AMANDELTJES-
Rechtszaken
Binneniand
L. Frankenberg, Alkmaar.
Pi} ae rondvraag werd gewezen op <!e
koolduiven, die veei last veroorzaken bij de
koolplanten en vooral met den erwtenbouw
de premie er op stellen. Besloten werd 50
beschikbaar te stellen voor de eerste gescho-
ten duiven.
Op een vraag van den heer P. Zwetsman
of het gewicht op het veilingsbord gelost
moet worden, zeide de voorzitter dat er nog
geen besluit van het bestuur is.
Hierna sluiting met een woord van dank
aan den heer Hazeloop.
De Veendammer Hypotheekbank.
Zesde dag.
Gister zette de Vierde Kamer der Amster
damsche rechtbank de behandeling voort van
de strafzaak.
Gehoord werd thans alilereerst de heer P.
J. F. Kloppenburg, bankier te's Gravenhage.
Desgevraagd verklaarde getuige dat hij
een drietal jaren geleden de lucht er van
kreeg, dat 't bij de Veendammer niet goed
ging. Een tweetal jaren geleden werd hij uit-
genoodigd zich met de zaak te bemoeien,
daar't verkeerd ging en de zaken niet juist
behandeld werden. Getuige had't toen zeer
druk en daar hij de overtuiging had beko-
men, dat't zoo erg niet was, liet hij de zaak
rusten.
Later gaf getuige een weekblad uit en
daarin oefende hij kritiek op de Veendammer
uit en liet hij 'n ernstige waarschuwing hoo-
ren, dat het de verkeerde richting opging.
Verdachte J. J. Woltman heeft hem dit toen
kwalijk genomen, zeggende dat hij de zaak
benadeelde.
Een half jaar later kwam getuige in relatie
met Paardenkooper. Bij ten latere conferen-
tie is hij over de Veendammer gaan spreken.
Paardenkooper zeide, dat hij een groot aan-
tal aandeelen in d Veendammer had en dat
de zaak hem, getuige, zeer zou interesseeren.
Paardenkooper had gezegd, dat hij gaarne
den heer Meinema als directeur van de Veen
dammer benoemd zag en getuige had direct
den indruk gekregen, dat de heer Meinema,
die geen verstand had van hypotheekbankza-
ken, een vriend van Paardenkooper was en
dat Paardenkooper in hem iemand zag, die
zijn belangen zou behartigen. Paardenkooper
heeft zich daarin vergist.
Op 10 November 1927 werd de heer Mei
nema benoemd. Getuige trad op die vergade
ring op a1s gemachtigde, maar was zelf
geen aandeelhouder. Er is toen bezwaar ge-
maakt: getuige had niet mogen stemmen en
op die vergadering is de eerste wrijving ont-
staan.
Voorts deelde getuige mee, dat er boekhou-
ders van de Veendammer schenen te zijn, die
een levenslang pensioen hebben gekregen.
-Een dier boekhouders liet zich a1s volgt uit:
„Ik begrijp niet waar u zich mee bemoeit,
ik weet veel meer, ik zou maar oppassen. U
ruikt nu al naar amandeltjes". Het was,
voegde getuige er bij, in den tijd van de
cyaankali-vergiftigingen.
Nadat het bes'uit van de vergadering later
was aangetast, is op 15 December 1927 de
benoeming van den heer Meinema tot direc
teur bekrachtigd.
Getuige heeft op de vergaderingen gespro-
ken van oplichterij, bedriegerij en ten slotte
heeft hij zijn wederwaardigheden neerge-
legd in een rapport, dat hij op 2en Kerstdag
indiende. De indiening had plaats onder uit-
d ':elijk beding, dat het nog niet als offi-
c. ingediend zou worden beschouwd, want
guuige verwachtU, -dat de bedragen zou-den
worden teruggegeven. Tot 5 Januari van dit
jaar werden door getuige de onderhandelin-
gen gevoerd. Toen hij zag, dat het hopeloos
misging, verzocht hij de justitie de zaak ter
hand te nemen.
P res.: Was het u bekend, dat Lieber-
mann groote bedragen had genoten?
Get.: Ja.
Pres.: Was het uw doel om ce Veendam
mer voort te zetten?
Get.: Ja.
Pres.: Kon dit dan?
