mtmaarsGiie CouranL De irkies in Bardelys, Honderd dertigste jaargang. Raxlio-hoekje De Olymptsclie spelen. EEU1LLETON. Aan enthousiasme heeft het niet outbroken Bijna het geheele Stadion steunde Duitsch- land met een applaus, een schreeuwen, een zingen, dat hooren en zien je verging. Dui- zenden Duitschers, getooid met vlaggetjes der vaderlandsche kleuren wilden den bal in het Urugueesche doel schreeuwen. Duizenden rie- pen om een doelpunt voor Duitschland; dui zenden floten de Uruguayers uitduizen den zagen Duitschland verliezen De wedstrijd. Op de tribunes bevonden zich naar schat- ting achttienduizend Dtuischers onder de toeschouwers, die hun spelers bij het betre- den van het veld met donderend gejuich be- groeten. Het Hollandsche publiek juicht, wel- licht als reactie op den nederlaag tegen Uruguay de Duitsche spelers even zeer toe. De Urugueezen brengen oudergewoonte bij het betreden van het veld een eere-saluut aan de eeretribune en de marathon-tribune. Onder leiding van den EgyptiSchen scheids- rschter Youssof Mohamed stellen te vier uur de volgende elftallen zich tegenover elkaar op: Duitschland. Stuhlfaut Beier Weber Knopfle Kalb Leinberger Albrecht Hornauer Pottinger R. Hofmann L. Hofmann Campolo Cea Petrone Castro Urdinaran Castido Fernande Piriz Arispo Nassazzi Mazali Uruguay. Wanneer met dezen wedstrijd begonnen wordt, blijkt al ras, dat het forsche spel der Duitschers de vuurproef krijgt te doorstaan tegen de technische vaardigheid der Zuid- Amerikanen. Er zit spanning in de lucht. Als de Duitschers de eerste aanvallen op het doel der Zuid Amerikanen gaan ondernemen wor- den zij door hun supporters op de overvolle tribunes luide aangemoedigd. In de eerste minuut krijgt Petrone een kans, waarbij Beier reddend optreedt. Maar oogenblikkelijk daarna moet de doelman van Uruguay, Mazali, den bal vallende voor de voeten van den linksbuiten R. Hofmann weg- halen. Het ruwe spel van Hofmann veroorzaakt bijna een vechtpartij tusschen de zenuwachti- ge spelers. Het publiek fluit de Duitschers verwoed uit. Maar even later wordt Leinber ger op unfaire wijze tegen den grond geloo- pen en nu is het de beurt der Duitsche toe schouwers om een fluitconcert te ontketenen Dan volgt een prachtige aanval van den linkervleugel der Duitschers. De linksbuiten L. Hofmann zet keurig laag voor en de mid- voor der Duitschers heeft maar voor het in- trappen, doch hij mist en de Urugeesche kee per kan den bal wegwerpen. De verdedigin- gen blijven aan beide zijden de overhand hehouden en door het sterke spel der backs krijgen de aanvallers alleen van ver af ge- legenheid om te schieten. Veel moeite hebben de uitstekende keepers niet met deze schoten van buiten het strafschopgebied. Het spel blijft dan ook steeds op het middenveld. De Duitschers geven, door hun lichaamskracht in den strijd te werpen goed partij. Maar zij krijgen evenmin kans om te scoren als vier dagen geleden de Hollandsche voorhoede. Het publiek leeft volkomen mee met dezen titanenstrijd. Elke beslissing van den scheids- rechter wordt met applaus in het eene kamp en met veel gefluit in het andere begroet. Dan volgt weer een uitstekende aanval van den rechtervleugel der Duitschers. Al brecht zet voor en iedereen denkt dat Pottin ger den bal ineens zal intrappen. Doch hij mist jammerlijk. Dan is weer de beurt aan de Zuid-Ameri- kanen. Na 35 minuten passeert Petrone op zijn eentje beide backs. Stuhlfaut aarzelt even met uitloopen en dat is hem