Imaarsche Cinrait. r van I. V lafdijk's tegenslagen FEUILLETON. ADYERTEERT IN DE ALKMAARSGHE COM, Honderd dertigste Jaargang. Woensdag- 2 Mei. Radio-hoekje SltadsnieMWS ER IS VERSCHIL TUSSCHEN ADVERTEEREN EN ADVERTEEREN VERTEEREN A *0. 104 1988 van de Alb. van Donderdag 3 Md. Httversum, 1060 M. 12— Politieberich- t*m 12 302.Lunchmuziek door het Trio- Groeneve'ld. 3.-4— Uurtje 'voor wees- en rikenbuizen door mevr. Ant. van Dijk. 5.30 __715 Concert door bet Omroep-orkest Mevr A. Simons, zangeres. Jo van Praag aan den Vleugel. 7.15—7.45 Engclsdhe les lor gevorderden. 7.45 Politiebenohten. 8.05 fconcert door leden van het Residentie-orkest onder lei'ding van Alb. van Raalte. 8.35— 8 45 Bespreking van de opera „Orpheus aoor W. Vogt. 8.45 „Orpheus", opera in 4 act-en van Gluek. Orpheus—Liesbeth Pool man, Meissner. Eurydice, zijn gade, A. Mak van WaayDooremans. Amor, Sienna Masthoff. Residentie-orkest en kocr Co-opera-tie onder leiding van Raalte 10.30 Persberichten. Hidzen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.) iftjitsluditend N. C. R. V. uitzending.) 12.30 1.45 Lunchconcert. Mej. B. Sdhut, alt. N. Vermeer, piano. 6.156.45 Causerie door W. Santema: LandbouwpraatjeHoe kunnen wij ife rentabiliteit van het veehoudersbedrijf ver- Juwgen? 7—7.30 Cursus Boekhpuden. 8 (Concert in Groningen. Sprs.: A. Zijlstra: De Oiristdijke maatschappij voorwaarde voor pen krachtigen middenstand. J. Kaajan Jr.: fjrepen uit 'het verilhden. W. G. Scheeres: Zouden wij stifle zijn? Het a eapella koor en 'Sions Harp", dir. Mandioline-orkest. Oaventry, 1600 M. 9.35 Kerkdienst. 10.20 Gramofoonmuziek. 11.20 Lidhte muziek, ba- ffion viool en piano. 12.20—1.20 G-ramo- loonmuziek. 1.50 Lezing: The Cuckoo 2 20 Vesper in de Westminster Abbey. 3.05 Le- igng: Poultry keeping. 3.20 Orkestconcert. >4 20 Goncert-orgel bespeling. 4.35 Kinder- nurtje 5 20 Julian Rose, Joocien komiek. 5.35 Landbouwberifhten 5.40 Dansmuziek. 15 50 Nieuwsbcrichten. 6.05 Berichten. 6.20 \ezing- 6.35 De lieceren van Hugo Wolf tenor. 6.45 Lezing. 7.05 Concert door milltaire kapel. W. Davis, sopraan. 8.20 Inieirwsberichten. 8.35 Lezing. 8 50 Nieuws- jjerichten8.55 Chariot's uurtje. Muziek en wing 9.55—11.20 Dansmuzi k. Parifs „Radio-Paris", 1750 M. 9.50— 10— Gramofoonmuziek. 11.20 Relig. causerie. 1150—1.10 Orkestconcert. 3.05— "4.05 Liter, en muzik matinee. 7.50—10.10 Rigdletto, opera van Verdi. Symphoniecon- cert Langenberg, 469 M. 12.201.50 Orkest concert. 5.20—6.15 Orkestconcert. 7.30— 830 Ernst Heuser-concert. Orkest, koor en H. Zeitschel, sopraan. 8.30—9.35 Kamer- 'muziek. Zika-kwartet. Dansmuziek. Rdrdgswusterkausen, 11.20—4.20 Lezingen. concert 5.20—7.05 Lezingen. Hamburg, 395 M. 3.35 Vocaal' concert. '4 20 Orkestconcert. 7.20 Orkestconcert. 7.20 JStratenmuzik", Plat-Duitsche comedfejn acten van Sdhurek. Daarna tot 11.10 Brussel, 509 M. 4.20-5.20 Kinderuurtje. f 35 Symphonieconcert in Luik, tot 9.35. Daarna tot 11.20 1250 M. Zeesen 4.20—5.20 Orkest- 3 Caba- ]d zn in, (Slot.) Todi is het verblijf te Haarlem, het „Vae idie Baheme", voor Hof-dij'k 'n gelukkige ti| geweest. Vrijdags trek-t hij geregeld met schildersgerei z'n geliefd Kennemerland brengt den nacht te Beverwijk bij vriend Dor- beck door en zet Zaterdags de wandehng iroort naar Alkmaar, waar z'n verloofde, Helena Ukena, hem in alles is trouw