miiraistlif CoiraiL Het geheimzinnige Cenootschap. JFEUILLETON. Hendsrd dertigste Jaargang, hoekje Sfaci&meuws 1928 Kaandaf 9 Juli. Dinsdag 10 Juni. Hilversum, 1060 M. 12.302.Lunch- tnuziek door het Trio Groeneveld. 5.307.15 Concert door het Omroep-orkest. 7.15—7.45 .Lezing door G. H. Meuleman. 8.Concert door de Kon. mihtaire kapel (Grenadiers en pagers. Den Haag), onder leiding van C. L. goer. In de pauze leest Emma Morel voor uit „Sarah Burgerhart", door Betje Wolf en lAagje Deken. 10.15 Persberichten. Daarna tdansmuziek door Ted Stavast and his band Iran hot Casino te Scheveningen. L EJaizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.) 'jtfUitslui-tend K. R. O.-uitzendingen). 12.30 |j.30 Lunchmuziek door het Trio Winkels. Gramofoonmuziek. 7.30—8.Cursus Ikerklatijn door Leo Speet. 8.Concert. Het B"-trio. C. v. Boven, piano. H. van Born, §ool en C. v. d. Beek, cello. Spr.: Pater A. M. Populier uit het Missiehuis Sparren- laal: Een beschouwiqf over Chineesche toe- standen der laatste jaren. v Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. it 1.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Het Szemi Spanji-Trio. M. Dalmeyda(, sopraan. 1.20— g.20 Orkestconcert. 4.10^—4.40 Opening van ©e Undversiteit in Nottingham door den Ko- jfiing van Engeland. 4.20 Orkestconcert. 5.20 jVacantiepraatje. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 iGramofoonmuziek. 6.50 Nieuwsberichten. 17.05 Gramofoonmuziek. 7.20 Lezing: Wo men's life in New-Zeeland. 7.35 Pianomu- ssiek van Debussy. 7.45 Lezing: Engines for jfhe air. 8.05 Variete. 8.20—8.50 Lezing: psychology of food and dress. 9:20 Nieuws berichten. 9.35 Muziekles. 9.55 Nieuwsbe richten. 10.Concert door de militaire ka- pel. G. Parr, alt. 10 50—12.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 10.50 -11.Gramofoonmuziek. 12.502.10 Or •Jkestconeert. 4.055 05 Orkestconcert. 9.05 31.20 Concert. Mile. Welty, piano. Daarna fragmenten uit „Rigoletto" (in het Ttaliaansch) van Verdi, f Langenberg, 469 M. 1 252.50 Werken (van Lehar. Orkest en vocale solisten. 4.20 5 05 „Das verwunschene Schloss", sprookjes- $pel van Blachetta. 6.207.15 Zwitsersche il'iederen. Orkest en solisten. 8.35 „Ikarus" Werag-orkest. Hr. Wocke, zang. Hr. Hilgers, orgel. 10.50 Sluiten. Zeesen, 1250 M. 12.20—5.20 Lezingen. 5.20—6.20 Orkestconcert. 6.208.05 Lezin gen. 8.50 Causerie. 9.20 Vocaal concert. Ida Orloff, declamatie. C. Bronsgeest, bariton. Hamburg, 395 M. 4.35 Liederen v. Wolff en Strauss voor sopraan met pianobegelei- ding. 6.20 Walsmuziek door orkest. 8.20 •Actueele causerie. Daarna tot 11.20 Cabaret. Norag-jazz-orkest en solisten. Brussel, 509 M. 5.205.50 Gramofoon muziek. 5.506 20 Orkestconcert. 6.50— 7 20 Orkestconcert. 8.20 Concert in de die- rentuin te Antwerpen. Groot orkest. De A. If. W. B. te Alkmaar. Ter gelegenheid van het Ode lustrum werd ditmaal de algemeene vergadering van den Algemeenen Nederlandschen Wielrijd-ersbond, thans Toeristenbond voor Nederland, met de daaraan verbonden excursie, te Alkmaar g-eliouden. Om een uur vereenigden zich de deelnemen- de bondsleden aan den steiger van de Alk maar Packet, om met een der booten, langs de mooie Zaanstreek en over het prachtige Alkmaarder Meer, naar Alkmaar te varen. Aan boord, waar een strijkje aanwezig was en gelegenheid tot lunchen werd ge- boden, heerschte een prettige stemming. Op de Alkmaarder Meer werd de boot te- gemoet gevaren door een drietal vaartuigen van de Alkmaarsche Roei- en Zeilvereeni- ging en vandaar begeleid naar Alkmaar. Aan den steiger te Alkmaar werden de ileelnemers, door het wa-kkere bestuur van 'Alcmaria verwelkomt en vandaar