doodt
insecten
Westfriesse vertellingen
L. Frankenberg Alkmaar.
Boeiceiti
eigen bate verxocnt aan den Beer Vlsser, rei
ziger te Heiloo.
Eisch 40 boete of 40 dagen hechtenis.
.Vonnis 25 boete of 25 dagen hechtenis.
KINDERMISHANDELING.
Den 25-jarige smid Dirk S., te Medem-
blik, was ten laste gelegd, mishandeling van
de twee zoontjes van het echtpaar de Waard,
die hij op 1 Mei zou hebben geschopt en ge
stagen, omdat zij schommelden in een
schuit, die verdachte in reparatie had. Ver-
dachte ontkende de jongens te hebben mis
handeld. Hij had de jongens alleen bij den
kraag gepakt en uit het schuitje verwijderd.
De mishandelde knapen zijn respectieve-
lijk 9 en 12 jaar oud.
Zij beweerden door verdachte te zijn ge
stagen en geschopt.
De brandstofhandelaar C. Kuiper had ge-
zien dat de verd. den 9-jarigen jongen in zijn
nek had gepakt en uit de schuit gezet en den
12-jarigen een schop tegen zijn achterdeel
gaf waardoor hij kwam te vallen. Het scheen
dat verdachte op voet van oorlog leefde met
de familie de Waard.
Gevorderd werd 30 boete of 30 dagen
hechtenis. Hij werd veroordeeld tot 20 boe
te of 20 dagen hechtenis.
MISHANDELING.
De 70-jarige stokdoove verdachte Pieter
G., die door zijn vrouw moet worden geas-
sisteerd om de conversatie met den Politie-
rechter te kunnen voortzetten, stond terecht
iwegens mishandeling van den timmerman
Ottevanger, dien hij een stomp tegen zijn kin
had toegebracht. Er was kwestie tusschen
verdachte en den mishandelde over een raam.
Verdachte zeide in vrees te hebben ver-
keerd dat Ottevanger hem wou vermoorden.
Toen had hij den timmerman onder den
kin gestompt.
De officier vorderde 10 boete of 10 da
gen hechtenis. Vonnis 7 boete of 7 dagen
hechtenis.
OPENBARE SCHENNIS.
Als laatste zaak kregen we voortzetting
'der behandeling van de aan J. v. W. te Alk-
maar ten taste gelegde openbare schennis
der eerbaarheid, welke behandeling om ge-
gronde redenen ook weer plaats had met ge
sloten deuren.
Gehoord werd de ambtenaar der reclas-
6eering.
Daarna sluiting.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK.
MEERVOUDIGE STRAFKAMER.
Zitting van Dinsdag 5 Juni.
NIEUWE ZAKEN
HOOGER BEROEPSZAAK.
In hooger beroep werd heden behandeld
een zaak contra Joh. M., veehouder te Lim-
men, ter zake het in voorraad hebben van
door pathogene microben verontreinigde
melk. Appellant was destijds veroordeeld
door den kantonrechter tot een hooge geld-
boete.
Gehoord werd dr. Kruisheer als getuige a
charge, die verklaarde, dat de afwijking in de
melk duidelijk waarneembaar was.
De officier vorderde bevestiging.
ALS VOREN.
Ook werd voortgezet een Hooger be-
xoepszaak contra Joh. L., landbouwer te
Blokker, veroordeeld tot principale hechte
nis ter zake de aflevering van melk, door
toevoeging van water in bruikbaarheid ver-
minderd.
Ook in deze zaak werd dr. Kruisheer ge
hoord.
De officier requireerde evenals in de vorige
zaak bevestiging.
TEN UITVOERLEGGING VOORW.
STRAF.
Met gesloten deuren werd behandeld een
vordering tot ten uitvoerlegging voorw.
straf contra Everard H.
Na heropening deelde de fung. president,
mr. Muller mede, dat de uitspraak is bepaald
op over 14 dagen.
ZWAAR LICHAMELIJK LETSEL DOOR
SCHULD.
De 28-jarige bloemist Arie van Zonne-
veld te Sassenheim stond terecht ter zake
het toebrengen van ernstig lichamelijk letsel
aan den sigarenmaker Izaak Soli te Alk-
maar op 14 Juni 1927.
