Itomscis Count.
I
Radio-hoekje
Be Olympisehe spies.
FEUILLETON.
Honderd dertigste Jaargang,
flo. 125 1928
Pinsda§; 29 Mei.
Woensdag 30 Mel.
Hllversim, 1060 Al. 12.30—2.Lunch-
muziek door het Trio Groeneveld1. 3.4.
Maak het zelf. Rubriek van Mevr. Schaake
Verkozen. 5.307.15 Concert door het Qm-
roep-orkest. 7.15—7.45 Fransche Olympiade-
l£S. 8.Uitvoering in de Studio van de N.V.
Ver. Rotterdamsch Hofstad-Tooneel, Dir. C.
y. d. LugtMelsert. „Overschotje", blijspel
3 bedrijven 'van Daro Niccodemi. Regie:
C. van der Lugt Melsert. Titus Sacc'hi, C. v.
d LugtMelsert. Julius Bernini, Piet Bron.
Giglioli, A. Roemer. Egisto, J. van der Lin
den. De Onbekende, J. v. d. Linden (D.)
Emilia Bernini, J. Broedelet. Franca, Jo van
Walraven. Overschotje, Annie van der Lugt
Melsertvan Ees. Het stuk speelt te Rome
in den tegenwoordigen tijd. Tusschen de be
drijven: Triomuziek. 10.Persberichten.
Daarna dansmuziek door het dans-orkest
Rentmeester.
Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.J
(Uitsluitend N. C. R. V.) 12.301.45 Micf-
dagconcert door het Trio Lauenroth. 5.-6.-
Kinderuurtje onder leiding van G. Ingwer-
sen. Mevr. A. van Ey'kMidler, zang. Mej.
C. Muller, piano. 6.7.Gramofooncon-
cert. 7.308.Spr.: K. H. Spijkman. 8.
Concert. Sprs.: Ds. J. W. Geels: De ketel-
lapper van Elstow. Mej. Truus Rieuv/erts,
piano. Mej. A. Schierbeek, alt. S. Bahier,
yiool.
Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst.
ill 20 Gramofoonmuziek. 12.20 Balladen-
concert. 12-50 Dansmuziek. 1.20—2.20 Or-
jkestconcert. 3.20 Dansmuziek. 4.05 Causerie.
4.20 Licht klassiek concert. 5 35 Kinderuur-
tje. 6.20 Dansmuzi'k. 6.40 Tuinbouw-cause-
rie. 6.50 Nieuwsberichten. 7.05 Muziek. 7.20
Lezing: About Eggs. 7.35 Lkderen van Sir.
H. Parry voor sopraan. 7.45 Lezing: Che
mistry. 8 05 Vocaal concert. 8.20 Militair
orkest concert. E. Andjelkovitch, viool. G.
Tcherniak, Balalaika. 9.20 Nieuwsberichten.
,9.35 Vacantiepraatje. 9.50 Nieuwsberichten.
9.55 „The Rebel Maid", van Dodson en
Montague F. Phillips. Orkest en Koor. 11.20
—12.20 Dansmuziek.
Parijs „R.adio-Pans", 1750 M. 10.50
11— Concert. 12.502.10 Orkest con cert.
4.05—5.05 Orkestconcert. 8.5011.20 Con
cert. Werken van Sylvio Lazzari onder lei
ding van den componist.
Langenberg, 469 M. 1.25—2.50 Orkest
concert. 6.20—7.15 Orkestconcert. 8.40 Van
fan Wellem tot Lehr. Dr. Castelle, causerie.
HeynickeLoschhorn. H. Muller—
Schlosser. A. Sc'hutze, fluit. Dr. Stolz, inlei-
ding. W. Watermann, piano. Kwartet Rhein-
land. Daarna tot 12.20 Dansmuziek.
Zeesen, 1250 M. 12.205.20 Lezingen.
5.20—6.20 Orkestconcert. 6.208.05 Lezin
gen. 8.05 Declamaties door W. Franck. 9.20
Tschaikowsky, concert. Orkest en C. Chop
Groenevelt, piano. 10.50—12.50 Vroolijk
concert. Orkest en P. Lordmann, has.
Hamburg, 395 M. 4.35 Concert voor or
kest en zang. 6.20 Orkestconcert. 8.20 Mu-
Fkaalliteraire reisbeschrijvingenDaarna
tot 11.20 Cabaret en dansmuziek.