onder de tonen der muziek naar het stadshuis gewan- deld, waar de raadszaal tot vergaderzaal was jngericht. Een welkomstwoord van den burgemeester. In de raadszaal werden de deelnemers door burgemeester en wethouders en de ge- meente-secretaris verwelkomt. Ook mej. Carels was aanwezig. De burgemeester verklaarde het zeer op prijs te stellen, een oogenblik in de gelegen heid te zijn g-esteld, de deelnemers met een Naar het Engelsch van J. S. Fletcher door Mej. A. T. 13) „Voordat je Jimrnie vertelt, wat je tnij zoo ■aag willen hooren, wat Jiimmie werkelijk :ist verteld, hebt Scraye", zei hij, zou ik denkt over hetgeen wij van morgen gedaan hebben. Ik voor mij vind, dat we niets an- ders deden dan mevrouw Wytkenshawe vol- f en van het Victoria-station naar een post- antoor in Regent Street, van het postkan- toor naar een deftige hoedenzaak naar haar ^igen huis in Wilton Crescent. Ik beken, dat St niets meer zien kan in alles wat wij deden/' M.:t een beweging van zijn rechter ooglid vcstigde Scraye de aandacht van Jimmie op een karaf sherry die op een tafeltje dicht bij hem stond. jimmie schonk een glas half vol en proefde den wivn nadenkend. „Ja", zei hij „Ik geloof wel, dat het alles is. dat je zien zou, Packe. Daar je een uitvin- der vai geheimzinnigheden bent, zie je de ge- wone feiten niet, al zijn ze vlak onder je neus Nu, ik ben geen uitvir.der en ook geen schep- per; ik ben'een practische mcnscb Wij hou- den het voor eangenomen, dat mevrouw Wytkeushcwc zich eergisterer.oacht het kruis was (Uo tsaar nit de Koningimwiama: op enkel woord welkom te neeten in Alkmaarsch stadshuis, dat het gemeentebestuur met het grootste genoegen ter beschikking 'had ge steld. Het verheugde spr., dat de ontvangst van den Wielerbond te Alkmaar zich niet alleen bepaalde tot een officieele ontvangst, doch dat daarin ook wordt gedeeld door de bur- gerij, die bij monde van de Alkmaarsche Courant, in een belangrijk artikel den bond het welkom heeft toegeroepen. De ontvangst geschiedde ditmaal een beetje anders dan gewoonlijk, wanneer de zaal geheel ontruimd wordt en na afloop een blijk van de goede gezindheid wordt ge- geven. Ditmaal was dit te las tig, omdat na de ontvangst de Bond in de zaal moet ver- gaderen, waarom er stoelen in de zaal wa- ren geplaatst. Omdat bet gemeentebestuur ditmaal niet in staat was, de gebruikelijke eerbewijzen te geven, had het zijn belangstelling jegens den Bond geuit door het aanbrengen van een verlichting tijdens het avondconcert in den muziektuin en door de raadszaal voor de Algemeene Vergadering af te staan. Het be- schouwt dit als iets bizonders, het gebeurt eigenlijk nooit en het gebeurt nooit ge- vraagd. Het is een van die gunsten, die onge- vraagd worden verleend. Ditmaal was het gemeentebestuur daartoe bizonder gaarne overgegaan, omdat het doel van den Bond bij uitstek een maatschappelijk doel is, ten bate van het algemeen. Voor alles, wat de Bond in de afgeloopen 45 jaar heeft gedaan, paste het spr. niet om een woord van dank uit te spreken, maar hij geloofde zich niet aan een onbehoorlijkbeid schuldig te maken, wanneer hij namens Alkmaar den Bond een woord van hartelijken dank bracht voor het vele, dat hij voor de Alkmaarders gedaan heeft ter vergemakkelijking van hun verkeer onderling en in het belang van hun verkeer door het geheele land. Een bizonder woord van dank bracht spr. den Bond voor den steun aan de totstand- koming van het rijwielpad van' Bergen naar Bergen aan Zee, gegeven. In tegenstelling met het Gooi is onze streek arm aan rijwielpaden. In dit polder- land is het maken van die paden niet zoo een- voudig en spr. waardeert