Get.: Ja. Ik herinner aan de Zuid-Holl.
Hypotheekbank, waarbij het ook wel is ge-
lukt. 't Ontbrak echter aan goeden wil. Ach-
ter de tafel zaten vier a vijf advocaten, die
den grootsten onzin debiteerden. Als ik hen
daarop attent maakte, dan begrepen de hee-
ren mij niet.
Pres.: Hebt u aan de heeren Woltman
gevraagd of zij bereid waien de bedragen,
die zij ontvangen hadden, terug te storten?
Get.: Ik herinner mij dat de heeren zich
bereid verklaarden pl.m. twee millioen te stor
ten tot zekerheid.
Pres.: Hebben zij u gezegd, dat zij inza-
gen onbehoor'ijk te hebben gehandeld?
Get.: In den aanvang erkenden zij dat
niet.
Pres.: Waren zij van meet af bereid het
ge'd terug te geven?
Get.: Oorspronkelijk waren zij daartoe
niet bereid, later wel. Zij motiveerden dit zoo,
dat zij te goeaer trduw de affaire hadden ge
daan en zich van geen schuld bewust waren.
Einde December, nadat ik ze met een ver-
volging had bedreigd, begonnen de Wolt-
mans te gevoelen, dat zij iets moesten doen
en verklaarden zij zich bereid de zekerheid
te stellen.
Woltman was reeds op weg naar de In-
cassobank, toen den 4en Januari mij het be-
richt bereikte, dat het faillissement van de
Veendammer was aangev.aagd. Zelfs tegen-
over Woltman wilde ik een behoorlijk man
blijven en ik heb toen tot hem gezegd: onder
deze omstandigheden wensch ik de storting
niet, want die wilde ik al'een ten behoeve van
de saneering der bank.
De onmooelijkheid om met Liebermann
iets te bereiken en de passieve tegenstand
van de advocaten, die niets anders d-eden
dan de zaak verkeerd voor te stellen, zijn
corzaak gewees-t dat ik op 26 December ge
zegd heb: de aanklacht gaat in zee.
Ik heb met Liebermann talrijke besprekin-
gen gehad. Daarbij waren tegenwoordig
mrs. Van Gigch, Spaargaren, Denekamp en
Schiirmann, en op deze bijeenkomst werden
door mij herhaaldelijk de meest krasse din-
gen gezegd. Ik heb de heeren gedreigd, dat
zij allemaal in aanraking zouden komen met
de gevangenis.
Op de bijeenkomsten werd gezegd, dat Lie-
beymann in onderhandeling was met een der
vijf grootste hypotheekbanken van Neder-
jland- en daarvan de meerderheid der aandee
len ia handen zou kriigen, ed au stelde ik mijWoltman Drivd en de Dismntohank. waarbii
voor dat als Liebermann dit aandeelenbezit,
zijn aandeelenbezit van de Noord-Holl. Hy
potheekbank enz. ter beschikking zou stellen,
dit een prachtige oplossing zou wezen.
Op een menu want deze bespreking had
plaats tijdens de lunch in een hotel werd
het contract geschreven.
Toen op een volgende vergadering mij
werd toegevoegd, dat ik mij verbonden had,
gevoelde ik dat de heeren mij partij wilden
stellen en toen heb ik tot mr. Van Gigch ge
zegd, -dat dat niet de bedoeling was. Hierop
heb ik een brief uiteengezet wat ik met de sa
neering bedoelde.
Bij zijn verder verhoor deelde getuige me-
de, dat mr. Schiirmann hem, toen hij dezen
een verwijt maakte van zijn optreden in deze
zaak, een optreden dat hij niet van hem had
verwacht, zeide, dat hij geld op de tafel had
gezien en dat hij een borgtocbt van een Vnil-
lioen gelezen had. Bij de besprekingen waren
o.a. aanwezig mrs. Van Gigch en Schiir
mann en getuiges indruk was, dat zij't alien
met elkaar eens waren, doch dit niet lieten
blijken, „omdat zij alien boter op hun hoofd
hadden."
Liebermann verklaarde volgens getuige,
dat alle advocaten een ton genoten hadden.
Hem werd twee ton aangeboden. Getuige zei
toen: dat als Liebermann bereid was achter
de twee ton een nul te zetten, hij dat bedrag
gaarne ten behoeve van de pandbriefhouders
zou aanvaarden.
