AMANDELTJES- Rechtszaken Binneniand L. Frankenberg, Alkmaar. Pi} ae rondvraag werd gewezen op <!e koolduiven, die veei last veroorzaken bij de koolplanten en vooral met den erwtenbouw de premie er op stellen. Besloten werd 50 beschikbaar te stellen voor de eerste gescho- ten duiven. Op een vraag van den heer P. Zwetsman of het gewicht op het veilingsbord gelost moet worden, zeide de voorzitter dat er nog geen besluit van het bestuur is. Hierna sluiting met een woord van dank aan den heer Hazeloop. De Veendammer Hypotheekbank. Zesde dag. Gister zette de Vierde Kamer der Amster damsche rechtbank de behandeling voort van de strafzaak. Gehoord werd thans alilereerst de heer P. J. F. Kloppenburg, bankier te's Gravenhage. Desgevraagd verklaarde getuige dat hij een drietal jaren geleden de lucht er van kreeg, dat 't bij de Veendammer niet goed ging. Een tweetal jaren geleden werd hij uit- genoodigd zich met de zaak te bemoeien, daar't verkeerd ging en de zaken niet juist behandeld werden. Getuige had't toen zeer druk en daar hij de overtuiging had beko- men, dat't zoo erg niet was, liet hij de zaak rusten. Later gaf getuige een weekblad uit en daarin oefende hij kritiek op de Veendammer uit en liet hij 'n ernstige waarschuwing hoo- ren, dat het de verkeerde richting opging. Verdachte J. J. Woltman heeft hem dit toen kwalijk genomen, zeggende dat hij de zaak benadeelde. Een half jaar later kwam getuige in relatie met Paardenkooper. Bij ten latere conferen- tie is hij over de Veendammer gaan spreken. Paardenkooper zeide, dat hij een groot aan- tal aandeelen in d Veendammer had en dat de zaak hem, getuige, zeer zou interesseeren. Paardenkooper had gezegd, dat hij gaarne den heer Meinema als directeur van de Veen dammer benoemd zag en getuige had direct den indruk gekregen, dat de heer Meinema, die geen verstand had van hypotheekbankza- ken, een vriend van Paardenkooper was en dat Paardenkooper in hem iemand zag, die zijn belangen zou behartigen. Paardenkooper heeft zich daarin vergist. Op 10 November 1927 werd de heer Mei nema benoemd. Getuige trad op die vergade ring op a1s gemachtigde, maar was zelf geen aandeelhouder. Er is toen bezwaar ge- maakt: getuige had niet mogen stemmen en op die vergadering is de eerste wrijving ont- staan. Voorts deelde getuige mee, dat er boekhou- ders van de Veendammer schenen te zijn, die een levenslang pensioen hebben gekregen. -Een dier boekhouders liet zich a1s volgt uit: „Ik begrijp niet waar u zich mee bemoeit, ik weet veel meer, ik zou maar oppassen. U ruikt nu al naar amandeltjes". Het was, voegde getuige er bij, in den tijd van de cyaankali-vergiftigingen. Nadat het bes'uit van de vergadering later was aangetast, is op 15 December 1927 de benoeming van den heer Meinema tot direc teur bekrachtigd. Getuige heeft op de vergaderingen gespro- ken van oplichterij, bedriegerij en ten slotte heeft hij zijn wederwaardigheden neerge- legd in een rapport, dat hij op 2en Kerstdag indiende. De indiening had plaats onder uit- d ':elijk beding, dat het nog niet als offi- c. ingediend zou worden beschouwd, want guuige verwachtU, -dat de bedragen zou-den worden teruggegeven. Tot 5 Januari van dit jaar werden door getuige de onderhandelin- gen gevoerd. Toen hij zag, dat het hopeloos misging, verzocht hij de justitie de zaak ter hand te nemen. P res.: Was het u bekend, dat Lieber- mann groote bedragen had genoten? Get.: Ja. Pres.: Was het uw doel om ce Veendam mer voort te zetten? Get.: Ja. Pres.: Kon dit dan? Get.: Ja. Ik herinner aan de Zuid-Holl. Hypotheekbank, waarbij het ook wel is ge- lukt. 