Illnuistiit Comint
De irkies van Bardelys.
Schaakrabriek.
Damrnbrieb.
9
Briefnit„Seringenland".
FEUILLETON.
B,%m
m up
No. 124
1928
Honderd dertigsfe Jaargang.
Zaterdag- 36 Mei.
HANDELSONDERWIJS
TE ALKMAAR.
AANGIFTE VAN LEERLINGEN voor
de HANDELSSCHOOL TE ALKMAAR
dienst voor 15 JUNI te geschieden bij den
DIRECTEUR en wel mondeling op DINS-
DAGMIDDAG van 3 tot 4 en DONDER-
DAGMORGEN van 9 tot 10 uur in het
schoolgebouw aan de Doelenstraat hoek
Nieuwesloot, of schriftelijk met vermelding
van volledigen naam en geboortedatum van
de(n) leerling, adres van de ouders of ver
forgers, laatst bezochte school, en van de
klasse waarvoor toelating gewenscht wordt.
Voor leerlingen, buiten Alkmaar wonende,
pioet ook aangifte worden gedaan bij het ge
meentebestuur van hun woonplaats.
Leerlingen, die met goeden uitslag de
gerste twee klassen van een Hoogere Burger-
school, of drie klassen van een U. L. O
school hebben doorloopen, kunnen zander
examen tot de derde klasse van de Handels-
■school worden toegelaten.
Alkmaar, 19 Mei 1928.
Burgemeester en Wethouders
van Alkmaar,
WENDELAAR, Burgemeester.
R. VEENDORP, lo.-Secretaris.
BEKENDMAKING.
HERZIENING VAN HET PLAN VAN
UITBREIDING DER GEMEENTE
(2de ged.)
Het hoofd van het Gemeentebestuur van
'Alkmaar brengt ingevolge art. 31 lid 7 der
(Woningwet ter algemeene kennis, dat van
29 Mei 1928 tot en met 26 Juni 1928 ter ge-
jneentesecretarie voor een ieder ter inzage
zijn nedergelegd de ontwerpen tot herziening
,van het plan van uitbreiding voor de ge
meente met daartoe behoorende uitvoerigc
kaarten en grondteekeningen.
De herziening heeft betrekking op
lo. het gebied der gemeente gelegen ten
westen van de oostelijke begrenzing van
den Kennemerstraatweg, van de Baan-
straat, Ruitersteeg, Schoutenstraat,
Hoogstraat, Doelenstraat en ten Zuid-
westen van het Noordhollandsch ka
naal;
2o. het gebied der gemeente gelegen ten
Oosten van het Noordhollandsch kanaal,
begrensd door het Kanaal, Heilig Land,
Schermerweg en Oudorperdijk;
So. op den Dirk Duivelsweg en den Achter-
weg, voorzoover verbreeding van die we-
gen wordt beoogd.
Alkmaar, 26 Mei 1928.
Het hoofd van het Gemeentebestuur
van Alkmaar,
WENDELAAR.
Uit onze itaalsmachine.
REGELING VAN HET HANDELS
ONDERWIJS.
Gelijk we in onze vorige bijdrage in deze
Berie reeds opmerkten, is bij de Kamer inge-
diend een ontwerp van wet tot regeling van
het Voorbereidend Hooger en Algemeen Vor
mend Middelbaar Onderwijs. Volgens dit
ontwerp wordt algemeen vormend middelbaar
onderwijs gegeven aan middelbare handels
scholen en middelbare scholen voor meisjes
en door den Minister verder aan te wijzen
handelscursussen. De middelbare handels-
school is een dagschool voor volledig onder
wijs en heeft een cursus van drie jaren, wel-
ke duur met machtiging van den Minister
met e£n jaar kan worden verlengd, welke
machtiging niet vereischt wordt voor die
scholen, welke geen bijdrage uit de kas van
het rijk ontvangen. Deze bijdrage wordt
verleend, wanneer in de eerste klasse tenmin-
ste 22 leerlingen hebben plaats genomen en
vervalt wanneer gedurenae drie achtereen-
volgende jaren het totaal aantal minder dan
45 heeft bedragen.
