„M'n vrouw gaat nooit voor twee uur 'snachts naar bed, van die gewoonte kan ik haar maar niet af krijgen", „Wat doet ze dan al dien tijd |4 ^Ze zit op om te waohten tot ik thuis torn". (Passing Show) 1 CSnttma, jttat toen'reeds fn het mYddelpjmt der belang- ifceHmg stond. De fraaie verlichting ep de versiering maken let tot een der beste dansinrichtingen.Dat de >nimo er voor zoo groot is, komt echter ook ioor de goede muziek. Men kent er geen just. Pas heeft bet groote orgelorchestrion fijn Blauwen Donau of Olympiademarsoh la- )en hoorer. of de vijfman sterke Jazzband irolgt met de vol rhytme gespeelde steps en Wx-trois. De stemming is er steeds uitste- )end en mien zal zich in Concordia nog me- liig uur vermaken in deze week. Vandaar even oversteken naar het cafe Populair, waar bleek, dat „Populair" populair was. Hier werden we begroet met een zangnum- Iner van het trio La Ranche, die de rollen had- den verwisseld: „zij" speelde voor ,,heer", dhij" voor „dame". Natuurlijk had dit duo, dat hier geen onbekende is, het noodige suc- les. Voeg daarbij,, dat Joop Vana zijn beken- fle chansons door de zaal slingert op de hem #igen prettige wijze met telkens aardige in- ieidingen, dan behoeft het niet te verwonde- ren dat Populair druk bezocht werd. De eige- naar van het cafe heeft er echter voor ge zorgd, dat het programma afwisselend is. ijoop Vana blijft de geheele kermisweek in Populair, maar de duo's wisselen elkaar af, zoodat elken avond kersversche programma's te hooren izijn! Nummer vier van de serie was de Toelast In de Langestraat. Daar is de sfeer van vroe- ger, de echte kermisstemming teruggekeerd. Het met plan-ten versierde podium voor de muziek heeft een goede plaats gekregen en als oude bekende staat aan het hoofd van het trio de heear Leo Heilbron, de violist, die in- dertijd de lattractie was van de Toelast. Hij geeft thans met zijn beide partners uitsteken de muziek, in de eerste plaats voor den dans, maar ook wisselen leuke solonummers voor piano of viool het programma af. Dat de dansvioer bij voortduring bezet is, als de nieuwste dansnummers gespeeld wor- den, spreekt van zelf. In de zaak is op prac- "tische wijze ruimte gewonnen en het zal ze- ker deze week blijken, dat dit een goed idee is geweest. Het trio Heilbron zal wel voor de stemming zorgen. Alvorens het Hof te betreden, togen we naar het Centrum, de welbekende dancing van den heer v. d. Molen. Hier was het al even zoo als in Con cordia: ook hier wisselen jazz-band en orgel elkaar af. De vroolijke dansmuziek noodigde de aanwezigen uit tot een dansje en velen maakten daarvan dan ook gebruik. We twij- felen er niet aan, of het Gentrumdiotel zal deze week wel vele danslustige bezoekers trekken. En toen naar het Hof, waar in de eer ste plaats in cafe Central evenals vorige jaren op de bovenzaal een uit- gebreid cabaretgezelschap optreedt, dat uit- muntend in staat blijkt om de bezoekers eeni ge uren aangenaam bezig te houden. Wij Konden nog niet alle artisten hooren, doch de heer Diederichs behaalde als conferencier en chansonnier veel succes, terwijl men zich met den bekenden buikspreker Barandini en zijn pop August uitstekend amuseerde. Dat is dan ook een bijzonder geslaagd nummer en 't is soms bijna niet te gelooven, dat het tenslotte Barandini zelf is, die August laat spreken. Ook de andere nummers voldoen ten zeerste en wie eenige aardige uren bij een cabaretgezelschap wil doorbrengen kan in Central uitstekend terecht. Dwars door de drukte, onder het getjin- geltjangel