noodlottig, want keihard vliet het schot van Petrone in den bovenhoek (01). Kalb, de aanvoerder der Duitschers, kan zijn woede niet beheerschen en gaat den tegenstander te lijf en onder oor- verdoovend gefluit en applaus stuurt de scheidsrechter hem uit het veld, zoodat de Duitschers met 10 man moeten doorspelen. Petrone profiteert onmiddellijk van de ver- warring in de Duitsche gelederen en schiet den bal hard in den rechterbovenhoek. (02) Leinberger bezet nu de spilplaats bij de Duitschers, R. Hofmann speelt linkshalf ter- wijl de voorhoede uit vier man bestaat. Bij een botsing krijgt de Duitseher Knopfle een trap tegen de knieschijf, waardoor hij het veld uitgedragen moet worden. Tegen de ne- gen Duitschers is Uruguay nu sterk in de meerderheid. Even voor rust komt Knopfle te- rug en hinkend speelt hij verder. Het rustsignaal met een 20 voorstand voor Uruguay ontketent een orkaan van ge fluit en gejuich. De tweede lielft. Als na de pauze de Uruguaiers en de scheidsrechter onder gefluit en gejoel het veld betreden laten de Duitschers eenige mi nuten op zich wachten. Reeds begint men te denken dat de Duitsche ploeg in de kleedka- mer zal blijven als zij nog komen opdagen om er van te maken wat er van te inaken valt Het spel is nu aanvankelijk wat kalmer. De Duitschers hebben Hornauer in de mid- denlinie teruggetrokken en de Hofmann-vleu gel weer in eere hersteld. Wanneer Piriz uit woede over een scheidsrechteriijke beslissing den bal over de lijn gooit fluit de scheidsrech ter af en gelast den neger den bal op te ha- len, aan welk bevel deze onder homerisch gelach gehoorzaamt. Telkens worden er vrije trappen gegeven tegen de Duitschers, die alleen door ruw spel de keurige combina tie der Urugueezen kunnen breken. Uruguay, die zich thans met dezen 2—0 voorsprong veilig voelt, te meer nu de Duitschers met 10 man den wedstrijd moeten uitspelen (Kalb zb op de tribune en mag in dit Oiympisch tour- nooi niet meer uitkomen), geeft thans een exhibition ten beste, waarbij doelpunten ma ken bijzaak schijnt. Keurig gaat de bal van man tot man. Een tijdlang weten de massieve verdedigers de belegering te weerstaan. Maar na 18 minuten jaagt Castro nummer drie in het (03). Het rhytmisch geroep U-ru-gu-ay van de Zuid Amerikanen op de tribune der deelne- mers verwekt algemeene vroolijkheid. Uru guay doet het kalmpjes aan. Weber voorkomt een vierden goal als Stuhlfaut uitgeloopen is. Petrone probeert het eens met een hoog schot dat de als steeds voor zijn doel opge- stelde Stuhlfaut nog net over de lat weet te tikken. Een paar schoten van R. Hofmann bij Duitsche doorbraken gaan naast. Er komen weer incidenten. Stuhlfaut sjouwt Petrone over den grond. Petrone neemt revanche en smijt even later een ander ter aarde, wat R. Hofmann aanleiding geeft om met gebalde vuisten op Petrone af te stormen. De scheidsrechter kalmeert de hee- ren weer. Wanneer Mazali drie pas met den bal maakt, speelt Leinberger de vrije trap te rug op R. Hofmann, die na 32 minuten scoort (1-3). De Duitschers krijgen dan weer moed, maar als Stuhlfaut een schot van Campolo slechts vallende kan wegwerken, schiet Pe trone hoog in en Duitschlands kans is verke- ken (14). Steeds woester spelen de Duitschers. Op een gegeven moment liggen twee Urugueezen kermend van de pijn op het veld en de wed strijd moet even gestaakt worden. R. Hofmann en Nasazzi worden beiden uit het veld gezonden. Er blijven negen Duit schers en tien Urugueezen over. Voor de Urugueezen is