't Ontbrak echter aan goeden wil. Ach- ter de tafel zaten vier a vijf advocaten, die den grootsten onzin debiteerden. Als ik hen daarop attent maakte, dan begrepen de hee- ren mij niet. Pres.: Hebt u aan de heeren Woltman gevraagd of zij bereid waien de bedragen, die zij ontvangen hadden, terug te storten? Get.: Ik herinner mij dat de heeren zich bereid verklaarden pl.m. twee millioen te stor ten tot zekerheid. Pres.: Hebben zij u gezegd, dat zij inza- gen onbehoor'ijk te hebben gehandeld? Get.: In den aanvang erkenden zij dat niet. Pres.: Waren zij van meet af bereid het ge'd terug te geven? Get.: Oorspronkelijk waren zij daartoe niet bereid, later wel. Zij motiveerden dit zoo, dat zij te goeaer trduw de affaire hadden ge daan en zich van geen schuld bewust waren. Einde December, nadat ik ze met een ver- volging had bedreigd, begonnen de Wolt- mans te gevoelen, dat zij iets moesten doen en verklaarden zij zich bereid de zekerheid te stellen. Woltman was reeds op weg naar de In- cassobank, toen den 4en Januari mij het be- richt bereikte, dat het faillissement van de Veendammer was aangev.aagd. Zelfs tegen- over Woltman wilde ik een behoorlijk man blijven en ik heb toen tot hem gezegd: onder deze omstandigheden wensch ik de storting niet, want die wilde ik al'een ten behoeve van de saneering der bank. De onmooelijkheid om met Liebermann iets te bereiken en de passieve tegenstand van de advocaten, die niets anders d-eden dan de zaak verkeerd voor te stellen, zijn corzaak gewees-t dat ik op 26 December ge zegd heb: de aanklacht gaat in zee. Ik heb met Liebermann talrijke besprekin- gen gehad. Daarbij waren tegenwoordig mrs. Van Gigch, Spaargaren, Denekamp en Schiirmann, en op deze bijeenkomst werden door mij herhaaldelijk de meest krasse din- gen gezegd. Ik heb de heeren gedreigd, dat zij allemaal in aanraking zouden komen met de gevangenis. Op de bijeenkomsten werd gezegd, dat Lie- beymann in onderhandeling was met een der vijf grootste hypotheekbanken van Neder- jland- en daarvan de meerderheid der aandee len ia handen zou kriigen, ed au stelde ik mijWoltman Drivd en de Dismntohank. waarbii voor dat als Liebermann dit aandeelenbezit, zijn aandeelenbezit van de Noord-Holl. Hy potheekbank enz. ter beschikking zou stellen, dit een prachtige oplossing zou wezen. Op een menu want deze bespreking had plaats tijdens de lunch in een hotel werd het contract geschreven. Toen op een volgende vergadering mij werd toegevoegd, dat ik mij verbonden had, gevoelde ik dat de heeren mij partij wilden stellen en toen heb ik tot mr. Van Gigch ge zegd, -dat dat niet de bedoeling was. Hierop heb ik een brief uiteengezet wat ik met de sa neering bedoelde. Bij zijn verder verhoor deelde getuige me- de, dat mr. Schiirmann hem, toen hij dezen een verwijt maakte van zijn optreden in deze zaak, een optreden dat hij niet van hem had verwacht, zeide, dat hij geld op de tafel had gezien en dat hij een borgtocbt van een Vnil- lioen gelezen had. Bij de besprekingen waren o.a. aanwezig mrs. Van Gigch en Schiir mann en getuiges indruk was, dat zij't alien met elkaar eens waren, doch dit niet lieten blijken, „omdat zij alien boter op hun hoofd hadden." Liebermann verklaarde volgens getuige, dat alle advocaten een ton genoten hadden. Hem werd twee ton aangeboden. Getuige zei toen: dat als Liebermann bereid was achter de twee ton een nul te zetten, hij dat bedrag gaarne ten behoeve van de pandbriefhouders zou aanvaarden. Getuige verklaarde verder, dat hij, toen hij met zijn saneeringsplan te voorschijn kwam, van al-.'e kanten saneeringspogingen werden voorgesteld. Ook zei getuige desgevraagd, -dat hij over- tuigd is, dat Paardenkooper een contract van tien millioen zou hebben geteekend, als hij van een surseance van betaling had kunnen afkomen, maar dat hij aan den anderen kant de ernstige wil voorzat om de zaak in het rei- ne te brengen. 