DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Sfoomerij en Ververij van
S.KROM
Wij levsren U het beste
EEN TENTOONSTELLING TEN BATE
DEB SLECHTHOORENDEN.
wo. 142
T>7T nomine? nestaat ait 3 Dladea.
Honderd dertigste Jaargang
1928
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feesfdagen, uifgegeven.
Abonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden voor Alkmaar 2.—franco door
het geheele Rijk /2.50.
Afzonderlljke en bewTjjstiummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTlfiN:
Per regel /0.25, bij groofe contracten rabat. Groote letters naar plaatsrufrnfe.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h HERMs. COSTER ZOON.
Voordam C9.
Directeur: G. H. KRAK.
ZATEKDAO
Telef.nr. Administratfe 3.
Telefoonnr. Redactie 33.
Postgiro 37060.
Hoofaredacteun Tj. N. ADEMA.
23 Jl \l
De afdeeling Alkmaar van de Vereeniging
tot bevordering van de belangen van Slecht
hoorenden zal op 29 en 30 Juni a.s in het
gebouw der Vrijzinnig Hervormden op de
Heul een tentoonstelling van hoorinstrumen-
ten houden en heeft ons verzocht op deze
plaats eens de aandacht op de belangen der
slechthoorenden in het algemeen en op deze
tentoonstelling in het bijzonder te will en ves-
tigen.
Een v'erzoek waaraan wij graag voldoen
omdat het ook ons wit voorkomen, dat het
werk van deze sympathieke vereeniging wat
imeer bekend moot worden om in nog breede-
ren kring waardeering en steun te kunnen
vinden.
Het is nog niet zoo lang geleden, dat wij op
deze plaats de aandacht voor een andere ca-
tegorie hulpbehoevenden hebben gevraagd.
Wij hebben toen propaganda voor een uit-
voering ten bate der blinden gemaakt en om
dat die uitvoering zoo in alle opzichten ge-
Blaagd is en men dus algemeen blijk heeft
gegeven, den arbeid ten bate dezer misdeel
den te willen steunen, vertrouwen wij, dat de
ingezetenen dezer gemeente ook niet ten ach-
ter zullen blijven als hun belangstelling ge
vraagd wordt voor een categorie gebrekkigen,
waaronder er zoo velen zijn, die in den strijd
om het bestaan zonder anderer hulp het
hoofd niet boven water kunnen hcuden.
Het is eigenaardig, maar toch ook wel
weer verklaarbaar, dat men over het alge
meen meer medelijden met blinden dan met
dooven heeft. Dat komt omdat een blinde veel
meer den indruk van hulpbehoevendheid
maakt, doordat hij steeds iemand bij zich moet
hebben, die over hem waakt en hem in staat
St' i arbeitf te verrichten.
En een slechthoorende, zelfs al hoort hij
heelemaal niets, kan toch in zijn optreden
een zorgeloozen indruk maken en men wordt
zijn gebrek eerst bewust wanneer men nader
met hem in contact komt.
Dit dient erkend, dat de blinde veel onge-
lukkiger is dan de doove. De eerste behoeft
in den regel op geen verbetering in zijn toe-
stand te hopen, de laatste kan profiteeren
ran alle instrumenten, die de wetenschap
heeft uitgevonden om aan zijn kwaal tegemoet
te komen en, zelfs wanneer hij stokdoof mocht
zijn, kan hij zich nog het liplezen en het
handalphabet eigen maken en daardoor con
tact met zijn omgeving blijven behouden,
Maar, met dat al is een slechthoorende
een onvolwaardige arbeidskracht en, waar
voor volwaardige krachten de strijd om het
bestaan al buitengewoon moeilijk is, zal het
duidelijk zijn, dat de slechthoorende op be-
denkelijke wijze gehandicapt is.
Er is een categorie menschen, die bijzonder
belang stelt in alles wat voor de slechthoo
renden gedaan wordt, dat zijn de slechthoo
renden zelf.
Zij beseffen het beste wat zij tekort komen,
zij begrepen ook, dat aaneensluiting nood
zakelijk was om hun belangen meer op den
voorgrond te doen treden en als gevolg daar-
van werd in 1911 te's Gravenhage de Ver
eeniging tot bevordering van de belangen
van Slechthoorenden opgericht waarvan in
1922 de Afdeeling Alkmaar tot stand kwam.
Het doel der Vereeniging is niet in twee
iwoorden te zeggen.
