DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Koningin Ui •O foar. m r I Wonderddertigsie Jaargang Dageiijksch overzicht. No. l&l Dit titfmmer besfaaf ui< 1 fcladen. ^28 Otzc Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feesfdagen, uttgegeven. Jibonnementsprijs bij vooruitbetaling per 3 maanden voor Alkmaar /2.—franco door bet geheele Rijk /2.50. Afzonderlijke en bev/fjsnurnmers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTlEN: Per regel /0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsrufmte. Brieven franco aan de N. V. Boek« en Handelsdrnkkerij v/b HERMs. COSTER ZOON. Voordam C9. DOMRUDDAG DirecteurG. Ut KRAK. Telef.nr. Adminlstrafle 3. Telefoonnr. RedacUe 33. Postgiro 37060. Hoofdredacteun Tj. N, ADEMA. toewij- PgH IH^II - - A|| Het is een voorrecht op dezen dag een artikel te mogen wijden aan een lid van ons vorstenhuis, dat in een vijftigjarig tijdvak vol lief en leed zoo volkomen met ons volk heeft meegeleefd, dat men onwillekeurig ge- heel voorbij ziet, dat deze koningsvrouwe voor Holland een vreemde geweest is. Meer dan vijftig jaren geleden was er niemand, en zij zelf wel allerminst, die voor- speld zou hebben, dat zij als prinsesje van Duitschen bloede zich met hart en ziel zoo geheel aan een nieuw vaderland zou wijden, dat het volk van den staat .een halve eeuw later dankbaar zou moeten erkennen, dat zij in liefde voor land en volk, in algeheele zelf- opoffering, een zoo zeldzaam voorbeeld heeft gegeven, dat weinig vrouwen uit ons vorsten huis met haar te vergelijken zijn. Op heden den zeventigsten verjaardag van H. M. Koningin Emma willen wij niet nalaten mede te getuigen hoe. deze vor- stin in de harten van tallooze landgenooten een plaats van groote beteekenis heeft inge- nomen. Allereerst laten wij hier een kort overzicht van haar jeugd volgen. In het s.lot te Arolsen woonde de vorst van WaldeckPyrmont met zijn vrouw, vijf dochters en een zoon. Arolsen was een aardig ouderwetsch plaatsje en het slot was een mooi gebouw, waar de vreugde der kinderen slechts getem- perd werd doordat de vorstin vaak lijdende was. Een van de meisjes, de twintigjarige Em ma, die bekend stond om haar eenvoud en in- telligentie, was de uitverkorene om als twee- de vrouw van Willem III Koningin van Ne derland te worden. Niemand weet wat er in het hart van de prinses is omgegaan toen zij haar onbezorgden meisjestijd zoo plotseling zag afgebroken, maar zeker is, dat, toen zij op 20-jarigen leeftijd met den veel ouderen Koning in den echt werd verbonden, zij voor zich de gelofte had afgelegd niet alleen een trouwe gade, een goede moeder, maar ook een vorstin te zullen zijn, die haar geheele leven in dienst van haar volk zou stellen en al haar persoonlijke wenschen terzijde zou stellen om haar gedachten en daden uitsluitend aan haar gezin en haar volk ten goede te doen komen. Zij wist wat haar hier wachtte. Onder het bestuur van Willem III, die van 1849 tot 1890 geregeerd heeft, heeft het Oranjehuis een moeilijken tijd doorgemaakt. Prins Maurits Alexander overfeed in 1850, Prins Willem in 1872 en toen bleef den ouden vorst nog slechts Prins Alexander over, wiens zwakke gezondheid niet veel hoop liet, dat hij eens de teugels van het bewind zou kunnen overnemen. Ijb dim tijd, op 7 Januari 1879, is Emma van Waldeck—Pyrmont Koningin van Ne derland geworden. Zij heeft de latere levensjaren van den Koning tot blijde en zonnige gemafckt, zij heeft hem al haar liefde en toewijding gege ven waarvoor hij herhaald-elijk zijn hartelij- ken en inriigen dank betuigd heeft. En toen in 1884 Prins Alexander is gestor ven, toen het scheen alsof de laatste zware storm den Oranjeboom geveld had, toen was er Goddank nog een vierjarig prinsesje, dat door groote liefde en nauwlettende zorg tot de vrouw zou worden waarlangs de stam- boom der Oranjes een nieuwe toekomst tege- moet zou kunnen gaan. „Is dan ons