1 Een vliggtoctit met de K. L. M. IFKI Brieven nil Berlfln. Honderd derligsfe Jaargang, Radio-hoekje FEU1LLETON. So, 102 1928 Naandag? 3© ApiiS. R. Dinsdag 1 Mei. Hilversum1060 M. 9.301— V. A. j i Mei-ochtendconeert, georg. in saiuen- met den Bond van Soc.-Dem. Vrou- !enclubs en het Nederl. Verbond van Vak- wreenidngen. Het Royal-orkest onder lei- jincr van Hugo de Groot. Mej. J. Bonn, voordracht. Toespraak van Mevr Pothuis- cmit Mevr A. Secreve. De beer F. van der S seer, van het N. V. V. 1.-2.30 I unchmuziek door het Trio Groeneveid. 3.— 4— Knipcursus door Mevr. de Leeuw van Rees 545 v- A- R- A' Willem van Capellen, declamatie. Mej. I. Rabble piano. g.05 V. A. R- A. Uitzending van de 1 Mei-vergadering in het Gebouw van Kun- «ten en Wetenschappen te Rotterdam. Mei- rede door J. W. Albarda voorzitter der Soc. nptn Kamerfractie. De Stem des Volks, on- A»r hiding van H. Altink. Het Klein Socia- listisch Tooneel, v. Amsterdam. 10.30 Pers- 340.9 M. (Na 6 war 1870 M.) (Uitsluitend K. R. O.-uitzendmgen.) 12.30 __1 30 Lunchmuziek door het Trio „Wm- ys" 5 30—6.30 Dinermuziek. 6.30—7.— Esperantocursus. 7.—7.30 Engcische les. 7 30-8.— Curs-us Kerklatijn door Leo Speet 8 Uitzending uit Den Bosch. Kath. Meihulde aan de Zocte Lieve Vrouw van den Bosch in de Kathedraal van St. Jan. Par. toor van St Jan. Gem. Koor van St. Jacob. Preek door Pater H. Th. M. de Greeve, S. J. Prof, de Bree, orgelbegel. Opdracht aan Maria door J. BreMmans, Plebaan der St. Janskerk. Tot slot carillonbespeling door A. mnaventryj 1600 M. 9.35 Kerkdienst. 10.20 Gramofoonmuziek. 11.20 Het S. Chappie Trio 12 20—1.20 Hot Bouianger-orkest. 150 Muziekles. 2.35 Muziek. 2.40 Fransche les 3.10 Muziek. 3.20 Orkestconcert. 3.35 Causerie. 3.50 Orkestconcert. 4.20 Vacantie- causerie. 4.35 Rinderuurtje. 5.20 Gramo- foonmuziek. 5.50 Nieuwsberichten. 6.05 Gramofoonmuziek. 6.20 Lezing. 6.35 Lie- deren van H. Wolf voor tenor. 6.45 Lezing. 705 Concert door de miilitaire kapel. J. Thome, bariton. 7.20—7.50 Lezing: Mo dern transport. 8.20 Nieuwsberichten. 8.35 Muziekles. 8.55 Nieuwsberichten. 9.— „May Day", of „The little Gips- zangspel van Garrick. Orkest, koor en soli. 9 5011.20 aparijs .,Radio-Paris", 1750 M. 9.50 Gra mofoonmuziek. 11.50 Orkeetconcert. 3.05— 4.05 Orkestconcert. 8 05—10.10 ,.De Barbier van Sevilla", opera van Rossini. Symphonic- mLangenberg, 469 M. 12.25—1.50 Orkest concert. 5.20—6.15 Hermann Zilcher con cert. Vocale en instrument, soli. 6.50 „Rigo- letto", opera in 4 acten van Verdi. 10.20 Staiten. /Tr Konigswusterhausen, 1250 M. Zeesen jl 20—4.20 Lezingen. 4.20—5.20 Orkest concert. 5.20—7.05 Lezingen. 7.50 „Der Mai ist gekomen". Concert. Orkest, koor en Lina Lessen, declamatie. Hamburg, 395 M. 5.20 Orkestconcert. 6.45 „Tiefland", Laagland, muziekdrama in een voorspdl en 2 acten van d Albert. Daarna tot 11.10 Norag-orkest en solisten. Brassel, 509 M. 2.20—4.20 Bachconcert. Vocaal en instrument, concert. 7.35 Orkest concert. 7.50 Causerie. 