De roman van maarschalk Pilsoedski. Plaimveeteelt. In en om de hoofdstad. ccc. Zw. 14 sch. op: 4, 6/9, 11, 12, 16, 18, 19, 20, 23, 25, 26. W. 14 sch. op: 27, 29, 33/37, 39/42, 45, 46, 48. Zooals do heer v Engelen aangaf, had wit hier kunnen winnen door: 11. 21—22 1. 18 27 2. 29 18 2. 12 23 3. 37—31 3 26 :37 4. 41 21 4. 16 :27 5. 36—31' 5. 27 :36 6. 33-28 6. 23 32 7. 46-41 7. 36 38 8. 39—33 8. 38 :29 9. 34: 1! Een schitterende damzet. („Haarl Dag- blad".) Ook de volgende combinatie is interes- eant. Zw. 13 sch. op: 2, 7, 11, 13, 14, 16/20, 22, 23, 26. W. 10 sch. op: 25, 27, 31, 32, 33, 38, 41, 42, 43, 48. Wit speelt: 1. 33—28! 1. 26 :46 2. 43—39 2. 22 44 3. 48—43 3. 46 23 4. 27—22 4. 18 27 5. 43—39 5. 44 33 6. 38: 9 6. 14: 3 7. 25:1! ,Ter oplossing voor doze week: t Probleem 1031 van J. Bourquin (Zw.) Zw. 16 sch. op: 3, 6, 7, 8, 10, 13, 14, '16/21, 23, 24, 30. W. 16 sch. op: 26, 28, 31, 32, 33, 35, 37, 38, 39, 42, 44, 45, 47/50. Voor hen, die het volgende fraaie eindspel nog niet kennen, geven wij dit eveneens ter oplossing. S t a nd Zw. 2 sch. op 26 en 39. W. 2 sch. op 27 en 36, witte dam op 32. Wit speelt en wint. Tn onze volgende rubriek volgen van bei- <!e opgaven de oplossingen. Minister van Oorlog in Polen door ANATOLE DE MONZIE, Senator, oud-minister. Ik moet mij sterk vergissen, of de jongste ge- beurtenissen in Polen kunnen slechts verklaard worden uit de begeerte om een democratische discipline in dienst te stellen van de grootheid van Polen. De loopbaan van maarschalk Pil- soedski zouden wij kunnen vergelijken met sommige van de „Levens van beroemde man- nen" van Plutarchus, waar de schilderachtig- heid der feiten niet in staat is om de grootheid van ziel en verstand te verdoezelen. Deze veteraan is nog geen zestig jaren oud Evenals George Clemenceau student in de medicijnen, was hij, gelijk deze, reeds een strijder op den leeftijd, waarop men gewoon- lijk zijn eerste examen aflegt. Twintig jaar oud is hij aangesloten bij de socialistische partij te Wilna. Zijn broeder Bronislas en hij doen met aan het eerste complot, dat hun wordt voorgesteld. In Siberie, waarheen hij voor vijf jaar wordt gezonden, leert hij het slreven van Rusland doorgrondenin verban- ning maakt hij zich de lessen van Tolstoi en Herz-en eigen. De inteliectueele elite, waarmee hij omgaat, eerst in Wilna, daarna in War- schau, voldoet niet aan zijn smaak; hij acht ze niet in staat tot stoutmoedigheid. Hij sluit zich bij het volk aan en laat zich leiden door het socialisme of lievcr: hij leidt het. Er mce- ten resultaten komen. Dat is zijn stelregel. Toen hij plannen maakte vocr den befaam- den aanslag van Berdany, die hem in 1904 de beschikking over de kas van een gcuverne- ment zou geven, maakte hij zjjn testament met het oog op de waarschijnlijkheid van mis- lukk ng en dood. „Ik verzoek mijn levensbeschrijvers mij niet voor te stellen als een onnoozele of sentimen- teele soldaai, die zich ter wille van de mensch- heid laat kruisigen of ids dergelijk,. Ik wor- stel op leven en dood, omdat hc-t mij onmoge lijk is te leven in de modderpoel van het tegen- woordige leven." Vol gens dit waaghalzerig programma stichtte, drukte en verspreidde hij de „Rabot- nik", het orgaan van de Poolsche socialisti sche partij. Welk een leven moet zoo'n geducht opstan- de'ing geleid hebben, onder zijn aangenomen namen voortdurend nagespoord, voorzien van v.tlsche passen, die hij telkens vernieuwde, veroordeeM tot eenzaamheid, wanneer hij niet in de gevangenis zat, tcrwijl hij ondanks deze vervolgsng door de pohtie, in zes jaar 35 nummers de ,,Rabotnib" uitgaf, terwijl hij bij ••wfei' nummer