Illmistlit Cournit.
VrijstGlIing van den Dienstplicht
FEUILLETON.
Honiferd darflgsfe Jaargang.
Radio-hoekj®
BSfifBiengasngl
fo. m 1928
Donderdag- 3 lei.
Vrijdag 4 April.
fttlversum, 1060 M. 12.Pditieberich-
jen. 12.30—2 Lunchmuziek door het Trio
ffroeneveld. 6.7.15 Dinermuziek door het
frio Rentmeester. 7.157.45 Boekenpraatje.
Spr.: Dr. P. H. Ritter Jr.: De draaikolk (M.
de Jong'). Mededeeling van Merijntje Gij-
jenJs Jeugd. 7-45 P-olitieberiehten. 8.05
Schippersles door R. C. van Ree: Scheeps-
jdiroeven. 8.35—9 35 Kamennuziek door het
Hollandsche Trio (Mevr. B. van Bremen—
Schrik, viool. H. van Wezol, cello. Mevr. S.
fabatepinderRoeper, piano. 9.3511.—
jPopulair concert door het Omroep-orkest,
ander leiding van Nico Treep. 10.Pers-
lerichfen. 11.12.Dansmuziek door het
iansorkest Rentmeester.
Huixen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.)
12.30130 Lunchcoocert door het Trio
Winkels." 3.4.Vrouwenuurtje K. R. O.
ilej. Do Twaalthoven. 4.5.N. C. R. V.
Gramofoonmuziek. 5.6.45 Concert. P. v.
d Hurk, fluit. Joh. Koppert, fluit. J. Monis-
serc, piano. 6.557.30 K. R. O. Cursus Gre-
jgoriaansch door Prof. J. C. W. van der Wiel,
feeraar aan het Seminarie Hageveld te
fcemstede. 7.35 V. P. R. O. Inleiding door
'den Hoill. musicoloog Herman Rutters: prof.
Schweitzer als musicus. Daarna orgelcon-
'cert door prof. Schweitzer in de St. Bavokerk
te Haarlem. Bach-concert.
Daventry, 1600 M. 9.35 Kerkdienst. 10.20
Gramofoonmuziek. 11.20 Concert voor viool
as piano. 11.50 Orgeleomcert. 12 20—1.20
Orkestconcert. 2.20 Lezing: India. 2.45 Con
ceit. 2.50 Concert. Sybil Eaton kwaitet en
soli, has en bariton. 3.50 Balladenconcert, alt
en tenor. 4.20 Tuinpraatje. 4.35 Kinderuur-
tje. 5.20 Orkestconcert. 5.50 Nieuwsberich-
ten. 6.05 Orkestconcert. 6.20 Bfoscooppraat-
ie. 6.35 Liederen van Hugo Wolf voor tenor.
6.45 Lezing. 7.05 Concert door S. Logan,
bariton. 7.20 „Duffy", tooneeilstuk in 3 ac-
fen van Morton Nance. 8.10 Pianoconcert
door C. Dixon. 8.20 Nieuwsberichten. 8.35
Causerie. 8.50 Nieuwsberichten. 8.55 Sym-
phonie-oikest. 10.20—11.20 Dansmuziek.
Parljs „Radio-Paris"1750 M. 9.50'
11.Gramofoonmuziek. 11.501.10 Or
kestconcert. 3.054 05 Liter, en muzik. ma
tinee. 7.5010.10 Kamermuziek.
Langenberg, 469 M. 12.20—1.50 Orkest
concert. 5.20—6.15 Orkestconcert. 7.30—
8.20 Klaus Groth-avond. A- Imkamp, bas.
F. Ludwig, begel. E. Schnackenberg, decla-
tnafe. 8.20 Munchener Elf Scharfrichter-
avood. Tilly Wedekind, Prof. A Kutscher,
Haps StrickBondel en Robert Koihe.
Daarna tot 11.20 Dansmuziek.
Konigswlisterhausen, 1250 M. (Zeesen).
1120—4.20 Lezingen. 4.20—5.20 Orkest
concert. 5.20—7 05 Lezingen en lessen. 7.20
8.20 Causerie. 8 20—9.20 Julius Bab:
Diutscher Fruhling (Duitsche Lyriek). 9.20
Sluiten.
