lltllliult tiiiHl Geneeskundige brieven. Radio-hoekje In en om de hoofdstad. Voor de hulsvrouw. L. Frankenberg Albmaar. Honderd dertigste Jaargang. No. 147 1928 Zaterdaf 23 Jtuii. Zondag 24 Juri. Hilversum, 1060 M. 10.30 V. A. R. A.- foncert. Hugo de Groot, viool. Joh. Jong, ftrgel. Rede door den heer E. van Hinte: Het loonvraagstuk. 1.2.30 Lunchmuziek door het Trio Rentmeester. 3.Aansluiting van het Kurhaus te Scheveningen. Het Residen- tie-orkest onder leiding van Ignaz Neumark. Lilli Werz, piano. 4.455.30 Lezing door D. J. van der Ven: Midzomer, St. Jan en Schutterfaerten. 5.306.45 Concert door het Omroep-orkest. Rich, van HelvoirtPel, bariton. 7.V. P. R. O.-uitzending: De mensch als profeet, door Ds. W. Mackenzie (2). 8.Persberichten en sport-uitslagen. 8.15 Aansluiting van het Kurhaus te Sche veningen. Solistenconcert. Het Residentie- orkest onder leiding van Prof. Schneevoigt tn Georg. Vollerthun. Meta GlasVillaret, zang. Orkestbegeleiding onder leiding van Georg. Vollerthun, die tevens zijn eigen werk dirigeert. Huizen, 340.9 M. Na 6 uur 1870 M. K. R. O.-kerkdienst om 10.30 1870 M.) 8.30 N. C. R. V. Morgenwijding onder leiding van Ds. J. J. L. Duyvendak. Het Luthersch kerkkoor, Dir. J. H. Smit Duyzentkunst. 10.30 K. R. O. Kerkdienst in de St. Anna- kerk te Amsterdam. Gezongen wordt de „Missa Solemnis" in honorem St. Francisci Gantatoris Seraphici", van Ph. Loots, voor 4 mannenst., door't Parochiale zangkoor der kerk onder leiding van Joh. Kroese. H. Tol- huis, orgel. Predikatie door P. Berlage: Jo hannes de Dooper en onze Tijd. Na de H. Mis wordt gezongen: „Laudate Dominum", van Jan Nieland. Als naspel „Benedictus", van Reger. 12.301.30 K. R. O. Lunchmu ziek door liet Trio Winkels. 1.302.K. R. O. Literair halfuurtje door B J. Koldewey architect te Voorburg. Boekbespreking. 2.30 —4.30 K. R. O. Concert in „Artis" door de Stafmuziek van het 5de Regiment Infanterie. J. R. van der Glas, kapelmeester. 4.305. Ziekenuurtje door A. Scheermakers, leeraar aan het Seminarie „Ypelaar" te Ginneken. 5.50 N. C. R. V. Dienst in de Ned. Herv. kerk te's Gravenhage. Voorganger: Ds. G. Elzenga. 1. Orgel. 2. Zingen Ps 118 7. 3. Votum en Zegenbede. 4. Lezen v. d. H. Schrift: Ps. 46. 5. Gebed. 6. Int. preek. 7. Zingen Ps. 42 3 en 4. 8. le ged. preek. 9. Zingen Gez. 58 6 en 7. 10. 2e ged. preek. 11 Dankzegging. 12. Zingen Ps. 145 6. 13. Zegenbede. 14. Orgel. 7.308.K. R. O. Causerie door mr. E. Deurvorst: Het ont staan van de Nederlandsche Yzer-industrie. 8.— K. R. O. Concert. Het Patronaats-orkest „St. Caecilia" te Amersfoort. Muzik. leiders. Kapelaan H. J. J. M. van Straelen en L. Wielaert. Mej. Marcelli Nencki, mezzo so praan. Kapelaan H. J. J. M. van Straelen: De muzikale vorming van onze patronaats- jeugd. 10.Persberichten. 10.45 K. R- O Epiloog door een flein koor onder leiding van Jos. Pickkers. Daventry, 1600 M. 3.50 Concert „Mid- summer Day". Het Omroep-orkest en Elsie Suddaby, sopraan. R. Maitland, bas. 5.35 Gedichtenvoorlezing„Shelley en Keats". 6.056.50 Bach-cantate „Mij Spirit was in heaviness". E. Suddaby, sopraan. T. Picke ring, tenor. R. Maitland, bas. Het Omroep- koor en -orkest. 8.20 Studio-kerkdienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 9.10 Nieuwsberichten. 9.25 Concert door de Militaire kapel. E. Co- Ifeman, alt. E. Bartlett en R. Robertson, pianoduetten. 10.50 Epiloog. Parijs Radio-Paris"1750 M. 12.20 Reli- gieuse uitzending. 1.05—2.10 Orkestconcert. 4.505.50 Dansmuziek. 8.5011.20 Con cert. Orkest. M. Boulay en Benoit, altviool. Mme. BlancAudra, zang. Langenberg, 469 M. 9.2010.20 Morgen wijding. 12.351.20 „Zur Sonnenwende", cantate voor 3 stemmen. 1.202.50 Orkest concert. 