Illmistlit Cournit. VrijstGlIing van den Dienstplicht FEUILLETON. Honiferd darflgsfe Jaargang. Radio-hoekj® BSfifBiengasngl fo. m 1928 Donderdag- 3 lei. Vrijdag 4 April. fttlversum, 1060 M. 12.Pditieberich- jen. 12.30—2 Lunchmuziek door het Trio ffroeneveld. 6.7.15 Dinermuziek door het frio Rentmeester. 7.157.45 Boekenpraatje. Spr.: Dr. P. H. Ritter Jr.: De draaikolk (M. de Jong'). Mededeeling van Merijntje Gij- jenJs Jeugd. 7-45 P-olitieberiehten. 8.05 Schippersles door R. C. van Ree: Scheeps- jdiroeven. 8.35—9 35 Kamennuziek door het Hollandsche Trio (Mevr. B. van Bremen— Schrik, viool. H. van Wezol, cello. Mevr. S. fabatepinderRoeper, piano. 9.3511.— jPopulair concert door het Omroep-orkest, ander leiding van Nico Treep. 10.Pers- lerichfen. 11.12.Dansmuziek door het iansorkest Rentmeester. Huixen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.) 12.30130 Lunchcoocert door het Trio Winkels." 3.4.Vrouwenuurtje K. R. O. ilej. Do Twaalthoven. 4.5.N. C. R. V. Gramofoonmuziek. 5.6.45 Concert. P. v. d Hurk, fluit. Joh. Koppert, fluit. J. Monis- serc, piano. 6.557.30 K. R. O. Cursus Gre- jgoriaansch door Prof. J. C. W. van der Wiel, feeraar aan het Seminarie Hageveld te fcemstede. 7.35 V. P. R. O. Inleiding door 'den Hoill. musicoloog Herman Rutters: prof. Schweitzer als musicus. Daarna orgelcon- 'cert door prof. Schweitzer in de St. Bavokerk te Haarlem. Bach-concert. Daventry, 1600 M. 9.35 Kerkdienst. 10.20 Gramofoonmuziek. 11.20 Concert voor viool as piano. 11.50 Orgeleomcert. 12 20—1.20 Orkestconcert. 2.20 Lezing: India. 2.45 Con ceit. 2.50 Concert. Sybil Eaton kwaitet en soli, has en bariton. 3.50 Balladenconcert, alt en tenor. 4.20 Tuinpraatje. 4.35 Kinderuur- tje. 5.20 Orkestconcert. 5.50 Nieuwsberich- ten. 6.05 Orkestconcert. 6.20 Bfoscooppraat- ie. 6.35 Liederen van Hugo Wolf voor tenor. 6.45 Lezing. 7.05 Concert door S. Logan, bariton. 7.20 „Duffy", tooneeilstuk in 3 ac- fen van Morton Nance. 8.10 Pianoconcert door C. Dixon. 8.20 Nieuwsberichten. 8.35 Causerie. 8.50 Nieuwsberichten. 8.55 Sym- phonie-oikest. 10.20—11.20 Dansmuziek. Parljs „Radio-Paris"1750 M. 9.50' 11.Gramofoonmuziek. 11.501.10 Or kestconcert. 3.054 05 Liter, en muzik. ma tinee. 7.5010.10 Kamermuziek. Langenberg, 469 M. 12.20—1.50 Orkest concert. 5.20—6.15 Orkestconcert. 7.30— 8.20 Klaus Groth-avond. A- Imkamp, bas. F. Ludwig, begel. E. Schnackenberg, decla- tnafe. 8.20 Munchener Elf Scharfrichter- avood. Tilly Wedekind, Prof. A Kutscher, Haps StrickBondel en Robert Koihe. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Konigswlisterhausen, 1250 M. (Zeesen). 1120—4.20 Lezingen. 4.20—5.20 Orkest concert. 5.20—7 05 Lezingen en lessen. 7.20 8.20 Causerie. 8 20—9.20 Julius Bab: Diutscher Fruhling (Duitsche Lyriek). 9.20 Sluiten. Hamburg, 395 M. 3.35 Voorteztng door Martin BeheimSchwarzbadh. 7.20 Sym- phonieconcert. Th. Demetriescu, solist. Daar na tot 11.10 Her-uitzendin-g van buitenland- eche stations. Brussel, 509 M. 4.20—5.20 Orkestconcert. 7.35 Concert. Orkest en Mile. Mayrand, rang 8.25 Concert. Hr. Goossens, vlaam- fdhe humorist. 