DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Sfoomerij en Ververij van S.KROM Wij levsren U het beste EEN TENTOONSTELLING TEN BATE DEB SLECHTHOORENDEN. wo. 142 T>7T nomine? nestaat ait 3 Dladea. Honderd dertigste Jaargang 1928 Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feesfdagen, uifgegeven. Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden voor Alkmaar 2.—franco door het geheele Rijk /2.50. Afzonderlljke en bewTjjstiummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTlfiN: Per regel /0.25, bij groofe contracten rabat. Groote letters naar plaatsrufrnfe. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h HERMs. COSTER ZOON. Voordam C9. Directeur: G. H. KRAK. ZATEKDAO Telef.nr. Administratfe 3. Telefoonnr. Redactie 33. Postgiro 37060. Hoofaredacteun Tj. N. ADEMA. 23 Jl \l De afdeeling Alkmaar van de Vereeniging tot bevordering van de belangen van Slecht hoorenden zal op 29 en 30 Juni a.s in het gebouw der Vrijzinnig Hervormden op de Heul een tentoonstelling van hoorinstrumen- ten houden en heeft ons verzocht op deze plaats eens de aandacht op de belangen der slechthoorenden in het algemeen en op deze tentoonstelling in het bijzonder te will en ves- tigen. Een v'erzoek waaraan wij graag voldoen omdat het ook ons wit voorkomen, dat het werk van deze sympathieke vereeniging wat imeer bekend moot worden om in nog breede- ren kring waardeering en steun te kunnen vinden. Het is nog niet zoo lang geleden, dat wij op deze plaats de aandacht voor een andere ca- tegorie hulpbehoevenden hebben gevraagd. Wij hebben toen propaganda voor een uit- voering ten bate der blinden gemaakt en om dat die uitvoering zoo in alle opzichten ge- Blaagd is en men dus algemeen blijk heeft gegeven, den arbeid ten bate dezer misdeel den te willen steunen, vertrouwen wij, dat de ingezetenen dezer gemeente ook niet ten ach- ter zullen blijven als hun belangstelling ge vraagd wordt voor een categorie gebrekkigen, waaronder er zoo velen zijn, die in den strijd om het bestaan zonder anderer hulp het hoofd niet boven water kunnen hcuden. Het is eigenaardig, maar toch ook wel weer verklaarbaar, dat men over het alge meen meer medelijden met blinden dan met dooven heeft. Dat komt omdat een blinde veel meer den indruk van hulpbehoevendheid maakt, doordat hij steeds iemand bij zich moet hebben, die over hem waakt en hem in staat St' i arbeitf te verrichten. En een slechthoorende, zelfs al hoort hij heelemaal niets, kan toch in zijn optreden een zorgeloozen indruk maken en men wordt zijn gebrek eerst bewust wanneer men nader met hem in contact komt. Dit dient erkend, dat de blinde veel onge- lukkiger is dan de doove. De eerste behoeft in den regel op geen verbetering in zijn toe- stand te hopen, de laatste kan profiteeren ran alle instrumenten, die de wetenschap heeft uitgevonden om aan zijn kwaal tegemoet te komen en, zelfs wanneer hij stokdoof mocht zijn, kan hij zich nog het liplezen en het handalphabet eigen maken en daardoor con tact met zijn omgeving blijven behouden, Maar, met dat al is een slechthoorende een onvolwaardige arbeidskracht en, waar voor volwaardige krachten de strijd om het bestaan al buitengewoon moeilijk is, zal het duidelijk zijn, dat de slechthoorende op be- denkelijke wijze gehandicapt is. Er is een categorie menschen, die bijzonder belang stelt in alles wat voor de slechthoo renden gedaan wordt, dat zijn de slechthoo renden zelf. Zij beseffen het beste wat zij tekort komen, zij begrepen ook, dat aaneensluiting nood zakelijk was om hun belangen meer op den voorgrond te doen treden en als gevolg daar- van werd in 1911 te's Gravenhage de Ver eeniging tot bevordering van de belangen van Slechthoorenden opgericht waarvan in 1922 de Afdeeling Alkmaar