De roman van
maarschalk Pilsoedski.
Plaimveeteelt.
In en om de hoofdstad.
ccc.
Zw. 14 sch. op: 4, 6/9, 11, 12, 16, 18, 19,
20, 23, 25, 26.
W. 14 sch. op: 27, 29, 33/37, 39/42, 45,
46, 48.
Zooals do heer v Engelen aangaf, had
wit hier kunnen winnen door:
11.
21—22
1.
18 27
2.
29 18
2.
12 23
3.
37—31
3
26 :37
4.
41 21
4.
16 :27
5.
36—31'
5.
27 :36
6.
33-28
6.
23 32
7.
46-41
7.
36 38
8.
39—33
8.
38 :29
9.
34: 1!
Een schitterende damzet. („Haarl Dag-
blad".)
Ook de volgende combinatie is interes-
eant.
Zw. 13 sch. op: 2, 7, 11, 13, 14, 16/20, 22,
23, 26.
W. 10 sch. op: 25, 27, 31, 32, 33, 38, 41,
42, 43, 48.
Wit speelt:
1. 33—28!
1.
26 :46
2. 43—39
2.
22 44
3. 48—43
3.
46 23
4. 27—22
4.
18 27
5. 43—39
5.
44 33
6. 38: 9
6.
14: 3
7. 25:1!
,Ter oplossing voor doze week:
t Probleem 1031 van J. Bourquin (Zw.)
Zw. 16 sch. op: 3, 6, 7, 8, 10, 13, 14,
'16/21, 23, 24, 30.
W. 16 sch. op: 26, 28, 31, 32, 33, 35, 37,
38, 39, 42, 44, 45, 47/50.
Voor hen, die het volgende fraaie eindspel
nog niet kennen, geven wij dit eveneens ter
oplossing.
S t a nd
Zw. 2 sch. op 26 en 39.
W. 2 sch. op 27 en 36, witte dam op 32.
Wit speelt en wint.
Tn onze volgende rubriek volgen van bei-
<!e opgaven de oplossingen.
Minister van Oorlog in Polen
door ANATOLE DE MONZIE,
Senator, oud-minister.
Ik moet mij sterk vergissen, of de jongste ge-
beurtenissen in Polen kunnen slechts verklaard
worden uit de begeerte om een democratische
discipline in dienst te stellen van de grootheid
van Polen. De loopbaan van maarschalk Pil-
soedski zouden wij kunnen vergelijken met
sommige van de „Levens van beroemde man-
nen" van Plutarchus, waar de schilderachtig-
heid der feiten niet in staat is om de grootheid
van ziel en verstand te verdoezelen.
Deze veteraan is nog geen zestig jaren oud
Evenals George Clemenceau student in de
medicijnen, was hij, gelijk deze, reeds een
strijder op den leeftijd, waarop men gewoon-
lijk zijn eerste examen aflegt. Twintig jaar
oud is hij aangesloten bij de socialistische
partij te Wilna. Zijn broeder Bronislas en hij
doen met aan het eerste complot, dat hun
wordt voorgesteld. In Siberie, waarheen hij
voor vijf jaar wordt gezonden, leert hij het
slreven van Rusland doorgrondenin verban-
ning maakt hij zich de lessen van Tolstoi en
Herz-en eigen. De inteliectueele elite, waarmee
hij omgaat, eerst in Wilna, daarna in War-
schau, voldoet niet aan zijn smaak; hij acht
ze niet in staat tot stoutmoedigheid. Hij sluit
zich bij het volk aan en laat zich leiden door
het socialisme of lievcr: hij leidt het. Er mce-
ten resultaten komen. Dat is zijn stelregel.
Toen hij plannen maakte vocr den befaam-
den aanslag van Berdany, die hem in 1904
de beschikking over de kas van een gcuverne-
ment zou geven, maakte hij zjjn testament
met het oog op de waarschijnlijkheid van mis-
lukk ng en dood.
„Ik verzoek mijn levensbeschrijvers mij niet
voor te stellen als een onnoozele of sentimen-
teele soldaai, die zich ter wille van de mensch-
heid laat kruisigen of ids dergelijk,. Ik wor-
stel op leven en dood, omdat hc-t mij onmoge
lijk is te leven in de modderpoel van het tegen-
woordige leven."