Brussel, 509 M. 5.206.20 Trioconcert.
8.35—10.35 Concert. Orkest en Mme. Bou-
langer, zang.
HOCKEIJ.
Olympische Finales.
Door het niet eerder verschijnen van onze
courant na Zaterdag zijn we thans eerst in
de gelegenheid nog eenige indrukken te ge-
ren van de beide hockeywedstrijden, die Za
terdag het Ol. Hockeytournooi besloten.
Dat er voor de finales zoo'n bijzonder
gioote belangstelling zou bestaan, had zelfs
de felste hockeyenthousiast niet kunnen en
mogen verwachten. Maar het prachtig ge-
slaagde tournooi heeft aan de hockeysport
een dienst bewezen van buitengewone betee-
kenis. Werd hockey voordien gespeeld voor
een kleine schare toeschouwers, thans waren
er Zaterdagmiddag niet minder dan 38.000
toeschouwers, die het schitterende Stadion
nagenoeg tot de laatste plaats vulden.
Het grootsche succes van ons hockeyteam
was daaraan natuurlijk niet vreemd.
Om de derde plaats speelden eerst
Duitschland en Belgie. Een zeer boeiende
Naar het Engelsch van
RAFAeL SABATINI.
(Schrijver van „De Zeevalk").
41)
Een driftiger man dan ik zou het beschot
doorgetrapt hebben of haar door dat beschot
been den troost hebben toegeroepen, dat die
afspraak of omkooperij van Chatelleraullit
heelemaal geen afspraak was, daar ik al
ontslagen en vrij was. En dan zou een drifti
ger man door zijn ingeving geleid verstan-
(iger gedaan hebben dan ik door redenee-
ring. Ik deed de deur open, liep de gelagka-
mer door, een gangetje in, dat leiden moest
naar de kamer waarin zij zich bevonden.
Maar hierin vergiste ik mij en eer ik mij tot
een keMner gewend had, waren er eenige
kostbare oogenblikken verloren gegaan. Hi}
ging mij voor, eerst terug naar de gelagka-
mer en toen naar een andere gang. Hij deed
de gangdeur wijd open en ik stond plotseling
van aangezicht tot aangezicht tegenover
Chatdlerault, die nog rood zag van zijn pas
'gevoerden strijd.
,,U bier!" zei hij ten hoogste verbaasd;
zijn gezicht betrok en hij wer-d doodsbleek, en
dat mocht ook wel, ofschoon hij niet kon droo-
Inen, dat ik zijn afspraak afgeluisterd had.
,,Wij zullen terug gaan, miinheer de
graaf", zei ik.
„Terug, waar naar toe?"
„Terug naar mademoiselle. Terug naar de
kamew. dh- u zooeven heeft verlaten." En niet
sfi'ljd met uitstekend spel der DSifschWs en
brillant-verdedigen van de Belgen. Was het
bij de Duitschers in het bijzonder de spil
Haag, die opviel, bij de Belgen traden de
linksback Wellens en de keeper bijzonder op
den voorgrond. Ondanks het overwicht, dat
de Duitschers hadden door hun snel en
technisch beter spel, konden zij voor de rust
slechts een doelpunt maken uit een strafbully
wegens hands. Een der Belgische spelers
had den kleinen witten bal uit het doel gesla-
gen. Haag scoorde het eerste punt.
Na de rust hebben de Belgen zich met
mannenmoed verdedigd en tevens getracht
het Duitsche doel te doorboren; maar de
Duitschers waren beter en scoorden nog twee-
maal wedorom door Haag. Zoo gespeeld
moet ook het hockey de groote publieke be-
langstelling winnen, wat zeker zal blijken bij
een volgenae international ontmoeting van
ons team.
Britsch Indie—Holland 3—0
Wat het Holl. team in de finale tegen de
meesterspelers heeft gepresteerd is dc hevig-
ste tegenstand geweest die de B.-Indiers to*
nu toe hebben ondervonden Wat een pracht-
wedstrijd. Genoten is er van het zeldzaam
fijne, snelle, soepele spel der Br.-Indiers. In-
derdaad een klasse op zich zelf. En tegen
deze tegenstanders slechts met 3—0 te ver-
liezen (rust 1—0) is een succes te noemen.