van draaiorgels, drongen we door naar het wapen van Haarlem, waar een uitgebreid cabaret-programma ge- geven wordt Een strijkje en een duo wisselen elkaar af en brengen en houden de echte kermisstemming er in. Vooral het duo, met z'n eigenaardig Vlaamsch accent is een bezoek aan dit cabaret waard. En toen naar de Harmonie! De laatste van de serie, die wij Zaterdagavond bezochten. De dancing Harmonie is en blijft steeds een der voornaamste at- tracties gedurende de kermis. Men zit er uiterst gezellig, de dansvioer is schitterend en ditmaal is er een nieuw trio, dat op de beste wijze voor de dansmuziek zorgt Het zijn The Hague Boys die diverse succesnum- mers ook met accordeon ten gehoore bren gen en voor een stemming zorgen, die bij de omgeving ten zeerste past. Het was in de dancing de beide avonden reeds heel druk en dat ook de volgende avonden een be- langrijk middelpunt van gezellig samenzijn zal blijken, staat vast. HET ROTTERDAMSCH HOFSTAD- TOONEEL. Leontientje. In de schouwburgzaal van de Haimonie /pende bovenstaand gezelschap de reeks voorstellingen met het beknede tooneelspel Leontientje van Felix Timmermans en Eduard Veterman Dit stuk, dat ook tijdens de vorige kermis gegeven werd, bleek een groote aan- 'trekkingskracht te bezitten, want de zaal was ■vrijwel geheel bezet met een aandaditig luis- terend publiek, dat genoten heeft van subliem spel. Mt stijgende aandacht volgde men het Bpel van de medespelenden. En geen wonder pok: zooals Annie van der Lugt Melsert van Ees speelt, moet men wel luisteren, zij neemt je geheel in beslag, haar spel brengt je onder den indruk, kortom, zij is het, die het stuk draagt. De inhoud van het stuk weergeven? Neen! Dat is niet noodig, omdat het overbekend is en we zouden dus in herhaling moeten tre- den. Liever geven we een korte beschouwing over spel en spelers. Van het eerste behoeft weinig gezegd te worden. Als men weet, dat Cor van der Lugt Melsert de regie heeft, dan is men ver- zekerd van knap spel. Prachtige staaltjes van samenspel, hoogstaande regiealles first-class! Voeg daarbij de decors (ontwor- pen door Ed. Veterman), dan weet men, dat dit deel van het stuk in orde is. Maar dan de spelers! Natuurlijk moet eerst mevr. Van der Lugt Melsert genoemd Worden Zij vertolkte de rol van Leontientje op ireffende wijze. Zij heeft ons doen geatie- fen van 'ohtrberend schoone momenten, zij was weer Annie van Ees. Was het niet mooi, haar geheim rendez-vous met Isidoor (Jan van Ees), waarin ze elkaar hun lefde be- kennen? Leeft men niet mee met die twee, wekken ze niet onwiilekeurig medelijden op bij hen, die weten, dat hun geluk in droefenis zal eindigen? En dan de Jbiecht" van Leon tientje aan haar oom, den pastoor (Cor van der Lugt Melsert). De pastoor, die voelt, hoe groot de liefde van Leontientje voor Isidoor is, maar die tevens vreest, dat alles op een teleurstelling zal uitloopen. Hij tracht de op- lossing te vinden, maar Isidor, een vrijden- ker zoekt, doch kan niet tot het katholieke geloof overgaan. Cor van der Lugt speelde dec pastoor. Was hij in het begin blijkbaar niet al te goed „op dreef", 't duurde slechts even en toen kon men v. d. Lugt in zijn groote kracht zien, toen was hij de pastoor, toen bereikte hij met zijn spel een zeldzame hoogte. Twee momenten waren er, die bij het pu bliek de groote ontroering brachtenhet slot van het tweede bedrijf, als Leontientje ver- neemt, dat ze „hem" niet weer zal zien, als ze beseft, dat't geluk voor haar verloren is, als haar leven