1 Een vliggtoctit met de K. L. M.
IFKI
Brieven nil Berlfln.
Honderd derligsfe Jaargang,
Radio-hoekje
FEU1LLETON.
So, 102
1928
Naandag? 3© ApiiS.
R.
Dinsdag 1 Mei.
Hilversum1060 M. 9.301— V. A.
j i Mei-ochtendconeert, georg. in saiuen-
met den Bond van Soc.-Dem. Vrou-
!enclubs en het Nederl. Verbond van Vak-
wreenidngen. Het Royal-orkest onder lei-
jincr van Hugo de Groot. Mej. J. Bonn,
voordracht. Toespraak van Mevr Pothuis-
cmit Mevr A. Secreve. De beer F. van der
S seer, van het N. V. V. 1.-2.30
I unchmuziek door het Trio Groeneveid. 3.—
4— Knipcursus door Mevr. de Leeuw van
Rees 545 v- A- R- A' Willem van Capellen,
declamatie. Mej. I. Rabble piano.
g.05 V. A. R- A. Uitzending van de
1 Mei-vergadering in het Gebouw van Kun-
«ten en Wetenschappen te Rotterdam. Mei-
rede door J. W. Albarda voorzitter der Soc.
nptn Kamerfractie. De Stem des Volks, on-
A»r hiding van H. Altink. Het Klein Socia-
listisch Tooneel, v. Amsterdam. 10.30 Pers-
340.9 M. (Na 6 war 1870 M.)
(Uitsluitend K. R. O.-uitzendmgen.) 12.30
__1 30 Lunchmuziek door het Trio „Wm-
ys" 5 30—6.30 Dinermuziek. 6.30—7.—
Esperantocursus. 7.—7.30 Engcische les.
7 30-8.— Curs-us Kerklatijn door Leo
Speet 8 Uitzending uit Den Bosch. Kath.
Meihulde aan de Zocte Lieve Vrouw van den
Bosch in de Kathedraal van St. Jan. Par.
toor van St Jan. Gem. Koor van St. Jacob.
Preek door Pater H. Th. M. de Greeve, S. J.
Prof, de Bree, orgelbegel. Opdracht aan
Maria door J. BreMmans, Plebaan der St.
Janskerk. Tot slot carillonbespeling door A.
mnaventryj 1600 M. 9.35 Kerkdienst. 10.20
Gramofoonmuziek. 11.20 Het S. Chappie
Trio 12 20—1.20 Hot Bouianger-orkest.
150 Muziekles. 2.35 Muziek. 2.40 Fransche
les 3.10 Muziek. 3.20 Orkestconcert. 3.35
Causerie. 3.50 Orkestconcert. 4.20 Vacantie-
causerie. 4.35 Rinderuurtje. 5.20 Gramo-
foonmuziek. 5.50 Nieuwsberichten. 6.05
Gramofoonmuziek. 6.20 Lezing. 6.35 Lie-
deren van H. Wolf voor tenor. 6.45 Lezing.
705 Concert door de miilitaire kapel. J.
Thome, bariton. 7.20—7.50 Lezing: Mo
dern transport. 8.20 Nieuwsberichten. 8.35
Muziekles. 8.55 Nieuwsberichten. 9.— „May
Day", of „The little Gips- zangspel van
Garrick. Orkest, koor en soli. 9 5011.20
aparijs .,Radio-Paris", 1750 M. 9.50 Gra
mofoonmuziek. 11.50 Orkeetconcert. 3.05—
4.05 Orkestconcert. 8 05—10.10 ,.De Barbier
van Sevilla", opera van Rossini. Symphonic-
mLangenberg, 469 M. 12.25—1.50 Orkest
concert. 5.20—6.15 Hermann Zilcher con
cert. Vocale en instrument, soli. 6.50 „Rigo-
letto", opera in 4 acten van Verdi. 10.20
Staiten. /Tr
Konigswusterhausen, 1250 M. Zeesen
jl 20—4.20 Lezingen. 4.20—5.20 Orkest
concert. 5.20—7.05 Lezingen. 7.50 „Der
Mai ist gekomen". Concert. Orkest, koor en
Lina Lessen, declamatie.
Hamburg, 395 M. 5.20 Orkestconcert.