't Was een dier menschen, die den een-en dag failliet verklaard kunnen war den, maar je den volgenden dag in een- Roll Rovce tegemoet rijden. Mr. K o k o s k y Hebt u provenu uit de zaak getrokken. Get.: Niets. Ik wensch uitdrukkelijk te constateeren, dat ik de eenige ben, die niets gehad heb. De curator mr. A. S. van N i e r o p ant- woordt op een vraag van mr. Muller Massis, dat hem niets bekend is van een pension-ee- ring voor het leven van boekhouders -der Veendammer. Mr. Van N i e r o p constateerde dat een saneering voor 100 pCt. van de Veendammer, die van 1925 in zeer deplorabelen toestand verkeerde en waaruit millioenen waren ge- haald, onzin is. Hij verklaarde den heer Kloppenburg als een gevaariijk mensch te be- schouwen om twee redenen. In de eerste plaats omdat het onwaar is dat ook een dier vijf grootste hypotheekbanken haar aandee len aan Liebermann had aangeboden. In de tweede plaats achtte mr. Van Nierop den heer Kloppenburg een gevaariijk man, omdat hij het .hier doet voorkomen, dat hij zoo buitengewoon opkomt voor de belangen der pandbriefhouders, terwijl hij hem op Januari in het Paleis van Justitie verzeker- de: Ik ben allang bezig de kleine hypotheek banken bij elkaar te brengen, t.w. de Veen dammer, de Gooische Hypotheekbank, de Hy potheekbank Noord-Holland en de Midden- standshypotheekbank. Verdachte J. P. H. Woltman verklaar de herhaaldelijk geweigerd te hebben om met getuige Kloppenburg in relatie te treden. Ook zijn vader nam difstandpunt in. Altijd heeft verdachte zich als te goeder trouw be schouwd en toen later bleek, dat de gelden door Liebermann waren weggehaal-d, heeft hij weerstand geboden aan de dreigementen van getuige Kloppenburg en absoluut gewei gerd de coupons te betaken. Wel verklaarde verdachte zich bereid mede te werken aan de saneering, mits men hem dui-delijk maakte dat de saneering kon plaats hebben. De verdach e J. J. Woltman verklaarde ook steeds te hebben geweigerd om de cou pons te betalen, doch bereid te zijn geweest om aan de saneering mede te werken. Wat hij echter weigerde was, de gelden aan Klop penburg af te dragen. (In dit verband wordt een brief van ver dachte J. J. Woltman aan J. P. H. Woltman voorgelezen, waaruit volgens president mr. Meckmann blijkt, dat hij heelemaal niet aan saneering van de Veendammer dacht). Volgende getuige d-e heer B. P. ter Laag, candidaat-notaris te Heemstede, die van 1925 tot 25 Juni 1927 commissaris van de Veen dammer is geweest. Deze getuige verklaarde o.m., dat bij het verleenen van hypotheken op- pervlakkig en eigenmachtig werd te werk ge- gaan en dat hij als douceur voor zijn aftre- den als commissaris op 25 Juni 1927 25 rnille obligaties van de Veendammer ontving; deze werden echter in onderpand gehouden, daar hij nog een schuld aan verdachte Wolt man te betalen had. Getuige deed voorts mededeelingen over verschillende posten. Blijkens een kasstuk zou verdachte J. j. Woltman uit een transac-tie Bandoeng