8 059.35 Orkest concert. De Koninklijke Luchtvaart Maatschappij heeft thans haar negende dienstjaar aangt- vangen en dat meer en meer erkend wordt, dat zij op het gebied van personen- en goede- renvervoer door haar bijzonder karakter een enmisbare plaats inneemt, kan zeker uit de markante stijging harer exploitatiecijfers blijken. In 1920 toen het geronk van een vliegtuig iedereen verbaasd naar buiten deed loopen en hoofdschuddend over zooveel roekeloosheid naar den vliegenden waaghals deed staren, werden door de machines der K. L. M. in to- taal 82000 K.M. afgelegd, waarbij 345 pas- sagiers dus nog niet eens een per dag vervoerd werden. En in het laatste exploitatie-jaar, dus in 1927, hebben de vliegtuigen der K. L. M. een afstand van niet minder dan 1.310.00 K.M. afgelegd en klom het aantal passagiers tot het respectabele getal van 12.916. den Kilogrammen vrij van zwaartekracht te maken. de wetten der Buitengewoon snel, even snel als de tech- niek zich ontwikkelde, is het vertrouwen in deze luchtdiensten gestegen. Men raakt vertrouwd met de gedachte, dat de vliegtuigbouwers vervoermiddelen van goede constructie vervaardigd hebben en dat bekwame en ervaren piloten deze even zeker besturen en regeeren als een taxi- chauffeur het zijn Fordje doet. Men weet, dat de K. L. M. elken dag weer haar machines naar de Europeesche hoofd- steden laat vertrekken en die diensten vinden zoo regelmatig plaats en de uren van vertrek en aankomst kloppen zoo precies met de op- gaven van den luchtreisgids, dat men de K. L. M. als een betrouwbare onderneming is gaan beschouwen. Toen de eerste treinen reden met de snel- heid van onze tractortram stonden onze voorvaderen en voormoederen hoofdschud dend langs den spoordijk en spraken er schande van dat menschen zoo roekeloos konden wezen zich in een dergelijk vervoer- middel te wagen. En in onzen tijd zal er wel niemand meer te vinden zijn, die niet in voile gerustheid in den sneltrein stapt, die hem met een vaart van 100 K.M. per uur naar de plaats van bestemming voert. Er komen nog wel eens ongelukken voor, zeker, maar wie het spinneweb van spoor- weglijnen met haar uiterst fijne vertakkingen tot in de achterhoeken van alle landen on der de oogen krijgt, wie bedenkt hoe tegelij- kertijd duizende locomotieven hun treinen daarover met razende snelheid voorttrekken, die kan er zich slechts over verbazen, dat het aantal spoorwegongelukken buitengewoon klein is te noemen. Inderdaad, wie daarmede de talrijke ver keersongelukken op den openbaren weg ver- gelijkt, moet constateeren, dat men per trein veel veiliger over land reist dan op elke an dere wijze. Het is de groote vraag of men op den duur niet even veilig door de lucht zal kunnen reizen. Onze aarde is klein, maar de lucht is on begrensd en de kans dat twee treinen op elkaar zullen rijden is wellicht grooter dan dat twee vliegmachines elkaar in de lucht niet zullen passeeren. Daarover behoeft men zich niet al te onge- rust te maken, maar't eenige, dat nog zoo ve- len van het maken van vliegtochten weer- houdt, is de gedachte, dat de zwaartekracht alles wat in de lucht zit met razende snelheid op onzen aardbodem doet neerkomen, zoo- dra het geen kracht meer heeft zich zelfstan- dig te verheffen. Maarrrzeggen de voorzichtigen je kunt toch nooit wetenwant als er nu boven in de lucht eens iets met zoo'n motor gebeurt of als er eens een vleugel stuk gaat of een roer of een landingswiel of wat an- ders, dan heeft de vliegende Simson zijn ha- ren verloren en valt als een gewoon mensch te pletter op de planeet die hij nooit had mo- gen verlaten. Zoo stonden onze overgrootvaders ook langs den spoordijk en zij zeiden: kijk, als nou die locomotief 'eens uit elkaar springt of als die remmen eens niet meer werken, dan vliegt zoo:n trein de rails uit en dan zijn alle passagiers onherroepelijk voor de „haaien". Maar ja, er sprongen