Iltiuiiitiif Ctirait
FEUILLETON.
wKiCSpan^ FraaSCh'Cn ad'el
Hondard derti^ste Jaargang.
Radio-hoekje
Provincial! nieuws
00000000000
OOOOOOO
Ko. 85 i928
Dinsdag- 1© April.
Woensdag 11 April.
Hilversum, 1060 M. 12.Politieberich
ten. 12.30—2.— Lunchmuziek door het Tria
non-Trio. 2.303.Cursus leerbewerking
door Mevr. SchaakeVerkozen. 3.-4.—
Maak het zelf!, door Mevr. C. Schaake-
Verkozen. 5.307.15 Concert door het Om
roep-orkest. Mia van der Eynde, sopraan
7.157.45 Gezondlheidshalf uurtje door Dr.
J. Kat: Invloed van akoholgebruik. 7.45
Politieberichten 8.058.35 Lezing door G
Spit: Sndheid en luchtvaart. 8.358.45
Gramofoonmuziek. 8.45 „Teddy, Jij en Ik"
blijspel in 3 bedrijven van Jan van Ees.
Max, student die weinig studeert, H. van
Ees. Fernard, z'n lotgenoot, Lou Poolman
Cesarine, een huishoudstertje, Fr. May
Comtesse Trix, A. Verge.
Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1950 M.;
12-30rl.45 N. C. R. V. Concert. P. A
Koch, viool. J. G. van Diepenbeek, piano
H- van der Horst, cello. 5.156.15 N. C. R
V. Kinderuurtje onder leiding van Mej. N
Verhaar. H. van der Poort Wissels, zang.
7 30S.— Spr.: De heer H. Lambooy, de
clamator. 8.Uitvoenng van de „Passion"
.van H. F. M tiller, door het Chr, Zangkoor
„Emmanuel" te Bussum, dir. J. H. Smit
Duyzentkunst. Mej. M. Tegelaar, sopraan
Mej. M. Mouton, alt. J. H. SmitDuyzent
kunst, bariton. G. Ruiter, orgel. Spr. Ds. G
j. Duivendak, een inleiding en slotwoord
10.30 Persberichten.
Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienet
11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Balladen-
concert, tenor en sopraan. 12.50 Dansmu-
ziek. 1.202.20 Orkestconcert. 3.20 Dans
muziek. 4.05 Causerie. 4.20 Het Lona Ma
son, sopraan. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Mu-
ziek. 6.40 Tuinpraatje. 6.50 Nieuwsberidh-
ten. 7.05 Vaudeville. 7.20 Causerie. 7.35
Tsdiaikowsky's liederen. 7.45 Sportcauserie.
8.05 „The Offenbach Follies", potp. van de
opera's van Offenbach Orkest, kooren solis-
ten. 9.20 Nieuwsbericbten. 9.35 Nieuwsbe-
ridhten. 9.40 „Lord Jim", rem radiotooneel-
spel van een novelle door J. Conrad, bew.
door C. Lewis. 11.5512.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Faris", 1750 M. 10.50-
11.— Concert. 12.50—2.10 Orkestconcert.
4.05—5.05 Orkestconcert. 8.50—11.20 „On
ne badine pas avec 1'Amour", van Musset.
Daarna kamermuziek.
Langenberg, 469 M. 12.201.50 Orkest
concert. 4.4.25 Declamaties door Else
Legband. 6.7.45 Feestconcert ter gelegen
heid van de 3e Acad mie-dag. 7.50 Spraak
en muziek der vdlkeren, gramofoon-opna-
men." Daarna tot 11.20 Dansmuziek.
Konigswusterhausen, 1250 M. (Zeesen).
11.50—7.05 Lezingen en lessen. 8.20 Ka
mermuziek. G. Szell, piano. Prof. Have-
mann, le viool. H. Hahlke, viola. A. Steiner,
cello. 9.5011.50 Dansmuziek.
Hamburg, 395 M. 3.35 Causerie over
Felix Timmermans. 4.20 Concert. A. Indig,
viool. R. Kupfer, cello. A. Seeker, piano.