Zij beoogt de bevordering van medische
behandelingen en de bestrijding der kwakzal-
verij, de verstrekking van gehoorapparaten,
het liplees-ondervijs, de verbetering van de
spraaic en de verspreiding van het hand-
alphabet. Zij bevordert het gebruik van rij-
wielschilden en draagpenningen, het geven
van lager onderwijs aan S. H. kinderen, zij
Btreeft naar vakonderwijs, naar arbeidsbe-
middeling en werkverschaffing, zij schept in
haar Landhuis te Lunteren gelegenheid tot
ontspanning, rust en bezigheid, zij houdt ge-
zellige bijeenkomsten met gebruik van een
groepstelephoon, zij sticht ontwikkelings-
clubs, organiseert cursussen in't maken van
speelgoed en zij richt wandel- en leisclubs op.
Bovendien voedt zij niet alleen de dooven
op tot het waardig vervullen van hun plaats
in leven en maatschappij, maar ook de hoo-
renden tot een liefdevollen en begrijpenden
omgang met dooven en slechthoorenden
Vanaaar dan ook, dat dit artikeltje niet al
leen voor de dooven maar ook voor de hoo-
renden wordt geschreven.
Voornamelijk waar het doove kinderen be
treft is de Vereeniging actief om zoo spoe-
dig mogelijk medische hulp te doen inroepen
omdat de ervaring wel geleerd heeft, dat tij-
dig ingrijpen menigmaal verergering der
kwaal kan voorkomen. Vele kwakzal-
vers met waardelooze gehoorapparaat-
jes hebben hun netten gespannen om er
de slechthoorenden in te vannm maar de
Vereeniging is op dit gebied buitengewoon
waakzaam en in haar orgaan „Naar het
voile leven" worden de leden tijdig gewaar-
schuwd tegen alle unfaire practijken.
De jacht op kwakzalvers is het geheele
jaar geopend en de Vereeniging beschikt over
ervaren spoorzoekers en jagers om het den
heeren oplichters -zoO moeilijk mogelijk te
maken.
Door het verkrijgbaar stellen van deugde-
lijke hoorapparaten, en de cursftssen in
liplezen en het handalphabet worden deze
misdeelden minder afhankelijk van anderen
en men streeft er naar instrumenten te ma
ken, die minder opvallend zijn dan de tot dus-
ver gebruikte, zoodat de doove zijn gebrek
niet meer zoo openlijk behoeft te demonstree-
ren.
De man of vrouw, die op vergaderingen
een reusachtige koperen pollepel of een soort
trekpotje aan zijn oor zet, is uitdentijd en zal
verstandig doen zich een minder zichtbaar
apparaatje aan te schaffen.
Wat het onderwijs aan dooven betreft, valt
er nog heel wat te verbeteren.
In's Gravenhage, Amsterdam en Rotter
dam is door de krachtige propaganda der
dooven een school voor slechthoorende kinde
ren in het leven geroepen, voor kinderen dus,
die remmend op den voortgang van het on
derwijs in de gewone lagere scholen werkten
en zelf daarvan niet voldoende konden profi
teeren.
Op hun eigen scholen ontvangen zij niet
alleen onderwijs volgens een aparte methode,
maar worden zij bovendien geoefend in alles
wat hun omgang met goedhoorenden kan
vergemakkelijken. Het rut van dergelijke
scholen is zoo voor ieder te begrijpen, dat
het slechts verwonderen kan, dat voor doove
of slechthoorende kinderen nog steeds niet de
leerplicht is voorgeschreven.
Vakonderwijs voor grooteren en volwasse-
nen men denke hierbij ook eens aan hen,
die op lateren leeftijdl doof worden wordt
als buitengewoon noodzakelijk erkend, maar
helaas ontbreken nog de middelen om de
scholen hiervoor in het leven te kunnen roe-
pen.
Men kan nog slechts voor arbeidsbemidde-
ling. en werkverschaffing zorgen en ook dat
is een heel ondankbaar werkje, want waar
het voor volwaardige arbeidskrachten al zoo
moeilijk is werk te vinden, daar is dat nog
veel lastiger voor dooven en slechthoorenden
Zij visschen bijna altijd achter het net en
men bedenkt te weinig hoe deze menschen
juist bijzonder geschikt zijn voor arbeid
waarbij concentratie van gedachten vereischt
wordt.