8.50 Vlaamsche literatuur. tyervolgens tot 9.25 voortzotting concert. Toelating van Leerlingen tot de Gemeentescholen. I: f Nrs. 1 t/m. 4 en 6 tfm. 9. IURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter kennis van be langhebbenden, dat zij, die na afloop der zomervacantie bunne kinderen een der Ge meentescholen nrs. 1 t/m. 4 of 6 t/m. 9 wen- schen te doen'bezoeken, daarvan aangifte kunnen doen ter GEMEENTE-SECRETA- RIE, AFDEELING ONDERWIJS, onder overlegging van het geboortebewijs (of trouwboekje der ouders) en, voor zoover de kinderen zijn ingeent, het vaccinebewijs. De kinderen moeten voor toelating op de voornoemde scholen op 1 Augustus e.k. den leeftijd van bYt jaar hebben bereikt (derhal- vegeboren zijn voor of op 1 Februari 1923). De gelegenheid tot aangifte is opengesteld voor hen, wier geslachtsnamen aanvangen met de letters: Naar het Engelsch van RAFAeL SABATINI. (Schrijver van „De Zeevalk"). 21) Ik boog en ging achteruit en gaf den knecht een wenk dten jongen weg te brengen, evenals ik hem gewenkt zou hebben iets vuils dat voor mijn voeten lag weg te nemen. De vicomtesse ging zeer verstoord naar haar kamer, ik zag haar dien avond niet weer Mademoiselle zag ik even en zij gebruikte dat )ogenblik om mij iets te vragen omtrent de ianleiding tot mijn twist met St. Eustache. „Loog hij werkelijk, Mijnheer de Lespe- »n?" vroeg ziji. ,,Op mijn woord van eer, mademoiselle", nwoordde ik plecihtig, ik hri> nooit aan een vrouw een trouwbelofte gedaan." Toen liet ik het hoofd hangen bij de gedachte, dat zij mij morgen voor den laaghartigsten leugenaar zou houden die er op de wereld leef de want ik had het vaste besluit genomen te yer- uekken voor de komst van Marsac daar w echte Lesperon daar twijfelde ik niet aan, inderdaad verloofd was met mademoi selle de Marsac. »ik ga morgen vroeg bier vandaan made- Wiselle", ging ik voort. „Wat er heden is ge» wwi fflaakt mijn yertrek w dan noodza- A. IfSi. f. bij vooffeur op MA AND AG 7 MEI e.k. G. t/m. K. bij voorkeur op DINSDAG 8 MEI e.k. L. t/m. S. bij voorkeur op WOENSDAG 9 MEI e.k. T. t/m." Z. bij voorkeur op DONDERDAG 10 MEI e.k. telkens DES NAMJDDAGS VAN 2 TOT 5 UUR. Ouders, die hun kinderen bij de opening van de nieuw te stichten school aan ae Lin denlaan deze willen doen bezoeken, wordt verzocht daarvan bij de aangifte mededeeling te doen. Deze kinderen worden voorshands ondergebracht in een parallelklasse van Ge- meenteschool nr. 6. De ouders of verzorgers van leerlingen ujt andere gemeenten zijn verplicht de aanvra- gen tot toelating te richten tot de gemeedte- Besturen van hun woonplaats. Alkmaar, 30 April 1928. Burgemeester en Wethouders voomoemd, WENDELAA.R, Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris. De BURGEMEESTER van ALKMAAR brengt het volgende ter kennis van belang- hebbenden. De Dienstplichtwet vermeldt zes redenen van vrijstelling, te weten: a. broederdienst; b. kostwinnerschap; c. persoonlijke onmisbaarheid; d. het bekleeden van een geestelijk of een godsdienstig-menschlievend ambt of opleiding tot zoodanig ambt; e. verdrag f. aanwezigheid van een bijzonder geval. In verschillende artikelen der wet is gere- geld wat als zulk een reden van vrijstelling in aanmerking komt. Het voornaamste van de daaromtrent bestaande bepalingen wordt hieronder voor elke reden afzonderlijk Ver mel d. De vrijstelling, verleend om een der onder a, b en c genoemde redenen, geldt niet in ge val van oorlog, oorlogsgevaar of andere bui- tengewone omstandigheden. Hetzelfde kan ook van toepassing worden verklaard op de vrijstelling, verleend om de onder f genoem de reden. AANVRAGE VAN VRIJSTELLING. Wie vrijstelling wenscht aan te vragen, moet zich daartoe in den regel wenden tot den burgemeester van de gemeente, voor wel-' ke de belanghebbende voor den dienstplicht ingeschreven is. Hij