6.45 „Tiefland", Laagland, muziekdrama in
een voorspdl en 2 acten van d Albert.
Daarna tot 11.10 Norag-orkest en solisten.
Brassel, 509 M. 2.20—4.20 Bachconcert.
Vocaal en instrument, concert. 7.35 Orkest
concert. 7.50 Causerie. 8 059.35 Orkest
concert.
De Koninklijke Luchtvaart Maatschappij
heeft thans haar negende dienstjaar aangt-
vangen en dat meer en meer erkend wordt,
dat zij op het gebied van personen- en goede-
renvervoer door haar bijzonder karakter een
enmisbare plaats inneemt, kan zeker uit de
markante stijging harer exploitatiecijfers
blijken.
In 1920 toen het geronk van een vliegtuig
iedereen verbaasd naar buiten deed loopen en
hoofdschuddend over zooveel roekeloosheid
naar den vliegenden waaghals deed staren,
werden door de machines der K. L. M. in to-
taal 82000 K.M. afgelegd, waarbij 345 pas-
sagiers dus nog niet eens een per dag
vervoerd werden.
En in het laatste exploitatie-jaar, dus in
1927, hebben de vliegtuigen der K. L. M. een
afstand van niet minder dan 1.310.00 K.M.
afgelegd en klom het aantal passagiers tot
het respectabele getal van 12.916.
den Kilogrammen vrij van
zwaartekracht te maken.
de wetten der
Buitengewoon snel, even snel als de tech-
niek zich ontwikkelde, is het vertrouwen in
deze luchtdiensten gestegen.
Men raakt vertrouwd met de gedachte,
dat de vliegtuigbouwers vervoermiddelen
van goede constructie vervaardigd hebben en
dat bekwame en ervaren piloten deze even
zeker besturen en regeeren als een taxi-
chauffeur het zijn Fordje doet.
Men weet, dat de K. L. M. elken dag weer
haar machines naar de Europeesche hoofd-
steden laat vertrekken en die diensten vinden
zoo regelmatig plaats en de uren van vertrek
en aankomst kloppen zoo precies met de op-
gaven van den luchtreisgids, dat men de
K. L. M. als een betrouwbare onderneming
is gaan beschouwen.
Toen de eerste treinen reden met de snel-
heid van onze tractortram stonden onze
voorvaderen en voormoederen hoofdschud
dend langs den spoordijk en spraken er
schande van dat menschen zoo roekeloos
konden wezen zich in een dergelijk vervoer-
middel te wagen.
En in onzen tijd zal er wel niemand meer
te vinden zijn, die niet in voile gerustheid in
den sneltrein stapt, die hem met een vaart
van 100 K.M. per uur naar de plaats van
bestemming voert.
Er komen nog wel eens ongelukken voor,
zeker, maar wie het spinneweb van spoor-
weglijnen met haar uiterst fijne vertakkingen
tot in de achterhoeken van alle landen on
der de oogen krijgt, wie bedenkt hoe tegelij-
kertijd duizende locomotieven hun treinen
daarover met razende snelheid voorttrekken,
die kan er zich slechts over verbazen, dat het
aantal spoorwegongelukken buitengewoon
klein is te noemen.
Inderdaad, wie daarmede de talrijke ver
keersongelukken op den openbaren weg ver-
gelijkt, moet constateeren, dat men per trein
veel veiliger over land reist dan op elke an
dere wijze.
Het is de groote vraag of men op den duur
niet even veilig door de lucht zal kunnen
reizen.
Onze aarde is klein, maar de lucht is on
begrensd en de kans dat twee treinen op
elkaar zullen rijden is wellicht grooter
dan dat twee vliegmachines elkaar in de
lucht niet zullen passeeren.
Daarover behoeft men zich niet al te onge-
rust te maken, maar't eenige, dat nog zoo ve-
len van het maken van vliegtochten weer-
houdt, is de gedachte, dat de zwaartekracht
alles wat in de lucht zit met razende snelheid
op onzen aardbodem doet neerkomen, zoo-
dra het geen kracht meer heeft zich zelfstan-
dig te verheffen.