Vol gens dit waaghalzerig programma
stichtte, drukte en verspreidde hij de „Rabot-
nik", het orgaan van de Poolsche socialisti
sche partij.
Welk een leven moet zoo'n geducht opstan-
de'ing geleid hebben, onder zijn aangenomen
namen voortdurend nagespoord, voorzien van
v.tlsche passen, die hij telkens vernieuwde,
veroordeeM tot eenzaamheid, wanneer hij niet
in de gevangenis zat, tcrwijl hij ondanks deze
vervolgsng door de pohtie, in zes jaar 35
nummers de ,,Rabotnib" uitgaf, terwijl hij
bij ••wfei' nummer moest a.ooten, dat een prijs
op zijn hoofd was gesteia; 1900 gearres-
teeru, opgesloten in de Bastille van War
schau en het schavot slechts ontkomend door
krankzinnigheid voor te wenden. Hij ontsnap-
te in vermomming naar Londen, waar niet
naar hem geluisterd werd toen hij het komen
van een wereldoorlog aankondigde, een voor-
spelling die het Westen niet alarmeerde en
waarvan het zich niets aantrok.
De internationalisten zijn er, na getracht
te hebben de Poolsche socialisten te verdrin-
gen van de inter-nationale congressen, gedu-
rende de Russische revolutie in geslaagd,
deze partij te sp-litsen; het -grootste deel van
de partij sluit zich op het congres van
Zakopane aan bij de Poolsche bolsjewiki:
Radek. Dersjinsky en Unschlicht, die zich
tegen de onafhankelijkheid van Polen verkla-
ren.
Pilsoedski bemerkt, dat zijn ideaal verra-
den is en besluit het werktuig, dat hij zelf ge-
smeed heeft, te vemietigen; liever dan zijn
ideaal, verlaat hij zijn partij en alleen, of mis-
schien met een ihandje vol intellecfueelen, zon
der geld, zonder steun, een socialist die ge-
smaad wordt door de socialisten, een patriot
verdacht bij de patriotten, begint hij de ge-
heime militie te formeeren, waaruit te zijner
tijd het nationale leger zou ontstaan.
Den 6en Augustus 1914 begint zijn politieke
loopbaan. Achtereenvolgens zal hij strijden
tegen Rusland en aan Duitschland weerstand
bieden. Hij vecht om omver te haten. Als Rus
land neergeveld is en de Poolsche onafhanke-
lijkh id is geproclameerd door de centrale
rijken, wordt Pilsoedski aangezocht zijn troe-
pen in te laten lijven bij het Oostenrijksch-
Duitsche leger. Wanneer hij1 het aanneemt zal
hij commandant worden van een machtig
leger, dat zal meded'eelen in de resultaten
van t'.n te wachten overwinnitlg. Als hij wei-
gert, wacht hem de kerker. Hij weigert en
geeft de voorkeur aan de gevangenis van
Maagdenburg boven de belofte van den kei-
zer. Duitschland, dat hem niet tot medeplich-
rige had kunnen maken, maakte hem tot ge-
vangene Maar vanuit zijn eel gaat de volks-
leider voort de duizenden te inspireeren, wier
ziel hij vervuld heeft van zijn idealen; den
litcn Januari 1919 zal op zijn orders de
Poolsche opstand uitbreken in den vorm van
een Poo'schen vesper, maar de overwinning
van de geallietrden maakt dat laatste offer
van moed er. bloed overbodig.
Den Hien November 1918 verlaat hij zijn
gevangenis; hij verjaagt de Duitschers uit
Warschau en biedt het hoofd aan alle wan-
ordelijkheden, die zich voordoen door de be-
smetting van het bolsjewisme. Anarchie en
honger regeeren in Warschau. De Polen wa-
ren sinds 150 jaar gescheiden geweest, hun
cultuur was verscihillend, hun belangen liepen
uiteen, zij haden bloot gestaan aan tegen-
strijdige invloeden, en niettegenstaande hun
gemeenschappelijke spraak, behoorden zij tot
verschillende beschavingen. Het ging er nu
om, hen zoo goed mogelijk weer tot een fami-
lie te vereeniging. De veldheer ontpopte zich
nu als organisator. Hij redt Polen en schept
tegelijk den Poolschen staat weer. Hij redt het
met de wapenen en organiseert het met wetten.
Zijn belooning is zijn verkiezing als staats-
hoofd door den Poolschen landdag, die in
Februari 1919 weer samenkomt, voor het eerc:
na acht en tachtig jaar.