dit voor de res* van het tournooi een ernstige handicap, daar men van officieele zijde niet wil dat uit- het veld gezonden spelers nog in verdere wed- strijden uitkomen 'en Nasazzi is, evenals Kalb, aanvoerder. Met 14 komt het einde. Hoe er gespeeld werd Het is een emotievollen strijd geweest, waarin beide partijen gezwoegd hebben. Uruguay was oniegenzeggelijk de sterkste en heeit verdiend gewonnen. Maar hoe! Was het eerste halfuur voorbij gegaan, zonder dat de spelers te veel van hun lichaamskracht gebruik maakten, na het eer ste doelpunt werd dat anders. Er werd op den man gespeeld, er werd gehaakt, geduwd, nagetrapt, dat het spel een ontaardenden strijd werd, met het gevolg, dat een tweetal Duitschers en een Uruguees uit het veld ge- stuurd werden. Zeker, het was het verdiende loon, maar in dezen treft den scheidsrechter de grootste schuld. Deze had eerder moeten ingrijpen, allicht was't dan zoo ver niet geko- men. 't Valt zeer zeker niet mee, zoo'n wed strijd te leiden, omdat het temperament er een grooten rol in speelt. Daarbij komt, dat het spel van Uruguay zoo geraffineerd is, zoo vol kleine truckjes, dat elke tegenstander geprikkeld wordt. Onophoudelijk toch werd een Duitseher een klein duwtje in den rug gegeven, of een tikje tegen het been, enz. enz en de Duitseher miste. Dat zag de scheids rechter blijkbaar niet, tenminste hij floot er niet voor. Trouwens, de scheidsrechter kon ons toch niet bekoren. Merkwaardig, hoe ver- schillend over hem geoordeeld worat in de pers. Doch typeerend is het wel het oordeel van het publiek. Toen nl.. na de rust de scheidsrechter weer op't veld verscheen, had hij een lang aanhoudend schel gejoel en ge fluit aan te hooren van zeker 80 van het publiek, waaruit dus wel bleek, dat men het lang niet eens was met z'n leiding. Er zijn dan ook meerdere straffen geheei verkeerd beoordeeld, zoo zelfs dat soms een overtre der zelf een vrije trap te nemen kreeg. En daar dit steeds voor 't Urugeesche elftal was, kreeg men den indruk, dat de scheids- No. 130 928 Maantiag* 4 Juni. Dinsdag 5 Juni. Hilversum, 1060 M. 12.302.Lunch- Biuziek door het Trio Verhey. 3.4.Knip- cursus onder leiding van Mevr. de Leeuw v. Rees. 6.7.15 Dinermuziek door het Trio Rentmeester. 7.15—7.45 3de Duitsche Olym- piadeles. 8.Lezing door Dr. Wortman: Ethieic en de verpleegster. 8.30 Concert door het Omroep-orkest onder leiding van Nico Treep. Ed. Verkade en Else Mauhs, voor- dracht. 10.15 Persberichten. 10.25 „Ver- zoek"-programma. Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.) (Uitsluitend K. R. O.) 12.30—1.30 Lunch- muziek door het Trio „Winkels". 6.-7 Dinermuziek. 7.30—8.— Cursus kerklatijn door Leo Speet. 8—10.30 Concert. Gem. zangkoor „St. Caecilia" te Baarn, onder lei ding van Hans Ponten. Mej. F. Polmann, alt. J. Ponten, aan den vleugel. Mej. Wijn- gaarden, viool. Mej. F. Boomgaard, piano. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Concert, so- praan, cello en piano. 1.202.20 Orkestcon cert. 2.50 Muziekles. 3.35 Concert. 3.40 Fransche les. 4.10 Muziek. 4.20 Orkestcon- cert. 5.20 Vacantiepraatje. 5.35 Kinderuur- tje. 6.20 Gramofoonmuziek. 6.50 Nieuws- berichten. 7.05 Gramofoonmuziek. 7.20 Maand-overzicht. 7.35 Brahm's pianocom- posities. 7.45 Lezing. 8.05 Vaudeville. Dans- orkest en variete-artisten. 8.20 Lezing: Modern transport. 0.20 Nieuwsberichten. 0.35 Muziekles. 0.55 Nieuwsberichten. 10.— Vioolconcert. 10.20 Yvette Guilbert-r-Diseuse, in haar repertoire. 