Illnuistiit Comint De irkies van Bardelys. Schaakrabriek. Damrnbrieb. 9 Briefnit„Seringenland". FEUILLETON. B,%m m up No. 124 1928 Honderd dertigsfe Jaargang. Zaterdag- 36 Mei. HANDELSONDERWIJS TE ALKMAAR. AANGIFTE VAN LEERLINGEN voor de HANDELSSCHOOL TE ALKMAAR dienst voor 15 JUNI te geschieden bij den DIRECTEUR en wel mondeling op DINS- DAGMIDDAG van 3 tot 4 en DONDER- DAGMORGEN van 9 tot 10 uur in het schoolgebouw aan de Doelenstraat hoek Nieuwesloot, of schriftelijk met vermelding van volledigen naam en geboortedatum van de(n) leerling, adres van de ouders of ver forgers, laatst bezochte school, en van de klasse waarvoor toelating gewenscht wordt. Voor leerlingen, buiten Alkmaar wonende, pioet ook aangifte worden gedaan bij het ge meentebestuur van hun woonplaats. Leerlingen, die met goeden uitslag de gerste twee klassen van een Hoogere Burger- school, of drie klassen van een U. L. O school hebben doorloopen, kunnen zander examen tot de derde klasse van de Handels- ■school worden toegelaten. Alkmaar, 19 Mei 1928. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, WENDELAAR, Burgemeester. R. VEENDORP, lo.-Secretaris. BEKENDMAKING. HERZIENING VAN HET PLAN VAN UITBREIDING DER GEMEENTE (2de ged.) Het hoofd van het Gemeentebestuur van 'Alkmaar brengt ingevolge art. 31 lid 7 der (Woningwet ter algemeene kennis, dat van 29 Mei 1928 tot en met 26 Juni 1928 ter ge- jneentesecretarie voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd de ontwerpen tot herziening ,van het plan van uitbreiding voor de ge meente met daartoe behoorende uitvoerigc kaarten en grondteekeningen. De herziening heeft betrekking op lo. het gebied der gemeente gelegen ten westen van de oostelijke begrenzing van den Kennemerstraatweg, van de Baan- straat, Ruitersteeg, Schoutenstraat, Hoogstraat, Doelenstraat en ten Zuid- westen van het Noordhollandsch ka naal; 2o. het gebied der gemeente gelegen ten Oosten van het Noordhollandsch kanaal, begrensd door het Kanaal, Heilig Land, Schermerweg en Oudorperdijk; So. op den Dirk Duivelsweg en den Achter- weg, voorzoover verbreeding van die we- gen wordt beoogd. Alkmaar, 26 Mei 1928. Het hoofd van het Gemeentebestuur van Alkmaar, WENDELAAR. Uit onze itaalsmachine. REGELING VAN HET HANDELS ONDERWIJS. Gelijk we in onze vorige bijdrage in deze Berie reeds opmerkten, is bij de Kamer inge- diend een ontwerp van wet tot regeling van het Voorbereidend Hooger en Algemeen Vor mend Middelbaar Onderwijs. Volgens dit ontwerp wordt algemeen vormend middelbaar onderwijs gegeven aan middelbare handels scholen en middelbare scholen voor meisjes en door den Minister verder aan te wijzen handelscursussen. De middelbare handels- school is een dagschool voor volledig onder wijs en heeft een cursus van drie jaren, wel- ke duur met machtiging van den Minister met e£n jaar kan worden verlengd, welke machtiging niet vereischt wordt voor die scholen, welke geen bijdrage uit de kas van het rijk ontvangen. Deze bijdrage wordt verleend, wanneer in de eerste klasse tenmin- ste 22 leerlingen hebben plaats genomen en vervalt wanneer gedurenae drie achtereen- volgende jaren het totaal aantal minder dan 45 heeft bedragen. Wanneer de Minister thans met een rege ling van het middelbaar handelsonderwijs Vomt, bouwt hij voort op wat reeds in 1863 Jn de Wet op het Middelbaar Onderwijs werd vastgelegd, toen het handelsonderwijs reeds opgenomen werd in het middelbaar on derwijs Bovendien maakt deze wet door de inkrimping van het getal schooltypen een einde aan den ongeregelden toestand, welke op dit deel van het onderwijsgebied bestaat. Door gemis aan zulk een