Getuige verklaarde verder, dat hij, toen hij
met zijn saneeringsplan te voorschijn kwam,
van al-.'e kanten saneeringspogingen werden
voorgesteld.
Ook zei getuige desgevraagd, -dat hij over-
tuigd is, dat Paardenkooper een contract van
tien millioen zou hebben geteekend, als hij
van een surseance van betaling had kunnen
afkomen, maar dat hij aan den anderen kant
de ernstige wil voorzat om de zaak in het rei-
ne te brengen. 't Was een dier menschen, die
den een-en dag failliet verklaard kunnen war
den, maar je den volgenden dag in een- Roll
Rovce tegemoet rijden.
Mr. K o k o s k y Hebt u provenu uit de
zaak getrokken.
Get.: Niets. Ik wensch uitdrukkelijk te
constateeren, dat ik de eenige ben, die niets
gehad heb.
De curator mr. A. S. van N i e r o p ant-
woordt op een vraag van mr. Muller Massis,
dat hem niets bekend is van een pension-ee-
ring voor het leven van boekhouders -der
Veendammer.
Mr. Van N i e r o p constateerde dat een
saneering voor 100 pCt. van de Veendammer,
die van 1925 in zeer deplorabelen toestand
verkeerde en waaruit millioenen waren ge-
haald, onzin is. Hij verklaarde den heer
Kloppenburg als een gevaariijk mensch te be-
schouwen om twee redenen. In de eerste
plaats omdat het onwaar is dat ook een dier
vijf grootste hypotheekbanken haar aandee
len aan Liebermann had aangeboden.
In de tweede plaats achtte mr. Van Nierop
den heer Kloppenburg een gevaariijk man,
omdat hij het .hier doet voorkomen, dat hij
zoo buitengewoon opkomt voor de belangen
der pandbriefhouders, terwijl hij hem op
Januari in het Paleis van Justitie verzeker-
de: Ik ben allang bezig de kleine hypotheek
banken bij elkaar te brengen, t.w. de Veen
dammer, de Gooische Hypotheekbank, de Hy
potheekbank Noord-Holland en de Midden-
standshypotheekbank.
Verdachte J. P. H. Woltman verklaar
de herhaaldelijk geweigerd te hebben om met
getuige Kloppenburg in relatie te treden. Ook
zijn vader nam difstandpunt in. Altijd heeft
verdachte zich als te goeder trouw be
schouwd en toen later bleek, dat de gelden
door Liebermann waren weggehaal-d, heeft
hij weerstand geboden aan de dreigementen
van getuige Kloppenburg en absoluut gewei
gerd de coupons te betaken. Wel verklaarde
verdachte zich bereid mede te werken aan de
saneering, mits men hem dui-delijk maakte
dat de saneering kon plaats hebben.
De verdach e J. J. Woltman verklaarde
ook steeds te hebben geweigerd om de cou
pons te betalen, doch bereid te zijn geweest
om aan de saneering mede te werken. Wat
hij echter weigerde was, de gelden aan Klop
penburg af te dragen.
(In dit verband wordt een brief van ver
dachte J. J. Woltman aan J. P. H. Woltman
voorgelezen, waaruit volgens president mr.
Meckmann blijkt, dat hij heelemaal niet
aan saneering van de Veendammer dacht).
Volgende getuige d-e heer B. P. ter Laag,
candidaat-notaris te Heemstede, die van 1925
tot 25 Juni 1927 commissaris van de Veen
dammer is geweest. Deze getuige verklaarde
o.m., dat bij het verleenen van hypotheken op-
pervlakkig en eigenmachtig werd te werk ge-
gaan en dat hij als douceur voor zijn aftre-
den als commissaris op 25 Juni 1927 25
rnille obligaties van de Veendammer ontving;
deze werden echter in onderpand gehouden,
daar hij nog een schuld aan verdachte Wolt
man te betalen had.
Getuige deed voorts mededeelingen over
verschillende posten. Blijkens een kasstuk zou
verdachte J. j. Woltman uit een transac-tie
Bandoeng te Haarlem 20.000 gekregen
hebben en uit een andere transactie
21.850.
Verdachte J. J. W o 11 m a n zei't zich
niet te herinneren.