te Haarlem 20.000 gekregen hebben en uit een andere transactie 21.850. Verdachte J. J. W o 11 m a n zei't zich niet te herinneren. Vervolgens werd mr. L. va n Gigch Jr. voorgeroepen. Pres.: Zou u een authentieke interpreta- tie kunnen geven hoe het zit met het contract, gesloten tusschen Woltman en de Disconto- bank over iets dat plaats zou vin-den tusschen de Discontobank en de Veendammer, zooals die was na de bestuurswisseling? De president las dit contract voor. Mr. Van Gigch Het contract is opge- maakt in overleg met Woltman c.s. Pres.: Daar had Woltman niets over te zeggen. Hij was geen director meer. Hij zou betalen met activa van de Veen dammer zonder de Veendammer daarin te kennen. 't Was een overeenkomst tusschen overeengekomen werd dat de Veendammer in betaling zal nemen een vordering van de Discontobank. Dat kan niet. Mr. Van Gigch: Ik moet mij streng houden aan wat besproken is en mijn stand- punt betreffende het ambtsgeheim. Pres.: Hoe kunt u onderscheidi maken tusschen den inhoud van h-et contract en wat Besproken is, zoodat u aan den eenen kant iets kunt zeggen en aan den anderen kant u kunt beroepen op het ambtsgeheim? Er is nog een- ander ding, waar u mij ant- woord op moet geven, een ding dat mij van alles het meest getroffen heeft. Mr. Schiir mann heeft verklaard, dat u hem geen kennis gegeven hebt, n-och van het contract, waarbij de aandeelen aan de Discontobank werden overgedragen, noch van het contract, waar bij de aandeelen door de Discontobank aan Schim van der Loeff werden overgedragen, noch van het kassierscontract, waarbij de Discontobank de heele Veendammer kon leeg- halen. Dit zijn contracten, die u hebt opgemaakt. Beide contracten konden, objectief be schouwd, van den grootsten invloed zijn op de beslissing van de heeren Woltman "of zij de zaak moesten aangaan of van de beslis sing van mr. Schiirmann hoe zijn advies aan de heeren Woltman moest luiden. Dat geeft u mij toe? Mr. Van Gigch: Objectief beschouwd zou't van den grootsten invloed kunnen zijn Pres.: Neen, m o e t e n zijn. Er zijn, ob jectief beschouwd, twee contracten, die van het grootste belang waren voor de beslissing of de overname van de Discontobank zou kunnen plaats vinden en voor het advies van mr. Schiirmann. Vond u het niet hoogst onbe- hoorlijk, dat u dergelijke contracten sloot, zonder mr. Schiirmann daarvan in kennis te stellen? Hieruit volgt, dat u of mr. Schur- man onwaarheid- hebben gesproken, of dat u onbehoorlijk bent opgetreden. Wat ik u vraag, is een persoonlijke vraag, die u betreft en die mr. Schiirmann betreft. Mr. Van Gigch: Ik heb u de vorige maal op dezelfde vraag al als mijn meening gezegd, dat ik in het algemeen gewoon ben, van alle contracten kennis te nemen en ik heb de conclusies, die u trok, voor uw r-ekening gelaten. Pres.: .Ik heb op de vraag die i-k stelde, nog geen antwoord ontvangen. Ik zou van u w confreres wel eens will en hooren of zij van meening zijn, dat mijn vraag niets met de zaak te maken heeft. Mr. van Gigch Ik heb over deze zaak zeer ernstig nagedacht en haar ook zeer ern- stig besproken met vooraanstaande personen. Al wat ik gedaan heb, heb ik gedaan als ad-' vocaat. Het is niet de vraag of mijn hande- lingen in het belang waren van Liebermann of niet, want het ambtsgeheim berust niet en- kel op het belang van een client, maar ook op het belang van mijn beroep. Ik heb, zooals gezegd, zeer ernstig over de zaak nagedacht •Het feit dat ik mij herhaald-elrk op het