wettelijke regeling toch was een ongewenschte toestand ont staan, die heeft geleid tot het stichten van vele scholen met uiteenloopende benaming, 40) Naar het Engelsch van RAFAeL SABATINI. (Schrijver van „De Zeevalk"). Er was iets in die woorden, al werd1 het Diet uitgesproken, dat iemand kon doen ver- moeden: hij kon misschien omgekocht worden om dit alks te doen, waarvan hij melding maakte. >,Ik begrijp, mijnheer, dat het te veel zou wezen om zoo iets van u te durven vragen", antwoordde zij met doffe stem. „Het zou inderdaad zeer veel zijn, made moiselle", zei hij haastig en nu was zijn stem dof en zonderling trillend. „Maar niets wat uw lippen van mij mochten vragen en dat ik in mijn macht had te volbrengen, zou te veel wezen." „Wat bedoeit u?" riep zif hijgend uit. Had zij begrepen evenals ik had gegist, wat er nu zou volgen? Ik hijgde ik klem- de mijn handen samen en het kostte mij moei- te te luisteren naar wat ik nu nog vernemen „Een paar maanden geleden, zooals u zich herinneren zult, vertrok ik naar Lavddan. Ik zag u, mademoiselle, even slechts, dat is zoo, maar sedert dat oogenblik stond uw beeld mij steeds voor oogen." Zijn stem werd een woQiig zachter en hartstocht fcrilde in zijn maar met in hoofdzaak dezelfde leerplannen, bedoeld voor dezelfde leerlingen. Dit moest leiden tot onderlinge concurrentie en een ver- snippering van krachten, hetgeen nadeelig moest wezen en voor het onderwijs en voor de publieke kassen. De minister meent, dat de H. B. S. met driejarigen cursus en de handelsscholen met vijfjarigen cursus bestemd zijn te verdwij- nen, terwijl aan een H. B. S. met vierjarigen cursus, welke door Minister de Visser gepro- jecteerd werd z. i. geen behoefte bestaat. De nog bestaande Hoogere Burgerscholen met driejarigen cursus zullen verdwijnen en baar taakzal worden overgenomen door de han- delsdagscholen met even langen cursus, ter wijl de voorbereidin gvoor Middelb. Techni- sche mi -Landbouwscholen evengoed kan ge schieden in de drie laagste klassen der 5-j. H. B. S. Een cursusduur van drie jaren acht de Minister voldoende voor het handelson derwijs om aan jongelieden, die meer onder wijs behoeven dan de lagere school geeft, doch geen verdere studie beoogen, de noodige ontwikkeling te verschaffen voor kantoor- en administratieve betrekkingen. Naast de drie- jarige laat het wetsontwerp echter ook plaats voor een vierjarige handelsdagschool. De H .B S. (5-jar.) bleef dan bedoeld om alge meene vorming te geven aan hen, die zonder verdere studies aan de universiteit een zoo niet leidende dan toch verantwoordelijke po- sitie wenschen te verkrijgen bij een publieke administratie of in het bedrijfsleven. Het einddiploma dier H. B. S. zal op zulk een peil moeten staan, dat degenen, die het heb ben verworven, toegelaten kunnen worden tot de handelshoogescholen en de handelsfa- culteiten, alsmede tot de indologische studie en die van de sociale aardrijkskunde. Uit een en ander moge't onzen lezers duide- lijk blijken, welke plaats het wetsontwerp reserveert voor het Middelbaar Handelson derwijs in ons onderwijsstelsel. Welk onderwijs wordt nu op deze school gegeven? Het leerplan moet omvatten de handelswetenschappen, de Nederlandsche, Fransche, Duitsche en Engelsche talen; de wis- en natuurkundede scheikunde en de wa- renkennis, de geschiedenis en de aardrijks kunde; het schrijven, handteekenen en de lichamelijke oefening, terwijl wat de talen betreft tevens daaronder behoort de handels- briefwisseling en handelsterminologie. Wan neer de school vier leer jaren heeft, wordt aan de vakken nog toegevoegd de staatsinrich- ting van