gehle- yien en in hem gelooft met 'heel haar liefdevo! hart. Zoo gaat de Zondag in gelukkig sa menzijn voorbij en den volgenden dag be' geeft Hofdijk zich met frisschen moed en vol blijde droomen, weer op weg naar de Wijk, verblijft opnieuw 'n nadht bij zijn trouwen vereerder en komt eindelijk Dinsdag terug m Haarlem. T, Op deze wan'deltochten door moot Kenne- tnerland heeft Hof dijk vele zijner balladen ged^cht. Intusschen scheen men in z'n geboortestae t minder met hem ingenomen. Uitgezonderc het kleine groepje vrienden van vroeger, dat hem blind vergoodkfe, sdhudden de brave bur gers hevig het hoofd over den artist, waar^ van Hof dijk het air had aangenomen. D'e BWgefvSda: nan Hem bij 2fit y^frek van de secretarie, via den heer Spanjaardt, deze hoopvolle boodschap meegegeven: /yNu, Hofdijk, ik voorspel je, dat je spoe- dig op een sohoen en een slof terugkpmt. En zelfs Toruitje Toussaint, waarmee hij sincfe dien den v riendschappelijken omgang gestaakt heeft, toont zic'h verontwaardigd, wanneer ze later aan Thijm, die haar ge- vraagd had hoe ze over haar stadlgenoot dacht, o.a. schrijft: „De toon en houding, die hij sinds hij schitder is bier in Alkmaar aanneemt is heusch dwaas en vooral on- staatkundig in een kleine stad waar men zoo alles van elkander weet en nagaat." In Juni 1848 moet besliist worden of Hof dijk hi of niet zal terugkeeren op z'n kantoor- kruk. Gelukkig voor hem, weten van Lennep en Thijm, met behulp van enkele Alkmaar- sche en Amsterdamsche vrienden, het zoo te regelen dat Hofdijk dlefinitief ontelag kan nemen. Hofdijk zelf zit ondertusschen vol van al- terlei plannen, die hem wat geld in z'n porte- monnaie zullen brengen. Maar in stoffelijke aangelegenheden toont hij zioh zoo'n groote onpractfcus, dat Thijm, die immers oolc koop- man was, er wel vaafc meewarig om moet hebben geglimlacht. A1 meer en meer laat Hofdijk het schilders- gereedsdhap rusti-n, om zich weer volkomen te kunnen geven aan z'n diohterliiken arbeid. Z'n „kunstenaars-idylle" versohijnt in '49 en met nog meer ijver en gloed werkt hij aan z'n Balladen. Z'n artistiek kunnen bereikt in deze jaren van vrij en ongedwongen Wen het hoogte- punt Hi} beleeft oogenblikken van heerlijke scheppingsvreugde. Doch steeds weer, mid den in de geestdrift, die hem bij't werk be- zielde, komt de kwe'.'ende gedachte terug aan de toekomst, vooral om z'n Helene: „Arm kind! dat ik buiten mijne hartelijke en eeuwi- ge liefde, niet kan aanbieden dan wat denk- oeeldige laurieren niet eens goed genoeg om er baring in't zuur van te maken." Weer komt er wat lioht, wanneer de uiige- ver Brederode Hof dijk redacteur maakt van een nieuw-uit-te-geven „Album der Schoone Kunsten" waaraan hij, bij 100Q inteekenaars, 600 zou kunnen verdienen. Er rukt een heele schare van medewerkers aan, zelfs juffrouw Toussaint („onze breu- ke is gehedd, zoo ik hoop voor goed") doet er aan mee. De ee_ige die zich afzijdig :ioudt is Potgieter. Nu raakt Hofdijk volop in het werk- Z'n redacteurschap brengt hem in contact met al- lerlei grootere en kleinere beroemdiheden. On- getwijleld heeft dit alles verrijkend op z'n geest gewerkit en z'n zdfbewustzijn is er weer in gegroeid. Hij verhuist naar Beverwijk en neemt z'n intrek op het buitenverblijf „Hoilland op zijn smalst." De groote afkeer van het stadfeleven, die hem altija zou