Iltiuiiitiif Ctirait FEUILLETON. wKiCSpan^ FraaSCh'Cn ad'el Hondard derti^ste Jaargang. Radio-hoekje Provincial! nieuws 00000000000 OOOOOOO Ko. 85 i928 Dinsdag- 1© April. Woensdag 11 April. Hilversum, 1060 M. 12.Politieberich ten. 12.30—2.— Lunchmuziek door het Tria non-Trio. 2.303.Cursus leerbewerking door Mevr. SchaakeVerkozen. 3.-4.— Maak het zelf!, door Mevr. C. Schaake- Verkozen. 5.307.15 Concert door het Om roep-orkest. Mia van der Eynde, sopraan 7.157.45 Gezondlheidshalf uurtje door Dr. J. Kat: Invloed van akoholgebruik. 7.45 Politieberichten 8.058.35 Lezing door G Spit: Sndheid en luchtvaart. 8.358.45 Gramofoonmuziek. 8.45 „Teddy, Jij en Ik" blijspel in 3 bedrijven van Jan van Ees. Max, student die weinig studeert, H. van Ees. Fernard, z'n lotgenoot, Lou Poolman Cesarine, een huishoudstertje, Fr. May Comtesse Trix, A. Verge. Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1950 M.; 12-30rl.45 N. C. R. V. Concert. P. A Koch, viool. J. G. van Diepenbeek, piano H- van der Horst, cello. 5.156.15 N. C. R V. Kinderuurtje onder leiding van Mej. N Verhaar. H. van der Poort Wissels, zang. 7 30S.— Spr.: De heer H. Lambooy, de clamator. 8.Uitvoenng van de „Passion" .van H. F. M tiller, door het Chr, Zangkoor „Emmanuel" te Bussum, dir. J. H. Smit Duyzentkunst. Mej. M. Tegelaar, sopraan Mej. M. Mouton, alt. J. H. SmitDuyzent kunst, bariton. G. Ruiter, orgel. Spr. Ds. G j. Duivendak, een inleiding en slotwoord 10.30 Persberichten. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienet 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Balladen- concert, tenor en sopraan. 12.50 Dansmu- ziek. 1.202.20 Orkestconcert. 3.20 Dans muziek. 4.05 Causerie. 4.20 Het Lona Ma son, sopraan. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Mu- ziek. 6.40 Tuinpraatje. 6.50 Nieuwsberidh- ten. 7.05 Vaudeville. 7.20 Causerie. 7.35 Tsdiaikowsky's liederen. 7.45 Sportcauserie. 8.05 „The Offenbach Follies", potp. van de opera's van Offenbach Orkest, kooren solis- ten. 9.20 Nieuwsbericbten. 9.35 Nieuwsbe- ridhten. 9.40 „Lord Jim", rem radiotooneel- spel van een novelle door J. Conrad, bew. door C. Lewis. 11.5512.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Faris", 1750 M. 10.50- 11.— Concert. 12.50—2.10 Orkestconcert. 4.05—5.05 Orkestconcert. 8.50—11.20 „On ne badine pas avec 1'Amour", van Musset. Daarna kamermuziek. Langenberg, 469 M. 12.201.50 Orkest concert. 4.4.25 Declamaties door Else Legband. 6.7.45 Feestconcert ter gelegen heid van de 3e Acad mie-dag. 7.50 Spraak en muziek der vdlkeren, gramofoon-opna- men." Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Konigswusterhausen, 1250 M. (Zeesen). 11.50—7.05 Lezingen en lessen. 8.20 Ka mermuziek. G. Szell, piano. Prof. Have- mann, le viool. H. Hahlke, viola. A. Steiner, cello. 9.5011.50 Dansmuziek. Hamburg, 395 M. 3.35 Causerie over Felix Timmermans. 4.20 Concert. A. Indig, viool. R. Kupfer, cello. A. Seeker, piano. 7.20 „Madonna am Wiesenzaun", opera in 3 acten van J. G. Mraczek. 10.5011.50 Dansmuziek. Brussel, 509 Af. 5.206.20 Trioconcert. 