IlkBianckt Cioraot
itadlo-Sioekje
Be Olympiscbe spelen.
FEU1LLET0N.
Honderd ilertifsfe Jaargang.
Stagfsniianws
No. 158 1928
Vryslas- i J as ni.
Zateraag 2 Jurti.
HUversufn, 1060 M. 12.30—2.— Lunch
tr.uziek door het Trio „Verhey". 2.—4.30
Aansluiting van het Theater Tuschinsky te
Amsterdam. Het Theater-orkest, jazzbanc
jolisterr etc. onder leiding van Max Tak. 5
5.30 Causerie door A. E. N. Bakker: Merart
en 't Dclomietengebied. 5.306.Zwemles
door B. Cartom. 0.7.45 Concert door het
Cmroep-orkest.
S.05 V. A. R. A. Concert. Mej. G. Hogen-
birk, sopraan. Lion Contran, piano. Eli
Bomli, viool. Spr G. J. Zwertbroek, seer,
penningmeeter V. A R. A. 10.3011.45 V.
A. R- A. Aansluiting van de Cinema Royal te
Amsterdam. Orkest onder leiding van Hugo
de Groot.
Huizert, 340.9 At. (Na 6 uur 1870 M.
(Uitsluitend K. R. O.) 12.30—1.30 Lunch
muziek door het Trio „Winkels". 5.7.
Dinermuziek. 7—7.30 Cursus Hollandsch
7 308.Spr. Prof. H. T. M. Huybers: De
plakkatan. 8.Concert. Het Wester Harmo
nie-corps onder leiding van P. J. Kivum
Spr.: Prof. Dr. Titus Brandsma O. Cann. v.
d Keizer Karel Uni'versiteit te Nijmegen: De
plaats van Katholiek Nederland in het Apos
tolaat der Vereeniging.
Daventry, 1600 At. 10.35 Kerkdienst. 1.20
—2.20 Orkestconcert. 3.50 Balladenconcert,
alt en tenor. 4.20 Dansmuziek. 5.35 Kinder-
uurtje. 6.20 Coneert-orgel-bespeling. 6.50
Nieuwsberichten. 7.05 Vaudeville. Liedjes
met pianobegeleiding. 7.20 Muziekbespre-
king. 7.35 Liederen van Sir H. Parry voor
sopraan. 7.45 Cricket-causerie. 8.05 „De
Gresham Silvers" en Orkest. 9.20 Nieuws
fcerichten. 9.35 Vacantie-causerie. 9.50
INieuwsberichten. 9.55 „Mrs. Buggins sees it
through", door Mabel Constanduros. Muziek
van S. Robinson. Dans-orkest en revue-koor,
10.5512.20 Dansmuziek.
Parijs Radio-Paris", 1750 M. 10.50—
11.— Concert. 12.502.10 Gramofoonmu
ziek. 4.05 Dansmuziek. 8.35 Causerie. 8.50
11.20 Symphonie-orkest concert. Daarna
„Rose Colas", van Monsigny, voor soli en
orkest.
Langenberg, 469 M. 1.25—2.50 Orkest
concert. 6.207.15 Tuinconcert. Militate or
kest. 8.30 „Bruderlein Fein", oud-Weener
zangspel in 1 acte van Fall. 9.20—11.05
„Datterlich", comedie van Niebergalit in 8
scenes. Daarna tot 1.20 Dansmuziek.
Zeesen, 1250 At. 12.205.20 Lezingen
5.20—6.20 Orkestconcert. 6.208.05 I.ezin
sen. 8.50 Vroolijke avond. Orkest en L. M
Lommel. 10.50—12.50 Dansmuziek.
Ham.burg, 395 At. 5.20 Filmmuziek. 6.20
Vroolijk concert. 8.20 „Lvsistrata", operette
in 3 acten van BoltenBackers. Daarna tot
11.20 Cabaret en dansmuziek.
Brussel. 509 M. 5.206.20 Orkestconcert
7.058.20 Trio-concert. 8.3510.35 Orkest-
ccncert. Orkest en solisten.
In zijn wekelijksch boekenpraatje zal de
heer Henri Borel voor den zender te Hilver-
sum heden (Vrijd'agavond) van 7 1/4—7 3/4
uuh o. a. een werk van den heer Henry
Cochius bespreken, n.l. een, legende van
Willem van Oranje, naar een Fransche
legende van Tuffrau. Deze legende is door
den heer Cochius naverteld in een anderen
stijl dan in de moderne litteratuur gebruike-
lijk is en het zal zeker interessant zijn, hier-
van kennis te nemen.