10.5012.20 Dansmuziek. Parijs, „Radio-Paris", 1750 M. 10 50 11.Gramofoonmuziek. 12.50 Orkestcon cert. Werken van Franck en Schumann. 4.05 —5.05 Orkeshtconcert. 0.0511.20 „Le Roi d'Ys", Lalo. Langenberg, 469 M. 1.252.50 Orkest concert. 6.20—7.15 Concert. Zither-trio en Schrammel-Trio. 8.20 „Die heimliche Ehe", kamer-opera van Cimarosa. 10.50 Sluiten. Zeesen, 1250 M. 12.205.20 Lezingen. 5.206.20 Orkestconcert 6.208.05 Lezin gen. 8.35—11.20 „Ein Sommernaehtstraum", klucht van Shakespeare. Haburg, 395 M. 4.35 Volksliederen. Zang en piancbegeleiding. 6.20 Walsmuziek door het Noraff-orkest. 8.35 Am Deutschen Rhein Het „Musikgilde", „Waldv6glein". G. Becker, zang. Dr. Piindter, declamatie. 10.35 Causerie. Daarna dansmuziek. Brussel, 509 M. 5.20—6.20 Trioconcert. 6.50 Orkestconcert. 8.2010.35 Orkestcon cert. HET VOETBALTOURNOOI. DUITSCHLAND—URUGU AY. Voor den wedstrijd. Toen de wedstrijd Nederland—Uruguay In het nadeel van onze landgenooten geein- digd was, sprak men algemeen de vrees uit, dat de spelen een financieel debacle zouden worden. Die vrees was niet ongegrond, want ongetwijfeld vormt het voetbaltournooi het onderdeel der spelen, dat de massa tot zich trekt, dat de centen in het laadje brengt. En nu Nederland al dadelijk in de eerste ronde sneuvelde verwachtten velen, dat het Subliek niet' meer zoo talrijk zou opkomen. ten kwam toch in de eerste plaats, om onze jongens te zien spelen en in de tweede plaats pas om van de sport te genieten. En nu? Een flink bezet Stadion bij den BelgieArgentinie wedstrijd, een uitverkocht huis voor de Duitschland—Uruguay match' Een financieel succes dus, doch ook een be wijs van de poplairiteit van het voetbalspel We zouden kunnen zeggen, dat de landen- wedstrijden veranderd zijn in „werelddee- len"-wedstrij den, dat er gestreden wordt tus schen de Oude- en Nieuwe Wereld. Een strijd, die zeer zeker ten voordeele van Amerika zal eindigen met Europa pas op de derde plaats... Nederland leeft mee. Nederland staat in het teeken der Olympi- sche spelen. Niet alleen Amsterdam, het ge heele land interesseert zich voor deze sport- gebeurtenis. Dat kan men zien, als men eens even door de wagenparken wandelt. Alle autonummers der elf provincien zijn daar ver- tegenwoordigd. Dat hoort men in het Stadi on zelf, waar allerlei dialecten gesproken worden Naar het Engelsch van RAFAeL SABATINI. (Schrijver van ,JDe Zeevalk") 46) Ik bleef staan totdat haar koets was weg- gereden; gedurende die weinige oogenblikken overlegde ik met mij zelf wat mij nu te doen Btond, maar ik zag geen uitweg, ik was wan- hopig. Ik was naar het Hotel de 1'Epee toege- gaan, opgewonden blij, en vol geloof in mijn zegepraal. Ik won haar alles bekennen, en gesteund door hetgeen ik gedaan had zou de ze bekentenis mij niet moeilijk vallen. Ik kon zeggen: „De vrouw om wier bezit ik gewed had waart gij niet, Roxalanne, maar een zekere Mademoiselle de Lavedan. Uw liefde heb ik fewonnen en opdat ge geen twijfel moogt oesteren aan mijn voornemens, tieb ik den prijs voor mijn weddenschap beta-aid en mijn nederlaag erkend. Ik heb mijn bezittingen te Bardelys verrnaakt aan Ghalellerault en zijn erfgenamen." Ik had dat alles voor mij zelf gerepeteerd en ik was vol vertrouwen ja ik wist zeker dat ik haar hart winnen zou. En nu de onthulling van die schandelijke afspraak van Nederland leeft mee, nkt alleen op net veld, ook in de huiskamer. Jong en oud, arm en rijk, ieder praat van de Olympische Spe len, ieder weet iets te vertellen van