bet daarom des te meer, dat het vorige jaar met steun van den Bond het rijwielpal van Bergen naar Bergen aan Zee tot stand is gekomen. Spr. zegt dit met te meer klera, omdat bij het gemeente bestuur aanhangig is een subsidieaanvrage voor een ander rijwielpad, op wel'ke aan- vrage B. en W. de brutaliteit hebben, on- gunstig te adviseeren, omdat zij van mee- ning zijn, dat het ontworpen rijwielpad toch werkelijk zonder eenig belang voor de ge- meente Alkmaar is. In het algemeen zien B. en W. van Alkmaai niets liever, dan dat er rijwielpaden tot stand komen. Spr. hoopte, dat het effect naar buiten van deze bonds- vergadering zou zijn, dat belangstelling ge- wekt wordt voor de rijwielpaden in deze streek en dat er nog iets kan worden gedaan voor het scheppen van nieuwe rijwielpaden. Het zou het gemeentebestuur en in het bizonder spr., buitengewoon verheugen, wanneer dit resultant kon worden bereikt. Het kwam spr. voor, dat er in deze streek nog veel te weinig lid zijn van den Bond. Hiermede wil hij niets zeggen ten nadeele van deze streek, want ook van andere stre- ken kan hetzelfde worden gezegd. Over het algemeen moesten de burgers begrijpen, dat klaploopen een verachtelijk iets is. Het spreekt vanzelf, dat spr. dit woord in het al gemeen alleen richt tot hen, die in staat zijn, de daad te doen, door zich ais lid van den Bond op te geven. Wanneer dit gedaan werd, dan zou het ledental van den Bond (75000) niet zoo be- lacbelijk gering zijn. Helaas moet spr. daar- uit concludeeren, dat er in ons land tallooze menschen zijn, die er niet tegen op zien, ge- bruik te maken van de voordeelen, die de Bond biedt, zonder lid van den Bond te zijn. Spr. hoopte dan ook, dat te Alkmaar en omgeving zich door deze vergadering nog velen geroepen zullen voelen, alsnog te doen, wat hun plicht is en door als lid toe te treden de kracht van den Bond versterken om daardoor het buitengewoon verdienste- lijk werk van den Bond, dat in hooge mate ten profijt is van het Nederlandsche volk, te steunen. Spr. huldigde hierna nog den voorzitter van den Bond, bekend als „onze Edo". Hij hoopte, dat de populariteit van den Bond nog lang zal stijgen en dat de Bond nog lang zal staan onder de beproefde leiding van dezen Edo! (Langdurig applaus). Een woord van den bondsvoorzitter. De bondsvoorzitter, de beer Edo Bergs- ma, beantwoordde het welkomstwoord van den burgemeester en ving aan met te ver- zekeren, dat hij een zwak voor Alkmaar en voor de reis te water daarheen had en ver- zekerde, dat hij met die voorliefde nogal Scraye toeeigende, nietwaar? Goed, zal ik u zeggen wat zij er mee deed?" Packe lachte, Scraye hield hem met een levmdig gebaar tegen. „Ja!" zei hij, zich tot Jimmie wendend. „Vertel ons dat!" „Goed!" ging Jimmie voort. „En ik ge loof, dat ik het goed heb, ofschoon ik onmo- gelijk zou kunnen zeggen, waarom ik het goed heb. Toen mevrouw Wytkenshawe een- maal uw kruis had, maakte zij er een keurig pakje van. Zij nam het mee naar Brychester, toen zij kolonel en mevrouw Durham verge- zelde om de oudheden van die beroemde stad te zien. Zij ging naar het postkantoor te Bry chester en stuurde het pakje aangeteekend aan haar eigen adres, om afgehaald te wor den aan het postkantoor in Regent Street Upper Regent Street, om het precies te zeg- gei Vanmorgen ging zij het aan dat post- kantoc. halen ik zag haar er mede uitko- men; ik merkte op, daar ik buitengewoone scherp zie, dat het aangeteekend was. Zij had dat pakje in haar hand, toen zij den hoeden- winkel binnenging. En daar heeft zij het gelaten." „Daar heeft ze het gelaten?" riepen de beide toehoorders uit. „Daar heeft zij het