miiraistlif CoiraiL
Het geheimzinnige Cenootschap.
JFEUILLETON.
Hendsrd dertigste Jaargang,
hoekje
Sfaci&meuws
1928
Kaandaf 9 Juli.
Dinsdag 10 Juni.
Hilversum, 1060 M. 12.302.Lunch-
tnuziek door het Trio Groeneveld. 5.307.15
Concert door het Omroep-orkest. 7.15—7.45
.Lezing door G. H. Meuleman. 8.Concert
door de Kon. mihtaire kapel (Grenadiers en
pagers. Den Haag), onder leiding van C. L.
goer. In de pauze leest Emma Morel voor
uit „Sarah Burgerhart", door Betje Wolf en
lAagje Deken. 10.15 Persberichten. Daarna
tdansmuziek door Ted Stavast and his band
Iran hot Casino te Scheveningen.
L EJaizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.)
'jtfUitslui-tend K. R. O.-uitzendingen). 12.30
|j.30 Lunchmuziek door het Trio Winkels.
Gramofoonmuziek. 7.30—8.Cursus
Ikerklatijn door Leo Speet. 8.Concert. Het
B"-trio. C. v. Boven, piano. H. van Born,
§ool en C. v. d. Beek, cello. Spr.: Pater A.
M. Populier uit het Missiehuis Sparren-
laal: Een beschouwiqf over Chineesche toe-
standen der laatste jaren.
v Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst.
it 1.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Het Szemi
Spanji-Trio. M. Dalmeyda(, sopraan. 1.20—
g.20 Orkestconcert. 4.10^—4.40 Opening van
©e Undversiteit in Nottingham door den Ko-
jfiing van Engeland. 4.20 Orkestconcert. 5.20
jVacantiepraatje. 5.35 Kinderuurtje. 6.20
iGramofoonmuziek. 6.50 Nieuwsberichten.
17.05 Gramofoonmuziek. 7.20 Lezing: Wo
men's life in New-Zeeland. 7.35 Pianomu-
ssiek van Debussy. 7.45 Lezing: Engines for
jfhe air. 8.05 Variete. 8.20—8.50 Lezing:
psychology of food and dress. 9:20 Nieuws
berichten. 9.35 Muziekles. 9.55 Nieuwsbe
richten. 10.Concert door de militaire ka-
pel. G. Parr, alt. 10 50—12.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 10.50
-11.Gramofoonmuziek. 12.502.10 Or
•Jkestconeert. 4.055 05 Orkestconcert. 9.05
31.20 Concert. Mile. Welty, piano. Daarna
fragmenten uit „Rigoletto" (in het
Ttaliaansch) van Verdi,
f Langenberg, 469 M. 1 252.50 Werken
(van Lehar. Orkest en vocale solisten. 4.20
5 05 „Das verwunschene Schloss", sprookjes-
$pel van Blachetta. 6.207.15 Zwitsersche
il'iederen. Orkest en solisten. 8.35 „Ikarus"
Werag-orkest. Hr. Wocke, zang. Hr. Hilgers,
orgel. 10.50 Sluiten.
Zeesen, 1250 M. 12.20—5.20 Lezingen.
5.20—6.20 Orkestconcert. 6.208.05 Lezin
gen. 8.50 Causerie. 9.20 Vocaal concert. Ida
Orloff, declamatie. C. Bronsgeest, bariton.
Hamburg, 395 M. 4.35 Liederen v. Wolff
en Strauss voor sopraan met pianobegelei-
ding. 6.20 Walsmuziek door orkest. 8.20
•Actueele causerie. Daarna tot 11.20 Cabaret.
Norag-jazz-orkest en solisten.
Brussel, 509 M. 5.205.50 Gramofoon
muziek. 5.506 20 Orkestconcert. 6.50—
7 20 Orkestconcert. 8.20 Concert in de die-
rentuin te Antwerpen. Groot orkest.
De A. If. W. B. te Alkmaar.
Ter gelegenheid van het Ode lustrum werd
ditmaal de algemeene vergadering van den
Algemeenen Nederlandschen Wielrijd-ersbond,
thans Toeristenbond voor Nederland, met de
daaraan verbonden excursie, te Alkmaar
g-eliouden.
Om een uur vereenigden zich de deelnemen-
de bondsleden aan den steiger van de Alk
maar Packet, om met een der booten, langs
de mooie Zaanstreek en over het prachtige
Alkmaarder Meer, naar Alkmaar te varen.