DE VERFILMING VAN DE SPELEN.
Door het N. O. C. is in de pers een com
munique verspreid waarin wordt medege
deeld, dat de Olympische Spelen verfilmd
zullen worden door de Italiaansche Film-
maatschappij LUCE en daarbij wordt te-
vens gemeld, dat het Olympisch Comite geen
risico zal loopen, doch voor een groot deel
de baten van de exploitaties zal krijgen.
Vervolgens wordt in dit communique be
richt, dat met de Hollandsche Filmindustrie
ook onderhandelingen zijn gevoerd, die ech-
ter moesten afspringen omdat de condities
voor het Olympisch Comite te ongunstig
waren.
Het hoofdbestuur van den Nederlandschen
Bioscoopbond stelt er prijs op, hiertegenover
te verklaren, dat de condities, welke de Hoi
landsche filmindustrie heeft gesteld, dezelfde
zijn, waaronder het N. O. C. met de Italiaan-
44)
Naar het Engelsch van
RAFAeL SABATINI.
(Schrijver van „De Zeevalk").
Het zou gemeen van mij geweest zijn een
man die zich in zulk een cllendigen toestand
bevond te beschimpen, anders had ik hem
kunnen verklaren wat ik bedoelde toen ik hem
beloofde hem aan den beul over te laten, zelfs
toen ik in het duel toestemde.
Mironsac, Casteer oux en La Fosse stonden
rondom mij te praten; ik luisterde niet naar
het patois van Castelroux of naar de verkeer-
de aanhalingen van La Fosse uit de klassie-
ken. Het was een langdurig gevecht geweest
en de methode die ik had toegepast was
uiterst afmattend. Ik stand tegen de koets-
poort geleund en droogde mijn gezicht af.
St. Eustache, die bezig was Chatelleraults
ann te verbinden, riep La Fosse.
Ik keek mijn secondant na. De graaf zag
doodsbleek, met samengeperste lippen, zeker
door pijn aan zijn arm. Toen hoorde ik hem
tot La Fosse zeggen:
„Wilt ge zoo goed zijn mijnheer, aan uw
mend te_ zeggen dat het gevecht niet beslist
is. Ik scherm even goed met mijn linker als
mijn rechterarm en indien mynheer de Bar-
delys mij de eer wil bewijzen den strijd te hef-
vatten, zal' hij mij genoegen doen." >-■*
pis mmmaaTscirappij luce Sen otfercen-
komst voor de verfilming der Olympische
Spelen is aangegaan.
Ook de Nederlandsche filmindustrie had
zich bereid verklaard een groot deel van de
baten der exploitatie af te dragen aan het
N. O. C.
Het hoofdbestuur van den Nederlandschen
Bioscoopbond hetwelk tot nu toe nog steeds
geen antwoord ontvangen heeft op de door
dit college namens de Nederlandsche filmin
dustrie gedane aanbieding, constateert dus,
dat het Nederlandsch Olympisch Comite op-
zettelijk de Nederlandsche filmindustrie heeft
genegeerd en de rechten voor de verfilming
van de Olympische Spelen in handen heeft
gesteld van een buitenlandsche maatschappij.
Het is dan ook aan de ten opzichte van de
Nederlandsche filmindustrie aangenomen vij-
andige houding door het N. O. C. toe te
schrijven, dat in de Nederlandsche bioscopen
en ook in de verschillende bioscooptheaters
in het buitenland, de zoogenaamde „01ympi-
sche films" niet worden vertoond.
DE KAARTENVERKOOP.
Naar het Persbureau Vaz Dias verneemi
had gisteravond een conferentie plaats tus
schen het Nederlandsch Olympisch Comite
en den hoofdeommissaris van politie, waarbij
de volgende regeling is getroffen vcor den
verkoop van kaarten voor de Olympische
Spelen.
De voorverkoop in de Vijzelstraat zal in
het vervolg niet meer plaats hebben. De kaar
ten zullen nu gewoon aan het Stadion wor
den verkocht, d. w. z. op denzelfden dag, dat
de betreffende wedstrijden worden gespeeld.
Op Vrijdag en Maandag gaan de loketten
open om twaalf uur; de bezoekers zullen dan
de gelegenheid hebben om het terrein te ver-
laten, aangezien de wedstrijd pas te zeven
uur aanvangt. Wie evenwel om vijf uur komt
moet binnen het Stadion blijven.