Nederland, Nederlandsch-Indie, Su- riname, Curasao en de staathuishoudkunde. De minister heeft gestreefd naar unifor- miteit op een gebied, waarop momenteel groote verscheidenheid heerscht en verder naar groote vrijheid voor de bestuurders van deze scholen. De gemeente- en schoolbestu- ren worden niet meer gebonden dan noodig is, zoodat aan den groei en de ontwikkeling dezer school niets in den weg komt te staan. Wat te veel aan veranderingen onderhevig is werd daarom ter regeling overgelaten aan de algemeene maatregelen van bestuur. Zoo wordt bijv. gezegd, dat op den grondslag van het boven medegedeeld leerplan voor iedere school een bijzonder leerplai vastge- steld moet worden, waarin met machtiging van den Minister ook andere vakken opgeno men kunnen worden. Men kan hierbij denken aan het Zweedsch in die plaatsen, waar veel handel is op Zweden; het Spaansch, waar veel handelsrelaties zijn met de Zuid-Ameri- kaansche staten, enz. enz. Op de bijzondere handelsscholen mag aan de lijst der vakken godsdienstonderwijs worden toegevoegd. Ten slotte nog iets over de handelscursus sen. Slechts zeer in het algemeen spreekt het wetsontwerp en de memorie van toelich- ting daarover. Dit vindt zijn oorzaak in het feit, dat er een Commissie-van Wijnbergen be staat, die ook over deze materie rapport uit te brengen heeft, maar daarmede nog niet ge- reed kwam. De mogelijkheid van Rijkssubsi- die is echter geopend. De Minister wil echter deze cursussen de grootst mogelijke vrijheid laten, daar zij, om aan hun bestemming te kunnen beantwoorden, vaak op een zeer ver- schillend peil moeten staan. De regeling omtrent de subsidieering, het toezicht e. a. lieten we hier achterwege, om- dat dit den lezers minder zal interesseeren. 5. g3 5. Uit de W. S. nemen we de volgende partij over: 3e Matchpartij BogoljuboEuwe. Wit; B. Zwart: Euwe. Konings-Indisch. 1. d4 Pf6 2. Pf3 g6 3. c4 Lg7 4. Pc3 0—0 Euwe is een uitstekend kenner dezer zoogenaamde Griinfeld-verdediging en heeft daarmee ook al zeer goede woorden. Zij scheen dat ook te bemerken, want het kraken van haar stoel deed mij den ken dat zij opstond. „Nu niet, mijnheer, nu niet", riep zij. „Het is nu geen tijd. Ik smeek u denk aan mijn smart. „Dat doe ik, mademoiselle, en ik eeibiedig uw verdriet, en ik deel er in, geloof mij, met geheel mijn hart. Maar dit is wel het juiste oogenblik en indien u de belangen van dien man werkdijk wilt behartigen, dan moet ge mij tot het eind aan toe aanhooren." Al sprak hij met groote heftigheid en ge- zag, toch klonk er eerbied in zijn toon; of die echt was of niet kan ik niet beoordeelen. „Indien u verdriet hebt, mademoiselle, geloof mij dat het mij ook veel kost, en indien ik u nog meer doe lijden door hetgeen ik zeg, be- denk dan hoe hard het 'voor mij is de reden van uw komst te moeten vernemen. Weet u wat het is verteerd te worden door jalouzie? Kan u zich dat voorstellen? Zoo ja, dan kunt u ook iets begrijpen van de foltering die ik doorstond toen u mij bekende dat u dien Les- peron lief hebt, en smeekte of ik hem wou redden. Mademoiselle, ik heb u lief met mijn geheele hart en ziel heb ik u lief. Ik heb u bemind van het eerste oogenblik af aan dat ik u op Lavedan gezien heb en u de mijne te mogen noemen daarvoor is geen offer mij te groot, geen gevaar dat ik niet op mij durf nemen." Mijnheer, ik smeek u „Hoor mij aan, mademoiselle", riep hij. En toen met een kalmer stem ging hij voort: „Op 't oogenblik hebt ge dien mijaheer de Lespe- rpn liei ,'evolgen ondervon'den zooals ».v. tegen Dr. Tarrasch in't Londensche turnooi 1927. e4 ziet er verlokkelijk uit. Dr. Tarrasch heeft in't zooeven genoemde tournooi evenwel slechte ervaringen met dien zet. d5! Grusfeldt idee! Zij bestaat daarin dat Zwart eerst met dezen zet komt na Pc3. 