minrnisthii Conrant.
Het geheimzinnige Cenootsctiap.
FEU1LLET0N.
Honderd dertigste Jaargang.
ftadiO"iioekje
StadsnSeuws
No 173 1928
Dinsdaf 24 Juli.
DE DIRECTEUR DER GEMEENTE-
WERKEN VAN ALKMAAR MAAKT BE-
KEND, DAT DE TURFMARKTSBRUG OP
WQENSDAG 25 JULI A.S. VAN V.M. 7
UUR TOT N.M. 6 UUR VOOR ALLE VER-
KEER ZAL ZIJN AFGESLOTEN.
GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR.
De Burgemeester roept de leden van den
Gemeenteraad op ter bijwoning eener verga-
dering op
DONDERDAG 26 JULI 1928, nam. 1 uur.
Agenda
1. Vaststelling van de notulen der vorige
vergadering. Mededeelingen. Ingekomen
stukken.
2- Voorstel inzake verbetering van den
Twuyverweg (bijlage nr. 89).
3. Idem tot het verleenen lo. eener bijdrage
in eens voor verbetering van den scheep-
vaartweg van de Achterzaan bij Knol-
lendam naar bet Groot-Noordhollandsch
Kanaal en 2o. van medewerking ten be-
hoeve van de uitvoering van het z.g.
Westfriesche KanalenpTan (bijlage nr.
93).
4. Idem tot invoering van het vak lichame-
lijke oefening bij het gewoon lager on
derwijs (bijlage nr. 96) met voorstel-
Westerhof c.s. betreffende den bouw van
een gymnastieklokaal bij de school aan
de Lindenlaan.
5. Idem tot het aangaan eener leenings-
overeenkomst met de Stichting Alk-
maarseh Neutraal Ziekenhuis (bijlage
nr. 90).
6. Idem tot wijziging van het uitbreidings-
plan le gedeelte ten Zuiden van den
Nieuwlandersingel en den Baansingel
(bijlage nr. 94).
7. Idem inzake het aanbrengen van een
silicaatbedekking op den Noordelijken
rijweg van den Stationsweg (bijlage
nr. 73).
8. Idem tot beschikbaarstelling van een cre-
diet voor verbetering van de trap van de
tweede verdieping van den Waagtoren
(bijlage nr. 77).
f 9. Vaststelling suppletoire gemeente-be-
grooting dienst 1927 (bijlage nr. 80).
10. Voorstel betreffende de hefting van pre
cariorechten (bijlagen nrs. 85 en 91).
11. Idem tot afwijzing van een tweetal
adressen inzake de beschikbaarstelling
van een terrein voor een kinderspeel-
plaats en van een bedrag voor den bouw
van een clublokaaltje of van de benoo-
digde materialen daarvoor op een kinder-
speelplaats (bijlage nr. 75).
12. Idem inzake vaststelling gemeentelijke
vergoeding over 1925 en te verleenen
voorschot voor 1928 aan de besturen
van bijzondere lagere schblen (bijlage
nr. 88).
13. Idem tot aankoop van het perceel Wes
terweg nr. 56 hoek Visscherslaan (bijla
ge nr. 92).
14. Idem inzake een vastrecbttarief voor
electriciteit en verlaging van den gas-
prijs voor ruimteverwarming (bijlage
nr. 95).
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het Bureau van politic,
Langestraat en aldaar te bevragen op alle
werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navol-
gende voorwerpen als gevonden gedepo-
neerd op 19, 20, 21 en 22 Juli 1928: Mes,
yijzel voor een auto, sleutel, ceintuur.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgen-
de ingezetenen, onderstaande voorwerpen,
als gevonden aangegeven op 19, 20, 21 en 22
Juli 1928: Huissleutel, Ch. v. d. Meulen, v.
d. Woudestraat 59; rozenkrans, W. Reek,
Bruinvisstraat 6; pakje, inh. badpak, G. Half,
Stationsweg 22; rijwielbelastingmerk, A.
Kosters, Nieuwesloot 75; lederen tasch met
inhoud, C. Lamp, Emmastraat 23; porte-
monnaie met inhoud, C. Kramer, Forestus-
straat 26; rijwielplaatje in etui, N. Wortel,
v. Leeuwenhoekstraat 7; sierspeld, J. Land
man, Koningsweg 22; vulpenhouder, E.
