minrnisthii Conrant. Het geheimzinnige Cenootsctiap. FEU1LLET0N. Honderd dertigste Jaargang. ftadiO"iioekje StadsnSeuws No 173 1928 Dinsdaf 24 Juli. DE DIRECTEUR DER GEMEENTE- WERKEN VAN ALKMAAR MAAKT BE- KEND, DAT DE TURFMARKTSBRUG OP WQENSDAG 25 JULI A.S. VAN V.M. 7 UUR TOT N.M. 6 UUR VOOR ALLE VER- KEER ZAL ZIJN AFGESLOTEN. GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR. De Burgemeester roept de leden van den Gemeenteraad op ter bijwoning eener verga- dering op DONDERDAG 26 JULI 1928, nam. 1 uur. Agenda 1. Vaststelling van de notulen der vorige vergadering. Mededeelingen. Ingekomen stukken. 2- Voorstel inzake verbetering van den Twuyverweg (bijlage nr. 89). 3. Idem tot het verleenen lo. eener bijdrage in eens voor verbetering van den scheep- vaartweg van de Achterzaan bij Knol- lendam naar bet Groot-Noordhollandsch Kanaal en 2o. van medewerking ten be- hoeve van de uitvoering van het z.g. Westfriesche KanalenpTan (bijlage nr. 93). 4. Idem tot invoering van het vak lichame- lijke oefening bij het gewoon lager on derwijs (bijlage nr. 96) met voorstel- Westerhof c.s. betreffende den bouw van een gymnastieklokaal bij de school aan de Lindenlaan. 5. Idem tot het aangaan eener leenings- overeenkomst met de Stichting Alk- maarseh Neutraal Ziekenhuis (bijlage nr. 90). 6. Idem tot wijziging van het uitbreidings- plan le gedeelte ten Zuiden van den Nieuwlandersingel en den Baansingel (bijlage nr. 94). 7. Idem inzake het aanbrengen van een silicaatbedekking op den Noordelijken rijweg van den Stationsweg (bijlage nr. 73). 8. Idem tot beschikbaarstelling van een cre- diet voor verbetering van de trap van de tweede verdieping van den Waagtoren (bijlage nr. 77). f 9. Vaststelling suppletoire gemeente-be- grooting dienst 1927 (bijlage nr. 80). 10. Voorstel betreffende de hefting van pre cariorechten (bijlagen nrs. 85 en 91). 11. Idem tot afwijzing van een tweetal adressen inzake de beschikbaarstelling van een terrein voor een kinderspeel- plaats en van een bedrag voor den bouw van een clublokaaltje of van de benoo- digde materialen daarvoor op een kinder- speelplaats (bijlage nr. 75). 12. Idem inzake vaststelling gemeentelijke vergoeding over 1925 en te verleenen voorschot voor 1928 aan de besturen van bijzondere lagere schblen (bijlage nr. 88). 13. Idem tot aankoop van het perceel Wes terweg nr. 56 hoek Visscherslaan (bijla ge nr. 92). 14. Idem inzake een vastrecbttarief voor electriciteit en verlaging van den gas- prijs voor ruimteverwarming (bijlage nr. 95). GEVONDEN VOORWERPEN. Aanwezig aan het Bureau van politic, Langestraat en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen 11 en 1 uur, de navol- gende voorwerpen als gevonden gedepo- neerd op 19, 20, 21 en 22 Juli 1928: Mes, yijzel voor een auto, sleutel, ceintuur. Aanwezig en te bevragen bij de navolgen- de ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als gevonden aangegeven op 19, 20, 21 en 22 Juli 1928: Huissleutel, Ch. v. d. Meulen, v. d. Woudestraat 59; rozenkrans, W. Reek, Bruinvisstraat 6; pakje, inh. badpak, G. Half, Stationsweg 22; rijwielbelastingmerk, A. Kosters, Nieuwesloot 75; lederen tasch met inhoud, C. Lamp, Emmastraat 23; porte- monnaie met inhoud, C. Kramer, Forestus- straat 26; rijwielplaatje in etui, N. Wortel, v. Leeuwenhoekstraat 7; sierspeld, J. Land man, Koningsweg 22; vulpenhouder, E. Ibink, Limerhoek 32; muts, J. de Waal, Veer- straat 20; zwarte kinderschoen, J. C. Berger, Westerweg 