Aan boord, waar een strijkje aanwezig
was en gelegenheid tot lunchen werd ge-
boden, heerschte een prettige stemming.
Op de Alkmaarder Meer werd de boot te-
gemoet gevaren door een drietal vaartuigen
van de Alkmaarsche Roei- en Zeilvereeni-
ging en vandaar begeleid naar Alkmaar.
Aan den steiger te Alkmaar werden de
ileelnemers, door het wa-kkere bestuur van
'Alcmaria verwelkomt en vandaar onder de
tonen der muziek naar het stadshuis gewan-
deld, waar de raadszaal tot vergaderzaal
was jngericht.
Een welkomstwoord van den
burgemeester.
In de raadszaal werden de deelnemers
door burgemeester en wethouders en de ge-
meente-secretaris verwelkomt. Ook mej.
Carels was aanwezig.
De burgemeester verklaarde het zeer op
prijs te stellen, een oogenblik in de gelegen
heid te zijn g-esteld, de deelnemers met een
Naar het Engelsch van J. S. Fletcher
door Mej. A. T.
13)
„Voordat je Jimrnie vertelt, wat je tnij zoo
■aag willen hooren, wat Jiimmie werkelijk
:ist verteld, hebt Scraye", zei hij, zou ik
denkt over hetgeen wij van morgen gedaan
hebben. Ik voor mij vind, dat we niets an-
ders deden dan mevrouw Wytkenshawe vol-
f en van het Victoria-station naar een post-
antoor in Regent Street, van het postkan-
toor naar een deftige hoedenzaak naar haar
^igen huis in Wilton Crescent. Ik beken, dat
St niets meer zien kan in alles wat wij deden/'
M.:t een beweging van zijn rechter ooglid
vcstigde Scraye de aandacht van Jimmie op
een karaf sherry die op een tafeltje dicht bij
hem stond. jimmie schonk een glas half vol
en proefde den wivn nadenkend.
„Ja", zei hij „Ik geloof wel, dat het alles
is. dat je zien zou, Packe. Daar je een uitvin-
der vai geheimzinnigheden bent, zie je de ge-
wone feiten niet, al zijn ze vlak onder je neus
Nu, ik ben geen uitvir.der en ook geen schep-
per; ik ben'een practische mcnscb Wij hou-
den het voor eangenomen, dat mevrouw
Wytkeushcwc zich eergisterer.oacht het kruis
was (Uo tsaar nit de Koningimwiama: op
enkel woord welkom te neeten in Alkmaarsch
stadshuis, dat het gemeentebestuur met het
grootste genoegen ter beschikking 'had ge
steld.
Het verheugde spr., dat de ontvangst van
den Wielerbond te Alkmaar zich niet alleen
bepaalde tot een officieele ontvangst, doch
dat daarin ook wordt gedeeld door de bur-
gerij, die bij monde van de Alkmaarsche
Courant, in een belangrijk artikel den bond
het welkom heeft toegeroepen.
De ontvangst geschiedde ditmaal een
beetje anders dan gewoonlijk, wanneer de
zaal geheel ontruimd wordt en na afloop een
blijk van de goede gezindheid wordt ge-
geven. Ditmaal was dit te las tig, omdat na
de ontvangst de Bond in de zaal moet ver-
gaderen, waarom er stoelen in de zaal wa-
ren geplaatst.
Omdat bet gemeentebestuur ditmaal niet in
staat was, de gebruikelijke eerbewijzen te
geven, had het zijn belangstelling jegens
den Bond geuit door het aanbrengen van een
verlichting tijdens het avondconcert in den
muziektuin en door de raadszaal voor de
Algemeene Vergadering af te staan. Het be-
schouwt dit als iets bizonders, het gebeurt
eigenlijk nooit en het gebeurt nooit ge-
vraagd. Het is een van die gunsten, die onge-
vraagd worden verleend. Ditmaal was het
gemeentebestuur daartoe bizonder gaarne
overgegaan, omdat het doel van den Bond
bij uitstek een maatschappelijk doel is, ten
bate van het algemeen. Voor alles, wat de
Bond in de afgeloopen 45 jaar heeft gedaan,
paste het spr. niet om een woord van dank
uit te spreken, maar hij geloofde zich niet
aan een onbehoorlijkbeid schuldig te maken,
wanneer hij namens Alkmaar den Bond een
woord van hartelijken dank bracht voor het
vele, dat hij voor de Alkmaarders gedaan
heeft ter vergemakkelijking van hun verkeer
onderling en in het belang van hun verkeer
door het geheele land.