Wanneer de Minister thans met een rege
ling van het middelbaar handelsonderwijs
Vomt, bouwt hij voort op wat reeds in 1863
Jn de Wet op het Middelbaar Onderwijs
werd vastgelegd, toen het handelsonderwijs
reeds opgenomen werd in het middelbaar on
derwijs Bovendien maakt deze wet door de
inkrimping van het getal schooltypen een
einde aan den ongeregelden toestand, welke
op dit deel van het onderwijsgebied bestaat.
Door gemis aan zulk een wettelijke regeling
toch was een ongewenschte toestand ont
staan, die heeft geleid tot het stichten van
vele scholen met uiteenloopende benaming,
40)
Naar het Engelsch van
RAFAeL SABATINI.
(Schrijver van „De Zeevalk").
Er was iets in die woorden, al werd1 het
Diet uitgesproken, dat iemand kon doen ver-
moeden: hij kon misschien omgekocht worden
om dit alks te doen, waarvan hij melding
maakte.
>,Ik begrijp, mijnheer, dat het te veel zou
wezen om zoo iets van u te durven vragen",
antwoordde zij met doffe stem.
„Het zou inderdaad zeer veel zijn, made
moiselle", zei hij haastig en nu was zijn stem
dof en zonderling trillend. „Maar niets wat
uw lippen van mij mochten vragen en dat ik
in mijn macht had te volbrengen, zou te veel
wezen."
„Wat bedoeit u?" riep zif hijgend uit.
Had zij begrepen evenals ik had gegist,
wat er nu zou volgen? Ik hijgde ik klem-
de mijn handen samen en het kostte mij moei-
te te luisteren naar wat ik nu nog vernemen
„Een paar maanden geleden, zooals u zich
herinneren zult, vertrok ik naar Lavddan. Ik
zag u, mademoiselle, even slechts, dat is zoo,
maar sedert dat oogenblik stond uw beeld
mij steeds voor oogen." Zijn stem werd een
woQiig zachter en hartstocht fcrilde in zijn
maar met in hoofdzaak dezelfde leerplannen,
bedoeld voor dezelfde leerlingen. Dit moest
leiden tot onderlinge concurrentie en een ver-
snippering van krachten, hetgeen nadeelig
moest wezen en voor het onderwijs en voor de
publieke kassen.
De minister meent, dat de H. B. S. met
driejarigen cursus en de handelsscholen met
vijfjarigen cursus bestemd zijn te verdwij-
nen, terwijl aan een H. B. S. met vierjarigen
cursus, welke door Minister de Visser gepro-
jecteerd werd z. i. geen behoefte bestaat. De
nog bestaande Hoogere Burgerscholen met
driejarigen cursus zullen verdwijnen en baar
taakzal worden overgenomen door de han-
delsdagscholen met even langen cursus, ter
wijl de voorbereidin gvoor Middelb. Techni-
sche mi -Landbouwscholen evengoed kan ge
schieden in de drie laagste klassen der 5-j.
H. B. S. Een cursusduur van drie jaren acht
de Minister voldoende voor het handelson
derwijs om aan jongelieden, die meer onder
wijs behoeven dan de lagere school geeft,
doch geen verdere studie beoogen, de noodige
ontwikkeling te verschaffen voor kantoor- en
administratieve betrekkingen. Naast de drie-
jarige laat het wetsontwerp echter ook plaats
voor een vierjarige handelsdagschool. De
H .B S. (5-jar.) bleef dan bedoeld om alge
meene vorming te geven aan hen, die zonder
verdere studies aan de universiteit een zoo
niet leidende dan toch verantwoordelijke po-
sitie wenschen te verkrijgen bij een publieke
administratie of in het bedrijfsleven. Het
einddiploma dier H. B. S. zal op zulk een
peil moeten staan, dat degenen, die het heb
ben verworven, toegelaten kunnen worden
tot de handelshoogescholen en de handelsfa-
culteiten, alsmede tot de indologische studie
en die van de sociale aardrijkskunde.