Een duidelijk bewijs voor het goede spel van
het Holl. elftal is zeker, dat de groote kwali-
teiten van de Ind. achterhoede nog in geen
enkele ontmoeting zoo naar voren zijn geko-
men. Men sprak alleen over de voorhoede der
B. I. Doch de aanvallen van Nederland wa
ren van dien aard, dat geregeld de achter
hoede alle krachten moest inspannen. En
toen bleek, dat deze achterhoede nagenoeg
niet te passeeren is. Prachtig spel. De nul in
het lijstje der Br. I. tegenpunten hebben ook
wij niet kunnen doen verdwijnen. Met een
score van 290 over alle wedstrijden won
Br. Indie den eersten prijs, wat zeker spre-
kende cijfers zijn.
Het hijschen der vlaggen.
De sportieve Britsch-Indi'ers.
Onmiddellijk na het eindsignaal renden de
Britsch-Indische spelers op hun aanvoerder
Penniger toe en droegen hem in triumpf
over het veld. Daarna werd de Nederland-
sche aanvoerder de Waal door de Britsch-
Indische spelers op de schouders geheschen
en eveneens in triumf rondgedragen, welk
staaltje van sportiviteit jegens de tegenpartij
met donderend applaus van de tienduizenden
toeschouwers beloond werd.
Op het midden van het veld verzamelden
zich daarop de Britsch-Indische en Neder-
landsche spelers waarbij zich ook de Duitsche
spelers als derde prijswinnaars voegden. On
der doodsche stilte werd daarna de protoco-
laire uitslag in de Fransche taal afgekon-
digd. Het publiek verhief zich van de zetels
als daarna aan de daarvoor bestemde mas-
ten onder het spelen van achtereenvolgens
het Engelsche, Nederlandsche en Duitsche
volkslied, de vlaggen van de prijswinnende
landen geheschen worden.
De plechtigheid, die bijgewoond werd door
den minister van binnenlandsche zaken Kan,
liet niet na diepen indruk te maken op de
toeschouwers, van wie vrijwel geen enkele
was vertrokken. Daarna begaven de spelers
zich naar de eere-tribune waar zij door baron
Schimmelpenninck van der Oye werden ge-
luk gewenscht met het resultaat. Een drie-
voudige strijdkreet, eerst door de Britsch-
Indiers en daarna door de Nederlanders be-
sloot deze ceremonie.
Inderdaad de drie zegevierende hockeyteams
hebben het beste hockeyspel van het tournooi
gegeven.
VOETBAL.
HET GROOTE TOURNOOI
BEGONNEN.
Zondag begon het z.g. hoofdtournooi van
de Olympische Spelen, want de voetbalspelen
zijn nog steeds de groote attractie. Chili en
Portugal waren de beide eenige elftallen die
in de voorronde uitkwamen.
Even voor drie uur betrad het Portugee-
sche elftal, in roode shirts gestoken, het veld
en bracht eerst voor de eere-tribune en daar
na voor de marathon-tribune zijn strijdkreet
uit, welke met luid applaus werd begroet.
Daarna kwamen de blauw-gehemde Chi-
een en op het veld, die tezamen een rondje om
het veld maken onder het uiten van hun krrr-
roep. Precies te drie uur liet de scheidsrech-
ter, Youssof Mohamed, beginnen.
Circa twaalfduizend toeschouwers waren
aanwezig. Tegen de verwachting in was Por-
tugal direct in den aanval, maar toen nam
Chili den aanval over. De Chileenen schoten
zuiver, zij treuzelden niet eni waagden het uit
alle posities te schieten. Reeds na vier min. is
al te vriendelijtk duwde ik hem weder in de
gang, en daardoor miste ik in de duistgrnis
de uitdrukkinig van zijn gezicht.
„Ze is daar niet", zei hij.
Ik lachte even.
„Toch zuillen wij teruggaan."
Ik kreeg mijn zin en wij kwamen in de ka
mer waar de schandelijke koop was gesloten.
Dien eenen keer sprak hij de waarheid. Zij
was daar niet meer.
„Waar is zij?" vroeg ik op boozen toon.
„Vertrokken", antwoordde hij; en toen ik
beweerde haar niet tegengekomen te zijn, zei
hij op onbeschaamden toon: „Ge zoudt een
dame toch niet door de gelagkamer laten
gaan. Zij is door een zijdeur vertrokken, die
op het binnenplein uitkomt.