Wat betreft de wedstrijd Duitschland
Uruguay behoeven geen bijzondere maatrege-
len te worden getroffen, aangezien de plaat-
sen hiervoor reeds zijn uitverkocht.
Voor den wedstrijd Belgie—Argentie, wel
ke morgen wordt gehouden, is de vol
gende regeling getroffen. De loketten gaan
cm twaalf uur open; bezoekers, die kaarten
hebben gekocht moeten op het terrein blijven.
Weliswaar vangt de wedstrijd pas te vier uur
aan; deze maatregel is evenwel noodzakelijk
teneinde opkooperij te weren.
VOORVERKOOP KAARTEN
VOETBALTOURNOOI.
Het N. O. C. deelt ons mede:
Heden heeft plaats gehad de voorverkoop
van de kaarten voor de kwart finales: No. 8
ItalieSpanje; No. 9 BelgieArgentinie;
No. 10 DuitschlandUruguay, No. 11 Por
tugal—Egypte.
Hiervan is uitverkocht DuitschlandUru
guay. Overeenkomstig het door het N. O. C.
medegedeelde zullen thans de nog beschikba-
re kaarten voor de overige wedstrijden wor
den verkccht aan het Nieuwe Stadion, telkens
vanaf 12 uur, als volgt:
Zaterdag 2 Juni: BelgieArgentinie.
Maandag 4 Juni: PortugalEgypte.
In het Oude Kantoorgebouw van de Ne
derlandsche Handelmaatschappij, ingang
Nieuwe Spiegelstraat zal dus, ingevolge het
hiervoren vermelde, geen voorverkoop meer
plaats vinden.
EERVOL ONTSLAG.
De heer C. W. Seigers alhier is eervol ont-
slagen als reserve le luitenant bij het 21ste
regiment infanterie.
RAADSVERGADERING.
Het ligt in de bedoeling van den burge-
meestcr tegen Donderdag den Hen Juni a.s.
een Raadsvergadering te beleggen.
AFD. NOORD-HOLLAND NAT.
WONINGRAAD.
De afdeeling Noord-Holland van den Na-
tionalen Woningraad (Algemeene Bond van
Won in g b ou w v ere e n i g i ngenzal op 1 en 2
Juni a.s. in deze gemeente bijeenkomen. De
afdeeling zal bij die gelegenheid, op Zater
dag 2 Juni a.s. des voormiddags te 11 uur,
door het Gemeentebestuur ten Stad'huize
worden ontvangen.
CONCERTEN IN DEN MUZIEKTUIN.
Uit een advertentie in dit nummer blijkt,
dat de heer S. Timmerman, de pachter van
den Muziektuin, een goeden inzet geeft van
de rij concerten die dit seizoen zullen worden
gegeven. Zondag zal „Apollo" uit Hoorn
concerteeren van 3—5 uur en Woensdag-
avond zal te genieten zijn van H. O. V. Beide
gezelschappen hebben een zoo goede reputa-
tie, dat een groot aantal belangsteliende
hoorders verwacht mag worden. De entree-
prijzen zijn voor de niet-abonne's matig ge
steld, resp. 401 en 75 cent, alle rechten inbe-
La Fosse boog en kwam naar mij toe met
de boodschap, die ik trouwens reeds gehoord
had.
„Ik heb gestreden", gaf ik ten antwoord,
„in een geheel anderen geest dan die welke
mijnheer de Chatellerault heeft bewogen. Hij
noodzaakte mij een bewijs te geven van mijii
moed. Dat bewijs heb ik gegeven, ik weiger
vender te gaan. Daarenboven, mijnheer de
Chatellerault zal dit zelf opmerk-en, begint
net donker te worden, over een paar minuten
zouden wij niet genoeg kunnen zien voor
een gevecht."
„Over een paar minuten zullen wij ook
geen licht meer noodig hebben", riep Chatel
lerault, die geen tijd wcu laten verloren
gaan. Hij was een bluffer, tot het laatst toe.
„In ieder geval, daar komen de personen
aan die de zaak zullen besiissen", antwoord-
de ik naar de deur wijzende.
De waard trad het binnenplein op, ge-
volgd door een officier en zes soldaten. Het
waren geen gewone politiesoldaten maar
muskieters van de wacht; ik begreep dat zij
niet kwamen om een duel te verhinderen
maar om mijn tegenpartij te arresteeren voor
een veel ernstiger misdaad.