Ibink, Limerhoek 32; muts, J. de Waal, Veer-
straat 20; zwarte kinderschoen, J. C. Berger,
Westerweg 16a, Heiloo; gouden ring, L.
iTrijbetz, Langestraat 19; damesvest, N.
Peereboom, Noorderkade 9; geldstuk, H.
Moerman, Tienewal 3; zwarte schooltasch,
Jan de Groot, Ged. Baansloot 18; heeren-
horlogeketting, H. L. Muller, Druivenlaan 18;
alpacabeursje, N. Nelis, Kooimeerlaan 86;
reflector, D. Schrieken, Overdiestraat 15;
portemonnaie met inhoud, A. van Heugten,
Nieuwlandersingel 19; huissleutel, J. Eriks,
Ritsevoort 22; ijzeren diktemeter, J. Haze-
loop, Westerweg 96; jonge haan, J. Zomer-
dijk, Gr. Nieuwiand 76; kinderportemonnaie,
S. Agricola, Van der Woudestraat 77.
Naar het Engelsch van J. S. Fletcher
door Mej. A. T.
25)
„Maar ik ben overal geweest," zei hij. „Dat
,Wil zeggen, behalve in enkele kamers, geheel
boven in het huis, waarvan de deuren geslo-
ten zijn Daar is werkelijk niemand."
„Laten we toch maar doen, wat mijn
vriend voorstelt", zei Jimmie geruststellend.
„Het is beter, dat we overal rondzien, ter-
wijl wij hier toch zijn. Ziet u, er zou iets ge
beurd kunnen zijn."
Het meisje wees den weg naar boven
naar een verdieping, waar een keuken en een
groote slaapkamer waren. Daar waren de be-
,wijzen van een overhaaste vlucht even duide
lijk als in de kamers beneden; het scheen,
alsof de dienstboden plotseling verschrikt, of
gelast te vertrekken, alles op hetzelfde oogen
blik in den steek gelaten, hun persoonlijke
eigendommen zooveel mogelijk gegrepen had-
den en weggegaan waren. In den oven van
't gasfornuis was een omelet geheel zwart ge-
brand; de dienstboden zelf schenen aan het
eten geweest en overhaast gevlucht te zijn.
*Daar brandde het gas nog," zei Eva, wij-
Woensdag 25 Juli.
Hilversum, 1060 M. 12.302.— Lunch-
muziek door het Trio Groeneveld. 2.304.
Kindermatinee in het Kurhaus te Schevenin-
gen. 4.-5.— Maak het zelf! Door Mevr. C.
Schaake—Verkozen. 6.-7.45 Concert door
het Omroep-orkest onder leiding van Nico
Treep. 8.15 Concert. Aansluiting van het
Kurhaus te Scheveningen. Het Residentie-
orkest onder leiding van Prof. G. Schnee-
voigt. Judith Bokor, cello. In de pauze piano-
spel van F. Pfeiffer. 10.30 Persberichten.
Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.)
(Uitsluitend N. C. R. V.) 12.30—1.45 Con
cert. Mevr. R. A. van der HorstBleekrode,
piano. H. van der Horst Jr., cello. H. Her
mann, viool. 5.6.Kinderuurtje onder lei
ding van Mej. S. Groeneweg. Mej. C. van
der Voorde, zang. 7.308.Spr. J. F. Nys-
sen, Hoofdcommies R. van A. Assen: Het
een en ander over de basis onzer Sociale Ver-
zekering (Ziekteverzekering). 8.Aanslui
ting van het Concertgebouw te Amsterdam.
Aangeboden door Philips Radio. Mej di
Moorlag, zang. Jan Nieland, orgel. Ben
Meyer, viool.
Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst.
11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Balladencon-
cert, sopraan en fcariton. 12.50 Dansmuziek.
1.20—2.20 Orkestconcert. 4.20 Licht klassiek
concert. Entente strijkkwartet en sopraan.
