Itomscis Count. I Radio-hoekje Be Olympisehe spies. FEUILLETON. Honderd dertigste Jaargang, flo. 125 1928 Pinsda§; 29 Mei. Woensdag 30 Mel. Hllversim, 1060 Al. 12.30—2.Lunch- muziek door het Trio Groeneveld1. 3.4. Maak het zelf. Rubriek van Mevr. Schaake Verkozen. 5.307.15 Concert door het Qm- roep-orkest. 7.15—7.45 Fransche Olympiade- l£S. 8.Uitvoering in de Studio van de N.V. Ver. Rotterdamsch Hofstad-Tooneel, Dir. C. y. d. LugtMelsert. „Overschotje", blijspel 3 bedrijven 'van Daro Niccodemi. Regie: C. van der Lugt Melsert. Titus Sacc'hi, C. v. d LugtMelsert. Julius Bernini, Piet Bron. Giglioli, A. Roemer. Egisto, J. van der Lin den. De Onbekende, J. v. d. Linden (D.) Emilia Bernini, J. Broedelet. Franca, Jo van Walraven. Overschotje, Annie van der Lugt Melsertvan Ees. Het stuk speelt te Rome in den tegenwoordigen tijd. Tusschen de be drijven: Triomuziek. 10.Persberichten. Daarna dansmuziek door het dans-orkest Rentmeester. Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.J (Uitsluitend N. C. R. V.) 12.301.45 Micf- dagconcert door het Trio Lauenroth. 5.-6.- Kinderuurtje onder leiding van G. Ingwer- sen. Mevr. A. van Ey'kMidler, zang. Mej. C. Muller, piano. 6.7.Gramofooncon- cert. 7.308.Spr.: K. H. Spijkman. 8. Concert. Sprs.: Ds. J. W. Geels: De ketel- lapper van Elstow. Mej. Truus Rieuv/erts, piano. Mej. A. Schierbeek, alt. S. Bahier, yiool. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. ill 20 Gramofoonmuziek. 12.20 Balladen- concert. 12-50 Dansmuziek. 1.20—2.20 Or- jkestconcert. 3.20 Dansmuziek. 4.05 Causerie. 4.20 Licht klassiek concert. 5 35 Kinderuur- tje. 6.20 Dansmuzi'k. 6.40 Tuinbouw-cause- rie. 6.50 Nieuwsberichten. 7.05 Muziek. 7.20 Lezing: About Eggs. 7.35 Lkderen van Sir. H. Parry voor sopraan. 7.45 Lezing: Che mistry. 8 05 Vocaal concert. 8.20 Militair orkest concert. E. Andjelkovitch, viool. G. Tcherniak, Balalaika. 9.20 Nieuwsberichten. ,9.35 Vacantiepraatje. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55 „The Rebel Maid", van Dodson en Montague F. Phillips. Orkest en Koor. 11.20 —12.20 Dansmuziek. Parijs „R.adio-Pans", 1750 M. 10.50 11— Concert. 12.502.10 Orkest con cert. 4.05—5.05 Orkestconcert. 8.5011.20 Con cert. Werken van Sylvio Lazzari onder lei ding van den componist. Langenberg, 469 M. 1.25—2.50 Orkest concert. 6.20—7.15 Orkestconcert. 8.40 Van fan Wellem tot Lehr. Dr. Castelle, causerie. HeynickeLoschhorn. H. Muller— Schlosser. A. Sc'hutze, fluit. Dr. Stolz, inlei- ding. W. Watermann, piano. Kwartet Rhein- land. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. Zeesen, 1250 M. 12.205.20 Lezingen. 5.20—6.20 Orkestconcert. 6.208.05 Lezin gen. 8.05 Declamaties door W. Franck. 9.20 Tschaikowsky, concert. Orkest en C. Chop Groenevelt, piano. 10.50—12.50 Vroolijk concert. Orkest en P. Lordmann, has. Hamburg, 395 M. 4.35 Concert voor or kest en zang. 6.20 Orkestconcert. 8.20 Mu- Fkaalliteraire reisbeschrijvingenDaarna tot 11.20 Cabaret en dansmuziek. Brussel, 509 M. 5.206.20 Trioconcert. 8.35—10.35 Concert. Orkest en Mme. Bou- langer, zang. HOCKEIJ. Olympische Finales. Door het niet eerder verschijnen van onze courant na Zaterdag zijn we thans eerst in de gelegenheid nog eenige indrukken te ge- ren van de beide hockeywedstrijden, die Za terdag het Ol. Hockeytournooi besloten. Dat er voor de finales zoo'n bijzonder gioote belangstelling zou bestaan, had zelfs de felste hockeyenthousiast niet kunnen en mogen verwachten. Maar het prachtig ge- slaagde tournooi heeft aan de hockeysport een dienst bewezen van buitengewone betee- kenis. Werd hockey voordien gespeeld voor een kleine schare toeschouwers, thans waren er Zaterdagmiddag niet minder dan 38.000 toeschouwers, die het schitterende Stadion nagenoeg tot de laatste plaats vulden. Het grootsche succes van ons hockeyteam was daaraan natuurlijk niet vreemd. Om de derde plaats speelden eerst Duitschland en Belgie. Een zeer boeiende Naar het Engelsch van RAFAeL SABATINI. (Schrijver van „De Zeevalk"). 