Een bizonder woord van dank bracht spr.
den Bond voor den steun aan de totstand-
koming van het rijwielpad van' Bergen naar
Bergen aan Zee, gegeven.
In tegenstelling met het Gooi is onze
streek arm aan rijwielpaden. In dit polder-
land is het maken van die paden niet zoo een-
voudig en spr. waardeert bet daarom des te
meer, dat het vorige jaar met steun van den
Bond het rijwielpal van Bergen naar Bergen
aan Zee tot stand is gekomen. Spr. zegt dit
met te meer klera, omdat bij het gemeente
bestuur aanhangig is een subsidieaanvrage
voor een ander rijwielpad, op wel'ke aan-
vrage B. en W. de brutaliteit hebben, on-
gunstig te adviseeren, omdat zij van mee-
ning zijn, dat het ontworpen rijwielpad toch
werkelijk zonder eenig belang voor de ge-
meente Alkmaar is. In het algemeen zien B.
en W. van Alkmaai niets liever, dan dat er
rijwielpaden tot stand komen. Spr. hoopte,
dat het effect naar buiten van deze bonds-
vergadering zou zijn, dat belangstelling ge-
wekt wordt voor de rijwielpaden in deze
streek en dat er nog iets kan worden gedaan
voor het scheppen van nieuwe rijwielpaden.
Het zou het gemeentebestuur en in het
bizonder spr., buitengewoon verheugen,
wanneer dit resultant kon worden bereikt.
Het kwam spr. voor, dat er in deze streek
nog veel te weinig lid zijn van den Bond.
Hiermede wil hij niets zeggen ten nadeele
van deze streek, want ook van andere stre-
ken kan hetzelfde worden gezegd. Over het
algemeen moesten de burgers begrijpen, dat
klaploopen een verachtelijk iets is. Het
spreekt vanzelf, dat spr. dit woord in het al
gemeen alleen richt tot hen, die in staat zijn,
de daad te doen, door zich ais lid van den
Bond op te geven.
Wanneer dit gedaan werd, dan zou het
ledental van den Bond (75000) niet zoo be-
lacbelijk gering zijn. Helaas moet spr. daar-
uit concludeeren, dat er in ons land tallooze
menschen zijn, die er niet tegen op zien, ge-
bruik te maken van de voordeelen, die de
Bond biedt, zonder lid van den Bond te
zijn. Spr. hoopte dan ook, dat te Alkmaar en
omgeving zich door deze vergadering nog
velen geroepen zullen voelen, alsnog te
doen, wat hun plicht is en door als lid toe
te treden de kracht van den Bond versterken
om daardoor het buitengewoon verdienste-
lijk werk van den Bond, dat in hooge mate
ten profijt is van het Nederlandsche volk, te
steunen.
Spr. huldigde hierna nog den voorzitter
van den Bond, bekend als „onze Edo". Hij
hoopte, dat de populariteit van den Bond
nog lang zal stijgen en dat de Bond nog
lang zal staan onder de beproefde leiding
van dezen Edo! (Langdurig applaus).
Een woord van den bondsvoorzitter.
De bondsvoorzitter, de beer Edo Bergs-
ma, beantwoordde het welkomstwoord van
den burgemeester en ving aan met te ver-
zekeren, dat hij een zwak voor Alkmaar en
voor de reis te water daarheen had en ver-
zekerde, dat hij met die voorliefde nogal
Scraye toeeigende, nietwaar? Goed, zal ik u
zeggen wat zij er mee deed?"
Packe lachte, Scraye hield hem met een
levmdig gebaar tegen.
„Ja!" zei hij, zich tot Jimmie wendend.
„Vertel ons dat!"
„Goed!" ging Jimmie voort. „En ik ge
loof, dat ik het goed heb, ofschoon ik onmo-
gelijk zou kunnen zeggen, waarom ik het
goed heb. Toen mevrouw Wytkenshawe een-
maal uw kruis had, maakte zij er een keurig
pakje van. Zij nam het mee naar Brychester,
toen zij kolonel en mevrouw Durham verge-
zelde om de oudheden van die beroemde stad
te zien. Zij ging naar het postkantoor te Bry
chester en stuurde het pakje aangeteekend
aan haar eigen adres, om afgehaald te wor
den aan het postkantoor in Regent Street
Upper Regent Street, om het precies te zeg-
gei Vanmorgen ging zij het aan dat post-
kantoc. halen ik zag haar er mede uitko-
men; ik merkte op, daar ik buitengewoone
scherp zie, dat het aangeteekend was. Zij had
dat pakje in haar hand, toen zij den hoeden-
winkel binnenging. En daar heeft zij het
gelaten."