moest a.ooten, dat een prijs op zijn hoofd was gesteia; 1900 gearres- teeru, opgesloten in de Bastille van War schau en het schavot slechts ontkomend door krankzinnigheid voor te wenden. Hij ontsnap- te in vermomming naar Londen, waar niet naar hem geluisterd werd toen hij het komen van een wereldoorlog aankondigde, een voor- spelling die het Westen niet alarmeerde en waarvan het zich niets aantrok. De internationalisten zijn er, na getracht te hebben de Poolsche socialisten te verdrin- gen van de inter-nationale congressen, gedu- rende de Russische revolutie in geslaagd, deze partij te sp-litsen; het -grootste deel van de partij sluit zich op het congres van Zakopane aan bij de Poolsche bolsjewiki: Radek. Dersjinsky en Unschlicht, die zich tegen de onafhankelijkheid van Polen verkla- ren. Pilsoedski bemerkt, dat zijn ideaal verra- den is en besluit het werktuig, dat hij zelf ge- smeed heeft, te vemietigen; liever dan zijn ideaal, verlaat hij zijn partij en alleen, of mis- schien met een ihandje vol intellecfueelen, zon der geld, zonder steun, een socialist die ge- smaad wordt door de socialisten, een patriot verdacht bij de patriotten, begint hij de ge- heime militie te formeeren, waaruit te zijner tijd het nationale leger zou ontstaan. Den 6en Augustus 1914 begint zijn politieke loopbaan. Achtereenvolgens zal hij strijden tegen Rusland en aan Duitschland weerstand bieden. Hij vecht om omver te haten. Als Rus land neergeveld is en de Poolsche onafhanke- lijkh id is geproclameerd door de centrale rijken, wordt Pilsoedski aangezocht zijn troe- pen in te laten lijven bij het Oostenrijksch- Duitsche leger. Wanneer hij1 het aanneemt zal hij commandant worden van een machtig leger, dat zal meded'eelen in de resultaten van t'.n te wachten overwinnitlg. Als hij wei- gert, wacht hem de kerker. Hij weigert en geeft de voorkeur aan de gevangenis van Maagdenburg boven de belofte van den kei- zer. Duitschland, dat hem niet tot medeplich- rige had kunnen maken, maakte hem tot ge- vangene Maar vanuit zijn eel gaat de volks- leider voort de duizenden te inspireeren, wier ziel hij vervuld heeft van zijn idealen; den litcn Januari 1919 zal op zijn orders de Poolsche opstand uitbreken in den vorm van een Poo'schen vesper, maar de overwinning van de geallietrden maakt dat laatste offer van moed er. bloed overbodig. Den Hien November 1918 verlaat hij zijn gevangenis; hij verjaagt de Duitschers uit Warschau en biedt het hoofd aan alle wan- ordelijkheden, die zich voordoen door de be- smetting van het bolsjewisme. Anarchie en honger regeeren in Warschau. De Polen wa- ren sinds 150 jaar gescheiden geweest, hun cultuur was verscihillend, hun belangen liepen uiteen, zij haden bloot gestaan aan tegen- strijdige invloeden, en niettegenstaande hun gemeenschappelijke spraak, behoorden zij tot verschillende beschavingen. Het ging er nu om, hen zoo goed mogelijk weer tot een fami- lie te vereeniging. De veldheer ontpopte zich nu als organisator. Hij redt Polen en schept tegelijk den Poolschen staat weer. Hij redt het met de wapenen en organiseert het met wetten. Zijn belooning is zijn verkiezing als staats- hoofd door den Poolschen landdag, die in Februari 1919 weer samenkomt, voor het eerc: na acht en tachtig jaar. Deze verkiezing en de annexatie van Wilna, i zijn geboortestad, die hij inlijft bij de Pool sche gemeenschap, bevestigen den roem van zijn r:aam; het zou hem mogelijk geweest zijn het toppunt van zijn macht te bestendigen Om dictator te worden, had hij slechts het principe der dictatuur behoeven aan te nemen Maar hij1 neemt slechts die macht aan, die onontbeerlijk is