3.354.20 Pianoconcert van Bach. 4.506.20 Concert. Dubbelkwartet „Lieder- perle" en de mandolineclub van Keulen. 8.20 „Die Jahreszeiten, oratorium voor koor, soli en orkest van Haydn. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. Zeesen, 1250 M. 6.50 Morgenconcert. 9.20 Morgenwijding. 5.206.50 Orkestconcert. 8.3510.50 „Die Jahreszeiten", Oratorium voor koor, soli en orkest van Haydn. Het Ste- delijk orkest Duisburg, Koorvereeniging en solisten. Daarna tot 12.50 Dansmuziek. Hamburg, 395 M. 6.508.20 Morgen- ioncert. 9.35 Morgenwijding. 12.Orkest concert. 1.20 Orkestconcert. 3.20 Orkestcon cert. 5.50 Orkestconcert. 8.20 Zomernacht- bal. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Cabaret. Brussel, 509 M. 5.206.20 Dansmuziek. 6.50 Trioconcert. 8.3510.35 Concert. Or kest, Mile. Djanel en M. Perea, zang. Maandag 25 Juni. Hilversum, 1060 M. 12.302.— Lunch muziek door het Trio Verhey. 4.40—5.55 Kinderuurtje onder leiding van Mevr. Ant. van Dijk. 6.7.15 Concert door het Omroep- orkest. 7.15—7.45 Fransche Olympiadeles. 8.15 Aansluiting van het Kurhaus te Scheve ningen. Volksconcert. Het Residentie-orkest onder leiding van Ignaz Neumark. Willem Werckenrath, bariton. Voor de pauze frag- menten uit de „Meistersinger", „Parsifal" en „Walkure". Daarna Symphonie „Aus der neuen Welt", Dvorak. 10.Persberichten. Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 Af.) (Uitsluitend N. C. R. V.) 12.301.45 Orgel- concert door M. Postma. 4.-5.N. C. R. V.-Ziekenuurtje onder leiding van Ds. D. G. W. L. Roder. 6.157.Cursus Fotografie door A. Boer. 7.308.— Zangcursus door Jac. Ph. Caro 8.— Concert. Mevr. H. Hel- dermanSmit, piano. Dirk Vos, viool. H. Deelstra, orgel. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Ballade-con cert, sopraan en bariton. 12.50 Dansmuziek. 1.202.20 Orgelconcert. 2.50 Causerie. 3.20 Muziek. 3.25 Histor. causerie. (Tusschen 3.50 en 5.20 en van 6.206.40, tevens van 7.057.20 verslag van de wedstrijden (ten nis) in Wimbled'cn). 3.40 Muziek. 3.50 Met Marguer. Morgan Trio. 4.20 Dansmu- zTek. 5.2unuisn oudpraatje 5.35 Kinderuur tje. 6.20 Het Marguer. Morgen Trio. 6.40 Voor padvinders. 6.50 Nieuwsberichten. 7.05 Het Marguer. Morgen Trio. 7.20 Dram, cri- tiek. 7.35 Moderne Engelsche liederen. J. Thome, bariton. V. Williams' werken. 7.45 Fransche causerie. 8.05 G. Gerrad, komiek. 8.20 Het „British Women's Symphony1 Orchestra" (Dames-symphonie-orkest). 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Lezing: I remember. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55 Vaudeville. 10.15 „Aida", 3e acte. 10.45 Vaudeville. Dans- orkest en variete-artisten. 11.2012.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris"1750 M. 10.50— 11— Gramofoonmuziek. 12.50—2.10 Or kestconcert. 4.05—5.05 Trio-concert. 9.05— 11.20 „Rip", operette van Planquette. Or kest, koor en solisten. Langenberg, 469 M. 1.25—2.50 Orkest concert. 6.207.15 Orkstconcert. 8.30 „Aus fremden Garten", Oostersche gedichten. Ru dolf Rieth, spreker. Werag-orkest. Daarna tot 12.20 dansmuziek. Zeesen, 1250 M. 12.205.20 Lezingen. 5.206.20 Orkestconcert. 6.208.05 Lezin gen. 8.50 Programma uit Warschau. Orkest onder leiding van G. Fitelberg. De War- schauer Philharmonic. 10.50 Sluiten. Hamburg, 395 M. 6.15 Orkestconcert. 7 20 Populair concert. 8.20 Vocaal concert. 9.2011.20 Vocaal concert. Liederen en aria's door Alfr. Strauss. Brussel, 509 M. 5.20 Gramofoonmuziek 5.50 Orkestconcert. 6.50 Trio-concert, piano viool en cello. 8.35 Gramofoonmuziek. 