Deze verkiezing en de annexatie van Wilna,
i zijn geboortestad, die hij inlijft bij de Pool
sche gemeenschap, bevestigen den roem van
zijn r:aam; het zou hem mogelijk geweest zijn
het toppunt van zijn macht te bestendigen
Om dictator te worden, had hij slechts het
principe der dictatuur behoeven aan te nemen
Maar hij1 neemt slechts die macht aan, die
onontbeerlijk is ter handhaving van het vader-
land. Want voortaan is Polen vrij, maar in
1922 niet meer eendrachtig zooals het in
1918 geweest was.
Pilsoedski, het staatshcofd, is afgedaald
tot den rang van partijhoofd. Zijn populari-
teit heeft hij verloren, hij wordt gehoond als
een afgeschafte afgod en door zijn verstokte
tegeristanders voorgesteld een Don Qui-
chotte.
Voortdurende plagerijen verjagen hem van
de hoofdstad, die hij gered heeft. Hij is ge-
noodzaakt zijn toevlucht te zoeken in 't huis
in de voorstad, dat zijn troepen uit pieteit voor
hem hebben doen bouwen en hij stelt zich te-
vreden met de teerderheid van de kinderen, tot
wie zijn eigenaardig peinzend veroveraarsge-
zicht zich overbuigt. Soms verbreekt een bit-
tere tirade de stilte van de ballingschap, ver-
raadt zijn ingehouden onstuimigheid en hij uit
zijn bitterheid in een verwensching. Maar het
volk heeft zooals het in alle democratien gaat,
er voorloopig genoeg van om te hooren spre-
ken van den rechtvaardige en om hem te hoo
ren spreken. Men geeft zich over aan de ge-
noegens van het parlementair debat, terwijl
Pilsoedski, een binnenlandsche balling, in
zijn hart resten verzameit van zijn vervlogen
droom.
Maar plotseling, op een Meidag in 1926,
is de alleenstaande man weer baas geworden
Onder kanongebulder keert hij terug in de
Belvedere, het paleis dat hij als staatshoofd
bewoond had. Geen militaire putsch, maar
een instinctieve beweging brengt hem weer tot
de hoogste macht. De voorbereidingen tot den
burgeroorlog loopen op niets uit. De tegen-
stand is gebroken, voor die het hoofd heeft op-
gestoken; met enthousiasme sluit het volk
zich bij hem aan en blijft hem toegewijd. De
intocht van Pilsoedski is zegevierender dan
de opmarsch van Mussolini naar Rome. Het
is meer een redding die gevierd werd dan een
bevrijding. In een paar weken betaalt het volk
zijn achterstallige schuld in dankbaarheid
aan hem, dien het eerst had gehuldigd en
daarna verguisd. Een gebpurtenis zonder pre
cedent na een tijdsverloop van acht jaar.
Pilsoedski is weer in de positie van een dic
tator; voor de tweede maal behoeft hij maar te
willen om onbetwist dictator te zijn van een
land, dat zich zonder voorbehoud aan hem
toevertrouwt. Ondertusschen is de wereld ge-
wend aan deze machtsvereenvoudiging.
De vrijheid schijnt in Polen niet best gelukt
te zijn en het pariementarisme is daar, even
als elders, in zijn groeistuipen. Hij behoeft
maar te willen; men staat klaar om hem toe te
juichen.
Neen, antwoordt Pilsoedski. Ik heb de keus
om de dictatuur te proclameeren of mij' aan
de wet te houden. Ik heb den tweeden weg ge-
kozen. Zonder twijfel heb i'k veler hoop teleur-
gesteld; ik heb het met opzet gedaan om Po
len de gewoonte af te leeren alles aan een
man te vragen en hem tegelijk alien steun te
weigeren.
Dat Pilsoedski, redder van Polen en op-
nieuw zijn meester, met quasi-eensfemmig-
heid der kiezers gekozen tot president der
republiek, de dictatuur weigerde en afstand
deed van het presidentschap en zich tevreden
stelde met minister van Oorlog te zijn in een
regeering der nationale Unie, was wel het vol-
ledigste en gewaagdste bewijs van trouw aan
de democratie.
Maar ook zal er nooit een beslissender
proefneming gewaagd zijn om het parlemen-
taire stelsel te doen herleven.