„Daar heeft ze het gelaten?" riepen de
beide toehoorders uit.
„Daar heeft zij het gelaten", herhaalde
Jimmie zeer plechtig. „Zie je, Packe, ik deed
het detective-werk, terwijl jij zorgde voor de
versiering of zullen we zeggen het veibergen-
de werk. Zooals ik, geloof ik, al meer gezegd
heb, heb ik cen gave om kleine dingen op te
eens geplaagd wordt
„Van de eene bekorlng in de andere val-
lend, wanneer men te water den weg aflegt,
zoo vervolgde spr., komt de toerist in Uw
fraaie stad met zijn stedenschoon, waar men
niet schroomt torens op zij te zetten, om
toch maar te toonen, dat de gasten uit den
vreemde gul zullen worden ontvangen.
Mijnheer de Burgemeester! Het is ons wel
hicr te zijn, de toerist voelt zich hier thuis.
hier voelt hij, dat men wat over heeft voor
behoud van hetgeen de stad siert en aan
trekkelijk maakt, hier voelt hij zorg voor
gemakkelijk en veilig verkeer, voelt hij eer-
bied voor het behoud der monumenten van
historic, kunst en natuur.
Schitterend was het voonbeeld, dat Alk
maar gaf toen het, gesteund door de provin-
cie en Heiloo, de vereeniging tot behoud van
Natuurmonumenten in Nederland in staat
stelde, het eenige, oude, werkelijk bosch be-
noorden het IJ het bosch van Foreest
te koopen en het voor het heden en de toe-
komst te bewaren.
De wegenverbetering in den omtrek wordt
ter hand gen-omen; moge het rijk de erger-
lijke verkeersbelemmeringen, die de eenige
rijksbruggen over het Noord-Hollandsch
Kanaal vormen, spoedig verbet-ereni; dat
wordt tijd en moge de mooie plannen, die de
provincie heeft voor de verbetering van het
verkeer te water door alien gesteund wor
den, wier steun de Provinciale Staten noodig
achten.
Mijnheer de Burgemeester! Moge ik van
deze gelegenheid gebruik maken- een woorc
van hulde te spreken tot de Alkmaarsche po
litic en haar chefs, die het moeilij-k en v-er-
antwoordelijk vraagstu-k het verkeer te lei-
den, de verkeersveiligheid te vermeerderen
en d-e verkeersopvoedang ter hand te nemen,
met zulk een ijver tot oplossing trachten te
brengen.
En als voorzitter van den A. N. W. B., en
als ondervoorzitter der Veiligheids-Confe-
rentie, en- als burgemeester eener stad met in
tensief verkeer, ken ik die moeilijkheden, die
te overwinnen zijn; hulde aan wie di-e moei
lijkheden onder bet oog ziet en niet schroomt
om in te grijpen.
Het is dus niet alleen een woord van
dank voor de prettige ontvangst, waarvan
wij genieten, dat ik tot U richt, het is ook
een woord van dank voor wat Alkmaar en
voor wat het hoofd van Alkmaarsch bestuur
doet voor den toerist; het spreekt wel van
zelf, dat de „Bond der Toeristen" dat warm
waardeert."
Spr. v-erzekerde nog, dat het hoogelijk ge-
waardeerd werd, dat de bond in de roem-
zuchtige raadszaal kon vergaderen.
De bond re-kent ook de verbetering van
het verkeer te water tot zijn werkzaamheden
en evenzeer het gemakkelijk maken van het
rijwieltoerisme en daarom kon spr. met vrij-
moedigheid zeggen, dat hij, hetgeen de bur
gemeester ten aanzien van de rijwielpaden-
had aangeroerd, in het bestuur van- den
A. N. W. B. ter sprake zal brengen en dit be
stuur zal dit zeer zeker ernstig in over-
wegin-g n-emen.
