mtmaarsGiie CouranL
De irkies in Bardelys,
Honderd dertigste jaargang.
Raxlio-hoekje
De Olymptsclie spelen.
EEU1LLETON.
Aan enthousiasme heeft het niet outbroken
Bijna het geheele Stadion steunde Duitsch-
land met een applaus, een schreeuwen, een
zingen, dat hooren en zien je verging. Dui-
zenden Duitschers, getooid met vlaggetjes der
vaderlandsche kleuren wilden den bal in het
Urugueesche doel schreeuwen. Duizenden rie-
pen om een doelpunt voor Duitschland; dui
zenden floten de Uruguayers uitduizen
den zagen Duitschland verliezen
De wedstrijd.
Op de tribunes bevonden zich naar schat-
ting achttienduizend Dtuischers onder de
toeschouwers, die hun spelers bij het betre-
den van het veld met donderend gejuich be-
groeten. Het Hollandsche publiek juicht, wel-
licht als reactie op den nederlaag tegen
Uruguay de Duitsche spelers even zeer toe.
De Urugueezen brengen oudergewoonte bij
het betreden van het veld een eere-saluut aan
de eeretribune en de marathon-tribune.
Onder leiding van den EgyptiSchen scheids-
rschter Youssof Mohamed stellen te vier uur
de volgende elftallen zich tegenover elkaar
op:
Duitschland.
Stuhlfaut
Beier Weber
Knopfle Kalb Leinberger
Albrecht Hornauer Pottinger R. Hofmann
L. Hofmann
Campolo Cea Petrone Castro Urdinaran
Castido Fernande Piriz
Arispo Nassazzi
Mazali
Uruguay.
Wanneer met dezen wedstrijd begonnen
wordt, blijkt al ras, dat het forsche spel der
Duitschers de vuurproef krijgt te doorstaan
tegen de technische vaardigheid der Zuid-
Amerikanen. Er zit spanning in de lucht. Als
de Duitschers de eerste aanvallen op het doel
der Zuid Amerikanen gaan ondernemen wor-
den zij door hun supporters op de overvolle
tribunes luide aangemoedigd.
In de eerste minuut krijgt Petrone een
kans, waarbij Beier reddend optreedt. Maar
oogenblikkelijk daarna moet de doelman van
Uruguay, Mazali, den bal vallende voor de
voeten van den linksbuiten R. Hofmann weg-
halen.
Het ruwe spel van Hofmann veroorzaakt
bijna een vechtpartij tusschen de zenuwachti-
ge spelers. Het publiek fluit de Duitschers
verwoed uit. Maar even later wordt Leinber
ger op unfaire wijze tegen den grond geloo-
pen en nu is het de beurt der Duitsche toe
schouwers om een fluitconcert te ontketenen
Dan volgt een prachtige aanval van den
linkervleugel der Duitschers. De linksbuiten
L. Hofmann zet keurig laag voor en de mid-
voor der Duitschers heeft maar voor het in-
trappen, doch hij mist en de Urugeesche kee
per kan den bal wegwerpen. De verdedigin-
gen blijven aan beide zijden de overhand
hehouden en door het sterke spel der backs
krijgen de aanvallers alleen van ver af ge-
legenheid om te schieten. Veel moeite hebben
de uitstekende keepers niet met deze schoten
van buiten het strafschopgebied. Het spel
blijft dan ook steeds op het middenveld. De
Duitschers geven, door hun lichaamskracht
in den strijd te werpen goed partij. Maar zij
krijgen evenmin kans om te scoren als vier
dagen geleden de Hollandsche voorhoede.
Het publiek leeft volkomen mee met dezen
titanenstrijd. Elke beslissing van den scheids-
rechter wordt met applaus in het eene kamp
en met veel gefluit in het andere begroet.
Dan volgt weer een uitstekende aanval
van den rechtervleugel der Duitschers. Al
brecht zet voor en iedereen denkt dat Pottin
ger den bal ineens zal intrappen. Doch hij
mist jammerlijk.
Dan is weer de beurt aan de Zuid-Ameri-
kanen. Na 35 minuten passeert Petrone op
zijn eentje beide backs. Stuhlfaut aarzelt even
met uitloopen en dat is hem noodlottig, want
keihard vliet het schot van Petrone in den
bovenhoek (01). Kalb, de aanvoerder der
Duitschers, kan zijn woede niet beheerschen
en gaat den tegenstander te lijf en onder oor-
verdoovend gefluit en applaus stuurt de
scheidsrechter hem uit het veld, zoodat de
Duitschers met 10 man moeten doorspelen.