8.50 10.35 Concert in het Casino te Spa. De grcei der stad in verband met woning- en werkloozen-vraagstuk. Wij zijn uitgegroeid tot een stad, die een bevolkingscijfer van achthonderd duizend zielen al zoo zoetjes aan nabijkomt; zoo heel lang kan het niet niet meer duren, dat de burgemeester van Amsterdam het illustere voorbeeld, hem door collega's van andere ge- meenten gegeven, toen een zooveel-duizendste inwoner in de registers van hun Burgerlijken Stand werd ingeschreven aan de(n) 800.000- ste(n) jonggeborene, of liever nog aan diens gelukkige ouders, zal mogen uitreiken een spaarbankboekje of een Amsterdamsch Premielot. Heel natuurlijk is onze groei niet geweest, dat behoort nu eenmaal niet meer bij de groote steden van onzen tijd. Als onze Am- sterdamsche voorvaderen hun stad vergroot- ten, deden zij dit op eigen terrein. Dat heb- ben wij bij onze „uitleggingen" der latere jaren ook wel gedaan, doch toch maar ge- deeltelijk, want we hebben er ook heel dik- wijls voor we verder gingen bouwen niet on- belangrijke terreinen van aangrenzende buren bij geannexeerd. Ik zeg dat niet als iets minachtends, heusch niet, want het is alles netjes in zijn werk gegaan volgens onze Gemeentewet, die annexatie, d.w.z. samen- voeging van gemeenten of gedeelten van ge- meenten, toelaat, en al noemen we ons na tuurlijk stad, hoofdstad, zelfs wereldstad vooral thans, nu we Olympisch mede-spelen volgens de wet zijn we toch evengoed ge- meente als Lutjebroek of Broek in Water- land of wat ook. Dus: we hebben met de wet in de hand en onder goedkeuring van alle autoriteiten, die de stad Amsterdam als gemeente sommige dingen moeten toestaan, eerlijk stukken van gemeenten aan ons toe- gevoegd, mitsgaders van derzelver inwoners, die deze toevoeging, in den aanvang althans, maar matig aardig vonden, vanwege den belasting-aanslag op hun portemonnaie edoch, men moet er wat voor over hebben op een goeden dag van dorpsbewoner tot hoofdstad burger te worden gepromoveerd een ridderslag is iets waard En zoo zijn we dan allengs de 800.000 in woners aan het benaderen 't Staat goed in de steden-geschiedenis der wereld, maar het heeft ook zijn schaduwzijden en eene daarvan is, dat we door dien grooten was- dom hoe langer hoe meer het aantrekkings- punt zijn geworden van tal van menschen, die meenden dat het in de groote stad ge- makkelijker zou zijn aan den kost te komen dan in hun kleine stad of op hun kleine dorp. Een groot aantal daarvan waren men schen, die op goed geluk hier kwamen en die, gezien het feit, dat onze gemeenten niet, zoo- als het Amerikaansche gemeenebest, hetwekc den binnenkomnden vreemdeling een bezit van zooveel oplegt, wil hij worden toege- laten, vragen of de van elders komende iets te verteren heeft, niet veel in de melk hadden te brokkelen. Lukte het hun niet een bestaan te vinden, dan kwamen zij of onder de rege- ling voor werkloozen, of tot degenen, waar- over bet Burgerlijk Armbestuur zich ontfer- men moest. En anderzijds trokken vele ge- goeden weg, die het met Betrekking tot hun belastingaanslag wat al te „warm" kregen en naar in dit opzicht „koeler" oorden ver- huisden. Ziedaar de schaduwzijde van den groei eener groote stad als de onze. Natuurlijk, de werkloosheid van deze gemeente is niet uit sluitend te wijten aan het binnenkomen van zoovelen, die maar op goed geluk kwamen en tot de wetenschap geraakten, dat ook hier het goud niet tusschen de steenen of langs de asphaltwegen groeit; de malaise, welke in vele bedrijven heerscht, is mede oorzaak, dat velen geen werk kunnen vinden, doch die toe- vloed van buiten is toch een zeer belangrijke factor. En nu doet zich het eigenaardige feit voor, dat de groote stad, aan den eenen kant trotsch op haar groei; trotsch op het feit ook door inwoner-tal wereldstad geworden te zijn, anderzijds alles in het werk stelt om een aantal harer burgers kwijt te