41) Een driftiger man dan ik zou het beschot doorgetrapt hebben of haar door dat beschot been den troost hebben toegeroepen, dat die afspraak of omkooperij van Chatelleraullit heelemaal geen afspraak was, daar ik al ontslagen en vrij was. En dan zou een drifti ger man door zijn ingeving geleid verstan- (iger gedaan hebben dan ik door redenee- ring. Ik deed de deur open, liep de gelagka- mer door, een gangetje in, dat leiden moest naar de kamer waarin zij zich bevonden. Maar hierin vergiste ik mij en eer ik mij tot een keMner gewend had, waren er eenige kostbare oogenblikken verloren gegaan. Hi} ging mij voor, eerst terug naar de gelagka- mer en toen naar een andere gang. Hij deed de gangdeur wijd open en ik stond plotseling van aangezicht tot aangezicht tegenover Chatdlerault, die nog rood zag van zijn pas 'gevoerden strijd. ,,U bier!" zei hij ten hoogste verbaasd; zijn gezicht betrok en hij wer-d doodsbleek, en dat mocht ook wel, ofschoon hij niet kon droo- Inen, dat ik zijn afspraak afgeluisterd had. ,,Wij zullen terug gaan, miinheer de graaf", zei ik. „Terug, waar naar toe?" „Terug naar mademoiselle. Terug naar de kamew. dh- u zooeven heeft verlaten." En niet sfi'ljd met uitstekend spel der DSifschWs en brillant-verdedigen van de Belgen. Was het bij de Duitschers in het bijzonder de spil Haag, die opviel, bij de Belgen traden de linksback Wellens en de keeper bijzonder op den voorgrond. Ondanks het overwicht, dat de Duitschers hadden door hun snel en technisch beter spel, konden zij voor de rust slechts een doelpunt maken uit een strafbully wegens hands. Een der Belgische spelers had den kleinen witten bal uit het doel gesla- gen. Haag scoorde het eerste punt. Na de rust hebben de Belgen zich met mannenmoed verdedigd en tevens getracht het Duitsche doel te doorboren; maar de Duitschers waren beter en scoorden nog twee- maal wedorom door Haag. Zoo gespeeld moet ook het hockey de groote publieke be- langstelling winnen, wat zeker zal blijken bij een volgenae international ontmoeting van ons team. Britsch Indie—Holland 3—0 Wat het Holl. team in de finale tegen de meesterspelers heeft gepresteerd is dc hevig- ste tegenstand geweest die de B.-Indiers to* nu toe hebben ondervonden Wat een pracht- wedstrijd. Genoten is er van het zeldzaam fijne, snelle, soepele spel der Br.-Indiers. In- derdaad een klasse op zich zelf. En tegen deze tegenstanders slechts met 3—0 te ver- liezen (rust 1—0) is een succes te noemen. Een duidelijk bewijs voor het goede spel van het Holl. elftal is zeker, dat de groote kwali- teiten van de Ind. achterhoede nog in geen enkele ontmoeting zoo naar voren zijn geko- men. Men sprak alleen over de voorhoede der B. I. Doch de aanvallen van Nederland wa ren van dien aard, dat geregeld de achter hoede alle krachten moest inspannen. En toen bleek, dat deze achterhoede nagenoeg niet te passeeren is. Prachtig spel. De nul in het lijstje der Br. I. tegenpunten hebben ook wij niet kunnen doen verdwijnen. Met een score van 290 over alle wedstrijden won Br. Indie den eersten