Hij hoopte, dat het mogelijk zal zijn, den
stoot er aan te geven, om in het gevoelde
gebrek te voorzien. Terecht zei de burge
meester van Alkmaar, dat de Bond is een
vereeniging -tot nut van- het algemeen. Boven
de schouw in deze raadszaal staat: „Het
heil van het volk in- de hoogste wet". En
wanneer wij als particulier-e vereeniging die-
zelfde zi-nspreuk a. h. w. voeren, en ons niet
opsluiten- in eigen kring en niet alleen- het
heil van ons zelf, maar ook dat van geheel
ons volk bevorderen, dan -kan het niet an
ders, of hetgeen wij voelen, kan het best
door den Bond worden bereikt. Wij staan
aan het begin van een nieuwe werkperiode en
zullen daarbij dankbaar herdenken den steun,
daarbij door U aan ons gegeven. Spr. zegde
bet gemeentebestuur hartelijk dank voor het
geen het heden en morgen voor den Bond
doet en vooral voor den steun in het werk
van den Bond gegeven, omdat die het be
stuur zal voortdrijven op den weg, die hij
voor zichzelf heeft afgebakend tot zegen van
het toerism-e en tot zegen van de bevolking
van ons land. (Applaus).
De burgemeester overhandigde hierop den
voorzittershamer aan den bondsvoorzitter,
die hierna met een hartelijk woord van wel
kom de Algemeen-e Vergadering opende en
nogmaals zijn inge-nomenh-eid uitsprak met
de gegeven gelegenheid om in de mooie
historische zaa-l te kunnen vergaderen,
De algemeene vergadering
Het woord was hierop aan den consul
voor Alkmaar, die mede namens de consuls
van Schoorl en Bergen een hartelijk woord
van welkom sprak en den wensch uitte, dat
na bet -burgemeesterlijke woord en n-a lezing
van het hoofdartikel van de Alkmaarsche
Courant de bevolking van Alkmaar en om
geving tot de overtuiging zal komen, dat zij
tot nog toe schromelijk haar plicht had ver-
merlen Nu, toen mevrouw Wytkenshawe aan
het Victoria-station in haar taxi stapte, had
ze zoo'n reusachtige mof bij zich, als de vrou-
wen tegenwoordig met zich slepen, dingen,
waar je wel een ham in zou kunnen stoppen.
Toen zij het postkantoor binnenging, liet zij
haar mof in de taxi, toen zij -den hoedenwin-
kel binnenging, liet zij1 haar mof weer in de
taxi. Haar handen waren dus vrij en ik kon
er op letten. Zij1 droeg het pakje, uit het post-
kantoo* kemende, in haar linkerhand zij
droeg het in de rechterhand, toen zij den hoe-
den win-kel binnenging. Toen zij uit de hoe
denzaak kwam, had zij het in geen van beide
handen. Om u beiden nog verder een bewijs
van mijn opmerkingsgave te geven, wil ik
slechts zeggen dat, ofschoon ik mevrouw
Wytkenshave nooit te voren in mijn leven ge-
zien had, zij1 een dame is die druk gebruik
van haar handen maakt bij het spreken, zij
maakt veel gebaren.
„Dat is waar," zei Scraye.
„Goed", zei Jimmie. „Mevrouw Wytken
shawe kwam uit den hoedenwin-kel, gevolgd
door een der jonge dames van de zaak. Me
vrouw Wytkenshawe sprak een oogenblik zeer
levendig, voordat zij in haar auto stapte. Zij
bewoog haar handen vrij. En in geen van bei
de had zij een pakje. Daaruit maakt ik op,
dat mevrouw Wytkenshawe het pakje in den
hoedenwin-kel achterliet of het vandaar ver-
zond. Zij nam het mee in den hoedenwinkel
zij bracht het niet mee uit den hoedenwin-
kel."
i waarloosd door het werk van den A.N.W.B.
ni-et te steunen. Spr. uitte nog den wensch,
dat voor de bondsleden, die de Algem. Ver
gadering bijwoonden, de beide dagen te
Alkmaar en omgeving recht prettige dagen
zouden zijn.
Op voorstel van den heer Van der Sande
werden- de heeren E. Kol, Mr. R. A. Benthem
Sypkens, G. W. A. v. Laer en H. Lamsveltbij
acclamatie -tot leden van de bala-nscommissie
herkozen.
Het jaarverslag.
De s e c r e t a r i s, Mr. A. Meyjes bracht
hierop het 45ste jaarverslag uit, dat daarna
in een keurig uitgevoerd en met aardige
cliche's versierd boekje aan de leden werd
rondgedeeld.
De belangstellende lezers verwijzen wij
voor den hoofdinhoud naar ons hoofdartikel
van Zaterdag
Het keurige verslag werd na een instem
mend applaus aangenomen voor kennisge-
ving.