raken. We hebben gezien de pogingen om een aantal werkloozen geplaatst te krijgen te Eind hoven; we hebben gehoord van werkver- schaffing te Wilnis, kortom van diverse po gingen om die nooddruftige menschen, de genen, die van elders kwamen, allereerst buiten Amsterdam aan het werk te krijgen, aangezien dat voor de stadskas altijd nog voordeeliger zou uitkomen dan het betalen van steeds meer geld als werkloozensteun. Het vraagstuk is netelig. Het -woning- vraagstuk; het onderwijs-vraagstuk, komen aan deze zaak te pas en daarnevens de nood- zakelijkheid den geneeskundfeen dienst op MIJNHARDT'S Hoofdpijn-Tabletten 60 et. Laxeer-Tabletten60 ot. Zenuw-Tabletten 75 ct. Staal-Tabletten90 ct. Maag-Tabletten75 ct Bij Apoth. en Drogisten. peil te houden ten behoeve dergenen, die ge- meeskundige hulp niet kunnen bekostigen, daarbij de ziekenhuis-kwestie. Toename van het zielental is lang niet altijd een feit, waar- over de gemeentebesturen onzer groote steden zich zonder voorbehoud hebben te verheugen. De gemeenteraad heeft zich met de kwestie de vorige week eenige uren onledig gehou- den toen ter sprake kwam het rapport der Commissie, die omtrent ^en stand van het werkloosheid-vraagstuk een rapport heeft uitgebracht. Daaruii is gebleken, dat men in deze stad een cijfer van plus minus 12.000 werkloozen als het normale cijfer dient aan te merken, geen kleinigheid dus. De ultra- arbeiders-beschermers in den Raad hebben natuurlijk dien stand van zaken allereerst ge- weten aan het kapitalistische stelsel, een dooddoener, die erg mooi klinkt in de ooren hunner volgelingen, doch die niemendal zegt en die het feit, dat zoovelen maar op goed geluk hierheen trekken, omdat Amster dam tegenover degenen, die openbaren on- derstand, onder welken vorm dan ook, moe ten genjeten, immers zoo scheutig is. Er is in de debatten van alles bijgehaald. Er is beweerd, dat de scheepvaartmaatschap- pijen niet voldoende medewerken om de werkloozen te belpen; er is verder beweerd, dat Amsterdam nog lang niet genoeg voor de vakopleiding doet, bij die opmerking ver- getende, dat uitbreiding dier vakopleiding voor velen buiten deze stad aanleiding zou kunnen worden ter write van hun opleiding of die hunner kinderen naar Amsterdam te trekken en er is op gewezen, dat dit vraag stuk der werkloosheid eigenlijk een rijks- aangelegenheid is geworden, omdat men van rijkswege de gemeenten met betrekking der werkloozenondersteuning krachtdadiger fi- nancieel ter wille diende te zijn, of door een emigratiewet in een of anderen vorm moest pogen te voorkomen, dat een groote stad als de onze doodeenvoudig toevoer krijgt van menschen van buiten, „die het er maar op wagen". Dit laatste punt is het natuurlijk waarom het gaan moet en een soortgelijke eisch als door Amerika aan emigranten uit den vreem- de gesteld, zal misschien op den duur wette- lijk geoorloofd dienen te worden aan ge meentebesturen ten opzichte van landge- nooten, die zich binnen het gemeentelijk ge- bied willen vestigen. Wie weet wat we op dit gebied nog te zien zullen krijgen, maar op dit oogenblik kost het werkloosheid-vraag stuk onze stad reeds duizenden en duizenden. En daar voegen zich nog bij de steeds groo- ter wordende eischen van de arbeiders, on der welken vorm dan ook, van ambtenaren zoowel als van werklieden, bij de verschillen- de gemeentelijke diensten. Want men is mo- menteel ook bezig om weder te herzien de overeenkomsten van de gemeente met dege nen, die in haar dienst werkzaam zijn. Daar wordt weder gevraagd loonsverhooging, maar daarnevens verlaging van het percen tage voor de pensioensbijdrage en van ver- hooging van die vacantie-toeslag en uitzet- ting van de loongrens, welke recht op zoo- danigen toeslag geven zal. Het laat zich niet aanzien, dat alle eischen zullen worden inge- willigd, doch de gemeente zal op verschilfen- de punten toch wel een en ander hebben toe te geven 't hangt er maar van af hoeveel, zonder dat de vermenigvuldigings-factor voor de inkomstenbelasting niet "tot verhoo- ging dier belasting zal hebben te dwingen. 