prijs, wat zeker spre- kende cijfers zijn. Het hijschen der vlaggen. De sportieve Britsch-Indi'ers. Onmiddellijk na het eindsignaal renden de Britsch-Indische spelers op hun aanvoerder Penniger toe en droegen hem in triumpf over het veld. Daarna werd de Nederland- sche aanvoerder de Waal door de Britsch- Indische spelers op de schouders geheschen en eveneens in triumf rondgedragen, welk staaltje van sportiviteit jegens de tegenpartij met donderend applaus van de tienduizenden toeschouwers beloond werd. Op het midden van het veld verzamelden zich daarop de Britsch-Indische en Neder- landsche spelers waarbij zich ook de Duitsche spelers als derde prijswinnaars voegden. On der doodsche stilte werd daarna de protoco- laire uitslag in de Fransche taal afgekon- digd. Het publiek verhief zich van de zetels als daarna aan de daarvoor bestemde mas- ten onder het spelen van achtereenvolgens het Engelsche, Nederlandsche en Duitsche volkslied, de vlaggen van de prijswinnende landen geheschen worden. De plechtigheid, die bijgewoond werd door den minister van binnenlandsche zaken Kan, liet niet na diepen indruk te maken op de toeschouwers, van wie vrijwel geen enkele was vertrokken. Daarna begaven de spelers zich naar de eere-tribune waar zij door baron Schimmelpenninck van der Oye werden ge- luk gewenscht met het resultaat. Een drie- voudige strijdkreet, eerst door de Britsch- Indiers en daarna door de Nederlanders be- sloot deze ceremonie. Inderdaad de drie zegevierende hockeyteams hebben het beste hockeyspel van het tournooi gegeven. VOETBAL. HET GROOTE TOURNOOI BEGONNEN. Zondag begon het z.g. hoofdtournooi van de Olympische Spelen, want de voetbalspelen zijn nog steeds de groote attractie. Chili en Portugal waren de beide eenige elftallen die in de voorronde uitkwamen. Even voor drie uur betrad het Portugee- sche elftal, in roode shirts gestoken, het veld en bracht eerst voor de eere-tribune en daar na voor de marathon-tribune zijn strijdkreet uit, welke met luid applaus werd begroet. Daarna kwamen de blauw-gehemde Chi- een en op het veld, die tezamen een rondje om het veld maken onder het uiten van hun krrr- roep. Precies te drie uur liet de scheidsrech- ter, Youssof Mohamed, beginnen. Circa twaalfduizend toeschouwers waren aanwezig. Tegen de verwachting in was Por- tugal direct in den aanval, maar toen nam Chili den aanval over. De Chileenen schoten zuiver, zij treuzelden niet eni waagden het uit alle posities te schieten. Reeds na vier min. is al te vriendelijtk duwde ik hem weder in de gang, en daardoor miste ik in de duistgrnis de uitdrukkinig van zijn gezicht. „Ze is daar niet", zei hij. Ik lachte even. „Toch zuillen wij teruggaan." Ik kreeg mijn zin en wij kwamen in de ka mer waar de schandelijke koop was gesloten. Dien eenen keer sprak hij de waarheid. Zij was daar niet meer. „Waar is zij?" vroeg ik op boozen toon. „Vertrokken", antwoordde hij; en toen ik beweerde haar niet tegengekomen te zijn, zei hij op onbeschaamden toon: „Ge zoudt een dame toch niet door de gelagkamer laten gaan. Zij is door een zijdeur vertrokken, die op het binnenplein uitkomt. „Nu dat zoo is, mijnheer de graaf", zei ik doodbedaard, „wou ik wel even met u spre- ken voordat ik haar ga opzoeken." En ik deed zorgvuldig de deur diicht. HOOFDSTUK XV. Mijnheer de Chatellerault is boos. Chatdlerault en ik keken elkander stilzwij- gend aan. Wat waren de omstandigheden veranderd sedert wij elkaar voor het laatst ontmoet hadden! De verwarring, die ik dadelijk op zijn ge zicht