Uit een en ander moge't onzen lezers duide-
lijk blijken, welke plaats het wetsontwerp
reserveert voor het Middelbaar Handelson
derwijs in ons onderwijsstelsel.
Welk onderwijs wordt nu op deze school
gegeven? Het leerplan moet omvatten de
handelswetenschappen, de Nederlandsche,
Fransche, Duitsche en Engelsche talen; de
wis- en natuurkundede scheikunde en de wa-
renkennis, de geschiedenis en de aardrijks
kunde; het schrijven, handteekenen en de
lichamelijke oefening, terwijl wat de talen
betreft tevens daaronder behoort de handels-
briefwisseling en handelsterminologie. Wan
neer de school vier leer jaren heeft, wordt aan
de vakken nog toegevoegd de staatsinrich-
ting van Nederland, Nederlandsch-Indie, Su-
riname, Curasao en de staathuishoudkunde.
De minister heeft gestreefd naar unifor-
miteit op een gebied, waarop momenteel
groote verscheidenheid heerscht en verder
naar groote vrijheid voor de bestuurders van
deze scholen. De gemeente- en schoolbestu-
ren worden niet meer gebonden dan noodig
is, zoodat aan den groei en de ontwikkeling
dezer school niets in den weg komt te staan.
Wat te veel aan veranderingen onderhevig is
werd daarom ter regeling overgelaten aan de
algemeene maatregelen van bestuur. Zoo
wordt bijv. gezegd, dat op den grondslag
van het boven medegedeeld leerplan voor
iedere school een bijzonder leerplai vastge-
steld moet worden, waarin met machtiging
van den Minister ook andere vakken opgeno
men kunnen worden. Men kan hierbij denken
aan het Zweedsch in die plaatsen, waar veel
handel is op Zweden; het Spaansch, waar
veel handelsrelaties zijn met de Zuid-Ameri-
kaansche staten, enz. enz. Op de bijzondere
handelsscholen mag aan de lijst der vakken
godsdienstonderwijs worden toegevoegd.
Ten slotte nog iets over de handelscursus
sen. Slechts zeer in het algemeen spreekt
het wetsontwerp en de memorie van toelich-
ting daarover. Dit vindt zijn oorzaak in het
feit, dat er een Commissie-van Wijnbergen be
staat, die ook over deze materie rapport uit
te brengen heeft, maar daarmede nog niet ge-
reed kwam. De mogelijkheid van Rijkssubsi-
die is echter geopend. De Minister wil echter
deze cursussen de grootst mogelijke vrijheid
laten, daar zij, om aan hun bestemming te
kunnen beantwoorden, vaak op een zeer ver-
schillend peil moeten staan.
De regeling omtrent de subsidieering, het
toezicht e. a. lieten we hier achterwege, om-
dat dit den lezers minder zal interesseeren.
5. g3
5.
Uit de W. S. nemen we de volgende partij
over:
3e Matchpartij BogoljuboEuwe.
Wit; B. Zwart: Euwe.
Konings-Indisch.
1. d4 Pf6
2. Pf3 g6
3. c4 Lg7
4. Pc3 0—0 Euwe is een uitstekend
kenner dezer zoogenaamde
Griinfeld-verdediging en heeft
daarmee ook al zeer goede
woorden. Zij scheen dat ook te bemerken,
want het kraken van haar stoel deed mij den
ken dat zij opstond.
„Nu niet, mijnheer, nu niet", riep zij. „Het
is nu geen tijd. Ik smeek u denk aan mijn
smart.
„Dat doe ik, mademoiselle, en ik eeibiedig
uw verdriet, en ik deel er in, geloof mij, met
geheel mijn hart. Maar dit is wel het juiste
oogenblik en indien u de belangen van dien
man werkdijk wilt behartigen, dan moet ge
mij tot het eind aan toe aanhooren."
Al sprak hij met groote heftigheid en ge-
zag, toch klonk er eerbied in zijn toon; of
die echt was of niet kan ik niet beoordeelen.