Vervolgens werd mr. L. va n Gigch Jr.
voorgeroepen.
Pres.: Zou u een authentieke interpreta-
tie kunnen geven hoe het zit met het contract,
gesloten tusschen Woltman en de Disconto-
bank over iets dat plaats zou vin-den tusschen
de Discontobank en de Veendammer, zooals
die was na de bestuurswisseling?
De president las dit contract voor.
Mr. Van Gigch Het contract is opge-
maakt in overleg met Woltman c.s.
Pres.: Daar had Woltman niets over te
zeggen. Hij was geen director meer.
Hij zou betalen met activa van de Veen
dammer zonder de Veendammer daarin te
kennen. 't Was een overeenkomst tusschen
overeengekomen werd dat de Veendammer in
betaling zal nemen een vordering van de
Discontobank. Dat kan niet.
Mr. Van Gigch: Ik moet mij streng
houden aan wat besproken is en mijn stand-
punt betreffende het ambtsgeheim.
Pres.: Hoe kunt u onderscheidi maken
tusschen den inhoud van h-et contract en wat
Besproken is, zoodat u aan den eenen kant
iets kunt zeggen en aan den anderen kant u
kunt beroepen op het ambtsgeheim?
Er is nog een- ander ding, waar u mij ant-
woord op moet geven, een ding dat mij van
alles het meest getroffen heeft. Mr. Schiir
mann heeft verklaard, dat u hem geen kennis
gegeven hebt, n-och van het contract, waarbij
de aandeelen aan de Discontobank werden
overgedragen, noch van het contract, waar
bij de aandeelen door de Discontobank aan
Schim van der Loeff werden overgedragen,
noch van het kassierscontract, waarbij de
Discontobank de heele Veendammer kon leeg-
halen.
Dit zijn contracten, die u hebt opgemaakt.
Beide contracten konden, objectief be
schouwd, van den grootsten invloed zijn op
de beslissing van de heeren Woltman "of zij
de zaak moesten aangaan of van de beslis
sing van mr. Schiirmann hoe zijn advies aan
de heeren Woltman moest luiden. Dat geeft
u mij toe?
Mr. Van Gigch: Objectief beschouwd
zou't van den grootsten invloed kunnen zijn
Pres.: Neen, m o e t e n zijn. Er zijn, ob
jectief beschouwd, twee contracten, die van
het grootste belang waren voor de beslissing
of de overname van de Discontobank zou
kunnen plaats vinden en voor het advies van
mr. Schiirmann. Vond u het niet hoogst onbe-
hoorlijk, dat u dergelijke contracten sloot,
zonder mr. Schiirmann daarvan in kennis te
stellen? Hieruit volgt, dat u of mr. Schur-
man onwaarheid- hebben gesproken, of dat u
onbehoorlijk bent opgetreden. Wat ik u
vraag, is een persoonlijke vraag, die u betreft
en die mr. Schiirmann betreft.
Mr. Van Gigch: Ik heb u de vorige
maal op dezelfde vraag al als mijn meening
gezegd, dat ik in het algemeen gewoon ben,
van alle contracten kennis te nemen en ik heb
de conclusies, die u trok, voor uw r-ekening
gelaten.
Pres.: .Ik heb op de vraag die i-k stelde,
nog geen antwoord ontvangen. Ik zou van
u w confreres wel eens will en hooren of zij
van meening zijn, dat mijn vraag niets met
de zaak te maken heeft.
Mr. van Gigch Ik heb over deze zaak
zeer ernstig nagedacht en haar ook zeer ern-
stig besproken met vooraanstaande personen.
Al wat ik gedaan heb, heb ik gedaan als ad-'
vocaat. Het is niet de vraag of mijn hande-
lingen in het belang waren van Liebermann
of niet, want het ambtsgeheim berust niet en-
kel op het belang van een client, maar ook op
het belang van mijn beroep. Ik heb, zooals
gezegd, zeer ernstig over de zaak nagedacht
•Het feit dat ik mij herhaald-elrk op het
ambtsgeheim heb beroepen, heeft mij de" meest
onaangename oogenblikken bezorgd. Men
heeft van mij in serieuze bladen gezegd, dat
ik mij verschool achter het ambtsgeheim en
er zijn verklaringen van getuigen, die slechts
de halve wa-arheid vertelden, omdat zij zich
yeilig waanden, wijl ik toeh niet zou spre
ken. Maar ook dit mag mij niet weerhoud-en
om vast te houden aan het grondbeginsel van
mijn beroep, d.i. het absolute vertrouwen.