Hamburg, 395 M. 3.35 Voorteztng door
Martin BeheimSchwarzbadh. 7.20 Sym-
phonieconcert. Th. Demetriescu, solist. Daar
na tot 11.10 Her-uitzendin-g van buitenland-
eche stations.
Brussel, 509 M. 4.20—5.20 Orkestconcert.
7.35 Concert. Orkest en Mile. Mayrand,
rang 8.25 Concert. Hr. Goossens, vlaam-
fdhe humorist. 8.50 Vlaamsche literatuur.
tyervolgens tot 9.25 voortzotting concert.
Toelating van Leerlingen tot de
Gemeentescholen.
I: f
Nrs. 1 t/m. 4 en 6 tfm. 9.
IURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter kennis van be
langhebbenden, dat zij, die na afloop der
zomervacantie bunne kinderen een der Ge
meentescholen nrs. 1 t/m. 4 of 6 t/m. 9 wen-
schen te doen'bezoeken, daarvan aangifte
kunnen doen ter GEMEENTE-SECRETA-
RIE, AFDEELING ONDERWIJS, onder
overlegging van het geboortebewijs (of
trouwboekje der ouders) en, voor zoover de
kinderen zijn ingeent, het vaccinebewijs.
De kinderen moeten voor toelating op de
voornoemde scholen op 1 Augustus e.k. den
leeftijd van bYt jaar hebben bereikt (derhal-
vegeboren zijn voor of op 1 Februari 1923).
De gelegenheid tot aangifte is opengesteld
voor hen, wier geslachtsnamen aanvangen
met de letters:
Naar het Engelsch van
RAFAeL SABATINI.
(Schrijver van „De Zeevalk").
21)
Ik boog en ging achteruit en gaf den knecht
een wenk dten jongen weg te brengen, evenals
ik hem gewenkt zou hebben iets vuils dat
voor mijn voeten lag weg te nemen.
De vicomtesse ging zeer verstoord naar
haar kamer, ik zag haar dien avond niet weer
Mademoiselle zag ik even en zij gebruikte dat
)ogenblik om mij iets te vragen omtrent de
ianleiding tot mijn twist met St. Eustache.
„Loog hij werkelijk, Mijnheer de Lespe-
»n?" vroeg ziji.
,,Op mijn woord van eer, mademoiselle",
nwoordde ik plecihtig, ik hri> nooit aan een
vrouw een trouwbelofte gedaan." Toen liet ik
het hoofd hangen bij de gedachte, dat zij mij
morgen voor den laaghartigsten leugenaar
zou houden die er op de wereld leef de
want ik had het vaste besluit genomen te yer-
uekken voor de komst van Marsac daar
w echte Lesperon daar twijfelde ik niet
aan, inderdaad verloofd was met mademoi
selle de Marsac.
»ik ga morgen vroeg bier vandaan made-
Wiselle", ging ik voort. „Wat er heden is ge»
wwi fflaakt mijn yertrek w dan noodza-
A. IfSi. f. bij vooffeur op MA AND AG
7 MEI e.k.
G. t/m. K. bij voorkeur op DINSDAG 8
MEI e.k.
L. t/m. S. bij voorkeur op WOENSDAG 9
MEI e.k.
T. t/m." Z. bij voorkeur op DONDERDAG
10 MEI e.k.
telkens DES NAMJDDAGS VAN 2 TOT
5 UUR.
Ouders, die hun kinderen bij de opening
van de nieuw te stichten school aan ae Lin
denlaan deze willen doen bezoeken, wordt
verzocht daarvan bij de aangifte mededeeling
te doen. Deze kinderen worden voorshands
ondergebracht in een parallelklasse van Ge-
meenteschool nr. 6.
De ouders of verzorgers van leerlingen ujt
andere gemeenten zijn verplicht de aanvra-
gen tot toelating te richten tot de gemeedte-
Besturen van hun woonplaats.
Alkmaar, 30 April 1928.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
WENDELAA.R, Burgemeester.
A. KOELMA, Secretaris.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR
brengt het volgende ter kennis van belang-
hebbenden.
De Dienstplichtwet vermeldt zes redenen
van vrijstelling, te weten:
a. broederdienst;
b. kostwinnerschap;
c. persoonlijke onmisbaarheid;
d. het bekleeden van een geestelijk of een
godsdienstig-menschlievend ambt of
opleiding tot zoodanig ambt;
e. verdrag
f. aanwezigheid van een bijzonder geval.