gelaten", herhaalde Jimmie zeer plechtig. „Zie je, Packe, ik deed het detective-werk, terwijl jij zorgde voor de versiering of zullen we zeggen het veibergen- de werk. Zooals ik, geloof ik, al meer gezegd heb, heb ik cen gave om kleine dingen op te eens geplaagd wordt „Van de eene bekorlng in de andere val- lend, wanneer men te water den weg aflegt, zoo vervolgde spr., komt de toerist in Uw fraaie stad met zijn stedenschoon, waar men niet schroomt torens op zij te zetten, om toch maar te toonen, dat de gasten uit den vreemde gul zullen worden ontvangen. Mijnheer de Burgemeester! Het is ons wel hicr te zijn, de toerist voelt zich hier thuis. hier voelt hij, dat men wat over heeft voor behoud van hetgeen de stad siert en aan trekkelijk maakt, hier voelt hij zorg voor gemakkelijk en veilig verkeer, voelt hij eer- bied voor het behoud der monumenten van historic, kunst en natuur. Schitterend was het voonbeeld, dat Alk maar gaf toen het, gesteund door de provin- cie en Heiloo, de vereeniging tot behoud van Natuurmonumenten in Nederland in staat stelde, het eenige, oude, werkelijk bosch be- noorden het IJ het bosch van Foreest te koopen en het voor het heden en de toe- komst te bewaren. De wegenverbetering in den omtrek wordt ter hand gen-omen; moge het rijk de erger- lijke verkeersbelemmeringen, die de eenige rijksbruggen over het Noord-Hollandsch Kanaal vormen, spoedig verbet-ereni; dat wordt tijd en moge de mooie plannen, die de provincie heeft voor de verbetering van het verkeer te water door alien gesteund wor den, wier steun de Provinciale Staten noodig achten. Mijnheer de Burgemeester! Moge ik van deze gelegenheid gebruik maken- een woorc van hulde te spreken tot de Alkmaarsche po litic en haar chefs, die het moeilij-k en v-er- antwoordelijk vraagstu-k het verkeer te lei- den, de verkeersveiligheid te vermeerderen en d-e verkeersopvoedang ter hand te nemen, met zulk een ijver tot oplossing trachten te brengen. En als voorzitter van den A. N. W. B., en als ondervoorzitter der Veiligheids-Confe- rentie, en- als burgemeester eener stad met in tensief verkeer, ken ik die moeilijkheden, die te overwinnen zijn; hulde aan wie di-e moei lijkheden onder bet oog ziet en niet schroomt om in te grijpen. Het is dus niet alleen een woord van dank voor de prettige ontvangst, waarvan wij genieten, dat ik tot U richt, het is ook een woord van dank voor wat Alkmaar en voor wat het hoofd van Alkmaarsch bestuur doet voor den toerist; het spreekt wel van zelf, dat de „Bond der Toeristen" dat warm waardeert." Spr. v-erzekerde nog, dat het hoogelijk ge- waardeerd werd, dat de bond in de roem- zuchtige raadszaal kon vergaderen. De bond re-kent ook de verbetering van het verkeer te water tot zijn werkzaamheden en evenzeer het gemakkelijk maken van het rijwieltoerisme en daarom kon spr. met vrij- moedigheid zeggen, dat hij, hetgeen de bur gemeester ten aanzien van de rijwielpaden- had aangeroerd, in het bestuur van- den A. N. W. B. ter sprake zal brengen en dit be stuur zal dit zeer zeker ernstig in over- wegin-g n-emen. Hij hoopte, dat het mogelijk zal zijn, den stoot er aan te geven, om in het gevoelde gebrek te voorzien. Terecht zei de burge meester van Alkmaar, dat de Bond is een vereeniging -tot nut van- het algemeen. Boven de schouw in deze raadszaal staat: „Het heil van het volk in- de hoogste wet". En wanneer wij als particulier-e vereeniging die- zelfde zi-nspreuk a. h. w. voeren, en ons niet opsluiten- in eigen kring en niet alleen- het heil van ons zelf, maar ook dat van geheel ons volk bevorderen, dan -kan het niet an ders, of hetgeen wij voelen, kan het best door den Bond