Om dit absolute vertrouwen zijn geen
grenzen te trekken en daarom acht ik he£ ter
vermijding van alle moeilijkheden, beter bij
het absolute standpunt te volharden.
P r e s.Dus u blijft er bij, dat u zich op
uw ambtsgeheim beroept?
Mr. Van Gigch Ja.
Mr. Van der Meer: Hoe kwam u er
toe op de buitengewone vergadering van aan-
deelhouders van 24 Juni 1927 het speechje te
houden waarbij hulde gebracht werd aan
Woltman en u zei dat de Veendammer de ver-
gelijking met andere hypotheekbanken zeer
goed kon doorstaan?
Mr. Van Gigch: Dat heb ik op verzoek
gedaan. Woltman was zeer vele jaren direc
teur van -de Veendammer, die hij als zijn le-
venswerk beschouwde.
Als ik alles geweten had, zou ik het
speechje niet gehouden hebben.
Mr. Van der Meer Was het uw be
doeling om het zoo mooi voor te stellen, op-
dat Kortenoever het contract zou teekenen?
Mr. Van Gigch: Mijn bedoeling was
niets anders dan een beleefdheidsformule.
Mr. Vander Meer: Kortenoever heeft
tot op het laatste oogenblik bezwaren gehad
tegen het teekenen van het contract. Als u
gezegd had: Woltman is een goeie man",
dan was't wat anders, maar waarom moest
u zeggen: de bank is zoo goed?
Pres.: Den vorigen keer hebt u gezegd,
dat u f 30.000 salaris genoten hebt. Maar er
zijn andere cijfers genoemd. Was het bedrag
dat u van Liebrmann genoten hebt, niet
grooter?
Mr. Van Gigch Het is iets grooter,
maar daar zeg ik bij, -dat ik tal van andere
zaken voor Liebermann heb behandeld. In to-
taal heb ik met inbegrip van de voorschotten,
bruto voor alles ontvangen 55.000.
Het O. M., mr. R e i 1 i n g h verzocht voor-
lezing van brieven van prof. mr. Paul Cop-
pens uit Brussel, Liebermann's advocaat, en
van mr. Boon te's Gravenhage.
Blijkens diens epistel had prof. Coppens op
14 Juni j.l. een lang onderhoud met Lieber
mann. Deze beklaagde zich toen over de han-
delingen van Nederlandsche advocaten, mrs.
Van Gigch, Denekamp, Spaargaren en
Schiirmann, die zich als echte vampyrs ge-
droegen. Volgens Liebermann hadden zij
400.000 genoten, ieder 100.000. Paar
-denkooper had volgens hem 250.000, ja
nog meer ontvangen.
Mr. Boon schreef, dat prof. mr. Coppens
hem bevestigde, dat hij -de bedragen had uit-
betaald. Met verbazing vernam hij de verkla-
ring van mr. Van Gigch, dat deze slechts
30.000 saJaris had ontvangen. Prof. mr.
Coppens verklaarde geen bezwaar te hebben,
te komen bevestigen, dat mr. Van Gigch
100.000 had ontvangen.
Mr. Van Gigch: Ik kan niet weten wie
van de twee hier liegt. Wanneer Coppens de
waarheid heeft gesproken, heeft Liebermann
gelogen. Ik heb 55.000 bruto ontvangen en
al het andere is een pertinente onwaarheid.
Mr. R e i 1 i n g h Ik ben het eens, dat er
een afwijkende verklaring is. De verklaring
van prof. Coppens wordt echter versterki
door die van mr Boon. Over dit punt zou ik
een nader onderzoek wenschen. Mocht de
rechtbank, overeenkomstig art. 293 Wetboek
van Strafvordering, op dit punt een nader
onderzoek gelasten, da-n is het, geloof ik,
niet noodig de zaak zelve te schorsen.
Mr. Van Gigch: 't Blijkt dat elke ver
klaring afkomstig is alleen van Liebermann.