„Nu dat zoo is, mijnheer de graaf", zei ik
doodbedaard, „wou ik wel even met u spre-
ken voordat ik haar ga opzoeken." En ik deed
zorgvuldig de deur diicht.
HOOFDSTUK XV.
Mijnheer de Chatellerault is boos.
Chatdlerault en ik keken elkander stilzwij-
gend aan. Wat waren de omstandigheden
veranderd sedert wij elkaar voor het laatst
ontmoet hadden!
De verwarring, die ik dadelijk op zijn ge
zicht had opgemerkt, was nog niet verdwe-
nen. Er was een dreigende, onheilspellende
uitdrukking in zijn oogen en een zeker ge-
brek aan symmetrie, iets eigenaardigs wan-
neer hij onrustig was.
Ofschoon Chatellerault voor zijn eigen
belangen een silimme samenzweerder was en
een handige intrigant, hij was niet vlug van
begrip zooals ik wel meer gezegd heb. Zijn
verstand werkt ramzzaam ep hij had tijd
een vemarlijke kogd van den niidv'oor den
Portugeeschen keeper te machtig (10) en
nadat de Portugeesche rechtbinnen Soares
Louro alleen voor den keeper een prachtkans
had1 gemist voor den gelijkmaker, schoot Gar-
bonell een voorzet ineens in (20), een
schitterend doelpunt. De Chileenen, wier kop-
werk opviel, combineerden fraai. Portugal
was in het veld niet zooveel minder, maar
het schot der roodhemden was zwak. Zoo
misten da Silva en A. Martins eenige goede
kansen. Wegens een btesure viel de Portugee
sche linksbinnen A. Martins uit. Met tien
man spelen de roodhemden verdfer. Het spel
verruwde en scheidsrechter Youssof Moha
med trad daartegen niet voldoende op. Por
tugal's keeper Roquette verrichtte uitstekend
werk, o.a. bij een fel schot van Subiabre,
(midvoor).
Wanneer Martins weer terug is, komen de
Portugeezen opzetten en onder groot gejuich
van het publiek, dat als steeds op de hand
van de zwakste is, doelpunt eerst da Silva en
daarna Louro uit fraaie voorzetten van J. M.
Martins (2—2).
Met dezen stand kwam de rust.
ChiliPortugal.
Na de rust zakten de Chilenen, die al hun
kracht in de eerste helft hadden gegeven, af.
Portugal maakte nog twee doelpunten en met
42 kwamen de Portugeezen, die vandaag
espeelt wordt, in dte eerste ronde tegen
oego-Slavie.
Men moet aan dit spel der Chileenen en
Portugeezen eerst gewennen. Het is een an-
der genre dan wij gewend zijn. Fanatieker en
gedurfder. Ook soms ruwer. Een enkele maal
zagen wij ook mooie staaltjes van handig
voetbal. Doch het weloverlegde ontbreekt
dikwijls. Deze spelers vergeten door hun
geestdrft maar al te vaalc dat voetbal ook
nog voor 50 pCt. met de hersens wordt ge
speeld.
De twee goals van Chili waren anders
prachtschoten, zoo mooi als men ze maar
wenschen kan.
BelgieLuxemburg.
Nadat Belgie een 30 voorsprong had
verkregen, meende het reeds binnen te zijn,
doch de Luxemburgers dac'hten er anders
over en de Belgische onderschatting werd be-
straft met niet minder dan drie Luxemburg-
sche doelpunten, die den stand gelijk maak-
ten. Na de rust was Belgie beter en scoorde
nog tweemaal. De Luxemburgsche keeper
Scharry blonk uit.
DuitschlandZ witserland.
Gistermiddag speelde Duitscheland een
schitterende partij tegen Zwitserland. Het
Duitsche elftal vormde een prachtig geheel.
Het Zwitsersche elftal stelde teleur, en ten
slotfe is de Duitsche 4—0 overwinning het
beste bewijs voor de superoriteit der Duitsche
ploeg. De linksbinnen Hoffmann maakte drie
goals.
Gisteravond won Egypte met 71 van
Turkije.
Heden worden gespeeld: Frankrijk—
Italie, Portugal^Joego-Slavie en Argen-
tinie—-N. Amerika.
KAARTEN JAMMER.