Verdachte reed aldaar in den vroegen
morgen met een vierwielig motorrijtuig op
de Laat en veroorzaakte een aanrijding met
den op een rijwiel uit de Hofstraat komenden
Izaak Sold, die door den auto van zijn rij
wiel werd geslingerd en behalve een niet
ernstige vleeschwonde aan het hoofd, ook
een zeer gecomplic-eerde beenbreuk bekwam,
waarvan hij heden nog niet geheel is her-
steld, zoodat hij zich met behulp van een
stok moet voortbewegen. Ook is de aange-
redene (maar niet tengevolge van't ongeval)
eenigszins hardhoorend.
Hij is medisch behandeld door dr. Frede-
riks, arts en chirurg, aldaar. Volgens ver
klaring van Solli reed verdachte verbazend
hard. Solli reed met matigen gang en heeft
belsignaal gegeven. De aanrijding is hem
overvallen. Voor de politie heeft getuige
echter verklaard met groote snelheid te heb
ben gereden.
De president mr. Ledeboer wees er ge
tuige op, dat dit punt van heel veel belang
is voor den verdachte. Ook zijn aanvanke-
Jijke verklaring dat hij nog probeerde v66r
den auto om te komen, komt president van
gewicht voor.
De verdachte, verdedigd door mr. B.
Bouwman, advocaat te Rotterdam, heeft
zich ten opzichte van den aangeredene zeer
sympathiek gedragen.
Verdachte merkte op, dat Solli reeds ten
6 ure op zijn werk moest zijn en daardoor
een zeer snelle vaart had, omdat hij een
kwartier te laat was.
Solli zeide om half 7 op het werk te heb
ben moeten zijn.
Verdachte bleef volhouden, dat Solli zeer
snel reed. Hij stopte eerst 'n moment, fr-ee-
wielde en reed toen opeens verder. Ook ont
kende verdachte, dat Solli heeft gebeld.
18 Februari van dit jaar is Solli uit het
'iekenhuis ontslagen.
De groentenhandelaar de Boer heeft den
auto van verdachte met groote snelheid voor-
bij zien rijden.
Hij heeft den wagen nog nagekeken. Er
werd geen signaal gegeven. Toen de auto de
Hofstraat passeerde, hoorde hij een hevigen
slag en zag hij de takken van de boomen op-
waarts bewegen.
Een wielrijdende juffrouw, thans als ge
tuige gehoord, heeft den auto met flinke
vaart voorbij zien gaan. Zij heeft iemand in
den boom zien stuiven op't moment van de
aanrijding. Zij is teruggegaan en zag aan
den kant van de straat een bebloed jong-
mensch liggen.
Ten slotte werd gehoord de adj. inspec-
teur Stienstra, die opmetingen heeft gedaan
met betrekking tot het ongeval.
Verdachte is eenige malen bekeurd wegens
overschrijding maximum-snelheid.
De officier achtte de grootste mate van
schuld aan de zijde van verdachte, hoewel
vermoedelijk ook Solli wel te snel heeft
gereden.
Hij had Solli den voorrang moeten geven,
want deze was aan zijn rechterhand. Ook
was de snelheid door verdachte ontwikkeld
en zijn manier van rijden roekeloos. Resu-
meerende requireerde spr. schuldigverkla-
ring en veroordeeling tot 100 boete, subs
00 dagen hechtenis.
Mr. Bouwman heeft zich van de situatie op
de hoogte gesteld en was van meening, dat
verdachte de dupe is geworden van een aller
ongelukkigste coi'ncidentie, welke hypothese
verdediger meer uitvoerig definieerde. Reed
verdachte te hard, ook Solli deed zulks en
pleiter weet hem de grootste schuld aan de
aanrijding. Ten slotte concludeerde pleiter,
dat hier geen veroordeeling kon volgen en
verdachte zal moeten worden vrijgesproken,
subsidiair een geldboete of voorw. straf.
Volgde re- en dupliek als gebruikeiijk.
Uitspraak over 14 dagen.
HOOGER BEROEP VONNIS
OVERTREDING DRANKWET.
Daarop werd voortgezet de Hooger
beroepszaak contra Anth. de M., koopman
te Oudorp en wonende in de Burgemeester
Bosstraat. Het betreft hier het tappen van
alcoholhoudende en andere dranken zonder
verlof.
Gehoord werd de getuige Welbergen, die
de vorige maal afwezig was. Deze ver
klaarde dat verdachte geen goede kennis of
vriend van getuige was. Het waren allemaal
vreemden, die bij de M. dien avond aanwezig
waren. Er zijn rondjes bier geconsumeerd
Getuige heeft 10 gegeven en zijn vertering
is afgehouden.
