w
0
*00
J
BOEKKANDEL.
AD VERTENTIEBDREAU.
DBDKKERU
G
f
f provinciaal nleiiWs
Binneniand
1
I
W SSTsecia/aii
iziqrerlclit voor 1^^7-oxrtix^r ie Kortexi "W
HEILOO.
1 in de Donderdagavond gehouden be-
shiursvergadering van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw is in de vaca-
'ure-Mulder gekozen tot voorzitter de heer
o. B. Jansen.
KOEDIJK.
De raad vergaderde Donderdag ten 2'A
"In verband met de notulen merkte de beer
Mulder op, dat zijn bedoeling was geweest
om voor de gemeente profijt te trekken van
de belastingverlaging van de personeele be-
lasting In Rotterdam zijn van de 160000 aan-
reslagenen, door de wetswijziging er 70000
komen te vervallen. In Koedijk moeten men-
schen die in een huis van f 2 wonen nog
personeele belasting betalen. Een ieder valt
hier dus in deze belasting en voorkomen moet
worden dai bet platteland de dupe wordt van
de verlaging a an de groote steden verleend.
Spr wil geen verlaging van de opcenten,
doch wil dat Koedijk in een hoogere klasse
kofllt
De Voorzitter bad het wenschelijk
eeoordeelt vast te houden aan de draag-
krachtgrens. Het volgend jaar kan verlaging
cevonden worden in verlaging van de op-
jenten. Wanneer bet gevonden moet wor
den in bet plaatsen van Koedijk in een andere
klasse, dan vallen te veel woningen er buiten.
De woningen van de bouwverecniging val
len er dan wel in en v/el minstens met gelijke
locnen als die bewoners vallen er dan bui-
ten.
Dit kwam spr. onbilhjk voor.
In hetgeen in de vergadering is besproken
kebben B. en W. echter wel aanleiding ge
vonden om de zaak in het oog te houden.
Als er aan'eiding toe bestaat, zullen B. en
K' trachten, de belasting zoo billijk mogelijk
te krijgen, door tot de 6e klasse over te gaan
of door verlaging van de opcenten.
De heer M u 1 d e r verklaarde zich hier-
mdee voldaan,
Van Ged. Staten was de goedkeuring in-
;ekomen op bet besluit tot het verhuren van
in der gemeente woningen.
Kon. goedkeuring was verkregen op het
besluit om het vermenigvuldigingscijfer op
1 te stellen
Namens zijn vader was van den heer Plce-
ger een dankbetuiging ingekomen om aan
lijfl vader verleende foes-lag op zijn pensioen.
Volgens een rapport waren de landerijen
van de gemeente bij de huurderr in goede
ord. bevonden.
Deze stukken werden voor kennisgeving
aangenomen.
Ingevolge diens verzoek- werd besloten de
aanslag van den heer J. Oud van 2 honden
op een bond terug te brengen.
J. Wit Gz. verzocht plaatsing van zijn
hond in de 2e klasse.
Het verzoek werd ingewilligd.
Jb. Dekkef had een gelijk verzoek inge-
dknd. Werd afgewezen, omdat de bond ge-
rogeld op den weg loopt
Een gelijk verzoek van T. Riugs en tevens
Dm een half jaar ontheffing v/erd voor het
le gedeelte met ingewilligd en voor het 2e
niet.
Van P. J. Huiberts was ook een verzoek
Iflgekotnen om de aanslag van zijn hond van
de le in c'e 2e fclas te veranderen. Werd niet
ingewilligd
Een gelijk verzoek was van den heer S.
Hes ingekomen. Ook dit werd afgewezen.
Besloten werd om van M. de Weerdt voor
de hondenbelasting een half jaar ontheffing
te verleenen.
Van de R.K. Sehoolfeestcommissie te
Oudorp was het verzoek ingekomen om voor
h-et schoolfeest een subsidie van f 0.50 per
kind toe te kennen.
B. en W. stellen voor de subsidie van
0.30 op 0.35 per kind te brengen. Corn-
form besloten.
Een verzoek van C. Wallaart om hem vrije
geneeskundigfc behandeling toe te kennen,
werd overeenkomstig het voorstel van B. en
W in handen van B. en W. ter afdoening
gesteld.