moet dan binnen den tijd, hierna vermeld, ter secretarie van de ge meente mondeling aanvragen de noodige be- wijsstukken op te maken of zoodanige stuk- ken inleveren, een en ander zooals hierna nader is aangegeven. De burgemeester zorgt, dat de stukken worden gezonden aan den autoriteit, die over het verleenen van vrijstelling heeft te beslis- sen. Voor zooveel broederdienst en geestelijken enz. betreft, moet de vrijstelling worden aan- gevraagd tusschen 16 en 31 Mei van het jaar, waarin het inschrijvingsregister is ge- sloten. Ontstaat het recht op vrijstelling na 16 Mei, dan moet de aanvraag geschieden bin nen 14 dagen nadat dit recht is ontstaan. Voor zooveel kostwinnerschap en per soonlijke onmisbaarheid betreft, moet de vrijstelling worden aangevraagd omstreeks drie maanden vo6r het tijdstip, waarop de ingeschrevene zal worden ingelijfd. BE'SLISSING OMTRENT VRIJSTELLING. Omtrent vrijstelling wegens broederdienst beslissen Gedeputeerde Staten. Omtrent vrij stelling wegens een andere reden beslist de Minister van Oorlog, of, als het iemand be treft, die voor de zeemacht bestemd of bij de zeemacbt ingelijfd is, de Minister van Marine BEROEP. Teg en elke omtrent vrijstelling gedane uit- spraak staat beroep open bij de Koningin Hieromtrent worden nadere mededeelingen fedaan bij de bekendmaking van de uitspra- en. BROEDERDIENST. Bij de Dienstplichtwet is als begihsel aan- genomen, dat uit ieder gezin niet meer dan een zoon behoeft te dienen. Het kan echter gebeuren, dat door het verleenen van vrijstel- lingen, door afkeuring enz. niet genoeg per- sonen overblijven om tot gewoon dienstplich- tige bestemd te worden. In dat geval kunnen ook de voorloopig vrijgestelden, voor zoo veel noodig, tot gewoon dienstplichtige wor den bestemd. Voorloopig vrijgesteld worden in het algemeen diegenen, die behooren tot een getal broeders, waarvan de helft, of bij een oneven getal, de kleinste helft nog niet gediend heeft, noch tot gewoon dienstplich tige bestemd is. kelijk. Uitstellen zou gevaariijk zijn. U zuit vreemde dingen van mij hooren, zooals ik u reeds gezegd heb. Maar wees barmhartig. Er zal veel bij zijn dat waar is en ook veel on- waar; maar wat waar is, is ook zeer laag- hartig en Ik zweeg plotseling, hoe kon ik verklaren, ja zelfs verzachten wat gebeuren zou. Ik haaide wanhopig de sdhouders op en liep naar het raatn. Zij kwam naar mij toe en stond naast mij. „W.it u het mij niet vertellen? Stelt u geen vertrouwen in mij? Ach mijnheer de Lespe ron „Stil kind; ik kan niet. Het is te laat om het nu te vertellen. „0 neen, niet te laat! Ze vertellen mij zeker iets ergers van u dan wat u verdient. Wat ver- bergt u mij toch? Wat is het voor een ge- heim? Zeg het mij mijnheer. Zeg het mij." Heeft een vrouw ooit duidelijker aan een man gezegd dat zij hem liefheeft en dat zij door die liefde verontschuldiging voor alles zou vinden? Was ooit een vrouw beter ge- stemd om een bekentenis aan te hooren van den man die haar liefhad en van wiens liefde zij verzeikerd was met iederen vezel van haar vrouwelijken aard? Deze twee vragen kwamen bij mij op en' ik besloot zelfs nu, ter elfdter ure, te spreken. Maar toen ik weet niet hoe scheen er een nieuwe hinderpaal te verrijzen. Het was niet alleen de quaestie haar over de wedden- schap te spreken; niet alleen haar de dubbel- zinnigheid mee te deelen waardoor ik het ver trouwen van haar vader had verworven, niet alleen haar te vertellen; dat ik niet was