had opgemerkt, was nog niet verdwe- nen. Er was een dreigende, onheilspellende uitdrukking in zijn oogen en een zeker ge- brek aan symmetrie, iets eigenaardigs wan- neer hij onrustig was. Ofschoon Chatellerault voor zijn eigen belangen een silimme samenzweerder was en een handige intrigant, hij was niet vlug van begrip zooals ik wel meer gezegd heb. Zijn verstand werkt ramzzaam ep hij had tijd een vemarlijke kogd van den niidv'oor den Portugeeschen keeper te machtig (10) en nadat de Portugeesche rechtbinnen Soares Louro alleen voor den keeper een prachtkans had1 gemist voor den gelijkmaker, schoot Gar- bonell een voorzet ineens in (20), een schitterend doelpunt. De Chileenen, wier kop- werk opviel, combineerden fraai. Portugal was in het veld niet zooveel minder, maar het schot der roodhemden was zwak. Zoo misten da Silva en A. Martins eenige goede kansen. Wegens een btesure viel de Portugee sche linksbinnen A. Martins uit. Met tien man spelen de roodhemden verdfer. Het spel verruwde en scheidsrechter Youssof Moha med trad daartegen niet voldoende op. Por tugal's keeper Roquette verrichtte uitstekend werk, o.a. bij een fel schot van Subiabre, (midvoor). Wanneer Martins weer terug is, komen de Portugeezen opzetten en onder groot gejuich van het publiek, dat als steeds op de hand van de zwakste is, doelpunt eerst da Silva en daarna Louro uit fraaie voorzetten van J. M. Martins (2—2). Met dezen stand kwam de rust. ChiliPortugal. Na de rust zakten de Chilenen, die al hun kracht in de eerste helft hadden gegeven, af. Portugal maakte nog twee doelpunten en met 42 kwamen de Portugeezen, die vandaag espeelt wordt, in dte eerste ronde tegen oego-Slavie. Men moet aan dit spel der Chileenen en Portugeezen eerst gewennen. Het is een an- der genre dan wij gewend zijn. Fanatieker en gedurfder. Ook soms ruwer. Een enkele maal zagen wij ook mooie staaltjes van handig voetbal. Doch het weloverlegde ontbreekt dikwijls. Deze spelers vergeten door hun geestdrft maar al te vaalc dat voetbal ook nog voor 50 pCt. met de hersens wordt ge speeld. De twee goals van Chili waren anders prachtschoten, zoo mooi als men ze maar wenschen kan. BelgieLuxemburg. Nadat Belgie een 30 voorsprong had verkregen, meende het reeds binnen te zijn, doch de Luxemburgers dac'hten er anders over en de Belgische onderschatting werd be- straft met niet minder dan drie Luxemburg- sche doelpunten, die den stand gelijk maak- ten. Na de rust was Belgie beter en scoorde nog tweemaal. De Luxemburgsche keeper Scharry blonk uit. DuitschlandZ witserland. Gistermiddag speelde Duitscheland een schitterende partij tegen Zwitserland. Het Duitsche elftal vormde een prachtig geheel. Het Zwitsersche elftal stelde teleur, en ten slotfe is de Duitsche 4—0 overwinning het beste bewijs voor de superoriteit der Duitsche ploeg. De linksbinnen Hoffmann maakte drie goals. Gisteravond won Egypte met 71 van Turkije. Heden worden gespeeld: Frankrijk— Italie, Portugal^Joego-Slavie en Argen- tinie—-N. Amerika. KAARTEN JAMMER. De wedstrijd NederlandUruguay staat in de enorme belangstelling van het publiek en het baarde daarom ook geenszins een groote verwondering, dat er een 150.000 aanvragen om plaatskaarten bij het O. C. waren binnen- gekomen. Gistermorgen had de voorverkoop plaats. Reeds Zondagavond stonden honderden be- langhebbenden voor de loketten, die den nacht daar in de openlucht doorbrachten. Velen hadden vouwstoeltjes meegebracht en trachtten den tijd te dooden met kaartspelen enz. Naar schatting waren