verwoest is. Welk een strijd zien we den pastoor strijden, als hij zijn nichtje het wreede nieuws moet mededeelen, en hoe ontroerend speelt Annie van Ees de scene, als zij plotseling beseft, wat er gebeurd is. Zie, dat was een oogenblik, waarop zelfs de hardste, de meest gevoellooze mensch een brok in de keel voelt. Muisstil was het toen in de zaal, ieder hield den adem in. En dan de slotscene: Leontientje op haar sterfbed, naast zich haar Vader (Piet Bron), en de pastoor. Zij voelt, dat ze gaat sterven, sterven, omdat ze hunkert naar de liefde van haar Isidoor, dien zij nooit, nooit meer zal terug zien. En dan, als het einde nadert, als de vader en de oom zilsbedroefd zijn en Leontien zich gelukkig gevoelt, omdat ze haar geliefde ziet komen, als zij sterven gaat met een gelukkige glimlach op haar gelaat, ziet, dat was spel, zoo schoon en ontroerend, om het nimmer te vergeten. Toen kwamen er bij velen der aanwezigen de tranen Cor van der Lugt, gij hebt ons een avond bezorgd, zooals we maar weinig, al te wei nig hebben. HET NIEUWE NEDERLANDSCH TOONEEL. Abie's Rose-Mary! Met dit aardige, leuke blijspel opende gisteravond de NV. „Het Nieuwe Nederlandsch Tooneel" in ,,'t Gulden Vlies" haar serie kermis-opvoeringen bij het eerste lustrum. De eerste opvoering is tot een waar succes geworden. Ook nu weer werd Abie's Rose Mary, door Anne Nichols naar het Ameri- kaansch geschreven en reeds eerder hier ten tooneele gebracht, vol levendigheid en kleur gespeeld, waardoor zeer goed het Joodsche milieu getroffen werd. Voorali in Salomon Levy, zooals Louis Saalborn hem speelt, her- kennen we den echten Jood, vol vroolijkheid en ernst, steeds goed geluimd en blakend van trotsch op z'n Abie, z'n eenigen zoon, die reeds vroeg z'n moeder moest missen en door z'n vader werd groot gebracht. Deze zoon, z'n alles, z'n hoop en z'n trotsch zal trouwen, trouwen met 'n echt Jodinnetje, dat weet Sa lomon, die gehecht is aan de traditie van z'n geslacht, Salomon Levy, die echte Joodsche afstammelingen wil hebben. Daar zal z'n zoon voor zorgen. En Abie telefoneert z'n vader, dat hij een meisje heeft gevonden. Een Joodsch meisje? Abie durft de waarheid niet te zeggen. Vol angst en toch o, zoo gelukkig, dat ze elkaar hebben, komen ze bij Abie's vader. Deze is trotsch op het meisje van z'n zoon, op dat lieve Joodsche meisje. Heel goed worden Abie en z'n Rose-Mary in hun groot geluk en voortdurende angst door John Gobau en Helene Treep—Vink gespeeld. Rebbe Samuels zal hen trouwen, bruid en bruidegom zijn zeer zenuwachtig. Elk oogen blik kan Rose Mary's vader komen, hij, die zijn dochter slechts met een rasechten Ier ge- trouwd wil zien. Juist als de plechtigheid ge- schiedt, treedt de drukke, lawaaierige papa binnen. Hij wil z'n dochter hebben Dan komt de groote slag voor den goeden blijden Salomon, die zoo zielsveel van z'n jon- gen houdt en dit de gelukkigste dag zijns le- vens dacht: z'n groote zoon, waar hij met geheel z'n vaderhart aan hangt, heeft hem bedrogen: Rose-Mary is een Christin! Haar vader een schreeuwerige Ier en geen Jood. Maar de rabbijn en reverent Whalen, die is meegekomen met mr Patrick Murphy voelen, dat hier het geluk van twee jonge mensehen op het spel staat. Zij begrijpen, dat door de verdeeldheid in geloof dit groote levensgeluk niet verstoord mag worden, deze beide ware geestelijken weten dat er maar een God is, dien ieder op z'n eigen manier eert en dat, al zijn de wegen die men bewandelt, verschil- lend, ze, in ware liefde afgelegd, tot