Petrone profiteert onmiddellijk van de ver-
warring in de Duitsche gelederen en schiet
den bal hard in den rechterbovenhoek. (02)
Leinberger bezet nu de spilplaats bij de
Duitschers, R. Hofmann speelt linkshalf ter-
wijl de voorhoede uit vier man bestaat. Bij
een botsing krijgt de Duitseher Knopfle een
trap tegen de knieschijf, waardoor hij het
veld uitgedragen moet worden. Tegen de ne-
gen Duitschers is Uruguay nu sterk in de
meerderheid. Even voor rust komt Knopfle te-
rug en hinkend speelt hij verder.
Het rustsignaal met een 20 voorstand
voor Uruguay ontketent een orkaan van ge
fluit en gejuich.
De tweede lielft.
Als na de pauze de Uruguaiers en de
scheidsrechter onder gefluit en gejoel het
veld betreden laten de Duitschers eenige mi
nuten op zich wachten. Reeds begint men te
denken dat de Duitsche ploeg in de kleedka-
mer zal blijven als zij nog komen opdagen
om er van te maken wat er van te inaken valt
Het spel is nu aanvankelijk wat kalmer.
De Duitschers hebben Hornauer in de mid-
denlinie teruggetrokken en de Hofmann-vleu
gel weer in eere hersteld. Wanneer Piriz uit
woede over een scheidsrechteriijke beslissing
den bal over de lijn gooit fluit de scheidsrech
ter af en gelast den neger den bal op te ha-
len, aan welk bevel deze onder homerisch
gelach gehoorzaamt. Telkens worden er
vrije trappen gegeven tegen de Duitschers,
die alleen door ruw spel de keurige combina
tie der Urugueezen kunnen breken. Uruguay,
die zich thans met dezen 2—0 voorsprong
veilig voelt, te meer nu de Duitschers met 10
man den wedstrijd moeten uitspelen (Kalb zb
op de tribune en mag in dit Oiympisch tour-
nooi niet meer uitkomen), geeft thans een
exhibition ten beste, waarbij doelpunten ma
ken bijzaak schijnt. Keurig gaat de bal van
man tot man.
Een tijdlang weten de massieve verdedigers
de belegering te weerstaan.
Maar na 18 minuten jaagt Castro nummer
drie in het (03).
Het rhytmisch geroep U-ru-gu-ay van de
Zuid Amerikanen op de tribune der deelne-
mers verwekt algemeene vroolijkheid. Uru
guay doet het kalmpjes aan. Weber voorkomt
een vierden goal als Stuhlfaut uitgeloopen is.
Petrone probeert het eens met een hoog
schot dat de als steeds voor zijn doel opge-
stelde Stuhlfaut nog net over de lat weet te
tikken. Een paar schoten van R. Hofmann bij
Duitsche doorbraken gaan naast.
Er komen weer incidenten. Stuhlfaut
sjouwt Petrone over den grond. Petrone
neemt revanche en smijt even later een ander
ter aarde, wat R. Hofmann aanleiding geeft
om met gebalde vuisten op Petrone af te
stormen. De scheidsrechter kalmeert de hee-
ren weer. Wanneer Mazali drie pas met den
bal maakt, speelt Leinberger de vrije trap te
rug op R. Hofmann, die na 32 minuten scoort
(1-3).
De Duitschers krijgen dan weer moed,
maar als Stuhlfaut een schot van Campolo
slechts vallende kan wegwerken, schiet Pe
trone hoog in en Duitschlands kans is verke-
ken (14).
Steeds woester spelen de Duitschers. Op
een gegeven moment liggen twee Urugueezen
kermend van de pijn op het veld en de wed
strijd moet even gestaakt worden.
R. Hofmann en Nasazzi worden beiden uit
het veld gezonden. Er blijven negen Duit
schers en tien Urugueezen over.
Voor de Urugueezen is dit voor de res*
van het tournooi een ernstige handicap, daar
men van officieele zijde niet wil dat uit- het
veld gezonden spelers nog in verdere wed-
strijden uitkomen 'en Nasazzi is, evenals
Kalb, aanvoerder.