tot stand kwam. Het doel der Vereeniging is niet in twee iwoorden te zeggen. Zij beoogt de bevordering van medische behandelingen en de bestrijding der kwakzal- verij, de verstrekking van gehoorapparaten, het liplees-ondervijs, de verbetering van de spraaic en de verspreiding van het hand- alphabet. Zij bevordert het gebruik van rij- wielschilden en draagpenningen, het geven van lager onderwijs aan S. H. kinderen, zij Btreeft naar vakonderwijs, naar arbeidsbe- middeling en werkverschaffing, zij schept in haar Landhuis te Lunteren gelegenheid tot ontspanning, rust en bezigheid, zij houdt ge- zellige bijeenkomsten met gebruik van een groepstelephoon, zij sticht ontwikkelings- clubs, organiseert cursussen in't maken van speelgoed en zij richt wandel- en leisclubs op. Bovendien voedt zij niet alleen de dooven op tot het waardig vervullen van hun plaats in leven en maatschappij, maar ook de hoo- renden tot een liefdevollen en begrijpenden omgang met dooven en slechthoorenden Vanaaar dan ook, dat dit artikeltje niet al leen voor de dooven maar ook voor de hoo- renden wordt geschreven. Voornamelijk waar het doove kinderen be treft is de Vereeniging actief om zoo spoe- dig mogelijk medische hulp te doen inroepen omdat de ervaring wel geleerd heeft, dat tij- dig ingrijpen menigmaal verergering der kwaal kan voorkomen. Vele kwakzal- vers met waardelooze gehoorapparaat- jes hebben hun netten gespannen om er de slechthoorenden in te vannm maar de Vereeniging is op dit gebied buitengewoon waakzaam en in haar orgaan „Naar het voile leven" worden de leden tijdig gewaar- schuwd tegen alle unfaire practijken. De jacht op kwakzalvers is het geheele jaar geopend en de Vereeniging beschikt over ervaren spoorzoekers en jagers om het den heeren oplichters -zoO moeilijk mogelijk te maken. Door het verkrijgbaar stellen van deugde- lijke hoorapparaten, en de cursftssen in liplezen en het handalphabet worden deze misdeelden minder afhankelijk van anderen en men streeft er naar instrumenten te ma ken, die minder opvallend zijn dan de tot dus- ver gebruikte, zoodat de doove zijn gebrek niet meer zoo openlijk behoeft te demonstree- ren. De man of vrouw, die op vergaderingen een reusachtige koperen pollepel of een soort trekpotje aan zijn oor zet, is uitdentijd en zal verstandig doen zich een minder zichtbaar apparaatje aan te schaffen. Wat het onderwijs aan dooven betreft, valt er nog heel wat te verbeteren. In's Gravenhage, Amsterdam en Rotter dam is door de krachtige propaganda der dooven een school voor slechthoorende kinde ren in het leven geroepen, voor kinderen dus, die remmend op den voortgang van het on derwijs in de gewone lagere scholen werkten en zelf daarvan niet voldoende konden profi teeren. Op hun eigen scholen ontvangen zij niet alleen onderwijs volgens een aparte methode, maar worden zij bovendien geoefend in alles wat hun omgang met goedhoorenden kan vergemakkelijken. Het rut van dergelijke scholen is zoo voor ieder te begrijpen, dat het slechts verwonderen kan, dat voor doove of slechthoorende kinderen nog steeds niet de leerplicht is voorgeschreven. Vakonderwijs voor grooteren en volwasse- nen men denke hierbij ook eens aan hen, die op lateren leeftijdl doof worden wordt als buitengewoon noodzakelijk erkend, maar helaas ontbreken nog de middelen om de scholen hiervoor in het leven te kunnen roe- pen. Men kan nog slechts voor arbeidsbemidde- ling. en werkverschaffing zorgen en ook dat is een heel ondankbaar werkje, want waar het voor volwaardige arbeidskrachten al zoo moeilijk is werk te vinden, daar is dat nog veel lastiger voor dooven en slechthoorenden Zij visschen bijna altijd achter het net en men bedenkt te weinig hoe deze menschen juist bijzonder geschikt zijn voor