worden bereikt. Wij staan aan het begin van een nieuwe werkperiode en zullen daarbij dankbaar herdenken den steun, daarbij door U aan ons gegeven. Spr. zegde bet gemeentebestuur hartelijk dank voor het geen het heden en morgen voor den Bond doet en vooral voor den steun in het werk van den Bond gegeven, omdat die het be stuur zal voortdrijven op den weg, die hij voor zichzelf heeft afgebakend tot zegen van het toerism-e en tot zegen van de bevolking van ons land. (Applaus). De burgemeester overhandigde hierop den voorzittershamer aan den bondsvoorzitter, die hierna met een hartelijk woord van wel kom de Algemeen-e Vergadering opende en nogmaals zijn inge-nomenh-eid uitsprak met de gegeven gelegenheid om in de mooie historische zaa-l te kunnen vergaderen, De algemeene vergadering Het woord was hierop aan den consul voor Alkmaar, die mede namens de consuls van Schoorl en Bergen een hartelijk woord van welkom sprak en den wensch uitte, dat na bet -burgemeesterlijke woord en n-a lezing van het hoofdartikel van de Alkmaarsche Courant de bevolking van Alkmaar en om geving tot de overtuiging zal komen, dat zij tot nog toe schromelijk haar plicht had ver- merlen Nu, toen mevrouw Wytkenshawe aan het Victoria-station in haar taxi stapte, had ze zoo'n reusachtige mof bij zich, als de vrou- wen tegenwoordig met zich slepen, dingen, waar je wel een ham in zou kunnen stoppen. Toen zij het postkantoor binnenging, liet zij haar mof in de taxi, toen zij -den hoedenwin- kel binnenging, liet zij1 haar mof weer in de taxi. Haar handen waren dus vrij en ik kon er op letten. Zij1 droeg het pakje, uit het post- kantoo* kemende, in haar linkerhand zij droeg het in de rechterhand, toen zij den hoe- den win-kel binnenging. Toen zij uit de hoe denzaak kwam, had zij het in geen van beide handen. Om u beiden nog verder een bewijs van mijn opmerkingsgave te geven, wil ik slechts zeggen dat, ofschoon ik mevrouw Wytkenshave nooit te voren in mijn leven ge- zien had, zij1 een dame is die druk gebruik van haar handen maakt bij het spreken, zij maakt veel gebaren. „Dat is waar," zei Scraye. „Goed", zei Jimmie. „Mevrouw Wytken shawe kwam uit den hoedenwin-kel, gevolgd door een der jonge dames van de zaak. Me vrouw Wytkenshawe sprak een oogenblik zeer levendig, voordat zij in haar auto stapte. Zij bewoog haar handen vrij. En in geen van bei de had zij een pakje. Daaruit maakt ik op, dat mevrouw Wytkenshawe het pakje in den hoedenwin-kel achterliet of het vandaar ver- zond. Zij nam het mee in den hoedenwinkel zij bracht het niet mee uit den hoedenwin- kel." i waarloosd door het werk van den A.N.W.B. ni-et te steunen. Spr. uitte nog den wensch, dat voor de bondsleden, die de Algem. Ver gadering bijwoonden, de beide dagen te Alkmaar en omgeving recht prettige dagen zouden zijn. Op voorstel van den heer Van der Sande werden- de heeren E. Kol, Mr. R. A. Benthem Sypkens, G. W. A. v. Laer en H. Lamsveltbij acclamatie -tot leden van de bala-nscommissie herkozen. Het jaarverslag. De s e c r e t a r i s, Mr. A. Meyjes bracht hierop het 45ste jaarverslag uit, dat daarna in een keurig uitgevoerd en met aardige cliche's versierd boekje aan de leden werd rondgedeeld. De belangstellende lezers verwijzen wij voor den hoofdinhoud naar ons hoofdartikel van Zaterdag Het keurige verslag werd na een instem mend applaus aangenomen voor kennisge- ving. De voorzitter deed hierna mededee- ling van een ingekomen telegrafischen geluk- wensch van den Directeur van het Staats- boschbeheer, den heer Van Dissel. Spr. wees erop, dat men Zon-dag het uitnemende werk van het Staatsboschbeheer in de duinen tus- schen Schoorl en