koningshuis uitgestorven?", vroeg Domine Van Koetsveld in zijn lijkrede toen de grijze koning op 23 November 1890 was gestorven. „Goddank", kon hij er zelf op antwoorden, „niet geheel. Wat in een hoogeren zin de profeet van Davids huis zeide, is ook op het onze van toepassing: een Rijske zal voort- komen uit den afgehouwen stam en een scheut uit zijn wortel zal vrucht dragen. Ons bl-ijft de jeugdige Koningin, als prinses reeds de oogappel van ons volk, dat nu met dubbe- len nadruk bidt: God, bewaar en leid haar aan de hand eener vrome en wijze Moeder, dat eens de spruit een boom worde als vroe- ger en troost en sterk beiden in deze droeve dagen." Toen is de tweede periode van het leven dezer vorstin aangebroken. ■Als voogdes over haar minderjarige docb ter rustte op haar de zware taak het land te regeeren. In een proclamatie sprak zij op 24 Novem ber 1890 tot het volk: „Moge de Almachtige God de gebeden verhooren, die tot Hem opgezonden worden voor onze Koningin Wilhelmina; Hij neme Haar onder Zijn heilige hoed'e en bescher- ming. Krachtens de Wet ben Ik gedurende Hare minderjarigheid geroepen als Regentes van het Koninkrijk het Koninklijk gezag voor Haar waar te nemen. Vertrouwende op Hem, in wiens hand het lot is der Vorsten en Volkeren, neem Ik de MiJ toevertrouwde regeeringstaak op Mij met de bede, dat hare vervulling in alien deele moge strekken tot heil van Land en Volk en tot be vestiging van het Koninkrijk". Hoe voorbeeldig heeft zij haar taak tot het einde toe vervuld. In den moeilijken tijd van den strijd om de kieswet, in den tijd van Kamerontbinding, in een tijd waarin vier ministeries optraden, waarin de Lombokexpeditie en de moeilijk- heden met Atjeh vielen, heeft zij met groote bedachtzaamheid en wiis overleg «eregeerd en door haar optreden de liefde en ding van gansch ons volk verworven, In die jeugdjaren der prinses heeft zij ook het wat verwaarloosde contact tusschen het Oranjehuis en het volk hersteld door met haar dochtertje alle deelen van ons land te bezoeken en de ouderen zullen zich herinne- ren hoe het prinsesje en haar Moeder overal met enthousiasme werden ingehaald en hoe sterk weldra weer de band tusschen vorst en volk is geworden. Zij, de vreemde, de Duitsche, met wantrou- wen ontvangen, was in weinige jaren door haar aanpassingsvermogen een der meest ge- liefden van het Oranjehuis geworden, zij heeft den band versterkt, die zoo hecht is ge worden, dat ons land in den storm der revo- luties volkomen onaangetast is gebleven. Wij behoeven hier niet uitvoerig aan haar taak als Moeder te herinneren. Met de uiterste zorg heeft Koningin Emma haar dochtertje opgevoed, zij heeft door haar groote liefde haar kind niet alleen een blijde en onbezorgde jeugd gegeven, maar daar- naast er voor zorg gedragen, dat de prinses door veelomvattend onderwijs en niet minder door den invloed van karaktervolle mannen en vrouwen waarmede haar Moeder haar heeft omgeven, ten voile voorbereid werd voor de moeilijke regeeringstaak, welke haar als toekomstig Koningin wachtte. Totdat in 1898 de taak van Koningin Em- ma als voogdes en regentes een einde heeft genomen. Op 30 Augustus 1898 was in alle gem een ten van ons vaderland de volgende procla matie aangeplakt. Landgenooten! De taak, die Mij in 1890 werd toever- trouwd, is weldra geeindigd. Mij valt het onwaardeerbare voorrecht ten deel, Mijne beminde Dochter den leeftijd te zien bereiken, waarop zij naar het voorschrift der Grondwet tot de Regeering wordt geroe pen. In de dagen van smart en rouw trad ik op als Regentes van net Koninkrijk, thans schaart zich het geheele Volk in vreugde om den troon zijner jonge Koningin. God heeft mij in deze jaren gesteund, Mijn dierbaarste wensch is vervuld. Aan allien, die Mij met raad en daad ter zijde hebben gestaan en die mij gesteund heb ben door hunne liefde en gehechtheid, breng ik Mijnen dank. Moge het ons