Een verzoek van het Westfrische Genoot-
schap ,,Oud West-Friesland" om een jaar-
lijksehe bijdrage, werd in handen van B. en
.w. om advies gesteld.
Besloten werd aan den heer Hart aan het
einde der vergadering gelegenheid te geven
tot B. en W. vragen te richten in verband'
met zijn afvaardiging naar den Raad van
Staten en in verband met het hardrijden in
de gemeente.
Na eenige discussie werd overeenkomstig
het voorstel van B. en W. besloten om aan
het bestuur van de IJsclub te Pancras een
subsidie van 34 te verleenen, als vergoe-
%g voor het te werk stellen van inwoners
uk ae gemeenie.
Overeenkomstig het rapport van den heer
Hart werd de gemeenterekening voor den
gewonen dienst vastgesteld, ontvangsten
f 77170 54, uitgaven f 72415.575, batig sal-
do f 4754465, kapitaaldienst ontvangsten
19700.uitgaven f 19450, batig saldo
f 250.Cher de rekening van het G.E.B.
bracht de heer Smit rapport uit, deze rekening
werd op een bedrag van 14022.105 vast
gesteld.
De heer Groen rapporteerde over de
rekening van het B. A. Ontvangsten
f 9418.60, uitgaven 9231.80. Batig saldo
f 186.80. Comform besloten.
Z.h.s. werd besloten de raadsleden voor
1929. Gewone dienst 68000, kapitaaldienst
10250, die van bet G.E.B. ontvangsten en
uitgaven 1330435, kapitaaldienst 1400 en
van het B. A. ontvangsten en uifgaven
f 8956 15 met een subsidie van 5000 van
de gemeente in iiaden van de raadsleden. bui
ten de wet'houders te stellen en de begroo-
ting ter visie te leggen
Comform het voorstel van B. en W. werd
besloten een gemeentewoning voor f 2.
per week te verhuren aan den heer K Ha-
ringhuizen.
Vragen van de heeren Hart
em M u 1 d e r.
Aan de orde waren hierop de schriftelijk
ingekomen vragen van de heeren Hart en
Mulder over het gebeurde met de afvaardi
ging van den heer Hart naar den Raad van
Staten en het woest rijden in deze gemeente.
De heer Hart herinnerde eraan, dat m
de vorige vergadering besloten was, om een
afgevaardigde van den Raad naar den Raad
van State te benoemen. De fout was ge-
maakt, dat men geen persoon had aangewe-
zen. Dit is een fout van den Raad geweest,
dus ook van spr. De Burgemeester had, om
dat hij met vacantie was, den loco-burge-
meester volmacht gegeven, een afgevaardig
de te benoemen en ik werd benoemd.
Toevallig kwam ik den daarop volgenden
Dinsdag met den loco-burgemeester in aan-
raking en die zeide: je raakt niet naar den
Hang, de burgemeester gaat heen. Dit heb-
bcn de burgem. en den seer, besloten. Ik ant-
woordde „dat neem ik niet, ik laat mij in
geen geval van mijn plaats, waarop ik ge-
roepen ben, verdringen en zal dan ook de
noodige maatregelen in deze nemen". Wat is
voor den burgemeester en den secretaris de
reden geweest om er toe te komen, dat niet
ik, maar de burgemeester gaat? Dit kweekt
bij ons de noodige argwaan, of in deze wel
juist is gehandeld en of Ged. St. wel op de
juiste wijze door B. en W. zijn geadviseerd
Ik protesteer ten sterkste tegen deze behan
deling. Wanneer het gaat om een eerlijke
zaak, laat ik mij door niemand van de
plaats, waar op ik geroepen ben, wegdrin-
gen.
Volgens mijn inzicht, heeft de secretaris
niets te vertellen, doch enkel uit te voeren,
Wat wij bcsluiten. Hij is onze ambtenaar en
wij niet de zijne. Als men dit hier maar van
vandaag af onthoudt.
Te elf der ure veranderde men weer en
ben ik toch als afgevaardigde van Koedijk
naar den Raad van State geweest.
Wat zijn de redenen geweest om zoo te
handelen.