De wedstrijd NederlandUruguay staat in
de enorme belangstelling van het publiek en
het baarde daarom ook geenszins een groote
verwondering, dat er een 150.000 aanvragen
om plaatskaarten bij het O. C. waren binnen-
gekomen.
Gistermorgen had de voorverkoop plaats.
Reeds Zondagavond stonden honderden be-
langhebbenden voor de loketten, die den
nacht daar in de openlucht doorbrachten.
Velen hadden vouwstoeltjes meegebracht en
trachtten den tijd te dooden met kaartspelen
enz. Naar schatting waren Zondagnacht een
20.000 „liefhebbers" aanwezig. De politie
zorgde voor een regelmatig verloop en al
moest zoo nu en dan even ingegrepen wor
den, toch kwamen er geen ernstige ongere-
geldheden voor.
Gistermorgen werd de drukte zoo mogelijk
nog grooter. Telkens trachtten anderen zich
tusschen de rijen te dringen, wat verhinderd
werd en door de politie en door de aanwe-
zigen zelf.
De kaartverkoop, die om half tien begon,
liep vlot van stapel en in een zeer korten tijd
waren alle plaatsen uitverkocht.
Duizenden hadden tevergeefs een nacht in
de openlucht doorgebracht
McxextuccE-cr
jgreim
is
noodig om een toestand te overzien en zijn
gedrag te bepalen, voordat hij den strijd kon
aanbinden.
„Mjjnheer de graaf", zei ik spottend, „ik
maak u een compliment over uw schrander-
heid en de diepte van uw plannen en ik be-
treur voor u de omstandigheid dat ik hier
voor u sta, waardoor uw schoone plannen
waarschijnlijk in duigen moeten vallen."
Hij wierp zijn kolossalen kop achterover
als een paard dat de trens voelt en zijn smeu-
lende oogen keken mij naargeestig aan. Toen
opende hij zijn zinnelijken mond.
„Hoeveel weet u?" vroeg hij met doffe
minachting.
„Ik ben een half uur in die kamer ge
weest", antwoordde ik en sloeg met mijn vuis-
ten op het beschut. „De wand is dun, zooals
u zult opmerken en ik heb ieder woord ge-
hoord dat tusschen u en mademoiselle de
Lavedan gesproken is."
„Zoodat Bardelys, bekend als de Luister-
rijke; Bardelys, het toonbeeld1 van ridderlijk-
heidBardelys, de arbiter elegantiarum van
het Fransche hof naar net schijnt niet meer
is dan een gemeene spion."
„Indien hij mij door dat woord boos wou
maken, misllukte zijn plan.
Mijnheer de graaf", antwoordde ik heel
bedaard. „u is oud genoeg om te weten dat
de waarheid alleen in staat is fe wonden. Ik
was bij toeval in die kamer, en toen ik de
eerste woorden van uw gesprek vernam, zou
ik geen mensch geweest zijn als ik niet was
gebleven en mijn ooren had ingespannen om
geen syllabe te missen van hetgeen ge zeide.
En daarenboven mag ik u vragen, mijn waar-
de Ghatellerault, sedert wanneer zijt ge zoo
kiesch geworden dat ge iemand durft verwij-
ten dat hij voor luistervink heeft gespedd?"
Zendin^s(ee§t.
Op het prachtige schaduwrijke Beuken
plein bij den Kattenberg werd gistermiddag
het Zendingsfeest geheuden vanwege het
Tasikmalaja-comite der Ned. Zendingsver-
eeniging. Een vierhonderdtal belangstellen-
den was aanwezig, toen de heer N. van d e
Poll, voorzitter van het leestcomite, ver-
zocht de samenkomst te openen met het zin-
gen van Psalm 68 vers 10. Daarna ging hij
voor in gebed.
In een kort openingswoord bracht de heer
van de Poll dank aan de fam. van Foreest
voor het beschikbaarstellen van het terrein,
terwijl hij voorts alien dankte die hunne
krachten gaven tot het houden van dit zen
dingsfeest. Spr. zette verder uiteen waarom de
afdeelingen Alkmaar en Heiloo deze bijeen-
komst uitschreven: de plannen van het Tasik
malaja-comite om behalve den zendingspost
te Garoet (Java) nog een tweeden zendings
post in het leven te roepen en te bekostigen,
n.l. te Taoebonto (Zuid-Celebes).
Spr. verwachtte dat het Pinksterfeest be-
reidwilligheid en offervaardigheid en toe-
wijding zal bevorderen om de zending te
versterken.