't Is een kwestie van „loven en bieden" tus schen het Dagelijksch Bestuur der gemeente en de vertegenwoordigers dergenen, die in gemeentelijken dienst zijn, en al zullen laatst- genoemden vermoedelijk wel niet heelemaal bevredigd worden in hun verlangens, eenige concessies zullen zij toch wel verwerven dus aan den eenen kant steeds grooter wor dende gemeente-uitgaven voor werklieden niet in gemeente-dienst, die geen werk kun nen vinden en onder wie er ook te vinden zullen zijn, die niet veel moeite doen werk te vinden, omdat ze den steun der gemeenschap voldoende achten, anderzijds verhooginp" van het budget door meerdere uitgaven voor de verschillende categorieen van werklieden, die in gemeentedienst zijn. Emigratie uit Amsterdam is noodzakelijk, zooals trouwens bet geval is voor tal van groote steden in binnen- en buitenland. Ter- wijl de trek naar buiten van velen, die hun werk in de groote stad hebben, om daar als forensen te wonen, grooter wordt, is aan den anderen kant de trek van werkzoekenden naar de steden vermeerderd; in het eerste geval blijft de stad althans van die forensen nog inkomsten trekken in den vorm van foren- sen-belasting, in het andere geval echter kost het haar in den regel geld. De bouw van tuinsteden is daarbij tevens een vraagstuk. Ik heb u destijds geschreven over de plannen-Miranda om een dergelijke Amsterdamsche tuinstad te doen bouwen in het Gooi, een plan, dat in die landstreek hef- tige tegenkanting vond en dat thans ook door de commissie, die het voor den Raad bestudeerde, is veroordeeld; zij wenscht het Gooi als tuinstad uit te schakelen, omdat zij van meening is, dat die streek als ontspan- ningsplaats, voor Amsterdam niet het minst, zoo min mogelijk dient te worden aange- tast. Tuinsteden goed, doch dan dient Amsterdam die allereerst op eigen grondgt- bied en in elk geval elders te zoeken. 't Is maar de vraag of er genoeg eigen grondgi- bied voor is en of men er elders erg van ge- diend zal zijn. Maar hoe het ook zij en het werkloozen- vraagstuk fen het woningvraagstuk voor de minder financieel krachtigen, zijn probiemen, die voor een stad als de onzp van zfeer groot belang zijn en nog heel wat hoofdbrekens zullen kosten. Gro6te stad zijn; steeds grootere stad worden; wereldstad worden op de wereldkaart is prachtig, maar het heeft ook zijn emstige schaduwzijden SINI SANA. Houdi Uw huis van mug gen schoon En gezondheid is Uw loon. Zorg voor het schoeisel. Heeft u dat grappige plaatje in „Punch" gezien? Een getrouwde dochter, die in Lon- den woont en bij haar moeder in de provincie logeert, komt bij deze de slaapkamer binnen terwijl mama zich optuigt voor't diner: een snoezig jurkje tot de knieen, zijden kousen, zil- veren schoentjes! De dochter daarentegen draagt de nieuwste mode: een rok tot op den grond en roept met een gebaar van afkeer: „Ach! hoe vreeselijk! Ik zie uw beenen!" Nog een of twee jaar en wij allemaa! lachen hoonend over de modeplaatjes van nu met die malle lange beenenIn die een of twee jaar dient u echter no'g goede zorg voor uw schoeisel te hebben, want nu is daar nog al les van te zien en bovendien: alleen met gaaf, goed passend en voldoende onderhouden schoeisel blijven uw voeten en beenen toon- baar. Zakt uw schoen uit, loopt u uw hak scheef, dan verandert ook de stand van uw voet en