hetzelfde doel leiden. Dit inzicht redt mede het geluk van Abie en z'n Rose-Mary. Kostelijk is het tooneeltje in het derde be drijf waar de beide vaders, getrokken naar het Meinkind, dat volgens Salomon een jon- gen en volgens Patrick een meisje moet zijn, hun meegebrachte geschenken naast den kerstboom uitstallen om tenslotte oni het hardst de kindertoetertjes en trommeltjes te bespelen en te beslaan en als bezetenen tegen elkaar te keer te gaan. Vanaf het oogenSlik dat de beide heertjes hier het tooneel betre den, tot het gelukkige einde, wanneer blijkt dat die goede Abie en die lieve Rose-Mary zoowel voor 'n meisje als een jongen, heb ben gezorgd, is de lach niet van de lucht. Doch ook verder geeft dit stuk veel pfezier en vooral de heer en mevrouw Cohen, voortref- felijk in hun druk gedoe en geruzie, niet het minst door de kleedij en hun kostelijke manie- ren, gespeeld door Elias van Praag en So phie de Vries, geeft menig oogenblik aanlei- ding tot lachen. De rabbijn en de domine werden waardig en rustig gespeeld door Alex Frank en J oh an te Wechel, terwijl Floor la Roche een echte lawaaige Ameri- kaansche Ier was. Al met al een opvoering, die zeer veel suc ces oogstte en a.s. Vrijdag een stampvolle zaal verdient. Een goed strijkje verkortte de pauzes. SCHOUWBURGLOGE DOELENVELD. Oranje Hein. Dit stuk, dat door den schrijver Bouber ge noemd is, een vrooliik spel van iederen dag met een lach en een fraan, Kan iot de besle Jordaanschetsen gerekend worden, die de auteur voor het tooneel heeft geschreven Het is zoo'n echt stukje Jordaanleven en't wordt zoo natuurlijk gespeeld, dat dit stuk onge- twyfeld een der successen zal worden van deze kermis. Het Alkmaarsche publiek heeft bij de premiere gisteravond zijn ingenomen- heid ten duidelijkste doen blenken en een luid applaus klonk na elk der bedrijven. In het hartje van de Jordaan leeft vader Kees met zijn vrouw en drie dochters van wie er twee getrouwd zijn: de oudste, Ant. met Tijs de palingkoopman en de tweede, Griet, met Dorus, die zich als „aangetrouw- de" weinig van de familiegeschiedenissen aan- trekt. De derde dochter Dien draagt haar hart wat hoog, doch moet tot haar schade en schande ondervinden, dat de liefde van z.g. heeren met slobkousen, ook niet het ware is Tot de beste buren van Vader Kees behoo- ren Hein de schoenmaker (bijgenaamd Oran je Heiri) met zijn vrouw Aal Het huwelijk van Ant. en Tijs is zeer on- gelukkig. Oorzaak: het te veel drinken van Tijs. Op't laatst wordt de toestand zoo era- stig, dat een scheiding het gevolg is. Dan wordt Tijs eigenlijk pas goed duidelijk, wat een beste vrouw Ant steeds voor hem was. Hij wil zich beteren en drinkt in weken niets meer. Doch Ant heeft te veel ondervonden om maar direct aan het berouw en de beter- schap van Tijs te gelooven. Doch dat het hem ernst is, blijkt tijdens de ziekte van Ant en bij het dertigjarig huwelijksfeeot van Va der Kees en zijn vrouw. Dan kan ook de ver- zoening van Ant en Tijs worden gevierd, vooral ook tot het geluk van hun dochtertje Mientje. De berouwvol terugkeerende doch ter wordt weer in genade aangenomen. Verschillende bijzonder geslaagde echt ty- pische tafereelen vulien dit gebeuren aan. Zang, muziek en dans zorgen voor prettige afwisseling en aan 't slot keert men huis- waarts met de overtuiging een zeer geschikt en aantrekkelijk kermisstuk te hebben gezien. Over de vertolking niets dan lof. Er is ze- ker geen gezelschap te vinden dat in dit gen re de spelers van Oranje Hein kan overtref- fen. Het