Het is begrijpelijk, dat een doove candidate
niet voor telephoonjuffrouw of stenographe
geschikt is, maar er zijn tallooze andere be-
trekkingen waar het niet zoozeer op het ge-
hoor als wel op de noodzakelijkheid aan-
komt, dat de candidaat zich bij zijn werk
niet door zijn omgeving laat afleiden.
Wanneer men nagaat hoe slechthoorende
kinderen op de daarvoor bestemde scholen
geregeld onder medische behandeling staan.
hoe zij daar niet langer als abnormalen maar
als volwaardige leerlingen beschouwd wor
den, hoe zij onder lotgenootjes weer gevoel
van eigenwaarde en zelfvertrouwen krijgen,
hoe zij weer bruikbaar voor het latere leven
gemaakt worden, dan mag men het betreu-
ren, dat de regeering bij de wijziging van de
leerplichtwet bij het buitengewoon onderwijs
niet beter voor de belangen dezer misdeelde
kleinen gezorgd heeft.
Nu is hun lot vaak allesbehalve benijdens
waardig en zeker is dat het geval met hen,
die op ouderen leeftijd doof werden, die lang-
zamerhand bespeuren, dat zij hun betrekking
niet meer kunnen vervullen, die alles doen om
hun omgeving te laten gelooven, dat het ge
brek hun niet hindert, maar die onafwend-
baar den dag van hun ontslag zien naderen
en weten, dat het uiterst moeilijk zal vallen
een gelijkwaardige betrekking terug te vinden
Er wordt zoo dikwijls met de dooven ge-
spot, maar bedenkt men wel eens hoe het hen
te moede moet zijn wanneer zij langzaam
maar zeker het contact met hun omgeving
verliezen en aan zich zelf worden overgela-
ten? Geen wonder, dat dit veler leven verbit-
tert en geen wonder ook dat de Vereeniging
zich tot taak gesteld heeft niet alleen de
dooven te helpen, maar ook de hoorenden tot
een liefdevoller en begrijpender omgang met
deze lichamelijk misdeelden op te voeden.
Gelukkig hebben de slechthoorenden in
hun rustoord, het landhuis, in hun wandel-
en reisclubs en in velerlei gezellige bijeen
komsten gelegenheid elkander te ontmoeten
en dit onderling verkeer, dit vereenigingsle-
ven schenkt steeds weer nieuwe kracht tot
berusting in het onvermijdelijke.
De slechthoorenden hebben een Centraa)
Magazijn voor gehoorapparaten opgericht,
dat onder leiding staat van mej. Tine Mar
cus, de zoogenaamde Moeder der Dooven.1
die zelf slechts door liplezen kan opnemen
wat tegen haar gezegd wordt. Zij is het le-
vend voorbeeld, dat een doove, die ernstig wil
aanpakken zich zoo kan ontwikkelen, dat hij
lichamelijk noch geestelijk minder dan een
goedhoorende behoeft te zijn.
Mej. Marcus op lateren leeftijd doof ge-
worden, heeft zich zoo geoefend, dat zij door
liplezen geregelde gesprekken kan voeren en
zij heeft in haar- magazijn een keurcollectie
goede hoorinstrumenten verzameld, die voor
slechthoorenden tegen den laagst mogelijken
prijs beschikbaar gesteld worden.
De handelaren, van wie de instrumenten
worden betrokken, geven nog een korting
waaruit.de onkosten bestreden worden en een
instrumentenfonds gevormd wordt, waaruit
in 1927 niet minder dan 109 onvermogenden
aan een goed gehoorapparaat werden gehol-
pen.
In Soest is het centrum van dit magazijn
gevestigd, van waaruit alles geleid en be-
stuurd wordt en in bijna elke afdeeling zijn
zoogenaamde proefkisten met gehoortoestel
len aanwezig.
Natuurlijk is Mej. Marcus steeds aanwe
zig waar een tentoonstelling der instrumen
ten haar gelegenheid biedt de clienten van
goede voorlichting te dienen en zij zal onge-
twijfeld ook in Alkmaar zijn als hier de vol-
gende week een dregelijke tentoohsteling in
het gebouw op de Heul wordt gehouden.
De afdeelingen, en daaronder ook de af
deeling Alkmaar, volgen het goede voorbeeld
van de algemeene vereeniging natuurlijk zoo
getrouw mogelijk na.
