfilm bel'eefd, die weer een contra-protest van de Protestantsche Kerk heeft uitgelokt. In een periode als de tegenwoordige, waar zooeven de Riiksdag d'wars tegen de wenschen der Katholieken in een wettelijke gelijkstelling van de confessio- neele scholen verhinderd heeft, kan een Lu therfilm als deze slechts die op het vuur be- teekenen. Eind Februar. Minder dan ooit zal het dit voorjaar mis- plaatst zijn, van hoed-jes te spreken; nog nauwer weer zullsn ze ons hoofd omsluiten, zoodat een Parijsch hoofdje met hoed kleiner zal lijlken dan een met haar, vooral nu de groote „Antoine" ons voorstelt, ons haar weer „flou" te dragen, met krulletjes achter, voor, bovenop of over het heele hoofd ver- deeld„ciheveux libres" noemt hij deze laatste coiffure, waarvan tenslotte de groote kunst is, de „vrije haren" toch de baas te blijven. Maar ik wilde u over hoedjes schrijven, en omdat die ons haar volkomen verstoppen, be- hoef i'k u niet eerst over ons kapsel in te lich- ten. Wanneer we niet thuis blijven, houden we eigenlijk den geheele dag onze hoed op tot het diner We dejeuneeren ex ook mee; zelfs bij onze vrienden zetten we ons hoedje dan niet af aan tafel; verder houden we het op bij matinee's, the's etc.het is immers min der omvangrijk dan ons haar, dus wien zou den we ermee hinderen? Zelfs dragen w„- soms in den schouwburg een „hoofdbedek- king", n.l. een kleine tulband van gekleurd- of goud- of zilvergaas. We vouwen het gaas zelf om het hoofd en begroeten met vreug- de deze vinding, want niet altijd zijn de krul letjes van Antoine of de water-ondulatie in de plooi, soms wel eens vet, als we den heden dag ons haar gebroeid hebben in een vilt- hoedje en dan brengt de „turban" uitkomst Ditzelfde model dragen we ook overdag, maar dan natuurlijik van andere stof, bijv. van geribd lint, met glimmend stroo geboord en dat steeds zoo om het hoofd gevleid wordt, dat een gedeelte van het voorhoofd bloot blijft, een puntje vormend boven een der oogen. Van soepel stroo kan de „turban" ook zij nde eene kant wordt dwars over de ande re gevouwen bijv. een helft van effen beige stroo wordt gedeeltelijk bedekt door stroo met goud doorvlodrten. Het materiaal vonnt eigenlijk van bijna al onze hoedjes meteen de garneering. Vilt of stroo of beide gecombi- neerd, worden op bijzondere manier geplooid en gevouwen, en het resultaat is een veel groo- tere variatie in hoeden dan verleden jaar. Duidelijk zijn twee categorieen te onder- scheiden: de kapjes en de hoeden met rand Alles wat ooit gemaakt is op't gebied van mutsen, calotjes, toques, kindermutsjes, tul- banden, baretten, capotjes, cornetten, tiara's, shako's, vinden we in de collecties van onze groote modistes terug. De tweede categoric hoeden met rand, wordt voorloopig nog maar vertegenwoor- digd door kleine cloches, maar als de jurkjes yclanis ons gaan interesseeren, zullen we daarbij ook groote hoeoten, zeits capelines, dragen. Een enkele hadden we al van vilt, met golvende rand en een groote strik van lint rechts-voor tegen den bol. De materialen voor onze hoedjes moeten wel gevarieerd zijn, omdat de modellen vee! op elkaar lijken en er weinig garneering extra wordt aangebradit. Daar zijn vooreerst de glimmende soorten stroo, die alleen maar mooi zijn in zwart en donkerblauw; zij vor- men heele hoedjes of worden gebruikt voor de rand alleen, of als inerustaties in vilt. Dan zijn er „laize de paille" en „paille de soie", soepel als lint, die we vooral hebben zullen in die nieuwe lichte kleuren, helderder dan pas- teltinten en die „Riviera"-tinten heeten, ver der steeds nog „picot", alleen of samen met vilt gebruikt, en een nieuw fijn dof stroo, licht als papier. Een nieuwe materiaal, dat er zich bijzonder goed toe leent, de soepele om het hoofd slui- tende modelletjes