5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dansmuziek. 6.40
Tuinpraatje. 6.50 Nieuwsberichten. 7.05
Dansmuziek. 7.20 Causerie. 7.35 H. Heyner,
bariton. 7.45 Causerie. 8.05 G. Crossmirh,
oude liedjes. 8.20 „La Serva Padrona", van
Pergolesi. Orkest en solisten. 9.20 Nieuws
berichten. 9.35 Causerie. 9 50 Nieuwsberich
ten. 9.55 „Improvizations in June", schets
van Max Mohr. 11.2012.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 12.50
2.10 Klassieke kwartetten. 4.055.05 Or
kestconcert. 8.5011.20 Concert. Mile.
Mansy, zangeres. Hr. Cambon, zang. Orkest
van blaas-instrumenten.
Langenberg, 469 M. 1.252.50 Orkest
concert. 6.50—7.15 Orkestconcert. 8.35 Con
cert door het Klein-Werag-orlcest. 9.20
„Literatuur", klucht van Schniztler. 10.
Vervolgconcert. 10.3010.50 Bergische Hu
mor, door W. van Wichelkus. Daarna tot
12.20 Dansmuziek.
Konigswusterhausen, 1250 M. (Zeeseti).
12.055.20 Lezingen. 5.206.20 Orkest
concert. 6.208.05 Lezingen. 8.50 Sprook-
jesreizen door de Mark. 9.50 G. Eysoldt, de-
clamatie. 10.5012.50 Concert. Guttmanns
Ufa-symphoniker.
Hamburg, 395 M. 4.35 Opera-aria's voor
sopraan met pianobegeleiding. 6.20 Orkest
concert. 8.20 Concert. Orkest en O. Urack,
cello. Daarna tot 11.20 Dansmuziek.
Brussel, 509 M. 5.306.20 Dansmuziek.
6.507.50 Kamermuziek. 8.35 Gramofoon
muziek. 8.5010.55 „Les Cloches de corne-
ville", van Rob. Planquette.
De kanalisafieplannen
voor West-Friesland.
(Vervolg.)
Ten slotte wijst de financieele commissie
erop, dat de gemeente slechts voor de voor
haar van belang zijnde kanalen betaalt en
dat, indien een onderdeel van het plan of niet
of voorloopig niet of op eenvoudiger of
goedkcoper wijze wordt ingevoerd dan aan-
vankelijk is verondersteld, de gemeente dan
of niet of later of minder zal bijdragen dan
gevraagd is. In verband daarmede komt het
haar gewenscht voor, de noodige bedragen
ter begrooting te brengen naarmate zij aan
de provincie verschuldigd zijn en derhalve
niet het geheele bedrag onmiddellijk te lee-
nen, aangezien bet onzeker is of een kanaal,
waarvoor men geld zou opnemen, ook inder-
daad tot stand komt.
Ook deze opmerking achten wij gegrond.
Wij hebben trouwens alleen eenvoudigheids-
halve gesproken van een annui'teit van
22000of een bedrag in eens van
366.000. Naar ons voorkomt zal telkens
zoodra vaststaat dat een deel van de bij
drage opvorderbaar wordt, de gemeente
moeten beslissen of zij dat deel zal bijdragen
in annuiteiten of door storting van een be
drag ineens. Ook hieromtrent zal nader met
de provincie overleg moeten worden ge-
pleegd.
Onder overlegging van het advies der
Commissie van bijstand voor de financien
stellen wij U derhalve voor:
I. een bijdrage ineens te verleenen van
13.333 aan de provincie Noord-Hol-
land voor de verbetering van de scheep-
vaartweg van de Achterzaan bij Knol-
lendam naar het Noord-Hollandsch
Kanaal, en ons College op te dragen bij
Gedeputeerde Staten aan te dringen om
te bevorderen, dat de havengelden voor
transito-verkeer te Zaandam worden
verlaagd
zend naar het gasfornuis. „Zij waren heen
gegaan en lieten het geheel opengedraaicl.
En het brandde daar in de slaapkamer
daar ligt alles onderste boven."
Schmidt ging naar't portaal, na 'n Snellen
blik in de keuken geworpen en vluchtig in de
slaapkamer gekeken te hebben. Hij stak een
gaspit aan, die aan den muur bevestigd was
en wees naar een deur.