bijblijven, deed hem hier- toe besluiten. En toch juist in Beverwijk, dichter bij z'n geliefde „natuur", in het hartje van Kenne- merland, verliezen z'n gedichten de frissche kracht en de klare eenvoud, die hij in z'n beste balladen wist te geven. Duidelijk laat dr. Hendriks ons zien hoe dit noodlottig proces zich heeft voltrokken. Hofdijk komt hier onder verkeerde „Bilder- dijkiaansche"-invloe'Jjen maar erger ishij merkt dat hij een beetje beroemd begint te worden. H. M. de Koningin schenkt hem 'n pradi. tige pendule, in dank voor de toezending van het eers'te deel der Balladen. De Haarlemsche Rederijkerskamer „Lou- rens Janszoon Coster" voert het dramatisdh gedicht: „De laatste dag van Heemskercks Beleg" op, dat Hofdijk op verzoek geschre.- ven had. Hofdijk en zijn „Engel" met haar familie wonen in een aparte loge idie voorstel ling bij. Het heeft geweldig succes. Men schreeuwt „Hofdijk! Hofdijk!" 't Wordt hem bijna angstig te moede, maar hij moet op't tooneel verschijnen. Men juicht uitbundig. Een uit het publiek werpt hem een lauwer- krans toe eindelijk dan tochmaar nieuwe teleurstellingen wachten hem. Met het Al bum" gaat het niet scbitterend. Wat g had hij de betrekking aan de Staatscourant willen hebben, waarop 'n oogenblik kans leek te zijn. Hij krijgt ze niet. Ook de benoe- ming tot teeraar aan't Stedlelijk gymnasium te Leiden, wat hem nog liever was geweest, mislukt. Tot eiwcMijk in Augustus 1851, dank zij weer van Lennep en Thijm en dank zij ook nog een beetje zijn oude derde-rangs- onderwijizersacte, gejukt het Hofdijk benoemd te worden aan het Stedelijk gymnasium! te Amsterdam. Wel is z'n weerzin voor die stad grooit (ze is „dompig" en de straten zijn „onuitEtaan- baar") maar, zoo had hij al geschreven in z'n laatsten brief aan Thijm (21 Augustus 1851): een betrekking die mij (men- bczrt van. eene ijheid van een dierge- schatteni vriend verzekert, zou mij gloeiend weflkom zijn." 6 Februari 1852 trouwt Hofdijk te Alk maar met zijn Helena Ukena. Hun geluk duurde slechts kort: na de geboorte van een zoontje dat slechts twaalf waken leefde, over- leed de zwakke moeder 30 Mei 1853. Zij had nog voor Hofdijks benoeming aan Thijm ge schreven: de menschen zeggen v/eil eens, een mensdh moet niet zoo overgelukkig op de wereld zijn, want dan verandert het spoedig, of zij steryen. Gelooft gij dat ook, goede vriend?" Hofdijks leven was ontwricht. „De grens van krankzinnigheid was hij genaderd. On der de schaduv/ van deze smart heeft hij ge- leefd tot zijn dood." Th. WORTEL. Herdenking 75-jarig bestaart. De mooie raadszaal zag er door de bloem stukken, gearrangeerd door den heer Dogge- naar, feestelijk uit. Zeer fraaie bloemstukken waren ingekomen van de afd. Limmen van de vereen. „Bloemencultuur", van het gemeente bestuur van Den Helder, van de Kamers van Koophandel van Haarlem, Hoorn en Zaan- dam, van de N.-Hollandsche makelaarsver- eeniging, de afd. Alkmaar van de Handel- drijvende en Industrieele Middenstandsver- eeniging, van de afd. Alkmaar van de R.K Middenstandsvereen. „De Hanze", van de Handelsavondsdiool te Alkmaar, van den heer A. Kwant, oud-secretaris van de K. v. K te Helder, van den heeft S. de Kadt, dir. der Condensed Milk Co., de vereen. „De Koop handel" te Broek op Langedijk en de directie van de schouwburg „Harmonie", van het coll. van G-edep. Staten waren aanwezig de heeren Kooiman en Hendrix en van de Prov. Staten-leden merkten wij op mevr. Aukes Timmers, en de heeren Kostelijk, Koster en Lommen. De herdenkingsrede van den heer Gronds- ma, die 3/4 uur vorderde, werd op een wijze uitgesproken, die het hem deed gelukken, van het begin tot het einde de belangstelling van zijn gehoor te trekken. Een woord van den Commandant der Marine. 