het prach tige Stadion. Vermakelijk, doch mooi illus- treerend, was wel het babbelen van een drie- jarig meisje in den trein. Toevallig zaten we gisteren in den trein, die ons naar Amster dam bracht, bij een familie. Het kleine doch- tertje wist alles te vertellen. En zoo moesten we hooren „dat de kleine meid naar't Stadion ging om te voetballen!" De drukte. Duizenden menschen uit Nederland en Duitschland stroomden het Centraal Station uit en renden naar de trams en taxi's, om een plaatsje te veroveren. Hoewel een groot aan- tal extra-diensten waren ingelegd, kon de tram de massa niet vervoeren en bleven zeer velen staan, wachtend op de volgende tram. Met auto's, rijtuigen, bussen, trams wer den de voetballiefhebbers naar't Stadion ge- bracht Alle verkeer was keurig geregeld; op- stoppingen kwamen niet voor, botsingen ble ven uit: de Amsterdamsche verkeerspolitie regelde alles, zonder drukte, kalm, doch vastberaden. En het publiek liet zich leiden door de agenten, waardoor hun toch al zoo moeilijke taak, zeer vergemakkelijkt werd. Het Stadion. Het Stadion! Reeds van verre ziet men de slanke Mara- thontoren scherp afsteken tegen de helder- blauwe lucht. En als men dichterbij komt, kan men de tallooze vlaggen, bijna elk land van de wereld vertegenwoorfligend, bewon- deren. Dan, de toegangshekken passeerende, ziet men het bouwwerk voor zich! Grootsch, en forsch, de indruk, die men krijgt Het geheei lijkt wel een vesting van beton en steenen opgetrokken, met hooge muren, en vele toegangspoorten. Welk een enorm bouw werk is hier verrezen! Zeker, het oude Sta dion was prachtig ingericht, maar een verge- lijking tusschen aeze twee doet het oude weg- vallen. Niets is gespaard, om alles degelijk en mooi te maken. Een bouwwerk, dat de Ne- derlandsche naam in het buitenland hoog zal houden, een werk, waarop de architect Jan Wils trotsch mag zijn! Ieder, die voor 't eerst het Stadion be- treedt, wordt eenigszins beduusd van de grootte en angstvallig krabt men zich achter het oor, want hoe z'n plaats te vinden! En toch heeft men geen gids noodig: wie uit- kijkt komt terecht, zonder vragen. Tallooze richtingswijzers, in 't Nederlandsch en het Fransch, wijzen den weg en zoo komt men, zonder viagen, het eigenlijke Stadion binnen langs ruime betonnen trappen. Men zoekt z'n plaats, gaat zitten, en kijkt. Nu eerst ziet men, welke geweldige afme- tingen het Stadion heeft. Het voetbalveld groen en effen als een biljartlaken lijkt klein, de doelen onoogelijk! En toch is het veld 90 M. breed en 110 M lang! Rondom het vehl de zwarte sintelbaan, de baan voor hardlooj;en en dan, tegen de tribunes aan, de wit cementen wielerbaan. Het is een prachtig gezicht. En weer bewondert men den archi tect, want aan hem is het te danken, dat, on- verschillig waar men zit, men overal een goed uitzicht heeft op de terreinen. De Marathontoren lijkt nu een spichtige naald, lang en smal. Maar dit komt, omdat men om zich heen de zware massieve muren en trappen ziet. Het publiek. Reeds lang voor vieren was het Stadion gevuld met een dicht op elkaar gezeten menschenmassa. Overal om zich heen, rond om het geheele veld was het een bonte men- geling van kleurige, fleurige, fleurige dames- costuumpjes, een vroolijkheid, een uitgelaten- heid. De stemming was bijzonder goed. Het wachten kon niet vervelen, want er was af- leiding genoeg. Er werd gelachen, gepraat, gegicbeld, geflirt Natuurlijk was de a.s. wedstrijd het ge- sprek van den dag en hoewel