geheel loopt vlot en ieder geeft van zijn rol groot of klein een natuurgetrouwe uitbeelding Johan Elsensohn in de titekol is uitmun- tend. Met bijzondere komische kracht speelt hij dezen oud-koloniaal die het steeds met vrouw Aal aan den stok heeft Zijn optreden als ceremoniemeester bij de bruiloft, het af- steken van zijn speech zijn zeer opmerkelijke tafereelen, die juist door het spel bijzonder inslaan. Mevr. Hesse als zijn vrouw Aal is zoo echt, dat het publiek bij' voortduring van haar spel geniet. Vol gevoel en meermalen ontroerend speel de Mevr. Bouberten Hope de rolvan Ant. Een der beste rollen, die wij tot nu toe van deze in haar genre zoo uitnemende actrioe zagen. Ook Anny Verhulst dient genoemd. Haar spel in het eerste bedrijf was opmerkelijk goed en ook in de beide andere bedrijven wist zij steeds den juisten toon te treffen. Emile Timrol heeft de rol van Tijs met zijn vele wisselingen op veriasende wijze gege ven. Gaarne noemen wij verder nog Jan Le- maire als Vader Kees, Anna Sluyters als zijn vrouw, Beppy Nooy als Griet en Anny Sluy ters als de jeugdige Mietje, terwijl eenige kleinere rollen goed waren getypeerd. De zangnummers zooals het palmlied van Tijs, Versche garnalen van Ant. Als je lacht dan ben je rijk Toewan Blanda enz deden Elsensohn, Timrot en Mevr Bouber als goe de krachten op dit gebied kennen en hun lie- deren verwierven applaus bij open stoel. Voor de muziek werd op uitstekende wijze gezorgd door de talentvolle jeugdige pianis- te Ada Dassie en den violist Jacobs Voor Oranje Hein zullen ongetwijfeld ve len een avond reserveeren! TER HALL'S JUBILEUM-REVUE 1928. Voor het eerst was bij de opvoering van Henri ter Hall's Revue de tent van Kingsber- gen op het Doelenveld niet geheel uitver- kocht. Op de lste rang waren zelfs een aan- tal rijen geheel onbezet en dit terwijl bekend is geworaen, dat dit revue-gezelschap dat a! 30 jaar bestaat, met November ontbonden zal worden. Wij hadden gedacht, dat het publiek zich voor alles zou haasten om deze revue te gaan zien, om de beste herinnering aan het gezelschap te bewaren en vertrouwen er op, dat dit voor de volgende avonden het geval zal zijn, want dit konden wij constateeren deze revue is dit en om de costuineering, die buitengewoon kostbaar is en om de tafreelen en om de geestigheden van Buziau en om de muziek ten voile waard. Van 8 tot half twaalf geniet men hier met oor en oog en als het einde daar is dan is men in hooge mate verwonderd, dat de 3>2 uur zoo gauw zijn verstreken. Op zichzelf is dit reeds een voldoende aan- beveling om de revue te gaan bezoeken, aan- gezien het publiek in dezen tijd van snelheid en gejaagdneid heel wat moeilijker 3i/2 uur aaneen bezig kan worden gehouden, zonder dat het weer naar iets anders verlangt, dan voor 30 jaar. Kosteldk is't den heer Buziau als Penalty Kick in zijn verhandeling over de Olympiade te hooren beweren, dat de bankdirecteuren reuzen kampioenen in het springen zijn en de kruideniers uitnemende kampioenen klein gewicht. Ook in zijn onderhoud met een van de nieuwe machtigen van dezen tijd, den ver- keersagent, is hij kostelijk, evenals in zijn verliefdheidsscene. Actueel is Buziau in zijn glossen over de uitbrekers van de buitengewone strafgevan- genis te Scheveningen. Hij geeft tevens blijk wel iets van Alkmaarsche politie-conflicten te weten. De heer Piet Kohler blijkt als Mr. Glaze- maker een goede partner, al is het altijd moeilijk om met een ster als die van de groot- te van Buziau samen te spelen. Het