arbeid waarbij concentratie van gedachten vereischt wordt. Het is begrijpelijk, dat een doove candidate niet voor telephoonjuffrouw of stenographe geschikt is, maar er zijn tallooze andere be- trekkingen waar het niet zoozeer op het ge- hoor als wel op de noodzakelijkheid aan- komt, dat de candidaat zich bij zijn werk niet door zijn omgeving laat afleiden. Wanneer men nagaat hoe slechthoorende kinderen op de daarvoor bestemde scholen geregeld onder medische behandeling staan. hoe zij daar niet langer als abnormalen maar als volwaardige leerlingen beschouwd wor den, hoe zij onder lotgenootjes weer gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen krijgen, hoe zij weer bruikbaar voor het latere leven gemaakt worden, dan mag men het betreu- ren, dat de regeering bij de wijziging van de leerplichtwet bij het buitengewoon onderwijs niet beter voor de belangen dezer misdeelde kleinen gezorgd heeft. Nu is hun lot vaak allesbehalve benijdens waardig en zeker is dat het geval met hen, die op ouderen leeftijd doof werden, die lang- zamerhand bespeuren, dat zij hun betrekking niet meer kunnen vervullen, die alles doen om hun omgeving te laten gelooven, dat het ge brek hun niet hindert, maar die onafwend- baar den dag van hun ontslag zien naderen en weten, dat het uiterst moeilijk zal vallen een gelijkwaardige betrekking terug te vinden Er wordt zoo dikwijls met de dooven ge- spot, maar bedenkt men wel eens hoe het hen te moede moet zijn wanneer zij langzaam maar zeker het contact met hun omgeving verliezen en aan zich zelf worden overgela- ten? Geen wonder, dat dit veler leven verbit- tert en geen wonder ook dat de Vereeniging zich tot taak gesteld heeft niet alleen de dooven te helpen, maar ook de hoorenden tot een liefdevoller en begrijpender omgang met deze lichamelijk misdeelden op te voeden. Gelukkig hebben de slechthoorenden in hun rustoord, het landhuis, in hun wandel- en reisclubs en in velerlei gezellige bijeen komsten gelegenheid elkander te ontmoeten en dit onderling verkeer, dit vereenigingsle- ven schenkt steeds weer nieuwe kracht tot berusting in het onvermijdelijke. De slechthoorenden hebben een Centraa) Magazijn voor gehoorapparaten opgericht, dat onder leiding staat van mej. Tine Mar cus, de zoogenaamde Moeder der Dooven.1 die zelf slechts door liplezen kan opnemen wat tegen haar gezegd wordt. Zij is het le- vend voorbeeld, dat een doove, die ernstig wil aanpakken zich zoo kan ontwikkelen, dat hij lichamelijk noch geestelijk minder dan een goedhoorende behoeft te zijn. Mej. Marcus op lateren leeftijd doof ge- worden, heeft zich zoo geoefend, dat zij door liplezen geregelde gesprekken kan voeren en zij heeft in haar- magazijn een keurcollectie goede hoorinstrumenten verzameld, die voor slechthoorenden tegen den laagst mogelijken prijs beschikbaar gesteld worden. De handelaren, van wie de instrumenten worden betrokken, geven nog een korting waaruit.de onkosten bestreden worden en een instrumentenfonds gevormd wordt, waaruit in 1927 niet minder dan 109 onvermogenden aan een goed gehoorapparaat werden gehol- pen. In Soest is het centrum van dit magazijn gevestigd, van waaruit alles geleid en be- stuurd wordt en in bijna elke afdeeling zijn zoogenaamde proefkisten met gehoortoestel len aanwezig. Natuurlijk is Mej. Marcus steeds aanwe zig waar een tentoonstelling der instrumen ten haar gelegenheid biedt de clienten van goede voorlichting te dienen en zij zal onge- twijfeld ook in Alkmaar zijn als hier de vol- gende week een dregelijke tentoohsteling in het gebouw op de Heul wordt gehouden. De afdeelingen, en daaronder ook de af deeling Alkmaar, volgen het goede voorbeeld van de algemeene vereeniging natuurlijk zoo getrouw mogelijk na. In verschillende