16a, Heiloo; gouden ring, L. iTrijbetz, Langestraat 19; damesvest, N. Peereboom, Noorderkade 9; geldstuk, H. Moerman, Tienewal 3; zwarte schooltasch, Jan de Groot, Ged. Baansloot 18; heeren- horlogeketting, H. L. Muller, Druivenlaan 18; alpacabeursje, N. Nelis, Kooimeerlaan 86; reflector, D. Schrieken, Overdiestraat 15; portemonnaie met inhoud, A. van Heugten, Nieuwlandersingel 19; huissleutel, J. Eriks, Ritsevoort 22; ijzeren diktemeter, J. Haze- loop, Westerweg 96; jonge haan, J. Zomer- dijk, Gr. Nieuwiand 76; kinderportemonnaie, S. Agricola, Van der Woudestraat 77. Naar het Engelsch van J. S. Fletcher door Mej. A. T. 25) „Maar ik ben overal geweest," zei hij. „Dat ,Wil zeggen, behalve in enkele kamers, geheel boven in het huis, waarvan de deuren geslo- ten zijn Daar is werkelijk niemand." „Laten we toch maar doen, wat mijn vriend voorstelt", zei Jimmie geruststellend. „Het is beter, dat we overal rondzien, ter- wijl wij hier toch zijn. Ziet u, er zou iets ge beurd kunnen zijn." Het meisje wees den weg naar boven naar een verdieping, waar een keuken en een groote slaapkamer waren. Daar waren de be- ,wijzen van een overhaaste vlucht even duide lijk als in de kamers beneden; het scheen, alsof de dienstboden plotseling verschrikt, of gelast te vertrekken, alles op hetzelfde oogen blik in den steek gelaten, hun persoonlijke eigendommen zooveel mogelijk gegrepen had- den en weggegaan waren. In den oven van 't gasfornuis was een omelet geheel zwart ge- brand; de dienstboden zelf schenen aan het eten geweest en overhaast gevlucht te zijn. *Daar brandde het gas nog," zei Eva, wij- Woensdag 25 Juli. Hilversum, 1060 M. 12.302.— Lunch- muziek door het Trio Groeneveld. 2.304. Kindermatinee in het Kurhaus te Schevenin- gen. 4.-5.— Maak het zelf! Door Mevr. C. Schaake—Verkozen. 6.-7.45 Concert door het Omroep-orkest onder leiding van Nico Treep. 8.15 Concert. Aansluiting van het Kurhaus te Scheveningen. Het Residentie- orkest onder leiding van Prof. G. Schnee- voigt. Judith Bokor, cello. In de pauze piano- spel van F. Pfeiffer. 10.30 Persberichten. Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.) (Uitsluitend N. C. R. V.) 12.30—1.45 Con cert. Mevr. R. A. van der HorstBleekrode, piano. H. van der Horst Jr., cello. H. Her mann, viool. 5.6.Kinderuurtje onder lei ding van Mej. S. Groeneweg. Mej. C. van der Voorde, zang. 7.308.Spr. J. F. Nys- sen, Hoofdcommies R. van A. Assen: Het een en ander over de basis onzer Sociale Ver- zekering (Ziekteverzekering). 8.Aanslui ting van het Concertgebouw te Amsterdam. Aangeboden door Philips Radio. Mej di Moorlag, zang. Jan Nieland, orgel. Ben Meyer, viool. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Balladencon- cert, sopraan en fcariton. 12.50 Dansmuziek. 1.20—2.20 Orkestconcert. 4.20 Licht klassiek concert. Entente strijkkwartet en sopraan. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Dansmuziek. 6.40 Tuinpraatje. 6.50 Nieuwsberichten. 7.05 Dansmuziek. 7.20 Causerie. 7.35 H. Heyner, bariton. 7.45 Causerie. 8.05 G. Crossmirh, oude liedjes. 8.20 „La Serva Padrona", van Pergolesi. Orkest en solisten. 9.20 Nieuws berichten. 9.35 Causerie. 9 50 Nieuwsberich ten. 9.55 „Improvizations in June", schets van Max Mohr. 11.2012.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris", 1750 M. 12.50 2.10 Klassieke kwartetten. 4.055.05 Or kestconcert. 