Met 14 komt het einde.
Hoe er gespeeld werd
Het is een emotievollen strijd geweest,
waarin beide partijen gezwoegd hebben.
Uruguay was oniegenzeggelijk de sterkste en
heeit verdiend gewonnen. Maar hoe!
Was het eerste halfuur voorbij gegaan,
zonder dat de spelers te veel van hun
lichaamskracht gebruik maakten, na het eer
ste doelpunt werd dat anders. Er werd op
den man gespeeld, er werd gehaakt, geduwd,
nagetrapt, dat het spel een ontaardenden
strijd werd, met het gevolg, dat een tweetal
Duitschers en een Uruguees uit het veld ge-
stuurd werden. Zeker, het was het verdiende
loon, maar in dezen treft den scheidsrechter
de grootste schuld. Deze had eerder moeten
ingrijpen, allicht was't dan zoo ver niet geko-
men. 't Valt zeer zeker niet mee, zoo'n wed
strijd te leiden, omdat het temperament er
een grooten rol in speelt. Daarbij komt, dat
het spel van Uruguay zoo geraffineerd is,
zoo vol kleine truckjes, dat elke tegenstander
geprikkeld wordt. Onophoudelijk toch werd
een Duitseher een klein duwtje in den rug
gegeven, of een tikje tegen het been, enz. enz
en de Duitseher miste. Dat zag de scheids
rechter blijkbaar niet, tenminste hij floot er
niet voor. Trouwens, de scheidsrechter kon
ons toch niet bekoren. Merkwaardig, hoe ver-
schillend over hem geoordeeld worat in de
pers. Doch typeerend is het wel het oordeel
van het publiek. Toen nl.. na de rust de
scheidsrechter weer op't veld verscheen, had
hij een lang aanhoudend schel gejoel en ge
fluit aan te hooren van zeker 80 van het
publiek, waaruit dus wel bleek, dat men het
lang niet eens was met z'n leiding. Er zijn
dan ook meerdere straffen geheei verkeerd
beoordeeld, zoo zelfs dat soms een overtre
der zelf een vrije trap te nemen kreeg. En
daar dit steeds voor 't Urugeesche elftal
was, kreeg men den indruk, dat de scheids-
No. 130 928
Maantiag* 4 Juni.
Dinsdag 5 Juni.
Hilversum, 1060 M. 12.302.Lunch-
Biuziek door het Trio Verhey. 3.4.Knip-
cursus onder leiding van Mevr. de Leeuw v.
Rees. 6.7.15 Dinermuziek door het Trio
Rentmeester. 7.15—7.45 3de Duitsche Olym-
piadeles. 8.Lezing door Dr. Wortman:
Ethieic en de verpleegster. 8.30 Concert door
het Omroep-orkest onder leiding van Nico
Treep. Ed. Verkade en Else Mauhs, voor-
dracht. 10.15 Persberichten. 10.25 „Ver-
zoek"-programma.
Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.)
(Uitsluitend K. R. O.) 12.30—1.30 Lunch-
muziek door het Trio „Winkels". 6.-7
Dinermuziek. 7.30—8.— Cursus kerklatijn
door Leo Speet. 8—10.30 Concert. Gem.
zangkoor „St. Caecilia" te Baarn, onder lei
ding van Hans Ponten. Mej. F. Polmann,
alt. J. Ponten, aan den vleugel. Mej. Wijn-
gaarden, viool. Mej. F. Boomgaard, piano.
Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst.
11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Concert, so-
praan, cello en piano. 1.202.20 Orkestcon
cert. 2.50 Muziekles. 3.35 Concert. 3.40
Fransche les. 4.10 Muziek. 4.20 Orkestcon-
cert. 5.20 Vacantiepraatje. 5.35 Kinderuur-
tje. 6.20 Gramofoonmuziek. 6.50 Nieuws-
berichten. 7.05 Gramofoonmuziek. 7.20
Maand-overzicht. 7.35 Brahm's pianocom-
posities. 7.45 Lezing. 8.05 Vaudeville. Dans-
orkest en variete-artisten.
8.20 Lezing: Modern transport. 0.20
Nieuwsberichten. 0.35 Muziekles. 0.55
Nieuwsberichten. 10.— Vioolconcert. 10.20
Yvette Guilbert-r-Diseuse, in haar repertoire.