80) Naar het Engelsch van RAFAeL SABATINI. (Schrijver van ,T>e Zeevalk"). Eindelijk kwam Roxalanne tusschenbeiden; maar op dat oogenblik, de slag was misschien iets harder geweest dan de vorige, brak de stok plotseling en St. Eustache zakte kermend op den grond. „Het spijt mij, mademoiselle, u getuige te hebben doen zijn van zulk een schouwspel, maar als zulk een les niet dadelijk wordt ge- geven, dan is de uitwerking niet half zoo heilzaam." „Hij verdiende het", z-ei ze met een- 'blank van opgewondenhei'd in. haar stem. En ik tri-lde van genot toen i'k zag hoezeer zij zich ergerde over het gedrag van dat kermende mannetje. Ik liep naar de plek waar zijn zwaard lag, nam het op en zeide: „Mijnheer de St. Eustache, u heeft dit wa- pen zoozeer onteerd, dat ge het zeker niet gaarne wede-r zult willen gebruiken" Dit zeggende brak ik het door midden op mijffli knie en slingerde het de rivier in, ofschoon het gevest kostbaar was met -goud en brons ing-elegd. Hij hief zijn bleek gezicht op en zijn oogen Khitterden van macbtelooze woede. „Bij alles wat heitig is!" riep hij met fceeache stem, .joe zult mh geven. „Als ge n og niet void aan zijit, ik ben ten alien tijde tot uw dienst", zei ik zoo beleefd mogelijk. En toen zag ik mijtvheer en mevrouw de Lavedan haastig door de bloembedden he-en aankomen. De graaf met g-efronste wenk- brauwen, men kon denken van toorn, maar i-k begreep ter-echt van angst. „Wat is er gebeurd? Wat hebt ge ge- daan?" vro-eg hij mij. „Hij is den ridder woest aangevallen", riep madame met schrille stem, terwijl zij de oogen boosaardig op mij vestigde. ,,-Het is niet meer dan een kind, die arme St. Eustache", voegde zij er verwijtend bij. „Ik h-eb het alles uit mijn raam gezien. Het was lomp, het was laf. Om een jongen zoo te slaan. Het is schande! In- dien u twist met hem had, zijn er geen voor- schriften om die uit te maken tusschen edel li-eden? Mijn hemel kon u hem dan niet ge- paste satisiactie geven?" „Indien madame zich de moeite wtl geven dien armen St. Eustache oplettend te bekij- ken", zei ik op sarcastisch-en toon, „dan zult u moeten toegeven dat ik hem zeer geschikte en volledige voldoening gegeven heb. Ik zou hem gaarne met het zwaard in de hand zijn tegemoet getreden, maar de Chevalier heeft de fout van heel range menschen hij is te overhaast en hij' kon niet wachten tot ik een zwaard in de hand had. Zoodoende was ik ge- noodzaakt te doen wat ik kon met een stok". „Maar u daagde hem uit." ,.Wie u dat verteld heeft, heeft u verkeerde inhchting gegeven, madame. Integendeel, hij daagde mij uit. Hij noemdfe mij een leuge- paar. Be sloeg hem kon ik minder doen dan De Commandant der Marine, de heer Quant verklaarde, bij' het ontvangen van dt uitnoodiging, zich een oogenblik de vraag t: hebben gestel-d, wat de Marine rechtstreeks met de Kamer van Koophandel te maken had Omdat hij toch altijd gevoeld had het groo te verband, dat er bestaat tusschen