8.5011.20 Concert. Mile. Mansy, zangeres. Hr. Cambon, zang. Orkest van blaas-instrumenten. Langenberg, 469 M. 1.252.50 Orkest concert. 6.50—7.15 Orkestconcert. 8.35 Con cert door het Klein-Werag-orlcest. 9.20 „Literatuur", klucht van Schniztler. 10. Vervolgconcert. 10.3010.50 Bergische Hu mor, door W. van Wichelkus. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. Konigswusterhausen, 1250 M. (Zeeseti). 12.055.20 Lezingen. 5.206.20 Orkest concert. 6.208.05 Lezingen. 8.50 Sprook- jesreizen door de Mark. 9.50 G. Eysoldt, de- clamatie. 10.5012.50 Concert. Guttmanns Ufa-symphoniker. Hamburg, 395 M. 4.35 Opera-aria's voor sopraan met pianobegeleiding. 6.20 Orkest concert. 8.20 Concert. Orkest en O. Urack, cello. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Brussel, 509 M. 5.306.20 Dansmuziek. 6.507.50 Kamermuziek. 8.35 Gramofoon muziek. 8.5010.55 „Les Cloches de corne- ville", van Rob. Planquette. De kanalisafieplannen voor West-Friesland. (Vervolg.) Ten slotte wijst de financieele commissie erop, dat de gemeente slechts voor de voor haar van belang zijnde kanalen betaalt en dat, indien een onderdeel van het plan of niet of voorloopig niet of op eenvoudiger of goedkcoper wijze wordt ingevoerd dan aan- vankelijk is verondersteld, de gemeente dan of niet of later of minder zal bijdragen dan gevraagd is. In verband daarmede komt het haar gewenscht voor, de noodige bedragen ter begrooting te brengen naarmate zij aan de provincie verschuldigd zijn en derhalve niet het geheele bedrag onmiddellijk te lee- nen, aangezien bet onzeker is of een kanaal, waarvoor men geld zou opnemen, ook inder- daad tot stand komt. Ook deze opmerking achten wij gegrond. Wij hebben trouwens alleen eenvoudigheids- halve gesproken van een annui'teit van 22000of een bedrag in eens van 366.000. Naar ons voorkomt zal telkens zoodra vaststaat dat een deel van de bij drage opvorderbaar wordt, de gemeente moeten beslissen of zij dat deel zal bijdragen in annuiteiten of door storting van een be drag ineens. Ook hieromtrent zal nader met de provincie overleg moeten worden ge- pleegd. Onder overlegging van het advies der Commissie van bijstand voor de financien stellen wij U derhalve voor: I. een bijdrage ineens te verleenen van 13.333 aan de provincie Noord-Hol- land voor de verbetering van de scheep- vaartweg van de Achterzaan bij Knol- lendam naar het Noord-Hollandsch Kanaal, en ons College op te dragen bij Gedeputeerde Staten aan te dringen om te bevorderen, dat de havengelden voor transito-verkeer te Zaandam worden verlaagd zend naar het gasfornuis. „Zij waren heen gegaan en lieten het geheel opengedraaicl. En het brandde daar in de slaapkamer daar ligt alles onderste boven." Schmidt ging naar't portaal, na 'n Snellen blik in de keuken geworpen en vluchtig in de slaapkamer gekeken te hebben. Hij stak een gaspit aan, die aan den muur bevestigd was en wees naar een deur. „Ik veronderstcl, dat die naar de bovenste verdieping leidt, waarvan u sprak, mejuf- frouw vroeg hij rustig. „En u zegt, dat de deur op slot is?" Hij ging er heen, met zijn handen in zijn jaszakken, terwijl hij sprak, en Jimmie, die zoo scherp mogelijk luisterde, meende een lichten metaalklank in den rech- terzak te hooren. „Laat ik het eens probee- ren," ging hij voort, zelf tusschen de deur en de beide anderen gaande staan. „Zoo ah, de deur is open. Laten we nu eens zien, wat er achter is. Eva trok zich hoofdschuddend terug. Schmidt wenkte Jimmie. Samen gingen zij een trap