cabaret in de eerste acte is fijn. De wijze waarop daarin gedanst wordt een lust voor het oog. Buitengewoon mooi is de finale van de 2e acte, waarin de jaargetijden worden voorge- steld. Het tuinfeest in de 3e acte, waarin Buziau en Kohler als tuinbeelden fungeeren, geeft aanleiding tot groote vroolijkheid. Het tafreel in deze acte, waarin de revue's van Ter Hall de revue passeeren, is zeker reeds een gang hierheen waard. Als solo-violist had Louis Bouwmeester met zijn nummers „afscheid van het oude jaar" en „welkom aan het nieuwe jaar", bei- den van Gerrit van Wezel, een zeker ver- diend succes. Buziau is in zijn creatie „Tipsy" in deze acte om niet te vergeten. Wat weet hij bijzonder gezellig een aan- geschoten mensch weer te geven. Zelfs een geheelonthouder moet zich met zoo'n aan- geschoten baas verzoenen. De tooneelvindin- gen in dit nummer verdienen een woord van lof. De finale in deze acte „Holland—Indie", waarmede de revue eindigt, mag grootsch genoemd worden. Ook zij die liever een revue zien, die in be- paalde kringen vaak ten onrechte als onnet worden aangeduid, zullen toch goed doen met niet te verzuimen ook deze revue, die de verdienste heeft de ze in alle kringen der samenleving waardeering ondervindt, te gaan zien, aangezien ook zij zullen moeten ervaren, dat men hier, zooals wij reeds zei- den, en om Neerland's grootste komiek en om de costumeering en de muziek met oor en oog geniet. Uit Rutland. HET ALCOHOLISME IN RUSLAND. Nadruk verboden Het alcoholisme is steeds een der grootste vijanden van het Russische volk geweest. Dc Russische boer was zich bewust van de fu- neste gevolgen, welke het alcoholisme voor hem en de zijnen had; hij noemde het alcoho lisme „de groene draak", maar, zwak als de Rus is, was hij niet in staat den strijd tegen dien draak aan te binden. Hij vervloekte den „draak", stortte tranen bij het aanschouwen van de ru'ine van zijn huishouding, maar miste de wilskracht om het kwaad in zich zelf te bestrijden en geraakte van kwaad tot erger. Vaak hoorde men vroeger in Rusland de zucht slaken: „Als de czaar medelijden met zijn onderdanen had, dan moest hij de wodka verbieden." De czaristische regeering wilde echter niets van een dergelijk verbod weten, omdat het staatsmonopolie van wodka aan de schatkist groote belangen opleverde en de begrooting zonder die gelden niet slui- tend te maken was. De revolutionnaire partijen, vooral de bolsjewiki, buitien dat i|it om de regeering er van te beschuldigen, dat zij het volk vergif- tigde, dat de Staat de bevolking rui'neerde Deze beschuldigingen waren voor een zeer groot gedeelte waar; alleen vergaten de revo- lutionnairen te rekenen, dat een groot gedeel te van de schuld bij het Russische volk zelf lag, dat de bron van het kwaad het gebrek aan wilskracht van den Rus was, zijn gerin- ge weerstandsvermogen tegen de verleiding, zijn overtuiging, dat alles door iemand an ders gedaan moest worden, dat iemand an ders hem van al zijn kwalen moest bevrijden. Hoe dan ook, een van de beloften, die de bolsjewistische propagandisten kwistig deden was, dat de bolsjewiki, zoodra zij de macht in handen zouden krijgen, het alcoholisme zouden uitroeien, het Russicche volk als bij tooverslag tot geheelonthouders zouden ma ken. Het verbod van alcoholische dranken kwam echter niet van hen maar van den czaar. Bij de afkondiging van den oorlog legde de czaar meteen Rusland droog. Bij keizerujke oekase werd het vervaardigen, het verkoopen en het nuttigen van wodka en andere alcoho