In verschillende gemeenten zijn speciale ar-
beidsbeurzen voor slechthoorenden opgericht,
er worden maandelijks gezellige bijeenkom
sten gehouden en zoo nu en dan wordt een
wandeltocht georganiseerd. Hulp wordt ge
boden aan tijdelijk in verlegenheid verkeeren-
de leden en uit de afdeelingskassen worden
gelden verstrekt aan minvermogende slecht
hoorenden, die lessen in liplezen wenschen te
ontvangen.
Men verzoekt ons nog mede te deelen, dat
op de a.s. tentoonstelling van alles aanwezig
zal zijn behalve de „Breslauer gehoorcap-
sule" die een vrijwel waardeloos instrument
genoemd wordt.
Wel zal er een grabbelmand zijn, wat nu
juist geen speciale uitvinding voor slechthoo
renden is, en er zal een kegelwedstrijd en een
sjoelbakwedstrijd worden gehouden. Zoo
doof is geen enkel lid of hij kan zien hoeveel
kegels of schijven hij heeft geworpen.
De tentoonstelling zal zuiver in het belang
der slechthoorenden zijn.
En nu moeten goedhoorenden niet denken,
dat zij niet het minste belang hebben bij de
verloting van een hoorinstrument, want men
kan nooit weten of het nog niet eens te pas
zal komen.
Al bleef men voor doofheid gespaard, dan
nog is er alle reden deze expositie, die vrij
toegankelijk zal zijn, te steunen.
Wij hebben hier boven uitvoerig uiteen ge-
zet welk nuttig werk door de algemeene ver
eeniging verricht wordt en hoe zij nog veel
meer zou kunnen doen als zij slechts de be-
schikking over voldoende contanten zou kun
nen krijgen.
Het is daarom, dat wij gaarne aan het ver-
zoek voldoen, ook goedhoorenden op te wek-
ken deze tentoonstelling te bezoeken, opdat
door het welslagen daarvan meerdere steun
verleend kan worden aan een organisatie die
haar zegenrijk werk aan duizenden ongeluk-
kigen ten goede doet-komen.
Dagelijksch overziclii.
DE STABILISATIIPLANNEN VAN
POINCARe.
Poincare's rede een groot suc-
ces. Persstemmen. Zal hij
af treden?
Vandaag is de groote dag in Frankrijk!
Vaandag zullen de wetsontwerpen betreffen-
de de stabilisatie van den franc bij de Fran-
sche Kamer worden ingediend! Wat zal het
resultaat zijn? Zal Poincare de overwinning
behalen? Naar alle waarschijnlijkheid wel.
En dan zal de regeering sterk staan, de op
posite ten spijt!
Reeds Donderdag heeft Poincare in de
Kamer een rede gehouden, waarin hij uiteen-
zette, waarom hij zoo lang met de stabili
satie gewacht heeft en waarom hij thans
hiertoe meende te moeten overgaan en het
denkbeeld van verdere revalorisatie meende
te moeten opgeven.
Het was zeer verstandig van hem, de poli
tick in dit speciale geval ter zijde te schuiven
en alleen naar de stabilisatie aan te roeren.
Alleen wees hij er op, dat ook na de stabili
satie de- politick der nationale eenheid niet
minder noodzakelijk is dan tot dusver het
geval was. Maar in elk geval zal het nood
zakelijk zijn, die eenheid te bewaren tot de
stabilisatie zelf zal zijn tot stand gekomen.
Een stabilisatie. welke den economischen
toestand van Frankrijk ongunstig zou be-
inv'loeden, verklaarde Poincare uit den booze.
Volgens een in 1926 uitgebracht rapport
werd het vermogen van kapitaal-bezitters op
97 milliard francs geraamd, welk bedrag
met 57 milliard toenam door de waardever-
meerdering van den franc. Revalorisatie van
de 8 milliard achterstallige rente zou een uit-
gave van 12 milliard veroorzaken.
Poincare meende dat de stabilisatie geen
prijsstijging tengevolge zal hebben; de prij-
zen zijn overigens zeer veel minder dan bij
den aanvang der feitelijke stabilisatie en in
het buitenland.
Hieraan voegde Poincare toe. dat er geen
sprake is van het hals over kop en zonder
voorbehoud ratificeeren van de overeen-
komsten van Londen en Washington.
Frankrijk zou zeer gaarne de mogelijkheid
van een regeling van de schulden in haar ge-
heel ernstig onderzoeken, op voorwaarde
dat de belangen van Frankrijk niet worden
geschaad.