Doch in ons hart stellen wij nog minder
belang in het resultaat van een dergelijke
proefneming dan in het verbijsterend epos,
dat het leven van den soldaat-burger vormt
Gevangenis en verbanning, voortdurende
samenzwering en worsteling, triumf in de
overwinning, haat in den triumf, onbillijkheid
bij den haat, het zich terugtrekken dat een
herhaling van de verbanning was, een leven
van ontbering volgend op een leven van ellen-
de, en dan opnieuw de toejuichingen der
menigte, de volledige macht, en de vrijwillige
afstand.
Met minder gebeurtenissen vulde de oud-
heid een Titanenbestaan.
P 1 u i m v e e t e e 11. Vragen, deze rubriek
betreffende, kunnen door de abonne's worden
gezonden aan Dr. te Hennepe, Diergaarde-
singel 96a, Rotterdam. Postzegel voor ant-
woord insluiten en blad vermelden.
EENDENHOUDERIJ. i
Zooals ik uitgelegd heb berust een groot
deel van het succes van den eendenhouder op
het feit of hij goede eenden heeft van een
goed fokker en of hij zelf goede eenden weet
te fokken.
Waarop berust nu het geheim 'van den fok
ker? Enkel en alleen op het controleeren der
legcapaciteit der eenden. Men moet geen
eenden of woerden fokken van dieren waar
van men de productie niet kent en waarvan
deze productie niet goed is. Hoe controleeren
wij eenden op den leg?
Dit gaat heel anders dan met kippen. Kip-
pen leggen overdag en zijn gauw gewend als
zij leggen moeten in de z.g. valnesten te
gaan. Dat zijn legnesten waarvan de ingang
van een soort valklep voorzien is. Zoodra de
kip er in is valt het deurtje dicht en het dier
blijft in het kleine hokje rustig zitten tot het
door den oppasser t?vrijd wordt. Deze pakt
de kip beet, noteert haar nummer op de leg-
lijst die meestal naast het vainest hangt en de
zaak is afgeloopen. Als men in een kippen-
hok per 4 kippen een vainest heeft kan men
hiermede meestal volstaan. Alleen moet men
vooral in den legtijd voortdurend de hokken
doorloopen om de kippen die gelegd hebben te
bevrijden en zoodoenae de andere kippen weer
gelegenheid te geven om te gaan leggen.
De eend legt echter's morgens vroeg of
's nachts en de eend zoekt over het algemeen
geen bepaald legnest op. Heel vaak laat zij
gewoon haar ei valien waar ze toevallig
staat en als zij de leans zien leggen de eenden
gewoon in het water. Verder is een eend ab-
soluut niet op een klein hokje gesteld en zal
daarin zich zeer weinig op haar gemak ge-
voelen, terwijl juist een eend, die aan den leg
is, zeer rustig gehouden moet worden, an
ders raakt zij gauw van dens leg af. Vandaar
dat men voor eenden een heel ander systeem
toepast, dat er feitelijk op neer komt dat iede-
re eend haar eigen nachthok heeft. Ik heb dat
systeem eenige jaren in Engeland bestudeerd
en eenigszins gewijzigd in Holland gepro-'
beerd en thans een bepaald systeem uitge-
werkt dat mij uitstekend bevalt. Tevens blijkt
daaruit dat d;e omstandigheden in Engeland
weer anders zijn dan in ons land
Per eend neem ik een hokruimte van 40
c.M. breed bij 1 M. diep en 50 c.M. hoog. Ik
bouw 5 van die hokjes naast elkaar en krijg
dus een soort plat hok van 5 maal 40 c.M. is
2 M. lang en 1 M. diep. Het dak is van het
zadeldaktype d. w. z. in het midden hooger
dan aan de zijkanten. De nok van dit dak
wordt gevormd door een balk van ongeveer
3 c.M. dik en 10 c.M. breed. Daaraan zijn
de af'hellende zijvlakken van het dak met ste-
vige scharnieren bevestigd, zoodat ik ze ge-
makkelijk op kan slaan om het hok schoon te
maken. Deze schuine zijvlakken steken over
den rand van het hok uit om inregenen te be-
letten.