iedereen toe moest geven, dat het spel der Urugueezen veel beter was dan dat der Duitschers, waren er talloos velen, die een overwinning van Duitschland tegemoet zagen. Men dacht aan de NederlandUruguay-wedstrijd en kwam tot de conclusie, dat Nederland had kunnen winnen met een betere voorhoede. Welnu, Duitschland had een betere voorhoede dan Holland, dus was een overwinning vooi de Duitschers lang niet onmogelijk. Hoe anders zou het worden! Welk een bit. tere ontgoocheling moet de uitslag wel ge weest zijn voor de tallooze Duitsche suppor ters, voor bijna alle... Europeanen! 41! Dat had wel zeker niemand verwacht! En zeker niet diegenen, die het eerste halfuur van de match hebben bijgewoond. Want dat eerste half uur was Duitschland in de meer derheid, had Duitschland wel een doelpunt verdiend. Het bleef uit. Toen kwam, na 36 min. spelen, het eerste doelpunt voor Uru guay; het zouden er 4 worden andere lippen dan mijne te vernemen, dat had akes in duigen doen vallen. Rodenard zou er voor boeten dat verze- ker ik u! Nogmaals werd ik een prooi van een hartstochtelijke woede, die ik steeds als iets onwaardigs had beschouwd voor een edelman, maar waaraan ik wel onderhevig leek te worden. Op dat oogenblik kwam de wa-ard de trap op. Hij had een stevige paar- denzweep in de hand met een langen leeren riem. Met een haastig: „Neem mij niet kwa- lijk" rukte ik hem de zweep uit de hand en vloog de kamer in. Mijn bediende pra-atte nog over mij. De kamer was vol menschen, want Rodenard al leen had al twintig van mijn bedienden mee- gebracht. Een van die mannen keek op toen ik langs hem snelde en uitte een kreet van verbazing toen hij mij herkende. Maar Ro denard praatte door, te verdiept in het on- derwerp om op iets andere te letfen „Mijnheer de markies", zei hij, „is een edelman then het een eer is te mogen die- nen Dit laatste woord ging vergezeld van een luiden gil, want mijn zweepslag brandde op zijn welgedane zijde. "„Het is een eer die je niet langer te beurt zal vallen, jou deugniet!" riep ik uit. Hij sprong hoog in de lucht toen mijn zweep hem weer raakte. Hij zwaaide rond, zijn gezicht was verwrongen van pijn, zijn dikke wangen wit van angst, zijn oogen woest van woede, want tot nu toe was de ge heele toe&tand nog niet geheei tot hem door- gedrongen. Maar toen hij mij zag en iets be- greep van de verschrikkelijke woede die zeker op mijn gezicht te lezen stond, viel hij op zijn knieen en riep iets wat ik niet verstond want ik zou op dat oogenblik niets verstaan hebben. De zweep zwaaide weer door de lucht en kwam nu tusschen zijn schouders terecht Hij wrong en kermde van liohaams- en ziele- smart. Maar ik was onmeedoogend. Hij had mij in het verderf gestort door zijn praatjes en hij zou den eenigen prijs betafen dien hij in zijn macht had te geven den prijs van lichamelijk lijden. Steeds weder en weder knalde mijn zweep rondom zijn hoofd en sneed in het zachte, weeke vleesoh terwijl hij brulde om medelijden en op zijn knieen voor mij lag te wringen. Onwillekeurig kwam hij didder bij mij om mij in mijn bewegingen te belemmeren, terwijl ik achteruit ging om mijn zweep beter te kunnen doen aankomen. Hij stak de armen uit en vouwde smeekend zijn dikke handen, maar de zweep kleurde hen rood. Met een gil trok hij ze weg en viel voorover op den grond. Wanneer ik er nu nog aan denk schaam ik mij niet weinig bij de herinnering hoe vree- selijk ik hem geslagen heb. Met diepen te- genzin en nog dieper schaamte ben ik