Maarrrzeggen de voorzichtigen
je kunt toch nooit wetenwant als er nu
boven in de lucht eens iets met zoo'n motor
gebeurt of als er eens een vleugel stuk gaat
of een roer of een landingswiel of wat an-
ders, dan heeft de vliegende Simson zijn ha-
ren verloren en valt als een gewoon mensch
te pletter op de planeet die hij nooit had mo-
gen verlaten.
Zoo stonden onze overgrootvaders ook
langs den spoordijk en zij zeiden: kijk, als
nou die locomotief 'eens uit elkaar springt of
als die remmen eens niet meer werken, dan
vliegt zoo:n trein de rails uit en dan zijn alle
passagiers onherroepelijk voor de „haaien".
Maar ja, er sprongen geen locomotieven
uit elkaar, er vielen geen machinisten onder-
weg uit den trein en er waren geen remmen,
die niet pakken willen, de ongelukken bleken
althans beduidend minder dan de pessimisten
ze voorspeld hadden en men begon aan den
trein te wennen.
Steeds meerderen waagden het zij het
dan ook met nog wat angstig kloppend hart
t eens een eindje mee te rijden en wie een-
maal passagier geweest was, bleek plotseling
zijn vrees te boven gekomen en waardeerdc
steeds meer het groote voordeel van deze
transportwijze.
Zoo is het natuurlijk bij de K. L. M. ook
gegaan.
Toen de vliegtuigen en hun motoren
dank zij onzen genialen landgenoot Fokker
steeds bedrijfszekerder werden en onze
piloten steeds meer ondervinding hadden op-
gedaan, toen stapten de meest brutalen onzer
aardsche medestervelingen ook eens in zoo'n
vliegtuig en zij keerden veilig en wel in den
schoot hunner opgewonden familie terug. Zij
vertelden hoe zij genoten hadden en den
volgenden dag waagde een der toehcorders
het er eens op" en tegenwoordig is de waar-
deering voor dit snelle en aangename ver-
voer al zoo groot geworden, dat, zooals we
reeds meldden, de K. L. M. in acht jaar tijds
het jaar-aantal harer passagiers van 345
tot bijna 1300 heeft zien stijgen. 0
En wil de een of andere zwartkijker nu nog
beweren, dat dit allemaal zakenmenscben
zijn, die noodgedwongen van de korte lucht-
route gebruik moeten maken, dan willen wij
hier nog wel even de cijfers over de pleizier-
vluchten laten volgen.
Het aantal passagiers, dat uitsluitend voor
pleizier de lucht in ging, bedroeg in 1920
geen enkele, in 1921 waren het er 150 en in
1927 niet minder dan 16000.
dames, 'n vlucht boven Helder en het Zuide-
lijk deel van Texel, waarna, ongeveer twintig
minuten na het vertrek, de Fokker weer keurig
op het vliegveld daalde en een groep enthou-
siaste passagiers afleverde.
De officieren van het vliegkamp, die aan
de meest gewaagde luchtacrobatiek gewend
zijn, vonden het blijkbaar een prettige afwis-
seling ook eens een tocht in een gesloten
vliegtuig te maken, dat alle gemakken biedt
en zelfs meer dan men tegenwoordig
in de comfortabelste autobussen kan aan-
treffen. m
De onmiddellijk daarna ondernomen twee-
de vliegtocht, tot welks passagiers ook schrij-
ver dezes behoorde, was bijzonder interes-
sant daar een vlucht over de Zuiderzeewerken
zou gemaakt worden.
In de gesloten cabine waar aan weerszij-
den vier zitplaatsen achter elkaar zijn, zit
men rustig voor een openschuifbaar raam-
pje en ziet en gevoelt hoe de groote ver-
keersvogel op zijn twee enorme wielen over
het grasveld taxiet.
Dan keert zij, de snelheid wordt grooter en
op hetzelfde oogenblik, dat je je afvraagt of
je nu al dan niet nog op aarde verkeert, zie
je de wielen in ruststand terzijde van het
vliegtuig hangen en begint de wereld een
geheel ander karakter te krijgen.
De aarde wordt een groot, plat vlak, een
soort legkaart van allemaal vierkante stuk-
jes, die overal precies aan elkaar passen.