Er werd berekend 25 cent voor een glas
bier voor personen, die aan het rondje deel-
namen.
Getuige H. Visser, rijksveldwachter en
verbahsant, weet van consumptieprijzen
niet veel af. Getuige weet, dat get. Welber
gen er 3 maal inzat voor 'n rondje, maar hij
heed niet uit eigen waarneming kunnen
zien, of hem dit verstrekt werd,
De officier achtte de veroordeeling tot
50 boete of 50 dagen hechtenis in eerste
instantie volkomen juist en requireerde be
vestiging, doch de straf te brengen op
2 X 100, subs. 2 X 50 dagen heshtenis.
AMBTELIJKE VERDUISTERING VAN
2X/ 3.50.
De gem. veldwachter A. H. van Wijdenes,
tevens belast met de administratie van het
kerkhof en't slachthuis, stond heden terecht
ter zake vermoedelijke verduistering van/3.50
welke bedragen, bestemd voor het vee-
verzekeringsfonds hij als administrateur
anders dan door misdrijf onder zich had.
Verdachte die aanvankelijk in voorarrest was
genomen, is door de bemoeiingen van mr.
Belonje, zijn verdediger, na 12 dagen op
vrije voeten gesteld.
Twee veehouders, die gebruik hebben ge-
maakt van het noodslachtingsgebouw, heb
ben aan verdachte 3 50 ter hand gesteld en
daarvoor kwitantie ontvangen. Verdachte
erkende die ontvangst en verklaarde alle
door hem ontvangen bedragen te hebben af-
gedragen aan den gemeenteontvanger, mede
als getuige aanwezig.
De officier merkte op, dat verdachte in de
instructie wel heeft erkend, deze bedragen
niet te hebben verantwoord.
De heer Pieter Boo, oud-ontvanger van
Wijdenes, heeft op het eind van het jaar het
register afgeteekend. De ten laste gelegde
verduisteringen ad f 7 dateeren van het jaar
1924.
Deze beide bedragen staan echter niet in
het register van 1924 verantwoord.
Verdachte bleef echter beweren, dat hij
naar zijn meening ook deze bedragen heeft
afgedragen.
De.heer Boot daarentegen houdt vol alle
ontvangen bedragen correct te hebben ge-
noteerd. Het is echter mogelijk, dat de be-
talingen dooreen zijn geloopen
Verdachte kan het zich onmogelijk herin-
neren.
Verdediger mr. Belonje stelde getuige
eenige vragen met betrekking tot de gedane
betalingen, die door den heer Boot werden
beantwoord.
Voor den R. C. heeft getuige verklaard,
dat verdachte wel eens gelden afdroeg, zon
der de bron van herkomst te vermelden.
In de stukken kan deze verklaring niet
achterhaaid worden.
Burgemeester de Goede gaf inlichtingen
over de administratie van de noodslacht-
plaats. Verdachte moest het geld innen en
afdfagen aan den ontvanger
Zoowel officier als verdediger stelden
dezen getuige eenige vragen met betrekking
tot de gelden van de noodslachtingen. Ver
dachte was nog al eens vergeetachtig, ver
klaarde getuige. De oud-ontvanger ver-
richtte zijn werk heel goed, meende ge
tuige.
Het lapport daarover is echter volgens
den president niet zoo onverdeeld gunstig.
De verklaring van den burgemeester is in
strijd met het raadsrapport.
De heer F. M. de Leur, directeur vleesch-
keuringsdienst te Hoorn, gaf inlichtingen om-
trent de administratie van de noodslachtin
gen. Wijdenes is de eenige gemeente, die in
het bezit is van een noodslachtplaats. De
keuringsdienst staat echter geheel buiten de
noodslachtplaats.
In 1926 staan in het register 35 nood
slachtingen, waarvan slechts 26 zijn verant
woord. De president wees verdachte daar
op. Deze refereerde zich aan de kaartjes en
kon zich de zaak verder niet herinneren. Hij
heeft de kaartjes ingeboekt, hem door den
burgemeester ter hand gesteld en iets an
ders is nooit door h«m ontvangen.