7.20 „Madonna am Wiesenzaun", opera in
3 acten van J. G. Mraczek. 10.5011.50
Dansmuziek.
Brussel, 509 Af. 5.206.20 Trioconcert.
1.3510.35 Schubert-concert. Orkest. L.
Wolfs, tenor.
onze
ge-
la
in-
BERGEN.
i Wat willen en wat mogen
kinderen lezen.
In een der lokalen van bet mooie school,
bouw der Bergerschoolvereeniging hield I
terdagavoad de heer D. L. Daalder een
hiding over „Kinderlectuur."
Spr. ving aan met de opmerking, dat voor
ieder die onbevangen de wereld rond hem
bestudeert, het tegenwoordig Rusland een
schat van materiaal oplevert. Oude waarden
zijn er verworpen, nieuwe gedachten worden
er gerealiseerd, de primitiefste menschelijkc
instinkten verbergen er zich in de meest mo-
derne theorieen, en er wordt geexperimen-
teerd op groote schaal: een laboratorium
met een omvang en een aantal mogelijkheden
als de geschiedenis nimmer heeft gekend.
Het is dwaas, aldus spr., vocringenomen
te zijn en niet te willen erkennen, dat daar
met emst en toewijding wordt gewerkt aan
Naar het Engelsch van
RAFAeL SABATINI.
{Schrijver van „De Z-eevalk").
HOOFDSTUK I.
De Weddenschap.
iAls je van d!en duivel spreekt", fluisterde
i j se Tn0 in het oor, en die woorden en
ook de uitdrukking van zijn blik deden mij
omfajken.
De deur was open gedaan en daar stond
^'eze roman spee'lt in het jaar 1632,
onder de regeerinig van koning Lodewijk
van rrankrijik, een zrwiakke vorst, die
na?Selku.rd d°°r Zij" minister> Kardi-
mZu* van de absolute koninklijke
Slt0ntaam d'Pe den Hugenoten hunne
L!ni^v?0rr'e,ch't'e,n verminderde hij de
netirs H^e In brfelijke adellijke gouver-
neure^Hierdoor ontstonden in 1632 samen-
karHin^u11 J-311 ?en riranschen adel tegen den
wiS wia dc?r ?ic}lelieu °P Woedige
trofvh^n n ond'ercJir,u|kt> waardtoor hij den
n££fje ^ard€l>"s behoorde tot de ko-
denAardinaal" W3S duS 053 de hand van
den bouw van een nieuwe wereld. Het is nfet
minder dwaas, te bewereu, dat die nieuwe
wereld in Rusland al gecreeerd is. Het is een
wereld in wording, een cultuur in barens-
nood, en wie eenige wijsheid vond en tot be-
zinning kwam, wacht af wat de vrucht van
deze wonderbaarlijke geboorte zal zijn.
Ook waar het de wijdste problemen van
opvoeding en onderwijs betreft, vraagstukken
die dringend om oplossing vragen, heeft
Rusland ons iets te zeggen. Intensiever dan
waar ook wordt er gewerkt aan de schepping
van de arbeidsschool, de school, die de gele-
genheid zal geven door oefening in allerlei
richting de verschillende typen te determi
neeren, de speciale aanleg van ieder kind te
meten. Geweldige ernst wordx er gemaakt
met't axioma van able nieuwere paedagogiek:
eerste plicht van den opvaeder is het bestu-
deeren van de kinderen zelf, volstrekt ver
worpen de grondslag van de oude opvoe-
dingspraktijk, die als heilige plicht voorop.
stelde: inbrengen en opleggen.
Dat ook hier vaak de noodzaak uit het
oog wordt verloren van een synthese van de
ze beide beginselen, spreekt vanzelf voor wie
oog heeft voor de eenzijdigheid van alio
menschelijk streven.
Ook waar het vraagstuk van de kinderlec
tuur ons, vaders, moeders, meesters, be
nauwt, vinden wij in Rusland tenminste een
poging, tot een oplossing van dit vraagstuk
te komen.