u maakt den indruk O- of X-beenen te hebben Dus: controleer geregeld uw schoeisel, houdt het zoo mogelijk zelf schoon, pas goed op, dat de leesten er recht in staan, wees niet zuini gmet uw reparaties! Het is het be- houd van uw voet! Het is een zuinigheid, die de wijsheid be- driegt, wanneer u u goedkoop schoeisel aan- schaft. Koop bij voorkeur met de hand ge- naaide schoenen; zij zijn sterker en duurza^ mer dan die met de machine werden gemaakt doch ook duurder! Het komt het schoeisel ten goede, wanneer u het niet iederen dag draagt, doch eenige paren tegen elkander heeft, zoodat de schoenen goed uit kunnen luchten en indien u ze bij regen droeg door en door kunnen drogen voor u ze weer gebruikt Zet uw leesten niet onmiddellijk in de schoenen, nadat u deze uittrok; laat het schoeisel even uitluchten. Heeft u geen leesten bij de hand, dan kunt u de schoenen met pa pier opvullen. Als uw schoenen nog nieuw zijn en u gaat ze niet dadelijk dragen dan moet u het leer met wat vaseline insmeren, ze in bruin papier pakken en op een koele, droge plaats opbergen tot u ze noodig heeft Na tuurlijk kunt u ze dan niet dadelijk zoo dra gen, maar moet het vet er eerst afgeveegd worden en de schoenen opgepoetst. U mag leeren schoenen nooit in een warme kast of bij een warmwaterleidingspijp plaat- sen. Hierdoor zou het leer te veel uitdrogen en gaan barsten. Indien u uw schoenen dikwijls met nat weer draagt, en b.v. 's winters als het sneeuwt en regent, dan moet u het leer inwrijven met een mengsel van traan en talg. hierdoor blijft het zacht. Strijk het met een penseeltje vooral tus schen de zool en het bovenleer, en wrijf ook nog een weinig olie over dat bovenleer; hier door wordt de schoen waterdicht, maar na tuurlijk kunt u hem dan niet poetsen voor het vet er geheel is afgehaald. ONZE RUGZAKKEN zijn vervaardigd van prima stof, gemon- teerd met Iederen riemen. Het vet verwijdert u het beste door het leer te bewerken met een lapje, dat in zeepsop is gedoopt; spoel de zeep daarna af en wrijf het leer droog. Als uw schoenen nat zijn, moet u ze op hun kant leggen, zoodat ze goed van binnen en van buiten kunnen drogen. Zet ze op den tocht of in een tamelijk warm vertrek, maar vooral niet op een rooster van de kachel oi dicht bij een vuur. Zijn ze erg modderig, dan moet u er eerst de modder afhalen voor deze er in droogf, anders heeft u uren werk noodig om de harde korst te verwijderen. Is de modder nog voch- tig, dan gaat zij er gemakkelijk met een spons of natte lap af. Als u uw schoenen gaat poetsen, moet u er eerst al bet vuil afhalen: Stof, zand en mod der Verwaarloost u deze eerste zorg, dan wrijft u het vuil met de schoensmeer in het leer, waardoor dit spoediger leelijk wordt en gauw gaat barsten. De meeste menschen, die hun schoenen poetsen, doen dit alleen aan den bovenkant: het glanzend'e leer, dat je zien kunt; het is echter wel degelijk zaak om ook de modder en stof te verwijderen, die tusschen het leer en de zool zitten. Daar moet u dus flink langs borstelen. Pas op dat u niet met een mes aan hetl eer raakt. Sommige menschen wat onge- duldig aangelegd, trachten op die manier het vuil er af te krijgen en snijd'en een gat in hun schoen! Wees zuinig met de was of schoensmeer, waarmee u poetst: hoe minder u gebruikt des te mooier wordt het leer doch u moet vooral goed opletten, dat u alle plek- ken van uw schoen behandelt en niet de hiel of den neus vrgeet, evenmin't lipje onder de veters. Wrijf de smeer met een cud lapje in het leerborstel het dan uit met een zacht schui- ertje en politoer de schoen ten slotte met een zeemenlap of een fluweelen kussentje. Een ouwe sok is best geschi'kt voor in wrijf lapje. Wilt