Iemand schijnt met een liniaaltje overal
rechte lijntjes tusschen getrokken te hebben
en het eenige kromme, dat er te ontdekken is,
is de een of andere vaart, die een breedte van
eenige centimeters blijkt te hebben en waarin
een lucifershoutje drijft, dat bij nadere be-
schouwing een bootje blijkt te zijn.
Hier en daar is een stukje van die leg
kaart eenigszins gekleurd en vliegen we bo
ven bloembollenvelden en verder schijnen er
wat pepernoten gestrooid te zijn, die na inge-
spannen turen als microscopisch kleine wind
molentjes herkend worden.
Een wit puntje is een wit paard en een
zwart puntje een bonte koe, maar al gauw
vliegen we weer wat lager en dan is het net
of kleine kinderen met hun Neurenberger
speelgoeddoosjes bezig geweest zijn. Zij heb
ben op de legkaart hier en daar v/at boom-
pjes en kleine huisjes gezet en wie zoo, vrij
van alle aardsche zorgen, door het luchtruirr
zweeft en eens op de wereld en zijn beweners
neerkijkt, komt tot de overtuiging, dat
's menschen werk tcch eigenlijk van bviten
gewoon weinig beteekenis is.
zelig maakt
Van Wieringen gaat het over de zee en je
ziet even wat verwonderde gezichten in de
cabine als plotseling de motor niet meer
snort.
Want als die niet meer draaien wil en er
moet een noodlanding gemaakt worden, daa
zal het wel zoo veilig zijn op het land dan in
het water te dalen.
Dat overwegen blijkbaar de passagiers, die
voor het eerst vliegen, al is het opmerkelijk,
dat niemand zich bijzonder ongerust schijnt
te maken.
Het vliegveld is in't zicht en de motor is
eenvoudig stopgezet om vaart te minderen.
Wie hoog in de lucht zweeft, beseft niet
hoe snel hij wel gaat, maar wie de nauwkeu-
rig afgeteekende schaduw van het vliegtuig
over de legkaart ziet glijden, begrijpt dat er
een respectabel aantal kilometers worden ver-
zwolgen.
Precies twintig minuten na de opstijging
cirkelt de groote vogel weer boven het vlieg-:
veld, de veerende wielen pakken het gras en
we rijden een paar honderd meter over het
terrein tot we plotseling stil staan en de heer
Elout bij de geopende cabine-deur belang-
stellend naar onzen indruk komt vragen.
Een vliegtuig is op zich zelf al een zwaar
vervoermiddel en als daarin dan nog een
stuk of tien menschen en eenige honderden
kilo's bagage geborgen worden, dan wil het
er bij de meeste menschen nog niet goed in,
dat men zoo'n vracht maar ongestraft hon
derden meters boven de aarde kan laten
zweven
Ze kijken er de groote vleugels en de zware
motor met zijn metalen schroef eens op aan
en ze vinden dat alles eigenlijk allerminst
geschitk om als een vlinder door het lucht-
ruim te dansen.
Maar ze bedenken niet, dat de techmcus
Moeder, geef Uw kincteren op geregelde
tijden hun maaltijd en geef ze niets tusschen-
door, ook zoetigheid tusschen de maaltijden
niet dan bij hooge uitzonderingGij zult dan
zeiden over slecht eten van Uw kinderen te
klagen hebben. Zorg dat het schoolkind na
een stevig ontbijt naar school gaat en let zelf
op, dat het daar aan den noodigen tijd be-
steedt. Naast brood, boter, slappe thee met
gekookte melk, is een bord warme pap des
morgens voor Uw kinderen een zeer geschikte van"onzen"tijd er in geslaagd is zulke kleine
en sterke motoren te bouwen en de omwente-
lingssnelheid der schroeven zoo op te voe-
ren, dat de weerstandsdruk der lucht krach-
Het begint er langzamerhand op te lijken
dat niet hij die wel gevlogen heeft maar hij,
die nog niet heeft gevlogen tot de merkwaar-
dige schepselen van dezen tijd gaat behooren.
En omdat niet iedereen in de gelegenheid
is naar het terrein der vliegtuigen te trekken,
heeft de K. L. M. het de menschen gemak-
kelijk gemaakt en komen haar vliegtuigen
naar verschillende plaatsen in ons land
waar een goed landingsterrein beschikbaar
gesteld kan worden.