Les- Vrijstelling wegens broederdienst wordt1 verleend aan den ingeschrevene, wiens broe- der gediend heeft bij de landmacht, bij de zeemacht of bij de overzeesche weermacht Onder broeder wordt verstaan de wettige breeder of wettige halfbroeder. Als broederdienst komt slechts in aapmer- king de dienst van den broeder, die: a. gedurende ten minste vijf en een halve maand de maand op 30 dagen gere- kend in werkelijken dienst is geweest of, indien hij als dienstplichtige een eerste oefening van korteren duur te vervullen had, deze oefening heeft volbracht; b. militair pensioen geniet of heeft genoten; c. gedurende zijn werkelijken dienst is over- leden. Met den dienst, door een broeder vervuld, wordt gelijkgesteld de dienst vervuld door een ingevolge de wet voor den broeder ge- stelden plaatsvervanger bij de militie. Indien twee of meer broeders voor een- zelfde lichting tot gewoon dienstplichtige be stemd zijn, wordt, tenzij onderling anders overeengekomen, de oudste hunner en bij ge- lijken ouderdom, hij, die het eerst in het al phabetisch register werd vermeld, beschouwd als degene, wiens dienst zoo deze voldoet aan hetgeen in het tweede lid is bepaald recht op vrijstelling voor de anderen ople- vert. Te alien overvloede wordt nog opgemerkt dat hij, die nog geen recht op vrijstelling wegens broederdienst heeft doordat de dienstplichtige of vrijwillig dienende broe der nog niet, of nog niet lang genoeg in werkelijken dienst is geweest, alsnog vrij stelling kan aanvragen binnen 14 dagen na dat de voor broederdienst vereischte werke- lijke dienst is volbracht. Hij, voor wien na den gewonen tijd recht op vrijstelling ont staat, doordat een broeder militair pensioen verkrijgt of gedurende zijn werkelijken dienst komt te overlijden, kan eveneens vrijstelling aanvragen binnen 14 dagen nadat dit geval zich voordoet (een en ander geldt alleen voor hen, die voor de lichting zijn ingeschre ven). Indien de ingeschrevene als "gewoon dienstplichtige zou moeten worden inge lijfd, voordat de dienst van den broeder vol- doende is voor vrijstelling, of voordat de ver eischte stukken kunnen worden overgelegd, zal in den regel aan den ingeschrevene als deze het te zijner tijd vraagt, uitstel van de eerste oefening worden verleend in afwach- ting van de aan te vragen vrijstelling. Voor aanvrage om vrijstelling wegens broederdienst zal een speciale zitting worden gehouden en wel voor hen, wier geslachts namen beginnen met een der letters: OP WOENSDAG 16 MEI: A. t/m F. v.m. tusschen 9—11 uur. G. H. 11-12 I. K. n.m. 2— 4 OP VRIJDAG 18 MEI: L. t/m M. v.m. tusschen 9—11 uur. N. R. 11-12 S. T. n.m. 2— 4 OP ZATERDAG 19 MEI: V. t/m Z. v.m. tusschen 912 uur. Bij het aanvragen van vrijstelling wegens broederdienst moeten door de zorg van den belanghebbende tegenwoordig zijn twee ge- tuigen, die meerderjarige mannelijke perso- nen moeten zijn, van wie kan worden aan- genomen, dat zij met het gezin, waartoe de ingeschrevene behoctrt, voldoende bekend zijn. Van elke aanvraag om vrijstelling wordt terstond een bewijs afgegeven aan den per- soon, die de aanvraag doet. De vader of broeder van een ingeschrevene zal niet als getuige worden toegelaten. Medebrengen van zakboekjes of paspoor- ten, alsmede van het trouwboekje is vereischt. KOSTWINNERS. Vrijstelling wegens kostwinnerschap wordt verleend aan hem, door wiens verblijf in werkelijken dienst voor eerste oefening vol doende middelen tot levensonderhoud aan