De officier, het woord verkrijgende, gaf
een uitvoerige voorgeschiedenis van de
zaak. Deze is aan't rollen gebracht door een
ontdekt tekort van f 177 van de begraaf-
plaats
Oorspronkelijk is een instructie geopend
tegen den toenmaligen gemeenteontvanger,
die in zijn voordeel uitkwam. Daarop is de
aandacht gevallen op dezen verdachte, die
tot resultaat had de strafzaak tegen dezen.
De officier heeft bij gebrek aan bewijzen
voor meerdere feiten zich bepaald tot deze
twee gevallen. Verdachte heeft steeds be-
weerd dit geld te hebben afgedragen, doch
hij bleef in gebreke dit nader met bewijzen
te staven.
De officier trachtte daarop aan te toonen,
dat de omstandigheden wijzen op fraude
wat betreft deze beide bedragen. Voorts
releveerde de officier de slordige administra
tie en de vele gelden, die niet door ver
dachte werden verantwoord. De verleiding
was te groot omdat er geen controle was.
Ook dronk verdachte cognac op rekening van
de gemeente.
De officier noemde hetgeen is tenlaste
gelegd een ontzettend ernstig misdrijf en
vorderde 5 maanden gevangenisstraf.
Verdediger, mr. Belonje, stelde al die
kwesties buiten de zaak siaande, ter zijde.
Ook de glaasjes cognac hield pleiter buiten
bespreking. Hij bepaalde zich tot de ele-
menten der verduistering en ontkende de
opzettelijke toeeigening te dien aanzien.
Pleiter memoreerde al de bijbaantjes van
verdachte en distilleerde daaruit, dat hij on
mogelijk de gelden, in tal van kwaliteiten
ontvangen, uit elkaar kon houden.
Pleiter gaf toe, dat de administratie van
verdachte niet voorbeeldig was, doch daar-
tegenover stond, dat zijn chef moet toe-
geven, niet op de hoogte te zijn van de be-
lastingverordening. Voorts wees pleiter er
op, dat verdachte, hoewel slordig in, zijn
werk, toch gunstig bekend stond.
Pleiter betwijfelde of verdachte er op uit
was om verduistering te plegen.
Ten slotte kwam pleiter tot het kardinale
punt en trachtte aan te toonen, dat de aan
verdachte tenlaste gelegde twee verduiste
ringen niet wettig en overtuigend bewezen
kunnen worden. Pleiter concludeerde op
grond van het door hem aangevoerde tot
vrijspraak.
Over 14 dagen uitspraak.
OPLICHTING.
De 32-jarige doove varensgezel Jan D.,
thans te Amsterdam, gedetineerd, stond na
de pauze terecht ter zake oplichting van den
visscher W. Heine uit Spakenburg. Hij kwam
te Enkhuizen aan boord van diens visschers-
vaartuig, stelde zich voor als directeur van
de Rijnvaart Maatschappij, beloofde hem een
positie als walschipper tegen f 38 per week.
Voor voorloopige onkosten, het opmaken
van een contract enz. wist hij den goed ge-
loovigen visscher 15 uit den zak te klop-
pen.
Verdachte erkende volledig. Hij is aan
meerdere oplichtingen schuldig.
Verdachte werd thans door zenuwartsen
onderzocht, omdat aan zijn toerekeningsvat-
baarheid wordt getwijfeld.
Eisch aanhouding tot nader onderzoek.
Voortzetting op de zitting van 19 Juni.
BEDRIEGELIJKE BANKBREUK.
De bakker W E. S., thans te IJmuiden,
voorheen te Hoorn, stond terecht als ver-
dacht van het feit, dat hij te Hoorn in kwa-
liteit van bestuurder der N. V. Koek- en ban-
ketbakkerij en fouragehandel fa. De Zeeuw,
tijdens het faillissement van deze vennoot-
schap niet heeft verantwoord een bedrag van
2300, zulks ter bedriegelijke verkorting
van de rechten der schuldeischexs. Hij heeft
een bedrag in bewaring gegeven aan zijn
kostheer. Het was een bedrag van f 1700.
Ook heeft hij f 600 ter hand gesteld aan
mej. J. Molenaar, een voormalige dienst-
bode, thans te Amsterdam. Totaal maakten
dus de onttrokken gelden uit een bedrag van
2300.
Mr. de Groot, curator in dit faillissement,
verklaarde geinventariseerd te hebben en van
hem geen opgaaf te hebben gekregen van de
bewuste 2300.