1.3510.35 Schubert-concert. Orkest. L. Wolfs, tenor. onze ge- la in- BERGEN. i Wat willen en wat mogen kinderen lezen. In een der lokalen van bet mooie school, bouw der Bergerschoolvereeniging hield I terdagavoad de heer D. L. Daalder een hiding over „Kinderlectuur." Spr. ving aan met de opmerking, dat voor ieder die onbevangen de wereld rond hem bestudeert, het tegenwoordig Rusland een schat van materiaal oplevert. Oude waarden zijn er verworpen, nieuwe gedachten worden er gerealiseerd, de primitiefste menschelijkc instinkten verbergen er zich in de meest mo- derne theorieen, en er wordt geexperimen- teerd op groote schaal: een laboratorium met een omvang en een aantal mogelijkheden als de geschiedenis nimmer heeft gekend. Het is dwaas, aldus spr., vocringenomen te zijn en niet te willen erkennen, dat daar met emst en toewijding wordt gewerkt aan Naar het Engelsch van RAFAeL SABATINI. {Schrijver van „De Z-eevalk"). HOOFDSTUK I. De Weddenschap. iAls je van d!en duivel spreekt", fluisterde i j se Tn0 in het oor, en die woorden en ook de uitdrukking van zijn blik deden mij omfajken. De deur was open gedaan en daar stond ^'eze roman spee'lt in het jaar 1632, onder de regeerinig van koning Lodewijk van rrankrijik, een zrwiakke vorst, die na?Selku.rd d°°r Zij" minister> Kardi- mZu* van de absolute koninklijke Slt0ntaam d'Pe den Hugenoten hunne L!ni^v?0rr'e,ch't'e,n verminderde hij de netirs H^e In brfelijke adellijke gouver- neure^Hierdoor ontstonden in 1632 samen- karHin^u11 J-311 ?en riranschen adel tegen den wiS wia dc?r ?ic}lelieu °P Woedige trofvh^n n ond'ercJir,u|kt> waardtoor hij den n££fje ^ard€l>"s behoorde tot de ko- denAardinaal" W3S duS 053 de hand van den bouw van een nieuwe wereld. Het is nfet minder dwaas, te bewereu, dat die nieuwe wereld in Rusland al gecreeerd is. Het is een wereld in wording, een cultuur in barens- nood, en wie eenige wijsheid vond en tot be- zinning kwam, wacht af wat de vrucht van deze wonderbaarlijke geboorte zal zijn. Ook waar het de wijdste problemen van opvoeding en onderwijs betreft, vraagstukken die dringend om oplossing vragen, heeft Rusland ons iets te zeggen. Intensiever dan waar ook wordt er gewerkt aan de schepping van de arbeidsschool, de school, die de gele- genheid zal geven door oefening in allerlei richting de verschillende typen te determi neeren, de speciale aanleg van ieder kind te meten. Geweldige ernst wordx er gemaakt met't axioma van able nieuwere paedagogiek: eerste plicht van den opvaeder is het bestu- deeren van de kinderen zelf, volstrekt ver worpen de grondslag van de oude opvoe- dingspraktijk, die als heilige plicht voorop. stelde: inbrengen en opleggen. Dat ook hier vaak de noodzaak uit het oog wordt verloren van een synthese van de ze beide beginselen, spreekt vanzelf voor wie oog heeft voor de eenzijdigheid van alio menschelijk streven. Ook waar het vraagstuk van de kinderlec tuur ons, vaders, moeders, meesters, be nauwt, vinden wij in Rusland tenminste een poging, tot een oplossing van dit vraagstuk te komen. De Russische Staatsuitgeverij, waar Dr Meksen de leider is van de afdeeling jeugd- lectuur, orgaliiseert iedere 14 dagen een bij- eenkomst, waar de aangeboden manuscripten door auteurs, teekenaars, paedagogen en bi- Miothecarissen aan een grondig onderzoek worden onderworpen. Maar van meer belang nog dan dit is het feit, dat vele malen voor het afdrukken aan groepen van kinderen een oordeel over een boek wordt gevraagd. Daarbij blijkt vaak, dat het oordeel der kinderen over woord en beeld de meening