10.5012.20 Dansmuziek.
Parijs, „Radio-Paris", 1750 M. 10 50
11.Gramofoonmuziek. 12.50 Orkestcon
cert. Werken van Franck en Schumann. 4.05
—5.05 Orkeshtconcert. 0.0511.20 „Le Roi
d'Ys", Lalo.
Langenberg, 469 M. 1.252.50 Orkest
concert. 6.20—7.15 Concert. Zither-trio en
Schrammel-Trio. 8.20 „Die heimliche Ehe",
kamer-opera van Cimarosa. 10.50 Sluiten.
Zeesen, 1250 M. 12.205.20 Lezingen.
5.206.20 Orkestconcert 6.208.05 Lezin
gen. 8.35—11.20 „Ein Sommernaehtstraum",
klucht van Shakespeare.
Haburg, 395 M. 4.35 Volksliederen. Zang
en piancbegeleiding. 6.20 Walsmuziek door
het Noraff-orkest. 8.35 Am Deutschen Rhein
Het „Musikgilde", „Waldv6glein". G.
Becker, zang. Dr. Piindter, declamatie. 10.35
Causerie. Daarna dansmuziek.
Brussel, 509 M. 5.20—6.20 Trioconcert.
6.50 Orkestconcert. 8.2010.35 Orkestcon
cert.
HET VOETBALTOURNOOI.
DUITSCHLAND—URUGU AY.
Voor den wedstrijd.
Toen de wedstrijd Nederland—Uruguay
In het nadeel van onze landgenooten geein-
digd was, sprak men algemeen de vrees uit,
dat de spelen een financieel debacle zouden
worden. Die vrees was niet ongegrond, want
ongetwijfeld vormt het voetbaltournooi het
onderdeel der spelen, dat de massa tot zich
trekt, dat de centen in het laadje brengt.
En nu Nederland al dadelijk in de eerste
ronde sneuvelde verwachtten velen, dat het
Subliek niet' meer zoo talrijk zou opkomen.
ten kwam toch in de eerste plaats, om onze
jongens te zien spelen en in de tweede plaats
pas om van de sport te genieten.
En nu? Een flink bezet Stadion bij den
BelgieArgentinie wedstrijd, een uitverkocht
huis voor de Duitschland—Uruguay match'
Een financieel succes dus, doch ook een be
wijs van de poplairiteit van het voetbalspel
We zouden kunnen zeggen, dat de landen-
wedstrijden veranderd zijn in „werelddee-
len"-wedstrij den, dat er gestreden wordt tus
schen de Oude- en Nieuwe Wereld. Een strijd,
die zeer zeker ten voordeele van Amerika zal
eindigen met Europa pas op de derde plaats...
Nederland leeft mee.
Nederland staat in het teeken der Olympi-
sche spelen. Niet alleen Amsterdam, het ge
heele land interesseert zich voor deze sport-
gebeurtenis. Dat kan men zien, als men eens
even door de wagenparken wandelt. Alle
autonummers der elf provincien zijn daar ver-
tegenwoordigd. Dat hoort men in het Stadi
on zelf, waar allerlei dialecten gesproken
worden
Naar het Engelsch van
RAFAeL SABATINI.
(Schrijver van ,JDe Zeevalk")
46)
Ik bleef staan totdat haar koets was weg-
gereden; gedurende die weinige oogenblikken
overlegde ik met mij zelf wat mij nu te doen
Btond, maar ik zag geen uitweg, ik was wan-
hopig.
Ik was naar het Hotel de 1'Epee toege-
gaan, opgewonden blij, en vol geloof in mijn
zegepraal. Ik won haar alles bekennen, en
gesteund door hetgeen ik gedaan had zou de
ze bekentenis mij niet moeilijk vallen. Ik kon
zeggen:
„De vrouw om wier bezit ik gewed had
waart gij niet, Roxalanne, maar een zekere
Mademoiselle de Lavedan. Uw liefde heb ik
fewonnen en opdat ge geen twijfel moogt
oesteren aan mijn voornemens, tieb ik den
prijs voor mijn weddenschap beta-aid en mijn
nederlaag erkend. Ik heb mijn bezittingen te
Bardelys verrnaakt aan Ghalellerault en zijn
erfgenamen."