De Russische Staatsuitgeverij, waar Dr
Meksen de leider is van de afdeeling jeugd-
lectuur, orgaliiseert iedere 14 dagen een bij-
eenkomst, waar de aangeboden manuscripten
door auteurs, teekenaars, paedagogen en bi-
Miothecarissen aan een grondig onderzoek
worden onderworpen.
Maar van meer belang nog dan dit is het
feit, dat vele malen voor het afdrukken aan
groepen van kinderen een oordeel over een
boek wordt gevraagd. Daarbij blijkt vaak,
dat het oordeel der kinderen over woord en
beeld de meening van volwassenen omver
werpt. Opzettelijke naiviteit en bewuste na
bootsing van kinderteekeningen worden in
den regel absoluut verworpen.
Ook van te ver gaande styleering, die de
natuur geweld aandoet, moeten de kinderen
niets hebben. Ze herkennen het onechte, on
oj rechte, het gewilde veel beer dan ouderen
Spr. oordeelde, dat ieder zal moeten toe-
geven, dat dit streven toejuiching verdient.
Wie geen vreemde is in de Nederlandsche
kinderlectuur, wie weet, hoe welig daar he-
dillettantisme tiert, hoe ieder de bekwaam-
heid meent te bezitten voor kinderen te kun-
n sc'rijven, hoe veel uitgevers alles op de
markt brengen, wat kans heeft op succes,
ook al speculeert het op de laagste instink
ten, die de menschheid kent, die zal met mij
van meening zijn, dat deze toestand niet mag
blijven bestaan.
Spr. concludeerde, dat onze kiriderlectu'u
voor alles behoefte heeft aan censuur.
Daarbij is het echter noodig rekening te
houden met de kinderen zelf, want onweer
legbaar is de oude waarheid van Jan Licht-
hart: „Kom eerst in ze en neem ze dan mee."
De moderne erfelijkheidsonderzoekers
worden niet moe er ons aan te herinneren:
ieder kind is een bepaald type, een verzame-
ling van erffactoren, een som van gegevens
oneindig gevarieerd, ieder een combmatie ab
soluut eenig in de wereldgeschie denis.
Consekwent trekt de moderne paedagogiek
daaruit de conclusie: „dan dient ieder type
afzonderlijk en zeer nauwkeurig te worden
bestudeerd."
Niet „academisch", niet uit pure, kille we-
tenschappelijke belangstelling, maar met de
levende brandende aandacht, die het geluk
wil voor haar materiaal, die zich verant-
woordelijk weet voor het scheppen van de om-
standigheden waardoor dat materiaal aan
zijn bestemming zal kunnen voldoen of on-
tijdig en onontgonnen ten gronde gaat.
Eerst zien en dan ingrijpen, dat is de
alpha en omega van able paedagogische
wijsheid. En daar om is het van de allergroot-
ste beteekenis, dat ook de kinderen een
woordje meespreken over de lectuur, die voor
iien geschreven wordt, en wel om te weten,
wat er in hen omgaat. Pas dan wordt het
mogelijk, aldus spr., ook op dit gebied de
synthese te vinden: een kinderboek, dat ze
verslinden en dat toch de nobelsie sentimen-
ten brengt tot ontplooi'ing.
Spreker deed hierna mededeeling van de
ingekomen antwoorden, die hij eenige maan-
den geleden van de leerlingen van de H. B.
op de volgende vragen: 1. Welke boeken
eft je het mooiste en waarom? 2. Welke
schrijvers lees je het liefst en waarom?
mocht ontvangen. Spreker kreeg daarop een
250 antwoorden, die hij nauwkeurig bestu-
deerde in verband met den leeftijd en de
sexe en die brachten hem tot de volgende
op den drempel de zware gedaante van den
Graaf de Chatelierault. Een bediemde, in zijn
rood met goudem fivrei stond onderdanig
gebogen voor hem om zijn hoed en overjas
in ontvangst te nemen.