„Indien u verdriet hebt, mademoiselle, geloof
mij dat het mij ook veel kost, en indien ik u
nog meer doe lijden door hetgeen ik zeg, be-
denk dan hoe hard het 'voor mij is de reden
van uw komst te moeten vernemen. Weet u
wat het is verteerd te worden door jalouzie?
Kan u zich dat voorstellen? Zoo ja, dan kunt
u ook iets begrijpen van de foltering die ik
doorstond toen u mij bekende dat u dien Les-
peron lief hebt, en smeekte of ik hem wou
redden. Mademoiselle, ik heb u lief met
mijn geheele hart en ziel heb ik u lief. Ik heb
u bemind van het eerste oogenblik af aan
dat ik u op Lavedan gezien heb en u de mijne
te mogen noemen daarvoor is geen offer mij
te groot, geen gevaar dat ik niet op mij durf
nemen."
Mijnheer, ik smeek u
„Hoor mij aan, mademoiselle", riep hij. En
toen met een kalmer stem ging hij voort: „Op
't oogenblik hebt ge dien mijaheer de Lespe-
rpn liei
,'evolgen ondervon'den zooals
».v. tegen Dr. Tarrasch in't
Londensche turnooi 1927.
e4 ziet er verlokkelijk uit. Dr.
Tarrasch heeft in't zooeven
genoemde tournooi evenwel
slechte ervaringen met dien
zet.
d5! Grusfeldt idee! Zij bestaat
daarin dat Zwart eerst met
dezen zet komt na Pc3.
6. cd5 Pd5
7. Lg2 c5
8. 00 Ook komt in aanmerking 8.
Pd5 Dd5 9. Le3.
8Pc3
9. bc3 Pc6
10. e3? Na't fianchetteeren van Lfl
naar g2 is die zet niet goed
omdat hij niet noodig is want
d4 kan ook verdedigd worden
door Le3. Na 10Lg4
kan dan d4—d5 volgen.
1 0Da5
11. Db3 Een zwakke zet. Hier doef de
dame niets en staat zelfs ge-
vaarlijk Beter was 11. Ld2
waarna dreigt c3—c4 en d4
d5 me,t kwaliteitswinst op
al.
1 1Tb8.
12. Ld2 Lg4 Er dreigt nu Lf3 met
pionwinst op d4 omdat de L.
op d2 niet gedekt is.
13. Tadl? Dit kost de -kwaliteits. Wit
staat slecht; 't beste was mis
schien nog 13. Db2.
13cd4
14. cd4 Dh5
15. Ph4 Na 15. e4 volgt Pd4 16. Pd4
Ldl enz.
15Ldl
16. Tdl Pa5 De overmacht moet winnen
de rest volgt van zelf.
17. Dbl Pc4
18. Lb4 Lf6
19. Lf3 Db5
20. a4 Da4
21. Ld5 Db5
22. Lc5 Dbl
23. Tbl b6
24. Le7 Le7
25. Lc4 b5!
26. Ld5 Of 26. Lb5 a6 27. Ld3 Tblf 28
Lbl Lh4 29. gh4 a5 en de
a-pion tart den Looper.
26Lh4
27. gh4 b4
28. e4 Tfc8
29. h5 a5
30. Kfl a4
31. Ke2 b3
32. hg6 hg6
33. Kd3 b2
34. Kd2 Tb4
35. Kd3 Tel
36. La2 a3.
Wit geeft op daar tegen Tbl naast a2 en
blD geen kruid gewassen is.
Eindspelstudie no. 227.
(G. S. Carr.)
'•Ik-,'-
abode f g h
Wit speelt en wint.
Probleem 188.
(L. Collijn.)
SHIM
Tweezet.
Oplossing probleem 187 (P. P. K.)
1. Tg2 Kc5 2. Df2 mat. U;
1c5 2. Tg6 mat.
„Ik zal hem altijd liefhebben! Altij-d, mijn
heer!"
„Wacht, wacht, wacht!" riep hij uit; dat
zij hem in de rede viel verveelde hem. „In-
dien hij in leven bleef en u trouwde met hem
en ge waart dagelijks in zijn gezelschap, dan
twijfel ik niet of uw liefde zou voortduren.