Het geraamte van het hokje zit ineen met
z.g. windhaken en de bodem bestaat uit fijn
gaas, zoodat er van onderen geen ratten in
kunnen komen. Aan voor- en achterwand
bevinden zich aan de binnenvlakte glijlatten
waartusschen ik de 4 tusschenschotten laat
zakken. Deze tusschenschotten zijn niets dan
eenvoudige rechthoeken van 1 M. lang en 50
c.M. hoog, bespannen met gaas. Laat ik deze
dus in het hok schuiven dan heb ik direct een
hok met 5 afdeelingen. Het voorfront van dit
controlenest heeft bij bike afdeeling een val-
deurtje. Deze zijn van een andere construc-
tie dan die van kippenvalnesten omdat een
den, net als ratten als het ware door een ope
ning been sluipen en trachten met hun rug
het valdeurtje niet aan te raken. Vandaar dat
het valdeurmechanisme bestaat uit een paar
stevige ijzerdraden waarin het valdeurtje
hangt. Loopt de eend naar binnen dan duwt
zij deze ijzerdraden die ongeveer 6 c.M. van
elkaar zitten eerst naar binnen en daardoor
raakt het valdeurtje los en valt omlaag. Zoo
sluit dus de eend zichzelf in haar nachthok
dat tevens controlehok is. Nu is aan den
anderen kant een groote klep gemaakt, die op
den onderrand van het hok scharnieren kan.
Laat ik dus den volgenden morgen deze kfep
neer, dan stapt de eend gewoon uit haar
hokje weer naar buiten. Nu doen zich ver
schillende problemen voor die altveer gemak-
keliik opgelost worden.
Ten eerste is dit geheele controle-nachfhok
met windhaakjes in elkaar gezet en ik stel het
dan ook in 5 minuten op of breek het af en
pak het in. Vroeger had ik alleen de eene
helft bedekt en hield de andere open, zooals
dat ook in Engeland gebeurt. Daardoor re-
gende het echter sterk in en 's winters
sneeuwde het er in en niets is slechter voor
een eend dan nat strooisel's nachts. Een
eend kan heel goed den geheelen nacht in het
water of natte modder ploeteren maar
's nachts moet zij droog in het hok zitten.
Droge sneeuw hindert haar ook niets om op
te zitten, maar natte sneeuw deugt niet. Van
daar dat mijn legresultaten belangrijk geste-
gen zijn zoodra ik het open Engelsche model
verving door't mijne, dat van boven dicht is.
De tweede verandering die ik aanbracht
was de volgende. In Engeland vindt men dat
ae tijd van 's winters ongeveer 4 uur tot
's morgens 9 uur veel te lang is voor een
eend om zonder voedsel of water te zitten.
Men brengt daarom aan den voorkant van
het hok bij elke afdeeling een breede spleet
aan en zet daar's morgens om 6 uur een bak
water en voer voor, zoodat de eend kan eten.
Dit is echter een geweldige last voor het per-
soneel, nog afgezien van het feit dat de een
den hun nachthok vies maken met het water
en het voer. Ik probeerde daarom of het niet
gaan zou zonder voeren en jawel, het ging
uitstekend. Ik kreeg van ben eend met dit
systeem in 1 jaar 329 eieren. Direct daarop
schafte ik dus het aparte voeren 's morgens
vroeg af en bleef uitstekende resultaten hou
den.
Een ander punt is het volgende. Eenden
zijn er niet op gesteld beetgepakt te worden.
Men moet ze dus's morgens niet met de han-
den pakken om de nummers op de voetringen
af te lezen en toch moet men ze kunnen her-
kennen. Dit gaat nu weer als volgt. Elke ren
van 3 bij ongeveer 9 k 10 Meter heeft een
nummer en in elke ren zitten 5 eenden die
behalve haar nummerring ook een dikke ge-
kleurde ring dragen en wel ieder der 5 eenden
een andtere kleur. De ervaring heeft mij ge-
leerd dat de kleuren rood, wit, blauw, groen
en zwart de beste zijn en na eenige jaren om
de beenen gezeten te hebben nog goed zicht-
baar zijn. Men moet echter goede soepele
manchetringen nemen, die niet verkleuren en
die niet bros worden na eenigen tijd. Ik laat
de mijne uit Engeland komen waar dit soort
ringen veel gebruikt wordt.