op, die achter de deur was. De de tective knipte het licht op van een electrisch lantaarntje, dat hij uit een binnenzak haalde. „Ik heb de deur met een looper openge- maakt," fluisterde hij „Ik wilde niet dat ma demoiselle dat zag ze is al zoo verschrikt. Nu, wat hebben we hier?" De trap kwam uit op een portaal van de- zelfde afmeting als wat zij juist verlaten had- ft. meSewerking fe verleenen fen behoeve van de uitvoering van het z.g. West- Friesche Kanalenplan overeenkomstig het verzoek der Commissie-van Aalst d.d. 3 Augustus 1927 door, in verband met hetgeen daaromtrent nader door den Raad zal worden beslist, hetzij bij dragen in eens te storten, hetzij zich te verbinden tot betaling van annuiteiten, een en ander onder de volgende voor- waarden 1. dat althans de bepalingen, in den brief der commissievan Aalst d.d. 10 Juni 1927 gesteld sub 2, 3, 4, 5 en 7, tot stand komen; 2. dat de volgorde van uitvoering in dien zin wordt gewijzigd, dat de verbinding tusschen Alkmaar en Koihorn het eerst tot stand komt; 3. dat het kanaal Huigendijk—Alkmaar moet worden aangelegd voor het kanaal HuigendijkOmval; 4. dat de keersluis en de klapbrug na- bij den Omval in het kanaal Omval- Huigenuijk, waarvoor in de begroo ting van bet plan f 80.000 is opge- nomen, inderdaad tot stand komen en de bouw van de brug niet on- mogelijk wordt gemaakt door de uitvoering van bet wegenplan; 5 dat overwogen worde de mogelijk- heid om een verbinding tot stand te brengen tusschen de Beemsterring- vaart en Lutje Schardam, opdat t. z. t. een rechtstreeksche verbin ding kan tot stand komen tuschen het kanaal AlkmaarHoorn en den Hoppolder. III. de onder I en II bedoelde uitgaven te zijner tijd nader te regelen bij suppletoire be grooting. DE PRECARIORECHTEN. De Alkmaarsche Handeldrijvende en In- dustrieelen Middenstand verzond aan den Raad het volgende adres: Geeft met verschuldigden eerbied te ken- nen: Alkmaarsche vereeniging voor den Handel- drijvenden- en Industrieelen Middenstand te Alkmaar; dat in dato 17 Juli 1928 als bijlage tot de handelingen van Uwen Raad is verschenen Bijlage 91, welke bijlage kan worden be- schouwd als een bestrijding door B. en W. van de argumenten (aangevoerd tegen aan- neming door Uwen Raad van het voorgestel- de in bijlage 85) in het adres onzer vereeni ging dd. 10 Juli j.l., dat deze bestrijding in hoofdzaak neer- komt: a. op de mededeeling, dat de Kroon, door haar goedkeuring als hoogst administratief gezag, heeft doen blijken van meening te ver- schillen met den Hoogen Raad der Nederlan- den, ten aanzien van het recht der gemeenten tot het heffen van precariobelasting voor de luchtkolom boven gemeentegrond b. op een verhandeling over de billijkheid dezer belasting; dat daarenboven aan het eind van boven- genoemde bijlage door een zeer handige be- schouwing omtrent het recht van beroep on zer vereeniging Uwen Raad wordt te kennen gegeven, dat hij zich niet behoeft te bekom- meren omtrent de ethische zijde der te nemen beslissing, omdat toch de Kroon zal hebben te oordeelen over de wettigheid, zoodat Uwe Raad de handen in onschuld kan wasschen; dat dit o. i. een argument is, dat wel niet dikwijls door een College van Bestuurderen zal zijn aangevoerd om een voorstel aan te bevel en; dat B. en W. in alinea 4 der bovengenoem- de bijlage trachten aannemelijk te maken, dat er twee wetsinterpretaties zijn, waarmede men bij de nakoming van de Nederlandsche wetgeving