Bergen zal kunnen bewon- deren. De heer F r a n k e n wees erop, dat art. 95 van het huish. regl. voorschrijft, dat het dagelijksch bestuur; minstens een week voor de Algem. vergadering de punten, die ter Al-g. Verg. behan-deld moeten worden, in het orgaan van den A. N. W. B publiceert. Spr. had daarover niets in de Kampioen gevon- den. Een bestuurslid, dat spr. daarover sprak antwoordde hem: „Men kent u alleen als feestganger". Spr. gevoelt zich ook nog iets anders en zijn vraag is, of het onbekend is, -dat er gewone leden zijn en of het ontbreken van de agenda in de Kampioen een verzuim is geweest. De voorzitter had hierop de Kampioen niet nagezien. Spr. erkende dit als een fout en ook het niet voldoen aan art. °5 van het huish. regl. was een fout De agenda hevatte geen punten, die van de leden een ernstig voor-onderzoek vorderden en voor <|e toe- komst be1oofde spr. beterschap. (Gelach en applaus). Een sluitingswoord van den voorzitter. In zijn sluitingswoord herinnerde de voor zitter eraan, dat een tijdvak van gestadigen vooruitgang was afgesloten. Spr. gaf in het kort aan, wat de Bond voor het toerisme deed'. Hij herinnerde eraan, dat op initiatief van den Bond de vereeniging Het Nederlandsche wegeneongres werd opgericht, die zoo goed wetenschappelijk onderzoekend en opbouwend werk verricht voor de wegen in ons land. Met dankbaarhei-d constateerde spr., dat bij regee- rin-g en volksvertegenwoordiging een ern stig streven naar verbetering voorzit. Voldaan, zoo vervolgde spr., zijn we daar om niet, hoe zou het ook anders kunnen. Wie betaalt, ziet graag wat hij verkrijgt; het „be- talen" is begonnen, hetgeen er voor verkre- gen moet worden, komt nog langzaam. Laat ons niet onbillijk zijn. Laat ons be- denken, dat in dat nieuwe, groote, buitenge woon moeilijke en veelomvattende werk moet worden ingeleefd; dat, om slechts een voor- beeld te noemen, het zelfde zeer beperkt getal Hoofdambtenaren thans zooveel duizen-den stukken te verwerken heeft als vroeger hon- derden dat alles nieuw is en studie eischt, en dat, wie ingesteld was op de langzame ver- werking van duizen-den, nu den eisch hoort spoedige verwerking van tonnen gouds, ja van millioenen. La-ten wij alien trachten mee op te bouwen en te waaraeeren, dat de wil tot krachtig aanpakken aanwezig is en ons herinneren, dat de Nederlandsche ingenieur de wereld- beroemde ingenieur niet zou zijn, die hij toch is, in-dien hij ook dit nieuwe vraagstuk niet spoedig onder de knie zou hebben. Wanneer bij den A. N. W. B. het werk ge- lukkig vermeerdert, dan vermeerderen wij ons personeel, met voorzichtigheid, maar ook met dien spoed, die onvermijdelijk is om bij te blij- vem Dat gaat bij Staat en andere openbare lichamen zoo gemakkelijk niet; ik, die er mij van overtuigd heb, hoe overbelast vooral lei- dende personen in deze zijn, ik wil alien, die in deze invloed uitoefenen kunnen, opwekken, cm te zorgen, dat niet, door enkele duizenden te sparen, vele millioenen verloren gaan. Spoed bij wegenverbetering is noodig. Ons, bestuurderen van den A- N. W B., kan men niet verwijten, dat wij verbreedingsmaniak- ken zijn, noch ook snelheidsafgoderij plegen. Wij voelen voor behoud van iederen boom, die behouden kan worden, wij hebben eerbied voor ieder monument van schoonheid en we- tenschap, wij voelen er voor, omdat wij het toerisme eeren en leiden willen en het toeris me zijn aantrekkelijkheid, zijn waarde als mid-del tot verruiming van geest en verwar- ming van ziel en gemoed inboet, als alles ver- „Slim vernuftig!" monpelde Packe „Heel slim, Jimmie. Ik hoop maar, dat het waar is." „I-k ben geneigd te denken, dat de