ter handhaving van het vader- land. Want voortaan is Polen vrij, maar in 1922 niet meer eendrachtig zooals het in 1918 geweest was. Pilsoedski, het staatshcofd, is afgedaald tot den rang van partijhoofd. Zijn populari- teit heeft hij verloren, hij wordt gehoond als een afgeschafte afgod en door zijn verstokte tegeristanders voorgesteld een Don Qui- chotte. Voortdurende plagerijen verjagen hem van de hoofdstad, die hij gered heeft. Hij is ge- noodzaakt zijn toevlucht te zoeken in 't huis in de voorstad, dat zijn troepen uit pieteit voor hem hebben doen bouwen en hij stelt zich te- vreden met de teerderheid van de kinderen, tot wie zijn eigenaardig peinzend veroveraarsge- zicht zich overbuigt. Soms verbreekt een bit- tere tirade de stilte van de ballingschap, ver- raadt zijn ingehouden onstuimigheid en hij uit zijn bitterheid in een verwensching. Maar het volk heeft zooals het in alle democratien gaat, er voorloopig genoeg van om te hooren spre- ken van den rechtvaardige en om hem te hoo ren spreken. Men geeft zich over aan de ge- noegens van het parlementair debat, terwijl Pilsoedski, een binnenlandsche balling, in zijn hart resten verzameit van zijn vervlogen droom. Maar plotseling, op een Meidag in 1926, is de alleenstaande man weer baas geworden Onder kanongebulder keert hij terug in de Belvedere, het paleis dat hij als staatshoofd bewoond had. Geen militaire putsch, maar een instinctieve beweging brengt hem weer tot de hoogste macht. De voorbereidingen tot den burgeroorlog loopen op niets uit. De tegen- stand is gebroken, voor die het hoofd heeft op- gestoken; met enthousiasme sluit het volk zich bij hem aan en blijft hem toegewijd. De intocht van Pilsoedski is zegevierender dan de opmarsch van Mussolini naar Rome. Het is meer een redding die gevierd werd dan een bevrijding. In een paar weken betaalt het volk zijn achterstallige schuld in dankbaarheid aan hem, dien het eerst had gehuldigd en daarna verguisd. Een gebpurtenis zonder pre cedent na een tijdsverloop van acht jaar. Pilsoedski is weer in de positie van een dic tator; voor de tweede maal behoeft hij maar te willen om onbetwist dictator te zijn van een land, dat zich zonder voorbehoud aan hem toevertrouwt. Ondertusschen is de wereld ge- wend aan deze machtsvereenvoudiging. De vrijheid schijnt in Polen niet best gelukt te zijn en het pariementarisme is daar, even als elders, in zijn groeistuipen. Hij behoeft maar te willen; men staat klaar om hem toe te juichen. Neen, antwoordt Pilsoedski. Ik heb de keus om de dictatuur te proclameeren of mij' aan de wet te houden. Ik heb den tweeden weg ge- kozen. Zonder twijfel heb i'k veler hoop teleur- gesteld; ik heb het met opzet gedaan om Po len de gewoonte af te leeren alles aan een man te vragen en hem tegelijk alien steun te weigeren. Dat Pilsoedski, redder van Polen en op- nieuw zijn meester, met quasi-eensfemmig- heid der kiezers gekozen tot president der republiek, de dictatuur weigerde en afstand deed van het presidentschap en zich tevreden stelde met minister van Oorlog te zijn in een regeering der nationale Unie, was wel het vol- ledigste en gewaagdste bewijs van trouw aan de democratie. Maar ook zal er nooit een beslissender proefneming gewaagd zijn om het parlemen- taire stelsel te doen herleven. Doch in ons hart stellen wij nog minder belang in het resultaat van een dergelijke proefneming dan in het verbijsterend epos, dat het leven van den soldaat-burger vormt Gevangenis en verbanning, voortdurende samenzwering en worsteling, triumf in de overwinning, haat in den triumf, onbillijkheid bij den haat, het zich terugtrekken dat een herhaling van de verbanning was, een leven van ontbering volgend op een leven van ellen- de, en dan opnieuw de toejuichingen der menigte, de volledige macht, en de vrijwillige afstand. Met minder gebeurtenissen vulde de oud- heid een Titanenbestaan. P 1 u i m v e e t e e 11. Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen door de abonne's worden gezonden aan Dr. te Hennepe, Diergaarde- singel 96a, Rotterdam. Postzegel voor ant- woord insluiten en blad vermelden. EENDENHOUDERIJ. i Zooals ik uitgelegd heb berust een groot deel van het succes van den eendenhouder op het feit of hij goede eenden heeft van een goed fokker en of hij zelf goede eenden weet te fokken. Waarop berust nu het geheim 'van den fok ker? Enkel en alleen op het controleeren der legcapaciteit der eenden. Men moet geen eenden of woerden fokken van dieren waar van men de productie niet kent en waarvan deze productie niet goed is. Hoe controleeren wij eenden op den leg? Dit gaat heel anders dan met kippen. Kip- pen leggen overdag en zijn gauw gewend als zij leggen moeten in de z.g. valnesten te gaan. Dat zijn legnesten waarvan de ingang van een soort valklep voorzien is. Zoodra de kip er in is valt het deurtje dicht en het dier blijft in het kleine hokje rustig zitten tot het door den oppasser t?vrijd wordt. Deze pakt de kip beet, noteert haar nummer op de leg- lijst die meestal naast het vainest hangt en de zaak is afgeloopen. Als men in een kippen- hok per 4 kippen een vainest heeft kan men hiermede meestal volstaan. Alleen moet men vooral in den legtijd voortdurend de hokken doorloopen om de kippen die gelegd hebben te bevrijden en zoodoenae de andere kippen weer gelegenheid te geven om te gaan leggen. De eend legt echter's morgens vroeg of 's nachts en de eend zoekt over het algemeen geen bepaald legnest op. Heel vaak laat zij gewoon haar ei valien waar ze toevallig staat en als zij de leans zien leggen de eenden gewoon in het water. Verder is een eend ab- soluut niet op een klein hokje gesteld en zal daarin zich zeer weinig op haar gemak ge- voelen, terwijl juist een eend, die aan den leg is, zeer rustig gehouden moet worden, an ders raakt zij gauw van dens leg af. Vandaar dat men voor eenden een heel ander systeem toepast, dat er feitelijk op neer komt dat iede- re eend haar eigen nachthok heeft. Ik heb dat systeem eenige jaren in Engeland bestudeerd en eenigszins gewijzigd in Holland gepro-' beerd en thans een bepaald systeem uitge- werkt dat mij uitstekend bevalt. Tevens blijkt daaruit dat d;e omstandigheden in Engeland weer anders zijn dan in ons land Per eend neem ik een hokruimte van 40 c.M. breed bij 1 M. diep en 50 c.M. hoog. Ik bouw 5 van die hokjes naast elkaar en krijg dus een soort plat hok van 5 maal 40 c.M. is 2 M. lang en 1 M. diep. Het dak is van het zadeldaktype d. w. z. in het midden hooger dan aan de zijkanten. De nok van dit dak wordt gevormd door een balk van ongeveer 3 c.M. dik en 10 c.M. breed. Daaraan zijn de af'hellende zijvlakken van het dak met ste- vige scharnieren bevestigd, zoodat ik ze ge- makkelijk op kan slaan om het hok schoon te maken. Deze schuine zijvlakken steken over den rand van het hok uit om inregenen te be- letten. Het geraamte van het hokje zit ineen met z.g. windhaken en de bodem bestaat uit fijn gaas, zoodat er van onderen geen ratten in kunnen komen. Aan voor- en achterwand bevinden zich aan de binnenvlakte glijlatten waartusschen ik de 4 tusschenschotten laat zakken. Deze tusschenschotten zijn niets dan eenvoudige rechthoeken van 1 M. lang en 50 c.M. hoog, bespannen met gaas. Laat ik deze dus in het hok schuiven dan heb ik direct een hok