Alkmaar is daar nog niet bij is het
Sportpark niet groot genoeg? maar de
K. L. M. heeft betrekkelijk dichtbij, op het
vliegveld van de Kooy in den Helder, een
uitstekend terrein gevonden vanwaar dezer
dagen, a raison van 6.— per persoon, plei-
ziervluchten boven stad en omgeving worden
ondernomen.
De Alkmaarsche autobus stopt bij het
vliegveld en dus verwacht de K. L. M. ook
uit deze omgeving heel wat belangstellenden,
die zich persoonlijk er van willen overtuigen,
dat vliegen even veilig en veel prettiger is
dan rijden met de tractor.
Op invitatie der K. L. M. hebben we Za
terdagmorgen een proefvlucht meegemaakt
en met een korte beschouwing daarover zou-
den we dit vliegoverzicht willen besluiten.
Die indruk is in het kort deze, dat iedet
die nog nooit gevlogen heeft zoo spoedig mo-
gelijk in alien gevalle voor Donderdag,
want later kan het niet meer per
trein of autobus naar Den Helder dient te
gaan en zich op het vliegveld voor de luttele
som van 6.een ticket moet laten uitrijken.
Hij zal dan ruim een kwartier lang in de
gelegenheid gesteld worden zich boven alle
aardsche dingen te verheffen en hij zal, als
hij weer beneden is gekomen, constateeren,
dat hij in figuurlijken zin nog evenzeer in
de wolken is als hij het in werkelijkheid tij-
dens de vlucht geweest is.
We vliegen over de zee en het lijkt of een
jongetje vanaf het strand naar een zandford-
je in het water een smal dijkje gelegd heeft
Het schijnt niet meer dan een paar meter
lang, het is zoo breed als de bovenkant van
een lucifersdoosje en er schijnt een autotje-
overheen te kruipen.
Een Wieringsche medepassagier, die voor
het eerst in de wolken is en het bijzonder
treft, dat hij over zijn heimat gevoerd wordt,
verklaart enthousiast, dat dit nu de beroem-
de dijk tusschen Ewijcksluis en Wieringen is
en het is heel best mogelijk, dat het maken
daarvan een wonder van techniek is, maar op
een paar honderd mpter hoogte bekeken, doen
die beroemde Zuiderzeewerken toch eigenlijk
aan de prestaties van een paar zandschep-
pende jeugdige badgasten denken.
spi;s.
GEZONDHEIDSRAAD
ii ii mi ARnnwi—BMABBBWBBjaKBBgaB ren, dat de weerstanasarux aer iuuu iua<-u-
tig genoeg wordt om een gewicht van duizen-
Nadat precies elf uur de H. N. A. C. T.,
de eenmotorige Fokker VII met acht zit
plaatsen, vanuit Schiphol op het vliegveld
van De Kooy gearriveerd was en de 1 eider
dezer verkeersvluchten, de heer Elout, als
mede de piloot, de heer Jan Duymelaar
maak er alsjeblieft geen Duykelaar van, zet-
ter! met de daar aanwezige autoriteiten,
w. o. de burgemeester van Den Helder en de
commandant van't vliegveld en eveneensmet
de journalisten kennis gemaakt had, maakten
de eerste acht pasagiers, waaronder enkele
Er komt een kommetje water in 't zicht
waarin wat langwerpige stukjes hout drijven.
Dat blijkt de haven van Haukes te zijn en
even later begint de pasagier die voor ons
zit, van enthousiasme bijna het Wieringsche
volkslied te zingen en hij probeert een
raampje open te krijgen om zijn vrouw te
kunnen toewuiven, want wij vliegen vlak bo
ven zijn huis in Hyppolitushoef.
Dat is een dorpje van kleine speelgoed-
huisjes met een kerkje zoo groot als een lu
cifersdoosje waarop een roze steentje uit een
Ankerbouwdoos gezet is, dat het torentje
meet voorstellen.
Even verder is het net of het mozaik-tapijt
dat Wieringen bedekt, ergens een brandgaat-
je en wat rafels heeft gekregen, maar onze
Wieringer medereiziger legt vol trotsch uit,
dat dit nu de beroemde eendenkooi in een om-
lijsting van gras en riet is.