de licha- men,-die zich de bescherming van handel en nijverheid tot taak hebben gesteld, en tus schen H. M. Marine, die dit in vredestijd in- temationaal tot haar taak mag rekenen, had hij: gaarne de uitnoodiging aangenomen en wenschte hiji gaarne van de gelegenheid ge- bruik te maken om deze vredestaak van de Marine naar voren te brengen. Die vredes taak toch van de Marine was naast de minder sympathieke, doch noodzakelijke oorlogstaak een sympathieke en spr. hoopte, dat de jaren van vrede talrij-k zullen zijn en niet gevolgd zullen worden door jaren van oorlogswerk. Namens de Marine complimenteerde spr. de jubileerende Kamer. Hi} sloot zich aan bij het buitengewoon vlotte historische overzicht, door den heer Grondsma gegeven, n.l. dat een mensch van 75 jaar zich oud gaat gevoe- len en dat een college zich op dien leeftijd in de lente van het leven kan weten. Spr. hoopte, dat de Kamer altijd dit lentegevoel. van kracht zal behouden en dat over 25 jaar de Kamer nog zal blijken te zijn in de lente en bet goede werk voor het gewest zal kunnen blijven doen, zooals ze dit 7'5 jaar heeft ge- daan en duidelijk is aangegeven in het over zicht, door den heer Grondsma gegeven. Spr. wenschte de vereen. toe een tijdperk *ftn bloei en hoopte, dat ze door haar werk tot beil van ons vaderland1 zal bij dragen. Applaus! Een woord namens Gedep. Staten. Namens Ged. Staten voerde de heer Hen drix het woord1, die de gelukwenschen van het college overbracht. In het drukke zenuwach- tige leven, waarin steeds meer problemen om een oplossing vragen, zijn er weinig rustpun- ten en juist een dag als die van heden geeft gelegenheid om den afgelegden weg te over- zien. Sinds de reorganisatie van de K. van K heeft sp-r. daar nieuw leven zien opbloeien, omdat fhans de K. v. K. -de vertegenwoordi- gers van het kleinbedrijf in haar midden ziet dat? en hij' trok zijn zwaard. Ik verdedigde mij en voegde er wat stokslagen bij, zoodat de arme St. Eustache kon begrijpen hoe onwaar- dig hij' zich had gedragen. Dat is al wat er gebeurd is, madame." Maar zij was niet zoo gemakkelijk tot beda- ren te brengen, zelfs niet toen mademoiselle en haar vader Shun stem bij' de mijne voegden om mijn gedrag te verontschutdigen. Dat was juist iets voor Lavedan. Want al was hij zeer bevreesd voor den afloop en voor de wraak die St. Eustache zou nemen hoe jong Jiij nog mocht wezen hij liet zich openlijk uit over het ongepaste gedrag van St. Eustache en de gepaste straf die i'k hem had toegediend. De vicomtesse had niet veel ontzag voor haar echtgenoot, maar zijn uitspraak omtrent hetgeen hij als een punt van eer beschouwde durfde zij niet betwisten. Zij wendde zich tot den nog steeds in't stof gebogen jongeling, die daar, denk ik, zoo bleef liggen om haar medelijden op te wekken en viel plotseling haar dochter in de rede, die ook sprak om mij te verdedigen. „Waar ben je geweest?" vroeg zij plotse ling. „Wanneer moeder?" „Vanmiddag", antwoordde de vicomtesse met ongeduld, „ridder St. Eustache heeft twee uur op je gewacht." Roxalanne bloosde tot aan de wortels van haar haar. Haar vader keek verstoord. „Op mij gewacht, moeder? Waarom heeft hij op mij gewacht?" „Beantwoord mijn vraag waar ben je geweest?" ,,1'k ben met mijnbeer de Lesperon uit ge weest", antwoordde zij doodonschuldig. Breedere lagfen van het V6ik zien zich voor de taak gesteld om leiding te geven aan tal van maatregelen. In dit opzicht is er in bet Prov. bestuur de laatste 10 a 16 jaar groote ver- andering gekomen en zijn er veel meer punten den vroeger, waarin de belangen, die de Ka mer voorstaat en die Ged. Staten wil dienen, elkander raken. De provincie N.