gemeenten zijn speciale ar- beidsbeurzen voor slechthoorenden opgericht, er worden maandelijks gezellige bijeenkom sten gehouden en zoo nu en dan wordt een wandeltocht georganiseerd. Hulp wordt ge boden aan tijdelijk in verlegenheid verkeeren- de leden en uit de afdeelingskassen worden gelden verstrekt aan minvermogende slecht hoorenden, die lessen in liplezen wenschen te ontvangen. Men verzoekt ons nog mede te deelen, dat op de a.s. tentoonstelling van alles aanwezig zal zijn behalve de „Breslauer gehoorcap- sule" die een vrijwel waardeloos instrument genoemd wordt. Wel zal er een grabbelmand zijn, wat nu juist geen speciale uitvinding voor slechthoo renden is, en er zal een kegelwedstrijd en een sjoelbakwedstrijd worden gehouden. Zoo doof is geen enkel lid of hij kan zien hoeveel kegels of schijven hij heeft geworpen. De tentoonstelling zal zuiver in het belang der slechthoorenden zijn. En nu moeten goedhoorenden niet denken, dat zij niet het minste belang hebben bij de verloting van een hoorinstrument, want men kan nooit weten of het nog niet eens te pas zal komen. Al bleef men voor doofheid gespaard, dan nog is er alle reden deze expositie, die vrij toegankelijk zal zijn, te steunen. Wij hebben hier boven uitvoerig uiteen ge- zet welk nuttig werk door de algemeene ver eeniging verricht wordt en hoe zij nog veel meer zou kunnen doen als zij slechts de be- schikking over voldoende contanten zou kun nen krijgen. Het is daarom, dat wij gaarne aan het ver- zoek voldoen, ook goedhoorenden op te wek- ken deze tentoonstelling te bezoeken, opdat door het welslagen daarvan meerdere steun verleend kan worden aan een organisatie die haar zegenrijk werk aan duizenden ongeluk- kigen ten goede doet-komen. Dagelijksch overziclii. DE STABILISATIIPLANNEN VAN POINCARe. Poincare's rede een groot suc- ces. Persstemmen. Zal hij af treden? Vandaag is de groote dag in Frankrijk! Vaandag zullen de wetsontwerpen betreffen- de de stabilisatie van den franc bij de Fran- sche Kamer worden ingediend! Wat zal het resultaat zijn? Zal Poincare de overwinning behalen? Naar alle waarschijnlijkheid wel. En dan zal de regeering sterk staan, de op posite ten spijt! Reeds Donderdag heeft Poincare in de Kamer een rede gehouden, waarin hij uiteen- zette, waarom hij zoo lang met de stabili satie gewacht heeft en waarom hij thans hiertoe meende te moeten overgaan en het denkbeeld van verdere revalorisatie meende te moeten opgeven. Het was zeer verstandig van hem, de poli tick in dit speciale geval ter zijde te schuiven en alleen naar de stabilisatie aan te roeren. Alleen wees hij er op, dat ook na de stabili satie de- politick der nationale eenheid niet minder noodzakelijk is dan tot dusver het geval was. Maar in elk geval zal het nood zakelijk zijn, die eenheid te bewaren tot de stabilisatie zelf zal zijn tot stand gekomen. Een stabilisatie. welke den economischen toestand van Frankrijk ongunstig zou be- inv'loeden, verklaarde Poincare uit den booze. Volgens een in 1926 uitgebracht rapport werd het vermogen van kapitaal-bezitters op 97 milliard francs geraamd, welk bedrag met 57 milliard toenam door de waardever- meerdering van den franc. Revalorisatie van de 8 milliard achterstallige rente zou een uit- gave van 12 milliard veroorzaken. Poincare meende dat de stabilisatie geen prijsstijging tengevolge zal hebben; de prij- zen zijn overigens zeer veel minder dan bij den aanvang der feitelijke stabilisatie en in het buitenland. Hieraan voegde Poincare toe. dat er geen sprake is van het hals over kop en zonder voorbehoud ratificeeren van de overeen- komsten van Londen en Washington. Frankrijk zou zeer gaarne de mogelijkheid van een regeling van de schulden in haar ge- heel ernstig onderzoeken, op voorwaarde