met 5 afdeelingen. Het voorfront van dit controlenest heeft bij bike afdeeling een val- deurtje. Deze zijn van een andere construc- tie dan die van kippenvalnesten omdat een den, net als ratten als het ware door een ope ning been sluipen en trachten met hun rug het valdeurtje niet aan te raken. Vandaar dat het valdeurmechanisme bestaat uit een paar stevige ijzerdraden waarin het valdeurtje hangt. Loopt de eend naar binnen dan duwt zij deze ijzerdraden die ongeveer 6 c.M. van elkaar zitten eerst naar binnen en daardoor raakt het valdeurtje los en valt omlaag. Zoo sluit dus de eend zichzelf in haar nachthok dat tevens controlehok is. Nu is aan den anderen kant een groote klep gemaakt, die op den onderrand van het hok scharnieren kan. Laat ik dus den volgenden morgen deze kfep neer, dan stapt de eend gewoon uit haar hokje weer naar buiten. Nu doen zich ver schillende problemen voor die altveer gemak- keliik opgelost worden. Ten eerste is dit geheele controle-nachfhok met windhaakjes in elkaar gezet en ik stel het dan ook in 5 minuten op of breek het af en pak het in. Vroeger had ik alleen de eene helft bedekt en hield de andere open, zooals dat ook in Engeland gebeurt. Daardoor re- gende het echter sterk in en 's winters sneeuwde het er in en niets is slechter voor een eend dan nat strooisel's nachts. Een eend kan heel goed den geheelen nacht in het water of natte modder ploeteren maar 's nachts moet zij droog in het hok zitten. Droge sneeuw hindert haar ook niets om op te zitten, maar natte sneeuw deugt niet. Van daar dat mijn legresultaten belangrijk geste- gen zijn zoodra ik het open Engelsche model verving door't mijne, dat van boven dicht is. De tweede verandering die ik aanbracht was de volgende. In Engeland vindt men dat ae tijd van 's winters ongeveer 4 uur tot 's morgens 9 uur veel te lang is voor een eend om zonder voedsel of water te zitten. Men brengt daarom aan den voorkant van het hok bij elke afdeeling een breede spleet aan en zet daar's morgens om 6 uur een bak water en voer voor, zoodat de eend kan eten. Dit is echter een geweldige last voor het per- soneel, nog afgezien van het feit dat de een den hun nachthok vies maken met het water en het voer. Ik probeerde daarom of het niet gaan zou zonder voeren en jawel, het ging uitstekend. Ik kreeg van ben eend met dit systeem in 1 jaar 329 eieren. Direct daarop schafte ik dus het aparte voeren 's morgens vroeg af en bleef uitstekende resultaten hou den. Een ander punt is het volgende. Eenden zijn er niet op gesteld beetgepakt te worden. Men moet ze dus's morgens niet met de han- den pakken om de nummers op de voetringen af te lezen en toch moet men ze kunnen her- kennen. Dit gaat nu weer als volgt. Elke ren van 3 bij ongeveer 9 k 10 Meter heeft een nummer en in elke ren zitten 5 eenden die behalve haar nummerring ook een dikke ge- kleurde ring dragen en wel ieder der 5 eenden een andtere kleur. De ervaring heeft mij ge- leerd dat de kleuren rood, wit, blauw, groen en zwart de beste zijn en na eenige jaren om de beenen gezeten te hebben nog goed zicht- baar zijn. Men moet echter goede soepele manchetringen nemen, die niet verkleuren en die niet bros worden na eenigen tijd. Ik laat de mijne uit Engeland komen waar dit soort ringen veel gebruikt wordt. Zooals gezegd zijn mijn eendenrennen on geveer 3 Meter breed en 10 M. lang. De ge heele bodem is bedekt met een dikke laag mosselendoppen. Deze hebben het groote voordeel dat ze zeer poreus zijn waar alle vuil direct in verdwijnt en als het eens flink regent is alles weer prachtig schoon. Aan het eene einde in de ren staat de voerbak en de