geen locomotieven uit elkaar, er vielen geen machinisten onder- weg uit den trein en er waren geen remmen, die niet pakken willen, de ongelukken bleken althans beduidend minder dan de pessimisten ze voorspeld hadden en men begon aan den trein te wennen. Steeds meerderen waagden het zij het dan ook met nog wat angstig kloppend hart t eens een eindje mee te rijden en wie een- maal passagier geweest was, bleek plotseling zijn vrees te boven gekomen en waardeerdc steeds meer het groote voordeel van deze transportwijze. Zoo is het natuurlijk bij de K. L. M. ook gegaan. Toen de vliegtuigen en hun motoren dank zij onzen genialen landgenoot Fokker steeds bedrijfszekerder werden en onze piloten steeds meer ondervinding hadden op- gedaan, toen stapten de meest brutalen onzer aardsche medestervelingen ook eens in zoo'n vliegtuig en zij keerden veilig en wel in den schoot hunner opgewonden familie terug. Zij vertelden hoe zij genoten hadden en den volgenden dag waagde een der toehcorders het er eens op" en tegenwoordig is de waar- deering voor dit snelle en aangename ver- voer al zoo groot geworden, dat, zooals we reeds meldden, de K. L. M. in acht jaar tijds het jaar-aantal harer passagiers van 345 tot bijna 1300 heeft zien stijgen. 0 En wil de een of andere zwartkijker nu nog beweren, dat dit allemaal zakenmenscben zijn, die noodgedwongen van de korte lucht- route gebruik moeten maken, dan willen wij hier nog wel even de cijfers over de pleizier- vluchten laten volgen. Het aantal passagiers, dat uitsluitend voor pleizier de lucht in ging, bedroeg in 1920 geen enkele, in 1921 waren het er 150 en in 1927 niet minder dan 16000. dames, 'n vlucht boven Helder en het Zuide- lijk deel van Texel, waarna, ongeveer twintig minuten na het vertrek, de Fokker weer keurig op het vliegveld daalde en een groep enthou- siaste passagiers afleverde. De officieren van het vliegkamp, die aan de meest gewaagde luchtacrobatiek gewend zijn, vonden het blijkbaar een prettige afwis- seling ook eens een tocht in een gesloten vliegtuig te maken, dat alle gemakken biedt en zelfs meer dan men tegenwoordig in de comfortabelste autobussen kan aan- treffen. m De onmiddellijk daarna ondernomen twee- de vliegtocht, tot welks passagiers ook schrij- ver dezes behoorde, was bijzonder interes- sant daar een vlucht over de Zuiderzeewerken zou gemaakt worden. In de gesloten cabine waar aan weerszij- den vier zitplaatsen achter elkaar zijn, zit men rustig voor een openschuifbaar raam- pje en ziet en gevoelt hoe de groote ver- keersvogel op zijn twee enorme wielen over het grasveld taxiet. Dan keert zij, de snelheid wordt grooter en op hetzelfde oogenblik, dat je je afvraagt of je nu al dan niet nog op aarde verkeert, zie je de wielen in ruststand terzijde van het vliegtuig hangen en begint de wereld een geheel ander karakter te krijgen. De aarde wordt een groot, plat vlak, een soort legkaart van allemaal vierkante stuk- jes, die overal precies aan elkaar passen. Iemand schijnt met een liniaaltje overal rechte lijntjes tusschen getrokken te hebben en het eenige kromme, dat er te ontdekken is, is de een of andere vaart, die een breedte van eenige centimeters blijkt te hebben en waarin een lucifershoutje drijft, dat bij nadere be- schouwing een bootje blijkt te zijn. Hier en daar is een stukje van die leg kaart eenigszins gekleurd en vliegen we bo ven bloembollenvelden en verder schijnen er wat