Naar het Engelsch van
RAFAeL SABATINI.
(Schrijv-er van „De Zeevalk").
18)
Zij lachte een weinig zenuwachtig en mis-
ichien om de spanning t-e verbreken, die mijn
plotseling stilzwijgen had teweeggebracbt,
zei ze: „U ziet hoe uw verbeelding u in den
steek laat, indien ge bewijzen wilt zoeken
voor hetgeen ge beweert. U wou mij vertel-
len van de belangen die u bezig houd-en te
Lavedan en als u er over nadenkt. kunt u
niets verzinnen. Is het zoo of niet?' Zij vroeg
dit heel bedeesd, alsof zij bang was voor het
antwoord.
„Neen, het is niet zoo."
Ik zweeg een oogenblik en streed met mij-
zelf. Bekennen wat ik had ondernomen, _mijn
liefde verklaren die zoo onverwacht bij mij
was opgebloeid en die trilde op mijn lippen
neen, ik durfde niet.
Heb ik niet gezegd, dat die Bardelys een
bloodaard geworden was? Ik zou vluchten,
Lavedan verlaten, naar Parijs terugkeeren,
naar Catellerault. mijn nederlaag erkennen,
den prijs van mijn weddenschap betalen. Dat
was de eenige uitweg. Wat er later van mij
zou worden, wist ik niet; op dat oogenblik
van zielesmart deed het er ook weinig toe.
„Er is heel veel, freule, dat mij vasthoudt
op Lavedan", z-ei ik eindelijk. ,,Maar mijn
verpliohtingen eischen dat ik vertrek."
JU. meant de partji". riep zij uit, „Neeo, idit versdiil, dat mm m*&m-
geloof mij, u kunt op't oogenblik niets doen.
U zelf opofferen zou niets helpen. U kunt den
hertog een veel grooter dienst bewijzen wan-
neer gij wacht tot de tijd gekomen is voor
een aanval. En hoe kunt_ u uw leven -beter
sparen dan hier op Lavedan te blijven tot-
dat aan de vervolging een eind is gekomen?
„Ik dacht niet over die kwestie,_ freule,
maar aan mijzelf alleen. Aan mijn eigen eer.
Ik wou dat ik het u verklaren kon; maar ik
ben bang
„Bang?" zij sloeg de oogen verbaasd tot
mij op.
„Ja, bang voor uw verachting.
Haar verbazing nam toe en ze deed een
vraag waarop ik geen antwoord kon geven.
Ik greep haar hand.
„Roxalanne", fluisterde ik heel zacht en
mijn toon, mijn aanraking, bet noemen van
haar naam deed haar de oogen neerslaan.
Er was een oogenblik stilte. Niet dat ik be-
hoefde na t-e denken over mijn woorden.
Maar er was -een brok in mijn keel ik
sohaam mij niet het te erkennen, want dit
was de -eerste keer dat een goede, een echte
ontroering werd gevoeld sedert de hertogin
van Bourgondie mij tien jaar geleden had
verpletterd.
..Roxalanne", ging ik voort toen ik mij
zelf eenigszins kon bebeerschen, „wij zijn
goede vrienden geweest van dien avond af
aan toen ik om een schuilplaats te zoeken in
uw kamer klom, niet waar
„Ja zeker, mijnheer", stamelde zij.
„Dat is tien dagen -geleden. Bedenk eens,
niet meer dan tien dagen. En het is mij of ik
al maanden op Lavedan ben, zoo goed ken-
nen wij elkaar. In deze tien dagen hebben wij
een meening van elkaar opgevat. Maar met
dit verschil. dat miia meening ol mijn oor-
deel juist is en de uwe verkeerd. Ik heb u lee-
ren kennen als het liefste, zachtste meisje
van de heele wereld. Gave God dat ik u eer-
der gekend had. Het zou alles zoo heel an-
ders geloopen zijn. Ik zou nooit gedaan heb
ben wat ik gedaan heb. U hebt mij leeren
kennen en houdt mij voor een ongelukkigen,
maar eerlijken man. Dat ben ik niet. Ik ben
niet wat ik schijn. Ik ben ongelukkig ten
minste den laatsten tijd. I'k ben niet eerlijk
of liever niet eerlijk geweest. Meer kan i'k er
niet van zeggen, ik ben een te groote lafaard.