De wijze waarop ik breicht kreeg van mijn
afvaardiging is geen manier. Enkele uren
voor den tijd kreeg ik bericht, dat ik op een
bepaald uur in den Haag moest wezen. Een
dergelijke manier van doen, vindt ik laag
bij den grond.
Iemand uit de laagste groepen van het
volk handelt nog niet zoo. Een raadslid is
niet minderwaardig. Ik acht mij op mijn
plaats niet minderwasidig aan B en W. op
de hunne, al ben ik dan een proletaries
Ik spreek dan ook over het gebeurde mijn
afkeuring uit en knoop er den wensch aan
vast, dat het niet meer zal gebeuren en er
meer eerbied voor een raadslid zal worden
betoond.
Ik hoop, dat U; burgemeester, zal toonen
te zijn een voorzitter die boven de partijen
staat. Gaat dat niet, dan is hier een prece
dent geschapen. Ik ben niet voor preceden-
ten, doch wie heeft het uitgelokt?
Wethouder Jb. V i s s e r ontkende, dat
in de navergadering, zooals de heer Hart
beweert had, de afgevaardigde was aange-
wezen. Dit was op den weg gebeurd. Ook
ontkende spr. te hebben gezegd, dat de bur
gemeester en de secretaris besloten hadden,
dat de burgemeester zou gaan. Spr. had
gezegd, dat de secretaris had verteld, dat de
burgemeester naar den Haag wilde. Spr
vond het geheele geva! kleingeestig Hem
kon het niet schelen wie er naar den Haag
ging.
De Voorzitter was van oordeel,
dat wanneer de raad besluit, dat iemand
naar een bepaalde zitting zal gaan, het vol-
gens art. 7 aer gemeenrewer vanzerreprerara
is, dat de burgemeester dit doet. Spr. kan dan
ook niet inzien, dat er een fout gemaakt is.
Het had, toen besloten werd om in be-
roep te gaan, op den weg van de meerder-
heid van den raad gelegen om te zeggen,
wij achten het gewenscht, dat iemand van
de meerderheid gaat.
Met het oog op mijn vacantie heb ik met
de wethouders de ,zaak besproken.
Een van de wethouders wenschte er heen
te gaan en ik Het het toen aan den burge
meester over om een afgevaardigde aan te
wijzen.
Een besluit om iemand uit de raadsmeer-
derheid aan te wijzen werd niet genomen.
Tot den secretaris had spr. gezegd „ik
vermoed, dat de oproep om voor den Raad
van Staten te versehijnen zou komen als ik
terug ben en dan heb ik geen bezwaar er
heen te gaan.
Er is door den burgemeester en den se
cretaris echter niets besloten. Later hoorde
ik van de afspraak, dat de heer Hart er heen
zou gaan en ik heb toen gezegd „feitelijk is
dit onjuist."
Om alle schijn te vermijden van het arg
waan door den heer Hart naar voren ge-
bracht, heb ook ik gezegd „laat maar een
van hen gaan die voor het beroep gesiemd
hebben Voor de gedachte, die de heer Hart
uitsprak en die ik beleedigend vind was
geen plaats.
Uw vraag of aan Gedep. Staten wd op de
juiste wijze geadviseerd is, vind ik nog er-
ger. Een uittreksel van het besluit is aan
Ged. St. gezonden. U mag zoo'n beschul-
diging maar niet zoo uitspreken en er is ook
geen sprake van geweest, om iemand van
zijn plaats te dringen. Om den schijn te
vermijden, heb ook ik het tenslotte juister ge
vonden, dat iemand van's raads meerderheid
er heen ging. Wanneer ik naar Den Haag
was gegaan, dan zou ik echter niets anders
dan mijn plicht hebben gedaan. Ik ben geen
sterke partijman en ik zal altijd boven de
partijen staan. Ik zou mij dan ook gesteld
hebben op het standpunt van den Raad, om
dat ik het mijn plicht zou hebben gevoeld,
niets anders te zeggen, dan datgene wat de
Raad had beslist. Ik kan niet anders dan
betreuren, dat u de stukken zoo laat heeft
ontvangen, maar ik heb in den waan ver-
keerd, dat u tijdig bekend was met de om-
standigheid, dat u naar Den Haag zou
gaan. Het is hier een storm in een glas wa
ter. Er hebben hier geen onderaardsche
krachten gewerkt. Wij hebben loyaal ge
handeld.