„Ik veronderstcl, dat die naar de bovenste
verdieping leidt, waarvan u sprak, mejuf-
frouw vroeg hij rustig. „En u zegt, dat de
deur op slot is?" Hij ging er heen, met zijn
handen in zijn jaszakken, terwijl hij sprak,
en Jimmie, die zoo scherp mogelijk luisterde,
meende een lichten metaalklank in den rech-
terzak te hooren. „Laat ik het eens probee-
ren," ging hij voort, zelf tusschen de deur
en de beide anderen gaande staan. „Zoo ah,
de deur is open. Laten we nu eens zien, wat
er achter is.
Eva trok zich hoofdschuddend terug.
Schmidt wenkte Jimmie. Samen gingen zij
een trap op, die achter de deur was. De de
tective knipte het licht op van een electrisch
lantaarntje, dat hij uit een binnenzak haalde.
„Ik heb de deur met een looper openge-
maakt," fluisterde hij „Ik wilde niet dat ma
demoiselle dat zag ze is al zoo verschrikt.
Nu, wat hebben we hier?"
De trap kwam uit op een portaal van de-
zelfde afmeting als wat zij juist verlaten had-
ft. meSewerking fe verleenen fen behoeve
van de uitvoering van het z.g. West-
Friesche Kanalenplan overeenkomstig
het verzoek der Commissie-van Aalst
d.d. 3 Augustus 1927 door, in verband
met hetgeen daaromtrent nader door
den Raad zal worden beslist, hetzij bij
dragen in eens te storten, hetzij zich te
verbinden tot betaling van annuiteiten,
een en ander onder de volgende voor-
waarden
1. dat althans de bepalingen, in den
brief der commissievan Aalst d.d.
10 Juni 1927 gesteld sub 2, 3, 4, 5
en 7, tot stand komen;
2. dat de volgorde van uitvoering in
dien zin wordt gewijzigd, dat de
verbinding tusschen Alkmaar en
Koihorn het eerst tot stand komt;
3. dat het kanaal Huigendijk—Alkmaar
moet worden aangelegd voor het
kanaal HuigendijkOmval;
4. dat de keersluis en de klapbrug na-
bij den Omval in het kanaal Omval-
Huigenuijk, waarvoor in de begroo
ting van bet plan f 80.000 is opge-
nomen, inderdaad tot stand komen
en de bouw van de brug niet on-
mogelijk wordt gemaakt door de
uitvoering van bet wegenplan;
5 dat overwogen worde de mogelijk-
heid om een verbinding tot stand te
brengen tusschen de Beemsterring-
vaart en Lutje Schardam, opdat
t. z. t. een rechtstreeksche verbin
ding kan tot stand komen tuschen
het kanaal AlkmaarHoorn en den
Hoppolder.
III. de onder I en II bedoelde uitgaven te
zijner tijd nader te regelen bij suppletoire be
grooting.
DE PRECARIORECHTEN.
De Alkmaarsche Handeldrijvende en In-
dustrieelen Middenstand verzond aan den
Raad het volgende adres:
Geeft met verschuldigden eerbied te ken-
nen:
Alkmaarsche vereeniging voor den Handel-
drijvenden- en Industrieelen Middenstand te
Alkmaar;
dat in dato 17 Juli 1928 als bijlage tot de
handelingen van Uwen Raad is verschenen
Bijlage 91, welke bijlage kan worden be-
schouwd als een bestrijding door B. en W.