heeft rekening te houden n.l. die van de Kroon en van den Hoogen Raad; dat vele juristen deze gloednieuwe bewe- ring met belangstelling zullen vernemen, terwijl ook anderen ongetwijfeld hiervan met in ter esse zullen kennis nemen; dat B. en W. in datzelfde alinea beweren, dat het heffen van rechten voor het gebruik van openbaren gemeentegrond gewettigd wordt door Art. 238 der gemeentewet; dat B. en W. hier zeer terecht spreken van gemeentegrond, doch het Uwen Raad bekend is, dat de Hooge Raad juist die precariorech- ten heeft nietig verklaard, die belasten het gebruik van de luchtkolom boven den ge meentegrond; dat onze vereeniging, hoewel steeds betreu- rend, dat de lucht boven den grond zelfs reeds als belastingobject werd gebruikt, toch nooit daartegen heeft geageerd, omdat alge- meen werd aangenomen, dat de gemeente daartoe het recht had; dat echter door het arrest van den Hoo gen Raad dd. 2 November 1927 is komen vast te staan, dat de gemeente dit recht niet heeft en daardoor dan ook rechtens van geen waarde is de goedkeuring van de Kroon als administratief gezag; dat dan ook ondanks de bewering van B. den. Voor hen was een open deur, die toe- gang gaf tot een kamer, welke als zitkamer gemeubeld was. Er was daar geen licht, maar Schmidt vond het gas en stak het aan. „Ah!" zei hij, rondzien de. „Dit is nog grooter bewijs van een plotselingen aftocht. Zie eens, mijnheer Trickett! Hier is een brand- kast. De deur is opengelaten. Wij kunnen er zeker van zijn, dat de enkele papieren, die er in gebleven zijn, niets beteekenen wij kunnen er even zeker van zijn, dat er iets uit weggenomen is, dat wel wat beteekent. Kijk ook eens naar die kachel van avond is er papier verbrand veel papier. Nu naar de slaapkamer." Hij ging naar het andere vertrek, keek het rond, en, Jimmie roepend, liet hij hem de tee- kenen zien, dat er in de haast gepakt was. Hier, als overal elders, waren ontwijfelbare teekenen, dat de ontruiming van de plaats met een snelheid was uitgevoerd, die door vrees was aangevuurd; de bewoners hadden zich inderdaad uit de voeten gemaakt, zooals menschen van een schip vluchten, dat met noodlottige snelheid zinkend is. „U zult opmerken, mijnheer" zei Schmidt, enkele dingen aanwijzend, „dat dit het ver trek is van een man waarschijnlijk van den persoon, dien u als Charles kent. Nu, ik ge- loof, dat wij sommige feiten kunnen vaststel- len. Het staat echter aan u om over een ver- der optreden te beslissen. Maar ik geloof, en W., noch de meening van 'de Kroon, noch die van welke andere hooge autoriteit, iets af- doet aan het feit, dat door genoemd arrest is vastgelegd, dat de precariorechten voor zoover zij betrekking hebben op de belasting van de luchtkolom boven gemeentegrond, niet zijn in overeenstemming met de wet en het dan ook vreemd aandoet, dat eenerzijds B. en W. bukkend voor de wet voorstellen de hef- fing der rechten na te laten, anderzijds zich beroepen op het oordeel der Kroon, om het heffen van legesgelden ter vervanging van de niet wettige precariorechten, te verdedigen; dat het niet is uitgesloten, dat de Kroon over deze kwestie anders denkt dan ons hoogste rechtscollege, doch dit ongetwijfeld met tallooze andere kwesties het geval zal zijn en dan ook geen jurist zou zijn te vinden, die zich met succes hierop zou kunnen beroe pen, om de gevolgen van een verloren proces te elimineeren, daar wij nu eenmaal leven in een land, dat prat gaat op