Weth. Jb. V i s s e r deelde nog mede, dat
het bericht Vrijdagsmiddags kwam en dat
's Maandags daarop de Burgemeester thuis
kwam, waarom de wethouders er nog eens
met hem over wenschten te spreken.
Weth. W. V i s s e r wenschte de beschuldi-
ging van een onheusche behandeling van
raadsleden door B. en W. niet te nemen. De
heer Hart had dit waar te maken, anders
verwachtte spr. van hem, dat hij die be-
schuldiging zou intrekken.
De heer Hart behoefde geen beschuldi-
ging in te trekken. Spr. had niet gesproken
van een onheusche behandeling door B. en
W.; maar van e.en onheusche behandeling
vanaf de secretarie. Als ik de wethouders
heb betrokken in de qnheusche behandeling
dan is mij dat ontgaah en wil ik dat terug
trekken, omdat dit geenszins mijn bedoeling
is geweest.
Spr. was van oordeel, dat de zaak nog niet
was opgehelderd en vroeg, welk verschil er
is, of de Burgemeester ging of spr. Wij, al-
dus spr., hadden verwacht, dat een lid van
's raads meerderheid, die besloot tot beroep,
zou gaan.
De Voorzitter: Maar dat is toch ge
beurd.
De here Hart: Niet, dan nadat ik ge
dreigd had, krachtige maatregelen te zullen
nemen. Ik ben zelfs bij wethouder Visser ge
weest voor een spoedvergadering.
Weth. Jb. Visser: Ik heb toch zelfs ook
in tweede instantie tot u gezegd: „U gaat
naar den Haag" en daar was de zaak toch
mee af.
De Voorzitter: Ik wist aanvankelijk
niets van de beslissing der wethouders en
heb mij daar ten slotte bij neergelegd. Van
een onheusche behandeling mijnerzijds is dus
ook geen sprake.
De heer Hart: Maar de loco-burgemees
ter heeft toch gezegd: „De burgemeester en
secretaris hebben anders besloten; de Burge
meester gaat".
De Burgemeester: Ik ben met het
woord weggegaan, dat, wanneer de oproep
kwam, als ik terug was, ik geen bezwaar
had, om er heen te gaan. Toen ik de beslis
sing van de wethouders vernam, heb ik mij
daarbij neergelegd.
De heer Hart: Misschien wordt dit ge
zegd, om er zoo zacht mogelijk uit te komen,
Vrouw, tot een landlooper „En als Je nu niet maakt dat je
weg komt, roep ik m'n man".
Landlooper „Ja, dien ken ik. Dat is dat kleine kereltje dat
gisteren tegen me zei, dat ik 'em smeeren moest, of hij zou
z'n vrouw roepen". (Passing Show)
maar het is geen manier, om mij enkele uren,
voordat ik naar Den Haag moest, de stuk
ken te zenden. Ook ik had mijn werk te rege-
ien. Ik noem dit een onheusche behandeling
van de secretarie.
Weth. Jb. V i s s e r U wist het van mij
eerder. Het is spijkers op laag water zoeken
De heer Hart: U hadt mij toch toege-
zegd, dat ik er offieieel bericht van kreeg.
Weth. Jb. Visser: Dan moet u er niet
mee naar voren komen dat u uw werk hadt
te regelen.
De heer Hart: Vindt u het een nette be
handeling?
DeVoorzitter:U wist, dat U er heen
ging. Het zou iets anders geweest zijn. als
U dat niet wist. Het had anders gekund. Wat
de oorzaak van de stagnatie is geweest, laat
ik in het midden.
De heer Smit oordeelde, dat de heer
Hart in de vorige vergadering niet actief
was geweest. Voor de hamer viel, had hij
toen moeten zeggen: „Wij moeten nog een
afgevaardigde benoemen." Nu maakt hij
veel bombarie, maar ten slotte heeft hij zelf
erkend, dat hij fout was.