Maar indien hij moest sterven of verbannen
worden en u zag hem niet meer, dan zoudt ge
hem een poosje betreuren, maar dan he-
laas! zoo gaat het meestal met mannen en
vrouwen dan zou de tijd eerst uw verdriet
helen en dan uw hart."
„Nooit, mijnheer o neen, nooit!"
„Ik ben ouder dan gij, kind! Ik weet het.
Nu verlangt ge vurig zijn leven te redden
omdat ge hem liefhebt, maar ook omdat ge
hem verraden hebt en ge zoudt zijn dbod niet
graag op uw geweten hebben."
Hij zweeg een oogenblik; toen verhief hij
de stem en zeide: „Mademoiseile, ik bied u
het leven aan van hem dien ge lief hebt."
„Mijnheer, mijnheer!" riep het arme kind,
„ik wist wel dat u goed was! Ik wist wel
„Wacht een oogenblik! Versta mij niet ver-
keerd. Ik zeg niet dat ik het u geef, maar dat
ik het u aanbied."
„Welk verschil is daar in?"
„Indien u het hebben wilt dan moet u het
koopen. Ik heb gezegd dat ik voor u alle ge-
varen wil trotseeren. Om uw minnaar te red
den trotseer ik het schavot. Indien ik verra
den word of indien de zaak bekend wordt,
dan val't mijn hoofd zeer zeker in plaats van
het hoofd van Lesp£ron. Dit wil ik wagen
mademoiselle dat doe ik zelfs gaame
- indien ge mij beloven wilt daarna mijn vrouw
AAN DE DAMMERS!
In onze vorige rubriek gaven wij ter oplos
sing probleem 1017 (auteur M. Paul).
Stand.
Zw. 9 sch. op: 5, 8, 10, 11, 12, 14, 17, 19, 20.
W. 9 sch. op: 22, 26/30, 39, 40, 49.
Oplossing.
1. 29—24 1. 20:29
2. 39—33 2. 29 38
3. 49—43 3. 38 49
4. 26—21 4. 49:24
5. 22—18 5. 12:32
6. 21 3 6. 32 :21
7. 3 7!
POSITIECOMBINATIE.
Het volgende stukje is van den hoofdre-
dacteur van „Le jeu de dames." Marcel Bon-
nard.
I.Wm.Wtk
Zw 13 sch. op: 3, 8/12, 15/19, 23, 24.
W. 13 sch. op: 27, 33, 34, 35, 37/40, 42,
43, 45, 47, 49.
Wit wint hier een schijf of de partijen moe
ten daartoe als volgt spelen:
1. 34—29 23X34
2. 40X20 15X24
3. 33—28!!
Zwart heeft nu vier antwoorden, waarvan
het beste lijkt:
3. 18—23A,B,C.
4. 28—22 17X28
5. 35—30 24X35
6. 45—40 35X33
7. 38X 7 11X 2
8. 27—21 16X27
9. 37—31 27X36
10. 47—41 36X38
11. 43X5!
Hier volgt nu nog het spel voor wit, in
dien zwart anders antwoordt:
Variant A:
4. 17—21
5. 28—23 21X41
6. 23 X 5 41—46
7. 39—33!
Van B.Indien zwart als 4den zet 8 of
9—13 speelt volgt wit 28—22, 17X28; 27—
21, 16X27; 38—33, 27X38; 43X5!!
Var. C.: Indien zwart 9 of 1014 ant
woordt, speelt wit 28—22, 17X28; 27—21;
38—32, 27X38; 42X2!!
(N. Crt.)
De volgende stand is uit een partij Fabre-
Bizot. Bizot deed met wit een foutieven aeh-
terwaartschen afruil en verloor.
Zw. 10 sch. op: 7, 9, 12, 13, 14, 16, 18,
19 24 26. 7777
W. 10 sch. op: 27, 28, 32/35, 37, 38, 40,
45.