In verschillende artikelen der wet is gere-
geld wat als zulk een reden van vrijstelling
in aanmerking komt. Het voornaamste van
de daaromtrent bestaande bepalingen wordt
hieronder voor elke reden afzonderlijk Ver
mel d.
De vrijstelling, verleend om een der onder
a, b en c genoemde redenen, geldt niet in ge
val van oorlog, oorlogsgevaar of andere bui-
tengewone omstandigheden. Hetzelfde kan
ook van toepassing worden verklaard op de
vrijstelling, verleend om de onder f genoem
de reden.
AANVRAGE VAN VRIJSTELLING.
Wie vrijstelling wenscht aan te vragen,
moet zich daartoe in den regel wenden tot
den burgemeester van de gemeente, voor wel-'
ke de belanghebbende voor den dienstplicht
ingeschreven is. Hij moet dan binnen den
tijd, hierna vermeld, ter secretarie van de ge
meente mondeling aanvragen de noodige be-
wijsstukken op te maken of zoodanige stuk-
ken inleveren, een en ander zooals hierna
nader is aangegeven.
De burgemeester zorgt, dat de stukken
worden gezonden aan den autoriteit, die over
het verleenen van vrijstelling heeft te beslis-
sen.
Voor zooveel broederdienst en geestelijken
enz. betreft, moet de vrijstelling worden aan-
gevraagd tusschen 16 en 31 Mei van het
jaar, waarin het inschrijvingsregister is ge-
sloten.
Ontstaat het recht op vrijstelling na 16
Mei, dan moet de aanvraag geschieden bin
nen 14 dagen nadat dit recht is ontstaan.
Voor zooveel kostwinnerschap en per
soonlijke onmisbaarheid betreft, moet de
vrijstelling worden aangevraagd omstreeks
drie maanden vo6r het tijdstip, waarop de
ingeschrevene zal worden ingelijfd.
BE'SLISSING OMTRENT VRIJSTELLING.
Omtrent vrijstelling wegens broederdienst
beslissen Gedeputeerde Staten. Omtrent vrij
stelling wegens een andere reden beslist de
Minister van Oorlog, of, als het iemand be
treft, die voor de zeemacht bestemd of bij de
zeemacbt ingelijfd is, de Minister van Marine
BEROEP.
Teg en elke omtrent vrijstelling gedane uit-
spraak staat beroep open bij de Koningin
Hieromtrent worden nadere mededeelingen
fedaan bij de bekendmaking van de uitspra-
en.
BROEDERDIENST.
Bij de Dienstplichtwet is als begihsel aan-
genomen, dat uit ieder gezin niet meer dan
een zoon behoeft te dienen. Het kan echter
gebeuren, dat door het verleenen van vrijstel-
lingen, door afkeuring enz. niet genoeg per-
sonen overblijven om tot gewoon dienstplich-
tige bestemd te worden. In dat geval kunnen
ook de voorloopig vrijgestelden, voor zoo
veel noodig, tot gewoon dienstplichtige wor
den bestemd. Voorloopig vrijgesteld worden
in het algemeen diegenen, die behooren tot
een getal broeders, waarvan de helft, of bij
een oneven getal, de kleinste helft nog niet
gediend heeft, noch tot gewoon dienstplich
tige bestemd is.
kelijk. Uitstellen zou gevaariijk zijn. U zuit
vreemde dingen van mij hooren, zooals ik u
reeds gezegd heb. Maar wees barmhartig. Er
zal veel bij zijn dat waar is en ook veel on-
waar; maar wat waar is, is ook zeer laag-
hartig en Ik zweeg plotseling, hoe kon ik
verklaren, ja zelfs verzachten wat gebeuren
zou. Ik haaide wanhopig de sdhouders op en
liep naar het raatn. Zij kwam naar mij toe en
stond naast mij.
„W.it u het mij niet vertellen? Stelt u geen
vertrouwen in mij? Ach mijnheer de Lespe
ron
„Stil kind; ik kan niet. Het is te laat om het
nu te vertellen.
„0 neen, niet te laat! Ze vertellen mij zeker
iets ergers van u dan wat u verdient. Wat ver-
bergt u mij toch? Wat is het voor een ge-
heim? Zeg het mij mijnheer. Zeg het mij."