Meerdere leden wenschten nog het woord,
doch de voorzitter achtte het punt voldoend;
besproken en verleende het woord aan den
heer Hart voor het stellen van vragen over
het woest rijden in de gemeente.
Het bleek, dat de heer Hart zoolang de
Zuidzijde van het Kanaal voor het verkeer
was afgesloten, voor den veldwachter assis-
tentie wenschte om tegen de woeste rijders op
te treden.
De Voorzitter zeide, dat in een
maand al 40 processenverbaal waren ge
maakt, dat streng werd opgetreden, doch dat
hij zou overwegen, wat nog gedaan kon wor
den tegen de gevaar opleverendq snelheids-
maniakken.
Hierna sluiting.
DE VERKIEZINGEN VAN 1929.
Op initiatief van de vrouwengroep uit de
Liberale Staatspartij, den Vrijheidsbond, zal
in September op verschillende plaatsen in
ons land een landdag worden gehouden, als
inzet voor de verkiezingen van 1929.
VERDRONKEN.
Sedert Woensdagmiddag 3 uur werd uit
het Louisahuis te Roermond .een aldaar ver-
blijf houdende oude vrouw vennjist. Gister-
avond laat werd uit de rivier de Roer nabij
de fabriek „De Steel" het lijk opgehaald van
een reeds bejaarde vrouw. Bij nader onder-
zoek bleek het de vermiste oude vrouw te
zijn. Een geneesheer constateerde den dood
STAKING.
Op de steenfabriek van den heer Geldens
te Kerkdriel hebben Dinsdag de modder-
kruiers den arbeid neergelegd. Tengevolge
daarvan staan de werkzaamheden stil.
STAKERS DOOR DE POLITIE J
UITEENGEDREVEN.
In de Nicolaas Beetsstraat te Amsterdam
hebben ongeveer 500 stakers gepoogd een
auto met werkwilligen tegen te houden. Zii
iiamen een dreigende houding aan. De poli-
tieagenten hebben met de sabel de staken
uiteengedreven.
ONTPLOFFING. 'T-
Gisteravond is in de zoutziederiji van ~dl
firma Kolf en Vis te Kralingsche Veer te
Rotterdam een centrifuge uit elkaar gespron-
gen, waardoor de 45-jarige arbeider A. v. K
uit Capelle aan den IJssel van drie meter
hoogte is gevallen. Met een gebroken rechtei
onderarm en inwendige kneuzingen is hij ir
het ziekenhuis aan den Coolsingel aldaar ter
verpleging opgenomen.
BRANDEN.
Te Leeuwen-Beneden is gisteren afge«
brand de schilderszaak en woning van H. J.
Kersten. De inboedel ging grootendeels ver-
loren. Alles was verzekerd.
aan den gemeentetoren der Ned. Herv. Kerf
KWIJTSCHELDING VAN STRAFFEN.
In verband met den verjaardag van H.M.
de Koningin zijn op 31 Augustus aan alle mi-
litairen de opgelegde ficbte straffen kwijt ge
scholden.
KORTE BERICHTEN.
Bij de politie te Rotterdam heeft zich
gemeld K. E. uit Zaandam, die opgaf eenige
dagen geleden te De Bildt een bankbiljei
van 25 te hebben gestolen. Hij is daarheen
op transport gesteld.
Gisternacht is ingebroken in de villa
van den heer J. R., aan de Stadhouderslaai
te 's-Gravenhage. Alle kamers zijn door-
zocht, wat zonder moeilijkheden kon geschie
den, daar de familie R. afwezig was. Uit een
buffet zijn verschillende stuks eetgerei gesto
len. De inbrekers hebben het echte tafelzit
ver als van weinig waarde ter zijde gelegd,
Strandkcnnis„VeeI in zee geweest hier, meneer I"
De dikke„Nee, ziet U. de dokter heeft me verboden, eerder
dan twee uur na een maaltild te baden. En, verdraaid nog toe,
ik heb iedere twee uur een nrnaltyd". (Hpmorlst)
-
Zi -x
W, wr t
Vv5 Msftu *'*v
V-
f- 4
...vvc.A/ 4 n>>.
I KSitss-
N.V. Bosk- en Handelsdrukkerij voorh. HERMs. COSIER ZOON,