Wanneer hij het heeft gezegd, is het daarom
nog niet juist. Wenscht de rechtbank een na
der onderzoek, dan gaarne.
Mr. R e i 1 i n g h Ik ben het met mr. Van
Gigch eens, dat d mededeelingen uit den ko-
ker van Liebermann komen, maar die mede
deelingen worden versterkt door de aanteeke-
ningen die direct gemaakt zijn.
Pres.: De verhouding tusschen uw sala
ris en dat van mr. Schiirmann is zonderling.
Mr. Van Gigch Dat'vind ik ook, maar
dat moet mr. Schiirmann uitmaken.
De rechtbank
kamer.
begaf zich hierop in raad-
Na geruimen tijd in raadkamer te zijn ge
weest, gaf de rechtbank als haar beslissing,
dat een gerechtelij'; onderzoek moet plaats
vinden naar de-vraag, of getuige mr. Van
Gigh zich schuldig heeft gemaakt aan mein-
eed.
Hierna werd met het getuigenverhoor
voortgegaan.
Getuige W. Hagen verklaarde commis
saris te zijn geweest van de Discontobank
voor Credietinstellingen. Getuige trok zich
echter spoedig terug, omdat hij van de zaken
niets begreep.
Tusschen Van der Toorn en Lebermann be-
stond er een zeer vriendschappelijke verhou
ding. Ten opzichte van mr. Kortenoever was
Liebermann het idee to-egedaan, dat hij Kor
tenoever voor alles gebruiken kon.
Overigens beschikte Liebermann over
groote relaties.
Nog verklaarde getuige, dat op de verga
dering waarop mr. Denekamp tot directeur
der Discontobank benoemd werd, hij en de
notaris de eenige aanwezigen waren! Hij
heeft toen het bijttje er bij neergelegd.
Getuige J. van Schuppen, makelaar
te Utrecht, verklaarde in opdracht van den
heer Van der Ven te Rotterdam naar den ver
dachte J. J. Woltman te zijn gegaan om de
aandeelen van de Veendammer te koopen.
Verd. Woltman verklaarde bij die gelegen-
heid, dat verd. twee millioen daarvoor vroeg,
wat hij baseerde op het volgende: er werd
een ton per ja-ar verdiend; ik heb bovendien
acht millioen pandbrieven in omloop, die op
60 pCt. staan; komt er nu een sterke groep,
die de aandeelen noodig heeft, dan is het mo-
gelijk dat de aandeelen naar boven loopen en
er blijft nog een agio van twee millioen over.
Pres.: tot getuige Van SchuppenHebt
u niet gezegd, dat verdachte J. J. Woltman
met de aandeelen leurde?
Get. Van Schuppen: Neen.
Pres.: Mr. Van Nierop zegt het.
Te kwart over zevenen werd de zitting ge-
schorst tot a.s. Zaterdag.
DE NIEUWE BURGEMEESTER.
Hartelijkheid is maar alles!
Te Ouwerkerk bij Zierikzee is de nieuw-
benoemde burgemeester, de heer J. Romeyn
Jz., gei'nstalleerd. W-ethouder van de Stolpe
•moest hem als oudste wethouder installee-
ren. In zijn installatie-rede zei hij o.a-. het
volgende:
„lk wil niet nalaten te zeggen, dat ik dit
niet met veel geestdrift doe, omreden ik, ook
sollicitant naar h-et ambt, de benoeming
gaarne zeif had ontvangen, temeer nog,
daar op een klein gedeelte na de geheele ge
meente heeft m-ed-egewerkt, om mij benoemd
te zien. Nu dit anders is uitgevallen, is het
voor mij een groote tegenslag.
Evenwel, u zijt benoemd en nu gij uw
taak als burgemeester aanvaard hebt, wil ik
hop-en, dat gij in alle opzichten een goed
burgemeester moogt zijn".
E-en andere spreker, zeker-e heer de Later,
feliciteerde ook den burgemeester met zijn
benoeming, maar „drukte er zijn spijt over
uit, dat de heer van de Stolpe niet is be
noemd, wijl deze behoort tot een familie,
welk-e steeds te Ouwerkerk is gebleven",
Een blijde inkomste!
HET HERV. ZUIDERZEEFONDS.