andere persopen ontbreken of zouden komen te optbreken. Onder deze personen worden uitsluitend begrepen: a. de echtgenoote van den ingeschrevene; b. zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie; c. zijn andere bloed- en aanverwanten in den tweeden graad; d. zijn pleegouders; e. degenen, in wier onderhoud de inge schrevene ingevolge rechterlijk vonnis moet voorzien. Geldt het iemand, die reeds is ingelijfd, dan wordt de vrijstelling niet verleend, zoo de belangen van den dienst het wenschelijk maken haar niet te verleenen. Het verdient bijzo-ndere aandacht, dat ver- goeding wegens kostwinnerschap voor het verblijf onder de wapenen slechts bij uitzon- dering wordt toegekend, namelijk alleen in het geval, dat de behoefte daaraan eerst tij- dens den duur der eerste oefening ontstaat of peron. Maar ik zou haar moeten zeggen wie ik wel was. Al vergaf zij mij alle andere din gen, zou zij mij kunnen vergeven dat ik Bar- delys was, de beruchte Bardelys, de door- draaier, de losbandige, van wiens heldenda- den zij reeds iets vernomen had door haar moeder, honderdmaal zwarter gekleurd dan zij inderdaad waren? Zou zij niet voor mij terugdeizen wanneer ik haar zei dat ik die man was? In haar reine onschuld meende zij zonder twijfel dat het leven van iederen man, die zich zelf als een edelman beschouwt, rein en kalm moest wezen. Zij1 zou niet evenals haar moeder in mij niet meer ziert dan een type van den hoogsten stand in Frakrijk, die dus geen ondeugden meer heeft dan ieder an der. Zij zou mij beschouwen als een monster van losbandigheid en dat, o, dat kon ik niet verdragen, ik kon er geen getuige van zijn. Als ik er nu achteraf over nadenk, dan zie ik wel in dat ik de zaak overdreef. Ik ver- beeldde mij dat zij het zou inzien zooals ik het in zag. Want fcunt u mij gelooven? met die groote liefde die inu tot mij: gekomen was, was het mij; of de idealen van mijn eer ste jeugd waren teruggekeerd en ik had een afschuw van den man die ik geweest was. Het leven dat ik had geleid vervulde mij met afschuw; de begripperi die ik had gevormd, sch-enen mij nu slecht en verkeerd toe, mijn cynische geest onbillijk. „Monsieur de Lesperon", zoo wekte zij mij zachtjes uit mijn gepeins. Ik zag haar aan. Ik legde mijn hand zacht jes op haar arm; ik zag haar aan in haar blauwe verg-eet-mij-tniet oogen. wanneer de belangen van den dienst in an- der opzicht niet toelaten den ingelijfden kost- winner vrij te stellen. N.B. Vrijstelling wegens kostwinnerschap wordt aanvankelijk een of meermalen voor een bepaalden duur verleend. Is de vrijstel ling reeds voor een gezamenlijken duur van ten minste vier jaar verleend en blijkt de grond voor de vrijstelling bij een daarna te nemen beslissing nog aanwezig, dan wordt de vrijstelling voorgoed verleend. Zoolang dc vrijstelling nog niet voor goed verleend is, kan zij worden ingetrokken, als blijkt, dat de grond voor de vrijstelling niet meer be- stciclt PERSOONLIJKE ONMISBAARHEID. Vrijstelling wegens persoonlijke onmis baarheid wordt verleend aan hem, wiens aanwezigheid noodzakelijk is voor de in- standhouding der middelen van bestaan van personen, als hiervoor met betrekking tot kostwinners onder de letters a—e zijn ver meld. Wat hierboven onder N.B. is vermeldt, c.idt ook vcor deze reden van vrijstelling. GEESTELIJKEN ENZ. Vrijstelling wordt verleend: a.