van de argumenten (aangevoerd tegen aan-
neming door Uwen Raad van het voorgestel-
de in bijlage 85) in het adres onzer vereeni
ging dd. 10 Juli j.l.,
dat deze bestrijding in hoofdzaak neer-
komt:
a. op de mededeeling, dat de Kroon, door
haar goedkeuring als hoogst administratief
gezag, heeft doen blijken van meening te ver-
schillen met den Hoogen Raad der Nederlan-
den, ten aanzien van het recht der gemeenten
tot het heffen van precariobelasting voor de
luchtkolom boven gemeentegrond
b. op een verhandeling over de billijkheid
dezer belasting;
dat daarenboven aan het eind van boven-
genoemde bijlage door een zeer handige be-
schouwing omtrent het recht van beroep on
zer vereeniging Uwen Raad wordt te kennen
gegeven, dat hij zich niet behoeft te bekom-
meren omtrent de ethische zijde der te nemen
beslissing, omdat toch de Kroon zal hebben te
oordeelen over de wettigheid, zoodat Uwe
Raad de handen in onschuld kan wasschen;
dat dit o. i. een argument is, dat wel niet
dikwijls door een College van Bestuurderen
zal zijn aangevoerd om een voorstel aan te
bevel en;
dat B. en W. in alinea 4 der bovengenoem-
de bijlage trachten aannemelijk te maken, dat
er twee wetsinterpretaties zijn, waarmede
men bij de nakoming van de Nederlandsche
wetgeving heeft rekening te houden n.l. die
van de Kroon en van den Hoogen Raad;
dat vele juristen deze gloednieuwe bewe-
ring met belangstelling zullen vernemen,
terwijl ook anderen ongetwijfeld hiervan met
in ter esse zullen kennis nemen;
dat B. en W. in datzelfde alinea beweren,
dat het heffen van rechten voor het gebruik
van openbaren gemeentegrond gewettigd
wordt door Art. 238 der gemeentewet;
dat B. en W. hier zeer terecht spreken van
gemeentegrond, doch het Uwen Raad bekend
is, dat de Hooge Raad juist die precariorech-
ten heeft nietig verklaard, die belasten het
gebruik van de luchtkolom boven den ge
meentegrond;
dat onze vereeniging, hoewel steeds betreu-
rend, dat de lucht boven den grond zelfs
reeds als belastingobject werd gebruikt, toch
nooit daartegen heeft geageerd, omdat alge-
meen werd aangenomen, dat de gemeente
daartoe het recht had;
dat echter door het arrest van den Hoo
gen Raad dd. 2 November 1927 is komen
vast te staan, dat de gemeente dit recht niet
heeft en daardoor dan ook rechtens van geen
waarde is de goedkeuring van de Kroon als
administratief gezag;
dat dan ook ondanks de bewering van B.
den. Voor hen was een open deur, die toe-
gang gaf tot een kamer, welke als zitkamer
gemeubeld was. Er was daar geen licht, maar
Schmidt vond het gas en stak het aan.
„Ah!" zei hij, rondzien de. „Dit is nog
grooter bewijs van een plotselingen aftocht.
Zie eens, mijnheer Trickett! Hier is een brand-
kast. De deur is opengelaten. Wij kunnen
er zeker van zijn, dat de enkele papieren, die
er in gebleven zijn, niets beteekenen wij
kunnen er even zeker van zijn, dat er iets uit
weggenomen is, dat wel wat beteekent. Kijk
ook eens naar die kachel van avond is er
papier verbrand veel papier. Nu naar de
slaapkamer."
Hij ging naar het andere vertrek, keek het
rond, en, Jimmie roepend, liet hij hem de tee-
kenen zien, dat er in de haast gepakt was.
Hier, als overal elders, waren ontwijfelbare
teekenen, dat de ontruiming van de plaats
met een snelheid was uitgevoerd, die door
vrees was aangevuurd; de bewoners hadden
zich inderdaad uit de voeten gemaakt, zooals
menschen van een schip vluchten, dat met
noodlottige snelheid zinkend is.