ambtsgeheim heb beroepen, heeft mij de" meest onaangename oogenblikken bezorgd. Men heeft van mij in serieuze bladen gezegd, dat ik mij verschool achter het ambtsgeheim en er zijn verklaringen van getuigen, die slechts de halve wa-arheid vertelden, omdat zij zich yeilig waanden, wijl ik toeh niet zou spre ken. Maar ook dit mag mij niet weerhoud-en om vast te houden aan het grondbeginsel van mijn beroep, d.i. het absolute vertrouwen. Om dit absolute vertrouwen zijn geen grenzen te trekken en daarom acht ik he£ ter vermijding van alle moeilijkheden, beter bij het absolute standpunt te volharden. P r e s.Dus u blijft er bij, dat u zich op uw ambtsgeheim beroept? Mr. Van Gigch Ja. Mr. Van der Meer: Hoe kwam u er toe op de buitengewone vergadering van aan- deelhouders van 24 Juni 1927 het speechje te houden waarbij hulde gebracht werd aan Woltman en u zei dat de Veendammer de ver- gelijking met andere hypotheekbanken zeer goed kon doorstaan? Mr. Van Gigch: Dat heb ik op verzoek gedaan. Woltman was zeer vele jaren direc teur van -de Veendammer, die hij als zijn le- venswerk beschouwde. Als ik alles geweten had, zou ik het speechje niet gehouden hebben. Mr. Van der Meer Was het uw be doeling om het zoo mooi voor te stellen, op- dat Kortenoever het contract zou teekenen? Mr. Van Gigch: Mijn bedoeling was niets anders dan een beleefdheidsformule. Mr. Vander Meer: Kortenoever heeft tot op het laatste oogenblik bezwaren gehad tegen het teekenen van het contract. Als u gezegd had: Woltman is een goeie man", dan was't wat anders, maar waarom moest u zeggen: de bank is zoo goed? Pres.: Den vorigen keer hebt u gezegd, dat u f 30.000 salaris genoten hebt. Maar er zijn andere cijfers genoemd. Was het bedrag dat u van Liebrmann genoten hebt, niet grooter? Mr. Van Gigch Het is iets grooter, maar daar zeg ik bij, -dat ik tal van andere zaken voor Liebermann heb behandeld. In to- taal heb ik met inbegrip van de voorschotten, bruto voor alles ontvangen 55.000. Het O. M., mr. R e i 1 i n g h verzocht voor- lezing van brieven van prof. mr. Paul Cop- pens uit Brussel, Liebermann's advocaat, en van mr. Boon te's Gravenhage. Blijkens diens epistel had prof. Coppens op 14 Juni j.l. een lang onderhoud met Lieber mann. Deze beklaagde zich toen over de han- delingen van Nederlandsche advocaten, mrs. Van Gigch, Denekamp, Spaargaren en Schiirmann, die zich als echte vampyrs ge- droegen. Volgens Liebermann hadden zij 400.000 genoten, ieder 100.000. Paar -denkooper had volgens hem 250.000, ja nog meer ontvangen. Mr. Boon schreef, dat prof. mr. Coppens hem bevestigde, dat hij -de bedragen had uit- betaald. Met verbazing vernam hij de verkla- ring van mr. Van Gigch, dat deze slechts 30.000 saJaris had ontvangen. Prof. mr. Coppens verklaarde geen bezwaar te hebben, te komen bevestigen, dat mr. Van Gigch 100.000 had ontvangen. Mr. Van Gigch: Ik kan niet weten wie van de twee hier liegt. Wanneer Coppens de waarheid heeft gesproken, heeft Liebermann gelogen. Ik heb 55.000 bruto ontvangen en al het andere is een pertinente onwaarheid. Mr. R e i 1 i n g h Ik ben het eens, dat er een afwijkende verklaring is. De verklaring van prof. Coppens wordt echter versterki door die van mr Boon. Over dit punt zou ik een nader onderzoek wenschen. Mocht de rechtbank, overeenkomstig art. 293 Wetboek van Strafvordering, op dit punt een nader onderzoek gelasten, da-n is het, geloof ik, niet noodig de zaak zelve te schorsen. Mr. Van Gigch: 't Blijkt dat elke