theorie van Tricbett waar is," zei Scraye. „Het past op hetgeen ik vanmiddag gehoord heb ten- minste, ik kan me voorstellen, hoe het er op passen kan, Zie eens Trickett, sedert ik om drie uur in de stad kwam, heb ik van nog twee diefstallen gehoord van dezelfde soort, als die wij op het oog hebben." „Nog twee!" riep Jimmie uit. Nog twee, waarbij mevrouw Wytkenshawe onmogelijk kan betrokken zijn", antwoordde Scraye. „Luister naar wat ik er je van ver- tellen kan. Toen ik van middag in de stad kwam, ging ik naar de Antediluvian Club Daar zag ik lord Palsgrave en sir Simon Fleming heel ernstig in een hoek der rookka- mer zitten praten. Na een poosj-e kwam Pals grave mij vragen bij hen te komen zitten. Na- dat ik bij hen zat, vroegen- zij1 mij met een zeer geheimzinnig voorkomen, of ik niet bij den heer Godenham logeerde, toen zijn be roemde, met juweelen bezette avondmaals- beker gestolen werd. Ik antwoordde van ja. Toen vroegen zij mij, hun te vertellen, wat ik mij van de bijzonderheden kon herinneren. Ik vertelde ze hun. Toe zeiden ze mij', dat in de afgeloopen week Palsgrave een zeker gefl lustreerd misboek was kwijt geraakt, dat een- maal het eigendom van Hendrik den Achtsten geweest was, en Fleming een gouden ketting, waarvan beweerd wordt, dat lady Jane Grey I vlakt en zijn schoonheid verliest, maar de intensiviteit van het verkeer holt vooruit. Enkele cijfers, die niet liegen kunnen, geef ik U hier. Het 's-Gravendeelsche veer zette in 1926 een getal van 182.690 rijwiel over en in 1927 een 20.000 meer; in 1926: 19 300 auto's en in 1927 een 6600 meer. Het tot voor kort geheel onvoldoemfc veer aan den Moerdijk zette in 1926 39.800 auto's over en in 1927 7000 meer. Het getal Tijwielen, dat over Papendrechi ging, was in 1927 ruim 484.000, een getal, dat een goede 49.000 grooter was dan in 1926. Het getal overgezette auto's steeg van 124.608 in 1926 tot 149.487 in 1927, dus een vermeerdering van 24.800 in een jaar. In 1926 was het getal belaste rijwielen in Nederland 2.212.000, in 1927 was dat gere- zen tot 2.265.000, het getal onbelaste was 72.500, zoodat Nederland dus minstens 2.338.000 fietsers telt. Voor 1928 is dit getal op ongeveer 2.600.000 te sehatten. Het stijgt met honderdduizenden per jaar. Op 30 Juni 1927 waren er in ons land minstens 71.000 auto's, aanzienlijk meer dan een jaar eerder, niettegenstaande de rem, die de wegenbelasting ongetwijfeld aanlegt. Voor deze feiten kan en mag men de oogen niet sluiten en niet alleen uit een oogpunt van verkeersveiligheid bezien, maar ook van toeristisch standpunt uit. Wat heeft een toerist aan de natuur, aan de monumenten om zich been, als hij, zooals reeds op tal van wegen voorkomt, van den eenen angst in den anderen valt, bij gebrek aan ruimte en bij afwezigheid van een verhar- ding, die wagen of fiets rustig op den weg doet liggen en gaan? Ik noemde daareven groote veren; stel U voor, dat dit bruggen waren, bruggen, die Zuid-Nederland met de Noordelijke provm- cies zouden verbin-den, die nu door de breede wateren gescheiden zijn. Wel-k een winst zou dat zijn voor het nationaal verkeer, voor het toerisme, voor de economische belangen van ons volk, voor beter onderling begrijpen tusschen- de deelen onzer natie; wat zou het de koopkracht van eigen volk bevorderen, hoe zou, in £en woord, een nationaal belang van de eerste orde ge- diend zijn met overbrugging onzer groote stroomen! Dat nationaal belang client bevorderd, ont- wikkelt ook den A. N. W. B., wanneer hij on- verpoosd ijvert voor verbind-ing van de dee len, die nu „de facto" gescheiden zijn en die ernstig dreigen steeds meer te vervreemden in plaats van