« aan den geestelijke, den bedienaar van den godsdienst, den zendeling-leeraar, den broeder-diaken van een godsdienstige vereeniging en den roomsch-katholieken ordebroeder b. aan den student in de godgeleerdheid en den zendeling-kweekeling, die tot geeste lijke, tot bedienaar van den godsdienst of tot zendeling-leeraar wordt opgeleid, en aan den proefbroeder, die tot broeder diakoon van een godsdienstige vereeni ging wordt opgeleid. Wie geacht wordt een dezer hoedanig- heden te bezitten, is omschreven in een twee- tal tabellen, die belanghebbenden ter Secre tarie dezer Gemeente kunnen raadplegen. De vrijstelling kan ook worden verleend, indien de ingeschrevene verkeert in een geval, dat met een der in de tabellen omschreven geval- len kan worden gelijkgesteld. Tot het aanvragen van de hier bedoelde vrijstelling moet bij den Burgemeester wor den ingeleverd een verklaring, waaruit blijkt, dat de ingeschrevene verkeert in een der ge- vallen, in de tabellen omschreven, of in een daarmee overeenkomend geval. De hierbedoelde vrijstelling wordt aanvan kelijk een of meermalen voor een bepaalden duur verleend. Is de vrijstelling reeds voor een gezamenlijken duur van ten minste vier jaren verleend en blijkt de grond voor de vrijstelling bij een daarna te nemen beslis sing nog aanwezig, dan wordt de vrijstelling voorgoed verleend. De vrijstelling houdt op te gelden, zoodra de vrijgestelde ophoudt te verkeeren in het geval, waarop de vrijstelling gegrond was. VERDRAG. Vrijstelling wegens verdrag wordt ver leend aan hem, die blijkt ingevolge een ver drag met een vreemden Staat niet tot krijgs- dienst verplicht te zijn. BIJZONDER GEVAL. Wat als een bijzonder geval wordt aange merkt, staat ter beoordeeling van den Minis ter. Alkmaar, 2 Mei 1928. De Burgemeester, WENDELAAR. DE SPREKENOE EN MUSISEERENDE FILM. Proefvcorstellingen in Den Haag. Het Hbld. schrijft over de proefvoorstel- ling van Dinsdagavond Heinrich J. Kuchenmeister, de vcrvaardiger der ultraphoon-spreekmachine en der spre- kene films, is ter gelegenheid van de Inter nationale Filmtentoonstclling in Den Haag Haag gekomen met een staf van ingenieurs en monteurs, om er zijn sprekende films te vertoonen. Hij trof het niet met de ruimte op de I. T. F., want hij had op zoo'n klein bios- coopzaaltje als daar is niet kunnen rekenen, zoodat de reproductie van het geluid, dat de film begeleidt, veel te sterk was. Verschillen de brokstukken van sprekende films konden deswege slechts een onvoldcenden indruk geven van hetgeen Kuchenmeister heeft be reikt. Daarom zullen we ons oordeel ook op- schorten tot de groote voorstelling, welice Kuchenmeister Donderdagavond in 't Haag- sche City-theater voor genoodigden zal geven. Hij zal daar de ruimte hebben om de betee- kenis van de sprekende film aan te toonen. Intsuschen geven wij hier gaarne de uite-en- zetting weer, welke Kuchenmeister zelf ons over zijn inzicht en werk heeft verstrekt. Kuchenmeister heeft het probleem der spre kende film tot een oplossing gebracht en wat nog meer zeggen wil„ tot een praktische en eenvoudige oplossing. Vele uitvinders voor Kuchenmeister hebben reeds aan de verwe- „U hebt verdriet", fluisterde zij vol mede- lijden. ,,Erg-er dan dat, Roxalanne! Ik heb 1-eed ge- zaaid, ook in uw hart. Ach! ik ben te on- waardig!" riep ik uit; ,,-en als ge ontdekt hoe onwaardig. dan zal het u pijo doen; het zal uw trots kwetsen wanneer ge bedenkt hoe vriendelijk ge voor mij gew-eest zijt". Zij glimlacht-e ongeloovi-g, alsof ze aan mijn woord-en geen geloof sloe-g. „Neen, kind, i!k