6. cd5 Pd5 7. Lg2 c5 8. 00 Ook komt in aanmerking 8. Pd5 Dd5 9. Le3. 8Pc3 9. bc3 Pc6 10. e3? Na't fianchetteeren van Lfl naar g2 is die zet niet goed omdat hij niet noodig is want d4 kan ook verdedigd worden door Le3. Na 10Lg4 kan dan d4—d5 volgen. 1 0Da5 11. Db3 Een zwakke zet. Hier doef de dame niets en staat zelfs ge- vaarlijk Beter was 11. Ld2 waarna dreigt c3—c4 en d4 d5 me,t kwaliteitswinst op al. 1 1Tb8. 12. Ld2 Lg4 Er dreigt nu Lf3 met pionwinst op d4 omdat de L. op d2 niet gedekt is. 13. Tadl? Dit kost de -kwaliteits. Wit staat slecht; 't beste was mis schien nog 13. Db2. 13cd4 14. cd4 Dh5 15. Ph4 Na 15. e4 volgt Pd4 16. Pd4 Ldl enz. 15Ldl 16. Tdl Pa5 De overmacht moet winnen de rest volgt van zelf. 17. Dbl Pc4 18. Lb4 Lf6 19. Lf3 Db5 20. a4 Da4 21. Ld5 Db5 22. Lc5 Dbl 23. Tbl b6 24. Le7 Le7 25. Lc4 b5! 26. Ld5 Of 26. Lb5 a6 27. Ld3 Tblf 28 Lbl Lh4 29. gh4 a5 en de a-pion tart den Looper. 26Lh4 27. gh4 b4 28. e4 Tfc8 29. h5 a5 30. Kfl a4 31. Ke2 b3 32. hg6 hg6 33. Kd3 b2 34. Kd2 Tb4 35. Kd3 Tel 36. La2 a3. Wit geeft op daar tegen Tbl naast a2 en blD geen kruid gewassen is. Eindspelstudie no. 227. (G. S. Carr.) '•Ik-,'- abode f g h Wit speelt en wint. Probleem 188. (L. Collijn.) SHIM Tweezet. Oplossing probleem 187 (P. P. K.) 1. Tg2 Kc5 2. Df2 mat. U; 1c5 2. Tg6 mat. „Ik zal hem altijd liefhebben! Altij-d, mijn heer!" „Wacht, wacht, wacht!" riep hij uit; dat zij hem in de rede viel verveelde hem. „In- dien hij in leven bleef en u trouwde met hem en ge waart dagelijks in zijn gezelschap, dan twijfel ik niet of uw liefde zou voortduren. Maar indien hij moest sterven of verbannen worden en u zag hem niet meer, dan zoudt ge hem een poosje betreuren, maar dan he- laas! zoo gaat het meestal met mannen en vrouwen dan zou de tijd eerst uw verdriet helen en dan uw hart." „Nooit, mijnheer o neen, nooit!" „Ik ben ouder dan gij, kind! Ik weet het. Nu verlangt ge vurig zijn leven te redden omdat ge hem liefhebt, maar ook omdat ge hem verraden hebt en ge zoudt zijn dbod niet graag op uw geweten hebben." Hij zweeg een oogenblik; toen verhief hij de stem en zeide: „Mademoiseile, ik bied u het leven aan van hem dien ge lief hebt." „Mijnheer, mijnheer!" riep het arme kind, „ik wist wel dat u goed was! Ik wist wel „Wacht een oogenblik! Versta mij niet ver- keerd. Ik zeg niet dat ik het u geef, maar dat ik het u aanbied." „Welk verschil is daar in?" „Indien u het hebben wilt dan moet u het koopen. Ik heb gezegd dat ik voor u alle ge- varen wil trotseeren. Om uw minnaar te red den trotseer ik het schavot. Indien ik verra den word of indien de zaak bekend wordt, dan val't mijn hoofd zeer zeker in plaats van het hoofd van Lesp£ron. Dit wil ik wagen mademoiselle dat doe ik zelfs gaame - indien ge mij beloven wilt daarna mijn vrouw AAN DE DAMMERS! In onze vorige rubriek gaven wij ter oplos sing probleem 1017 (auteur M. Paul). Stand. Zw. 9 sch. op: 5, 8, 10, 11, 12, 14, 17, 19, 20. W. 9 sch. op: 22, 26/30, 39, 40, 49. Oplossing. 1. 29—24 1. 20:29 2. 39—33 2. 29 38 3. 49—43 3. 38 49 4. 26—21 4. 49:24 5. 22—18 5. 12:32 6. 21 3 6. 32 :21 7. 3 7! POSITIECOMBINATIE. Het volgende stukje is van den hoofdre- dacteur van „Le jeu de dames." Marcel Bon- nard. I.Wm.Wtk Zw 13 sch. op: 3, 8/12, 15/19, 23, 24. W. 13 sch. op: 27, 33, 34, 35, 37/40, 42, 43, 45, 47, 49. Wit wint hier een schijf of de partijen moe ten daartoe als volgt spelen: 1. 34—29 23X34 2. 40X20 15X24 3. 33—28!! Zwart heeft nu vier antwoorden, waarvan het beste lijkt: 3. 