land met zijne Bezittingen Kolonien onder de regeering van Ko- en ningin Wilhelmina wel gaan! Het zij groot in alles, waarin ook een klein volk groot kan zijn! Ik treed af van de hooge plaats, die ik In ons Staatswezen heb bekleed, met den diepge- voelden wensch, dat op Koningin en volk, door de nauwste banden vereenigd, Gods ze gen blijve rusten." Wij zullen in dit artikel niet nagaan hoe die bede vervuld is geworden. Wij blijven op dezen gedenkdag bij de le^ vensgeschiedenis van de vorstin, die vanaf de kroning van hare dochter tot Koningin van Nederland bescheiden terug is getreden en haar taak zoo wel heeft begrepen, dat zij nimmermeer gepoogd heeft, op het bestuur van land en volk eenigen invloed uit te oefenen. Haar taak als regeerend vorstin was vol bracht. Nu ving de derde periode van haar welbe- steed leven aan, de ambtelooze periode waar in zij met voldoening op haar werk kon terug zien en waarin zij, geeerd en bemind door het dankbare volk, in welks hart zij zich voor goed een plaats had veroverd, haar leven naar eigen keuze zou kunnen inrichten. Het typeert de geheele persoonlijkheid van deze hoogstaande vrouw, dat zij in haar p~~ ticuliere leven, hoe bescheiden zij zich ook den achtergrond houdt, steeds den natuurlij- ken aandrang volgt zwakken en lijdenden te helpen, troost en huilp te brengen aan alien, die door ziekte en ellende zijn getroffen. Als hulde aan haar regentschap en moe^ derschap heeft het Nederlandsche volk aan Koningin Emma bij haar aftreden als regen tes een som van 300.000 aangeboden en in een daarbij behoorend album teekenden 12000 commissieleden hun naam en komen 1000 gekleurde wapens voor van provmcien en gemeenten van ons land. Overal werden straten en pleinen naar deze koningsvrouwe genoemd en zij zelf zette de kroon op haar werk door een aaad, die duizenden ongelukkigen ten zegen zou wor den. Het in 1881 door Willem III aangekochte lustslot Oranje-Nassau-oord kwam ter be- schikking van Koningin Emma en zij schonk het als eerste sanatorium voor longlijders in ons land aan het volk. Het huldeblijk van 300.000 werd daarbij voor de inrichting van dit sanatorium afge- dragen In dit teeken van belangstelling en mede lijden met alles wat ten onder dreigt te gaan, zien wij het verdere leven van deze edele vrouwe. Haar groote liefde voor bloemen doet haar steeds haar belangstelling toonen voor alles, y/at er in hare tuinen en kassea gekweekt wordt. En het mooiste wat daar bij is wordt zorgvuldig gesorteerd en meegenotnen bij rare tallooze bezoeken aan ziekenhuizen en sanatoria, waar zij voor alle lijders een vrien- delijk woord heeft en persoonlijk hare liefste bloemen uitdeelt. Nooit heeft men tevergeefs een beroep op laar liefdadigheid gedaan, altijd was zij be- reid ongelukkigen voort te helpen en waar zij tevens groote bewondering voor goede kunsr, voor tooneel en muziek heeft, was zij ook steeds bereid jonge kunstenaars in moeilijke tijcien te steunen, opdat nieuw levensgeluk hun de scheppende kracht zou hergeven. Hoe zij door haar voorbeeldig leven de lief de van haar volk heeft verworven moge uit enkele citaten blijken. „Naar het oogenblik", zegt D. Hans in zijn werkje Prinses Juliana, „dat de Hollandscne klokken beiveren en de Hollandsche torens zingen, omdat de Prinses van Oranje acht- tien jaar geworden is, gaan veler gedachten ook naar de Grootmoeder uit. Naar de Grootmoeder, die als jonge en vreemde prinses in Holland gekomen, haar Dochter, onze tegenwoorcHge Koningin, heeft opgevoed-met de zorgen van een onvol- prezen innigheid en daardoor het hart van ons volk won". „Als Voogdes-Regentes", zegt G. G. van As in zijn jubileumboekje Zilver op Oranje, „nam Koningin Emma de verantwoordelijk- heid voor de verdere opvoeding der koningin en de regeering des lands op zich. Het een zoowel als het andere deed zij voortreffelijk en het volk beminde de Koningin-Regentes