Heeft een vrouw ooit duidelijker aan een
man gezegd dat zij hem liefheeft en dat zij
door die liefde verontschuldiging voor alles
zou vinden? Was ooit een vrouw beter ge-
stemd om een bekentenis aan te hooren van
den man die haar liefhad en van wiens liefde
zij verzeikerd was met iederen vezel van haar
vrouwelijken aard?
Deze twee vragen kwamen bij mij op en' ik
besloot zelfs nu, ter elfdter ure, te spreken.
Maar toen ik weet niet hoe scheen er
een nieuwe hinderpaal te verrijzen. Het was
niet alleen de quaestie haar over de wedden-
schap te spreken; niet alleen haar de dubbel-
zinnigheid mee te deelen waardoor ik het ver
trouwen van haar vader had verworven, niet
alleen haar te vertellen; dat ik niet was Les-
Vrijstelling wegens broederdienst wordt1
verleend aan den ingeschrevene, wiens broe-
der gediend heeft bij de landmacht, bij de
zeemacht of bij de overzeesche weermacht
Onder broeder wordt verstaan de wettige
breeder of wettige halfbroeder.
Als broederdienst komt slechts in aapmer-
king de dienst van den broeder, die:
a. gedurende ten minste vijf en een halve
maand de maand op 30 dagen gere-
kend in werkelijken dienst is geweest
of, indien hij als dienstplichtige een eerste
oefening van korteren duur te vervullen
had, deze oefening heeft volbracht;
b. militair pensioen geniet of heeft genoten;
c. gedurende zijn werkelijken dienst is over-
leden.
Met den dienst, door een broeder vervuld,
wordt gelijkgesteld de dienst vervuld door
een ingevolge de wet voor den broeder ge-
stelden plaatsvervanger bij de militie.
Indien twee of meer broeders voor een-
zelfde lichting tot gewoon dienstplichtige be
stemd zijn, wordt, tenzij onderling anders
overeengekomen, de oudste hunner en bij ge-
lijken ouderdom, hij, die het eerst in het al
phabetisch register werd vermeld, beschouwd
als degene, wiens dienst zoo deze voldoet
aan hetgeen in het tweede lid is bepaald
recht op vrijstelling voor de anderen ople-
vert.
Te alien overvloede wordt nog opgemerkt
dat hij, die nog geen recht op vrijstelling
wegens broederdienst heeft doordat de
dienstplichtige of vrijwillig dienende broe
der nog niet, of nog niet lang genoeg in
werkelijken dienst is geweest, alsnog vrij
stelling kan aanvragen binnen 14 dagen na
dat de voor broederdienst vereischte werke-
lijke dienst is volbracht. Hij, voor wien na
den gewonen tijd recht op vrijstelling ont
staat, doordat een broeder militair pensioen
verkrijgt of gedurende zijn werkelijken dienst
komt te overlijden, kan eveneens vrijstelling
aanvragen binnen 14 dagen nadat dit geval
zich voordoet (een en ander geldt alleen
voor hen, die voor de lichting zijn ingeschre
ven). Indien de ingeschrevene als "gewoon
dienstplichtige zou moeten worden inge
lijfd, voordat de dienst van den broeder vol-
doende is voor vrijstelling, of voordat de ver
eischte stukken kunnen worden overgelegd,
zal in den regel aan den ingeschrevene als
deze het te zijner tijd vraagt, uitstel van de
eerste oefening worden verleend in afwach-
ting van de aan te vragen vrijstelling.
Voor aanvrage om vrijstelling wegens
broederdienst zal een speciale zitting worden
gehouden en wel voor hen, wier geslachts
namen beginnen met een der letters:
OP WOENSDAG 16 MEI:
A. t/m F. v.m. tusschen 9—11 uur.
G. H. 11-12
I. K. n.m. 2— 4
OP VRIJDAG 18 MEI:
L. t/m M. v.m. tusschen 9—11 uur.
N. R. 11-12
S. T. n.m. 2— 4
OP ZATERDAG 19 MEI:
V. t/m Z. v.m. tusschen 912 uur.
Bij het aanvragen van vrijstelling wegens
broederdienst moeten door de zorg van den
belanghebbende tegenwoordig zijn twee ge-
tuigen, die meerderjarige mannelijke perso-
nen moeten zijn, van wie kan worden aan-
genomen, dat zij met het gezin, waartoe de
ingeschrevene behoctrt, voldoende bekend
zijn.