Dit tekort is eerst bij latere berekeningen
ontdekt.
De vrouw van verdachte heeft hem ver-
laten met medeneming van f 2000.
De officier besprak hoofdzakelijk de straf-
maat en achtte termen aanwezig om een
gevangenisstraf voor den tijd van 4 maan
den te vorderen.
Mr. Wijnne, verdediger van verdachte,
bracht ter sprake diens vroeger onberispelijk
leven en de gunstige getuigenissen van zijn
vroegere werkgevers Met den koop van de
zaak „de Zeeuw" is hij er ingeloopen, doch
hij heeft die verloopen zaak er weer bovenop
gebracht. Toen is hem zijn sucoes naar het
hoofd gestegen en is hij boven zijn finan-
cieele kracht gaan leven. Bovendien was zijn
huiselijk leven niet gelukkig. De familie is
genegen het tekort aan te zuiveren als ver
dachte voorwaardelijk veroordeeld wordt,
waarvoor pleiter natuurlijk niet kan instaan
Eindelijk dringt pleiter aan op een voor-
waardelijke veroordeeling met bijz. voor-
waarden door pleiter aangegeven.
De president noemde de houding der fami
lie niet bepaald sympathiek.
MISDRIJF ART. 248 BIS W. VAN
STRAFRECHT.
Ten slotte verscheen de 34-jarige adminis
trateur Willem v. D., wonende te Alkmaar,
thans gedetineerd, die zich in de jaren 1926,
'27 en '28 heeft schuldig gemaakt aan han
delingen strafbaar gesteld bij Art. 248 bis
Wetb. van Strafrecht.
Op grond van het zedekwetsende werd
deze zedezaak met gesloten deuren behan
deld. Mr. A. Prins Jr opponeerde als ambts-
halve toegevoegd verdediger.
WINKELSLUITING EN AUTOMAAT.
De sigarenwinkelier Martin van Dam had
in de glazen winkeldeur van zijn filiaal aan
de Reguliersbreestraat te Amsterdam een ruit
laten aanbrengen en daarvoor in de plaats
laten aanbrengen een houten paneel, waarin
een volkomen mechanisch werkende automaat
werd ingebouwd. Het apparaat stak aan den
bovenkant 7% c.M. uit en aan den onderkant
1 c.M., maar het geheel bleef binnen den bui-
tenkant van den gevel.
Dit apparaat nu vulde de heer van Dam,
die er een sleutel van had, met drie merjten
cigaretten en een merk sigaren. Elk merk was
voor het publiek verkrijgbaar, mits het maar
een kwartje in een der gleuven gooide.
De gelegenheid om zich op die wijze van
de sigaretten en sigaren te voorzien, werd,
gelijk een politieagent constateerde, ook na
sluitingstijd van den winkel gegeven. Er
werd proces-verbaal opgemaakt en de heer
Van Dam werd vervolgd:
lo. wegens het hebben van sigaren en ci
garetten in een automaat, welke zich bevindt
in een voor het publiek toegankelijke plaats,
wat verboden is bij art. 336 der Amsterdam-
sche Politieverordening; 2o. wegens overtra
ding der verordening op de winkelsluiting.
In deze principieele kwestie, die men gaar-
ne beslist zag, werd op 3 Maart 1.1. door den
plaatsvervangenden kantonrechter, mr. G. J.
Salm, schriftelijk vonnis gewezen. Met den
ambtenaar van bet O. M. was de kantonrech
ter van oordeel, dat het toestel zich niet be-
vond in een voor het publiek toegankelijke
plaats, zoodat voor de primaire telastelegging
vrijspraak moest volgen, maar dat het sub 2
telastegelegde wettig en overtuigend bewe
zen is.
Deswege verklaarde de plaatsvervangend
kantonrechter dsn heer Van Dam schuldig,
met veroordeeling tot 0.50 boete of 1 dag
hechtenis.
Van dit vonnis kwam de heer Van Darn bij
de zesde kamer der rechtbank te Amsterdam
in hooger beroep. G is ter uitspraak doende,
bevestigde de rechtbank het vonnis.
door
dr. T. P. MERKRID van Eerstwoude.
Seimen uit, Seirnen thuis.
't Is toch kasseweel, zoo as sommige ge-
beurtenisse uit de skoollouperstoid hardnek-
kig in de kinderharsentjes vastloid worren
binneAs offe ze van gom'melastiek bin
nedie kinderharsentjes, bedoel ik. Zuk
noeme de dokters: „Plasticiteit" van de
harsens.