Ik had dat alles voor mij zelf gerepeteerd
en ik was vol vertrouwen ja ik wist zeker
dat ik haar hart winnen zou. En nu de
onthulling van die schandelijke afspraak van
Nederland leeft mee, nkt alleen op net
veld, ook in de huiskamer. Jong en oud, arm
en rijk, ieder praat van de Olympische Spe
len, ieder weet iets te vertellen van het prach
tige Stadion. Vermakelijk, doch mooi illus-
treerend, was wel het babbelen van een drie-
jarig meisje in den trein. Toevallig zaten we
gisteren in den trein, die ons naar Amster
dam bracht, bij een familie. Het kleine doch-
tertje wist alles te vertellen. En zoo moesten
we hooren „dat de kleine meid naar't Stadion
ging om te voetballen!"
De drukte.
Duizenden menschen uit Nederland en
Duitschland stroomden het Centraal Station
uit en renden naar de trams en taxi's, om een
plaatsje te veroveren. Hoewel een groot aan-
tal extra-diensten waren ingelegd, kon de
tram de massa niet vervoeren en bleven zeer
velen staan, wachtend op de volgende tram.
Met auto's, rijtuigen, bussen, trams wer
den de voetballiefhebbers naar't Stadion ge-
bracht Alle verkeer was keurig geregeld; op-
stoppingen kwamen niet voor, botsingen ble
ven uit: de Amsterdamsche verkeerspolitie
regelde alles, zonder drukte, kalm, doch
vastberaden. En het publiek liet zich leiden
door de agenten, waardoor hun toch al zoo
moeilijke taak, zeer vergemakkelijkt werd.
Het Stadion.
Het Stadion!
Reeds van verre ziet men de slanke Mara-
thontoren scherp afsteken tegen de helder-
blauwe lucht. En als men dichterbij komt,
kan men de tallooze vlaggen, bijna elk land
van de wereld vertegenwoorfligend, bewon-
deren. Dan, de toegangshekken passeerende,
ziet men het bouwwerk voor zich! Grootsch,
en forsch, de indruk, die men krijgt
Het geheei lijkt wel een vesting van beton
en steenen opgetrokken, met hooge muren, en
vele toegangspoorten. Welk een enorm bouw
werk is hier verrezen! Zeker, het oude Sta
dion was prachtig ingericht, maar een verge-
lijking tusschen aeze twee doet het oude weg-
vallen. Niets is gespaard, om alles degelijk
en mooi te maken. Een bouwwerk, dat de Ne-
derlandsche naam in het buitenland hoog zal
houden, een werk, waarop de architect Jan
Wils trotsch mag zijn!
Ieder, die voor 't eerst het Stadion be-
treedt, wordt eenigszins beduusd van de
grootte en angstvallig krabt men zich achter
het oor, want hoe z'n plaats te vinden! En
toch heeft men geen gids noodig: wie uit-
kijkt komt terecht, zonder vragen. Tallooze
richtingswijzers, in 't Nederlandsch en het
Fransch, wijzen den weg en zoo komt men,
zonder viagen, het eigenlijke Stadion binnen
langs ruime betonnen trappen. Men zoekt
z'n plaats, gaat zitten, en kijkt.
Nu eerst ziet men, welke geweldige afme-
tingen het Stadion heeft. Het voetbalveld
groen en effen als een biljartlaken lijkt
klein, de doelen onoogelijk! En toch is het
veld 90 M. breed en 110 M lang! Rondom
het vehl de zwarte sintelbaan, de baan voor
hardlooj;en en dan, tegen de tribunes aan, de
wit cementen wielerbaan. Het is een prachtig
gezicht. En weer bewondert men den archi
tect, want aan hem is het te danken, dat, on-
verschillig waar men zit, men overal een
goed uitzicht heeft op de terreinen.
De Marathontoren lijkt nu een spichtige
naald, lang en smal. Maar dit komt, omdat
men om zich heen de zware massieve muren
en trappen ziet.
Het publiek.