De officier trad op Chatellerault toe.
„In naam des konings, mijnheer de graaf",
zei hij, „verzoek ik u om uw degen."
Het kan wezen1 dat ik in den grond van
mijn hart nog een zachtzinnig man was, voor
welk 'n ongevoeligen cynicus ik ook doorging;
tenminste toen ik de eilende en moedeloos-
heid opmerkte op het gezicht van Chatelle
rault had ik medelijden met hem niettegen-
staande alles wat ik hem te verwijten had.
grepen. Voor 3e abonne's is Het nog aan-
merkelijk goedkooper, zoodat liefhebbers van
goede muziek zeker een abonnement zullen
nemen, waartoe nog gelegenheid bestaat.
„Apollo" zal Zondag vanaf het station de
volgende route nemen naar den Muziektuin:
Stationsweg, Scharloo, Geestersingel, Kenne-
mersingel, Wilhelminalaan, Kruislaan.
PROVINCIALE VEREENIGING
VAN VRIJZINNIG HERVORMDEN
IN NOORD-HOLLAND.
Te ruim half elf opende Donderdag de
vcorzitter, ds. Baar, deze vergadering, die
door 48 personen was bezocht.
Spr. heette alien welkom in het gebouw,
dat getuigde van het volhardende streven der
vrijzinnig Hervormden in Alkmaar. Deze
vergadering heeft een propagandistisch ka-
rakter, staat in het teeken der propaganda,
welk woord voor velen een kwaden klank
heeft, doordat het de gedachte wakker roept
aan lawaai en schetterende redevoeringen,
waardoor het heilige wordt bezoedeld, het
geloof, dat het beste groeit en bloeit in de
intieme sfeer van de binnenkamer. Doch „de
binnenkamer" heeft veel kwaad gedaan en
de menschen gebracht in het gerudit van
bangheid, halfheid en lauwheid. Bij ons is
nog te veel schaamte. Wij zijn echter de dra-
gers van het waarachtige Christendom, wij
moeten hoog houden het ware Protestantis
me, het Protestantsche beginsel uit het getui-
genis des Heiligen Geestes. Wat is propagan
da anders dan het verbreiden, het uitdragen
van de hoogste waarden? Wie het hoogste
gevoelt, wil het uitdragen. Indien een kerk,
eene rich ting haar propagandis tische kracht
verliest, dan gaat ze verloren. Dat heeft Ro
me zoo goed begrepen, die door hare vereeni
ging „de propaganda fide" haar geloof pro-
pageert over de geheele wereld. Ook wij er-
kennen onze roeping in deze. Mochten alien
daaraan medewerken, wij zeggen als Mozes
in dewoestijn: ,,och, of al'het volk des Heeren
profeten waren!"
Voor onze propaganda is een goede kans.
Velen mogen onverschillig lijken, aan de ker-
ken voorbij gaan, die zielen dier menschen
hunkeren toch naar het hoogere. Daarom
kan onze stem nog niet worden gemist. Niet
alleen geldt dat van alle vrijzinnig godsdien-
stigen maar vooral van de vrijzinng Her
vormden, omdat de Ned. Herv. kerk nog al-
tijd het grootste deel van ons volk omvat
Die kerk is ons lief, we gevoelen er ons in
thuis, omdat we er historisch in zijn ge-
groeid, we gevoelen er ons als huisgenoo-
ten in juridischen en ethischen zin. Van
N'oord-Holland is en wordt veel: kwaad ge-
zegd als de meest ongeloovige provincie van
ons land, er is en wordt gesproken van de
saneering ervan daar de Orthodoxie, doch
we wijzen dat alles af. We beseffen wel, dat
er een te kort is, dat ons nog veel ontbreekt.
Maar daarom willen we propaganda maken,
teneinde de menschen bewust te maken van de
waarde der vrijzinnige beginselen. In werke-
lijkheid kenmerkt het Noord-Hollandsche
volk zich over 't algemeen door godsdienst-
zin, daarvan getuigen de vele afdeelingen
van de vrijzinnig Hervormenden. Moge die
godsdienstzin steeds meer onder ens worden
gevonden. Daartoe propageeren wij tegen
Rome, tegen de saneering der Inwendige
Zending, tegen lauwheid en ongeloof, in ons
midden dragend de banier des kruises.
Moge dat worden versterkt in deze verga
dering, die ik hiermede open.