pepernoten gestrooid te zijn, die na inge- spannen turen als microscopisch kleine wind molentjes herkend worden. Een wit puntje is een wit paard en een zwart puntje een bonte koe, maar al gauw vliegen we weer wat lager en dan is het net of kleine kinderen met hun Neurenberger speelgoeddoosjes bezig geweest zijn. Zij heb ben op de legkaart hier en daar v/at boom- pjes en kleine huisjes gezet en wie zoo, vrij van alle aardsche zorgen, door het luchtruirr zweeft en eens op de wereld en zijn beweners neerkijkt, komt tot de overtuiging, dat 's menschen werk tcch eigenlijk van bviten gewoon weinig beteekenis is. zelig maakt Van Wieringen gaat het over de zee en je ziet even wat verwonderde gezichten in de cabine als plotseling de motor niet meer snort. Want als die niet meer draaien wil en er moet een noodlanding gemaakt worden, daa zal het wel zoo veilig zijn op het land dan in het water te dalen. Dat overwegen blijkbaar de passagiers, die voor het eerst vliegen, al is het opmerkelijk, dat niemand zich bijzonder ongerust schijnt te maken. Het vliegveld is in't zicht en de motor is eenvoudig stopgezet om vaart te minderen. Wie hoog in de lucht zweeft, beseft niet hoe snel hij wel gaat, maar wie de nauwkeu- rig afgeteekende schaduw van het vliegtuig over de legkaart ziet glijden, begrijpt dat er een respectabel aantal kilometers worden ver- zwolgen. Precies twintig minuten na de opstijging cirkelt de groote vogel weer boven het vlieg-: veld, de veerende wielen pakken het gras en we rijden een paar honderd meter over het terrein tot we plotseling stil staan en de heer Elout bij de geopende cabine-deur belang- stellend naar onzen indruk komt vragen. Een vliegtuig is op zich zelf al een zwaar vervoermiddel en als daarin dan nog een stuk of tien menschen en eenige honderden kilo's bagage geborgen worden, dan wil het er bij de meeste menschen nog niet goed in, dat men zoo'n vracht maar ongestraft hon derden meters boven de aarde kan laten zweven Ze kijken er de groote vleugels en de zware motor met zijn metalen schroef eens op aan en ze vinden dat alles eigenlijk allerminst geschitk om als een vlinder door het lucht- ruim te dansen. Maar ze bedenken niet, dat de techmcus Moeder, geef Uw kincteren op geregelde tijden hun maaltijd en geef ze niets tusschen- door, ook zoetigheid tusschen de maaltijden niet dan bij hooge uitzonderingGij zult dan zeiden over slecht eten van Uw kinderen te klagen hebben. Zorg dat het schoolkind na een stevig ontbijt naar school gaat en let zelf op, dat het daar aan den noodigen tijd be- steedt. Naast brood, boter, slappe thee met gekookte melk, is een bord warme pap des morgens voor Uw kinderen een zeer geschikte van"onzen"tijd er in geslaagd is zulke kleine en sterke motoren te bouwen en de omwente- lingssnelheid der schroeven zoo op te voe- ren, dat de weerstandsdruk der lucht krach- Het begint er langzamerhand op te lijken dat niet hij die wel gevlogen heeft maar hij, die nog niet heeft gevlogen tot de merkwaar- dige schepselen van dezen tijd gaat behooren. En omdat niet iedereen in de gelegenheid is naar het terrein der vliegtuigen te trekken, heeft de K. L. M. het de menschen gemak- kelijk gemaakt en komen haar vliegtuigen naar verschillende plaatsen in ons land waar een goed landingsterrein beschikbaar gesteld kan worden. Alkmaar is daar nog niet bij is het Sportpark niet groot genoeg? maar de K. L. M. heeft betrekkelijk dichtbij, op het vliegveld van de Kooy in den Helder, een uitstekend terrein gevonden vanwaar dezer dagen, a raison van 6.