De voorzitter deed hierna mededee-
ling van een ingekomen telegrafischen geluk-
wensch van den Directeur van het Staats-
boschbeheer, den heer Van Dissel. Spr. wees
erop, dat men Zon-dag het uitnemende werk
van het Staatsboschbeheer in de duinen tus-
schen Schoorl en Bergen zal kunnen bewon-
deren.
De heer F r a n k e n wees erop, dat art.
95 van het huish. regl. voorschrijft, dat het
dagelijksch bestuur; minstens een week voor
de Algem. vergadering de punten, die ter
Al-g. Verg. behan-deld moeten worden, in het
orgaan van den A. N. W. B publiceert. Spr.
had daarover niets in de Kampioen gevon-
den. Een bestuurslid, dat spr. daarover sprak
antwoordde hem: „Men kent u alleen als
feestganger". Spr. gevoelt zich ook nog iets
anders en zijn vraag is, of het onbekend is,
-dat er gewone leden zijn en of het ontbreken
van de agenda in de Kampioen een verzuim
is geweest.
De voorzitter had hierop de Kampioen
niet nagezien. Spr. erkende dit als een fout en
ook het niet voldoen aan art. °5 van het
huish. regl. was een fout De agenda hevatte
geen punten, die van de leden een ernstig
voor-onderzoek vorderden en voor <|e toe-
komst be1oofde spr. beterschap.
(Gelach en applaus).
Een sluitingswoord van den
voorzitter.
In zijn sluitingswoord herinnerde de voor
zitter eraan, dat een tijdvak van gestadigen
vooruitgang was afgesloten. Spr. gaf in het
kort aan, wat de Bond voor het toerisme deed'.
Hij herinnerde eraan, dat op initiatief van
den Bond de vereeniging Het Nederlandsche
wegeneongres werd opgericht, die zoo goed
wetenschappelijk onderzoekend en opbouwend
werk verricht voor de wegen in ons land. Met
dankbaarhei-d constateerde spr., dat bij regee-
rin-g en volksvertegenwoordiging een ern
stig streven naar verbetering voorzit.
Voldaan, zoo vervolgde spr., zijn we daar
om niet, hoe zou het ook anders kunnen. Wie
betaalt, ziet graag wat hij verkrijgt; het „be-
talen" is begonnen, hetgeen er voor verkre-
gen moet worden, komt nog langzaam.
Laat ons niet onbillijk zijn. Laat ons be-
denken, dat in dat nieuwe, groote, buitenge
woon moeilijke en veelomvattende werk moet
worden ingeleefd; dat, om slechts een voor-
beeld te noemen, het zelfde zeer beperkt getal
Hoofdambtenaren thans zooveel duizen-den
stukken te verwerken heeft als vroeger hon-
derden dat alles nieuw is en studie eischt, en
dat, wie ingesteld was op de langzame ver-
werking van duizen-den, nu den eisch hoort
spoedige verwerking van tonnen gouds, ja
van millioenen.
La-ten wij alien trachten mee op te bouwen
en te waaraeeren, dat de wil tot krachtig
aanpakken aanwezig is en ons herinneren,
dat de Nederlandsche ingenieur de wereld-
beroemde ingenieur niet zou zijn, die hij toch
is, in-dien hij ook dit nieuwe vraagstuk niet
spoedig onder de knie zou hebben.
Wanneer bij den A. N. W. B. het werk ge-
lukkig vermeerdert, dan vermeerderen wij ons
personeel, met voorzichtigheid, maar ook met
dien spoed, die onvermijdelijk is om bij te blij-
vem Dat gaat bij Staat en andere openbare
lichamen zoo gemakkelijk niet; ik, die er mij
van overtuigd heb, hoe overbelast vooral lei-
dende personen in deze zijn, ik wil alien, die
in deze invloed uitoefenen kunnen, opwekken,
cm te zorgen, dat niet, door enkele duizenden
te sparen, vele millioenen verloren gaan.
Spoed bij wegenverbetering is noodig. Ons,
bestuurderen van den A- N. W B., kan men
niet verwijten, dat wij verbreedingsmaniak-
ken zijn, noch ook snelheidsafgoderij plegen.
Wij voelen voor behoud van iederen boom,
die behouden kan worden, wij hebben eerbied
voor ieder monument van schoonheid en we-
tenschap, wij voelen er voor, omdat wij het
toerisme eeren en leiden willen en het toeris
me zijn aantrekkelijkheid, zijn waarde als
mid-del tot verruiming van geest en verwar-
ming van ziel en gemoed inboet, als alles ver-
„Slim vernuftig!" monpelde Packe
„Heel slim, Jimmie. Ik hoop maar, dat het
waar is."