Het jaarverslag over 1927—1928 getuigt
van vcoruitgang. Het volgende wordt hieruit
aangestipt: in de classis Edam is de toestand
dreigend voor het bezetten van bestuursplaat-
sen in het Provinciaal kerkbestuur en daar-
mede in de Synode. De classes Alkmaar en
Hoorn zijn vrijzinnig, die van Amsterdam
en Haarlem orthodox, de classis Edam staat
op den rand van beide richtingen; de ge-
meenten zijn voor de helft op een na vrijzin
nig of rechtzinnig. Daar is vooral waak-
zaamheid geboden. In Landsmeer is eene
vereeniging van vrijzinnig Hervormden op-
gericht, die bij -een kerkelijke verkiezing
reeds een meerderheid behaalde, in Ilpendam
werd door versterking van het ledental de
overwinning behaald bij de verkiezing van
nctabelen. Als deze beide gemeenten vrijzin
nig worden is de classis Edam dat ook. Ver
schillende nieuwe afdeelingen zijn cpgericht,
o.a. te Schagen, Oterleek, Helder. De alge
meene toestand van de vereeniging is gced,
er is opgewekt leven. Er zijn 30 afdeelin
gen met 4000 leden en 235 verspr-eddde leden.
Noord-Holland heeft de grootste provinciate
vereeniging in ons land, waar in het geheel
25040 leden zijn.
Bij de bestuursverkiezing werd met 44 van
de 48 uitgebrachte stemmen gekozen de heer
Mr. P. Donker van Beverwijk.
Redo Ds. Van Wijhe.
Na het bespreken van den beschrijvingsbrief
van de algemeene vergadering te Groningen,
die geene bespreking uifllokte en het aahwij-
Welk lot hem wachtte daaraan kon niet de
minste twijfdll bestaan. Hij wist niemand
kon dat beter weten hoezeer de honing mij
liefhad en hoe hij de pogingen zou straiten
om mij om het leven te brengen, om nog niet
eens te spreken van de verkrachting van het
recht waaraan hij zich had schuldig ge-
maaktdaarvoor alleen zou hij de doodstraf
verdiend hebben.
Hij bleef een oogenblik staan met gebo-
gen hoofd; de pijn in zijn arm vergat hij
misschien door den docdsangst. Toen richtte
hij zich plotseling op, met een fier gelaat vol
verachfing en keek den officier strak aan.
„Ge vraagt om mijn degen, mijnheer?"
vroeg hij.
De officier boog eerbiedig.
„St. Eustache, wilt ge zoo goed zijn mij
mijn degen aan te geven?"
En terwijl St. Eustache het rapier van den
grond opnam stand de man te -vachten met
een schijnbare kalmte waarvoor ik hem be-
wonderde, zooals wij steecte een rustig ge-
drag moeten bewonderen bij iemand in zulk
een toestand. Ik kan mij haast geen ramp-
zaliger lot voorstellen. Hij had veel op het
spel gezet en had al'les verloren. Schande,
degradatie en het schavot, dat alles hing hem
boven het hoofd en wel onmiddellijk.
Hij nam van St. Eustache zijn degen aan.
Hij hield hem een oogenblik bij het gevest
vast, als iemand die in gepeins is verzonken
en een besluit moet nemen, terwijl de soldaat
stand te wachten met al den eerbied, dien een
weldenkend mensch aan een ongelukkige ver-
schuldigd is.
Met het rapier in de hand, sloeg hij de
zen van aigevaarmgaen daarheen, Meld ds.
M. C. van Wijhe zijne inleiding over: „Vt-
nielers en vernieuwers."
Het gaat hier, aldus spr., natuurlijk over
het vernielen en vernieuwen der Kerk. Daar
om moet onder ons eerst vaststaan, wat de
kerk is. Zij is voor ons eenerzijds geen heil-
instituut, in het bezit van sacramenten of
magische krachten. Onze gansche beschou-
wing van mensch, God, lezen verzet zich hier
tegen. Anderzijds is de kerk ook niet van ge-
lijken aard als de een of andere vereeniging,
't zij van wetenschappeiijken of cultureelen
aard. De mensch is lid van de kerk, omdat hij
deel heeft aan het meer dan tijdelijke: „God
heeft de Eeuwigheid in's menschen hart ge-
legd." De kerk heeft geen aardsch of op-
aarde-bereikbaar doel. Zij is niet bedacht.