ver klaring afkomstig is alleen van Liebermann. Wanneer hij het heeft gezegd, is het daarom nog niet juist. Wenscht de rechtbank een na der onderzoek, dan gaarne. Mr. R e i 1 i n g h Ik ben het met mr. Van Gigch eens, dat d mededeelingen uit den ko- ker van Liebermann komen, maar die mede deelingen worden versterkt door de aanteeke- ningen die direct gemaakt zijn. Pres.: De verhouding tusschen uw sala ris en dat van mr. Schiirmann is zonderling. Mr. Van Gigch Dat'vind ik ook, maar dat moet mr. Schiirmann uitmaken. De rechtbank kamer. begaf zich hierop in raad- Na geruimen tijd in raadkamer te zijn ge weest, gaf de rechtbank als haar beslissing, dat een gerechtelij'; onderzoek moet plaats vinden naar de-vraag, of getuige mr. Van Gigh zich schuldig heeft gemaakt aan mein- eed. Hierna werd met het getuigenverhoor voortgegaan. Getuige W. Hagen verklaarde commis saris te zijn geweest van de Discontobank voor Credietinstellingen. Getuige trok zich echter spoedig terug, omdat hij van de zaken niets begreep. Tusschen Van der Toorn en Lebermann be- stond er een zeer vriendschappelijke verhou ding. Ten opzichte van mr. Kortenoever was Liebermann het idee to-egedaan, dat hij Kor tenoever voor alles gebruiken kon. Overigens beschikte Liebermann over groote relaties. Nog verklaarde getuige, dat op de verga dering waarop mr. Denekamp tot directeur der Discontobank benoemd werd, hij en de notaris de eenige aanwezigen waren! Hij heeft toen het bijttje er bij neergelegd. Getuige J. van Schuppen, makelaar te Utrecht, verklaarde in opdracht van den heer Van der Ven te Rotterdam naar den ver dachte J. J. Woltman te zijn gegaan om de aandeelen van de Veendammer te koopen. Verd. Woltman verklaarde bij die gelegen- heid, dat verd. twee millioen daarvoor vroeg, wat hij baseerde op het volgende: er werd een ton per ja-ar verdiend; ik heb bovendien acht millioen pandbrieven in omloop, die op 60 pCt. staan; komt er nu een sterke groep, die de aandeelen noodig heeft, dan is het mo- gelijk dat de aandeelen naar boven loopen en er blijft nog een agio van twee millioen over. Pres.: tot getuige Van SchuppenHebt u niet gezegd, dat verdachte J. J. Woltman met de aandeelen leurde? Get. Van Schuppen: Neen. Pres.: Mr. Van Nierop zegt het. Te kwart over zevenen werd de zitting ge- schorst tot a.s. Zaterdag. DE NIEUWE BURGEMEESTER. Hartelijkheid is maar alles! Te Ouwerkerk bij Zierikzee is de nieuw- benoemde burgemeester, de heer J. Romeyn Jz., gei'nstalleerd. W-ethouder van de Stolpe •moest hem als oudste wethouder installee- ren. In zijn installatie-rede zei hij o.a-. het volgende: „lk wil niet nalaten te zeggen, dat ik dit niet met veel geestdrift doe, omreden ik, ook sollicitant naar h-et ambt, de benoeming gaarne zeif had ontvangen, temeer nog, daar op een klein gedeelte na de geheele ge meente heeft m-ed-egewerkt, om mij benoemd te zien. Nu dit anders is uitgevallen, is het voor mij een groote tegenslag. Evenwel, u zijt benoemd en nu gij uw taak als burgemeester aanvaard hebt, wil ik hop-en, dat gij in alle opzichten een goed burgemeester moogt zijn". E-en andere spreker, zeker-e heer de Later, feliciteerde ook den burgemeester met zijn benoeming, maar „drukte er zijn spijt over uit, dat de heer van de Stolpe niet is be noemd, wijl deze behoort tot een familie, welk-e steeds te Ouwerkerk is gebleven", Een blijde inkomste! HET HERV. ZUIDERZEEFONDS. Dinsdag heeft te 's-Gravenhage, onder voorzitterschap van dr. J. R. Slottinaker de Bruine