Maar wanneer u later de waarheid hoort
later, als ik weg ben, vertellen ze u misschien
-een vreemde geschiedenis van dien Lesperon,
die gastvrijheid zocht in uws vaders huis
denk dan aan dit uur, denk er aan dat ik wil
beengaan. U zult die dingen later beter be-
grijpen. Maar denk er over en u zult mis
schien zelf het raadsel oplossen. Wees dan
barmhartig voor mij; beoordeel mij niet te
hard
Ik zweeg en een oogenblik was er stilte.
Toen keek zij plotseling op en haar vingers
klemden zich om de mijne.
Mijnheer Lesperon, waar spreekt u over?
u foltert mij".
„Kijk mij aan Roxalanne. Ziet ge met dat
ik mij zelf folter?"
„Zeg het dan, mijnheer", smeekte zij met
zacfate vriendelijke stem, „zeg mij wat u hm-
dert en wat uw tong bindt. U overdraft, daar
ben ik zeker van. U kunt niets onteerends,
■niets laags gedaan hebben".
„Kind", riep ik uit, „ik dank God dat ge
gelijk hebt. Ik kan niet iets onteerends doen
en ik zal dat ook nooit, al heb ik een maand
geleden iets verkeerds op mij genomen!"
Plotseling kwam er een twijfel, een ver-
moedea bij haar oo
Het is allemaal heel interessant,, je beziet
de wereld eens of je er zelf niet meer thuis
hoort, je voelt je vrij en zorgeloos door de
zonnige lucht zweven en het is opmerkelijk,
dat niet een der passagiers ook maar het ge
ringste gevoel heeft, dat de hoogte hem dui
„U meent toch niet dat u een spion is?"
vroeg zij en ik dankte den heme! dat ik dat
tenminste vrijmoedig ontkennen kom
„Neen, neen, een spion ben ik niet".
Haar gezicht klaarde op.
„Dat is geloof ik het eenige wat ik niet
zou kunnen vergeven. Kunt u mij dan niet
zeggen wat het is?"
„Vraag mij dat niet; u zult het spoedig
genoeg vernemen". Want ik dacht dat als de
prijs van mijn weddenschap eenmaal be-
taald was, dan zou het nieuwtje van het lot
van Bardelys als een loopend vuurtje door
heel Frankrijk verspreid worden.
„Vergeef mij dat ik in uw leven gekomen
ben, Roxalanne! Helaas, had ik je maar eer-
der leeren kennen. Ik kon niet droomen dat
er zulke vrouwen bestonden in het uitge-
putte Frankrijk".
„lk wil er niet op aandringen, mijnheer,
daar uw besluit zoo vast schijnt te staan.
Maar als ik later die zaak, waarvan u
spreekt, verneem" en zij zag mij niet aan
terwijl ze dit zei „en als ik u meer ge-
nadig beoordeel dan u het u zelf doet en ik
laat u dan halen wilt u dan op Lavedan
terugkomen?"
Mijn hart sprang op van vreugde; een
plotselinge vleug van hoop. Maar slechts
voor een oogenblik.
„U zult mij niet laten halen, wees daar
verzekerd van", zei ik en dat was ons laatste
woord.
Ik nam de riemen op en roeide met kracht.
Ik maakte haast om een einde te maken aan
den toestand. Morgen moest ik denken aan
mijn vertrek en ik dacht al roeiende na over
de woorden die wij gesproken hadden. Geen
enkel woord van liefde en toch, al hadden wij
dat niet uitgesproken, wij hadden elkaar on-
(Van onzen correspondent).
Berlijn 21 April.
Indien het op mijn weg lag, u ook met de
Duitsche en de buitenlandsche politiek bezig
te houden dan wist ik wel waarover ik in de
ze dagen te schrijven had. Immers deze we-
ken beleven wij de voorbereiding van de ver-
kiezingen voor den nieuwen Rijksdag, en dan
pleegt men een kijk op de mentaliteit van een
volk en zijn leiders te krijgen. Maar aan den
anderen kant ben ik toch maar weer blij, dat
dit gebied niet tot mijn taak behoort. Want
de ervaringen in de politiek zijn in het bijzon
der in Duitschland, dat „zijn draai nog niet
gevonden heeft", nu eenmaal niet van de
vroolijkste soort. Wie thans Duitsche kranten
leest, merkt al dadelijk, hoe opgewonden de
stemming nog is. Men heeft het materiaal.
voor deze weken blijkbaar opgespaard en
maakt elkander nu uit voor alles wat leelijk
is.