van volwassenen omver werpt. Opzettelijke naiviteit en bewuste na bootsing van kinderteekeningen worden in den regel absoluut verworpen. Ook van te ver gaande styleering, die de natuur geweld aandoet, moeten de kinderen niets hebben. Ze herkennen het onechte, on oj rechte, het gewilde veel beer dan ouderen Spr. oordeelde, dat ieder zal moeten toe- geven, dat dit streven toejuiching verdient. Wie geen vreemde is in de Nederlandsche kinderlectuur, wie weet, hoe welig daar he- dillettantisme tiert, hoe ieder de bekwaam- heid meent te bezitten voor kinderen te kun- n sc'rijven, hoe veel uitgevers alles op de markt brengen, wat kans heeft op succes, ook al speculeert het op de laagste instink ten, die de menschheid kent, die zal met mij van meening zijn, dat deze toestand niet mag blijven bestaan. Spr. concludeerde, dat onze kiriderlectu'u voor alles behoefte heeft aan censuur. Daarbij is het echter noodig rekening te houden met de kinderen zelf, want onweer legbaar is de oude waarheid van Jan Licht- hart: „Kom eerst in ze en neem ze dan mee." De moderne erfelijkheidsonderzoekers worden niet moe er ons aan te herinneren: ieder kind is een bepaald type, een verzame- ling van erffactoren, een som van gegevens oneindig gevarieerd, ieder een combmatie ab soluut eenig in de wereldgeschie denis. Consekwent trekt de moderne paedagogiek daaruit de conclusie: „dan dient ieder type afzonderlijk en zeer nauwkeurig te worden bestudeerd." Niet „academisch", niet uit pure, kille we- tenschappelijke belangstelling, maar met de levende brandende aandacht, die het geluk wil voor haar materiaal, die zich verant- woordelijk weet voor het scheppen van de om- standigheden waardoor dat materiaal aan zijn bestemming zal kunnen voldoen of on- tijdig en onontgonnen ten gronde gaat. Eerst zien en dan ingrijpen, dat is de alpha en omega van able paedagogische wijsheid. En daar om is het van de allergroot- ste beteekenis, dat ook de kinderen een woordje meespreken over de lectuur, die voor iien geschreven wordt, en wel om te weten, wat er in hen omgaat. Pas dan wordt het mogelijk, aldus spr., ook op dit gebied de synthese te vinden: een kinderboek, dat ze verslinden en dat toch de nobelsie sentimen- ten brengt tot ontplooi'ing. Spreker deed hierna mededeeling van de ingekomen antwoorden, die hij eenige maan- den geleden van de leerlingen van de H. B. op de volgende vragen: 1. Welke boeken eft je het mooiste en waarom? 2. Welke schrijvers lees je het liefst en waarom? mocht ontvangen. Spreker kreeg daarop een 250 antwoorden, die hij nauwkeurig bestu- deerde in verband met den leeftijd en de sexe en die brachten hem tot de volgende op den drempel de zware gedaante van den Graaf de Chatelierault. Een bediemde, in zijn rood met goudem fivrei stond onderdanig gebogen voor hem om zijn hoed en overjas in ontvangst te nemen. Een plotseiingie stilte ontstond onder het gezelschap, waarvan deze man een oogen- blik van te voren het onderwerp van gesprek was geweest. Eensklaps 'kwam er een eind aan de geestigbeden waartoe het noemen van zijn naam aamleiding had gegeven. En niet minder zijn hofmakerij in Languedoc waar hij zoo juist vandaan kwam en waar hij een leelijke nederlaag had geleden. Dit was dan ook een onderwerp, dat vrij wat spotternijen en ombarmhartige grappen had