u bruin leeren schoenen wat opdon- keren, poets ze dan met een donkerder tint bruin ot wrijf ze in met wat ammonia-en-melk. Het is echter verstandiger, als u dat don kerder maken door een vakman laat doen Dan gebeurt het zooals het behoort Suede schoenen mogen niet gepoetst worden U schuiert ze schoan met een ijzeren borstel- tje en verwijdert eventueele vetvlekken met wat petroleum of benzine (pas op voor de kachel of een gasvlam!) In plaats van een ijzerdraad-borsteltje kunt u ook schuurpapier gebruiken. Denk er om, dat u dan slechts in een richting schuren moogt. Satijnen of brocaat schoentjes worden wel met broodkruimels gereinigd; tegenwoordig bestaan er ook poeiers voor. Gouden en zilveren schoeisel krijgt u met magnesia schoon. Zij mogen niet aan licht worden blootgesteld en moeten daarom in zwart vloeipapier worden bewaard. Als uw schoenen kraken, moet u de zolen met wat palmolie inwrijven en nu en dan het bovenleer met een tikje vaseline. Wanneer u de voeten diicht bij een heet vuur houdt, gaat het leer kraken. Helpt het oliemiddel niet, dan kunt u de zolen eenige dagen lang in koud water weeken, waar wat zout in is opgelost Zet ze daarna gedurende 24 uur in lijnolie en het kraken is voorbij. UITBREIDING DER ONGEVAL- LENWET. Er zijn twee wetsontwerpen tot aanvulling der Ongevallenwet aangcnomen, welke al leen nog op uitvoering wachten. Beide zijn van genoegzaam belang om ze in wijder kring dan dien der direct er bij betrokkenen bekend te maken. Zij betreffen de opneming van sommige beroepsziekten in de wet als gelijkwaardig met ongevallen en de regie- menteering van het instituut van den onder- nemingsarts. Eerst dan iets over „Beroepsziekten". H'ieronder verstaan wij ziekten, waaraan de werkman in een bepaald bedrijf gemakke- lijker gaat lijden dan een ander die niet aan de invloeden van dat bedrijf is blootgesteld. Zoo worden in vele fabrieken vergiftige stof- fen gebruikt. Ook al worden voorzorgsmaat- regelen getroffen, dan gelukt het toch niet altijd, den invloed dier vergiften op de werk lieden te verhinderen. Vooral geldt dit voor de langzaam werkende vergiften, zooals lood en kwik. Vroeger kwamen bijv. in lood- witfabrieken talrijke gevallen van loodvergif- tiging voor. Natuurlijk was er geen sprake van bewust, opzettelijk gebruik van de vergif tige stoffen. De vergiftiging kwam tot stand o. a. doordat de loodverbinding aan de han- den bleef vastzitten en wanneer dan de werk man met ongewasschen handen zijn boter- ham at, was de aldus in het lichaam ge- br.achte kleine, maar telkens herhaalde hoe- veelheid voldoende om chronische vergifti ging teweeg te brengen. Er waren ook an der manieren mogelijk, bijv. dat het loodbe- vattend stof zich hechtte aan onbsdekte voe- dingsmiddelen, dat het stof werd ingeademd of aan de kleeren meegenomen en dan thuis bij het borstelen daar weer op voedsel be- landde. Langzamerhand leerde men dit alles onder- kenn-n en vooral sedert de arbeidsinspectie er zich mee bemoeide op grond van Arbeids- en Veiligheidswet, heeft men geprobeerd, al die schadelijke invloeden op te heffen, het- geen gelukkig grootendeels, maar toch nog niet geheel is gelukt. Het stof in de fabriek wordt tegenwoordig door doelmatige inrich- tingen weggezogen, allerlei voorschriften z,ijn gegeven, o. a. dat de arbeider de handen behoorlijk moet wasschen voordat hij gaat eten. Een ander voorbeeld van een beroeps- ziekte is de glasblazerswang. Door aen voortdurenden, sterken druk der lucht in de mondholte worden de wangen steeds meer uitgezet, de elasticiteit gaat verloren en ten slotte puikn de wangen gedurende het bla- zen als twee ballons naar buiten uit. Iemand die veel met pekel