-Holland heeft het zeer groote belang ingezien om zich te bemoei-en met de electriciteits- en drinkwa- tervoorziening, zaken, die voor het welzijn van het volk van buitengewoon groote betee- kenis zijn. De electrische kraditbron maakt bet mogelijk, dat vele kleinen tot geluk en welvaart worden gebracht. Spr. achtte het niet noodig, het belang te schetsen, dat er voor N.-Holland is gelegen in de drinkwater- voorziening. Daarvoor spreekt het succes sinds 1923, aangezien er nog maar een ge meente in N.-Holland is met slechts enkele honderden zielen, die zich niet aansloot. Ook de verzorging van betere verkeerswegen te water en te land trok de belangstelling van Prov. Staten en het deed spr. buitengewoon veel genoegen dat de K. v. K. op het gemeen- teb-estuur van Alkmaar een krachtigen aan- drang heeft uitgeoef-end, om te zorgen, dat voldaan wordt aan de bescheiden bijdrage, die de provincie voor de kanalisatie van W.- Friesland vraagt. De heer G r 0 e n w a 1 d: Bescheiden! Gelach De heer Hendrix: Ten opzichte van al die groote belangen hebben de Prov. Staten herhaaldelijk een aandrang en verzoeken van de K. v. K. mogen ontvangen. Spr. verzekerde, dat de verzoeken en de wenschen van de K. v. K. door het college van Ged'. Staten met de grootste aandacht zijn gevolgd en als het kon, ter harte genomen. Natuurlijk spreekt het vanzelf, dat ook de provincie, in de taak, die zij zich stelt, be- perkt moet zijn. De financien zijn vaak oor- zaak, dat men niet altijd zoover kan gaan als men wil. Ook maken tegenstrijdigheid van belangen het wel eens moeilijk om den juisten weg te vin-den. Namens het college wilde spr. de K. v. K echter de verzekering geven, dat het met groote belangstelling zal letten op haar wen schen en verzoeken. Van harte hoopte spr., dat het de Kamer in de volgende periode wel mog-e gaan en dat zij nog heerlijk mooi werk zal mogen verrichten, in het bijzonder onder leiding van haren voorzitter. Ged. Staten van N.-Holland' wenschen niets anders dan dat de verhouding tusschen de Kamer en dit college zich zal ken-merken door wederzijdsche waar- deering. Applaus De burgemeester van Alkmaar spreekt. De burgemeester van Alkmaar, mr. Wen- delaar, verzekerde, dat het hem een groot ge noegen was, namens het gemeentebestuur een woord van welgemeenden dank te richten tot den voorzitter van de K. v. K. voor zijn woord van wel-kom, o.a. ook tot het college gericht. Spr.wenschte daaraan vast te knoopen een woord van gelukwensch met dezen dag. Hoe- wel het hem niet uitdrukkelijk verzocht was. meende hij1 toch, goed te doen, met ook een woord te spreken namens z'n 38 collega's uit dit district, aangezien -die wel niet alien het woord zouden vragen. Spr. hield zich over- tuigd, dat zij, evenals het gemeentebestuur van Alkmaar, op groote waarde schatten de uitstekende adviezen, die 'zij van de K. v. K mochten ontvangen. Spr. heeft altijd gestaan aan de zij'de van de personen, die voordurend gepleit hebben, de noodige aandacht aan de adviezen van de Kamer