igekost. De verrassing was algemeen, want wij hadden gehoord, dat Chatelierault zich zijn teleurstelling zeer aantrok en wij hadL den niet yerwacht hem zoo spoedig in een kring te zien versohijnen, waarin gewoonlijk vroolijkheid heerschte ten mdnsite daar beroemde i'k mij op. En zoo bleef de graaf een oogenbli'k op den drempel staan, terwij'l wij den hal® uit- rekten om hem aan te kijken, alsof het een voorwerp van nauwikeurig onderzoek gold. Plotsefing scheen een onderdtrukte laoh van den onwijzen La Fosse de betoovering be verbreken. Ik fronsde de wenkbrauwen. Het was buitenjgewoon onbeleefdi; d'ien indiruk imoest ik tot elkem prijs wegnemen. Ik sprong overeindzoo plotseling dat tnijm stoel meer dan een halven meter over den gladden parketvloer vloog en in twee stappen stond ik voor den graaf en reikte hem de hand om hem welkom te heeten. Hij vatte die met een traagheid, welke te denken gaf, Hjj nadeste tot in beit yolle kaarslidit conclusies: I. De jongens van 12—14 a 15 jaar (eer ste drie klassen van de middelbare school) zijn verzot op de volgende soort boeken: 1. De verhalen over het leven van India nen; voorai Karl May valt in den smaak, Cooper en Aimard schijnen vrijwel verdwe- nen, een enkele leest Ferry. 2. Geschiedkundige verteilingen, voorai wanneer daarin veei wordt gevochten door zeeroovers en andere bandieten; Kievit, Jan Hendrik van Balen, Louwerse, Penning, Marryat, Johan Been zijn hier de geliefde auteurs. 3. Verhalen over kwajongensstreken van het type Dik Trom, Pietje Bell e. a. 4. Ernstiger verhalen over jongensleven, zooals die in het bijzonder door De Vletter zijn geschrevenook Cor. Bruijn (Keteltje), E. Fieimans (Willem Roda) worden hier ge. noemd. Boeken over ontdekkingsreizen komen met den leeftijd steeds meer in den smaak. Ook de ster van Jules Verne rijst gesta- dig. Meisjesboeken lezen de jongens niet, zelden zagen, mytben en legend en, lieele- maal geen boeken met een wetenschappelijk tintje. Behalve dan Jules Verne „als le niet al te geleerd is." Aan remans waagt zich maar een enkele, maar niet voor zijn 15de jaar. Op het 14de en 15de jaar komt er kentering bij de jon gens. Dan staan ze critisch te-genover Karl May. Ze beginnen de schablone in zijn werk te zien, het rammelende van de geheele op- zet en het wordt de tijd van Curwood en Jack London, van Long en Loun, van Scott en Amundsen, van oceaanvliegers, poolreizigers endetectiven. Het verlangen naar de spanning der histo- rische verhalen is gebleven Sommige vinden bevrediging in de oude sagen, mythen en le- genden, enkelen nemen zelfs genoegen met Jacob van Lennep en Truitje Toussaint, al weten zij buitengewoon handig de ellenlange beschrijvingen van kleedingstukken en mi lieus te elimineeren, doch het zijn voorai Oltmans en Schimmel, die uit onze oudere schrijvers van historische romans de jonge- ren weten te boeien. Voor goed legt het af de firma Pietje Bell, Trom en Co. Als ze nog worden genoemd is 't met de verwonderiug, dat ze daar eenmaal voor hebben gevoeld. Justus van Maurik, Hans Martin en De Sinclair zijn hun waar- dige opvolgers. Kinder- en jongensleven blijft in het middelpunt van de belangstel ling: Het is de glorietijd van „Francesco Campana" en „Merijntje Gijzen", van „De Kleine Johannes" en „Woutertje Pieterse", van „Jaapje" en „Kees de Jongen", ook van Ina Boudiers: „Kinderen" en „Jean Christo- phe" bij een enkele. Trouwens de Roman doet over de geheele breedte zijn intrede. Timmermans en Streuvels, Jo van Ammers Kuller en Ina Boudier—Bakker, Robbers en van Schendel, Carry van Bruggen en Queri- do, ze volgen elkaar met vele anderen in bonte rij. De meeste jonge menschen van 16, 17 en 18 jaar lezen „alles", rijp en groen en gewoonlijk zonder veel controle van ouders; de moderne jeugd is op z'n 17de jaar vol- wassen. III. De meisjes van ongeveer 1215 jaar. Uit spr. gegevens bleek het volgende: 1. de meeste meisjes lezen weinig of niets van Karl May en andere schrijvers van avontu. riersverhalen 2. iets meer van de geschiedkundige ver teilingen; voorai „Roswilke" waarin een meisje als de hoofdpersoon fungeert; 3. zelden de grappige jongensboeken; 4. meer de ernstige jongensboeken, maar voorai de vele boeken uit de laatste jaren, die door vrouwen zijn geschreven over en voor meisjes: Top Naef's „Schoolidyllen" en„Het Veulen"; de Stijfkopjesserie, de Lies en Loes- geschiedenis, de vlotte verhalen van Cissy van Marxveldt e.a. Later glijden zij dan over naar de boeken over vrouwenleven en vrouwenstrijd van Jo van Ammers Kuller en Ina Boudier—Bakker. Maar ook de lichtelijk sentimenteele verhalen van Blicher, Clausen en andere Noorsche schrijvers vinden veel sympathiei, tot in de hoogere klassen van een wezenlijk verschil tusschen de lectuur van jongens en meisjes niets meer is te bespeuren De psychologische roman verovert hier alle harten en het naderende eindexamen met de dreigende litteratuurlijsten dwingt tot „eten van alle wallen". Spreker gaf "hierna een blik in de wijze hoe de kinderen hun oordeel motiveeren, hetgeen biiztcder interessanl was. De jongere kinderen schrijven of niets of zijn zeer positief. Bij de ouderen is, naast de bewering, dat het om velerlei redenen onmogelijk is, deze vragen te beantwoorden, de aarzeling om te komen tot een positief oordeel en het yERKOQPT U MEBKEN-ART1KELEN WELK ART1KEL VERKOOPT U HET MEEST, HET GEADVERTEERDE MERK OF HET NIET GEADVERTEERDEWAARSCHIJMIJK WEIGERT U ZELFS ELK MEBKEN-ABTIKEL TE KOOPEN WAARVAN U GEEN ZEKEBHE1D HEEFT DAT HET GE- ADVEBTEERD WORDT. EN WELKE LES IS DAARIN VOOR U ZELF GELEGEN ADVERTEERT IN DE ALKftlAARSCHE COURANT, en een akelige zucht omtsnapte uit de diepte van zijn zwaar lichaam. „U is^ verbaasd mij te zien, mijinheer de markies zeide hij op een toon alsof hij excuus maakte voor zijn komst en voor zijn geheele bestaan schier. Nu moet men weten, dat de natuur den graaf de Chatelierault begiftigd had met een aard even fier en aanma'tigenid ajs die van Lucifer eenige gelijkenis met dezen doorluchtigen persoon beweerden zijn ver- drutote ondergeschikten te bespeuren in de trekken van zijn donker gelaat. De omge- vinig waarin hij leefde had de onbeschaamd- heid waarmee de natuur hem begiftigd1 had niet verminderd, en de gunst van den koning waarin hij mijn mededinger was had verder meegewerkt om den verwaanden aanleg van zijn ijdele ziel te verhoogen. Zoodat deze verwonderlijk nederige toon mij zeer verbaasd'e; want ik meende, dat zelfs een tekurgestelde liefdeshistorie niet in staat kon zijn om zulk een verandering te weeg te brengen in dezen man. iylk had niet gedacht hier zulk een groot gezelschap