— per persoon, plei- ziervluchten boven stad en omgeving worden ondernomen. De Alkmaarsche autobus stopt bij het vliegveld en dus verwacht de K. L. M. ook uit deze omgeving heel wat belangstellenden, die zich persoonlijk er van willen overtuigen, dat vliegen even veilig en veel prettiger is dan rijden met de tractor. Op invitatie der K. L. M. hebben we Za terdagmorgen een proefvlucht meegemaakt en met een korte beschouwing daarover zou- den we dit vliegoverzicht willen besluiten. Die indruk is in het kort deze, dat iedet die nog nooit gevlogen heeft zoo spoedig mo- gelijk in alien gevalle voor Donderdag, want later kan het niet meer per trein of autobus naar Den Helder dient te gaan en zich op het vliegveld voor de luttele som van 6.een ticket moet laten uitrijken. Hij zal dan ruim een kwartier lang in de gelegenheid gesteld worden zich boven alle aardsche dingen te verheffen en hij zal, als hij weer beneden is gekomen, constateeren, dat hij in figuurlijken zin nog evenzeer in de wolken is als hij het in werkelijkheid tij- dens de vlucht geweest is. We vliegen over de zee en het lijkt of een jongetje vanaf het strand naar een zandford- je in het water een smal dijkje gelegd heeft Het schijnt niet meer dan een paar meter lang, het is zoo breed als de bovenkant van een lucifersdoosje en er schijnt een autotje- overheen te kruipen. Een Wieringsche medepassagier, die voor het eerst in de wolken is en het bijzonder treft, dat hij over zijn heimat gevoerd wordt, verklaart enthousiast, dat dit nu de beroem- de dijk tusschen Ewijcksluis en Wieringen is en het is heel best mogelijk, dat het maken daarvan een wonder van techniek is, maar op een paar honderd mpter hoogte bekeken, doen die beroemde Zuiderzeewerken toch eigenlijk aan de prestaties van een paar zandschep- pende jeugdige badgasten denken. spi;s. GEZONDHEIDSRAAD ii ii mi ARnnwi—BMABBBWBBjaKBBgaB ren, dat de weerstanasarux aer iuuu iua<-u- tig genoeg wordt om een gewicht van duizen- Nadat precies elf uur de H. N. A. C. T., de eenmotorige Fokker VII met acht zit plaatsen, vanuit Schiphol op het vliegveld van De Kooy gearriveerd was en de 1 eider dezer verkeersvluchten, de heer Elout, als mede de piloot, de heer Jan Duymelaar maak er alsjeblieft geen Duykelaar van, zet- ter! met de daar aanwezige autoriteiten, w. o. de burgemeester van Den Helder en de commandant van't vliegveld en eveneensmet de journalisten kennis gemaakt had, maakten de eerste acht pasagiers, waaronder enkele Er komt een kommetje water in 't zicht waarin wat langwerpige stukjes hout drijven. Dat blijkt de haven van Haukes te zijn en even later begint de pasagier die voor ons zit, van enthousiasme bijna het Wieringsche volkslied te zingen en hij probeert een raampje open te krijgen om zijn vrouw te kunnen toewuiven, want wij vliegen vlak bo ven zijn huis in Hyppolitushoef. Dat is een dorpje van kleine speelgoed- huisjes met een kerkje zoo groot als een lu cifersdoosje waarop een roze steentje uit een Ankerbouwdoos gezet is, dat het torentje meet voorstellen. Even verder is het net of het mozaik-tapijt dat Wieringen bedekt, ergens een brandgaat- je en wat rafels heeft gekregen, maar onze Wieringer medereiziger legt vol trotsch uit, dat dit nu de beroemde eendenkooi in een om- lijsting van gras en riet is. Naar het Engelsch van RAFAeL SABATINI. (Schrijv-er van „De Zeevalk"). 