Zondagnacht een 20.000 „liefhebbers" aanwezig. De politie zorgde voor een regelmatig verloop en al moest zoo nu en dan even ingegrepen wor den, toch kwamen er geen ernstige ongere- geldheden voor. Gistermorgen werd de drukte zoo mogelijk nog grooter. Telkens trachtten anderen zich tusschen de rijen te dringen, wat verhinderd werd en door de politie en door de aanwe- zigen zelf. De kaartverkoop, die om half tien begon, liep vlot van stapel en in een zeer korten tijd waren alle plaatsen uitverkocht. Duizenden hadden tevergeefs een nacht in de openlucht doorgebracht McxextuccE-cr jgreim is noodig om een toestand te overzien en zijn gedrag te bepalen, voordat hij den strijd kon aanbinden. „Mjjnheer de graaf", zei ik spottend, „ik maak u een compliment over uw schrander- heid en de diepte van uw plannen en ik be- treur voor u de omstandigheid dat ik hier voor u sta, waardoor uw schoone plannen waarschijnlijk in duigen moeten vallen." Hij wierp zijn kolossalen kop achterover als een paard dat de trens voelt en zijn smeu- lende oogen keken mij naargeestig aan. Toen opende hij zijn zinnelijken mond. „Hoeveel weet u?" vroeg hij met doffe minachting. „Ik ben een half uur in die kamer ge weest", antwoordde ik en sloeg met mijn vuis- ten op het beschut. „De wand is dun, zooals u zult opmerken en ik heb ieder woord ge- hoord dat tusschen u en mademoiselle de Lavedan gesproken is." „Zoodat Bardelys, bekend als de Luister- rijke; Bardelys, het toonbeeld1 van ridderlijk- heidBardelys, de arbiter elegantiarum van het Fransche hof naar net schijnt niet meer is dan een gemeene spion." „Indien hij mij door dat woord boos wou maken, misllukte zijn plan. Mijnheer de graaf", antwoordde ik heel bedaard. „u is oud genoeg om te weten dat de waarheid alleen in staat is fe wonden. Ik was bij toeval in die kamer, en toen ik de eerste woorden van uw gesprek vernam, zou ik geen mensch geweest zijn als ik niet was gebleven en mijn ooren had ingespannen om geen syllabe te missen van hetgeen ge zeide. En daarenboven mag ik u vragen, mijn waar- de Ghatellerault, sedert wanneer zijt ge zoo kiesch geworden dat ge iemand durft verwij- ten dat hij voor luistervink heeft gespedd?" Zendin^s(ee§t. Op het prachtige schaduwrijke Beuken plein bij den Kattenberg werd gistermiddag het Zendingsfeest geheuden vanwege het Tasikmalaja-comite der Ned. Zendingsver- eeniging. Een vierhonderdtal belangstellen- den was aanwezig, toen de heer N. van d e Poll, voorzitter van het leestcomite, ver- zocht de samenkomst te openen met het zin- gen van Psalm 68 vers 10. Daarna ging hij voor in gebed. In een kort openingswoord bracht de heer van de Poll dank aan de fam. van Foreest voor het beschikbaarstellen van het terrein, terwijl hij voorts alien dankte die hunne krachten gaven tot het houden van dit zen dingsfeest. Spr. zette verder uiteen waarom de afdeelingen Alkmaar en Heiloo deze bijeen- komst uitschreven: de plannen van het Tasik malaja-comite om behalve den zendingspost te Garoet (Java) nog een tweeden zendings post in het leven te roepen en te bekostigen, n.l. te Taoebonto (Zuid-Celebes). Spr. verwachtte dat het Pinksterfeest be- reidwilligheid en offervaardigheid en toe- wijding zal bevorderen om de zending te versterken. Openingsrede. Na gemeenschappelijken zang hield ds. H. J. H a k de officieele openingsrede. Hij achtte het een voorrecht dit te mogen doen in zulk een schoone omgeving. Spr. zette uit een hoe het zendingsbureau Oegstgeest eigen- lijk altijd door sukkelt met tekorten en