aan te treffen", zei hij En de woorden, die toen volgden, bevatten de ver- klaring van zijn somber uiterlijk. Mon sieur de Bardelys, de koning heeft gewei- gerd mij te ontvangem; en wanneer de zon is ondergegaan, moeten wij, om de gerin- gere hemellichamen aan het hoffelijk firma ment, ons tot die muren wenden om licht en troost te zoeken." En hij maakte een diepe bulging voor mij. „Beteekenit dat dat ik over den nacht regeer?" vroeg ik lachend. „De vergelijking is meer grappig dan juist, want terwijl de maand koud is en comber, mii zuit ge altiid tegrip vsn de betrekkelijkh *icl van iedere oor deelvelling. Kenmerkend is hier het feit, dal maar weinig van die „groote" kinderen in de eerste plaats de schoonheid van taal en rhytme roemen, noch de schitterende karak teristiek of de pracht van natuurbeschrijving. Het is niet de kunst van den schrijver die hen roert, het is voor alles het lot van de handelende personen uit het boek zelf, de to- tale stemming of het „etische probleem", dat hen 1'izL houdt. Er is ook mar n ci keling, die het lyrische genre op den voorgrond schuift, gedichten vallen maar bij enkelen in den smaak. Het zijn de epische verhalen, plus een enkel drama, die in staat blijken ook de oudere jongens en meisjes te bekoren. Ten bewijze hiervan gaf spr. verschillende typi sche staaltjes, waaruit bleek hoe zeer ook hier de figuur in het midden staat en de helden- vereering aanwezig is. Na een zielkundige ontleding van de kin deren, zeide spr., dat naar zijn oordeel wij, als wij wijs zijn ons tegenover de jeugd lankmoedig toonen. Dan v/eten wij veel te be- grijpen en te vergeven. Dan leiden wij de toomelooze energie in goede banen door thuis de gelegenheid te scheppen tot werk van velerlei aard, door op school handenarbeid en lichamelijke opvoe ding in te voeren, door sport en spel. Dan, zoo vervolgde spr., aanvaarden wij de jeugd- beweging die honderden veiligheidskleppen heeft, die wandelt en dapst, zingt en met vlaggen zwaait, daverende congressen orga- niseert en gelegenheid geeft tot debatten en twisten zonder eind. Wij begrijpen dan ook het verlangen naar het avontuurlijke kinder boek, omdat wij hebben begrepen, dat je voor het kwellende van onbevredigende verlan- geris weg kunt vluchten in de fantasie. Wij, moderne opvoeders, zoo vervolgde spr., zijn eigenlijk voor de kinderen een veel gevaarlijker tegenpartij dan de oudere wa- ren. Die verboden eenvoudig en beperkten en zagen niet, hoe de begeerten op geheime wij ze toch bevrediging vonden. Wij winnen door te speculeeren op de nei- gingen van den tegenstander en wij" hebben gemakkelijk spel, want zij haten alle autoriteit en zij snakken naar leiding, mits dit een leiding is die uitgaat van inzicht en be- grip. Wij willen in onze kinderen nobele ver- langens doen ontstaan en zwakheden bestrij den. (Wordt vervolgd.) HEERHUGOWAARD. De eerste dag van de bazar alhier is uitue mend geslaagd. Door uitnemend weer begun- stigd slaagde de optocht uitstekend. De stoet werd geopend door een aantal jonge dames te paard, daarop volgde een rijtuig bespam nen met 4 paarden, gemend door den heer heer P. Wonder Pz., en waarin het ccmite had plaats genomen. Verder zag men in den stoet een versierde wagen met gymnasten en zangers, en sjees, waarin een "oud- Hot landsch gekleed