lische dranken ten strengste verboden. Bij de bezetting van een Oostenrijksche of Duitsche sfad werden alle alcoholische dranken, al het bier e.d. vernietigd. Dit was een geweldige revolutie, die voor het economische leven van het platteland in Rusland verdragende ge volgen heeft gehad. Natuurlijk, door deze oekase werd de drankzucht niet vernietigd en de drinkebroers dronken gedenatureerden spiritus, trokken alcohol uit lakverven e.d waardoor honderden mensehen werden ver- giftigd, maar voor de meesten was de afwe- zigheid van de verleiding zeer heilzaam. De bolsjewiki hebben dezen toestand gevon den, toen zij aan het bewind waren gekomen. Er bleef hun dus alleen maar over, toe te zien, dat de wet gehandhaafd en nageleefd werd, de ontduiking van de wet te onder- drukken en elke poging om in het geheim stokerijen op te richten, te vervolgen. Zij kon den dit echter niet doen, omdat zij in de eer ste jaren van hun heerschappij nog onvast in het zadel zaten en hun macht zich niet verder uitstrekte dan de door hun troepen be- zette steden. In het geheele land heerschtte een chaos, elke stad, elk gewest proclameer- de zijn onafhankelijkheid en de bolsjewiki werkten aan deze ontbinding mede, moedigde ze aan door de feuze te lanceren „wlastj na mjestach!" d.w.z. de plaatselijke overheid be- hoort de volte en onbeperkte macht te bezit ten. In dien tijd ontstonden in geheel Rus land duizenden geheime stokerijen, die de overheid moest dulden, omdat zij de macht miste ze te vervolgen. Spoedig kon elke boerin op zeer primitieve wijze wodka vervaardigen, die „samogon" werd genoemd. En sindsdien herwon de „groene draak" zijn macht over het Russche volk, hervatte hij zijn vreeselijk werk. De bolsjewiki voelden zich te zwak om de zen draak te bestrijden. Trouwens, de rol van Slot Joris zou voor hen slechte gevolgen kunnen hebben; zij konden zich toen hand- haven alleen door op de laagste instincten van de massa te speculeeren, door de massa in al les haar zin te geven, door alles te sanction neeren, wat de ruwe en zeei primitieve Rus sische massa deed. Alleen waar het ging om leven of dood van het sovjetregime (bijy. hij het beslag leggen op een gedeelte van den oogst voor de voeding van de bolsjewiki) tra- den de nieuwe heerschers hardhandig tegea de boeren op. De strijd tegen het alcoholisme was echter in hun oogen de moeite niei waard en zij wi l den de vriendschap met de massa niet opofferen aan den strijd tegen den „groenen draak". Naarmate de machtspositie der bolsjewiki verbeterde, naarmate zij sterker werden, be. gonnen zij ook aandacht te wijden aan het vraagstuk van het alcoholisme. De rol van een anti-alcoholischen Sint Joris lachte hun ook nu weinig toe, maar des te meer dachten zij aan de mogelijkheid, het rijksmonopolie van wodka te herstellen: de groote baten, die de verkoop van wodka kon opleveren, zouden een niet te versmaden steun worden voor hun politiek. Schuchter en in verschillende etappes het- ben de bolsjewiki dat plan verwezenlijkt. in het begin ontkenden zij, dat de bedoeling van dezen maatregel (de wederinstelling van het rijksmonopolie op wodka) winstbejag was Hun bladen waren zelfs verontwaardigdovei de bewering der „witte gardisten" (met de zen naam duiden de bolsjewiki al hun tegen- standers aan, onverschillig tot welke green die behooren, zoodat volgens de bolsjewisti sche bladen de sociaal-democraten en de voorstanders van het herstel van de onbe perkte monarchie een beweging vormen), dat de sovjet-fiscus op deze wijze