Polloo.
Polloo most weg; deer hielp gien lieve
moederen meer an; die had eindeiik ofdein.
Die lillikke vale luie hond mit z'n graize
ouge in z'n kop most weg; de Bloedtoet, die
nooit goeie vrinde mit dat beist weest was,
had der nou genog van. Iemeseivende was-
sie zoo maar kocht worren van 'n peerde-
kouper op't durp, volwossen; nou, dat deugt
ominers al niet, want den leere je mekaar toch
nooit goed kinne en den weetje je ok niet, wat
nooit goed kinne en den weete je ok niet, wat
niet zoo? Nou, eerst had de Bloedtoet om
mers typhus had en deerop was't groote ve-
kansie op skool van twei weekies weest; da+
wazze seimen tien weeke, dat Polloo niks
uitvoerd had. En toen is voor't eerst weer
voor't klaine kartje spannen wier, waarmee
de Bloedtoet om les gong nei de Wheere, bai
meister van Waik, toe was ie koppig en ver-
draaide alles, weerdeur z'n klaine baas zoo
naidig wier en net zoo kwaad as der nag an
toe, dat ie z'n hondenzwuup op z'n falie
stiksloegen had, zoo'n pak ransel had ie kre
gen. En toen ie, thuis komen, Polloo water
geven had, omdat't zoo heit weest was, en
deernei stond te kaiken, toen had die hond
hem perdoes in z'n wang bdten, weer dome-
nie Bruins net 'n kuiltje in knepen had. En
bloeden man, verskrikkelik! Nou, overdag
was Meister Immerik, die nag al veer of
weunde, toch nooit thuis; d£n zat ie in de
Morrebok en den in den Speketerpolder on
der Harenkarspel en den weer in 'n heel aare
hoek, achter Hensbroek. En deer was gien
Rooiekruis of Groenekruis of Wittekruis of
Oranjekruis of woikverpleegster, op't heele
durp niet en dat was je Ware kruis; en om
dat z'n vader ok niet thuis was, gong ie maar
weer nei domenie Bruins, die't zeker in z'n
stedententoid wel van aare stedenten leerd
had, die voor dokter opioid wiere.
„En nou zel die barrel van 'n hond weg",
had de Bloedtoet seivens teugen z'n vader
zoid, mit 'n ploisterverband op z'n wang,
weeronder vier gaatjes zatte van de hoek
tanden van Polloo, had domenie Bruins zoid
Dat was op 'n Maandig beurd, toen de skodl
weer begonnen was.
En Zundis deerop kwam der 'n ouwe ken
nis op bezoek, uit't Blootebieneland, die
nou op de Amsteldoik weunde, onder de
rouk van Amsterdam. En toen ie seivens weg-
brocht worren zou nei't spoor, nei Noors
karwou, toen zaidie, voor ie in't raituig
stapte, teugen den vader van den Bloedtoet'
„Wat 'n mooie hond hei jij deer legge;
zoo'n befst zou Ik best op m'n b'oerderai ge-
bruike kinne".
„Nou, je kin hem koupe, maar 't is 'd
kwaaie, hoor".
„Wat vraag je deervoor; zoo'n kwaaie
hond mot ik net hewwe, as waakhond, zien
je."
„Nou, geef ders op, je hand. Pats! 'n klap
in melkaars rechter handen; „Voif en twin-
tig gulden!"
Naggeres 'n klap, maar nou van de teugen-
partai: „Tien".
„Geluk der mee".
En Polloo was verkocht; en Polloo gong
dadelijk mee; in de kar. En twei dagen later
was Poolloo wegloupen van de boerderai
„Star en Burg" van Poolen, zoo hiettenie, of
stolen en in de worst stopt, voor de Amster-
dammers, zaiden sommige.
Onze RACKETS munten uit door
EXTRA HOOGE SPANNING.
Wij repareeren Uw racket goed en vlug,
Sorrell en Zoon door Warwick Dee
ping. Uitgave Van Holkema Waren
dorf's Uitgevers-Maatschappi}, Am
sterdam.
Van dit Amerikaansche boek zijn aan de
overzijde van den Atlantischen Oceaan meer
dan honderdduizend exemplaren verkocht en
er werd door de „United Artists" een schitte-
rende film van gemaakt.