Openingsrede.
Na gemeenschappelijken zang hield ds.
H. J. H a k de officieele openingsrede. Hij
achtte het een voorrecht dit te mogen doen
in zulk een schoone omgeving. Spr. zette uit
een hoe het zendingsbureau Oegstgeest eigen-
lijk altijd door sukkelt met tekorten en hoe
ook daarom de begrippen zending en feest
zoo moeilijk te combineeren zijn. Dit geldt
ook voor het werk der zendelingen, wier ar-
beid vaak zoo ontzettend moeilijk is en zoo
menigmaal teleurstelling wekt. Desondanks
achtte spr. thans wel reden aanwezig om
thans zendingsfeest te vieren, omdat immers't
Pinksterfeest is het feest van de uitstorting
van den Heiligen Geest en de zekerheid be-
staat dat God zal doorgaan met zijn werk,
niet alleen in het land der heidenen, maar
ook in ons eigen land. Het is heerlijk te
spreken van zendingswerk, omdat het den
gezichtskring verruimt en de liefde tot God
en Zijn werk versterkt. Zooals God doorgaar
met alles, zal Hij ook met de zending door
gaan en al zou het gebeuren als eertijds
op Zuid-Celebes, Nieuw-Guniea en an
dere streken, dat men jaren achtereen op
rdtsen zaaide en ploegde, Gods werk gaat
door ondanks alles, Hij zal Zijn werk vol-
tooien en heel de aarde tot Zijn heiligdom
maken.
Ds. Wieringa over „Zendingsvuur.v
Ds. E. H. Wieringa, van Purmerend,
hield een rede over het onderwerp: „Zen-
dingsvuur". Spr. herinnerde aan een uitla-
ting van een Amerikaan, die zeide, dat er een
tekort bestaat aan heldengeest en kracht.
Als dit juist was, zou er een scherp vonnis
zijn geveld over onzen godsdienst en ons ge-
loof, zei spr.
Een voorrecht, een bewijs van Gods gena-
de en niet van onze buitengewone vroomheid,
achtte spr. het dat wij mogen doen aan zen
ding.
Spr. stelde vast, dat Jezus gekomen is om
God's vuur op aarde te werpen, niet om den
christelijken godsdienst te stiehten. Voor zoo-
ver deze godsdienst een historisch verschijn
sel is, zal hij weer verdwijnen, maar juist om
dat Jezus gekomen is om op aarde God's vuur
te werpen, zal de christelijke geest voort-
sehrijden. Het vuur zal alles omvatten en als
wij aan zending gaan doen, is dit een ver-
breiden van God's vuur in andere wereld-
deelen, ook een verbreiden van het vuur, door
dat Godsvuur ontstoken in ons eigen hart.
Spr. memoreerde, dat eenige jaren geleden
werd berekend dat in heel Europa 90 mil-
lioen per jaar werd geofferd voor de zending
en hij stelde daar tegenover dat alleen in
Nederland 130 millioen wordt ujtgegeven
aan alcohol en tabak. Hieruit concludeerde
spr., dat er toch wel een tekort is aan
zendingsvuur. Dat vuur moet aangewakkerd
worden, zal het ten minste verwarmen. Door
voortdurend gebed zal dat gelukken, zal er
heldengeest en kracht en offervaardigheid
gewekt worden ook voor de verbreiding van
God's vuur in den vreemde.
Rede ds. Hoek.
Volgende spr. was ds. W. A. Hoek van
Amsterdam, die tot onderwerp had: „Zen-
dingsstorm". Ondanks het feit, dat het zen
dingsvuur weinig heeft van een alles verte-
rend vuur gelijk de bosch- of veenbrand,
brandt er toch in vele duizenden zielen een
heilig zendingsvuut.
Maar zendingsstorm? Die woedde er op
het eerste Pinksterfeest en hij had een schit-
„Ik begrijp u niet, mijnheer. Wat bedoelt
u?"
„Ik bedoel dat als een man ontmaskerd is
als bedrieger, leugenaar en dief, zijn eigen
karakter hem last genoeg moest geven om
zich te onthouden van aanmerkingen op een
ander."
Een roode gloed kleurde zijn gele huid,
maar trok spoedig weg en hij zag doods
bleek voorwaar een el'lendig gezicht. Hij
wierp zijn hoed met veerec op de tafel en
bracht zijn hand aan zijn gevest.