Zij bestaat volgens datgene, wat anders is
dan het menschelijke. Zij brengt samen in ver-
eering van het boven-zinnelijke en boven-
menschelijke. Zij is vereerings-gemeenschap.
In de tw*de plaats is de kerk schatbe-
waarster van wat de waarheidzoekende
mensch van geslacht op geslacht aan waar-
heid heeft gevonden of ontvangen.
Ook de kerk-bestrijder leeft voor een groot
deel uit haar en put uit haar rijkdom. In de
derde plaats is de kerk een bijzonder instru
ment Gods, een trompet voor zijn geluid, het
geweten der menschheid. De kerk is een zeer
bijzonder middel, gegeven al het reeds ge-
noemde, waardoor God zich ethisch open-
baart in het leven. In dit verband zou spr.
zelfs de term „de kerk is het lichaam van
Christus" kunnen gebruiken.
Natuurlijk heeft de kerk ook haar mensche
lijke, zelfs zeer gebrekkige, stumperig-
menschelijfce kanten: reglementen, inrichting,
enz.
Nu doet zich het verschijnsel voor, dat de
kerk, althans naar officieele gegevens, achter-
uit gaat. De cijfers der statistieken zijn be-
kend. Procentsgewijze nemen de onkerke-
lijken verbazend toe. Juist in kringen, waar
men toch reeds duidelijk sporen ziet van
krachtig en oprecht religieus leven: intellect,
kunst, arbeidersbeweging. De professoren in
de philosophie zijn toch waarlijk geen ver-
dedigers van het materialisme. In de tooneel-
wereld wijzen opvoeringen als van Gas, De
blauwe vogel, Genesius, De dienstknecht in
het huis enz. op religieuse strekkingen. Men
denke aan de dramatische conferenties in het
Oolgaardthuis. In de litteratuur ziet men fi-
guren als Henriette Roland Hoist, Alie
Smeding, vooral haar laatste roman Tyne
van Hilletje, door Lapidoth besproken onder
den veelzeggenden tit-el „Met God" de
Scharten-Antinks e. a. Daarnaast de voort-
durende belangsteHing voor de Skandinavi-
sche letterkunde: Inger Skrara, werk van
Sojberg, Anker Larssen, enz., enz. In de ar
beidersbeweging heeft men het buitengewoon
geslaagde religieus-socialistisch congres ge-'
had, een congres, zooals wij nog nimmer
konden beleggen. In alle landen ziet men ver-
wante verschijnselen.
Zoo komen wij tot de vraag naar de kerk-
vernielende en kerkvernieuwende krachten.
De kerkvernielende krachten zijn degene, die
de kerk belemmeren, haar wezen te ontplooien
en haar taak te vervullen.
Op den duur zal het noodlottig gevolg
zijn van de ontkenning van het wezen der
kerk, dat de kerk akn invloed inboet. Onder
de vrijzinnigen wordt de wezenlijke waarde
van de kerk vaak miskend. Dit is waar-
schijnlijk een der redenen van ons tekort
aan predikanten.
Gevaarlijker is echter de kerkvernielende
macht van de orthodoxie, die de kerk wil af-
sluiten voor wat de waarheid-zoekende
mensch aan waarheid van Godswege mag
ontvangen. Immers „De Waarheid" is wel
het in-zich-zelf-zijnde, maar de indringing in
de waarheid gaat voort. Voor dezen tijd is
wellicht het meest funest de scheiding, die er
is gekomen tusschen kerk en cultuur. Het is
volkomen waar, dat de cultuur haar eigen
terrein heeft. Maar de religie heeft op alle
terrein op te komen voor de absoluutheid
der levens-normen. De cultuur meet aan het
hart der religie gelouterd worden. Dat de
kerk hier een taak heeft, spreekt dus van zelf.
Vernieuwing is dus niet mogelijk wat betreft
het wezen der kerk als vereerings-gemeen
schap, maar voortdurend zal naar vernieu
wing der vereeringsvormen moeten worden
gestreefd (formulieren ritus, liturgie, actie
der geloovigen). Niet vernieuwd moet of kan
worden het karakter der kerk als schatbe-
waarster, maar wel moet zij openstaan voor
de erkenning van nieuw ontdekte levens-
waarden. Niet vernieuwd kan worden de
taak der kerk als openbaringsmiddel Gods.