dat de belangen van Frankrijk niet worden geschaad. Hij wees erop dat de buitenlandsche vlot- tende schuld geheel is verdwenen en de bin- nenlandsche verminderd tot 94.75 milliard. De voorschotten van de Bank aan den Staat verdwijnen geheel. Poincare besloot met het verzoek de stabi lisatie in nationale eendracht tot stand te brengen. De toejuichingen, waarmee zijn rede werd beantwoord, mogen wel den indruk geven, dat de positie van den eersten minister on- aantastbaar is, hij zelf is blijkbaar van de de twijfelachtige waarde dezer toejuichingen overtuigd. En uit zijn waarschuwing, dat de door hem gevolgde politick zal moeten wor den voortgezet, wil men niet nieuwe ge- varen oproepen, blijkt, dat hij zich niet ge heel gerust gevoelt, over wat de toekomst bij de zoo volkomen onberekenbare partij- verhoudingen in de nieuwe Kamer zal kun nen brengen als de stabilisatie een feit zal zijn geworden. Want wat dit laatste betreft, schijnt het succes van den minister-president wel ge- waarborgd. De rede van Poincare wordt natuurlijk door de bladen besproken en alle zijn het er over eens, dat hij een groot succes behaald heeft. En toch geeft juist dat succes aan- leiding tot nieuwe geruchten over zijn be- doeling om af te treden na het tot stand ko men van de stabilisatie. De „Quotidien", die schrijft over de ver- wachting der radicalen op een ministeriee'e verandering, gelooft zelfs in de rede van Poincare toespeiingen te vinden op diens plan om uit vrijen wil afstand te doen op het oogenblik, hetwelk hij zal kiezen. Inder- daad zegt Poincare daarin: Ons werk moet in de toekomst hen overleven, die het verricht hebben: de regeering kan veranderen mits de denkbeelden over monetaire hervorming niet veranderen. De ,,Quotidien" voegt hier aan toe, dat Poincare ontevreden is over de samenstelling van zijn meerderheid en dat hij er de voorkeur aan zou geven been te gaan alvorens incidenten tengevolge van de stabilisatie en de Elzasser kwestie die meer derheid ontwrichten Poincare, die over- werkt zou zijn, volgens het blad, zou liever rust nemen en zijn historischen arbeid her- vatten. Andere bladen echter stellen vast, dat de rede van Poincare de atmosfeer heeft opge- helderd,- de socialisten feitelijk tevreden stelde en dat de vijandige oppositie voor eenigen tijd onmogelijk is geworden. Zelfs de soc. „Populaire" schrijft, dat Poincare grooten indruk maakte met zijn treffende bewijzen en dat hij de stabilisatie naar zijn concept zal doorvoeren Hoe het zij, dit is zeker, dat Poincare met een gerust gemoed den uitslag der stemmin- gen kan afwachten. En dan zullen we zien, welke de practische resultaten zijn van dit werk van den Fran- schen premier. Buitenland DUiTSCHLAND. DE RIJNVAARTSTAKING. De arbitrate beslissing bindend ver- klaard. Volgens berichten uit Duisburg is de arbi- trale beslissing inzake de staking van de havenarbeiders in Be haven van Duisburg- Ruhrort, die zoowel door de werkgevers ah de werknemers was verworpen, Donderdag- avond bindend verklaard. Hiermede is een einde aan de staking gemaakt. FLESSCHENPOST. Het stoomschip President Roosevelt, den 18en Mei 1927 van Bremerhafen naar New- York vertrokken, kreeg op 22 Mei in voile zee draadloos bericht van Lindbergh's aankomst in Frankrijk. Een der passagiers opperde toen, een flesch in zee te werpen met een brief, waarin de opvarenden hun vreugde over het slagen van de transatlantische vlucht be- tuigden. De laatste onderteekenaar, tandarts Hatvani uit Berjijn voegde aan den brief toe. dat de vinder van de flesch een belooning van eenige dollars aan zijn adres te Berlijn in ont- vangst kon nemen. Thans heeft hij uit Saffi aan de Atlantiscre kust van Marokko een Brief van een mevr Berger ontvangen, die hem