paartje, eenige versierde fiet- sen. De optocht werd begeleid door muziek van „Hugo". Na de opening van den bazar door burge- meester van Slooten was al gauw alles actie. Van de vele attraeties werd druk bruik gemaakt, aan de verschillende stands hadden de verkoopsters het reeds tamelijk druk. De thetuin van Van Nelie bleek al spoedig veel te klein. LIMMEN. De jaarvergadering van de Coop. Boeren- leenbank, welke onder presideum van den warm vinden en hartelijik. Ik wensohte, mon sieur de Chatelierault, dat ik de eer die ge mij aandoet mij een bezoek te brengen aan •een minder onaangename omstandigheid te danken had dan aan het misnoegen van zijn majesteit." „Het is niet voor niets dat zij u „De Luis- terrijke" noemen", antwoordde hij opnieuw met een buiging; hij scheen den angel niet te voelen die in mij-n laatste woorden lag opgesloten. Ik lachte en zonder verdere plichtsplegin gen geleidde ik hem naar de tafel. „Ganyimedes, een plaais voor mijnheer den graaf. Gil'les, Antoine, bed'ien monsieur de Chatelierault. Basile-wijn voor mijnheer den graaf. Haast u wat!" In een oogenbli'k was hij het middelpunt geworden van ieders aandacht. Mijn bedien- den fladderden om hem been, gonzend en in- dringerig als bijen rondom een roos. Wil mijnheer procver, van deze „capon: a la casse role", of van dezen getruffeerden pauw! Kan een snede van deze kracbtige ham a i'Anglai- se mijinheer den graaf niet bekoren, of v/il hij misschien dezen kalkoen aux olives eens proeven? Dit >is de salade die de kok van monsieur le marquis in Italic heeft leeren bereiden en hier een vol-au-vent, uitgevond'en door Quel1 on in eigen persoon". Basil e presenteerde hem verschillende wij- nen, hij werd gevolgd door een page met een zilveren schenkblad vol bekers en karaffen. „Witte Armagnac of roode Anjou, monsieur le com'te? Bourgonje waar monsieur le mar quis zeer veel van houdt en dit is een zeer fijne wijn uit Lombardije, vaak door zijn majesteit besteld. Of wil monsieur de Chatel ierault somf: liever van dexi laatsten oogst heer D. D. Swart werd gehouden, was vrij druk bezoebt. De vooraitter opende met een hartelijik welkom aan alien, doch inzonderheid aan den kassier D. G. Meijier, die na een ernstige ongesteldheid weer aanwezig is. De rekening over 1927 luidt: Op 1 Jan, 1927 in kas 7935 68, ingelegde spaargel- den f 193267 35 terug oetaalde voorschot- ten f 46370, ontvangen in loopende reke ning f 85144.11, aandeel centrale 1000, gemeente en polder f 9500, voor de bank 127159.65, afschrijving en verlies vorige jaren 3237.95, voorschotten f 5027 40, idem in loopende rekening 5122.72, in to- taal f 484247.86. Terug betaalde spaargielden f 183695.81', voorschotten 57765, in loopende rekening aan de leden, gemeente en polder f 70622 07 aan den banikier 147535.26, rente, spaar- geiden enz. 813352, winst vorig jaar, sala- ris en afschrijving f 380795, overige postenj 53947, op 1 Janari 1928 in kas 484247.86. De bajans geeft aan in ontvangsten en ult- gaven f 277822.53, de zuivere winst (na af- boeking winst vorig jaar) was f 999.27. Het aantal leden was 175, aantal uitge- geven spaarboekjes 301. De rente voorschotten werd bepaald op 5 pCt., voor hypotheken op 4 3/4 pCt., voor spaargelden op 3.7 pCt. Mededeeldng werd gedaan en goedkeu- ring ontvangen om hypotheken