„U zult opmerken, mijnheer" zei Schmidt,
enkele dingen aanwijzend, „dat dit het ver
trek is van een man waarschijnlijk van den
persoon, dien u als Charles kent. Nu, ik ge-
loof, dat wij sommige feiten kunnen vaststel-
len. Het staat echter aan u om over een ver-
der optreden te beslissen. Maar ik geloof,
en W., noch de meening van 'de Kroon, noch
die van welke andere hooge autoriteit, iets af-
doet aan het feit, dat door genoemd arrest
is vastgelegd, dat de precariorechten voor
zoover zij betrekking hebben op de belasting
van de luchtkolom boven gemeentegrond, niet
zijn in overeenstemming met de wet en het
dan ook vreemd aandoet, dat eenerzijds B. en
W. bukkend voor de wet voorstellen de hef-
fing der rechten na te laten, anderzijds zich
beroepen op het oordeel der Kroon, om het
heffen van legesgelden ter vervanging van
de niet wettige precariorechten, te verdedigen;
dat het niet is uitgesloten, dat de Kroon
over deze kwestie anders denkt dan ons
hoogste rechtscollege, doch dit ongetwijfeld
met tallooze andere kwesties het geval zal
zijn en dan ook geen jurist zou zijn te vinden,
die zich met succes hierop zou kunnen beroe
pen, om de gevolgen van een verloren proces
te elimineeren, daar wij nu eenmaal leven in
een land, dat prat gaat op de onpartijdigheid
en de onafhankelijkheid van haar recht-
spraak;
dat elk ander persoon zich dan ook zonder
meer heeft neer te leggen bij het oordeel van
den Hoogen Raad, doch de gemeente in dit
geval door haar bijzondere positie van pu-
bliekrechtelijk lichaam, van haar macht ge
bruik kan maken om zich aan de interpreta-
tie der wet te onttrekken;
dot het ons genoegen doet, dat B. en W. in
alinea 5 van bijlage 91 zelf erkennen, dat ons
hoogste rechtscollege heeft uitgemaakt, dat
de precariorechten onwettig zijn en (volgens
de eigen woorden van B. en W.) niet met de
wet in overeenstemming;
dat daarmede vervallen alle verdere com-
mentaren omtrent de billijkheid van een hef-
fing;
dat toch thans vast staat, dat de schoorsteen
op de huizen van onze geachte opponenten
evenmin belastbaar zijn als de lichtreclames,
zonneschermen etc. van de andere inwoners
onzer gemeente;
dat zij beiden, de schoorsteenen zoowel als
de andere zaken, in een niet belastbare mate-
rie uitsteken nl. de luchtkolom;
dat onze vereeniging zeer goed kan begrij-
pen en dit ook in haar vorig adres heeft ge-
zegd, dat de wetsinterpretatie van den Hoo
gen Raad de autoriteiten, die voor de gemeen-
tefinancien hebben te zorgen, niet zeer gele-
gen komt;
dat dit naar het oordeel van onze vereeni
ging echter nooit mag leiden tot een theorie,
zooals die in Bijlage 91 wordt ontwikkeld;
dat daarin toch, behoudens het hierboven
becritiseerde, erkennend de onwettigheid der
precariorechten, wordt gezegd, dat onze ver
eeniging blijkbaar zou wenschen, dat thans
de 3000 moeten worden gedragen door al-
gemeen werkende belastingen, waarop weder
een uiteenzetting volgt omtrent de billijkheid
van een heffing op uithangborden, radiodra-
den etc., die verdedigd wordt door de zin-
snede „dat de aanwezigheid daarvan van
veel nut is voor den eigenaar."
dat het onze vereeniging aannemelijk voor
komt, dat door de jarenlange heffing dezer
precariorechten, het recht daartoe bij B. en
W. zoo onomstootelijk is komen vast te staan,
dat het blijkbaar zeer moeilijk is aan te too-
nen, dat volgens het reeds veel genoemde
arrest de gemeente evenmin recht heeft be
lasting te heffen op reclameborden als op
schoorsteenen, die toch ook van veel nut zijn
voor den eigenaar;
dat hierdoor een discussie over de al of
niet billijkheid tamelijk overbodig moet wor
den geacht;
dat het ons genoegen doet, dat B. en W
in deze bijlage No. 91, nog wel vet gedrukt,
erkennen, dat de voorgestelde legesgelden
eigenlijk zijn een bijzondere belasting, welk
argument, als het niet voldoende is Uwen
Raad van de onrechtmatigheid der voorge
stelde legesheffing te overtuigen, ongetwij
feld bij een beroep door onze vereeniging op
de Kroon van nut kan zijn;
dat hierdoor onaanvechtbaar is komen vast
te staan, dat een, volgens de thans geldende
jurisprudentie, onwettige belasting vervangen
wordt door een andere belasting onder het
mom van legesgelden;
dat voor onze vereeniging dan ook vast
staat, dat aanneming van het voorstel van
B. en W. gelijk staat met een verkeerd gebruik
maken van de bedoeling der legesheffingen,
die nooit bedoeld kunnen zijn om een bijzon
dere belasting mogelijk te maken;
dat in het antwoord van B. en W., vervat
in meergenoemde bijlage, terjoops wordt ge
sproken over onze ontstemming over het feit,
dat de gemeente zich de bevoegdheid ontno-
men ziende tot het heffen van een bepaalde
belasting, gebruik maakt van een andere,
haar op grond van de wet toekomende be
voegdheid om van dezelfde personen, door
een eveneens bijzondere heffing, de bate in te
vorderen, die zij langs den eersten weg niet
meer kan innen;
dat eerder kan worden gesproken van
steeds toenemende verbazing, inplaats van
ontstemming;
dat toch, voor Uw vergadering van 29
dat ik aan- mademoiselle iets ten minste zou
vertellen van hetgeen er gebeurt, Het is het
beste bij deze ontknooping."