er toe gekomen dit neer te schrijven. Indien ik u kwets met de mededeeling van dit afranselen, laat de noodzakelijkheid dan mijn eenige ver- ontschuldiging zijn: voor het afranselen zelf bestaat ongelukkig geen enkele verontschul- diging behalve de blinde woede, die mij be- zielde en dat is in't geheei geen veront- schuldiging. Den volgenden morgen had ik reeds bitter berouw over zooveel wreedheid. Maar op dat oogenblik luisterde ik niet naar rede. Ik was krankzinnig en aeze seestachtige wreed heid was een gevolg van mijn krankzinnig- heid. „Je wou in een herberg praten over mij en mijn zaken, rakker!" riep ik uit, buiten adem van woede en uitputting. „Laat de herinne ring aan dit oogenblik voortaan je vergiftige tong beteugelen." „Monseigneur!" kermde hij. „Wees barm- hartig, monseigneur!" „Jawel! barmhartigheid! net zooveel als je verdient. Heb ik je daarvoor al deze jaren vertrouwd en heeft mij i vader je niet voor mij vertrouwd? Ben je dik en vet en welge- daan geworden in mijn dienst om mij dit te vergelden? Op mijn woord, Rodenard! Mijn vader zou je laten ophangen als je maar half zooveel gebabbeild had als jij vanavond, Schavuit!" „Monseigneur!" kermde hij weder, „ver- giffenis! Ter wille van uw moeder zaliger, vergiffenis! Monseigneur, ik wist niet „Maar het zal een les voor je wezen, lum- mel! de pijn in je vette lichaam zal een les voor je wezen!" Hij zakte ineen; zijn kracbten waren uit- geput, een kermende bloedende hoop vleesch, die door mijn zweep nog steeds niet met rust werd gelaten. Ik herinner mij nog dat flauw verlichte ver- rechter anti-Duitsch wa?, Het mag wel een wonder heeten, dat de wedstrijd niet op een kloppartij is uitgeloo pen. Tenminste, er zijn sommige oogenblik ken geweest, waarop de Duitschers zoo'n dreigende houding aannamen, dat men een handgemeen verwachten kon. Gelukkig kwam het zoover niet. Met dit al zien we dus allicht een finale tusschen de twee Amerikaansche deelnemers. Over den uitslag daarvan is niets te zeggen. Wellicht is de voorhoede der Argentiniers gevaarlijker dan die der Urugueezen, doch de verdediging van de laatste is beter. Beide elftallen hebben hetzelfde spel, beide beschik ken over een enorme Ausdauer. Het. Stadion zal dan wel weer uitverkocht zijn Uitstekende verkeersregeling. Dat de regeling keurig in orde is, bleek weer eens, toen de menigte het Stadion ver- liet. Hoe al die duizenden menschen vervoerd werden zonder drukte, zonder overhaasting, het mag wonderlijk schijnen, doch het blijkt. dat de Amsterdamsche verkeerspolitie z'li zaakjes goed weet op te knappen. In een be. trekkehjk korten tijd was alles weer rustig in het Stadion. De groote strijd DuitschlandUruguay was voorbij Blijft Nasazzi meespelen? Wij vernemen, dat wanneer de scheidsrech ter geen melding maakt bij de jury d'appel van het feit, dat de aanvoerder van het Uru gueesche elftal Nasazzi een overtreding heeft begaan, waarvoor hij het noodzakelijk vindt hem voor deelneming aan de verdere wed- strijden van het tournooi uit te sluiten, Na sazzi in het elftal blijft. In een dergelijk ge- val acht de scheidsrechter het dan voldoende den betrokken speler voor den aan den gang zijnden wedstrijd weg te sturen. DE WEDSTRIJD BELGIe—ARGENTINA Voor ongeveer 25.000 toeschouwers werd Zaterdagmiddag in het Oiympisch Stadion in warm zomerweer de tweede wedstrijd in de tweede ronde tusschen Belgie en Argen tinie gespeeld. Belgie had zich door een 5—3 overwinning op Luxemburg in de tweede ronde