drinkbak, aan het andere einde staat on geveer 70 c.M. van het gaas af het con trolenest. Dit staat met een zijvlak tegen den zijwand der ren aan, zoodat er dus ter zij de een stuk van 1 M. breed overblijft. Nu worden tegen het vallen van den avond de vatdeurtjes opgezet en staan de eenden meestal te wachten om binnengelaten te wor den. Direct verdwijnen ze in haar hokje en hlijven den geheelen nacht rustig zitten. Men moet de jonge eendjes bijtijds wennen aan deze valnesten, dat is een zeer voornaam punt. Herover de volgende keer meer. DR. TE HENNEPE. Dringend verzoek. Ik verzoek alle lezers in geen geval doode dieren naqr mijn huis te zenden. Alle doode dieren voor onder- zoek moeten gezonden worden naar de Rijks- seruminrichting te Rotterdam. Ik kreeg Za- terdagavond weer een dood exemplaar toe- gezonden in verre staat van ontbinding, zoo dat ik genoodzaakt was het vlug te laten ver dwijnen, zonder het te kunnen onderzoeken. Alle doode dieren naar mijn huis verzonden worden niet onderzocht, alleen als ze naar de Seruminrichting worden gezonden. DR. TE HENNEPE. Onze nieuwe wijken en het verkeersvraagstuk. Het voorstel van B. en W. om in ons tram- wegnet belangrijke wijzigingen aan te bren- gen, die tevens samengaan met eenige veran- deringen in de wijze van exploiteeren, heeft thans het Gemeenteblad in den vorm van een voordracht bereikt. Ik heb er reeds een en an der over medegedeeld, doch acht mij verplicht er nogmaals, nu we de zaak officieel voor ons hebben, op terug te komen. Niet alleen omdat deze voorstellen aanleiding geven tot heel veel buurtgepraat en geschrijf in plaatselijke dagbladen, doch meer nog, omdat in een zoo groote en nog steeds groeiende stad als de onze, de openbare verkeersmiddelen een voor- aanstaande plaats innemen. Het directeur- schap van een tram-, omnibus- en veerponten- wegen als het onze is, is zeker lang niet ge- makkeiijk, zulks omdat degene, die dit ver- keersprobleem te behandelen heeft, niet alleen heeft k rekenen met het heden, doch wel dege- lijk ook met de toekomst, d.w.z. met de uitbrei- ding der stad. Bovendien en die factor is natuurlijk evenmin te onderschatten heeft hij te letten op de belangen der gemeentekas Deze wil uit het bedrijf, bij de steeds stijgende gemeentelijke uitgaven, zooveel mogelijk pro- fijt halen, terwijl aan den anderen kant en die factor geldt in niet geringe mate het publiek, hetwelk veeleischend is geworden in onzen modernen tijd, zoo goedkoop mogelijk vervoerd wenscht te worden en met allerlei particuliere belangetjes komt aandragen. Aan deze laatsten kan een tramdirecteur zeker niet ten voile voldoen, maar toch dient hij er. zoo veel mogelijk rekening mede te houden, al was het alleen reeds door het feit, dat het rijwiel in ons land van zo6 groote beteekenis is ge worden, dat de concurrentie ervan volstrekt niet te onderschatten is. Ge ziet, dat al deze factoren en ik heb er zelfs nog eenige bui ten dit schrijven gelaten de taak van den genoemden bedrijfsleider werkelijk niet tot een gemakkelijke maken. Voldoet de thans voor ons liggende voordracht nu aan de eischen, die gesteld mogen worden? In hoofdzaak zeker wel. Immers, de bedoeling is om eenige lijnen te verlengen, o.a. den kant naar het Stadion heen; tramlijnen, die er in de drukke weken, welke achter ons liggen, tijdelij'k heen leidden, zullen blijvend worden en een paar nieuwe lijnen zullen zelfs worden aangelegd Daarin ontbreekt er eene naar het stadgedeel- te over het IJdaarheen blijven de twee be- staande omnibus-routes dienst doende omni bus worden met de ponten overgebracht om aan den overkant hun weg te vervolgen, en de