Reeds lang voor vieren was het Stadion
gevuld met een dicht op elkaar gezeten
menschenmassa. Overal om zich heen, rond
om het geheele veld was het een bonte men-
geling van kleurige, fleurige, fleurige dames-
costuumpjes, een vroolijkheid, een uitgelaten-
heid. De stemming was bijzonder goed. Het
wachten kon niet vervelen, want er was af-
leiding genoeg. Er werd gelachen, gepraat,
gegicbeld, geflirt
Natuurlijk was de a.s. wedstrijd het ge-
sprek van den dag en hoewel iedereen toe
moest geven, dat het spel der Urugueezen
veel beter was dan dat der Duitschers, waren
er talloos velen, die een overwinning van
Duitschland tegemoet zagen. Men dacht aan
de NederlandUruguay-wedstrijd en kwam
tot de conclusie, dat Nederland had kunnen
winnen met een betere voorhoede. Welnu,
Duitschland had een betere voorhoede dan
Holland, dus was een overwinning vooi
de Duitschers lang niet onmogelijk.
Hoe anders zou het worden! Welk een bit.
tere ontgoocheling moet de uitslag wel ge
weest zijn voor de tallooze Duitsche suppor
ters, voor bijna alle... Europeanen! 41!
Dat had wel zeker niemand verwacht! En
zeker niet diegenen, die het eerste halfuur
van de match hebben bijgewoond. Want dat
eerste half uur was Duitschland in de meer
derheid, had Duitschland wel een doelpunt
verdiend. Het bleef uit. Toen kwam, na 36
min. spelen, het eerste doelpunt voor Uru
guay; het zouden er 4 worden
andere lippen dan mijne te vernemen, dat had
akes in duigen doen vallen.
Rodenard zou er voor boeten dat verze-
ker ik u! Nogmaals werd ik een prooi van
een hartstochtelijke woede, die ik steeds als
iets onwaardigs had beschouwd voor een
edelman, maar waaraan ik wel onderhevig
leek te worden. Op dat oogenblik kwam de
wa-ard de trap op. Hij had een stevige paar-
denzweep in de hand met een langen leeren
riem. Met een haastig: „Neem mij niet kwa-
lijk" rukte ik hem de zweep uit de hand en
vloog de kamer in.
Mijn bediende pra-atte nog over mij. De
kamer was vol menschen, want Rodenard al
leen had al twintig van mijn bedienden mee-
gebracht. Een van die mannen keek op toen
ik langs hem snelde en uitte een kreet van
verbazing toen hij mij herkende. Maar Ro
denard praatte door, te verdiept in het on-
derwerp om op iets andere te letfen
„Mijnheer de markies", zei hij, „is een
edelman then het een eer is te mogen die-
nen
Dit laatste woord ging vergezeld van een
luiden gil, want mijn zweepslag brandde op
zijn welgedane zijde.
"„Het is een eer die je niet langer te beurt
zal vallen, jou deugniet!" riep ik uit.
Hij sprong hoog in de lucht toen mijn
zweep hem weer raakte. Hij zwaaide rond,
zijn gezicht was verwrongen van pijn, zijn
dikke wangen wit van angst, zijn oogen
woest van woede, want tot nu toe was de ge
heele toe&tand nog niet geheei tot hem door-
gedrongen. Maar toen hij mij zag en iets be-
greep van de verschrikkelijke woede die zeker
op mijn gezicht te lezen stond, viel hij op zijn
knieen en riep iets wat ik niet verstond
want ik zou op dat oogenblik niets verstaan
hebben.
De zweep zwaaide weer door de lucht en
kwam nu tusschen zijn schouders terecht Hij
wrong en kermde van liohaams- en ziele-
smart. Maar ik was onmeedoogend. Hij had
mij in het verderf gestort door zijn praatjes
en hij zou den eenigen prijs betafen dien hij
in zijn macht had te geven den prijs van
lichamelijk lijden. Steeds weder en weder
knalde mijn zweep rondom zijn hoofd en
sneed in het zachte, weeke vleesoh terwijl hij
brulde om medelijden en op zijn knieen voor
mij lag te wringen. Onwillekeurig kwam hij
didder bij mij om mij in mijn bewegingen te
belemmeren, terwijl ik achteruit ging om
mijn zweep beter te kunnen doen aankomen.
Hij stak de armen uit en vouwde smeekend
zijn dikke handen, maar de zweep kleurde
hen rood. Met een gil trok hij ze weg en viel
voorover op den grond.