Dinsdag heeft te 's-Gravenhage, onder
voorzitterschap van dr. J. R. Slottinaker de
Bruine de Commissie voor de Stoffelijke be
langen der Ned. Herv. Kerk in het droog te
leggen Zuiderzee-gebied (Zuiderzee-fonds)
vergaderd.
Na de afdoening van eenige huishoudelijke
zaken kwam de verhouding dezer commisie
tot de Alg. Synode aan de orde, met betrek-
king tot vier punten. Te nerste was daar-
onder het vraagstuk van het beheer der gel
den.
Aan de Synode is thans geschreven, dat de
Commissie zich zelve volkomen bevoegd acht
om de door haar bijeen te brengen gelden
ook zelve te beheeren.
B-elangrijker is het tweede punt, n.l. de be-
steding der bijeen te brengen gelden. Het kan
bezwaarlijlc anders verondtrsteld worden dan
dat de commissie samenwerking met de be-
stuursorganen in de Hervormde Kerk en met
de Algemeene Synode in het bijzonder voor
haar arbeid onmisbaar acht.
In art. 1 van den stichtingsbrief van het
Zuiderzee-fonds staat daii ook, dat de stich-
ting haar werkzaamheden verricht „in over-
leg met de Alg. Synode of met de door haar
aan te wijzen organen", welke gedachte nader
wordt uitgewerkt in art. 3 van den stich
tingsbrief.
Het derde punt is de vraag bij welk orgaan
of adres van hervormde gemeenten in de toe-
komt gelden moeten worden gestort. Hierach-
ter ligt de vraag, of de nieuwe gemeenten op
dezelfde wijze een afzonderlijk beheers- of be-
stuursorgaan zullen hebben, zooals over het
algemeen het geval is in de bestaande her
vormde gemeenten
De commissie sdaai on het stondnunt dat
zi] aan de nieuwe gemeenten zelve overiaatl*
besilssen, waar haar adres zal zijn voor hel
beheer harer gocderen.
Het vierde punt is dat der Rijkstraktemen-
ten.
De Commissie is van oordeel, dat deze aan-
gelegenheid ligt buiten het terrein harer be-
moeienissen.
In bovenstaanden zin is thans een brief tot
de Alg. Synode gericht.
Hierna kwam het tweede punt van de
agenda aan de orde, n.l. dat van de propa
ganda en der geldinzameling. Besloten werd,
een boekje te verspreiden, waarin het belang
en de roeping van de herv. kerk ten opzichte
van het droog te leggen gebied zal worden
uiteengezet.
Men zal zich voorts wenden tot de kerk-
voogden, en aan de kerkeraden verzoeken, zoo
mogelijk op den eersten Zondag in October
bij de goctsdienstoefening een colecte voor
het Zuiderzee-fonds te doen houden. Aan den
vooravond daarvan zal de voorzitter der
Commissie over dit onderwerp een radio-toe-
spraak houden.
GROOTE COUPEKOFFERS.
REIS- EN 7ACANTIEKOFFERi.
GEPANTSERDE HUTKOFFERS.
NEDERL. BAKKERSBOND.
Jaarvergadering te Enschede.
De Nederl. Bakkersbond hield Woensdag
te Enschede zijn algemeene vergadering.
De bondsvoorzitter, de heer F. C. Stahle,
hield de openingsrede, waarin hij sprak van
de slechte toestanden in de Nederlandsche
bakkerswereld. In't bijzonder is de voortdu*
rende strijd om de broodprijzen bedenkelijk.
Den secretaris, den heer G. J. Bokhorst,
werd op voorstel van het bestuur, eervol ont-
slag verleend.
Uit de verslagen blijkt, dat het ledental
vrijwel stationnair bleef. Het kapitaal be-
droeg op 31 Dec. j.l. 41.539.
De verlies- en winstrekening sloot met een
bedrag van 21,093, waarbij een voordeelig
saldo van 478.
De verslagen werden goedgekeurcL
Het voorstel om de contributie van 5 op
7 te bepalen werd aangenomen met 835
tegen 764 stemmen.
De begrooting voor 1929 werd vastgesteld.
De heeren C. D. van Nopper, G. C. Mulder
en W. Pieffers werden als bestuursleden hers
kozeu
De heer F. C. Stahle werd bij acclamatie
herkozen als voorzitter.