zooals het een Koningin uit het oude stam- huis der Oranjes zou bemind hebben. Overal in den lande vindt men nog herinneringen aan dien gezegenden tijd: hospitalen, scholen en kerken, straten en pleinen zijn naar de Regentes genoemd en monumenten zijn haai ter eere opgericht om ons volk nimmer te doen vergeten welk een voortreffelijke Moeder, vvclk een toegewijde Regeerster zij is geweest. I:n er is zeker voor die zoo beminde Vrouwe geen heerlijker voldoening dan te zien hoe die opvoeding gezegend is in de niet minder voor treffelijke Dochter." „Waar wij in 1923 feest vieren", zegt J. C. de Koning in zijn gedenkboek De Klokken luiden, „nu onze Koningin haar zilveren re- geeringsjubileum viert, willen we met dank- baarheid terug denken aan Haar hoeggeeer. de Moeder, aan de onschatbare diensten, die Zij aan ons volk bewees. Bovenal huldigen wij Haar, omdat Zij zulk een trouwe, liefde- voile Moeder is geweest voor onze Vorstin!" En in zijn werk Nederland en de Indi'en In de laatste kwart eeuw, schrijft Dr. C. te Lintum: ,,deze koningsvrouwe is inderdaad een heerlijke verschijning in onze geschiede nis geworden; we kunnen het gerust zeggen zonder eenige vrees voor tegenspraak. Zij bracht in al haar eenvoud als prinses uit een klein vorstenhuis, de schoonste eigenschappen mee, die een vrouw kon bezitten, in de etrste plaats de groote Liefde, 't „euwig weibiiche en verder een buitengewone takt, een onuit- puttelijk geduld, een ruim verstand en een warme belangstelling voor alles en alien. Door de meesten met weinig verwachtmg, door velen met wantrouwen ontvangen, ver- overde zij weldra de harten van degenen, die haar ontmoetten en de faam van haar bemin- nelijkheid en lieftalligheid ging weldra door het land. Als Koningin-Regentes is haar fijne takt nog meer uitgekomen, die takt, die wel de al lernoodigste eigenschap der constituticneele vorsten mag heeten, en in de vele politieke en andere veranderingen van die dagen is haar persoon nooit op eenige wijze, bedekt of open- lijk, aangevallen. Hoe deze hooge en edele vrouwe tegelijkertijd is blijven zorgen voor de voltooiing der opvoeding van hare doch ter en daarvoor geen moeite ontvang, is alge- meen genoeg bekend. Wij, Hollanders, cri- tiseeren liever dan dat wij prijzen, maar wij kennen ook een spreuk, die zegt „eere, wien eere toekomt". En wanneer die ergens toepas- selijk is, dan is ze het hier; deze vrouw is een bijzondere vrouw, zooals Nederland er zelden een gezien heeft." Wij behoeven niet verder te citeeren want in alle werk-en, die de geschiedenis van ons Oranjehuis bespreken komt de figuur van Koningin Emma als die van een bijzonder hoogstaande vrouw naar voren. En het is een voorrecht, een groot voor recht, dat haar leven tot dusvere gespaard is gebleven en dat zij, naast hare dochter en kleindochter, nog altijd haar liefde voor haar volk kan toonen in het stille zegenrijke werk, waartoe zij zich door edelen innerlijken dtang geroepen voelt. De Koningsvrouwe, die heden haar zeven tigsten verjaardag viert, kan overtuigd zijn, dat geheel ons volk in groote dankbaarheid erkent, dat haar gansche leven een voorbeelc van plichtsbetracnting en zelfopoffering is geweest, dat zij zich Vrouw in de edelste be teekenis van het woord getoond heeft. Gezegend is zij, die door haar zegenryken arbeid de liefde van ons volk tot in bcogen ouderdom heeft mogen behouden 2 AUGUSTUS Groote Tnrnflemonstratie van de Zwitsersche Olympische afd. Voorziet U van kaarten. Vrijdag en Zaterdag van 12--3 uur Harmonie. CHINA. De nieuwe regeering in China. De onderhandelingen der Nation®- Ustische regeering met Amerika. Hoewel de burgeroorlog in China tot het verleden schijnt te behooren en met een overwinning van de Nationalisten ge eindigd is, hebben de overwinnaars nog geen algeheele voldoening van hun succes. Welis- waar zijn z-e in hun eigen land de baas, maar daarmee is nog