te vormen, is het gegau- freerde satijnen- of ripslint, dat, fijn geplis- seerd, zoo elastisch wordt, dat het nauw om het hoofd kan worden gelegd, zonder eenig carcasse van gaas of „sparterie". Kleine, korte voiles van zwarte tulle, die alleen de oogen bedekken, korte breede pennen plat tegen den bol, een veertje tegen den eenen wang, zijden pompons, kleine witte of rose camelia's en lint in alle soorten en breed- tes, dat zijn garnituren, die afzonderlijlk wor den aamgebracbt. De meest gebruikte lint- soorten zijn: rips, smalgewast satijn-, breed crepe de chine-lint, soms tot 40 c.M. breed en waarvan groote strikken worden gemaakt en ook bijipassende echarpes. Bchalve, dat we onze hoedjes „garneeren" door twee materialen te combineeren, doen we dit ook door twee kleuren samen te gebruiken: marine en rose, marine en rood, zwart met wit of tete de negre met zandkleur; maar het is moeilijik nu al te voorspellen welke de mode- kleuren voor de Parijsche hoedjes zullen zijn, want de Parisienne heeft haar oordeel nog niet uitgesproken.over de tinten van haar japonnen en daarmede is de kleur van de bij- behoorende hoedjes in allernauwst verband Ik denlk, dat u al wel begrepen heeft, dat de modellen van onze hoeden moeilijk te beschrij- ven zijn, maar daar een Hollandsche vrouw zich maar zelden een hoed laat „aanmeten" naar haar eigen aanwijzing, geef ik u den raad, aan de hand van rnijn „tuyaux (ver- trouwelij'ke inlichtingen) te oordeelen of een hoedje, dat u flatteert en dat is een eerste vereischte, niet van't vorige jaar is over- gebleven, en verder op uw eigen smaak af te gaan, want sehaarsch zijn de modistes, die u eerlijk raden! Zal ik u toch maar een paar modelletjes beschrijven, die typisch zijn voor de mode voorjaar 1928? Een jonge-meisjes-hoedje van zwart vilt met rand van gevloehten „pail- le azou", klein strikje hiervan voor tegen den bol; van gevloehten „Rita" een mutsje, met een groote fluweelen bloem in dezelfde kleur rechts er tegen aan en die een deel van deu wang verbergt. Heelemaal van blcemetjes primula's of viooltjes een kapje, dat een oog bijna bedekt, aan den anderen kant het voorhoofd onbedekt laat. De bloemetjes zijn op tulle gehcht en van dezelfde bloemetjes is een touffe op de tailleur. Ook gekleed: een hoedje van rose gegaufreerd ripslint, dwars in reepen om het hoofd gevleid, rechts drie rose camelia's, en ook een paar camelia's links aan de hals van de japon. Voilette van bruine tulle. Voor de curiositeit alleen vertel ik u van een groote hoed van Bengaalsch stroo die gedra- gen wordt op een kapje van zwarte gewaste kant, dat het haar volkomen bedekt; en dan nog een, andere van Agnes" van blauw vilt, scheef gedragen op een kapje van jersey, dat links op het oor met hyancintjes is gegar- neerd! COLINE. lift Rusland. De arbeiders in het bolsjewistische paradijs. (Nadruk verboden), Onder het oude regime buitten de bolsjewl- ki elk ongeluk op een fabriek uit om een schril beeld te geven van de toestanden op de Russische ondernemingen. Zij spaarden geen kleuren om het gevaar te schilderen, dat het leven van den arbeider bedreigde en zij gee- selden de bourgeoisie en eischten het maxi mum van veiligheid voor de arbeiders. Als zij, de bolsjewiki, de macht hadden, dan En er volgde een beeld van zaligheid, van geluk, van voortdurende zorg voor den ar beider. De revolutie heeft den bolsjewiki de macht in handen gegeven. Zij zijn reeds tien jaar lang de baas in Rusland, bezitten er een onbeperkte, dictatoriale macht en waren in staat hun program door te voeren. Nu wordt toch het leven van een arbeider zekei beschermd, nu worden er zeker de meest doeltreffende voorzorgsmaatregelen getrof fen, dat de arbeider geen gevaar zou loopen, dat zijn leven en gezondheid beveiligd zou den