Vervolgens werd behandeld het voorstel
van het algemeen bestuur om voor den vers
volge vast te leggen, dat de algemeene bonds.,
vergadering uitsluitend daar zal worden ge»
houden, waar, als er een bakkerijtentoonstel-
ling aan verbonden wordt, deze tentoonstels
ling op Zondag gesloten is.
De afgevaardigde van Zutphen was tegen
het voorstel, daar naar het oordeel der afaee-
ling de nei traliteit van den bond wordt ge--
schonden. Het houden'van tentoonstellingen
is het werk van plaatselijke vereenigingen.
Spr. achtte het voorstel overbodig en stelde
voor het niet in behandeling te nemen even-
als het volgende voorstel betreffende het
organiseeren van een tentoonstelling door
den bond
Het voorstel Zutphen werd aangenomen
met 813 stemen voor en 621 tegen.
Op voorstel van den Zeeuwschen bond
werd besloten een permanente commissie voor
vakonaerwijs in te stellen
Aangenomen werd een voorstel van het
algemeen bestuur om het Adviesbureau zoo
te wijzigen, als in het prae-advies van het
centraal bestuur op het rapport van de com
missie voor het adviesbureau werd voorge
steld.
Voorts werd aan het centraal bestuur op-
gedragen nadere voorstellen uit te werken
ten opzichte van algeheele reorganisatle en
deze aan het algemeen bestuur voor te leg
gen.
Na eenige discussie werd op voorstel van
het alg. bestuur besloten om samenwerking
te zoeken met de Vereenigingen van Meelfa-
brikanten, meelhandelaren, meelimporteurs
enz. ter bestrijding van de oneerlijke concur
rentie.
DE KONINGIN NAAR
AMSTERDAM.
De koningin zal na terugkeer uit het bui-
tenland in verband met de Olympische spelen
een gastmaal en een avondreceptie in het ko-
ninklijk paleis te Amsterdam geven.
Thans wordt medegedeeld, dat het gast
maal zal worden gehouden op Maandag-i
avond 6 Augustus en de avondontvangst op
Woensdag 8 Augustus.
VERZET TEGEN DE POLrTIE.
Gistermorgen zou iemand, Van der Beek,
genaamd, wonende Oudleusdenerveld, gem.
Dalfsen, door twee rijksveldwachteis worden
opgehaald voor 't ondergaan van hechtenis,
omdat hij een bo'ete niet had betaald. Van
der Beek verzettte zich hevig, daarin bijge-
staafi door zijn broer. Een der rijksveldwach-
ters maakte gebruik van zijn vuurwapen,
waardoor de broer ernstig in den buik werd
verwond.
De andere Van der Beek is naar Zwolle
overgebracht en in het huis van bewaring
opgesloten.
PER F1ETS VAN WEENEN
NAAR BARENDRECHT.
Ten huize van den heer M. L. v. d. Sloot,
wonende aan den Achterzeedijk te Baren-
drecht, vertoeven op't oogenblik de 21-jarige
Joseph Dampl, voormalig pleegzoon van het
echtpaar Sloot, en zijn vriend de 20-jarige
Karl Patzeldt, uit Weenen.
Deze jong'e mannen hebben de reis van
Weenen naar Barendrecht in minder dan 8
dagen per fiets afgelegd. Vrijdag 8 Juni, des
avonds half acht, vertrokken zij uit Weenen.
Den Nacht en den daarop volgenden dag re-
den zij aan een stuk door tot Aschaffenburg,
een afstand van 350 KM. Den volgenden
nacht werd gerust. Te Neurenber., werden
zij een halven dag opgehouden. Daar van-
daan vertrokken zij naar Coblenz, vervol
gens naar Keulen, toen naar Tiel en van Tie!
ineens door naar Barendrecht, waar zij 1.1.
Zaterdag om vijf uur aankwamen en waar
zij met groote blijdschap door vader en moe-
der Sloot (zooals Joseph zijn pleegouders nog
steeds noemt) werden ontvangen. De geheele
reis hebben zij veel regen- en hagelbuien ge
had. Donderdae- 28 luni vertrekken zij weei
Q£T Lets.
MET GRATIS GRENADINE SA US PUDDING
EEN HEER LtJK NA CE RE CM T
PUDDtNGFABR!EKGRON INGEIV