Een plotseiingie stilte ontstond onder het
gezelschap, waarvan deze man een oogen-
blik van te voren het onderwerp van gesprek
was geweest. Eensklaps 'kwam er een eind
aan de geestigbeden waartoe het noemen
van zijn naam aamleiding had gegeven. En
niet minder zijn hofmakerij in Languedoc
waar hij zoo juist vandaan kwam en waar
hij een leelijke nederlaag had geleden. Dit
was dan ook een onderwerp, dat vrij wat
spotternijen en ombarmhartige grappen had
igekost. De verrassing was algemeen, want
wij hadden gehoord, dat Chatelierault zich
zijn teleurstelling zeer aantrok en wij hadL
den niet yerwacht hem zoo spoedig in een
kring te zien versohijnen, waarin gewoonlijk
vroolijkheid heerschte ten mdnsite daar
beroemde i'k mij op.
En zoo bleef de graaf een oogenbli'k op
den drempel staan, terwij'l wij den hal® uit-
rekten om hem aan te kijken, alsof het een
voorwerp van nauwikeurig onderzoek gold.
Plotsefing scheen een onderdtrukte laoh van
den onwijzen La Fosse de betoovering be
verbreken. Ik fronsde de wenkbrauwen. Het
was buitenjgewoon onbeleefdi; d'ien indiruk
imoest ik tot elkem prijs wegnemen.
Ik sprong overeindzoo plotseling dat
tnijm stoel meer dan een halven meter over
den gladden parketvloer vloog en in twee
stappen stond ik voor den graaf en reikte
hem de hand om hem welkom te heeten. Hij
vatte die met een traagheid, welke te denken
gaf, Hjj nadeste tot in beit yolle kaarslidit
conclusies:
I. De jongens van 12—14 a 15 jaar (eer
ste drie klassen van de middelbare school)
zijn verzot op de volgende soort boeken:
1. De verhalen over het leven van India
nen; voorai Karl May valt in den smaak,
Cooper en Aimard schijnen vrijwel verdwe-
nen, een enkele leest Ferry.
2. Geschiedkundige verteilingen, voorai
wanneer daarin veei wordt gevochten door
zeeroovers en andere bandieten; Kievit, Jan
Hendrik van Balen, Louwerse, Penning,
Marryat, Johan Been zijn hier de geliefde
auteurs.
3. Verhalen over kwajongensstreken van
het type Dik Trom, Pietje Bell e. a.
4. Ernstiger verhalen over jongensleven,
zooals die in het bijzonder door De Vletter
zijn geschrevenook Cor. Bruijn (Keteltje),
E. Fieimans (Willem Roda) worden hier ge.
noemd.
Boeken over ontdekkingsreizen komen met
den leeftijd steeds meer in den smaak.
Ook de ster van Jules Verne rijst gesta-
dig. Meisjesboeken lezen de jongens niet,
zelden zagen, mytben en legend en, lieele-
maal geen boeken met een wetenschappelijk
tintje. Behalve dan Jules Verne „als le niet
al te geleerd is."
Aan remans waagt zich maar een enkele,
maar niet voor zijn 15de jaar. Op het 14de
en 15de jaar komt er kentering bij de jon
gens. Dan staan ze critisch te-genover Karl
May. Ze beginnen de schablone in zijn werk
te zien, het rammelende van de geheele op-
zet en het wordt de tijd van Curwood en Jack
London, van Long en Loun, van Scott en
Amundsen, van oceaanvliegers, poolreizigers
endetectiven.
Het verlangen naar de spanning der histo-
rische verhalen is gebleven Sommige vinden
bevrediging in de oude sagen, mythen en le-
genden, enkelen nemen zelfs genoegen met
Jacob van Lennep en Truitje Toussaint, al
weten zij buitengewoon handig de ellenlange
beschrijvingen van kleedingstukken en mi
lieus te elimineeren, doch het zijn voorai
Oltmans en Schimmel, die uit onze oudere
schrijvers van historische romans de jonge-
ren weten te boeien.