geplaatst. De wedstrijd tegen Argentinie ging vooi Belgie echter minder van een leien dakje er het overwicht der Zuid-Amerikanen bleek al spoedig. Te vier uur stelden de volgende elftallen zich onder leiding van den Italiaanschen scheidsrechter Achille Gama tegenove- elkaar op: Belgie. De Bie Ruyssevelt Hyodonckx P. Braine Van Halme Boesman De Vos Despae R. Braine Moeschal Diddena O Orsi Cerro Ferreira Tarasconi Carricaberri Orlandini Monti Medice Paternoster Bidoglio Bosio. Argentina. Als grensrechters fungeerden de heeren Foltynski (Nederl.-Indie) en Alfred Birlem (Duitschland). Het spel is nog slechts eenige minuten oud als er voor het Belgische doel een gevaarlijk moment ontstaat door het optreden van den Belgischen keeper De Bie. Het gevaar wordt bezworen, doch na drie minuten slaagt Ta rasconi er in na een solo-ren den bal in het Belgische net te deponeeren (0—1). Na vijf minuten spelen loopt Ferreira den bal oprneuw in het Belgische net, als de Bie op den grond ligt (0—2). De Argentijnen spelen overweldigend en het laat zich aanzien, dat meer doelpunten spoedig zullen volgen. In de twaalfde mi nuut gaat Tarasconi er opnieuw alleen van door. Hij rent door alles heen en besluit met den stand op 03 te brengen. Uit een through-pass van Despae maakt R. Braine na zes en twintig minuten een te- genpunt. (1—3). Het spel gaat nu meer gelijk op en precies na een half uur verrast de Belgische spil van Halme den Argentijnschen keeper met een ver schot en het is 23. Enkele corners op het Argentijnsche doel, welke steeds door de Vos worden genomen, worden zuiver voor het doel geplaatst. Het publiek schreeuwt om een goal, doch de Belgische voorhoede krijgt geen kans voor den gelijkmaker. Het is te zien, dat de Belgen na het onzeke- re begin er langzamerhand beter inkomen en de laatste minuten voor rust ondernemen zij nog eenige pittige aanvallen, waarbij een- maal een gevaarlijk moment voor het Argen tijnsche doel ontstaat, wanneer de Argen tijnsche keeper met den bal in zijn handen voor zijn doel staat te dansen en enkele Bel gen rondom hem heen zwermen. Voor rust komt echter geen verandering meer in den stand. Rust komt met 23 voor Argentinie. trek, de verschrikte gezichten waarop het flik- kerend kaarslicht een vreemde schaduw. wierp; het striemend geluid van de zweep, mijn eigen stem, vloeken en scheldwoorden roepende; Rodenard's kreten, stemmen hier en daar, die schande riepen over mijn gedrag. Toen richtte ik mij uitdagend op en hield de zweep dreigend omhoog. Ik was niet gewend dat er aanmerking werd gemaakt op mijn ge drag. „Wie betwijfelt mijn recht?" vroeg ik op boozen toon, waarop zij allien zwegen. „Als iemand moed genoeg heeft om zich te vertoo- nen, dan zal ik hem antwoord geven." Toen niemand antwoord gaf, betuigde ik mijn ver- achting door een lach. „Monseigneur", kermde Rodenard aan mijn voeten, met zwakke stem. Bij wijze van antwoord gaf ik hem een laatste tik toen wierp ik de zweep die echt gehavend was in den strijd terug naar den waard, van wien ik hem geleend had. „Laat dat voldoende zijn, Rodenard", zei ik, hem eyen aanrakende met mijn voet. „Zorg dat je mij nooit meer onder de oogen komt, als je je ongelukkig leven liefhebt." „Neen, dat niet monseigneur!" kermde de ongelukkige. „0 neen, dat niet! U hebt mij gestraft, geslagen, totdat ik niet meer staan kan; vergeef mij, monseigneur, geef mij nu vergeving." (Wordt vervolgd.)' j-i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5