Zooals gezegd zijn mijn eendenrennen on
geveer 3 Meter breed en 10 M. lang. De ge
heele bodem is bedekt met een dikke laag
mosselendoppen. Deze hebben het groote
voordeel dat ze zeer poreus zijn waar alle
vuil direct in verdwijnt en als het eens flink
regent is alles weer prachtig schoon. Aan
het eene einde in de ren staat de voerbak en
de drinkbak, aan het andere einde staat on
geveer 70 c.M. van het gaas af het con
trolenest. Dit staat met een zijvlak tegen den
zijwand der ren aan, zoodat er dus ter zij de
een stuk van 1 M. breed overblijft.
Nu worden tegen het vallen van den avond
de vatdeurtjes opgezet en staan de eenden
meestal te wachten om binnengelaten te wor
den. Direct verdwijnen ze in haar hokje en
hlijven den geheelen nacht rustig zitten. Men
moet de jonge eendjes bijtijds wennen aan
deze valnesten, dat is een zeer voornaam
punt. Herover de volgende keer meer.
DR. TE HENNEPE.
Dringend verzoek. Ik verzoek alle
lezers in geen geval doode dieren naqr mijn
huis te zenden. Alle doode dieren voor onder-
zoek moeten gezonden worden naar de Rijks-
seruminrichting te Rotterdam. Ik kreeg Za-
terdagavond weer een dood exemplaar toe-
gezonden in verre staat van ontbinding, zoo
dat ik genoodzaakt was het vlug te laten ver
dwijnen, zonder het te kunnen onderzoeken.
Alle doode dieren naar mijn huis verzonden
worden niet onderzocht, alleen als ze naar de
Seruminrichting worden gezonden.
DR. TE HENNEPE.
Onze nieuwe wijken en het verkeersvraagstuk.
Het voorstel van B. en W. om in ons tram-
wegnet belangrijke wijzigingen aan te bren-
gen, die tevens samengaan met eenige veran-
deringen in de wijze van exploiteeren, heeft
thans het Gemeenteblad in den vorm van een
voordracht bereikt. Ik heb er reeds een en an
der over medegedeeld, doch acht mij verplicht
er nogmaals, nu we de zaak officieel voor ons
hebben, op terug te komen. Niet alleen omdat
deze voorstellen aanleiding geven tot heel
veel buurtgepraat en geschrijf in plaatselijke
dagbladen, doch meer nog, omdat in een zoo
groote en nog steeds groeiende stad als de
onze, de openbare verkeersmiddelen een voor-
aanstaande plaats innemen. Het directeur-
schap van een tram-, omnibus- en veerponten-
wegen als het onze is, is zeker lang niet ge-
makkeiijk, zulks omdat degene, die dit ver-
keersprobleem te behandelen heeft, niet alleen
heeft k rekenen met het heden, doch wel dege-
lijk ook met de toekomst, d.w.z. met de uitbrei-
ding der stad. Bovendien en die factor is
natuurlijk evenmin te onderschatten heeft
hij te letten op de belangen der gemeentekas
Deze wil uit het bedrijf, bij de steeds stijgende
gemeentelijke uitgaven, zooveel mogelijk pro-
fijt halen, terwijl aan den anderen kant en
die factor geldt in niet geringe mate het
publiek, hetwelk veeleischend is geworden in
onzen modernen tijd, zoo goedkoop mogelijk
vervoerd wenscht te worden en met allerlei
particuliere belangetjes komt aandragen. Aan
deze laatsten kan een tramdirecteur zeker niet
ten voile voldoen, maar toch dient hij er. zoo
veel mogelijk rekening mede te houden, al was
het alleen reeds door het feit, dat het rijwiel
in ons land van zo6 groote beteekenis is ge
worden, dat de concurrentie ervan volstrekt
niet te onderschatten is. Ge ziet, dat al deze
factoren en ik heb er zelfs nog eenige bui
ten dit schrijven gelaten de taak van den
genoemden bedrijfsleider werkelijk niet tot een
gemakkelijke maken. Voldoet de thans voor
ons liggende voordracht nu aan de eischen,
die gesteld mogen worden? In hoofdzaak
zeker wel. Immers, de bedoeling is om eenige
lijnen te verlengen, o.a. den kant naar het
Stadion heen; tramlijnen, die er in de drukke
weken, welke achter ons liggen, tijdelij'k heen
leidden, zullen blijvend worden en een paar
nieuwe lijnen zullen zelfs worden aangelegd
Daarin ontbreekt er eene naar het stadgedeel-
te over het IJdaarheen blijven de twee be-
staande omnibus-routes dienst doende omni
bus worden met de ponten overgebracht om
aan den overkant hun weg te vervolgen, en
de vraag heb ik hooren stellen of men niet bij
het bouwen der nieuwe ponten, ook daarop
rails had kunnen leggen om een doorgaand
tramverkeer met den overkant te krijgen;
evengoed als men een spoorweg-„ferry"-dienst
heeft tusschen Denemarken en Zweden en tus-
schen Harwich en Zeebrugge, dan zou men
het kringlijntje om het Centraal-Station heb
ben kunnen missen.