„Bij den hemel!" riep hij uit. „Daarvan
zult ge mij rekenschap geven."
Ik schudde het hoofd en glimlaehte, maar
ik trok mijn zwaard niet.
Mijnheer, wij moeten een oogenblik pra-
ten. Ik denk dat dat beter is."
Hij sloeg zijn doffe oogen op en zag mij
aan. Misschien maakte mijn ernstige toon
indruk op hem. Dat mag zoo wezen, in ieder
geval hij stak zijn half getrokken degen in de
schede en vroeg:
„Wat hebt gij te zeggen?"
„Ga zitten". Ik wees hem een stoe'li bij de
tafel en toen hij ging zitten nam ik tegen
over hem plaats. Ik doopte een, veeren pen in
den inktkoker die voor mij stond en haalde
een blad papier naar mij toe.
„Toen u mij lokte in die weddensdhap be-
treffende mademoiselle de Lavedan", zei ik
op kalmen toon, „deed u dat, rekenende op
sommige omstandigheden die aan u alleen
bekend waren, omstandigheden die het mij
onmogelijk maakten mijn aanzoek te doen.
Dat was zonder eenigen twijfeT de daad van
een bedrieger, niet waar mijnheer de graaf?"
„Verdoemd!" brulde hij en hij wou op-
staan, maar met mijn hand op zijn arm pood-
zaakte ik hem weer te gaan zitten.
teren'd resultaat: 3000 b'ek'eeringen. Als een
storm, als een lawine, had het moeten door
gaan, maar we weten, dat dit niet gebeurde,
al werd de wereld dan ook onder Constantijn
de Groote zoogenaamd christelijk. In werke-
lijkheid werd de stormende vaart hoe langer
hoe geringer en daarom is er ook eigenjijk
voor't woord „zendingsstorm" geen plaats.
Als er niet anders was dan deze twee: hei-
dendom en protestantsche zending, zou het
nog wel gaan en zou er geen reden zijn voor
benauwenis, maar als we bedenken, dat de
Islam in Indie zoo stormenderhand toeneemt
en reeds bijna heel Java heeft veroverd, en
daarnaast de r. k. zending veel stormachtiger
optreedt dan de protestantsche, worden wij
wel even bang. We zien de zending sukkelen
met geldgebrek en een tekort aan krachten.
Evenwel het Christendom is geen kwestie
van een paar dagen, maar voor de eeuwig.
heid en daarom is duidelijk, dat het eigen lijk
te degelijk is om stormenderhand de wereld
te, veroveren. Daarvoor gaat de geest van
Jezus, de geest van het evangelie te diep. Hij
is gelijk aan den forschen eik, die slechts
langzaam, maar zeker groeit. Met dank-
baarheid en verwondering tevens voor diea
geest constateerde spr., dat vele duizenden
het Christendom aanhangen, het kruis-evan-
gelie, het goddelijke, dat niet is van deze aar
de. In het kruis-evangelie moet het eigen
„ik" vernietigd worden en daarom kunnen
wij de wereld daarmee niet in een wedloop
veroveren.
Echter zooals het destijds stormde in den
Tempel, kan ook in ons hart een storm woe-
den, die dan als resultaat heeft de overwin
ning van het evangelie.
De Islam en de theosofie winnen stormen
derhand veld, in Indie en in ons land en
ook andere theorieen winnen duizenden, en
daartegenover moet ons christelijk geloof
staan, het eenige dat waard is aangehangen
te worden, omdat het is het kruis-evangelie.
Spr. eindigde met den wensch uit te spre
ken, dat in aller hart de storm van het
evangelie zal woeden.
Rede ds. van Baalen.
Ds. A. E. van Baalen, van Broek op
Langendijk, sprak na de pauze over het on-
werwerp „Geef den Heere de hand" (Kron.