Hij wees erop dat de buitenlandsche vlot-
tende schuld geheel is verdwenen en de bin-
nenlandsche verminderd tot 94.75 milliard.
De voorschotten van de Bank aan den Staat
verdwijnen geheel.
Poincare besloot met het verzoek de stabi
lisatie in nationale eendracht tot stand te
brengen.
De toejuichingen, waarmee zijn rede werd
beantwoord, mogen wel den indruk geven,
dat de positie van den eersten minister on-
aantastbaar is, hij zelf is blijkbaar van de
de twijfelachtige waarde dezer toejuichingen
overtuigd. En uit zijn waarschuwing, dat de
door hem gevolgde politick zal moeten wor
den voortgezet, wil men niet nieuwe ge-
varen oproepen, blijkt, dat hij zich niet ge
heel gerust gevoelt, over wat de toekomst
bij de zoo volkomen onberekenbare partij-
verhoudingen in de nieuwe Kamer zal kun
nen brengen als de stabilisatie een feit
zal zijn geworden.
Want wat dit laatste betreft, schijnt het
succes van den minister-president wel ge-
waarborgd.
De rede van Poincare wordt natuurlijk
door de bladen besproken en alle zijn het er
over eens, dat hij een groot succes behaald
heeft. En toch geeft juist dat succes aan-
leiding tot nieuwe geruchten over zijn be-
doeling om af te treden na het tot stand ko
men van de stabilisatie.
De „Quotidien", die schrijft over de ver-
wachting der radicalen op een ministeriee'e
verandering, gelooft zelfs in de rede van
Poincare toespeiingen te vinden op diens
plan om uit vrijen wil afstand te doen op
het oogenblik, hetwelk hij zal kiezen. Inder-
daad zegt Poincare daarin: Ons werk moet
in de toekomst hen overleven, die het verricht
hebben: de regeering kan veranderen mits
de denkbeelden over monetaire hervorming
niet veranderen. De ,,Quotidien" voegt hier
aan toe, dat Poincare ontevreden is over de
samenstelling van zijn meerderheid en dat
hij er de voorkeur aan zou geven been te
gaan alvorens incidenten tengevolge van de
stabilisatie en de Elzasser kwestie die meer
derheid ontwrichten Poincare, die over-
werkt zou zijn, volgens het blad, zou liever
rust nemen en zijn historischen arbeid her-
vatten.
Andere bladen echter stellen vast, dat de
rede van Poincare de atmosfeer heeft opge-
helderd,- de socialisten feitelijk tevreden
stelde en dat de vijandige oppositie voor
eenigen tijd onmogelijk is geworden.
Zelfs de soc. „Populaire" schrijft, dat
Poincare grooten indruk maakte met zijn
treffende bewijzen en dat hij de stabilisatie
naar zijn concept zal doorvoeren
Hoe het zij, dit is zeker, dat Poincare met
een gerust gemoed den uitslag der stemmin-
gen kan afwachten.
En dan zullen we zien, welke de practische
resultaten zijn van dit werk van den Fran-
schen premier.
Buitenland
DUiTSCHLAND.
DE RIJNVAARTSTAKING.
De arbitrate beslissing bindend ver-
klaard.
Volgens berichten uit Duisburg is de arbi-
trale beslissing inzake de staking van de
havenarbeiders in Be haven van Duisburg-
Ruhrort, die zoowel door de werkgevers ah
de werknemers was verworpen, Donderdag-
avond bindend verklaard.
Hiermede is een einde aan de staking
gemaakt.
FLESSCHENPOST.
Het stoomschip President Roosevelt, den
18en Mei 1927 van Bremerhafen naar New-
York vertrokken, kreeg op 22 Mei in voile zee
draadloos bericht van Lindbergh's aankomst
in Frankrijk. Een der passagiers opperde
toen, een flesch in zee te werpen met een brief,
waarin de opvarenden hun vreugde over het
slagen van de transatlantische vlucht be-
tuigden. De laatste onderteekenaar, tandarts
Hatvani uit Berjijn voegde aan den brief toe.
dat de vinder van de flesch een belooning van
eenige dollars aan zijn adres te Berlijn in ont-
vangst kon nemen.