worden. Zoo denkt de lezer bij zich zelf. De bolsjewistische propagandisten en hun vrienden in het buitenland, ook in Ne- derland, beweren dan ook urbi et orbi, dat er nu in Rusland een paradijs op aarde (voor arbeiders, natuurlijk) is, dat de werk- lieden van elk land, ook van Nederland, bij hun Russische kameraden ver ten achter staan enz. Al deze beweringen zijn onjuist. De bols jewistische propagandisten liegen bewust; de bolsjewiseerende intellectueelen in het Westen verkondigen deze onwaarheden een- voudig uit onwetendheid en onnoozelheid. Hoe is de toestand in werkelijbheid? Op deze vraag willen wij nu een antwoord geven, waarbij wij uitsluitend gebruik maken van officieele bolsjewistische gegevens, van mededeelingen in deb olsjewistische bladen, van verklaringen van bolsjewistische leiders. Sinds de bolsjewiki de onbetwiste heer- schers van Rusland zijn geworden en de burgeroorlog tot het verleden behoort, heb ben zij al hun oude theorieen overboord ge- gooid. Nu kennen de bolsjewistische leiders van de bedrijven, evenals hun kapitalistische collega's, slechts een doel: de opvoerlng van de productie. In „burgerlijke" landen zijn de leiders van de bedrijven gebonden door wettelijke voorschriften. door de ar- beidsinspectie, door het be°taan van een on afhankelijke en vrije pers. In het bolsjewis tische paradijs bestaan al die dingen niet en de bolsjewistische leiders van de bedrijven ziin volkomen vrij in hun doen en laten, De bolsjewiki veroordeelden vroeger het stuk- loon-stelsel als het meest reactionnaire en schadelijke, maar nu hebben zij zelf overal hetzelfde stelsel ingevoerd. De bolsjewiki vonden vroeger geen woorden om het regime van Ford te veroordeelen. Nu is Ford een ideaal voor hen geworden. In de kapitalisti sche landen wordt de productie opgevoerd door de invoering van nieuwe, verbeterde machines, door mechanisatie van den arbeid. In de Sovjet-Unie wordt hetzelfde doel be reikt door de arbeiders steeds meer uit te buiten, door hen tot slaven te maken, wier leven voor de leiders in het geheel geen waarde heeft. De bekende bolsjewistische leider Rjaza- now verklaarde op een congres van de bolsje wistische partij het volgende: „In onze cam- pagne voor de opvoering van de productivi- teit van den arbeid verkwisten wij op een krankzinnige wijze de arbeidskracht." Het gevolg van deze tactiek is, dat het aantal ongelukken op de fabrieken alles overtreft, wat die geschiedenis ooit heeft gekend. Op het congres ter bescherming van het leven en de gezondheid der arbeiders op de fabrieken, werd nadrukkelijk de volgende verklaring gedaan: „De invoering van het onbeperkte stelsel van stukloon heeft geleid tot een on- gehoorde toename van het aantal ongeluk ken op de ondernemingen." De stijging gaat van maand tot maand. Zoo bijv. waren er op de fabriek „Marti" (metaalindustrie) in Januari van het vorige jaar 652 ongelukken, in Februari 731, in Maart 894, in April 927, in Mei 962 enz De commissie, die be- last werd met het onderzoek naar de oorza- ken van dezen toestand, verklaarde, dat de toeneming van het aantal ongelukken het ge volg is van de onbeperkte toepassing van overwerk en de overlading van de arbeiders (mededeeling van de „Troed", het officieele orgaan van het bolsjewistische vakverbond in Rusland). In sommige rijksfabrieken neemt het aantal ongelukken ongehoorde af- metingen aan. Een paar voorbeelden: op de fabriek „Lenin" te Saratow werden 40.3 pet van de arbeiders verminkt, op de fabriek „Sotroednik Rewoljoetsii" (Medewerker der Revolutie) bedraagt het aantal verminkten zelfs 56 pet.Volgens de mededeeling van den „Troed" bedraagt het aantal ongelukken op de fabrieken te Moskou 108 per 1000 ar beiders in 3 weken (dus ruim 170 pet. per jaar!). Bedenken wij daarbij, dat in den