hoe ook daarom de begrippen zending en feest zoo moeilijk te combineeren zijn. Dit geldt ook voor het werk der zendelingen, wier ar- beid vaak zoo ontzettend moeilijk is en zoo menigmaal teleurstelling wekt. Desondanks achtte spr. thans wel reden aanwezig om thans zendingsfeest te vieren, omdat immers't Pinksterfeest is het feest van de uitstorting van den Heiligen Geest en de zekerheid be- staat dat God zal doorgaan met zijn werk, niet alleen in het land der heidenen, maar ook in ons eigen land. Het is heerlijk te spreken van zendingswerk, omdat het den gezichtskring verruimt en de liefde tot God en Zijn werk versterkt. Zooals God doorgaar met alles, zal Hij ook met de zending door gaan en al zou het gebeuren als eertijds op Zuid-Celebes, Nieuw-Guniea en an dere streken, dat men jaren achtereen op rdtsen zaaide en ploegde, Gods werk gaat door ondanks alles, Hij zal Zijn werk vol- tooien en heel de aarde tot Zijn heiligdom maken. Ds. Wieringa over „Zendingsvuur.v Ds. E. H. Wieringa, van Purmerend, hield een rede over het onderwerp: „Zen- dingsvuur". Spr. herinnerde aan een uitla- ting van een Amerikaan, die zeide, dat er een tekort bestaat aan heldengeest en kracht. Als dit juist was, zou er een scherp vonnis zijn geveld over onzen godsdienst en ons ge- loof, zei spr. Een voorrecht, een bewijs van Gods gena- de en niet van onze buitengewone vroomheid, achtte spr. het dat wij mogen doen aan zen ding. Spr. stelde vast, dat Jezus gekomen is om God's vuur op aarde te werpen, niet om den christelijken godsdienst te stiehten. Voor zoo- ver deze godsdienst een historisch verschijn sel is, zal hij weer verdwijnen, maar juist om dat Jezus gekomen is om op aarde God's vuur te werpen, zal de christelijke geest voort- sehrijden. Het vuur zal alles omvatten en als wij aan zending gaan doen, is dit een ver- breiden van God's vuur in andere wereld- deelen, ook een verbreiden van het vuur, door dat Godsvuur ontstoken in ons eigen hart. Spr. memoreerde, dat eenige jaren geleden werd berekend dat in heel Europa 90 mil- lioen per jaar werd geofferd voor de zending en hij stelde daar tegenover dat alleen in Nederland 130 millioen wordt ujtgegeven aan alcohol en tabak. Hieruit concludeerde spr., dat er toch wel een tekort is aan zendingsvuur. Dat vuur moet aangewakkerd worden, zal het ten minste verwarmen. Door voortdurend gebed zal dat gelukken, zal er heldengeest en kracht en offervaardigheid gewekt worden ook voor de verbreiding van God's vuur in den vreemde. Rede ds. Hoek. Volgende spr. was ds. W. A. Hoek van Amsterdam, die tot onderwerp had: „Zen- dingsstorm". Ondanks het feit, dat het zen dingsvuur weinig heeft van een alles verte- rend vuur gelijk de bosch- of veenbrand, brandt er toch in vele duizenden zielen een heilig zendingsvuut. Maar zendingsstorm? Die woedde er op het eerste Pinksterfeest en hij had een schit- „Ik begrijp u niet, mijnheer. Wat bedoelt u?" „Ik bedoel dat als een man ontmaskerd is als bedrieger, leugenaar en dief, zijn eigen karakter hem last genoeg moest geven om zich te onthouden van aanmerkingen op een ander." Een roode gloed kleurde zijn gele huid, maar trok spoedig weg en hij zag doods bleek voorwaar een el'lendig gezicht. Hij wierp zijn hoed met veerec op de tafel en bracht zijn hand aan zijn gevest. „Bij den hemel!" riep hij uit. „Daarvan zult ge mij rekenschap geven." Ik schudde het hoofd en glimlaehte, maar ik trok mijn zwaard niet. Mijnheer, wij moeten een oogenblik pra- ten. Ik denk dat dat beter is." Hij sloeg zijn