Deze aanbeveling, welke de uitgever van
de Hollandsche vertaling aan zijn boek mee-
geeft, ziet er wel echt Amerikaansch uit,
maar er is geen enkele reden ze in twijfel te
trekken.
Serrell en Zoon is inderdaad een merk-
waardige roman, een stukje levensgeschiede-
nis, dat veler belangstelling verdient en veler
sympathie zal vinden omdat het zoo eenvou-
dig en toch zoo gevoelvol de opofferende lief-
de van een vader voor zijn zoon beschrijft.
Sorrel, kapitein in den oorlogstijd, vindt
na den terugkeer in zijn vaderland zijn plaats
door een ander bezet. Deze man van fijne in-
nerlijke beschaving ziet zich ten slotte oe-
noodzaakt een baantje als portier in een der-
derangs hotel aan te nemen en hij vernedert
zich daartoe ter wille van zijn zoon Christo
pher, zijn eenigst kind, die hij een zoo goede
opvoeding wil geven, dat de jongen later van
niemand afhankelijk zal zijn.
Om dien zoon alleen verdraagt hij gedul-
dig alle vernederingen, die men hem dikwijls
opzettelijk laat ondergaan, terwille van den
jongen, dien hij in een andere omgeving uit-
besteed heeft, doet hij het ruwste en vernede-
rendste werk.
Hij doet het zoo goed, dat hij de aandacht
trekt van een rijken hotelgast, die van plan
is, zelf een flink hotel te gaan exploiteeren.
Hier wordt hij onderportier en zijn ruimer in-
komen veroorlooft hem den grondslag van het
kapitaal te leggen, dat voor de opvoeding van
zijn zoon bestemd is. Geen vernedering blijfi
hem ook hier bespaard als boven hem een
chef-portier wordt aangesteld, een gewezen
sergeant, die uitnemend de kunst verstaat de
fooien in ontvangst te nemen en Sorrell het
allerzwaarste werk op te dragen. Het wordt
een felle strijd tusschen deze twee zoo gehee!
verschillende naturen, een strijd in volhar-
dingsvermogen en, met de tanden op elkaar
geklemd, vecht de lichamelijk zwakste er zich
door heen. Sorrell wint, doordat de ander ten
slotte een misstap begaat en weggestuurd
wordt. Dan komt de belooning voor zijn ge-
duldig lijden, hij krijgt de betrekking van
chef-portier, later van administrateur en, als
er nieuwe hotels bij de ondememing gevoegd
worden, van directeur.
Eerst nu durft hij openlijk naar voren te
komen in de kringen waarin zijn zoon ver-
keert, in de zekerheid den jongen door het be
kend worden van de maatschappelijke positie
zijns vaders niet te zullen schaden. Prachtig
is in dit boek de verhouding tusschen vader
en zoon geteekend, de vader een en al opof
ferende liefde, zijn beste levensjaren voor de
toekomst van zijn zoon gevend, de zoon vol
dankbaar begrijpen, vol bewondering voor di!
offer, dat hem aanspoort zijnerzijds zijn best
te doen een eervolle positie te verkrijgen. Va
der en zoon hebben geen geheimen voor
elkaar en in volkomen harmonie komen bei-
den tot hun bestemming.
Als in zijn laatste onbezorgde levensjaren
Sorrel door kanker wordt aangetast en de
ziekte ongeneeslijk blijkt, is het de zoon, in-
middels een beroemd chirurg geworden, die
aan dit pijnlijke lijden, door het opzettelijk te
veel geven van een verdoovingsmiddel, eer
einde maakt.
De vader heeft het zoo gewild, de eenige
gunst, die hij ooit van zijn zoon gevraagd
heeft, de zoon fcrengt het groote offer uit lief
de voor den lijdenden vader.
In dezen tijd van ego'ime is dit boek van op
offerende liefde een zonnestraal waaraan
velen zich verkwikken en het getuigt van een
verlangen naar goede lectuur, dat het oor
spronkelijk werk in het land zijner geboorte
een zoo groot debiet heeft gevonden, dat he*
zelfs in Amerika als een merkwaardigheid be-
schouwd wordt.
Ondernemenff* Mograaf, die toevalKg JangB komt: Ea,
datnes en heeren, wat zoudt U zeggen van een interessante
Weane XMtK&-Ofwvm dwe gebeurtenfe? JLpjjjfen
Fl
i