18—23A,B,C. 4. 28—22 17X28 5. 35—30 24X35 6. 45—40 35X33 7. 38X 7 11X 2 8. 27—21 16X27 9. 37—31 27X36 10. 47—41 36X38 11. 43X5! Hier volgt nu nog het spel voor wit, in dien zwart anders antwoordt: Variant A: 4. 17—21 5. 28—23 21X41 6. 23 X 5 41—46 7. 39—33! Van B.Indien zwart als 4den zet 8 of 9—13 speelt volgt wit 28—22, 17X28; 27— 21, 16X27; 38—33, 27X38; 43X5!! Var. C.: Indien zwart 9 of 1014 ant woordt, speelt wit 28—22, 17X28; 27—21; 38—32, 27X38; 42X2!! (N. Crt.) De volgende stand is uit een partij Fabre- Bizot. Bizot deed met wit een foutieven aeh- terwaartschen afruil en verloor. Zw. 10 sch. op: 7, 9, 12, 13, 14, 16, 18, 19 24 26. 7777 W. 10 sch. op: 27, 28, 32/35, 37, 38, 40, 45. 1. 37—31? 26X37 2. 32X41 24—29 3. 34X23 (gedw.) 18X29 4. 33X24 19X30 5. 35X24 16—21 6. 27X16 7—11 7. 16X18 13X42 Wit moet thans 41—37 offeren en zwart wint door naar dam te gaan op 48. Ter oplossing voor deze week: te worden." Roxalanne kermde, toen zweeg ze. Einde- lijk sprak ze: „0 mijnheer, u is onmeedoogend! Wat voor koop durft ge me aan te bieden?" „Een zeer mooie koop voorzeker", zei die duivel in de gedaante van een mensch. „Ik zet mijn leven op het spel tegen uw hand." „Inaien indien u mij waarlijk lief hebt zooals ge beweert mijnheer, dan zoudt ge mij een dienst bewijzen zonder belooning." „In alle dingen zou ik dat willen. Maar is het mogelijk een man die dol verliefd op u is te vragen een ander in uw armen te voeren, en dat nog wel op gevaar af zijn eigen leven te wagen? Ach mademoiselle, ik ben maar een mensch en onderhevig aan menschelijke zwakheid. Indien ge wilt toestemmen dan zal Lesperon vrij wezen, maar u zult hem niet meer zien; en ik wil mijn toegevendheid zoo ver voeren u een half jaar te geven om uw verdriet te boven te komsn voordat ik mij we- der bij u vertoon om mijn loon te vragen." „En indien ik weiger, mijnheer?" Hij zuchtte. „Aan de waarde die ik hecht aan mijn le ven moet ge toevoegen mijn zeer menschelijke jaloerschheid. Wat kunt ge hopen van die twee dingen te zamen?" „U meent dat hij sterven moet?" „Morgen", klonk het lakonieke antwoord van dien vervloekten bedrieger. Zij zwegen eenige oogenblikken. Toen hoorde ik snikken. „Heb medelijden, mijnheer! tVees genadsg indien ge mij waarlijk lief hebt O hij mag niet sterven! Ik kan. ik durf hem niet laten Probleem 1018 van M. Boselli (Fr.) WZ.wk.. Zw. 11 sch. op: 3, 6 ,8, 9, 11, 13, 14, 15, 19, 24, 28. W. 12 sch. op: 22, 30, 33/40 ,43, 48. Welken slagzet maakte wit in dezen stand? In onze volgende rubriek geven wij de op lossing. Budapest, Mei 1928. Zooals ik aan het wereldkamp in de Ver- eenigde Staten, nu twee jaar geleden, niet kan terugdenken zonder de weelde van de gele Forsitia voor oogen te krijgen, die in Mas sachusetts alles in gouden gloed zette, zoo za! ik later bij de herinnering aan Hongarije een geur van seringen speuren en weer in ge- dachten de licht- en dieppaars bloeiende heesters zien, die de Meimaand hier tot zoo iets heel bijzonders maken. Armoedige kerk- hoven, met niet veel meer dan een rechtop- staand stuk hout en 'n paar verwelkte kransen als grafteeken, gaan schuil onder een rijkdocn van lila trossen. Bossen seringen in de hui- zen, in de hotelkamers, in de handen van ar- beiders, die huiswaarts keeren, aan de stok- ken der vlaggen en vaandels van padvinders en padvindsters, als ze bij hun respectieve- lijke parades voor de afgevaardigden naar het vijfde wereld-congres voor de meisjes- padvinderij, van hun respect-afdwingen kun nen de bewijzen geven. Kleurherinnering symbolisch voor de beide landen. Het heerlijk