doffe oogen op en zag mij aan. Misschien maakte mijn ernstige toon indruk op hem. Dat mag zoo wezen, in ieder geval hij stak zijn half getrokken degen in de schede en vroeg: „Wat hebt gij te zeggen?" „Ga zitten". Ik wees hem een stoe'li bij de tafel en toen hij ging zitten nam ik tegen over hem plaats. Ik doopte een, veeren pen in den inktkoker die voor mij stond en haalde een blad papier naar mij toe. „Toen u mij lokte in die weddensdhap be- treffende mademoiselle de Lavedan", zei ik op kalmen toon, „deed u dat, rekenende op sommige omstandigheden die aan u alleen bekend waren, omstandigheden die het mij onmogelijk maakten mijn aanzoek te doen. Dat was zonder eenigen twijfeT de daad van een bedrieger, niet waar mijnheer de graaf?" „Verdoemd!" brulde hij en hij wou op- staan, maar met mijn hand op zijn arm pood- zaakte ik hem weer te gaan zitten. teren'd resultaat: 3000 b'ek'eeringen. Als een storm, als een lawine, had het moeten door gaan, maar we weten, dat dit niet gebeurde, al werd de wereld dan ook onder Constantijn de Groote zoogenaamd christelijk. In werke- lijkheid werd de stormende vaart hoe langer hoe geringer en daarom is er ook eigenjijk voor't woord „zendingsstorm" geen plaats. Als er niet anders was dan deze twee: hei- dendom en protestantsche zending, zou het nog wel gaan en zou er geen reden zijn voor benauwenis, maar als we bedenken, dat de Islam in Indie zoo stormenderhand toeneemt en reeds bijna heel Java heeft veroverd, en daarnaast de r. k. zending veel stormachtiger optreedt dan de protestantsche, worden wij wel even bang. We zien de zending sukkelen met geldgebrek en een tekort aan krachten. Evenwel het Christendom is geen kwestie van een paar dagen, maar voor de eeuwig. heid en daarom is duidelijk, dat het eigen lijk te degelijk is om stormenderhand de wereld te, veroveren. Daarvoor gaat de geest van Jezus, de geest van het evangelie te diep. Hij is gelijk aan den forschen eik, die slechts langzaam, maar zeker groeit. Met dank- baarheid en verwondering tevens voor diea geest constateerde spr., dat vele duizenden het Christendom aanhangen, het kruis-evan- gelie, het goddelijke, dat niet is van deze aar de. In het kruis-evangelie moet het eigen „ik" vernietigd worden en daarom kunnen wij de wereld daarmee niet in een wedloop veroveren. Echter zooals het destijds stormde in den Tempel, kan ook in ons hart een storm woe- den, die dan als resultaat heeft de overwin ning van het evangelie. De Islam en de theosofie winnen stormen derhand veld, in Indie en in ons land en ook andere theorieen winnen duizenden, en daartegenover moet ons christelijk geloof staan, het eenige dat waard is aangehangen te worden, omdat het is het kruis-evangelie. Spr. eindigde met den wensch uit te spre ken, dat in aller hart de storm van het evangelie zal woeden. Rede ds. van Baalen. Ds. A. E. van Baalen, van Broek op Langendijk, sprak na de pauze over het on- werwerp „Geef den Heere de hand" (Kron. 30 hoofdstuk 8.) Spr. memoreerde wat in het boek der Kronieken is geschreven over den afval van het volk van God, zoo erg, dat de Tempel van Salomo in verval ver keer de. Zoo was het in de dagen van Hiskia, die toen, door den Heiligen Geest gedreven, meende iets te moeten doen om zijn volk weer God te doen dienen. Toen was het dat hij o.m. aan- beval: „Geef den Heere de hand", d.w.z.: wij hebben God losgelaten, Hij kan ons niet meer zegenen, wij zinken steeds dieper, maar God is liefderijk, wendt u weer tot Hem en alles keert ten goede. Hiskia's