de onpartijdigheid en de onafhankelijkheid van haar recht- spraak; dat elk ander persoon zich dan ook zonder meer heeft neer te leggen bij het oordeel van den Hoogen Raad, doch de gemeente in dit geval door haar bijzondere positie van pu- bliekrechtelijk lichaam, van haar macht ge bruik kan maken om zich aan de interpreta- tie der wet te onttrekken; dot het ons genoegen doet, dat B. en W. in alinea 5 van bijlage 91 zelf erkennen, dat ons hoogste rechtscollege heeft uitgemaakt, dat de precariorechten onwettig zijn en (volgens de eigen woorden van B. en W.) niet met de wet in overeenstemming; dat daarmede vervallen alle verdere com- mentaren omtrent de billijkheid van een hef- fing; dat toch thans vast staat, dat de schoorsteen op de huizen van onze geachte opponenten evenmin belastbaar zijn als de lichtreclames, zonneschermen etc. van de andere inwoners onzer gemeente; dat zij beiden, de schoorsteenen zoowel als de andere zaken, in een niet belastbare mate- rie uitsteken nl. de luchtkolom; dat onze vereeniging zeer goed kan begrij- pen en dit ook in haar vorig adres heeft ge- zegd, dat de wetsinterpretatie van den Hoo gen Raad de autoriteiten, die voor de gemeen- tefinancien hebben te zorgen, niet zeer gele- gen komt; dat dit naar het oordeel van onze vereeni ging echter nooit mag leiden tot een theorie, zooals die in Bijlage 91 wordt ontwikkeld; dat daarin toch, behoudens het hierboven becritiseerde, erkennend de onwettigheid der precariorechten, wordt gezegd, dat onze ver eeniging blijkbaar zou wenschen, dat thans de 3000 moeten worden gedragen door al- gemeen werkende belastingen, waarop weder een uiteenzetting volgt omtrent de billijkheid van een heffing op uithangborden, radiodra- den etc., die verdedigd wordt door de zin- snede „dat de aanwezigheid daarvan van veel nut is voor den eigenaar." dat het onze vereeniging aannemelijk voor komt, dat door de jarenlange heffing dezer precariorechten, het recht daartoe bij B. en W. zoo onomstootelijk is komen vast te staan, dat het blijkbaar zeer moeilijk is aan te too- nen, dat volgens het reeds veel genoemde arrest de gemeente evenmin recht heeft be lasting te heffen op reclameborden als op schoorsteenen, die toch ook van veel nut zijn voor den eigenaar; dat hierdoor een discussie over de al of niet billijkheid tamelijk overbodig moet wor den geacht; dat het ons genoegen doet, dat B. en W in deze bijlage No. 91, nog wel vet gedrukt, erkennen, dat de voorgestelde legesgelden eigenlijk zijn een bijzondere belasting, welk argument, als het niet voldoende is Uwen Raad van de onrechtmatigheid der voorge stelde legesheffing te overtuigen, ongetwij feld bij een beroep door onze vereeniging op de Kroon van nut kan zijn; dat hierdoor onaanvechtbaar is komen vast te staan, dat een, volgens de thans geldende jurisprudentie, onwettige belasting vervangen wordt door een andere belasting onder het mom van legesgelden; dat voor onze vereeniging dan ook vast staat, dat aanneming van het voorstel van B. en W. gelijk staat met een verkeerd gebruik maken van de bedoeling der legesheffingen, die nooit bedoeld kunnen zijn om een bijzon dere belasting mogelijk te maken; dat in het antwoord van B. en W., vervat in meergenoemde bijlage, terjoops wordt ge sproken over onze ontstemming over het feit, dat de gemeente zich de bevoegdheid ontno- men ziende tot het heffen van een bepaalde belasting, gebruik maakt van een andere, haar op