Afgescheiden hiervan is de exploitatie in
een staat van overgang. Men wil voor enkele
lijnen op aanduitende knooppunten weder
overstapjes invoeren, die echter maar een uur
geld'ig zullen zijn, een proefneming, die men
met belangstelling zal dienen te beschouwen,
want blijkt zij doeltreffend1, dan kan zij wel
eens leiden tot volledigen terugkeer tot het
vroeger gegolden hebbende oyerstap-systeem,
daf desiijds zeer populair was. Een gr#oft
verbetering zal ook wezen't invoeren van een
stuiverstarief tusschen Centraal-Station en
Dam en de toekomst zal leeren of deze veran
dering op den duur niet leiden zal tot een sec-
tie-stelsel door de geheele stad, in den geest
zooals men dat b.v. te Londen kent op de om-
nibus-routes, vooral omdat de stad zich hoe
langer hoe meer naar het Zuiden en Westen
uitbreidt.
In die gedeelten gaat de bouw van nieuwe
huizen steeds voort en degenen, die het altijd
groeiende plan-Zuid bezoeken, staan telkens
weer, wanneer zij daar komen, verbaasd over
de geweldige wijziging, die in deze eeuw in de
wijze van wonen der Amsterdammers heeft
plaats gehad.
De oude Amsterdamsehe huizen aan de
grachten hadden ontegenzeggelijk een groote
bekoring. De gegoede burgerij leefde erin wo-
ningen met groote, hooge kamers; lange
breede, met marmeren tegels bevloerde gan-'
gen; in woningen, die een voortdurend onder-
houd eischten van groot dienstpersoneel, maar
die toch, hoe deftig en dtegelijk opgezet, mis-
ten die hygienische inrichtingen en het „com-
fort", welke ons moderne menscihen, onont
beerlijk zijn. Ge weet het, hoewel nog tal van
die huizen uit het oude Amsterdam bewoond
zijn, zijn er nog veel meer, die reeds sedert
lang ihun bewoners zagen verdwijnen en ver-
anderd1 werden in kantoorlokalen voor ver
schillende cultuur- en andere maatschappijen
of in en-gros-magazijnen van allerlei aard.
Nieuwe stadsgedeelten verrezen om of In de
onmiddellijke nabijheid van het Rijksmu-
seumeen geheele,foei-leelijke stadswijk werd
opgebouwd achter de Stadhouderskade, het
z.g. schilderskwartier, meer bekend geworden
als buurt IJ-IJ. Alles gelijke en gelijkvormi-
ge huizen; het eene mooier en ruimer dan het
andere, doch altijd hetzelfde type: beneden-
huis met sous-terrain, daar boven eerste, twee
de, soms derde en vierde bovenhuizen, en die
bovenhuizen van de straat bereikbaar langs
meestal steile trappen, die meer op ladders
geleken en waarlangs men bijna altijd kon
vinden het op en neer te bewegen boodschap-
mandje, dat heen en weer op- en afgaan der
trap moest beperken ten minste als het niet
weigerde zijn mechanisch werk te verrichten,
wat nog al eens het geval was. En in derge
lijke bovenhuizen tegen den winter, het opdra.
gen van zakken vol brandstof naar de bewo
ners, die vaak niet wisten, waar zij1 die winter-
voorraden moesten opbergen. Neen, geriefelijk
woonden de meeste Amsterdammers van het
laatste gedteelte der vorige en het begin dezer
eeuw feitelijk niet, want bij al het genoemde
kwam ook meestal het gemis aan een badge-
legenheid een badkamer was in dergelijke
huizen in den regel een zeldzaamheid.