Voor goed legt het af de firma Pietje Bell,
Trom en Co. Als ze nog worden genoemd is
't met de verwonderiug, dat ze daar eenmaal
voor hebben gevoeld. Justus van Maurik,
Hans Martin en De Sinclair zijn hun waar-
dige opvolgers. Kinder- en jongensleven
blijft in het middelpunt van de belangstel
ling: Het is de glorietijd van „Francesco
Campana" en „Merijntje Gijzen", van „De
Kleine Johannes" en „Woutertje Pieterse",
van „Jaapje" en „Kees de Jongen", ook van
Ina Boudiers: „Kinderen" en „Jean Christo-
phe" bij een enkele. Trouwens de Roman
doet over de geheele breedte zijn intrede.
Timmermans en Streuvels, Jo van Ammers
Kuller en Ina Boudier—Bakker, Robbers en
van Schendel, Carry van Bruggen en Queri-
do, ze volgen elkaar met vele anderen in
bonte rij. De meeste jonge menschen van 16,
17 en 18 jaar lezen „alles", rijp en groen en
gewoonlijk zonder veel controle van ouders;
de moderne jeugd is op z'n 17de jaar vol-
wassen.
III. De meisjes van ongeveer 1215 jaar.
Uit spr. gegevens bleek het volgende: 1. de
meeste meisjes lezen weinig of niets van
Karl May en andere schrijvers van avontu.
riersverhalen
2. iets meer van de geschiedkundige ver
teilingen; voorai „Roswilke" waarin een
meisje als de hoofdpersoon fungeert;
3. zelden de grappige jongensboeken;
4. meer de ernstige jongensboeken, maar
voorai de vele boeken uit de laatste jaren, die
door vrouwen zijn geschreven over en voor
meisjes: Top Naef's „Schoolidyllen" en„Het
Veulen"; de Stijfkopjesserie, de Lies en Loes-
geschiedenis, de vlotte verhalen van Cissy
van Marxveldt e.a. Later glijden zij dan
over naar de boeken over vrouwenleven en
vrouwenstrijd van Jo van Ammers Kuller en
Ina Boudier—Bakker. Maar ook de lichtelijk
sentimenteele verhalen van Blicher, Clausen
en andere Noorsche schrijvers vinden veel
sympathiei, tot in de hoogere klassen van een
wezenlijk verschil tusschen de lectuur van
jongens en meisjes niets meer is te bespeuren
De psychologische roman verovert hier alle
harten en het naderende eindexamen met de
dreigende litteratuurlijsten dwingt tot „eten
van alle wallen". Spreker gaf "hierna een
blik in de wijze hoe de kinderen hun oordeel
motiveeren, hetgeen biiztcder interessanl
was.
De jongere kinderen schrijven of niets of
zijn zeer positief.
Bij de ouderen is, naast de bewering, dat
het om velerlei redenen onmogelijk is,
deze vragen te beantwoorden, de aarzeling
om te komen tot een positief oordeel en het
yERKOQPT U MEBKEN-ART1KELEN WELK ART1KEL
VERKOOPT U HET MEEST, HET GEADVERTEERDE MERK
OF HET NIET GEADVERTEERDEWAARSCHIJMIJK
WEIGERT U ZELFS ELK MEBKEN-ABTIKEL TE KOOPEN
WAARVAN U GEEN ZEKEBHE1D HEEFT DAT HET GE-
ADVEBTEERD WORDT. EN WELKE LES IS DAARIN VOOR
U ZELF GELEGEN
ADVERTEERT IN DE ALKftlAARSCHE COURANT,
en een akelige zucht omtsnapte uit de diepte
van zijn zwaar lichaam.
„U is^ verbaasd mij te zien, mijinheer de
markies zeide hij op een toon alsof hij
excuus maakte voor zijn komst en voor
zijn geheele bestaan schier.
Nu moet men weten, dat de natuur den
graaf de Chatelierault begiftigd had met
een aard even fier en aanma'tigenid ajs die
van Lucifer eenige gelijkenis met dezen
doorluchtigen persoon beweerden zijn ver-
drutote ondergeschikten te bespeuren in de
trekken van zijn donker gelaat. De omge-
vinig waarin hij leefde had de onbeschaamd-
heid waarmee de natuur hem begiftigd1 had
niet verminderd, en de gunst van den koning
waarin hij mijn mededinger was had
verder meegewerkt om den verwaanden
aanleg van zijn ijdele ziel te verhoogen.