Van elke aanvraag om vrijstelling wordt
terstond een bewijs afgegeven aan den per-
soon, die de aanvraag doet.
De vader of broeder van een ingeschrevene
zal niet als getuige worden toegelaten.
Medebrengen van zakboekjes of paspoor-
ten, alsmede van het trouwboekje is vereischt.
KOSTWINNERS.
Vrijstelling wegens kostwinnerschap wordt
verleend aan hem, door wiens verblijf in
werkelijken dienst voor eerste oefening vol
doende middelen tot levensonderhoud aan
andere persopen ontbreken of zouden komen
te optbreken. Onder deze personen worden
uitsluitend begrepen:
a. de echtgenoote van den ingeschrevene;
b. zijn bloed- en aanverwanten in de rechte
linie;
c. zijn andere bloed- en aanverwanten in
den tweeden graad;
d. zijn pleegouders;
e. degenen, in wier onderhoud de inge
schrevene ingevolge rechterlijk vonnis
moet voorzien.
Geldt het iemand, die reeds is ingelijfd,
dan wordt de vrijstelling niet verleend, zoo
de belangen van den dienst het wenschelijk
maken haar niet te verleenen.
Het verdient bijzo-ndere aandacht, dat ver-
goeding wegens kostwinnerschap voor het
verblijf onder de wapenen slechts bij uitzon-
dering wordt toegekend, namelijk alleen in
het geval, dat de behoefte daaraan eerst tij-
dens den duur der eerste oefening ontstaat of
peron. Maar ik zou haar moeten zeggen wie
ik wel was. Al vergaf zij mij alle andere din
gen, zou zij mij kunnen vergeven dat ik Bar-
delys was, de beruchte Bardelys, de door-
draaier, de losbandige, van wiens heldenda-
den zij reeds iets vernomen had door haar
moeder, honderdmaal zwarter gekleurd dan
zij inderdaad waren? Zou zij niet voor mij
terugdeizen wanneer ik haar zei dat ik die
man was? In haar reine onschuld meende zij
zonder twijfel dat het leven van iederen man,
die zich zelf als een edelman beschouwt, rein
en kalm moest wezen. Zij1 zou niet evenals
haar moeder in mij niet meer ziert dan een
type van den hoogsten stand in Frakrijk, die
dus geen ondeugden meer heeft dan ieder an
der. Zij zou mij beschouwen als een monster
van losbandigheid en dat, o, dat kon ik niet
verdragen, ik kon er geen getuige van zijn.
Als ik er nu achteraf over nadenk, dan zie
ik wel in dat ik de zaak overdreef. Ik ver-
beeldde mij dat zij het zou inzien zooals ik
het in zag. Want fcunt u mij gelooven?
met die groote liefde die inu tot mij: gekomen
was, was het mij; of de idealen van mijn eer
ste jeugd waren teruggekeerd en ik had een
afschuw van den man die ik geweest was.
Het leven dat ik had geleid vervulde mij met
afschuw; de begripperi die ik had gevormd,
sch-enen mij nu slecht en verkeerd toe, mijn
cynische geest onbillijk.
„Monsieur de Lesperon", zoo wekte zij
mij zachtjes uit mijn gepeins.
Ik zag haar aan. Ik legde mijn hand zacht
jes op haar arm; ik zag haar aan in haar
blauwe verg-eet-mij-tniet oogen.
wanneer de belangen van den dienst in an-
der opzicht niet toelaten den ingelijfden kost-
winner vrij te stellen.
N.B. Vrijstelling wegens kostwinnerschap
wordt aanvankelijk een of meermalen voor
een bepaalden duur verleend. Is de vrijstel
ling reeds voor een gezamenlijken duur van
ten minste vier jaar verleend en blijkt de
grond voor de vrijstelling bij een daarna te
nemen beslissing nog aanwezig, dan wordt
de vrijstelling voorgoed verleend. Zoolang
dc vrijstelling nog niet voor goed verleend
is, kan zij worden ingetrokken, als blijkt, dat
de grond voor de vrijstelling niet meer be-
stciclt
PERSOONLIJKE ONMISBAARHEID.