de Commissie voor de Stoffelijke be langen der Ned. Herv. Kerk in het droog te leggen Zuiderzee-gebied (Zuiderzee-fonds) vergaderd. Na de afdoening van eenige huishoudelijke zaken kwam de verhouding dezer commisie tot de Alg. Synode aan de orde, met betrek- king tot vier punten. Te nerste was daar- onder het vraagstuk van het beheer der gel den. Aan de Synode is thans geschreven, dat de Commissie zich zelve volkomen bevoegd acht om de door haar bijeen te brengen gelden ook zelve te beheeren. B-elangrijker is het tweede punt, n.l. de be- steding der bijeen te brengen gelden. Het kan bezwaarlijlc anders verondtrsteld worden dan dat de commissie samenwerking met de be- stuursorganen in de Hervormde Kerk en met de Algemeene Synode in het bijzonder voor haar arbeid onmisbaar acht. In art. 1 van den stichtingsbrief van het Zuiderzee-fonds staat daii ook, dat de stich- ting haar werkzaamheden verricht „in over- leg met de Alg. Synode of met de door haar aan te wijzen organen", welke gedachte nader wordt uitgewerkt in art. 3 van den stich tingsbrief. Het derde punt is de vraag bij welk orgaan of adres van hervormde gemeenten in de toe- komt gelden moeten worden gestort. Hierach- ter ligt de vraag, of de nieuwe gemeenten op dezelfde wijze een afzonderlijk beheers- of be- stuursorgaan zullen hebben, zooals over het algemeen het geval is in de bestaande her vormde gemeenten De commissie sdaai on het stondnunt dat zi] aan de nieuwe gemeenten zelve overiaatl* besilssen, waar haar adres zal zijn voor hel beheer harer gocderen. Het vierde punt is dat der Rijkstraktemen- ten. De Commissie is van oordeel, dat deze aan- gelegenheid ligt buiten het terrein harer be- moeienissen. In bovenstaanden zin is thans een brief tot de Alg. Synode gericht. Hierna kwam het tweede punt van de agenda aan de orde, n.l. dat van de propa ganda en der geldinzameling. Besloten werd, een boekje te verspreiden, waarin het belang en de roeping van de herv. kerk ten opzichte van het droog te leggen gebied zal worden uiteengezet. Men zal zich voorts wenden tot de kerk- voogden, en aan de kerkeraden verzoeken, zoo mogelijk op den eersten Zondag in October bij de goctsdienstoefening een colecte voor het Zuiderzee-fonds te doen houden. Aan den vooravond daarvan zal de voorzitter der Commissie over dit onderwerp een radio-toe- spraak houden. GROOTE COUPEKOFFERS. REIS- EN 7ACANTIEKOFFERi. GEPANTSERDE HUTKOFFERS. NEDERL. BAKKERSBOND. Jaarvergadering te Enschede. De Nederl. Bakkersbond hield Woensdag te Enschede zijn algemeene vergadering. De bondsvoorzitter, de heer F. C. Stahle, hield de openingsrede, waarin hij sprak van de slechte toestanden in de Nederlandsche bakkerswereld. In't bijzonder is de voortdu* rende strijd om de broodprijzen bedenkelijk. Den secretaris, den heer G. J. Bokhorst, werd op voorstel van het bestuur, eervol ont- slag verleend. Uit de verslagen blijkt, dat het ledental vrijwel stationnair bleef. Het kapitaal be- droeg op 31 Dec. j.l. 41.539. De verlies- en winstrekening sloot met een bedrag van 21,093, waarbij een voordeelig saldo van 478. De verslagen werden goedgekeurcL Het voorstel om de contributie van 5 op 7 te bepalen werd aangenomen met 835 tegen 764 stemmen. De begrooting voor 1929 werd vastgesteld. De heeren C. D. van Nopper, G. C. Mulder en W. Pieffers werden als bestuursleden hers kozeu De heer F. C. Stahle werd bij acclamatie herkozen als voorzitter. Vervolgens werd behandeld het voorstel van het algemeen