stem vond weer klank en bij duizenden keerde men terug naar Jeruzalem als het middelpunt van den eeredienst. Veertien dagen lang vierde men Paasehfeest ter eere van God, die dezelfde zou willen zijn als vroeger. Vreugde en blijdschap waren het gevolg en in God's kracht kon zelfs Sanherib van Assyrie wor den overwonnen. „Geef den Heere de hand", dat hebben ook de apostelen verstaan, toen zij vervuld wa ren van den Heiligen Geest en uittrokken over heel de wereld om het evangelie te ver- kondigen. Ook de latere christenen hebber, Hiskia's woord begrepen en onder hen niet het minst zij, die de zendingstaak opnamen Zij beschouwden het als een heilige taak, als een roeping, om het Christendom te brengen onder de heidenen. Bij zeer veel moeilijkheden en tal van problemen, die doen wenschen dat de zendingsvrienden zich daarmee meer op de hoogte stellen, hebben die zendelingen toch ook veel zegen op hun werk mogen zien. „Geef den Heere de hand", het is ook tot ons gezegd, tot alien, die niet aan de eigen- lijke zending direct meewerken. Onverschil- ligheid mag er niet meer blijven bestaan Hadden de zendelingen ook dien geest van koude onverschilligheid gekend, dat sterke egoi'sme, dan was er van hun werk niets te-- recht gekomen. Daarom weg met die onver schilligheid, en daarvoor koine in de plaats toewijding en offervaardigheid. Geef den Heere de hand, laat de wereld los, want zij drukt den mensch naar beneden. Een groote, namelooze schuld ten aanzien van de heide- nen en van de mohammedanen rust op ons. Daarvan moet de Heilige Geest ons ontlas- ten. Daartoe diene men den Heere de hand te reiken, omdat Hij alleen vrede en blijd schap en zaligheid kan geven. Het zendingswerk gaat gebukt onder groo- ten nood, veelal veroorzaakt door gebrek aan arbeiders. Dat zij een aanleiding om zich voor het zendingswerk te geven, een werk waarvan de ouders hunne kinderen niet mo- „Door een opeenvolging van toevallige om standigheden", ging ik voort, „werd het mij' mogelijk de hinderpalen te ontloopen waar- op gij uw berekeningen gevestigd hadt. Die- zelfde omstandigheden waren later de oor- zaak dat ik gearresteerd werd inplaats van een anderen man. U ontdekte hoe ik den in- vloed waarop u rekende had ontloopen en u begon u ongerust te maken over de wedden- schap. En wat deed u toen? Toen u mij voor u zag verschijnen in uw hoedanigheid als zaakgelastigde van den koning, beweerde u mij niet te kennen en u veroordeelde mij ter dood in de plaats van Lesperon den oproer- ling, zoodat ik voor goed van het tooneel zou verdwijnen en dus niet in staat zou zijn mijn onderneming ten uitvoer te brengen en mijn landgoederen zouden dus in uw handen overgaan. Dat was de daad van een dief en moordenaar samen. Wacht mijnheer, houdt u bedaard tot dat ik klaar ben. Maar vandaag keert de fortuin in mijn voordeel. Weder ziei u mij uit uw handen ontsnappen en ge zijt wanhopig. Dan ter elfder ure komt made moiselle de Lavedan bij u om mijn leven smeeken. Daardoor geeft zij u een duidelijk bewijs dat ge uw weddenschap verloren hebt. Wat zou een gentleman, een man van eer in zulke omstandigheden doen? En wat deed u? U greep die laatste kans beet; u liet dat arme nreisje iets van u koopen; u liet haar zich zelve verkoopen voor niets bewerenide dat dat niets iets was van groote waarde. Hoe zullen wij dat noemen? Zeggen dat 0 opnieuw bedroog schijnt mij niet sterk ge- noeg." „Zwiig, Bardelys!" {Wordt vervolgd.) iii 35 JAAR BERROEFD "i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5