Zoodat deze verwonderlijk nederige toon mij
zeer verbaasd'e; want ik meende, dat zelfs
een tekurgestelde liefdeshistorie niet in staat
kon zijn om zulk een verandering te weeg te
brengen in dezen man.
iylk had niet gedacht hier zulk een groot
gezelschap aan te treffen", zei hij En de
woorden, die toen volgden, bevatten de ver-
klaring van zijn somber uiterlijk. Mon
sieur de Bardelys, de koning heeft gewei-
gerd mij te ontvangem; en wanneer de zon
is ondergegaan, moeten wij, om de gerin-
gere hemellichamen aan het hoffelijk firma
ment, ons tot die muren wenden om licht en
troost te zoeken." En hij maakte een diepe
bulging voor mij.
„Beteekenit dat dat ik over den nacht
regeer?" vroeg ik lachend. „De vergelijking
is meer grappig dan juist, want terwijl de
maand koud is en comber, mii zuit ge altiid
tegrip vsn de betrekkelijkh *icl van iedere oor
deelvelling. Kenmerkend is hier het feit, dal
maar weinig van die „groote" kinderen in de
eerste plaats de schoonheid van taal en
rhytme roemen, noch de schitterende karak
teristiek of de pracht van natuurbeschrijving.
Het is niet de kunst van den schrijver die
hen roert, het is voor alles het lot van de
handelende personen uit het boek zelf, de to-
tale stemming of het „etische probleem", dat
hen 1'izL houdt. Er is ook mar n ci keling,
die het lyrische genre op den voorgrond
schuift, gedichten vallen maar bij enkelen in
den smaak. Het zijn de epische verhalen,
plus een enkel drama, die in staat blijken ook
de oudere jongens en meisjes te bekoren. Ten
bewijze hiervan gaf spr. verschillende typi
sche staaltjes, waaruit bleek hoe zeer ook hier
de figuur in het midden staat en de helden-
vereering aanwezig is.
Na een zielkundige ontleding van de kin
deren, zeide spr., dat naar zijn oordeel wij,
als wij wijs zijn ons tegenover de jeugd
lankmoedig toonen. Dan v/eten wij veel te be-
grijpen en te vergeven.
Dan leiden wij de toomelooze energie in
goede banen door thuis de gelegenheid te
scheppen tot werk van velerlei aard, door op
school handenarbeid en lichamelijke opvoe
ding in te voeren, door sport en spel. Dan,
zoo vervolgde spr., aanvaarden wij de jeugd-
beweging die honderden veiligheidskleppen
heeft, die wandelt en dapst, zingt en met
vlaggen zwaait, daverende congressen orga-
niseert en gelegenheid geeft tot debatten en
twisten zonder eind. Wij begrijpen dan ook
het verlangen naar het avontuurlijke kinder
boek, omdat wij hebben begrepen, dat je voor
het kwellende van onbevredigende verlan-
geris weg kunt vluchten in de fantasie.
Wij, moderne opvoeders, zoo vervolgde
spr., zijn eigenlijk voor de kinderen een veel
gevaarlijker tegenpartij dan de oudere wa-
ren. Die verboden eenvoudig en beperkten en
zagen niet, hoe de begeerten op geheime wij
ze toch bevrediging vonden.
Wij winnen door te speculeeren op de nei-
gingen van den tegenstander en wij" hebben
gemakkelijk spel, want zij haten alle autoriteit
en zij snakken naar leiding, mits dit
een leiding is die uitgaat van inzicht en be-
grip. Wij willen in onze kinderen nobele ver-
langens doen ontstaan en zwakheden bestrij
den.
(Wordt vervolgd.)
HEERHUGOWAARD.
De eerste dag van de bazar alhier is uitue
mend geslaagd. Door uitnemend weer begun-
stigd slaagde de optocht uitstekend. De stoet
werd geopend door een aantal jonge dames
te paard, daarop volgde een rijtuig bespam
nen met 4 paarden, gemend door den heer
heer P. Wonder Pz., en waarin het ccmite
had plaats genomen. Verder zag men in den
stoet een versierde wagen met gymnasten
en zangers, en sjees, waarin een "oud- Hot
landsch gekleed paartje, eenige versierde fiet-
sen. De optocht werd begeleid door muziek
van „Hugo".