bestuur om voor den vers volge vast te leggen, dat de algemeene bonds., vergadering uitsluitend daar zal worden ge» houden, waar, als er een bakkerijtentoonstel- ling aan verbonden wordt, deze tentoonstels ling op Zondag gesloten is. De afgevaardigde van Zutphen was tegen het voorstel, daar naar het oordeel der afaee- ling de nei traliteit van den bond wordt ge-- schonden. Het houden'van tentoonstellingen is het werk van plaatselijke vereenigingen. Spr. achtte het voorstel overbodig en stelde voor het niet in behandeling te nemen even- als het volgende voorstel betreffende het organiseeren van een tentoonstelling door den bond Het voorstel Zutphen werd aangenomen met 813 stemen voor en 621 tegen. Op voorstel van den Zeeuwschen bond werd besloten een permanente commissie voor vakonaerwijs in te stellen Aangenomen werd een voorstel van het algemeen bestuur om het Adviesbureau zoo te wijzigen, als in het prae-advies van het centraal bestuur op het rapport van de com missie voor het adviesbureau werd voorge steld. Voorts werd aan het centraal bestuur op- gedragen nadere voorstellen uit te werken ten opzichte van algeheele reorganisatle en deze aan het algemeen bestuur voor te leg gen. Na eenige discussie werd op voorstel van het alg. bestuur besloten om samenwerking te zoeken met de Vereenigingen van Meelfa- brikanten, meelhandelaren, meelimporteurs enz. ter bestrijding van de oneerlijke concur rentie. DE KONINGIN NAAR AMSTERDAM. De koningin zal na terugkeer uit het bui- tenland in verband met de Olympische spelen een gastmaal en een avondreceptie in het ko- ninklijk paleis te Amsterdam geven. Thans wordt medegedeeld, dat het gast maal zal worden gehouden op Maandag-i avond 6 Augustus en de avondontvangst op Woensdag 8 Augustus. VERZET TEGEN DE POLrTIE. Gistermorgen zou iemand, Van der Beek, genaamd, wonende Oudleusdenerveld, gem. Dalfsen, door twee rijksveldwachteis worden opgehaald voor 't ondergaan van hechtenis, omdat hij een bo'ete niet had betaald. Van der Beek verzettte zich hevig, daarin bijge- staafi door zijn broer. Een der rijksveldwach- ters maakte gebruik van zijn vuurwapen, waardoor de broer ernstig in den buik werd verwond. De andere Van der Beek is naar Zwolle overgebracht en in het huis van bewaring opgesloten. PER F1ETS VAN WEENEN NAAR BARENDRECHT. Ten huize van den heer M. L. v. d. Sloot, wonende aan den Achterzeedijk te Baren- drecht, vertoeven op't oogenblik de 21-jarige Joseph Dampl, voormalig pleegzoon van het echtpaar Sloot, en zijn vriend de 20-jarige Karl Patzeldt, uit Weenen. Deze jong'e mannen hebben de reis van Weenen naar Barendrecht in minder dan 8 dagen per fiets afgelegd. Vrijdag 8 Juni, des avonds half acht, vertrokken zij uit Weenen. Den Nacht en den daarop volgenden dag re- den zij aan een stuk door tot Aschaffenburg, een afstand van 350 KM. Den volgenden nacht werd gerust. Te Neurenber., werden zij een halven dag opgehouden. Daar van- daan vertrokken zij naar Coblenz, vervol gens naar Keulen, toen naar Tiel en van Tie! ineens door naar Barendrecht, waar zij 1.1. Zaterdag om vijf uur aankwamen en waar zij met groote blijdschap door vader en moe- der Sloot (zooals Joseph zijn pleegouders nog steeds noemt) werden ontvangen. De geheele reis hebben zij veel regen- en hagelbuien ge had. Donderdae- 28 luni vertrekken zij weei Q£T Lets. MET GRATIS GRENADINE SA US PUDDING EEN HEER LtJK NA CE RE CM T PUDDtNGFABR!EKGRON INGEIV

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 7