ergsten tijid van den oorlog, toen de munitie- fabrieken op voile stoom werkten en zich met onervaren arbeiders moesten tevreden stel- ien, het aantal ongelukken slechts 15 per 1000 bedroeg, clan begrijpen wij, welke vree- selijke toestanden in het bolsjewistische pa radijs" heerschen. De ontzettende toename van het aantal ongelukken is het gevolg van de afwezig- heid van elke bescherming, van de geringste zorg voor de gezondheid van de arbeiders, voor hun leven. Wij zouden honderden voor beelden kunnen noemen, maar de afmetingen van dit stuk laten dit, helaas, niet toe. Wij moeten ons daarom beperken tot een paar sprekende voorbeelden. De Munt wordt door de bolsjewiki als een mede-instelling beschreven (onder het oude regime was zij dat ook). De leider van de Munt vertelt aan alle buitenlanders, die Sovjet-Rusland ,bestudeeren", dat de Munt over de beste machines beschikt, dat het be- drijf geperfectionneerd is. In de „Lenin- gradskaja Prawda", het belangrijkste bols jewistische blad te Petersburg (nu heet die stad Leningrad), vinden wij een beschrijving van de wijze, waarop voor de arbeiders in die „model-instelling" gezorgd wordt. De arbeiders van de Munt schrijven aan dat blad: „Wij stikken! Wij smeeken de directie: geef ons versche lucht! In de centrale smel- terij brengen de arbeiders den geheelen dag in smook en rook door. De ventilators wer ken maanden lang niet." De „Troed" schrijft het volgende: „De administratie van de on dernemingen wijdt te weinig aandacht aan de bescherming van het leven der arbeiders De meeste machines hebben zelfs de elemen tairste beschermingstoestellen niet. Alleen nadat veel menschenlevens te betreuren zijn, gaat de directie van een fabriek over tot de aanschaffing van afsluitingen." Vele fabrie ken hebben oude versleten machines. Zoo bijv. werken de fabrieken in het Oeralgebied met machines, die200 jaar gelecfen gekocht zijn. De nieuwe machines zijn ech ter geen haar beter. De „Troed" vertelt het volgende: „De nieuwe machines, die uit het buitenland ingevoerd worden, hebben in de meeste gevallen geen beschermingsafsluitin- gen; zij missen ook alles wat het leven en de gezondheid van den arbeider kan bescher- men. De Duitsche fabrieken vervaardligen twee soorten machines: met beschermingstoe stellen (voor eigen gebruik) en zonder die toestellen (voor het buitenland). Wij moeten tot ons leedwezen erkennen, dat de adiminis- fraties van onze (d. w. z bolsjewistische) fa brieken in de meeste gevallen de goedkoope- re machines koopen, dus zonder bescher mingstoestellen." Waarom doen zij dat? Wel, omdat het leven van een arbeider in het bolsjewistische paradijs minder waard is dan een duurdere machine. Er zijn in Rus land arbeiders genoeg, er heerscht in het land der sovjets een vreeselijke werkloosheid, zoodat de bolsjewistische leiders der bedrij ven geen gebrek aan werkkrachten hoeven te vreezen. Wij zouden onze voorbeelden en ci- taten tot het oneindige kunnen voortzetten. Wij denken echter, dat het medegedeelde vol- doende den toesand illustreert. Wij hebben tot nu toe aangenomen, dat de bolsjewistische statistiek betrouwbaar is. Dit is zij echter niet. Hoe ontzettend de gege vens zijn, welke zij mededeelt over het aan tal ongelukken op de fabrieken, de werkelijk- heid' is veel erger. De „Communist", het te Charkow verschijnende officieele bolsjewistri sche blad, geeft merkwaardige voorbeelden van de knoeierij met de officieele statistieken. Zoo bijv. waren er volgens de officieele sta tistiek in de eerste zes maanden van het vo rige jaar op de fabrieken „Petrowsky" en „Lenin" te Jekaterinoslaw 1868 ongelukken, hetgeen volgens de bolsjewistische opvattin- gen zeer weinig is. Een nader onderzoek toonde echter aan, dat het werkelijke aantal ongelukken op die twee