Na de opening van den bazar door burge-
meester van Slooten was al gauw alles
actie. Van de vele attraeties werd druk
bruik gemaakt, aan de verschillende stands
hadden de verkoopsters het reeds tamelijk
druk. De thetuin van Van Nelie bleek al
spoedig veel te klein.
LIMMEN.
De jaarvergadering van de Coop. Boeren-
leenbank, welke onder presideum van den
warm vinden en hartelijik. Ik wensohte, mon
sieur de Chatelierault, dat ik de eer die ge
mij aandoet mij een bezoek te brengen aan
•een minder onaangename omstandigheid te
danken had dan aan het misnoegen van zijn
majesteit."
„Het is niet voor niets dat zij u „De Luis-
terrijke" noemen", antwoordde hij opnieuw
met een buiging; hij scheen den angel niet
te voelen die in mij-n laatste woorden lag
opgesloten.
Ik lachte en zonder verdere plichtsplegin
gen geleidde ik hem naar de tafel.
„Ganyimedes, een plaais voor mijnheer den
graaf. Gil'les, Antoine, bed'ien monsieur de
Chatelierault. Basile-wijn voor mijnheer den
graaf. Haast u wat!"
In een oogenbli'k was hij het middelpunt
geworden van ieders aandacht. Mijn bedien-
den fladderden om hem been, gonzend en in-
dringerig als bijen rondom een roos. Wil
mijnheer procver, van deze „capon: a la casse
role", of van dezen getruffeerden pauw! Kan
een snede van deze kracbtige ham a i'Anglai-
se mijinheer den graaf niet bekoren, of v/il
hij misschien dezen kalkoen aux olives eens
proeven? Dit >is de salade die de kok van
monsieur le marquis in Italic heeft leeren
bereiden en hier een vol-au-vent, uitgevond'en
door Quel1 on in eigen persoon".
Basil e presenteerde hem verschillende wij-
nen, hij werd gevolgd door een page met een
zilveren schenkblad vol bekers en karaffen.
„Witte Armagnac of roode Anjou, monsieur
le com'te? Bourgonje waar monsieur le mar
quis zeer veel van houdt en dit is een zeer
fijne wijn uit Lombardije, vaak door zijn
majesteit besteld. Of wil monsieur de Chatel
ierault somf: liever van dexi laatsten oogst
heer D. D. Swart werd gehouden, was vrij
druk bezoebt.
De vooraitter opende met een hartelijik
welkom aan alien, doch inzonderheid aan
den kassier D. G. Meijier, die na een ernstige
ongesteldheid weer aanwezig is.
De rekening over 1927 luidt: Op 1 Jan,
1927 in kas 7935 68, ingelegde spaargel-
den f 193267 35 terug oetaalde voorschot-
ten f 46370, ontvangen in loopende reke
ning f 85144.11, aandeel centrale 1000,
gemeente en polder f 9500, voor de bank
127159.65, afschrijving en verlies vorige
jaren 3237.95, voorschotten f 5027 40,
idem in loopende rekening 5122.72, in to-
taal f 484247.86.
Terug betaalde spaargielden f 183695.81',
voorschotten 57765, in loopende rekening
aan de leden, gemeente en polder f 70622 07
aan den banikier 147535.26, rente, spaar-
geiden enz. 813352, winst vorig jaar, sala-
ris en afschrijving f 380795, overige postenj
53947, op 1 Janari 1928 in kas 484247.86.
De bajans geeft aan in ontvangsten en ult-
gaven f 277822.53, de zuivere winst (na af-
boeking winst vorig jaar) was f 999.27.
Het aantal leden was 175, aantal uitge-
geven spaarboekjes 301.
De rente voorschotten werd bepaald op
5 pCt., voor hypotheken op 4 3/4 pCt., voor
spaargelden op 3.7 pCt.