Maar wel zal de kerk al naar de cultuurdei-
ningen en met de wisselende problemen een
ander geluid doen hooren. Indien de kerk
vernielende krachten hun desolaat werk met
succes kunnen volbrengen, komt dit vooral.
oogen even op en liet ze op mij rusten met
een kwaadwilligen blik. Toen lachte hij kort-
af, haalde de schouders op en greep het Iem-
met alsof hij van plan was het gevest den of
ficier toe te steken. Terwijl hij het wapen zoo
midden in vasthield tusschen de punt en het
gevest, ging hij plotseling een stap achteruit
en voordat iemand een hand kon uitsteken
om het te betetten had hij den degenknop op
den grond gezet en de punt tegen zijn borst
en stortte zich in zijn eigen degen.
Allen uitten een kreet van sdirik en wij
ijlden naar hem toe. Hij rolde op zij en met
een uitdrukking van onuitsprekelijke pijn zei
hij met verachting en spot:
„Nu moogt ge mijn degen hebben, mijn
heer de officier". Dit zeggende viel hij ach-
teroyer en lag in zwijm.
Met een vloek kwam de soldaat nader. Hij
gehoorzaamde Chatellerault letterlijk, want
hij knielde naast hem neder en trok zorgvul-
dig het wapen weg. Toen gaf hij bevel aan
een paar van zijn manschappen het lichaam
van den man op te nemen.
„Is hij dood?" vroeg een hunner; en een
ander anfwoordde: „Nog niet, maar het zal
niet lang meer duren."
Twee van de soldaten droegen hem de her-
berg binnen en legden hem op den grond van
hetzelfde vertrek, waarin hij een uur onge-
veer geleden met Roxalanne een koop had
gesloten. Een opgerolde jas werd a's hoofd-
kussen onder zijn hoofd gelegd en daar lie-
ten wij hem over aan de zorg van hen die
hem gevangen namen, den waard, St. Eusta
che en La Fosse -de laatste zeker uit een
zekere ziekelijkheid, die zoo vaak eigen is aan
omdat de kerkvernieuwende krachten te fcorf
schieten.
Hier ligt een groot en grootsch werk voor
ons, Vrijzinnigen. Zijn wij in staat die taak
te volbrengen? Onze organisatie is te zwak,
meer eenheid is noodig. Gevaarlijk is het af-
schilderen dezer eenheid als een „geregeld
worden van bovenaf". Niemand onder
ons wil dat of heeft dat ooit gewild.
Gevaarlijk is, dat de groei naar eenheid in
onze pers verstoord is geworden.
Onze beweging wordt echter hoe langer
hoe meer bewust van haar taak.
In dorpen en in steden vertoont zich onze
taak vaak zeer verschillend. Juist daarom is
eenheid en jamenwerking onmisbaar. Zijn wij
alien daarvan doordrongen en geven wij ons
met alle kracht, dan kan onze vrijzinnig-her-
vormde een der belangrijkste krachten zijn,
waaraan de kerk behoefte heeft in onzen tijd.
Gedachtenwisseling.
Bij de gedachtenwisseling werd in het
midden gebracht, dat de kerk wel is een
heilsinstituut, ook al laat men de Roomsche
en Orthodoxe opvatting weg, daar toch de
kerk werkt aan het heil der zielen. De kerk
moet daarom tot de menschen komen en niet
wachten tot zij tot de kerk komen. De men
schen verwachten veel van de kerk, zooals in
den oorlogstijd is gebleken, daarom moet de
kerk opkomen en uitdragen. De kerk moet het
cultureel leven be'invloeden, tegelijk met het
evangelie moet de cultuur worden bewerkt
en geleid.
Een mode.
Hierna kwam aan de orde eene motie, in-
fediend door de heeren ds. Zwiep van
loorn en ds. H. H. Dorgelo van Naarden.