18) Zij lachte een weinig zenuwachtig en mis- ichien om de spanning t-e verbreken, die mijn plotseling stilzwijgen had teweeggebracbt, zei ze: „U ziet hoe uw verbeelding u in den steek laat, indien ge bewijzen wilt zoeken voor hetgeen ge beweert. U wou mij vertel- len van de belangen die u bezig houd-en te Lavedan en als u er over nadenkt. kunt u niets verzinnen. Is het zoo of niet?' Zij vroeg dit heel bedeesd, alsof zij bang was voor het antwoord. „Neen, het is niet zoo." Ik zweeg een oogenblik en streed met mij- zelf. Bekennen wat ik had ondernomen, _mijn liefde verklaren die zoo onverwacht bij mij was opgebloeid en die trilde op mijn lippen neen, ik durfde niet. Heb ik niet gezegd, dat die Bardelys een bloodaard geworden was? Ik zou vluchten, Lavedan verlaten, naar Parijs terugkeeren, naar Catellerault. mijn nederlaag erkennen, den prijs van mijn weddenschap betalen. Dat was de eenige uitweg. Wat er later van mij zou worden, wist ik niet; op dat oogenblik van zielesmart deed het er ook weinig toe. „Er is heel veel, freule, dat mij vasthoudt op Lavedan", z-ei ik eindelijk. ,,Maar mijn verpliohtingen eischen dat ik vertrek." JU. meant de partji". riep zij uit, „Neeo, idit versdiil, dat mm m*&m- geloof mij, u kunt op't oogenblik niets doen. U zelf opofferen zou niets helpen. U kunt den hertog een veel grooter dienst bewijzen wan- neer gij wacht tot de tijd gekomen is voor een aanval. En hoe kunt_ u uw leven -beter sparen dan hier op Lavedan te blijven tot- dat aan de vervolging een eind is gekomen? „Ik dacht niet over die kwestie,_ freule, maar aan mijzelf alleen. Aan mijn eigen eer. Ik wou dat ik het u verklaren kon; maar ik ben bang „Bang?" zij sloeg de oogen verbaasd tot mij op. „Ja, bang voor uw verachting. Haar verbazing nam toe en ze deed een vraag waarop ik geen antwoord kon geven. Ik greep haar hand. „Roxalanne", fluisterde ik heel zacht en mijn toon, mijn aanraking, bet noemen van haar naam deed haar de oogen neerslaan. Er was een oogenblik stilte. Niet dat ik be- hoefde na t-e denken over mijn woorden. Maar er was -een brok in mijn keel ik sohaam mij niet het te erkennen, want dit was de -eerste keer dat een goede, een echte ontroering werd gevoeld sedert de hertogin van Bourgondie mij tien jaar geleden had verpletterd. ..Roxalanne", ging ik voort toen ik mij zelf eenigszins kon bebeerschen, „wij zijn goede vrienden geweest van dien avond af aan toen ik om een schuilplaats te zoeken in uw kamer klom, niet waar „Ja zeker, mijnheer", stamelde zij. „Dat is tien dagen -geleden. Bedenk eens, niet meer dan tien dagen. En het is mij of ik al maanden op Lavedan ben, zoo goed ken- nen wij elkaar. In deze tien dagen hebben wij een meening van elkaar opgevat. Maar met dit verschil. dat miia meening ol mijn oor- deel juist is en de uwe verkeerd. Ik heb u lee- ren kennen als het liefste, zachtste meisje van de heele wereld. Gave God dat ik u eer- der gekend had. Het zou alles zoo heel an- ders geloopen zijn. Ik zou nooit gedaan heb ben wat ik gedaan heb. U hebt mij leeren kennen en houdt mij voor een ongelukkigen, maar eerlijken man. Dat ben ik niet. Ik ben niet wat ik schijn. Ik ben ongelukkig ten minste den laatsten tijd. I'k ben niet eerlijk of liever niet eerlijk geweest. Meer kan i'k er niet van zeggen, ik ben een te groote lafaard. Maar wanneer u later de waarheid hoort later, als ik weg