vraag heb ik hooren stellen of men niet bij het bouwen der nieuwe ponten, ook daarop rails had kunnen leggen om een doorgaand tramverkeer met den overkant te krijgen; evengoed als men een spoorweg-„ferry"-dienst heeft tusschen Denemarken en Zweden en tus- schen Harwich en Zeebrugge, dan zou men het kringlijntje om het Centraal-Station heb ben kunnen missen. Afgescheiden hiervan is de exploitatie in een staat van overgang. Men wil voor enkele lijnen op aanduitende knooppunten weder overstapjes invoeren, die echter maar een uur geld'ig zullen zijn, een proefneming, die men met belangstelling zal dienen te beschouwen, want blijkt zij doeltreffend1, dan kan zij wel eens leiden tot volledigen terugkeer tot het vroeger gegolden hebbende oyerstap-systeem, daf desiijds zeer populair was. Een gr#oft verbetering zal ook wezen't invoeren van een stuiverstarief tusschen Centraal-Station en Dam en de toekomst zal leeren of deze veran dering op den duur niet leiden zal tot een sec- tie-stelsel door de geheele stad, in den geest zooals men dat b.v. te Londen kent op de om- nibus-routes, vooral omdat de stad zich hoe langer hoe meer naar het Zuiden en Westen uitbreidt. In die gedeelten gaat de bouw van nieuwe huizen steeds voort en degenen, die het altijd groeiende plan-Zuid bezoeken, staan telkens weer, wanneer zij daar komen, verbaasd over de geweldige wijziging, die in deze eeuw in de wijze van wonen der Amsterdammers heeft plaats gehad. De oude Amsterdamsehe huizen aan de grachten hadden ontegenzeggelijk een groote bekoring. De gegoede burgerij leefde erin wo- ningen met groote, hooge kamers; lange breede, met marmeren tegels bevloerde gan-' gen; in woningen, die een voortdurend onder- houd eischten van groot dienstpersoneel, maar die toch, hoe deftig en dtegelijk opgezet, mis- ten die hygienische inrichtingen en het „com- fort", welke ons moderne menscihen, onont beerlijk zijn. Ge weet het, hoewel nog tal van die huizen uit het oude Amsterdam bewoond zijn, zijn er nog veel meer, die reeds sedert lang ihun bewoners zagen verdwijnen en ver- anderd1 werden in kantoorlokalen voor ver schillende cultuur- en andere maatschappijen of in en-gros-magazijnen van allerlei aard. Nieuwe stadsgedeelten verrezen om of In de onmiddellijke nabijheid van het Rijksmu- seumeen geheele,foei-leelijke stadswijk werd opgebouwd achter de Stadhouderskade, het z.g. schilderskwartier, meer bekend geworden als buurt IJ-IJ. Alles gelijke en gelijkvormi- ge huizen; het eene mooier en ruimer dan het andere, doch altijd hetzelfde type: beneden- huis met sous-terrain, daar boven eerste, twee de, soms derde en vierde bovenhuizen, en die bovenhuizen van de straat bereikbaar langs meestal steile trappen, die meer op ladders geleken en waarlangs men bijna altijd kon vinden het op en neer te bewegen boodschap- mandje, dat heen en weer op- en afgaan der trap moest beperken ten minste als het niet weigerde zijn mechanisch werk te verrichten, wat nog al eens het geval was. En in derge lijke bovenhuizen tegen den winter, het opdra. gen van zakken vol brandstof naar de bewo ners, die vaak niet wisten, waar zij1 die winter- voorraden moesten opbergen. Neen, geriefelijk woonden de meeste Amsterdammers van het laatste gedteelte der vorige en het begin dezer eeuw feitelijk niet, want bij al het genoemde kwam ook meestal het gemis aan een badge- legenheid een badkamer was in dergelijke huizen in den regel een zeldzaamheid. Geen wonder, dat de moderne woningbouw, voor den gegoeden burgerstand' in het nieuw- ste stadsgedeelte van plan-Zuid te vinden, spoedig in trek is gekomen, Er zijn daar ge heele nieuwe