1. 37—31? 26X37
2. 32X41 24—29
3. 34X23 (gedw.) 18X29
4. 33X24 19X30
5. 35X24 16—21
6. 27X16 7—11
7. 16X18 13X42
Wit moet thans 41—37 offeren en zwart
wint door naar dam te gaan op 48.
Ter oplossing voor deze week:
te worden."
Roxalanne kermde, toen zweeg ze. Einde-
lijk sprak ze:
„0 mijnheer, u is onmeedoogend! Wat
voor koop durft ge me aan te bieden?"
„Een zeer mooie koop voorzeker", zei die
duivel in de gedaante van een mensch. „Ik
zet mijn leven op het spel tegen uw hand."
„Inaien indien u mij waarlijk lief hebt
zooals ge beweert mijnheer, dan zoudt ge
mij een dienst bewijzen zonder belooning."
„In alle dingen zou ik dat willen. Maar is
het mogelijk een man die dol verliefd op u is
te vragen een ander in uw armen te voeren,
en dat nog wel op gevaar af zijn eigen leven
te wagen? Ach mademoiselle, ik ben maar
een mensch en onderhevig aan menschelijke
zwakheid. Indien ge wilt toestemmen dan zal
Lesperon vrij wezen, maar u zult hem niet
meer zien; en ik wil mijn toegevendheid zoo
ver voeren u een half jaar te geven om uw
verdriet te boven te komsn voordat ik mij we-
der bij u vertoon om mijn loon te vragen."
„En indien ik weiger, mijnheer?"
Hij zuchtte.
„Aan de waarde die ik hecht aan mijn le
ven moet ge toevoegen mijn zeer menschelijke
jaloerschheid. Wat kunt ge hopen van die
twee dingen te zamen?"
„U meent dat hij sterven moet?"
„Morgen", klonk het lakonieke antwoord
van dien vervloekten bedrieger.
Zij zwegen eenige oogenblikken. Toen
hoorde ik snikken.
„Heb medelijden, mijnheer! tVees genadsg
indien ge mij waarlijk lief hebt O hij mag
niet sterven! Ik kan. ik durf hem niet laten
Probleem 1018 van M. Boselli (Fr.)
WZ.wk..
Zw. 11 sch. op: 3, 6 ,8, 9, 11, 13, 14, 15,
19, 24, 28.
W. 12 sch. op: 22, 30, 33/40 ,43, 48.
Welken slagzet maakte wit in dezen stand?
In onze volgende rubriek geven wij de op
lossing.
Budapest, Mei 1928.
Zooals ik aan het wereldkamp in de Ver-
eenigde Staten, nu twee jaar geleden, niet kan
terugdenken zonder de weelde van de gele
Forsitia voor oogen te krijgen, die in Mas
sachusetts alles in gouden gloed zette, zoo za!
ik later bij de herinnering aan Hongarije een
geur van seringen speuren en weer in ge-
dachten de licht- en dieppaars bloeiende
heesters zien, die de Meimaand hier tot zoo
iets heel bijzonders maken. Armoedige kerk-
hoven, met niet veel meer dan een rechtop-
staand stuk hout en 'n paar verwelkte kransen
als grafteeken, gaan schuil onder een rijkdocn
van lila trossen. Bossen seringen in de hui-
zen, in de hotelkamers, in de handen van ar-
beiders, die huiswaarts keeren, aan de stok-
ken der vlaggen en vaandels van padvinders
en padvindsters, als ze bij hun respectieve-
lijke parades voor de afgevaardigden naar
het vijfde wereld-congres voor de meisjes-
padvinderij, van hun respect-afdwingen kun
nen de bewijzen geven.
Kleurherinnering symbolisch voor de beide
landen. Het heerlijk welvarende, rijke, lachen-
de Noord-Amerika in z'n kleed van hel gele
schittering, het bitter mishandelde Hongarije
in de omsluiering van halven rouw. Zeker de
band met het vreemde Oostenrijk, welks heer-
schers soms nog niet eens in staat waren een
toespraak in behoorlijk Hongaarsch voor te
lezen, is verboden. Maar als gevolg van een
zeker niet door dit volk gewenschten oorlog,
waarin de perfide Oostenrijksche diplomatic
het meesleepte zuchten thans een paar mil-
lioen Hongaren onder den niet minder geha-
ten druk van Rumenen, Czechen en Slaven,
zijn tienduizenden ambtenaren in de afge-
sneden streken broodeloos geworden, de rijk-
ste levensbronnen weggeschonken aan En-
tente-vrienden, is slechts een derde van het
land overgebleven onder Hongaarsche vlag.