Mededeeldng werd gedaan en goedkeu-
ring ontvangen om hypotheken af te slui-
ten en aan andere leenbanken geld te ver-
strekken.
Tot leden van de financieele commissie
werden benoetnd de heeren D. Aafjes en Jac.
Zonneveld. Tot lid van den Raad van Toe-
zicht werd gekozen de heer C. Koot en tot
lid van het bestuur de heer J. P. Kuijs. Tot
hulp-'kias'sier werd gekozen de heer C. Admi-
raal.
De voorzitter deelde mede, dat op 2 Juli
a.s. de bank 25 jaar bestaat en stelde voor dit
feit feestelij'k te lierdenken. Alzoo besloten.
Op voorstel van de heer J. Nuijens werd'
besloten om het crediet van 10 000 op
f 15000 te verhoogen, mits goedlkeuring
van den Raad van Toezicht.
Bij de gehouden stemming voor den
Groot Limmer polder werden gekozen de
heeren G. Albridk en C. Twisk (Castricum),
HEILOO.
Door B. en W. is op het verzoek van Th.
B. Brand, om verkoop van sterken dranik in
het klein, afwijzend beschikt.
Zaterdagavond werd mej. W. B. uit
Egmond, rijdend met den kanderwagen,
door een luxe auto aamgereden.
Het ongeluk gebeurde op den smalfen
Vennewatersweg bij den Westerweg. De
chauffeur deed geen moeite om te helpen.
Wonder genoeg kreeg het kind, dat uit den
wagen viel, slechts eenige onbeduidend'e
Schramm en, terwijl de kinderwagen in de
sloot terecht kwam. De juffrouw kwam met
den schrik vrij.
Zondagavond1 overkwam den heer R.,
Nicolaas Beetsweg alhier, een ongeluk. Door
het breken van de vooras van zijn auto kwam
bij teigen een boom terecht.
De auto werd vernield. R. kwam met dea
schrik vrij.
Als een bewijs van het drukke verkeei
gedurende den 2en Paaschdag zijn bier van
half 3 tot 7 uur 565 auto's en 535 motor-
rijwielen gepasseerd.
van Bardelys proeven?"
En zoo vervolgden zij; hem en brachten
hem in de war, totdat hij eindelijlk een ikeus
gedaan had; en zelfs toen nog bleven er eenj
paar bedienden acbter zijn stoiel staan om
zijn geringS'te wenschen te voorkomen. Ja,
als hij de koning geweest was in eigen per
soon, men had hem in het Hotel de Bardelyi
geen grooter eer kunnen aandoen.
Maar de gedwongembeid die zijn Icomsf
veroorzaakt had was nog niet weggenomen,
vyant Chatelierault was weinig bemind en
zijn tegenwoordigheid werfcte als een doods-
hoofd aan een Egyptischen feestmaaltijd.
Want van al deze mooi-weer vrlienden die
rondom mijn tafel zaten er waren slechts
weinigen die niet onder zijn macbt hadden
geleden was er, vreesde ik, misscbien
geen een die zoo beleefd zou weeen zijn ver-
achting voor den gevallen gunsteling niet t«
toonen. Dat hij een gevallen grootheid was,
dat begrepen wij, zoowel uit hetgeen wi|
reeds gehoord hadden als uit zijin eigen
woorden.
Toch mooht hij in mijn huis geen voor-
smaak hebben van de koelheid waarmee hij
weldra in geheel Parijs zou worden ontvan
gen,, en daarom hing ik den gastheer uit met
al de beleefdheden, welke die rol iemanl
oplegt; ik stortte al mijn hartelijkheid over
hem uit en om: de koelheid van mijn andere
gasten te verw,airmen, liet ik den wijn over-
vloied'iiger stroomen dan ooit Mijn waardig-
'.ledd zou mij niets minder veroorloven, Sid
was het aan mij zelf verplicbt, anders Ton
.let den schij'n hebben of ilk mij verheugd'e
over den val van mijn mediedinger en Ihoop-
ie dat de ongenade, waarin hij was gevallen
6j den koning, mij een sport booger zou
doen stijgen.
(Wordt vervolgd.^
o
e
O
o