saam te smelten. Behoud van natuursckoon. Komende, tot hetgeen de Bond voor het be houd van landgoederen en bosschen deed, be- toogde spr., -dat de natuurschoonwet een stap der regeering is, -die in ruime mate waardee- ring verdient. H-et stemt tot dank, dat het openbare geweten- en de vertegenwoordigers van al-le politieke partijen zich voor het be houd van lan-dschapsschoon hebben uitge- sproken. Spr. waarschuwde hierbij, niet blind -te blijven voor de economische eischen van onze maatschappij. Er moet voor gezorgd worden, -dat het geen algemeene cultus wordt voor doode schoonheid. Spr. hoopte, dat de natuurschoonwet haar beschermende hand ook nog eens zal uitstrekken over andere mo numenten der natuur, mits men de ontwik- keling van ons volk er niet mee still legt. Met voldoening constateerde hij, dat 50 eigenaren en daarbij de bezitters van die landgoederen, op welks behoud onze natie ten hoogste prijs moet stellen, wenschten zich te stellen onder deze wet. Daaronderook enkele der meest bedreigde en ik voor mij weet thans hoe groot de kans was, dat het mooiste en beste, het meest onmisbare gedoemd was te verdwij-nen, als deze wet was uitgebleven. Ik zeg hoe groot de kans was, doch daar- mee zeg ik wellichl te veel. De wet is gekomenzonder die wet zouden vele landgoederen en bosschen zeker verdwe- nen zijn, maar toch, de kans, dat zij zullen worden verkaveld en gekapt en dat zij zullen verdwijnen tot eeuwige schande voor ons volk en direct en indirect tot groote gel-delij-ke schade voor's Rijks schatkist, die „kans" te er nog. Van verschillende kanten uit ons land be- reiken mij geruchten, dat dienaren van den fiscus deze wet beschouwen als een mooi ge baar van de Regeering en als een fopspeen, door het Ministerie van Financien het na- tuurminnend volk van Nederland toegesto. ken. Er is geen leiddtaad voor de schatting der goederen, er is door Financien geen vaste lijn, geen gel-ijkmatige soepele toepassing, over het geheele land gelijk uifgestippeld, noch vastgelegd. Vandaar nieuwe vreeze; of -die overdreven is? Ik hoop het of, eigenlijk gezegd: ik vertrouw het, want ik acht de Regeering tot zoo onwaardige fopperij niet in staat. Waar echter een zoo groote en algemeene angsc voor een fisca-le toepassing der wet be- staat, hoop ik, dat de Volksveriegenwooi-cfi- dien den avond voor haar terechstelling aan een van zijn voorvaderen gegeven heeft. „Altijd historische merkwaardigheden," mompelde Trickett. „Juist altijd dingen, waar verzamelaars jacht op maken", stemde Scraye sn. „Nu, toen zij mij dat alles vertelden, deelde ik hun mijn geschiedenis mede. Maar ik paste zorg- vuldig op, hun zeggen, dat ik mevrouw Wyt kenshawe verdacht. Voor het oogenblik zullen wij dat voor ons zelf houden. Toen gingen wij alle drie dieper op de zaken in. Wij orrtdekten, dat ieder diefstal onder gelijke oastanchg- heden was gepleegd1 de voorwapen lagen tentoongesteld in een bezienswaardige kanier van elk huis en werden niet bijzonder be- waakt zij'waren alle gemakkelijk te berei- ken. Wij' spraken over ons dsenstperseofiel Geen va nons drieen kon zich een denken, van wiens eerlijkheid hij niet ten volel overtuigd was. Toen sprsker. wijj over onze gasten want in alergevalen m-s A.- diefstal gepleegd, terwijl de rigenaar van het gestolen voorwerp gasten had. Affe men schen op het landgoed van Palsgrave zeer bekend in de werekl; evenzO-o de gastsn van Fleming. Ik noemde de tsamen v«n ss^a gasten. Palsgrave en Fleming waren bd «r over eens, dat zij boven vei'denkiog Je ziet dus, dat een ding zeker is. (WofvF ven'oSg&y *0 160

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5