Geen wonder, dat de moderne woningbouw,
voor den gegoeden burgerstand' in het nieuw-
ste stadsgedeelte van plan-Zuid te vinden,
spoedig in trek is gekomen, Er zijn daar ge
heele nieuwe wijken verrezen, waarover men
een kwart-eeuw geleden nog niet had durven
denken. Ga eens naar de omgeving van het-
geen nu Rudolf Hartplein heet. Voor hem, die
er de toestanden gekend1 heeft, toen dat nog
Nieuwer-Amstel was en de Hoogere Bprger-
school, door het gemeentebestuur dier ge-
meente in concurrentie met de aangrenzende
hoofdstad gebouwd1, er feitelijk het eenige ge
bouw van beteekenis was, is hetgeen daar nu
tot stand1 is gekomen, bijkans iets wonderbaar-
lijk. Een groot ruim plein met groote koffie-
huizen aan weerszijden en aan een kant het
groote nieuwe huis, waarin zich een hoofd-
postkantoor voor dat stadsgedeelte bevindt ea
verder flatwoningen, met liften te bereiken.
Flatwoningen, die geheel naar Engelsch
hoofdidee, maar veel degelijker dan in Enge
land in den regel het geval is, zijn ingericht,
en die alle gemakken aanbieden, welke de
Amsterdammer van dezen tijd eischen mag-
Men heeft ze in verschillende prijzen, variee-
rende tusschen 800 en 1500 gulden en nog
veel hoogej^, Degenen, die zoo gelukkig waren
er een te kunnen huxen als lid der cooperatie-
ve bouwvereeniging, die in deze omgeving
groote blokken heeft doen verrijzen, betalta de
voor deze stad1 lang niet te hooge huurprijzen;
zijn zeker, dat hun waning uitnemend onder-
houden wordt en hebben ook de zekerheid, dat
zij daaruit niet verdreven zullen worden_. De
inrichting is uitnemend; met alle hygienische
eischen en gerief is rekening gehouden, alles
is keurig afgewerkt en de huisvrouw heeft van
het trappen-klimmen geen last. Wanneer men
daarbij1 weet, dat van gemeentewege de stel-
sels van levering van gas en electrischen
stroom zoo goedkoop mogelijk zijn gemaakt,
dan behoeft men er zich niet over te verbazen,
dat de „trek" der -gegoede burgerij hoe langer
hoe meer naar dit nieuwe stadsdeel gaat.
Verder op, in de buurt van Vinkels-kade en
Apollolaan, ook de moderne-flawoningen,
maar -ho6ger in prijs, doch daarin heeft men
ook met de verwarming niets van doen, om*
dat voor centrale verwarming der woningen
door de bouwonderneming wordt gezorgd.
Van gemeentewege wordt alles gedaan om
het aanzien dier nieuwe omgeving zoo aan-
trekkelijk mogelijk te maken. Niet alleen dat
de straten ruim zijn aangelegd, er wordt oo<
groote zorg besteed aan de beplanting; tel
kens weder vindt men keurig aangelegde en
goed onderihouden bloemperken, die het oog
bekoren in het stadsbeeld, en het is begrijpe-
lijk, dat de vreemdeli-ngen, die bij het bezoek
aan het Stadion veel van dit nieuwe stadsge
deelte zagen, bekoord werden door hetgeen
hier door den dienst der beplantingen werd
tot stand' gefc 't. Er mag dan ook gezegd
worden, -dat Amsterdam, in de latere jaren
vooral, kan wijzen op een plantsoen- en turn-
aanleg, die schitterend genoenid kan worden
het huidige Amsterdam is in vele gedeelten
niet alleen meer een stad, die bekoort door
haar grachten-aanleg, -doch niet minder dooi
haar plantsoenen.
Maar, gelijk boven gezegd, deze ver vani net
centrum gelegen nieuwe stadsgedeelten neb
ben allereerst behoefte aan gemakkelijke en
goed'koope verbinding met dat centrum.
Steeds zijn nieuwe tramlijnen of verlengingen
van bestaande tramlijnen noodig en waar die
onmogelijk zijn, omdat het tramverkeer in he
binnenstad met haar betrekkelijk smalle stra
ten een nog drukker verkeer schier ocimogelijK
maakt, steeds meer nieuwe omnibussen. Me'
vraagstuk wordt hoe langer hoe jn-oeilijker; de
nieuwe tramvoordracht zal weder groote.ver-
beteringen brengen, maar oplossen doet zi]
vraagstuk bij lange na niet dat zal binnen
enkele jaren wel blijken.
- - SIN! SANA.