in aanraking komt, krijgt aan de handen heel gemakkelijk zweren, zoo- genaamde pekelzweren. Door aanraking met andere stoffen ontstaan uitslagen van de huid, enz. Door veelvuldig gebruik van bepaalde spieren kan de daaraan bevestigde pees met bijbehoorende scheede in een bepaalden ont- stekingstoestand geraken. Herhaalde aanra king van de huid met harde voorwerpen kan de verschillenoe lagen der huid van elkaar los werken (blaar) of onder de eeltlaag een ont- steking opwekken (eeltzweer). Al deze ziekten zijn zonder eenigen twijfel als afhankelijk van 't bedrijf te beschouwen, zij behooren tot de onvermijdelijke, aan hel bedrijf verbonden gevaren. Principieel be- staat dus weinig verschil met onge\*jllen, waarvoor het gevaar evenzeer door't bedrijf ontstaat en er noodzakelijk aan verbonden is. Het ligt dus voor de hand, dat de werk man het als een onbillijkheid beschouwt, dat hij wel schadeloos gesteld wordt als hij in de werkplaats of op den weg tusschen zijn huis en de werkplaats door een ongeval wordt getroffen, maar niet als hij door een ziekte wordt getroffen, welke zeker niet zou zijn ontstaan, inden hij niet in dat bedrijf had gewerkt. Waarom zou nu het bedrijf vqpr die ziekte niet evenzeer aansprakelijk gesteld worden als voor een ongeval? In het buitenland werd deze vraag al voor twintig en meer jaren bevestigend beant- woord, in onze Tweede Kamer is er reeds lang geleden o. a. door mr. Koolen voor ge- pleit. Eindelijk is het nu zoover, dat de ge- lijkstelling bij de wet is vastgelegd. Het kan evenwel niet ontkend worden, dat de wettelijke regeling hier op groote moeilijk- heden stuit dan bij de ongevallen' het geval is. Uitzonderingen daargelaten, is het verband tusschen een ongeval en het bedrijf wel altijd duidelijk. En meestal zal gemakkelijk te be- wijzen zijn, dat een verwonding, beenbreuk, enz. inderdaad op het werk is ontstaan en niet bijv. bij een vechtpartij of een voetbal- match van den vorigen dag. Bij beroeps ziekten is het meestal veel moeilijker uit ie maken. Bij loodvergiftiging worden de eerste ziekteverschijnselen somtijds eerst een jaar of nog veel langer opgemerkt nadat het gif in het lichaam is opgenomen. Het is zeer goed mogelijk, dat de werkman dan reeds ge- ruimen tijd werkzaam is in een bedrijf, dat ten aanzien van lood absoluut ongevaarlijk is. Een blaar ontstaat zoo langzaam, dat niet altijd met zekerheid is te zeggen of deze door het werk in het bedrijf of door knutselarij of ander werk voor eigen pleizier of behoefte is ontstaan. Dit geldt ook voor peesscheedeont- steking en ook voor bevriezing en dergelijke afwijkingen. Juist door het langzaam ontstaan is het een moeilijk te beantwoorden vraag, wanneer het recht op schadeloosstelling begint. Bij een ongeval is dit uit den aard der zaak on middellijk het geval. Voor de beroepsziekte heeft men nu maar aangenomen, dat de be- gindatum bepaald wordt door de geneeskun dige verklaring, volgens welke de werkman ziek is. In het ontwerp waren eerst alleen enkele met name genoemde ziekten opgenomen. Om begrijpelijke practische redenen waren an der ziekten weggelaten, zooals bijv. het oog- sidderen, nystagmus. In de Tweede Kamer werd dit niet voldoende gevonden en nu is art. 1 gewijzigd in dezen vorm: „Met licha- melijk letsel, gevolg van een ongeval, wordt gelijkgesteld lichamelijk letsel, in een betrek- kelijk korten tijd ontstaan, zooals peesschee- de-ontsteking, bevriezing, hitte, beroerte, warmtebevanging, zonnesteek, blaar en der gelijke". Het is niet te verwonderen, "dat deze redactie tot veel protest aanleiding heeft ge geven en nog geven zal, tot op zekere hoogte

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 9