Jimmie knikte. Hij ging gevolgd door
Schmidt naar beneden, waar Eva hen
stond af te wachten, met de oogen wijd open
van verbazing en angst.
„Wat is het?" vroeg zij. „Wat beteekent dit
alles toch?"
Jimmie legde zacht een hand op haar arm
„Wees niet bang", zei hij kalmeerend.
„Voor u is alles goed heelemaal goed. Wat
het beteekent? Nu, het beteekent eigenlijk,
dat dit huis bet hoofdkwartier van 'n dieven-
bende is!"
HOOFDSTUK XIV.
Vreemd nieuws uit Louden.
Eva Walsden trok zich instinctmatig terug
van de beschermende hand. Zij wierp Jimmie
een onderzoekenden bik toe, en wendde zich
van hem naar Schmidt.
„Dieven!" riep zij uit. „Wie is dan deze
heer?"
„0m u de eenvoudige waarheid te zeggen,
mijn beste meisje", zei Jimmie snel, „is hij een
detective. En hij is hier evenals ik, om u te
beschermen. Ik zeg nog eens, voor u is er
niet het minste gevaar. Wees niet bang; wees
liever dankbaar, dat wij hier zijn."
„Maar u", zei zij, „u? Is u ook een detecti
ve? Bedrieg mij, als het u belieft, niet. Denk
Daar frischt
ge zoo van op!
Maart j.l. bij een persoonlijke informatie bij
den betrokken hoofdambtenaar bleek, dat B.
en W. hadden besloten gewoon tot aanslag
over te gaan en te wachten tot door de be-
trokkenen zou worden gereclameerd, wetende
dat de eventueele aanslagen onwettig zou-
den zijn;
dat deze mededeeling haar stempel drukte
op ons adres van 28 Maart j.l., dat onze
vereeniging het niet kan verhelen, dat de
verdere pogingen om ondanks het arrest toch
de precariorechten te innen, haar van de
eene verbazing in de andere heeft doen
vallen;
dat, nadat het eerst ingenomen standpunt
onhoudbaar was gebleken, in bijlage 85 een
poging werd gedaan om, zonder eenig com-
mentaar, de verordening op het heffen van
legesgelden te gaan gebruiken tot het innen
van een niet-wettige belasting;
dat deze bijlage, ingediend een viertal da-
gen voor Uw Raadszitting van 12 Juli j.l.,
thans volgens bijlage 91, zich ontpopt tot
niet meer of minder dan een poging om een
bijzondere belasting te heffen. (Zie de vette
druk in de bijlage).
dat toch wel geen lid van Uwen Raad in
het vorderen van administratiekosten (zij het
per strekkende meter) een voorstel tot het
instellen van een nieuwe belasting zal hebben
gezien;
dat dan ook bijlage 91 eindelijk duidelijk
doet uitkomen, dat van het begin af aan het
doel is geweest niet belastbare objecten toch
te belasten, welk doel echter in bijlage 85
handig was gecamoufleerd;
dat het onze vereeniging ondenkbaar voor
komt, dat Uwen Raad, nu door de laatste
bijlage duidelijk is uitgekomen, dat het hier
gaat om een geheel nieuwe bijzondere belas
ting, zal medewerken om Alkmaar een leges
heffing te bezorgen, waarvan ieder weet, dat
het een verkapte verboden belasting is, welke
handelwijze o. i. niet overeenkomt met de
waardigheid van een gemeente als publiek-
rechtelijk lichaam;
dat aan het einde van Bijlage 91 door B.