De Duitschers zijn brave menschen, die
weten wat hard werken is, en die op verschil-
lend gebied ik wil hier slechts techniek,
kunst, literatuur, nijverheid en lichamelijke
geoefendheid noemen zooveel (en onder
welke uiterst moeilijke omstandigheden!) pre-
steeren, dat men niet anders dan met eerbied
van onze oostelijke buren spreken kan. Maar
ze hebben net als elk ander volk hun fouten
Zij hebben bij voorbeeld weinig aanleg voor
humor. Ze nemen alles verschrikkelijk ern-
stig willen alle dingen van het dagelijksch'
leven als wijsgeeren onderzoeken, en overdrij-
ven ook in hun politieke tegensteilingen. Ik
zou in dit land niet graag politicus zijn. Men
ziet in opgewonden tijden als deze verkie-
zingsdagen nu eenmaal zijn, zijn naam door
het slijk gehaald, men wordt in vergaderin-
gen eri meetings op de grofste manier uitge-
scholden; de eene partij gunt de andere het
licht in de oogen niet, tolerantie is een vol-
komen onbekend begrip, en zelfs het huiselijk
leven wordt in dit alles op de meest onhe-
schaamde manier gemengd. Het gevolg van
een verkiezingsperiode in Duitschland is dan
ook gewoonlijk een eindelooze reeks van pro-
cessen wegens beleediging, die hier bijzonder
talrijik zijn, omdat de Duitscher nu eenmaal
de gewoonte heeft, voor de kleinste geschillen
naar den Kadi te rennen. En toch is deze ver-
kiezingsopwinding niet natuurlijk, en zou dt
belangstelling van een groot deel der bevol-
king uiterst gering zijn, indien men niet door
de pers, die volkomen ,verpolitiekt" is, ge'-
dwongen werd, kolommen vol over deze dim
gen te lezen, zoodat men er ten slotte wel zij?
aandacht aan wijden moet.
Vraagt men het den lui hier op den man
1 af, dan vinden ze andere zaken, als bij voor-
j beeld de geslaagde overtocht van Kohl eo
ze gevoelens bekend.
Roxalanne zag bleek en zat peinzend te-
genover mij met neergeslagen oogen, opdat
ik niets zou begrijpen van hetgeen er in haar
hart omging.
Eindelijk waren wij bij het kasteel aange-
komen en toen ik de boot naar de trap bracht,
was het St. Eustache die naderde om Roxa
lanne te helpen uitstappen. Hij merkte op
hoe bleek zij was en wierp mij snel een on-
derzoekenden blik toe. Toen wij naar hei
kasteel wandelden, zeide hij op een zonder-
lingen toon:
„Mijnheer de Lesperon, weet u dat er ge-
ruchten in omloop zijn van uw dood?"
„Ik hoopt-e dat zulk een gerucht zich zou
verspreiden wanneer ik verdween", ant-
woordde ik kalm.
„En u hebt hoegenaamd geen maatregelen
genomen om die tegen te spreken?"
„Waarom zou ik dat doen, juist door zulk
een gerucht ben ik veilig".
„En toch mijnheer, moest u de onrust weg-
nemen de draefheid zou ik haast zeggen
van hen die u betreuren."
„0 zoo. Wie zouden dat zijn?"
Hij trok de schouders op en er verscheen
een minachtend lachje om zijn lippen. Mef
een zijdelingschen blik op mademoiselle zei
hij smalend:
„Moet ik dan den naam noemen van made
moiselle de Marsac?"
Ik stond stil, in gedachten, maar met on-
verschillig gelaat onder dien onderzoekender
blik. In een oogwenk begreep ik dat dit d^
schrijfster moest wezen van de brieven, di<
Lesperon mij gegeven had, het origineel vat
het miniatuurtje dat i'k bij ran had.
-\
,(Wordt vervolgd).