fabrieken in een half- jaar was 11536! De administratie heeft dus bijna 10,000 gevallen eenvoudig geheim ge~ houden! In de hoofdstad van de Oeln-ajine, Charkow, heeft de administratie van de loco- mcrtievenfabriek het volgende stelsel toege- past: van elke 177 ongelukken worden 133 geheim gehouden. Op vele fabrieken worden de verminkte arbeiders als „zieken" op de lijsten ingeschreven enz. Zoo zijn de toestanden in het „arbeiders- paradijs" der bolsjewiki. Dat wordt echter aan de buitenlandsche bewonderaars van het sovjet-regime niet verteld. Dr. DORIS RAPTSCHINSKY. Uitsluitend 2e handsgoederen. Geen dienstaanbiedingen, enz. TE KOOP prima Burgers HEEREN- RIJWIEL met Torpedonaaf, Kettingkast en Solaiiamp. Prijs 20. Te bevragen KANAALKADE 31. Zoo goed als nieuw: SPORTCOLBERT (52), GABARDINE JASSEN, COUPONS, BUKSKIN voor jongenspakjes. NIEUWPOORTSLAAN 85. TE KOOP een goed onderhouden DAMES- RIJWIEL, Gazelle onderdeelen en een goed werkende NAAIMACHINE. DIJKGRAAFSTRAAT 22. TE KOOP AANGEBODEN een goed onderhouden SCHOONMAAKTRAP, tien ANJELIERSTRAAT 13. AMEUBLEMENT. Zwart rijk gebeeld- houwd: tafel, 6 stoelen met brons pluche en bonheur du jour. Zeer billijk te koop. WIJDEMAN, Magdalenenstraat 16. ~KNOP FAUTEUIL TE KOOP GE- VRAAGD, bekleeding defect geen bezwaar Werkfiets te koop 10. NIEUWPOORTSLAAN 155. TE KOOP EEN KIPPENHOK MET REN voor 6 a 8 kippen. Te bevragen Rijks- straatweg C 66a. TE KOOP een mooie STUD1E-PIANO, keurig onderhouden voor 130. Adres DOELENSTRAAT 14. van ter Amsterd&msche Jeurze gonoteerde foadsen, verstrekt door Noordhollandsch Landbonwcrediet. frpp'o p f O F O N D S E N. 24 Maart 26 Maart 27 Maart 28 Maart 29 Maart 30 Maart 6 6 5 4 K 4 4 6 6 5 ys 5 obi, N.W.S. 1000 1922 idem f 1000 1923 B idem 1000 '18 idem 1000 '17 idem 1000 '16 O.-Ind, 1000 '26 idem 1000 '22 idem 100 '23 idem 1000 '21 D idem 1000 '17 Koloniale Bank Ned. Ind. Hand. Bank f Ned. Handel Maatij. Holl. Kunstzijde Jurgens gew. aand. Maekubee Ned. Kunstzijde i Philips Gloeilamp Philips Nieuwe Anaconda Beth. Steel C. v. A. Comm. Studebaker Comm. Steel Zweedsche Lucifers j Cult. Mij. Vorstenl. Handelsver. A'dam s Javasche Cult. Dordtsche Petr. ge.w. Koninklijke 1000 Moeara Enim A'dam Rubber Serbadjadi Holl. Am. Lijn j Java China Jap, Lijn Ned. Scheepv. Unie s Stoomvaart Mij. Nederland Deli Batavia Tab,. t Deli Maatij. t a w Oostkust t t r a- Senembah a r South. Pacific 5 obi. Holl. Spoor '15/'25 5 obi. Staataapoor TS/'2S Union Pacific y Prolongatie a Exdividend. v-"; *- i r a t i i i i a r a 105iVi6 1019/16 lOOf 97£ 98% 103% 10ia 102% 100% 275 180 175% 210# 283| 168 471 '73 568 113 59 62i 149 374 192 791| 425 3281 348| 326 267| 264 83# 135 209 198 620| 464 242f 497 100% 101# 121# 193f 105u/j. 101# 100# 97% 98# 103# 194% 102# 1001% 275# 181 175| 209| 281 165# 462| 576 570 113 60 62# 149# 376' 191# 790# 424# 326| 346# 332 264# 248 83| 134 209# 198 612 459 235# 489 101 101 Via 120# 194 4 105% 101% 1001% 97% 98# 103# 1021 101' 272 1791 175i 206f 283# 164 461# 579# 575# 113# 59f 65# 152 373 191# 788# 425 321# 344 326 269 254# 81 136 209# 198 618# 458 236# 488 101 101# 123 194# 3# 105% 102 100% ^9/ls 98% 103i 104" 102% 101 274 178# 175# 198 283# 160# 453 578 579# 111# 58 63# 149# 374 191 780 425 322 344# 321 266# 254 81# 137 209 198 613# 461 235# 485 100# 10U/36 121# 194 3# 105# 102 100% 97 i 98# 103# 104# 102% 101 277 179 177% 203# 282# 161# 456 592# 591# 113"/i6 59 66 149# 372 192# 793 427 321# 345 332 270 258# 82 141# 209# 198 621 458# 237# 493# 101 1011/16 122# 194 3# 105# 102 100% 97# 98% 103?, 104# 102% 101 274# 181 180 203# 283" i 162# - 459 j 592 589# 115% 59 64 148 365# 192# I 784 430 321# 344# 332 267# I 257 82# 141# 209# 198 619# 459 241# i 490# 101%" 101# 197 3# 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 13