Vrijstelling wegens persoonlijke onmis
baarheid wordt verleend aan hem, wiens
aanwezigheid noodzakelijk is voor de in-
standhouding der middelen van bestaan van
personen, als hiervoor met betrekking tot
kostwinners onder de letters a—e zijn ver
meld.
Wat hierboven onder N.B. is vermeldt,
c.idt ook vcor deze reden van vrijstelling.
GEESTELIJKEN ENZ.
Vrijstelling wordt verleend:
a.« aan den geestelijke, den bedienaar van
den godsdienst, den zendeling-leeraar,
den broeder-diaken van een godsdienstige
vereeniging en den roomsch-katholieken
ordebroeder
b. aan den student in de godgeleerdheid en
den zendeling-kweekeling, die tot geeste
lijke, tot bedienaar van den godsdienst of
tot zendeling-leeraar wordt opgeleid, en
aan den proefbroeder, die tot broeder
diakoon van een godsdienstige vereeni
ging wordt opgeleid.
Wie geacht wordt een dezer hoedanig-
heden te bezitten, is omschreven in een twee-
tal tabellen, die belanghebbenden ter Secre
tarie dezer Gemeente kunnen raadplegen. De
vrijstelling kan ook worden verleend, indien
de ingeschrevene verkeert in een geval, dat
met een der in de tabellen omschreven geval-
len kan worden gelijkgesteld.
Tot het aanvragen van de hier bedoelde
vrijstelling moet bij den Burgemeester wor
den ingeleverd een verklaring, waaruit blijkt,
dat de ingeschrevene verkeert in een der ge-
vallen, in de tabellen omschreven, of in een
daarmee overeenkomend geval.
De hierbedoelde vrijstelling wordt aanvan
kelijk een of meermalen voor een bepaalden
duur verleend. Is de vrijstelling reeds voor
een gezamenlijken duur van ten minste vier
jaren verleend en blijkt de grond voor de
vrijstelling bij een daarna te nemen beslis
sing nog aanwezig, dan wordt de vrijstelling
voorgoed verleend. De vrijstelling houdt op
te gelden, zoodra de vrijgestelde ophoudt te
verkeeren in het geval, waarop de vrijstelling
gegrond was.
VERDRAG.
Vrijstelling wegens verdrag wordt ver
leend aan hem, die blijkt ingevolge een ver
drag met een vreemden Staat niet tot krijgs-
dienst verplicht te zijn.
BIJZONDER GEVAL.
Wat als een bijzonder geval wordt aange
merkt, staat ter beoordeeling van den Minis
ter.
Alkmaar, 2 Mei 1928.
De Burgemeester,
WENDELAAR.
DE SPREKENOE EN
MUSISEERENDE FILM.
Proefvcorstellingen in Den Haag.
Het Hbld. schrijft over de proefvoorstel-
ling van Dinsdagavond
Heinrich J. Kuchenmeister, de vcrvaardiger
der ultraphoon-spreekmachine en der spre-
kene films, is ter gelegenheid van de Inter
nationale Filmtentoonstclling in Den Haag
Haag gekomen met een staf van ingenieurs
en monteurs, om er zijn sprekende films te
vertoonen. Hij trof het niet met de ruimte op
de I. T. F., want hij had op zoo'n klein bios-
coopzaaltje als daar is niet kunnen rekenen,
zoodat de reproductie van het geluid, dat de
film begeleidt, veel te sterk was. Verschillen
de brokstukken van sprekende films konden
deswege slechts een onvoldcenden indruk
geven van hetgeen Kuchenmeister heeft be
reikt. Daarom zullen we ons oordeel ook op-
schorten tot de groote voorstelling, welice
Kuchenmeister Donderdagavond in 't Haag-
sche City-theater voor genoodigden zal geven.
Hij zal daar de ruimte hebben om de betee-
kenis van de sprekende film aan te toonen.
Intsuschen geven wij hier gaarne de uite-en-
zetting weer, welke Kuchenmeister zelf ons
over zijn inzicht en werk heeft verstrekt.
Kuchenmeister heeft het probleem der spre
kende film tot een oplossing gebracht en wat
nog meer zeggen wil„ tot een praktische en
eenvoudige oplossing. Vele uitvinders voor
Kuchenmeister hebben reeds aan de verwe-
„U hebt verdriet", fluisterde zij vol mede-
lijden.