de leege schat kist wil vulien. Later hebben zij echter deze schuchterheid prijsgegeven en hun lenders erkennen nu openlijk, dat, daar de schatkist leeg is en de ronnen van inkomsten vrijwel uitgeput zijn, de sovjetregeering zich gedwongen zag op deze wijze haar ontvangsten op te voeren. Het bleek echter, dat de sovjet-regeering zich vergist had: de opbrengst, hoewel niet onbe- duidend, beantwoordt in de verste verte niet aan de verwachtingen der bolsjewiki. Niet wij! de Russen plotseling geheel-onthouders geworden zijn, maar omdat ook nu de bevol king de voorkeur geeft aan samogon. Bij de wederinvoering van de wodka hoopte de re geering, dat de wodka (die nu, ter eere vat Rykof, den minister-president van de Sovjet- Unie, „rykowka" genoemd wordt) den samo gon zou verdringen. Het grootste gedeelte van de wodka zou dan ook naar het platte land gezonden worden om op deze wijze den boeren het geld uit de zakken te kloppen. De ze opzet mislukte echter. De wodka bleef in de steden en het platteland drinkt ook nu sa mogon. En de productie van dezen drank neemt steeds grootere afmetingen aan. Ge weldige hoeveelheden graan worden ver- stookt en dat terwijl honderdduizenden men sehen gebrek aan voedsel hebben. Zelfs nu, terwijl de voedselschaarschte onrustbarende vormen aanneemt, terwijl de honger voor de deur staat, wordt onnoemelijk veel rogge aan de consumpiie onttrokken om samogon te soken.En het platteland heeft zijn afzetge- bied uitgebreid en levert nu samogon ook aan de steedelingen (samogon is het eenige product, dat de boeren graag aan de stede- lingen verkoopen). De autoriteiten weten, dat in de bosschen, in afgefegen ravijnen, in verscholen plekjes stokerijen opgericht worden, dat in sommige gedeelten des lands zelfs geheime „samog® trusts" ontstaan zijn met een uitgebreia administratie en uitstekende organisaties, maar het kwaad uitroeien kan zij niet. Wordt een stokerij ontdekt en gesloten, dan ver- rijzen er eenige nieuwe. In de steden is mi een speciale Industrie ontstaan: de vervaar- diging van toestellen voor het stoken van sa mogon En de vaklieden, die die toestellen goed maken, verdienen vaak 200—300 roebel per maand, hetgeen in tegenwoordig Rus land een zeer hoog inkomen is. Rusland wordt overstroomd door den sa mogon en de rykowka. Overal worden deze dranken verkocht. Het gebeurt maar al t( vaak, dat de cooperatieve winkels de aller- noodzakelijkste producten missen, maar alco holische dranken kunt ge steeds in groote hoeveelheid en in verscheidenheid vinden. tn iedereen drinkt nu in Rusland: mannen. mannen, vrouwen, kinderen; arbeiders en m- tellectueelenboeren en stedelingen. En naasl de wolka, die ge in elken cooperatievec winkel kunt krijgen, bezorgen de boeren sa mogon (in melkbussen) aan hun klanten m de stad. Overal ziet ge nu in Rusland dronken mannen en vrouwen. De dronken man11® beginnen om elke kleinigheid met elkaar twisten, dan flitsen messen, gegil van vrou wen, van gewonden, gehuil va.n kinderen. Thuis gedragen de dronken arbeiders en bofr ren zich als beesten: zij ranselen hun vrou wen en kinderen, breken alles stuk. In n® geheele land weerklinkt het gegil van de "P beestachtige wijze geranselde en mishandddt vrouwen, het gehuil van de kinderen, die me ontzetting aanschouwen, hoe de vader n moeder mishandelt, het geweeldaag vatl huismoeders over het vernietigende raad. De „groene draak" is onbeperkte mee® van Rusland geworden. Dr. BORIS RAPTSCHINSKY

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 8