en W. wordt gezegd, dat onze vereeniging
zich bij aanneming van hun voorstel niet bij
Uwe beslissing zal hebben neer te leggen en
dan nogmaals de nadruk er op leggen dat de
wettigheid der voorgestelde legesheffing
wordt beoordeeld door Gedeputeerde Staten
en de Kroon, daarmede naar ons oordeel de
door Uwen Raad te nemen beslissing, als in
elk geval zedelijk verantwoord, voorstellend;
dat onze vereeniging zeker niet zal nalaten
tegen de haar inziens onrechtvaardige leges
heffingen in hooger beroep te gaan, mocht
overhoopt Uwe Raad met het voorstel van
B. en W. accoord gaan;
dat het ons echter wil voorkomen, dat B.
en W. hier wijzend op het mogelijk hooger
beroep, Uwen Raad willen bewegen zich met
haar standpunt te vereenigen om een uit-
spraak van de Kroon uit te lokken;
dat onze vereeniging er echter met den
meesten nadruk en zeer groote ernst op wil
wijzen, dat hier Uwe Raad en niet de Kroon
heeft uit te maken of Alkmaar een bijzondere
belasting zal hebben onder d'en naam leges
gelden, een belasting, die in haar wezen is
onwettig en in strijd met de wetten des lands;
Verzoekt Uwen Raad eerbiedig door haar
uitspraak te toonen, dat zij niet wil medewer
ken om een niet-wettige belasting onder an
deren naam toch te innen en daardoor den bur
gers, die eerbied verschuldigd zijn aan
's landswetten, zal toonen, dat Uw Raad,
ongeacht het oordeel van de Kroon, zich ver-
mag neer te leggen bij een voor de gemeente
nadeelige wetsuitlegging, welke toch is ge
daan „In Naam der Koningin".
't Welk doende enz.
voor Alkmaarsche Vereeniging v. d.
Handeldrijvenden- en Industrieelen
Middenstand,
G. CLOECK, Voorzitter.
DE RAAT, Secretaris.
INVOERING VAK „LICHAMELIJKE
OEFENING" AAN DE
OPENBARE SCHOLEN VOOR GEWOON
LAGER ONDERWIJS.
In bijlage 96 stellen B. en W. den Raad
voor te besluiten:
I. over te gaan tot invoering van het vak
„lichamelijke oefening" aan de openbare
scholen voor gewoon lager onderwijs
met ingang van 1 Augustus a.s. en het
onderwijs in dat vak te doen geven ge-
durende twee uur per week per klasse
aan de leerlingen der klassen 5, 6, 7 en
8 met den aanvang van het schooijaat
1929/1930 uit te breiden tot de leerlin
gen der 4e klassen, een en ander op den
voet als omschreven in bijlage nr. 96 toi
het verslag van's Raads handelingen
er aan, dat ik alleen ben onbeschermd."
„Niet terwijl ik er bij beni" verzekerde
jimmie ernstig. „Ik ben, wat ik u gezegd heb
alleen maar James Trickett. Ik heb u al
les omtrent mij zelf verteld. Er zal u nieta
kwaads overkomen, terwijl ik hier ben. Maar
het is de zuivere waarheid, die u zoo juist
gehoord hebt, juffrouw Walsden dit is het
hoofdkwartier van een dievenbende. En de
hoedenwinkel in de South Molton Street is
er vermoedeiijk ook een."
Het meisje streek met een vermoeid gebaai
haar hand over haar voorhoofd.
„De hoedenwinkel in South Mol
ton Street?" herhaalae zij langzaam.
„Madame Charles? Ik begrijp het niet."
Schmidt trad naar voren en raakte Jim.
mie's elleboog aan.
„Mijnheer Trickett", zei hij, mademoiselle
is vermoeid. Ik stel voor, dat wij beneden naar
den salon gaan; daar kan u een uitlegging
geven. U ziet, het nieuws is zoo plotseling
onverwacht."
„Ik denk, dat ik het op een verkeerde ma-
nier er uitgeflapt heb," antwoordde Jimmie,
berouwvol. „Maar dat is een goede gedachte.
Wilt u mee naar beneden komen, Juffrouw
Walsden, en ons laten vertellen? Ik zal u de
zaak duidelijk maken. En ik zeg nog eens,
wees niet bang. Op mijn woord, bet is alles
in orde nu."
(Wordt veryolgd-l