welvarende, rijke, lachen- de Noord-Amerika in z'n kleed van hel gele schittering, het bitter mishandelde Hongarije in de omsluiering van halven rouw. Zeker de band met het vreemde Oostenrijk, welks heer- schers soms nog niet eens in staat waren een toespraak in behoorlijk Hongaarsch voor te lezen, is verboden. Maar als gevolg van een zeker niet door dit volk gewenschten oorlog, waarin de perfide Oostenrijksche diplomatic het meesleepte zuchten thans een paar mil- lioen Hongaren onder den niet minder geha- ten druk van Rumenen, Czechen en Slaven, zijn tienduizenden ambtenaren in de afge- sneden streken broodeloos geworden, de rijk- ste levensbronnen weggeschonken aan En- tente-vrienden, is slechts een derde van het land overgebleven onder Hongaarsche vlag. Is het wonder dat altijd het rouwfloers aan die vlag gedragen wordt? Is het wonder dat men hier telkens vrouwen in tranen ziet? Met des te meer bewondering moet iedet vervuld zijn, die van 317 Mei hier rondzag. Wat stonden de padvindsters daar kranig, toen we in Budapest aan land stapten, na bij- na 14 uur stoomens den Donau af van Wee- nen, waar in het Collegium Hongaricum het eerste samentreffen der gedelegeerden van 28 landen plaats had gevonden. Wat glundert het troepje, dat mee mocht gaan naar Parad, om bij het openingskamp- vuur te zingen. Vier uur hebben ze getreind en de eerste ochtend tegen het uur van ontbij- ten staan ze als eerewacht vlak bij het eet- huis van het complex gebouwen, dat de bad- plaats Parad uitmaakt. Voor ieder gedele- geerde iedere eeregast, iedere bezoekster die aan dit congres deelneemt en die komt aan- drentelen, staan ze weer even welgemoed en correct in de hooding, en ook geen seconde neemt men waar dat er tusschenin word' rondgedraaid of gebabbeld. Er zit stijl en voornaamheid in, zooals overal in dit merk- waardige volk. Met hoeveel innige vroomheid zongen z« bij het eerste kampvuur, dat door den chief- scout sir Robert Baden Powell zelf werd aan- gestoken, hun aandoenlijke nationale geloofs- sterven! Red hem mijnheer, dan zal ik iede- ren avond van mijn leven voor u bidden; ik zal onze Heilige Moeder voor u bidden zoo- alsll ik u nu voor hem bid." Zou iemand oou weerstand kunnen bieden aan zulk een onschuldige, vrome smeekbede' Heeft er ooit iemand bestaan die als ant woord op zulke eenvoudige woorden van lief de en verdriet zijn eigen ruwe hartstochtelijke liefde kon opdnngen? Zijn eenige antwoord was: „Ge kent den prijs, kind." „God moge mij helpen! Ik moet den prijs betalen. Ik moet, want als hij sterft, komt zijn bloed op mijn geweten!" Toen bedwong zij haar smart en haar stem werd hard door den dwang dien zij zich zelf oplegde. „Indien ik u beloof u te trouwen namelijk over een naif ;aar welk bewijs geeft ge mij dan dat de persoon die gevangen gehouden wordt onder den naam van Lesperon, in vrijheid ge6teld wordt?" Ik hoorde zooiets als een snik van den graaf. „Blijf in Toulouse tot morgen; vanavond voor zijn vertrek zal hij afscheid van u ko- men nemen." „Laat hel dan zoo wezen, mijnheer" ant woordde zij. Toen sprong ik overeind. Ik kon het niet langer uithouden. Het zal u verba- zen, dat ik den moed heb gehad zooveel te verdragen en haar zoo oneindig veel te later lijden om mij zelf te overtuigen hoe ver die schavuit van een Chatellerault zijn bedrie- gers-afspraak door zou voeren. IWordt vervolgd.) «JU. V///M tywyytf',. OP AANVRAGE WORDT U GRATIS TOEGE- ZONDEN OE BROCHURE OVER QRANULINE, HET MIODEL VAN DR. J. H. VAN GRAFHORST. ARTS, TEGEN TUBERCULOSE EN KLIER> ZIEKTE. Middelburgschestr.Zl7, Scheveningen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5