,,Erg-er dan dat, Roxalanne! Ik heb 1-eed ge-
zaaid, ook in uw hart. Ach! ik ben te on-
waardig!" riep ik uit; ,,-en als ge ontdekt hoe
onwaardig. dan zal het u pijo doen; het zal
uw trots kwetsen wanneer ge bedenkt hoe
vriendelijk ge voor mij gew-eest zijt". Zij
glimlacht-e ongeloovi-g, alsof ze aan mijn
woord-en geen geloof sloe-g. „Neen, kind, i!k
kan h-et u niet vertellen".
Zij zuchtte en voordat er meer bijgevoegd
kon worden hoorden wij een geluid bij de
deur en schrik ten.
De vicomte kwam binnen en mijn laatste
kans om een bekentenis af te leggen, om
misschien veel af te wenden van hetgeen
volgde, was verloren.
HOOFDSTUK VIII.
Het portret.
Hoe vaak hangt ons lot van een klein-ig-
■lieidvan -een onvoorziene omstandigheid af.
Een schijnbaar toevalli-ge omstandigheid kan
ons geheel-e leven -een andere richting geven.
Indien monsieur de Marsac op een fatsoen-
lijik uur van den dag op Lavedan was -geko
men, zou ik reeds op weg naar Parijs zijn
geweest, met het voornemen mijn nederlaag
te erkennen en mijn weddenschap te beta-
len. Een nacbt nadenken had mij versterkt in
mijn besluit dezen stap te doen; daarna kon
ik bij Roxalanne terugkeeren, als een arm
man dat is zoo, maar tenminste als een man
zenlijking van dit vraagstuk gewerkt. Daarbh
gingen zij echter van geheel andere principes
uit. Ten aeele werden wel oplossingen gevon-
den, doch deze hadden weinig praktische
waarde. Er werden b.v. abnormaal breedc
films gebruikt of ook wel twee films, een voor
het beeld en een voor het geluid. Men heeft
zelfs film en gramofoonplaat gecombinecrd.
Bij de abnormaal breede film is let be-
zwaar, dat naast moeilijke bediening, 40 tot
50 pet. meer filmmateriaal noodig is en daar-
door hoogere onkosten ontstaan, welke bij
twee films zelfs verdubbeld worden. Indien
film en gramofoonplaat gecombineerd wor
den, gaat het synchroniscne tusschen beeld
en toon (de absolute gelijktijdigheid, die on-
misbare voorwaarde voor het slagen eener
„sprekende film" is) verloren, zoodra de film
hetgeen immers nogal eens geschiedt
scheurt of in brand geraakt.
De bioscoop-exploitant zou daarom, wan
neer hij de Sprekende Film demonstreeren
wilde, voor zeer groote moeilijkhedcr en on-;
kosten komen te staan. De gewone projeo
tie-apparaten zijn voor het gebruik van de
verbreede films (bij de andere methoden) niet
geeigend, terwijl de benoodigde apparaten
veel plaats innemen en veel geld kosten.
Ondanks de groote belangrijkheid van het
vraagstuk is het daarom slechts bij interes-
sante proefnemingen gebleven.
Bij het toestel van Kuchenmeister te aaSl
alle practische noodzakelijkheden van te ve-
ren rekening gehouden. Zij kan in weinige
uren aan ieder normaal projectie-apparaat
aangebracht worden, terwijl de kosten van
zullc een apparaat slechts ongeveer 1500
bedragen. Een bijzonder vakkundig opera-
teur is niet noodig, de gewone operateur of
ook zelfs een leek kan het apparaat zonder
eenige moeite bedienen,
Hoe is nu de technische gang bij het opne-
men en het weergeven van de Sprekende
Film?
Met behulp van een microfoon worden mu-
ziek en het gesproken woord, kortom alle ge-
luiden, tezamen met het beeld door de foto-
graphisehe camera op de film vastgelegd.
De in een stroomkring opgenomen micro
foon geeft, evenal. bij de telefonie of radio,
de opgevangen geluidsgolven eiectrisch door
aan een lampversterker. Achter den verster-
ker is een gloeilamp geschakeld, welker licht
nu in een rhythme, overeenkomende met de
corspronkelijke geluidsgolven, telkens onder-
broken wordt. Deze zeer snelle onderbrekin-
gen zijn voor het oog niet waarneembaar.