„I-k ben geneigd te denken, dat de theorie
van Tricbett waar is," zei Scraye. „Het past
op hetgeen ik vanmiddag gehoord heb ten-
minste, ik kan me voorstellen, hoe het er op
passen kan, Zie eens Trickett, sedert ik om
drie uur in de stad kwam, heb ik van nog
twee diefstallen gehoord van dezelfde soort,
als die wij op het oog hebben."
„Nog twee!" riep Jimmie uit.
Nog twee, waarbij mevrouw Wytkenshawe
onmogelijk kan betrokken zijn", antwoordde
Scraye. „Luister naar wat ik er je van ver-
tellen kan. Toen ik van middag in de stad
kwam, ging ik naar de Antediluvian Club
Daar zag ik lord Palsgrave en sir Simon
Fleming heel ernstig in een hoek der rookka-
mer zitten praten. Na een poosj-e kwam Pals
grave mij vragen bij hen te komen zitten. Na-
dat ik bij hen zat, vroegen- zij1 mij met een
zeer geheimzinnig voorkomen, of ik niet bij
den heer Godenham logeerde, toen zijn be
roemde, met juweelen bezette avondmaals-
beker gestolen werd. Ik antwoordde van ja.
Toen vroegen zij mij, hun te vertellen, wat ik
mij van de bijzonderheden kon herinneren. Ik
vertelde ze hun. Toe zeiden ze mij', dat in de
afgeloopen week Palsgrave een zeker gefl
lustreerd misboek was kwijt geraakt, dat een-
maal het eigendom van Hendrik den Achtsten
geweest was, en Fleming een gouden ketting,
waarvan beweerd wordt, dat lady Jane Grey
I vlakt en zijn schoonheid verliest, maar de
intensiviteit van het verkeer holt vooruit.
Enkele cijfers, die niet liegen kunnen, geef
ik U hier.
Het 's-Gravendeelsche veer zette in 1926
een getal van 182.690 rijwiel over en in
1927 een 20.000 meer; in 1926: 19 300
auto's en in 1927 een 6600 meer.
Het tot voor kort geheel onvoldoemfc veer
aan den Moerdijk zette in 1926 39.800 auto's
over en in 1927 7000 meer.
Het getal Tijwielen, dat over Papendrechi
ging, was in 1927 ruim 484.000, een getal,
dat een goede 49.000 grooter was dan in
1926. Het getal overgezette auto's steeg van
124.608 in 1926 tot 149.487 in 1927, dus een
vermeerdering van 24.800 in een jaar.
In 1926 was het getal belaste rijwielen in
Nederland 2.212.000, in 1927 was dat gere-
zen tot 2.265.000, het getal onbelaste was
72.500, zoodat Nederland dus minstens
2.338.000 fietsers telt. Voor 1928 is dit getal
op ongeveer 2.600.000 te sehatten. Het stijgt
met honderdduizenden per jaar.
Op 30 Juni 1927 waren er in ons land
minstens 71.000 auto's, aanzienlijk meer dan
een jaar eerder, niettegenstaande de rem, die
de wegenbelasting ongetwijfeld aanlegt.
Voor deze feiten kan en mag men de oogen
niet sluiten en niet alleen uit een oogpunt
van verkeersveiligheid bezien, maar ook van
toeristisch standpunt uit.
Wat heeft een toerist aan de natuur, aan
de monumenten om zich been, als hij, zooals
reeds op tal van wegen voorkomt, van den
eenen angst in den anderen valt, bij gebrek
aan ruimte en bij afwezigheid van een verhar-
ding, die wagen of fiets rustig op den weg
doet liggen en gaan?
Ik noemde daareven groote veren; stel U
voor, dat dit bruggen waren, bruggen, die
Zuid-Nederland met de Noordelijke provm-
cies zouden verbin-den, die nu door de breede
wateren gescheiden zijn.
Wel-k een winst zou dat zijn voor het
nationaal verkeer, voor het toerisme, voor de
economische belangen van ons volk, voor
beter onderling begrijpen tusschen- de deelen
onzer natie; wat zou het de koopkracht van
eigen volk bevorderen, hoe zou, in £en woord,
een nationaal belang van de eerste orde ge-
diend zijn met overbrugging onzer groote
stroomen!