Is het wonder dat altijd het rouwfloers aan
die vlag gedragen wordt? Is het wonder dat
men hier telkens vrouwen in tranen ziet?
Met des te meer bewondering moet iedet
vervuld zijn, die van 317 Mei hier rondzag.
Wat stonden de padvindsters daar kranig,
toen we in Budapest aan land stapten, na bij-
na 14 uur stoomens den Donau af van Wee-
nen, waar in het Collegium Hongaricum het
eerste samentreffen der gedelegeerden van 28
landen plaats had gevonden.
Wat glundert het troepje, dat mee mocht
gaan naar Parad, om bij het openingskamp-
vuur te zingen. Vier uur hebben ze getreind
en de eerste ochtend tegen het uur van ontbij-
ten staan ze als eerewacht vlak bij het eet-
huis van het complex gebouwen, dat de bad-
plaats Parad uitmaakt. Voor ieder gedele-
geerde iedere eeregast, iedere bezoekster die
aan dit congres deelneemt en die komt aan-
drentelen, staan ze weer even welgemoed en
correct in de hooding, en ook geen seconde
neemt men waar dat er tusschenin word'
rondgedraaid of gebabbeld. Er zit stijl en
voornaamheid in, zooals overal in dit merk-
waardige volk.
Met hoeveel innige vroomheid zongen z«
bij het eerste kampvuur, dat door den chief-
scout sir Robert Baden Powell zelf werd aan-
gestoken, hun aandoenlijke nationale geloofs-
sterven! Red hem mijnheer, dan zal ik iede-
ren avond van mijn leven voor u bidden; ik
zal onze Heilige Moeder voor u bidden zoo-
alsll ik u nu voor hem bid."
Zou iemand oou weerstand kunnen bieden
aan zulk een onschuldige, vrome smeekbede'
Heeft er ooit iemand bestaan die als ant
woord op zulke eenvoudige woorden van lief
de en verdriet zijn eigen ruwe hartstochtelijke
liefde kon opdnngen? Zijn eenige antwoord
was:
„Ge kent den prijs, kind."
„God moge mij helpen! Ik moet den prijs
betalen. Ik moet, want als hij sterft, komt zijn
bloed op mijn geweten!" Toen bedwong zij
haar smart en haar stem werd hard door
den dwang dien zij zich zelf oplegde. „Indien
ik u beloof u te trouwen namelijk over een
naif ;aar welk bewijs geeft ge mij dan dat
de persoon die gevangen gehouden wordt
onder den naam van Lesperon, in vrijheid
ge6teld wordt?"
Ik hoorde zooiets als een snik van den
graaf.
„Blijf in Toulouse tot morgen; vanavond
voor zijn vertrek zal hij afscheid van u ko-
men nemen."
„Laat hel dan zoo wezen, mijnheer" ant
woordde zij. Toen sprong ik overeind. Ik kon
het niet langer uithouden. Het zal u verba-
zen, dat ik den moed heb gehad zooveel te
verdragen en haar zoo oneindig veel te later
lijden om mij zelf te overtuigen hoe ver die
schavuit van een Chatellerault zijn bedrie-
gers-afspraak door zou voeren.
IWordt vervolgd.)
«JU.
V///M
tywyytf',.
OP AANVRAGE WORDT U GRATIS TOEGE-
ZONDEN OE BROCHURE OVER QRANULINE,
HET MIODEL VAN DR. J. H. VAN GRAFHORST.
ARTS, TEGEN TUBERCULOSE EN KLIER>
ZIEKTE. Middelburgschestr.Zl7, Scheveningen.