Wanneer ik er nu nog aan denk schaam ik
mij niet weinig bij de herinnering hoe vree-
selijk ik hem geslagen heb. Met diepen te-
genzin en nog dieper schaamte ben ik er toe
gekomen dit neer te schrijven. Indien ik u
kwets met de mededeeling van dit afranselen,
laat de noodzakelijkheid dan mijn eenige ver-
ontschuldiging zijn: voor het afranselen zelf
bestaat ongelukkig geen enkele verontschul-
diging behalve de blinde woede, die mij be-
zielde en dat is in't geheei geen veront-
schuldiging.
Den volgenden morgen had ik reeds bitter
berouw over zooveel wreedheid. Maar op dat
oogenblik luisterde ik niet naar rede. Ik was
krankzinnig en aeze seestachtige wreed
heid was een gevolg van mijn krankzinnig-
heid.
„Je wou in een herberg praten over mij en
mijn zaken, rakker!" riep ik uit, buiten adem
van woede en uitputting. „Laat de herinne
ring aan dit oogenblik voortaan je vergiftige
tong beteugelen."
„Monseigneur!" kermde hij. „Wees barm-
hartig, monseigneur!"
„Jawel! barmhartigheid! net zooveel als
je verdient. Heb ik je daarvoor al deze jaren
vertrouwd en heeft mij i vader je niet voor
mij vertrouwd? Ben je dik en vet en welge-
daan geworden in mijn dienst om mij dit te
vergelden? Op mijn woord, Rodenard! Mijn
vader zou je laten ophangen als je maar half
zooveel gebabbeild had als jij vanavond,
Schavuit!"
„Monseigneur!" kermde hij weder, „ver-
giffenis! Ter wille van uw moeder zaliger,
vergiffenis! Monseigneur, ik wist niet
„Maar het zal een les voor je wezen, lum-
mel! de pijn in je vette lichaam zal een les
voor je wezen!"
Hij zakte ineen; zijn kracbten waren uit-
geput, een kermende bloedende hoop vleesch,
die door mijn zweep nog steeds niet met rust
werd gelaten.
Ik herinner mij nog dat flauw verlichte ver-
rechter anti-Duitsch wa?,
Het mag wel een wonder heeten, dat de
wedstrijd niet op een kloppartij is uitgeloo
pen. Tenminste, er zijn sommige oogenblik
ken geweest, waarop de Duitschers zoo'n
dreigende houding aannamen, dat men een
handgemeen verwachten kon. Gelukkig kwam
het zoover niet.
Met dit al zien we dus allicht een finale
tusschen de twee Amerikaansche deelnemers.
Over den uitslag daarvan is niets te zeggen.
Wellicht is de voorhoede der Argentiniers
gevaarlijker dan die der Urugueezen, doch
de verdediging van de laatste is beter. Beide
elftallen hebben hetzelfde spel, beide beschik
ken over een enorme Ausdauer.
Het. Stadion zal dan wel weer uitverkocht
zijn
Uitstekende verkeersregeling.
Dat de regeling keurig in orde is, bleek
weer eens, toen de menigte het Stadion ver-
liet. Hoe al die duizenden menschen vervoerd
werden zonder drukte, zonder overhaasting,
het mag wonderlijk schijnen, doch het blijkt.
dat de Amsterdamsche verkeerspolitie z'li
zaakjes goed weet op te knappen. In een be.
trekkehjk korten tijd was alles weer rustig in
het Stadion.
De groote strijd DuitschlandUruguay
was voorbij
Blijft Nasazzi meespelen?
Wij vernemen, dat wanneer de scheidsrech
ter geen melding maakt bij de jury d'appel
van het feit, dat de aanvoerder van het Uru
gueesche elftal Nasazzi een overtreding heeft
begaan, waarvoor hij het noodzakelijk vindt
hem voor deelneming aan de verdere wed-
strijden van het tournooi uit te sluiten, Na
sazzi in het elftal blijft. In een dergelijk ge-
val acht de scheidsrechter het dan voldoende
den betrokken speler voor den aan den gang
zijnden wedstrijd weg te sturen.
DE WEDSTRIJD BELGIe—ARGENTINA
Voor ongeveer 25.000 toeschouwers werd
Zaterdagmiddag in het Oiympisch Stadion
in warm zomerweer de tweede wedstrijd in
de tweede ronde tusschen Belgie en Argen
tinie gespeeld. Belgie had zich door een 5—3
overwinning op Luxemburg in de tweede
ronde geplaatst.