kan h-et u niet vertellen". Zij zuchtte en voordat er meer bijgevoegd kon worden hoorden wij een geluid bij de deur en schrik ten. De vicomte kwam binnen en mijn laatste kans om een bekentenis af te leggen, om misschien veel af te wenden van hetgeen volgde, was verloren. HOOFDSTUK VIII. Het portret. Hoe vaak hangt ons lot van een klein-ig- ■lieidvan -een onvoorziene omstandigheid af. Een schijnbaar toevalli-ge omstandigheid kan ons geheel-e leven -een andere richting geven. Indien monsieur de Marsac op een fatsoen- lijik uur van den dag op Lavedan was -geko men, zou ik reeds op weg naar Parijs zijn geweest, met het voornemen mijn nederlaag te erkennen en mijn weddenschap te beta- len. Een nacbt nadenken had mij versterkt in mijn besluit dezen stap te doen; daarna kon ik bij Roxalanne terugkeeren, als een arm man dat is zoo, maar tenminste als een man zenlijking van dit vraagstuk gewerkt. Daarbh gingen zij echter van geheel andere principes uit. Ten aeele werden wel oplossingen gevon- den, doch deze hadden weinig praktische waarde. Er werden b.v. abnormaal breedc films gebruikt of ook wel twee films, een voor het beeld en een voor het geluid. Men heeft zelfs film en gramofoonplaat gecombinecrd. Bij de abnormaal breede film is let be- zwaar, dat naast moeilijke bediening, 40 tot 50 pet. meer filmmateriaal noodig is en daar- door hoogere onkosten ontstaan, welke bij twee films zelfs verdubbeld worden. Indien film en gramofoonplaat gecombineerd wor den, gaat het synchroniscne tusschen beeld en toon (de absolute gelijktijdigheid, die on- misbare voorwaarde voor het slagen eener „sprekende film" is) verloren, zoodra de film hetgeen immers nogal eens geschiedt scheurt of in brand geraakt. De bioscoop-exploitant zou daarom, wan neer hij de Sprekende Film demonstreeren wilde, voor zeer groote moeilijkhedcr en on-; kosten komen te staan. De gewone projeo tie-apparaten zijn voor het gebruik van de verbreede films (bij de andere methoden) niet geeigend, terwijl de benoodigde apparaten veel plaats innemen en veel geld kosten. Ondanks de groote belangrijkheid van het vraagstuk is het daarom slechts bij interes- sante proefnemingen gebleven. Bij het toestel van Kuchenmeister te aaSl alle practische noodzakelijkheden van te ve- ren rekening gehouden. Zij kan in weinige uren aan ieder normaal projectie-apparaat aangebracht worden, terwijl de kosten van zullc een apparaat slechts ongeveer 1500 bedragen. Een bijzonder vakkundig opera- teur is niet noodig, de gewone operateur of ook zelfs een leek kan het apparaat zonder eenige moeite bedienen, Hoe is nu de technische gang bij het opne- men en het weergeven van de Sprekende Film? Met behulp van een microfoon worden mu- ziek en het gesproken woord, kortom alle ge- luiden, tezamen met het beeld door de foto- graphisehe camera op de film vastgelegd. De in een stroomkring opgenomen micro foon geeft, evenal. bij de telefonie of radio, de opgevangen geluidsgolven eiectrisch door aan een lampversterker. Achter den verster- ker is een gloeilamp geschakeld, welker licht nu in een rhythme, overeenkomende met de corspronkelijke geluidsgolven, telkens onder- broken wordt. Deze zeer snelle onderbrekin- gen zijn voor het oog niet waarneembaar. Wel kan men deze lichtflikkeringen fotogra- fisch vastleggen op de voorbijdraaiende film, waarop zij dan te voorschiin komen als af- wissdende" lichte en donkere strepen, vlak naast het gewone fotographisehe filmbeeld. Dit