te schenken. Dat is echter niet altijd glad gegaan. Er was niet altijd eenstemmigheid ten dien aanzien. Het zou misschien moeilijk zijn, dit op een dag als vandaag te verklaren ware het niet, dat ook de Keer Grondsma hen'nnerd h~;ad aan net felt, dat hem steeds voor de voetent werd gewor- pen, als men de adviezen van de Kamer in twijfel trok, n.l. die ellendige -gieschiedenis met dat rotkreupel. Gelach! Spr. is echter overtuigd, dad, nu die zonde is beleden, ieder fatsoenlijk mensch dat argu ment niet meer zal gebruikefli. Gelach I Hij veronderstelde, dat men het nu wel met hem eens zal zijn, dat de adviezen van de Kamer deskundig zijn en opgevolgd dienen te worden. Aan den heer Hendrix verzekerde spr., tot diens gerustatelling, dat B. en W. overeen- komstig het advies van de Kamer, ten aanzien van de W.-Friesche kanaaljplannen gunstig adviseeren en z.i. zal de Raad ongetwijfeld dit advies op volgen. De voorzitter maakte reeds met een enkel woord gewag van het be- schikbaar stellen van deze zaal, doch het ge meentebestuur heeft gemeen.d, daarmee niet te kunnen te volstaan en-besloot daarom ook, na afloop van deze vergadering, in een andere zaal voor de genocdigden een klein tea te or- ganiseeren, wa?r eenige dranken en verver- schingen zullen worden aangeboden. Spr. sloot zich aan bij de geuite wenschen inzake het succes en het zegenrijke werk der Kamer en hij hoopte, dat de Kamer zich de medewer- king zal kunnen blijven verzekeren van den tegenwoordigen voorzitter en den secretaris, beide menschen, die met voile belangstelling in het leven staan. Dat de Kamer nog lang van hun buiten- gewone werkkracht moge profiteeren. (Ap plaus.) De Voorzitter van de Amster damsche K- van K- voert het woord. Namens de aanwezige vertegenwoordigers van de Kamers van Koophandel in N.-Hol- land sprak de Voorzitter van de Amsterdam sche K. v. K., de heer De Monchy, een woord van gelukwensch. Spr. wees er op, dat de samenwerking tus schen de overheid en het particulier bedrijf van de grootste beteekenis is om het econo misch bedrijfsleven in stad, gewest en land te doen groeien en bloeien. Waar wij onge twijfeld trachten den goeden weg te volgen, daar hoopte spr., dat men steeds mocht re- kenen op de buitengewoon tegemoetkomende wijze van beschouwing als die heden door den Burgemeester van Alkmaar was ge geven. De historicus had in zijn mooie beschou wing reeds naar voren gebracht, dat de ba- kermat van de negotie en de commercie ligt in Amsterdam. Amsterdam is onder de Ka mers van Koophandel de oudste zuster, wat allerminst beteekent, dat Amsterdam is de oudere zuster, want ook Amsterdam gaat er prat op, dat het steeds tracht te doen en goed te doen, wat het vindt te doen en daarom meent ook de Kamer van Koophandel te Amsterdam, dat zij voor alles moet werken tot heil en zegen van stad, gewest en land. Hartgrondig hoopte spr., dat de voorzitter zal voortgaan op den door hem ingeslagen weg en met de andere Kamers zal blijvea samenwerken tot de verdere ontwikkeling var den Nederlandsche -economie. Een stem uit de buitengemeenten Namens de Vereen. van aardappel- en groentenhandelared „De Koophandel" sprak de heer Wagenaar een woord van geluk wensch met het 75-jarig jubileum. Hij wees er op, dat dit geen felicitatie is van den groothandel alleen, aangezien bij „De Koop handel" ook aangesloten zijn de inkoopers der veilingen te Broek op Langendijk, N.