Dat nationaal belang client bevorderd, ont-
wikkelt ook den A. N. W. B., wanneer hij on-
verpoosd ijvert voor verbind-ing van de dee
len, die nu „de facto" gescheiden zijn en die
ernstig dreigen steeds meer te vervreemden in
plaats van saam te smelten.
Behoud van natuursckoon.
Komende, tot hetgeen de Bond voor het be
houd van landgoederen en bosschen deed, be-
toogde spr., -dat de natuurschoonwet een stap
der regeering is, -die in ruime mate waardee-
ring verdient. H-et stemt tot dank, dat het
openbare geweten- en de vertegenwoordigers
van al-le politieke partijen zich voor het be
houd van lan-dschapsschoon hebben uitge-
sproken. Spr. waarschuwde hierbij, niet blind
-te blijven voor de economische eischen van
onze maatschappij. Er moet voor gezorgd
worden, -dat het geen algemeene cultus wordt
voor doode schoonheid. Spr. hoopte, dat de
natuurschoonwet haar beschermende hand
ook nog eens zal uitstrekken over andere mo
numenten der natuur, mits men de ontwik-
keling van ons volk er niet mee still legt.
Met voldoening constateerde hij, dat 50
eigenaren en daarbij de bezitters van die
landgoederen, op welks behoud onze natie ten
hoogste prijs moet stellen, wenschten zich te
stellen onder deze wet.
Daaronderook enkele der meest bedreigde
en ik voor mij weet thans hoe groot de kans
was, dat het mooiste en beste, het meest
onmisbare gedoemd was te verdwij-nen, als
deze wet was uitgebleven.
Ik zeg hoe groot de kans was, doch daar-
mee zeg ik wellichl te veel.
De wet is gekomenzonder die wet zouden
vele landgoederen en bosschen zeker verdwe-
nen zijn, maar toch, de kans, dat zij zullen
worden verkaveld en gekapt en dat zij zullen
verdwijnen tot eeuwige schande voor ons volk
en direct en indirect tot groote gel-delij-ke
schade voor's Rijks schatkist, die „kans" te
er nog.
Van verschillende kanten uit ons land be-
reiken mij geruchten, dat dienaren van den
fiscus deze wet beschouwen als een mooi ge
baar van de Regeering en als een fopspeen,
door het Ministerie van Financien het na-
tuurminnend volk van Nederland toegesto.
ken. Er is geen leiddtaad voor de schatting
der goederen, er is door Financien geen vaste
lijn, geen gel-ijkmatige soepele toepassing,
over het geheele land gelijk uifgestippeld,
noch vastgelegd.
Vandaar nieuwe vreeze; of -die overdreven
is? Ik hoop het of, eigenlijk gezegd: ik
vertrouw het, want ik acht de Regeering tot
zoo onwaardige fopperij niet in staat.
Waar echter een zoo groote en algemeene
angsc voor een fisca-le toepassing der wet be-
staat, hoop ik, dat de Volksveriegenwooi-cfi-
dien den avond voor haar terechstelling aan
een van zijn voorvaderen gegeven heeft.
„Altijd historische merkwaardigheden,"
mompelde Trickett.
„Juist altijd dingen, waar verzamelaars
jacht op maken", stemde Scraye sn. „Nu,
toen zij mij dat alles vertelden, deelde ik hun
mijn geschiedenis mede. Maar ik paste zorg-
vuldig op, hun zeggen, dat ik mevrouw Wyt
kenshawe verdacht. Voor het oogenblik zullen
wij dat voor ons zelf houden. Toen gingen wij
alle drie dieper op de zaken in. Wij orrtdekten,
dat ieder diefstal onder gelijke oastanchg-
heden was gepleegd1 de voorwapen lagen
tentoongesteld in een bezienswaardige kanier
van elk huis en werden niet bijzonder be-
waakt zij'waren alle gemakkelijk te berei-
ken. Wij' spraken over ons dsenstperseofiel
Geen va nons drieen kon zich een
denken, van wiens eerlijkheid hij niet ten
volel overtuigd was. Toen sprsker. wijj over
onze gasten want in alergevalen m-s A.-
diefstal gepleegd, terwijl de rigenaar van het
gestolen voorwerp gasten had. Affe men
schen op het landgoed van Palsgrave
zeer bekend in de werekl; evenzO-o de gastsn
van Fleming. Ik noemde de tsamen v«n ss^a
gasten. Palsgrave en Fleming waren bd «r
over eens, dat zij boven vei'denkiog
Je ziet dus, dat een ding zeker is.
(WofvF ven'oSg&y
*0 160