wijken verrezen, waarover men een kwart-eeuw geleden nog niet had durven denken. Ga eens naar de omgeving van het- geen nu Rudolf Hartplein heet. Voor hem, die er de toestanden gekend1 heeft, toen dat nog Nieuwer-Amstel was en de Hoogere Bprger- school, door het gemeentebestuur dier ge- meente in concurrentie met de aangrenzende hoofdstad gebouwd1, er feitelijk het eenige ge bouw van beteekenis was, is hetgeen daar nu tot stand1 is gekomen, bijkans iets wonderbaar- lijk. Een groot ruim plein met groote koffie- huizen aan weerszijden en aan een kant het groote nieuwe huis, waarin zich een hoofd- postkantoor voor dat stadsgedeelte bevindt ea verder flatwoningen, met liften te bereiken. Flatwoningen, die geheel naar Engelsch hoofdidee, maar veel degelijker dan in Enge land in den regel het geval is, zijn ingericht, en die alle gemakken aanbieden, welke de Amsterdammer van dezen tijd eischen mag- Men heeft ze in verschillende prijzen, variee- rende tusschen 800 en 1500 gulden en nog veel hoogej^, Degenen, die zoo gelukkig waren er een te kunnen huxen als lid der cooperatie- ve bouwvereeniging, die in deze omgeving groote blokken heeft doen verrijzen, betalta de voor deze stad1 lang niet te hooge huurprijzen; zijn zeker, dat hun waning uitnemend onder- houden wordt en hebben ook de zekerheid, dat zij daaruit niet verdreven zullen worden_. De inrichting is uitnemend; met alle hygienische eischen en gerief is rekening gehouden, alles is keurig afgewerkt en de huisvrouw heeft van het trappen-klimmen geen last. Wanneer men daarbij1 weet, dat van gemeentewege de stel- sels van levering van gas en electrischen stroom zoo goedkoop mogelijk zijn gemaakt, dan behoeft men er zich niet over te verbazen, dat de „trek" der -gegoede burgerij hoe langer hoe meer naar dit nieuwe stadsdeel gaat. Verder op, in de buurt van Vinkels-kade en Apollolaan, ook de moderne-flawoningen, maar -ho6ger in prijs, doch daarin heeft men ook met de verwarming niets van doen, om* dat voor centrale verwarming der woningen door de bouwonderneming wordt gezorgd. Van gemeentewege wordt alles gedaan om het aanzien dier nieuwe omgeving zoo aan- trekkelijk mogelijk te maken. Niet alleen dat de straten ruim zijn aangelegd, er wordt oo< groote zorg besteed aan de beplanting; tel kens weder vindt men keurig aangelegde en goed onderihouden bloemperken, die het oog bekoren in het stadsbeeld, en het is begrijpe- lijk, dat de vreemdeli-ngen, die bij het bezoek aan het Stadion veel van dit nieuwe stadsge deelte zagen, bekoord werden door hetgeen hier door den dienst der beplantingen werd tot stand' gefc 't. Er mag dan ook gezegd worden, -dat Amsterdam, in de latere jaren vooral, kan wijzen op een plantsoen- en turn- aanleg, die schitterend genoenid kan worden het huidige Amsterdam is in vele gedeelten niet alleen meer een stad, die bekoort door haar grachten-aanleg, -doch niet minder dooi haar plantsoenen. Maar, gelijk boven gezegd, deze ver vani net centrum gelegen nieuwe stadsgedeelten neb ben allereerst behoefte aan gemakkelijke en goed'koope verbinding met dat centrum. Steeds zijn nieuwe tramlijnen of verlengingen van bestaande tramlijnen noodig en waar die onmogelijk zijn, omdat het tramverkeer in he binnenstad met haar betrekkelijk smalle stra ten een nog drukker verkeer schier ocimogelijK maakt, steeds meer nieuwe omnibussen. Me' vraagstuk wordt hoe langer hoe jn-oeilijker; de nieuwe tramvoordracht zal weder groote.ver- beteringen brengen, maar oplossen doet zi] vraagstuk bij lange na niet dat zal binnen enkele jaren wel blijken. - - SIN! SANA.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 6