-s Scharwoude en Warmenhuizen. Spr. bracht dus de gelukwenschen van den GOED ADVERTEEREN GEEFT ivEN ZEKER WINST ALS GELD DAT U NAAR DE SPAARBANK BRENGT. DE SPAARBANK GEEFT HOOG- STENS VIER OF VIJF PROCENT GOED ADVERTEEREN GEEFT EVEN VIJFTIG PROCENT WINST EN ZEKER MEER. „Alleen?" de vicomtesse schreeuwde haast „Ja, waarom niet." Het arme kind begreep niets van dat v-erhoor. „Ach! Het schijnt dat mijn dochter niet' beter is dan De hemel mag weten wat zij er misschien had bijgevoegd, want zij had een scherpe, venijnige tong; ik had nooit zoo iets gehoord van een dame en dat zegt wat voor iemand die lang aan het faof heeft verkeerd. Maar de vicomt-e, die mijn vrees misschien decide en de ooren van zijn kind wou sparen, kwam spoe dig tusschen beiden „Komaan, madame, wat zijn dat nu voor airs die ge aanneemt. Wij zijn hier niet in Parijs. Dit is niet het paleis van den koning. En province comme en province, wij zijn hier eenvou-dige menschen." „Eenvau<iige menschen?" viel zij' hem hef- tig in de rede. „Mijn hemel! ben ik dan met een boer getrouwd? Ben ik de vicomtesse van Lavedan, of de vrouw van een landbouwer? En is de eer van je dochter een zaak „Van de eer mijner dochter is hier geen sprake, madame", viel hij haar op zijn beurt in de rede en op zoo strengen toon, dat het vuur van haar verontwaardiging opeens werd gebluscht als een vonk die woidt uitgetrapt. En toen sprak hij' op kalmen toon: „Ha, daar zijn de bedienden. Permitteer hun voor mijn- heer de St. Eustache te zorgen. Anatole, je moest het rijiuig liever voor mijnheer laten voorkomen. Ik den'k d'at hij' niet in staat is te paard naar huis terug te keeren." Anatole keek naar den bleeken jongeling op den grond, toen wendde hij zijn klein ver- schrompeld gezicht naar mij toe en lachte schamper, maar todi op een eigenaardig plechtige manier. Mijnheer de St. Eustache was, schijnt het, niet erg bemind. Met zijn heele gewicht leunende op den arm van een der lakeien, liep de jonge man met moeite naar het binnenplein, waar hei rijtuig voor hem klaar stond. Op het laatste oogenblik wenkte hij den vicomte. „Zoo waar God leeft, mijnheer de Lave dan", zeide hij zwaar ademhalende door de woede die hem bezielde, „het zal u bitter be- rouwea vandaag de partij te hebben gekozen van dien blufferigen Gascogner. Denk daai beiden aan op uw reis naar Toulouse". De vicomte stond naast hem, schijnbaax geenszius bewogen door deze snoode bedrei- ging, hoewel het hem als een doodvonnis in de ooren moet hebben geklonken. „Vaarwel, mijnheer, en beterschap", was al wat hij antwoordde. Maar ik ging naar hem toe. „Zou u niet denken vicomte, dat het beter was hem hier te bouden?" vroeg ik. „Ach kom! Laat hem gaan", was het ant- woord St. Eustache za-g mij aan met oogen vol schrik. Misschien had deze jonge man al be- rouw over zijn dreigement en hij begreep hoe dwaas het was iemand te bedreigen in wiens macht hij nog was. „Bedenk u, mijnheer", riep ik uit. „Uw leven is edel en nuttig. Het mijne is niet zon- der eenige waarde. Zullen wij die levens en ook het geluk van uw vrouw en dochter laten vernietigen door dien kwajongen?" „La-at hem gaan, mijnheer; laat heir gaan. Ik ben niet bevreesd." (Wordt vervolgd)'. -v i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5