30 hoofdstuk 8.) Spr. memoreerde wat in het
boek der Kronieken is geschreven over den
afval van het volk van God, zoo erg, dat de
Tempel van Salomo in verval ver keer de. Zoo
was het in de dagen van Hiskia, die toen,
door den Heiligen Geest gedreven, meende
iets te moeten doen om zijn volk weer God te
doen dienen. Toen was het dat hij o.m. aan-
beval: „Geef den Heere de hand", d.w.z.:
wij hebben God losgelaten, Hij kan ons niet
meer zegenen, wij zinken steeds dieper, maar
God is liefderijk, wendt u weer tot Hem en
alles keert ten goede. Hiskia's stem vond weer
klank en bij duizenden keerde men terug
naar Jeruzalem als het middelpunt van den
eeredienst. Veertien dagen lang vierde men
Paasehfeest ter eere van God, die dezelfde
zou willen zijn als vroeger. Vreugde en
blijdschap waren het gevolg en in God's
kracht kon zelfs Sanherib van Assyrie wor
den overwonnen.
„Geef den Heere de hand", dat hebben ook
de apostelen verstaan, toen zij vervuld wa
ren van den Heiligen Geest en uittrokken
over heel de wereld om het evangelie te ver-
kondigen. Ook de latere christenen hebber,
Hiskia's woord begrepen en onder hen niet
het minst zij, die de zendingstaak opnamen
Zij beschouwden het als een heilige taak, als
een roeping, om het Christendom te brengen
onder de heidenen. Bij zeer veel moeilijkheden
en tal van problemen, die doen wenschen dat
de zendingsvrienden zich daarmee meer op
de hoogte stellen, hebben die zendelingen
toch ook veel zegen op hun werk mogen zien.
„Geef den Heere de hand", het is ook tot
ons gezegd, tot alien, die niet aan de eigen-
lijke zending direct meewerken. Onverschil-
ligheid mag er niet meer blijven bestaan
Hadden de zendelingen ook dien geest van
koude onverschilligheid gekend, dat sterke
egoi'sme, dan was er van hun werk niets te--
recht gekomen. Daarom weg met die onver
schilligheid, en daarvoor koine in de plaats
toewijding en offervaardigheid. Geef den
Heere de hand, laat de wereld los, want zij
drukt den mensch naar beneden. Een groote,
namelooze schuld ten aanzien van de heide-
nen en van de mohammedanen rust op ons.
Daarvan moet de Heilige Geest ons ontlas-
ten. Daartoe diene men den Heere de hand
te reiken, omdat Hij alleen vrede en blijd
schap en zaligheid kan geven.
Het zendingswerk gaat gebukt onder groo-
ten nood, veelal veroorzaakt door gebrek aan
arbeiders. Dat zij een aanleiding om zich
voor het zendingswerk te geven, een werk
waarvan de ouders hunne kinderen niet mo-
„Door een opeenvolging van toevallige om
standigheden", ging ik voort, „werd het mij'
mogelijk de hinderpalen te ontloopen waar-
op gij uw berekeningen gevestigd hadt. Die-
zelfde omstandigheden waren later de oor-
zaak dat ik gearresteerd werd inplaats van
een anderen man. U ontdekte hoe ik den in-
vloed waarop u rekende had ontloopen en u
begon u ongerust te maken over de wedden-
schap. En wat deed u toen? Toen u mij voor
u zag verschijnen in uw hoedanigheid als
zaakgelastigde van den koning, beweerde u
mij niet te kennen en u veroordeelde mij ter
dood in de plaats van Lesperon den oproer-
ling, zoodat ik voor goed van het tooneel
zou verdwijnen en dus niet in staat zou zijn
mijn onderneming ten uitvoer te brengen en
mijn landgoederen zouden dus in uw handen
overgaan. Dat was de daad van een dief en
moordenaar samen. Wacht mijnheer, houdt u
bedaard tot dat ik klaar ben. Maar vandaag
keert de fortuin in mijn voordeel. Weder ziei
u mij uit uw handen ontsnappen en ge zijt
wanhopig. Dan ter elfder ure komt made
moiselle de Lavedan bij u om mijn leven
smeeken. Daardoor geeft zij u een duidelijk
bewijs dat ge uw weddenschap verloren hebt.
Wat zou een gentleman, een man van eer in
zulke omstandigheden doen? En wat deed
u? U greep die laatste kans beet; u liet dat
arme nreisje iets van u koopen; u liet haar
zich zelve verkoopen voor niets bewerenide
dat dat niets iets was van groote waarde.
Hoe zullen wij dat noemen? Zeggen dat 0
opnieuw bedroog schijnt mij niet sterk ge-
noeg."
„Zwiig, Bardelys!"
{Wordt vervolgd.)
iii
35 JAAR BERROEFD
"i