ben, vertellen ze u misschien -een vreemde geschiedenis van dien Lesperon, die gastvrijheid zocht in uws vaders huis denk dan aan dit uur, denk er aan dat ik wil beengaan. U zult die dingen later beter be- grijpen. Maar denk er over en u zult mis schien zelf het raadsel oplossen. Wees dan barmhartig voor mij; beoordeel mij niet te hard Ik zweeg en een oogenblik was er stilte. Toen keek zij plotseling op en haar vingers klemden zich om de mijne. Mijnheer Lesperon, waar spreekt u over? u foltert mij". „Kijk mij aan Roxalanne. Ziet ge met dat ik mij zelf folter?" „Zeg het dan, mijnheer", smeekte zij met zacfate vriendelijke stem, „zeg mij wat u hm- dert en wat uw tong bindt. U overdraft, daar ben ik zeker van. U kunt niets onteerends, ■niets laags gedaan hebben". „Kind", riep ik uit, „ik dank God dat ge gelijk hebt. Ik kan niet iets onteerends doen en ik zal dat ook nooit, al heb ik een maand geleden iets verkeerds op mij genomen!" Plotseling kwam er een twijfel, een ver- moedea bij haar oo Het is allemaal heel interessant,, je beziet de wereld eens of je er zelf niet meer thuis hoort, je voelt je vrij en zorgeloos door de zonnige lucht zweven en het is opmerkelijk, dat niet een der passagiers ook maar het ge ringste gevoel heeft, dat de hoogte hem dui „U meent toch niet dat u een spion is?" vroeg zij en ik dankte den heme! dat ik dat tenminste vrijmoedig ontkennen kom „Neen, neen, een spion ben ik niet". Haar gezicht klaarde op. „Dat is geloof ik het eenige wat ik niet zou kunnen vergeven. Kunt u mij dan niet zeggen wat het is?" „Vraag mij dat niet; u zult het spoedig genoeg vernemen". Want ik dacht dat als de prijs van mijn weddenschap eenmaal be- taald was, dan zou het nieuwtje van het lot van Bardelys als een loopend vuurtje door heel Frankrijk verspreid worden. „Vergeef mij dat ik in uw leven gekomen ben, Roxalanne! Helaas, had ik je maar eer- der leeren kennen. Ik kon niet droomen dat er zulke vrouwen bestonden in het uitge- putte Frankrijk". „lk wil er niet op aandringen, mijnheer, daar uw besluit zoo vast schijnt te staan. Maar als ik later die zaak, waarvan u spreekt, verneem" en zij zag mij niet aan terwijl ze dit zei „en als ik u meer ge- nadig beoordeel dan u het u zelf doet en ik laat u dan halen wilt u dan op Lavedan terugkomen?" Mijn hart sprang op van vreugde; een plotselinge vleug van hoop. Maar slechts voor een oogenblik. „U zult mij niet laten halen, wees daar verzekerd van", zei ik en dat was ons laatste woord. Ik nam de riemen op en roeide met kracht. Ik maakte haast om een einde te maken aan den toestand. Morgen moest ik denken aan mijn vertrek en ik dacht al roeiende na over de woorden die wij gesproken hadden. Geen enkel woord van liefde en toch, al hadden wij dat niet uitgesproken, wij hadden elkaar on- (Van onzen correspondent). Berlijn 21 April. Indien het op mijn weg lag, u ook met de Duitsche en de buitenlandsche politiek bezig te houden dan wist ik wel waarover ik in de ze dagen te schrijven had. Immers deze we- ken beleven wij de voorbereiding van de ver- kiezingen voor den nieuwen Rijksdag, en dan pleegt men een kijk op de mentaliteit van een volk en zijn leiders te krijgen. Maar aan den anderen kant ben ik toch maar weer blij, dat dit gebied niet tot mijn taak behoort. Want de ervaringen in de politiek zijn in het bijzon der in Duitschland, dat „zijn draai nog niet gevonden heeft", nu eenmaal niet van de vroolijkste