is in grove trekken het opnemen van de sprekende film. Om deze „weer te geven" wordt een gewoon film-projeciie-apparaat gebruikt, waaraan boven-dien een electrischc gloeilamp met een daarbij behoorend optisch lenzensysteem is aangebracht. Dit lenzensys- teem bevindt zich juist daar, waar naast hef gewone filmbeeld de lichte en donkere stre pen (de geluidsfoto's) in snel tempo voorbij- draaien. De afwisseling van lichte en don kere streepjes maakt nu, dat het licht van de gloeilamp nu eens sterker, dan weer zwak- ker wordt doorgelaten naar een zeer eigen- aardig orgaan, nl. de zoogenaamde lichtge- voelige cel. Dit laatste orgaan bevindt zich wederom in een stroomkring. Zijn eigenaar- dighrid bestaat hierin, dat het zoolang er geen licht op valt, den electrischen stroom niet doorlaat, en dezen juist wel doorlaat, zoodra het belicht v/ordt. Het is nu begrijpelijk, dat de snelle afwis seling van donker en licht in den stroom kring van de lichtgevoelige eel rhythmische stroomstooten geeft, welker trillingen weet precies overeenkemen met -die van de „opge- nomen" geluiden. Deze rhythmische stroom stooten worden daarop versterkt, totdat z% een of meer luidsprekers doen spreken en zoo aan den hoorder dezelfde geluidsgolven brengen, welke vro-eger door den microfoon werden opgevangen. Kuchenmeister verwacht voor de toekomst terecht veel van zijn werk. Indien de spre kende film" beter vorden kan,' dan wij haaf gisteren onder slechte omstandigheden hoor den en zagen, dan kan zij, zoowel voor de practische bioscoopuitvoeringen van dezen tijd als voor de geschiedenis van grocte waarde zijn. Wij hebben gisteravond een spreker op het doek een inleiding hooren houden, die werkelijk voortreffelijk gearticu- leerd en volstrekt synchronisch met de mond- bewegingen werd weergegeven. Donderdag avond zal bijvoorber-ld een rede worden „af- gedraaid" van onzen gezant in Berlijn, al- daar opgenomen. Men voelt, welke geschied- kundige en paedagogiscne mogelijkheden daarin schuilen. Terecht zei Kuchenmeister: „als ik wat vroeger met mijn werk geweest was, had ik het beeld en de stem van uw grooten Lorentz, den grondlegger van Ein- wiens plannen niet verkeerd konden worden uitgelegd. Toen ik dan eindelijk in slaap viel, voelde ik mij gelukkiger dan de vorige dagen. Ik was z-eke-r van Roxalanne's liefde en ik had hoop haar eindelijk de mijne te mogen noe- men wanneer de slagboom was weggeno- men, d-e schaamte die ik tegenover haar ge- voelde. Ik denk dat deze gedachten mij lang wakker gehouden hebben en ik dus heel laat was ingeslapen; daaraan schrijf ik tenminste toe dat ik den volgenden morgen zoo laat wakker w-erd. Het zonlicht stroomde mijn ka mer in en Anatole stond voor mijn bed. „Hoe laat is het?" vroeg ik en zat dadelijk overeind. „Over tienen", zei hij op streng afkeuren- den toon. „En je hebt mij maar laten slapen?" riep ik uit. „Wij doen niet veel anders op Lavedan ook als wij wakker zijn", bromde hij. Toen hield hij mij een papier voor en zei: „Mon- sieur Stanislas de Marsac is vanmorgen vroeg hier geweest met mademoiselle zijn zuster. Hij heeft dezen brief voor u achterge- laten, mijnheer". Verbazing en vrees werden spoedig ge- volgd door een gevoel van verlichting, daar Marsac volgens Anatole niet gebleven was. Toch nam ik den brief met argwaan aan en terwijl ik hem in de hand had ondervroeg ik den ouden dienaar. (Wordt vervolgd). 7 -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5