niet alles bereikt. Zoo zoekt de nieuwe regeering nog steeds (tot verhooging van haar prestige in het binnen- land) in de eerste plaats naar de gelijkstel ling met het buitenland. De nieuwe regee ring schijnt te meenen, dat eerst het weg- nemen van de vernederings-tractaten de Nati onalisten in de oogen van het verdere land de erkenning zal gev-en, waarop zij meenen recht te mogen hebben. Nauwelijk-s hebben d-e Vereenigde Staten van Amerika hun een vinger toegestoken, door zich bereid te verklaren op voet van gelijkheid te- onderhandelen over een nieuw tarieftractaat, of zij v-erzoeken, na de onder- teekening van dit verdrag, dat China's auto- nomie aithans op dit gebied erkent, ook te onderhandelen over een veel verdergaand verdrag. Een Reuter-bericht meldde tenminste gis- teren, dat de Nationalistische regeering aan d-e Vereenigde Staten heeft voorgesteld, on derhandelingen aan te knoopen over een ver drag, waarbij de nog hangende kwesties worden ger-egeld en Amerika afziet van zijn exterritorale rech-ten, doch dat men het on- waarschijnlijk acht, dat Amerika in laatst- genoemd punt zou toestemmen. Een W. B.-bericht meldt nader uit Wash ington, dat verscheidene Amerikaansch-e bla- den er bij Kellog op aandringen, aan het verlangen van de regeering te Nanking om af te zien van de Amerikaansche exterritoriale rechten in China te voldoen. Eenige dezer bladen wijzen er op, dat dit een uitgezochte gel-egenheid is om door versterking van Amerika's handelspositie in het Verre Oos- ten, aan Groot-Brittannie den loef af te snijden. Men b-etwijfelt echter, of de Ameri kaansche regeering bereid zal zijn, de Ame rikaansche onderdanen aan de Chineesche jurisdictie over te laten en men schijnt eerder geneigd, Chamberlains voorzichtige politiek van afwachten te volgen. Er wordt n.l. op gewezen, dat de kwestie der exterritorialiteit iets heel anders is dan die van het tariefver- drag, dat zich slechts op economisch gebied beweegt, en dat aan het opgeven van de ex territoriale rechten de instelling van een modern stelsel van rechtspraak in China dient vooraf te gaan. Hiermee komt men op een netelig punt. Niet geheel ten onrechte pl-eegt men in het toestaan van exterritoriale rechten aan vreemdelingen een erkenning van Nationale minderwaardigh-eid te zien Een land met een herleefd nationaal b-ewustzijn kan zoo'n toestand niet meer duld-en. Turkije gaf hier een voorbeeld van, en het nationalistische China denkt er net zoo over. De toestanden zijn echter niet gelijk. Turkije beloofde orde en modernisatie en bracht het tot stand. Het Nationalisme in China is voor velen evenwel een dekmantel- tje, om het oude spelletje van roof- en uit- persing voort te z-etten. De orde beteekent veelal stilstand, de modernisatie vreemde- lingenhaat. Onder die omstandigheden kan geen land er over denken de speciale bescher- ming, die het zijn burgers dank zij de exterri toriale rechten kan aanbieden, te laten varen. „Het wordt onwaarschijnlijk geacht, dat de Ver. Staten hierin zullen toestemmen", seint Reuter lakoniek. Intusschen kunnen de an dere landen, dit met leedwez-en Amerika's hoff-elijkheid jegens de nationalistische schoone hebben aanschouwd, in hun vuistje lachen. Als de Vereenigde Staten den pas moeten markeeren, bestaat er gelegenheid hen in te hal-en en intusschen kan men dan meteen afwachten hoe Japan, dat op den reactionairen vleugel tot haantje de voorste spelen gedwongen is, daar de kastanjes uit het vuur zal halen. Het jonge China zelf is dan tevens in de gelegenheid te toonen of het inderdaad op weg is een moderne staat te worden of weer in de zonden van het oude rijk zal vervallen Daarvan alleen zal op den duur de behandeling afhangen, die het van andere landen ondergaat. Ziet ge muggen, lang van poot, 'Aarzelt met maar. slaat ze dooi. ALRMAARSCHE OODRANT HnMNiMH

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 1