grond van de wet toekomende be voegdheid om van dezelfde personen, door een eveneens bijzondere heffing, de bate in te vorderen, die zij langs den eersten weg niet meer kan innen; dat eerder kan worden gesproken van steeds toenemende verbazing, inplaats van ontstemming; dat toch, voor Uw vergadering van 29 dat ik aan- mademoiselle iets ten minste zou vertellen van hetgeen er gebeurt, Het is het beste bij deze ontknooping." Jimmie knikte. Hij ging gevolgd door Schmidt naar beneden, waar Eva hen stond af te wachten, met de oogen wijd open van verbazing en angst. „Wat is het?" vroeg zij. „Wat beteekent dit alles toch?" Jimmie legde zacht een hand op haar arm „Wees niet bang", zei hij kalmeerend. „Voor u is alles goed heelemaal goed. Wat het beteekent? Nu, het beteekent eigenlijk, dat dit huis bet hoofdkwartier van 'n dieven- bende is!" HOOFDSTUK XIV. Vreemd nieuws uit Louden. Eva Walsden trok zich instinctmatig terug van de beschermende hand. Zij wierp Jimmie een onderzoekenden bik toe, en wendde zich van hem naar Schmidt. „Dieven!" riep zij uit. „Wie is dan deze heer?" „0m u de eenvoudige waarheid te zeggen, mijn beste meisje", zei Jimmie snel, „is hij een detective. En hij is hier evenals ik, om u te beschermen. Ik zeg nog eens, voor u is er niet het minste gevaar. Wees niet bang; wees liever dankbaar, dat wij hier zijn." „Maar u", zei zij, „u? Is u ook een detecti ve? Bedrieg mij, als het u belieft, niet. Denk Daar frischt ge zoo van op! Maart j.l. bij een persoonlijke informatie bij den betrokken hoofdambtenaar bleek, dat B. en W. hadden besloten gewoon tot aanslag over te gaan en te wachten tot door de be- trokkenen zou worden gereclameerd, wetende dat de eventueele aanslagen onwettig zou- den zijn; dat deze mededeeling haar stempel drukte op ons adres van 28 Maart j.l., dat onze vereeniging het niet kan verhelen, dat de verdere pogingen om ondanks het arrest toch de precariorechten te innen, haar van de eene verbazing in de andere heeft doen vallen; dat, nadat het eerst ingenomen standpunt onhoudbaar was gebleken, in bijlage 85 een poging werd gedaan om, zonder eenig com- mentaar, de verordening op het heffen van legesgelden te gaan gebruiken tot het innen van een niet-wettige belasting; dat deze bijlage, ingediend een viertal da- gen voor Uw Raadszitting van 12 Juli j.l., thans volgens bijlage 91, zich ontpopt tot niet meer of minder dan een poging om een bijzondere belasting te heffen. (Zie de vette druk in de bijlage). dat toch wel geen lid van Uwen Raad in het vorderen van administratiekosten (zij het per strekkende meter) een voorstel tot het instellen van een nieuwe belasting zal hebben gezien; dat dan ook bijlage 91 eindelijk duidelijk doet uitkomen, dat van het begin af aan het doel is geweest niet belastbare objecten toch te belasten, welk doel echter in bijlage 85 handig was gecamoufleerd; dat het onze vereeniging ondenkbaar voor komt, dat Uwen Raad, nu door de laatste bijlage duidelijk is uitgekomen, dat het hier gaat om een geheel nieuwe bijzondere belas ting, zal medewerken om Alkmaar een leges heffing te bezorgen, waarvan ieder weet, dat het een verkapte verboden belasting is, welke handelwijze o. i. niet overeenkomt met de waardigheid van een gemeente als publiek- rechtelijk lichaam; dat aan het einde van Bijlage 91 door B. en W. wordt gezegd, dat onze vereeniging zich bij aanneming van hun voorstel niet bij Uwe beslissing zal hebben neer te