mededeelt, dat zij op 8 Mei de flesch aan het strand heeft ge- vonden. De uitgeloofde belooning is haar toe- gezonden en de vindster heeft Hatvani den brief uit de flesch teruggestcurd. Voor de kennis van de stroomen in den Atlantischen Oceaan is het misschien van be lang, dat de flesch den langen weg in een jaar minus 15 dagen heeft afgelegd. GEBRUIK VAN VUURWAPENS. De politie is er vaak gauw b!j Maakt de Duitsche politie vaak wel eens wat gauw gebruik van haar vuurwapens? De Frankf. Ztg. meent deze vraag bevestigend te moeten beantwoorden en staaft die meening met enkele voorbeelden. Zoo is onlangs iemand te Kehl, die zich aan de pascontrole door de vlucht trachtte te onttrekken, doodge- schoten, evenals een leerling van een tucht- school, die trachtte te ontsnappen. In deze en dergelijke gevallen staat het gepleegde ver- grijp in geen verhouding tot de toegepaste middelen om den dader in handen te krijgen. De Frankf. kan begrijpen, dat de politie op een moordenaar vuurt, die zich aan arresta- tie door de vlucht tracht te onttrekken, doch bij overtredingen of kleine misdrijven achtzij schieten op vluchtenden ongeoorloofd, waar bij het trouwens in steden meermalen ge- beurt, dat volstrekt onschuldige voorbijgan- gers getroffen worden. ENGELAND. DE CRISIS IN DE MIJNINDUSTRIE. De schadevergoedingsbetalingen en de Duitsche kolen. In het verloop der beraadslagingen in het Lagerhuis over de voorloopige begrooting van h?t ministerie voor het mijnwezen sprak de Arbeidersafgevaardigde Hall over den kritieken toestand in de kolenindustrie, en wees er op dat er sedert 1925 1112 mijnen zijn gesloten en dat in verschillende gCbie- den :>2 der mijnwerkers werkloos zijn. De tekorten, die zich sedert het begin der huidi- ge overeenkomst opgehcopt hebben, bedragen 24.712.000. De liberale afgevaardigde Runciman noem- de het een tragisch feit dat de schadevergoe dingsbetalingen in kolen door Duitschland feitelijk vele duizenden Britsche mijnwerkers werkloos maken. De president van den Board of Trade, Sir Philip Cunliffe Lister, noemde het in zijn antwoord onmogelijk door een administratie- ve of legislatieve actie deb epalingen van het vredesverdrag, welke op de kolenleveringen betrekking hebben, te veranderen. Nieuwe regelingen tusschen Duitschland en Italie zijn in overeenstemming met het vredesver drag aangegaan; Engeland heeft de quaestie in de Commissie van Herstel en door'middel van diplomatieke vertoogen opgeworpen. EEN GRANAAT ONTPLOFT. Twee dooden. Bij schietoefeningen der artillerie in het kamp Buddon, bij Dundee, ontplofte een gra naat, waardoor een officier en een kanonniel werden gedood en twee officieren gewond. HET GEVAL VAN DE „JERVIS BAY". De kapitein van het s.s. Jervis Bay" heeft draadloos gemeld dat alles goed gaat. De acht verstekelingen worden volkomen in be- dwang gehouden. Hij verwacht Maandag- ochtend te Colombo aan te komen. Een samenspanning? De meening wordt geuit dat de aanwezig- heid van verstekelingen op de „Jervis Bay" deel uitmaakte van een zorgvuldig beraamdt samenzwering om verzet te bieden tegen den verloop van de Commonwealth-lijn. De extre- misten hadden namelijk aangekondigd dat er drastische maatregelen zouden worden ge- nomen als de „White Star"-lijn macht over dc lijn kreeg. De vakvereenigingsbesfuurders spreken be- slist het gerucht tegen dat de muiterij ver- band zou houden met dergelijke represailles. Een Reutertelegram uit Melbourne meldt nog, dat het geschil met de bemanning vai? de Jervis Bay" (die geeischt had dat zij met een passagiersschip en niet met een vracht- boot naar Australie zou worden teruggezon- den) voor het vertrek van de „Jgrvis Bay" was biigelegd ALKMAARSCHE COURANT i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 1