soort. Wie thans Duitsche kranten leest, merkt al dadelijk, hoe opgewonden de stemming nog is. Men heeft het materiaal. voor deze weken blijkbaar opgespaard en maakt elkander nu uit voor alles wat leelijk is. De Duitschers zijn brave menschen, die weten wat hard werken is, en die op verschil- lend gebied ik wil hier slechts techniek, kunst, literatuur, nijverheid en lichamelijke geoefendheid noemen zooveel (en onder welke uiterst moeilijke omstandigheden!) pre- steeren, dat men niet anders dan met eerbied van onze oostelijke buren spreken kan. Maar ze hebben net als elk ander volk hun fouten Zij hebben bij voorbeeld weinig aanleg voor humor. Ze nemen alles verschrikkelijk ern- stig willen alle dingen van het dagelijksch' leven als wijsgeeren onderzoeken, en overdrij- ven ook in hun politieke tegensteilingen. Ik zou in dit land niet graag politicus zijn. Men ziet in opgewonden tijden als deze verkie- zingsdagen nu eenmaal zijn, zijn naam door het slijk gehaald, men wordt in vergaderin- gen eri meetings op de grofste manier uitge- scholden; de eene partij gunt de andere het licht in de oogen niet, tolerantie is een vol- komen onbekend begrip, en zelfs het huiselijk leven wordt in dit alles op de meest onhe- schaamde manier gemengd. Het gevolg van een verkiezingsperiode in Duitschland is dan ook gewoonlijk een eindelooze reeks van pro- cessen wegens beleediging, die hier bijzonder talrijik zijn, omdat de Duitscher nu eenmaal de gewoonte heeft, voor de kleinste geschillen naar den Kadi te rennen. En toch is deze ver- kiezingsopwinding niet natuurlijk, en zou dt belangstelling van een groot deel der bevol- king uiterst gering zijn, indien men niet door de pers, die volkomen ,verpolitiekt" is, ge'- dwongen werd, kolommen vol over deze dim gen te lezen, zoodat men er ten slotte wel zij? aandacht aan wijden moet. Vraagt men het den lui hier op den man 1 af, dan vinden ze andere zaken, als bij voor- j beeld de geslaagde overtocht van Kohl eo ze gevoelens bekend. Roxalanne zag bleek en zat peinzend te- genover mij met neergeslagen oogen, opdat ik niets zou begrijpen van hetgeen er in haar hart omging. Eindelijk waren wij bij het kasteel aange- komen en toen ik de boot naar de trap bracht, was het St. Eustache die naderde om Roxa lanne te helpen uitstappen. Hij merkte op hoe bleek zij was en wierp mij snel een on- derzoekenden blik toe. Toen wij naar hei kasteel wandelden, zeide hij op een zonder- lingen toon: „Mijnheer de Lesperon, weet u dat er ge- ruchten in omloop zijn van uw dood?" „Ik hoopt-e dat zulk een gerucht zich zou verspreiden wanneer ik verdween", ant- woordde ik kalm. „En u hebt hoegenaamd geen maatregelen genomen om die tegen te spreken?" „Waarom zou ik dat doen, juist door zulk een gerucht ben ik veilig". „En toch mijnheer, moest u de onrust weg- nemen de draefheid zou ik haast zeggen van hen die u betreuren." „0 zoo. Wie zouden dat zijn?" Hij trok de schouders op en er verscheen een minachtend lachje om zijn lippen. Mef een zijdelingschen blik op mademoiselle zei hij smalend: „Moet ik dan den naam noemen van made moiselle de Marsac?" Ik stond stil, in gedachten, maar met on- verschillig gelaat onder dien onderzoekender blik. In een oogwenk begreep ik dat dit d^ schrijfster moest wezen van de brieven, di< Lesperon mij gegeven had, het origineel vat het miniatuurtje dat i'k bij ran had. -\ ,(Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5