leggen en dan nogmaals de nadruk er op leggen dat de wettigheid der voorgestelde legesheffing wordt beoordeeld door Gedeputeerde Staten en de Kroon, daarmede naar ons oordeel de door Uwen Raad te nemen beslissing, als in elk geval zedelijk verantwoord, voorstellend; dat onze vereeniging zeker niet zal nalaten tegen de haar inziens onrechtvaardige leges heffingen in hooger beroep te gaan, mocht overhoopt Uwe Raad met het voorstel van B. en W. accoord gaan; dat het ons echter wil voorkomen, dat B. en W. hier wijzend op het mogelijk hooger beroep, Uwen Raad willen bewegen zich met haar standpunt te vereenigen om een uit- spraak van de Kroon uit te lokken; dat onze vereeniging er echter met den meesten nadruk en zeer groote ernst op wil wijzen, dat hier Uwe Raad en niet de Kroon heeft uit te maken of Alkmaar een bijzondere belasting zal hebben onder d'en naam leges gelden, een belasting, die in haar wezen is onwettig en in strijd met de wetten des lands; Verzoekt Uwen Raad eerbiedig door haar uitspraak te toonen, dat zij niet wil medewer ken om een niet-wettige belasting onder an deren naam toch te innen en daardoor den bur gers, die eerbied verschuldigd zijn aan 's landswetten, zal toonen, dat Uw Raad, ongeacht het oordeel van de Kroon, zich ver- mag neer te leggen bij een voor de gemeente nadeelige wetsuitlegging, welke toch is ge daan „In Naam der Koningin". 't Welk doende enz. voor Alkmaarsche Vereeniging v. d. Handeldrijvenden- en Industrieelen Middenstand, G. CLOECK, Voorzitter. DE RAAT, Secretaris. INVOERING VAK „LICHAMELIJKE OEFENING" AAN DE OPENBARE SCHOLEN VOOR GEWOON LAGER ONDERWIJS. In bijlage 96 stellen B. en W. den Raad voor te besluiten: I. over te gaan tot invoering van het vak „lichamelijke oefening" aan de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs met ingang van 1 Augustus a.s. en het onderwijs in dat vak te doen geven ge- durende twee uur per week per klasse aan de leerlingen der klassen 5, 6, 7 en 8 met den aanvang van het schooijaat 1929/1930 uit te breiden tot de leerlin gen der 4e klassen, een en ander op den voet als omschreven in bijlage nr. 96 toi het verslag van's Raads handelingen er aan, dat ik alleen ben onbeschermd." „Niet terwijl ik er bij beni" verzekerde jimmie ernstig. „Ik ben, wat ik u gezegd heb alleen maar James Trickett. Ik heb u al les omtrent mij zelf verteld. Er zal u nieta kwaads overkomen, terwijl ik hier ben. Maar het is de zuivere waarheid, die u zoo juist gehoord hebt, juffrouw Walsden dit is het hoofdkwartier van een dievenbende. En de hoedenwinkel in de South Molton Street is er vermoedeiijk ook een." Het meisje streek met een vermoeid gebaai haar hand over haar voorhoofd. „De hoedenwinkel in South Mol ton Street?" herhaalae zij langzaam. „Madame Charles? Ik begrijp het niet." Schmidt trad naar voren en raakte Jim. mie's elleboog aan. „Mijnheer Trickett", zei hij, mademoiselle is vermoeid. Ik stel voor, dat wij beneden naar den salon gaan; daar kan u een uitlegging geven. U ziet, het nieuws is zoo plotseling onverwacht." „Ik denk, dat ik het op een verkeerde ma- nier er uitgeflapt heb," antwoordde Jimmie, berouwvol. „Maar dat is een goede gedachte. Wilt u mee naar beneden komen, Juffrouw Walsden, en ons laten vertellen? Ik zal u de zaak duidelijk maken. En ik zeg nog eens, wees niet bang. Op mijn woord, bet is alles in orde nu." (Wordt veryolgd-l

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5