Thans heeft hij uit Saffi aan de Atlantiscre
kust van Marokko een Brief van een mevr
Berger ontvangen, die hem mededeelt, dat zij
op 8 Mei de flesch aan het strand heeft ge-
vonden. De uitgeloofde belooning is haar toe-
gezonden en de vindster heeft Hatvani den
brief uit de flesch teruggestcurd.
Voor de kennis van de stroomen in den
Atlantischen Oceaan is het misschien van be
lang, dat de flesch den langen weg in een
jaar minus 15 dagen heeft afgelegd.
GEBRUIK VAN VUURWAPENS.
De politie is er vaak gauw b!j
Maakt de Duitsche politie vaak wel eens
wat gauw gebruik van haar vuurwapens? De
Frankf. Ztg. meent deze vraag bevestigend te
moeten beantwoorden en staaft die meening
met enkele voorbeelden. Zoo is onlangs
iemand te Kehl, die zich aan de pascontrole
door de vlucht trachtte te onttrekken, doodge-
schoten, evenals een leerling van een tucht-
school, die trachtte te ontsnappen. In deze en
dergelijke gevallen staat het gepleegde ver-
grijp in geen verhouding tot de toegepaste
middelen om den dader in handen te krijgen.
De Frankf. kan begrijpen, dat de politie op
een moordenaar vuurt, die zich aan arresta-
tie door de vlucht tracht te onttrekken, doch
bij overtredingen of kleine misdrijven achtzij
schieten op vluchtenden ongeoorloofd, waar
bij het trouwens in steden meermalen ge-
beurt, dat volstrekt onschuldige voorbijgan-
gers getroffen worden.
ENGELAND.
DE CRISIS IN DE MIJNINDUSTRIE.
De schadevergoedingsbetalingen en
de Duitsche kolen.
In het verloop der beraadslagingen in het
Lagerhuis over de voorloopige begrooting
van h?t ministerie voor het mijnwezen sprak
de Arbeidersafgevaardigde Hall over den
kritieken toestand in de kolenindustrie, en
wees er op dat er sedert 1925 1112 mijnen
zijn gesloten en dat in verschillende gCbie-
den :>2 der mijnwerkers werkloos zijn. De
tekorten, die zich sedert het begin der huidi-
ge overeenkomst opgehcopt hebben, bedragen
24.712.000.
De liberale afgevaardigde Runciman noem-
de het een tragisch feit dat de schadevergoe
dingsbetalingen in kolen door Duitschland
feitelijk vele duizenden Britsche mijnwerkers
werkloos maken.
De president van den Board of Trade, Sir
Philip Cunliffe Lister, noemde het in zijn
antwoord onmogelijk door een administratie-
ve of legislatieve actie deb epalingen van het
vredesverdrag, welke op de kolenleveringen
betrekking hebben, te veranderen. Nieuwe
regelingen tusschen Duitschland en Italie
zijn in overeenstemming met het vredesver
drag aangegaan; Engeland heeft de quaestie
in de Commissie van Herstel en door'middel
van diplomatieke vertoogen opgeworpen.
EEN GRANAAT ONTPLOFT.
Twee dooden.
Bij schietoefeningen der artillerie in het
kamp Buddon, bij Dundee, ontplofte een gra
naat, waardoor een officier en een kanonniel
werden gedood en twee officieren gewond.
HET GEVAL VAN DE „JERVIS BAY".
De kapitein van het s.s. Jervis Bay" heeft
draadloos gemeld dat alles goed gaat. De
acht verstekelingen worden volkomen in be-
dwang gehouden. Hij verwacht Maandag-
ochtend te Colombo aan te komen.
Een samenspanning?
De meening wordt geuit dat de aanwezig-
heid van verstekelingen op de „Jervis Bay"
deel uitmaakte van een zorgvuldig beraamdt
samenzwering om verzet te bieden tegen den
verloop van de Commonwealth-lijn. De extre-
misten hadden namelijk aangekondigd dat er
drastische maatregelen zouden worden ge-
nomen als de „White Star"-lijn macht over dc
lijn kreeg.
De vakvereenigingsbesfuurders spreken be-
slist het gerucht tegen dat de muiterij ver-
band zou houden met dergelijke represailles.
Een Reutertelegram uit Melbourne meldt
nog, dat het geschil met de bemanning vai?
de Jervis Bay" (die geeischt had dat zij met
een passagiersschip en niet met een vracht-
boot naar Australie zou worden teruggezon-
den) voor het vertrek van de „Jgrvis Bay"
was biigelegd
ALKMAARSCHE COURANT
i