af te slui- ten en aan andere leenbanken geld te ver- strekken. Tot leden van de financieele commissie werden benoetnd de heeren D. Aafjes en Jac. Zonneveld. Tot lid van den Raad van Toe- zicht werd gekozen de heer C. Koot en tot lid van het bestuur de heer J. P. Kuijs. Tot hulp-'kias'sier werd gekozen de heer C. Admi- raal. De voorzitter deelde mede, dat op 2 Juli a.s. de bank 25 jaar bestaat en stelde voor dit feit feestelij'k te lierdenken. Alzoo besloten. Op voorstel van de heer J. Nuijens werd' besloten om het crediet van 10 000 op f 15000 te verhoogen, mits goedlkeuring van den Raad van Toezicht. Bij de gehouden stemming voor den Groot Limmer polder werden gekozen de heeren G. Albridk en C. Twisk (Castricum), HEILOO. Door B. en W. is op het verzoek van Th. B. Brand, om verkoop van sterken dranik in het klein, afwijzend beschikt. Zaterdagavond werd mej. W. B. uit Egmond, rijdend met den kanderwagen, door een luxe auto aamgereden. Het ongeluk gebeurde op den smalfen Vennewatersweg bij den Westerweg. De chauffeur deed geen moeite om te helpen. Wonder genoeg kreeg het kind, dat uit den wagen viel, slechts eenige onbeduidend'e Schramm en, terwijl de kinderwagen in de sloot terecht kwam. De juffrouw kwam met den schrik vrij. Zondagavond1 overkwam den heer R., Nicolaas Beetsweg alhier, een ongeluk. Door het breken van de vooras van zijn auto kwam bij teigen een boom terecht. De auto werd vernield. R. kwam met dea schrik vrij. Als een bewijs van het drukke verkeei gedurende den 2en Paaschdag zijn bier van half 3 tot 7 uur 565 auto's en 535 motor- rijwielen gepasseerd. van Bardelys proeven?" En zoo vervolgden zij; hem en brachten hem in de war, totdat hij eindelijlk een ikeus gedaan had; en zelfs toen nog bleven er eenj paar bedienden acbter zijn stoiel staan om zijn geringS'te wenschen te voorkomen. Ja, als hij de koning geweest was in eigen per soon, men had hem in het Hotel de Bardelyi geen grooter eer kunnen aandoen. Maar de gedwongembeid die zijn Icomsf veroorzaakt had was nog niet weggenomen, vyant Chatelierault was weinig bemind en zijn tegenwoordigheid werfcte als een doods- hoofd aan een Egyptischen feestmaaltijd. Want van al deze mooi-weer vrlienden die rondom mijn tafel zaten er waren slechts weinigen die niet onder zijn macbt hadden geleden was er, vreesde ik, misscbien geen een die zoo beleefd zou weeen zijn ver- achting voor den gevallen gunsteling niet t« toonen. Dat hij een gevallen grootheid was, dat begrepen wij, zoowel uit hetgeen wi| reeds gehoord hadden als uit zijin eigen woorden. Toch mooht hij in mijn huis geen voor- smaak hebben van de koelheid waarmee hij weldra in geheel Parijs zou worden ontvan gen,, en daarom hing ik den gastheer uit met al de beleefdheden, welke die rol iemanl oplegt; ik stortte al mijn hartelijkheid over hem uit en om: de koelheid van mijn andere gasten te verw,airmen, liet ik den wijn over- vloied'iiger stroomen dan ooit Mijn waardig- '.ledd zou mij niets minder veroorloven, Sid was het aan mij zelf verplicbt, anders Ton .let den schij'n hebben of ilk mij verheugd'e over den val van mijn mediedinger en Ihoop- ie dat de ongenade, waarin hij was gevallen 6j den koning, mij een sport booger zou doen stijgen. (Wordt vervolgd.^ o e O o

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5