Deze motie luidde:
De Provinciate vergadering van de Ver
eeniging van Vrijzinnig Hervormden in
Noord-Holland, in wettige vergadering bij-
een te Alkmaar den 31sten Mei 1928,
overwegende, dat sinds de verwerping van
de resolutie van bet hoofdbestuur der Ver
eeniging van Vrijzinnig-Hervormden in
Nederland op de buitengewone Algemeene
Vergadering, gehouden te Utrecht in het jaar
1925, in de verhouding van de orthodoxe
groepen in de Ned. Herv. kerk jegens de vrij
zinnigen niets veranderd is,
geen heil verwachtend van den tegen-
woordigen toestand, waarin geen vaste lijn
wordt gevolgd en vaak lijdelijkheid als de
juiste houding schijnt te worden beschouwd,
acht het noodzakelijk, dat er eenheid zij in
de houding van de Vrijzinnigen tegenover de
Orthodoxie,
is overtuigd, dat gehandeld moet worden
in overeenstemming met het hierop betrek-
king hebbende gedeelte van de resolutie bo-
vengenoemd, aldus luidend: (dat) aan ort
hodoxe minderheden alleen in zoover rechten
(worden verleerid), voor zooverre deze als
lanctelijk georganiseerde groep zich bereid
verklaren met de vrijzinnigen te streven naar
een rechtserkenning der minderheden langs
reglementairen weg, overeenkomstig het be
ginsel en karakter der Nederlandsche Her-
vormde kerk,
acht een stelsel van reciprociteit aangewe-
zen voor den tijd, die zal verloopen, tot de
rechtserkenning der minderheden langs reg
lementairen weg een feit zal zijn geworden,
en besluit aan de afgevaardigden ter Alge
meene Vergadering van Vrijzinnige Her
vormden in Nederland op te dragen deze
motie op die vergadering in te dienen en te
verdedigen.
Door dominee Zwiep werd deze motie
met vuur toegelicht en verdedigd, waarbij hij
den nadruk legde op het vertrappen van de
rechten der vrijzinnigen door de orthodoxen,
van het door hen alles willen hebben en
niets geven; hij wilde geene lijdzaamheid,
maar een krachtig optreden, geene verdraag-
zaamheid, die alles laat gaan, maar een eens-
gezind, volgens vaste normen optreden, om
lechien te handkaven en st^andc te kunnen
blijven; hij eischte dat op voor de eer van de
vrijzinnig-godsdienstige beweging.
Deze motie en de toelichting en verdedi-
ging ontketende een stroom van vurige welbe-
spraaktheid van predikanten en" teeken,
hartstochtelijke verdediging en niet minder
heftige bestrijding, kalme, doch met nadruk
uitgesproken bijval en even nadrukkelijke te-
genwerping. Niet minder dan vijftien spre-
kers voerden het woord en nog twee andere
moties werden ingediend. De pro-betoogers
achten de overwinning van de vrijzinnigen in
de kerk gebaat door onverdraagzaamheid, de
contra-betoogers door verdraagzaamheid;
velen waren de overtuiging toegedaan, dat
als de motie eens werd aangenomen met
meerderheid van stemmen, de verdeeldheid'
met al hare ernstige gevolgen zou woeden in
den boezem der vrijzinnige hervormde ver
eeniging zelve. Er werd gevraagd, of de vrij
zinnigen, ondanks hunne houding tot nu toe
met waren gewonnen in aantal en kracht en
waarom dan eene andere wijze van bestaan
een poetischen geest en die hem getuige wilde
doen zijn van den doodstrijd van den heer
Chatellerault.
u ™,^akte miJ" spoedig gereed naar het
Hotel de 1 Epee te gaan om Roxalanne te
spreken, haar haar angst te ontnemen en
haar eindelijk mijn bekentenis te doen.
Toen wij op straat kwamen, het was intus-
schen reeds donker geworden, vroeg ik aan
Castelroux hoe St. Eustache toch met Chatel
lerault in aanraking was gekomen.
„Ik zou denken dat hij tot dezelfde familie
Iscariot behoort", antweordde de Gascogner
„Zoodra hij gehoord had dat Chatellerault
in Languedoc kwam als zaakgelastigde van
den koning, kwam hij hem zijn diensten aan-
bieden om de rebellen aan de justitie over te
leveren. Hij beweerde dat hij de provincie
door en door kende, hetgeen den koning van
veel nut kon wezen, dat hij daarenboven dooi
bijzondere omstandigheden veel gehoord had
van verraderlijke handelingen van mannen
die in't geheel niet verdacht werden door
den Staat.
„Verduiveld!" nep ik uit. „Zoo iets had ik
al vermoed. Ge hebt gelijk hem tot de familie
van Iscariot te rekenen. Hij behoort er steilig
bij, meer dan u u verbeeldt. Ik ben op de
hoogte van dat „aoor en door kennen". NOg
kort geleden hoorde hij zelf tot de rebellen,
hij was zelf een volgellng van Gaston
d'Orleans ofsfchoon van een lauwe hoe-
danigheid. Weet u ook welk doel hij er mee
had?"
(Wordt vervolgd.y
!i ii If