De wedstrijd tegen Argentinie ging vooi
Belgie echter minder van een leien dakje er
het overwicht der Zuid-Amerikanen bleek al
spoedig.
Te vier uur stelden de volgende elftallen
zich onder leiding van den Italiaanschen
scheidsrechter Achille Gama tegenove-
elkaar op:
Belgie.
De Bie
Ruyssevelt Hyodonckx
P. Braine Van Halme Boesman
De Vos Despae R. Braine Moeschal Diddena
O
Orsi Cerro Ferreira Tarasconi Carricaberri
Orlandini Monti Medice
Paternoster Bidoglio
Bosio.
Argentina.
Als grensrechters fungeerden de heeren
Foltynski (Nederl.-Indie) en Alfred Birlem
(Duitschland).
Het spel is nog slechts eenige minuten oud
als er voor het Belgische doel een gevaarlijk
moment ontstaat door het optreden van den
Belgischen keeper De Bie. Het gevaar wordt
bezworen, doch na drie minuten slaagt Ta
rasconi er in na een solo-ren den bal in het
Belgische net te deponeeren (0—1).
Na vijf minuten spelen loopt Ferreira den
bal oprneuw in het Belgische net, als de Bie
op den grond ligt (0—2).
De Argentijnen spelen overweldigend en
het laat zich aanzien, dat meer doelpunten
spoedig zullen volgen. In de twaalfde mi
nuut gaat Tarasconi er opnieuw alleen van
door. Hij rent door alles heen en besluit met
den stand op 03 te brengen.
Uit een through-pass van Despae maakt
R. Braine na zes en twintig minuten een te-
genpunt. (1—3).
Het spel gaat nu meer gelijk op en precies
na een half uur verrast de Belgische spil van
Halme den Argentijnschen keeper met een ver
schot en het is 23. Enkele corners op het
Argentijnsche doel, welke steeds door de Vos
worden genomen, worden zuiver voor het
doel geplaatst. Het publiek schreeuwt om een
goal, doch de Belgische voorhoede krijgt
geen kans voor den gelijkmaker.
Het is te zien, dat de Belgen na het onzeke-
re begin er langzamerhand beter inkomen en
de laatste minuten voor rust ondernemen zij
nog eenige pittige aanvallen, waarbij een-
maal een gevaarlijk moment voor het Argen
tijnsche doel ontstaat, wanneer de Argen
tijnsche keeper met den bal in zijn handen
voor zijn doel staat te dansen en enkele Bel
gen rondom hem heen zwermen. Voor rust
komt echter geen verandering meer in den
stand. Rust komt met 23 voor Argentinie.
trek, de verschrikte gezichten waarop het flik-
kerend kaarslicht een vreemde schaduw.
wierp; het striemend geluid van de zweep,
mijn eigen stem, vloeken en scheldwoorden
roepende; Rodenard's kreten, stemmen hier
en daar, die schande riepen over mijn gedrag.
Toen richtte ik mij uitdagend op en hield de
zweep dreigend omhoog. Ik was niet gewend
dat er aanmerking werd gemaakt op mijn ge
drag.
„Wie betwijfelt mijn recht?" vroeg ik op
boozen toon, waarop zij allien zwegen. „Als
iemand moed genoeg heeft om zich te vertoo-
nen, dan zal ik hem antwoord geven." Toen
niemand antwoord gaf, betuigde ik mijn ver-
achting door een lach.
„Monseigneur", kermde Rodenard aan
mijn voeten, met zwakke stem.
Bij wijze van antwoord gaf ik hem een
laatste tik toen wierp ik de zweep die
echt gehavend was in den strijd terug
naar den waard, van wien ik hem geleend
had.
„Laat dat voldoende zijn, Rodenard", zei
ik, hem eyen aanrakende met mijn voet.
„Zorg dat je mij nooit meer onder de oogen
komt, als je je ongelukkig leven liefhebt."
„Neen, dat niet monseigneur!" kermde de
ongelukkige. „0 neen, dat niet! U hebt mij
gestraft, geslagen, totdat ik niet meer staan
kan; vergeef mij, monseigneur, geef mij nu
vergeving."
(Wordt vervolgd.)'
j-i