Wel kan men deze lichtflikkeringen fotogra-
fisch vastleggen op de voorbijdraaiende film,
waarop zij dan te voorschiin komen als af-
wissdende" lichte en donkere strepen, vlak
naast het gewone fotographisehe filmbeeld.
Dit is in grove trekken het opnemen van de
sprekende film. Om deze „weer te geven"
wordt een gewoon film-projeciie-apparaat
gebruikt, waaraan boven-dien een electrischc
gloeilamp met een daarbij behoorend optisch
lenzensysteem is aangebracht. Dit lenzensys-
teem bevindt zich juist daar, waar naast hef
gewone filmbeeld de lichte en donkere stre
pen (de geluidsfoto's) in snel tempo voorbij-
draaien. De afwisseling van lichte en don
kere streepjes maakt nu, dat het licht van de
gloeilamp nu eens sterker, dan weer zwak-
ker wordt doorgelaten naar een zeer eigen-
aardig orgaan, nl. de zoogenaamde lichtge-
voelige cel. Dit laatste orgaan bevindt zich
wederom in een stroomkring. Zijn eigenaar-
dighrid bestaat hierin, dat het zoolang er
geen licht op valt, den electrischen stroom
niet doorlaat, en dezen juist wel doorlaat,
zoodra het belicht v/ordt.
Het is nu begrijpelijk, dat de snelle afwis
seling van donker en licht in den stroom
kring van de lichtgevoelige eel rhythmische
stroomstooten geeft, welker trillingen weet
precies overeenkemen met -die van de „opge-
nomen" geluiden. Deze rhythmische stroom
stooten worden daarop versterkt, totdat z%
een of meer luidsprekers doen spreken en
zoo aan den hoorder dezelfde geluidsgolven
brengen, welke vro-eger door den microfoon
werden opgevangen.
Kuchenmeister verwacht voor de toekomst
terecht veel van zijn werk. Indien de spre
kende film" beter vorden kan,' dan wij haaf
gisteren onder slechte omstandigheden hoor
den en zagen, dan kan zij, zoowel voor de
practische bioscoopuitvoeringen van dezen
tijd als voor de geschiedenis van grocte
waarde zijn. Wij hebben gisteravond een
spreker op het doek een inleiding hooren
houden, die werkelijk voortreffelijk gearticu-
leerd en volstrekt synchronisch met de mond-
bewegingen werd weergegeven. Donderdag
avond zal bijvoorber-ld een rede worden „af-
gedraaid" van onzen gezant in Berlijn, al-
daar opgenomen. Men voelt, welke geschied-
kundige en paedagogiscne mogelijkheden
daarin schuilen. Terecht zei Kuchenmeister:
„als ik wat vroeger met mijn werk geweest
was, had ik het beeld en de stem van uw
grooten Lorentz, den grondlegger van Ein-
wiens plannen niet verkeerd konden worden
uitgelegd.
Toen ik dan eindelijk in slaap viel, voelde
ik mij gelukkiger dan de vorige dagen. Ik
was z-eke-r van Roxalanne's liefde en ik had
hoop haar eindelijk de mijne te mogen noe-
men wanneer de slagboom was weggeno-
men, d-e schaamte die ik tegenover haar ge-
voelde. Ik denk dat deze gedachten mij lang
wakker gehouden hebben en ik dus heel laat
was ingeslapen; daaraan schrijf ik tenminste
toe dat ik den volgenden morgen zoo laat
wakker w-erd. Het zonlicht stroomde mijn ka
mer in en Anatole stond voor mijn bed.
„Hoe laat is het?" vroeg ik en zat dadelijk
overeind.
„Over tienen", zei hij op streng afkeuren-
den toon.
„En je hebt mij maar laten slapen?" riep
ik uit.
„Wij doen niet veel anders op Lavedan
ook als wij wakker zijn", bromde hij. Toen
hield hij mij een papier voor en zei: „Mon-
sieur Stanislas de Marsac is vanmorgen
vroeg hier geweest met mademoiselle zijn
zuster. Hij heeft dezen brief voor u achterge-
laten, mijnheer".
Verbazing en vrees werden spoedig ge-
volgd door een gevoel van verlichting, daar
Marsac volgens Anatole niet gebleven was.
Toch nam ik den brief met argwaan aan en
terwijl ik hem in de hand had ondervroeg ik
den ouden dienaar.
(Wordt vervolgd).
7 -