DAOBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. ROOKT ¥!SFi.iliIS FIMB IIB BKSTE sr Honderddertlgsie Jaargang No. 216 Dlf Dumrner Besfaaf uit 2 bladen 1928 Deze Courani word! ELKEN AVOND, behalvc Zon- en Feestdagen, uitgegevcn. Abonnemenlsprijs bij vcoruit'oetaling per 3 maanden voor Alkmaar /2.franco door bet geheele Rijk /2.50. Afzonderlijke en bewijsnummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENj Per regel /0.25, bij groote contracten rabaf. Oroote letters naar plaatsrtxfmfe. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h HERMs. COSTER ft ZOON* Voordam C9. Directeur: G. H. KRAK« Telef.nr. Administratie 3. Telefoonnr. Redactie 33. Postgiro 30607. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 12 SEPTEMBER OageBijksch ovorzichf. DE REDE VAN BRIAN D. HET ANTWOORD VAN DEN DUITSCHEN RIJKSKANSELIER. Miiller spreekt voor de inter- Rationale pers. Hij verdedigt zijn rede en beantwoordt die van Briand. Miiller en Briand twee sterk verschillende personen. Dat er op de rede van Briand nog wel een en ander kritiek 'itgeoefend zou worden, stond vast. Daarvoor was de rede van den Franschen gedelegeerde te scherp. Gister- avond heeft de Duitsche rijkskanselier de in- ternationale pers ontvangen, blijkbaar met de bedoeling, om een antwoord te geven op de redevoering van Briand. Midler's verklaring Waren uiterst stroef en Itoel. Van vriendelijkheden aan het adres van Frankrijk, of aan Briand persoonlijk was geen sprake, doch ook niet van een verscher- ping van bet incident. Miiller verklaarde in zijn rede in de Vol- kenbondsvergadering het Duitsche standpunt te hebben verdedigd en niet gesproken te heb- ben als socialistisch partijman. Als hij dat gedaan had, dan zouden zijn opmerkingen over de ontwapeningskwestie welldcht nog ietsscherper zijn geweest. Miiller meende echter te moeten spreken als verantwoordelijk man op zoodanige wijze, dat daardoor prac- tisch de zaak van de ontwapening zail worden bevorderd. Met betrekking tot Briand's aanbeve- ling, dat men vertrouwen moet schenken aan den Volkenbond, antwoordde Miiller, dat er op dit punt geen onderscheid bestaat tusschen de Duitsche en Fransche opvattingen. Ook hij heeft steeds het Duitsche volk aangeraden, groot vertrouwen in den Volkenbond te stel- len, doch helaas! moest telkens- Mijken, dat onder de g.roote massa van het Duitsche voile dit vertrouwen nog geenszins "algemeen is. Het volk wenscht daden te zien, waarop ver trouwen kan worden gebouv/d. En met het oog daarop heeft Miiller gemeend, dat een duidelijk woord over de ontwapeningskwestie zeer noodig was. Miil'er herinnerde er hierbij aan, dat Duitschland steeds ye-rklaard heeft, geen maximale ontwapeningseischen te stel- len, doch voorloopig met een eerste begin ge- noegen te nemen. Miiller hoorde dan ook met voldoening, dat Briand in zijn rede erkend heeft, dat Duitsch'and thans ontwapend is. Intusschen toonde de rede van Briand, dat men aan de zijde der vroegere tegenstanders van Duitschland in den wereldoorlog, nog aarzelt tot bewapeningsvermindering over te gaan, omdat men Duitschland's eventueele oorlogssterkte in de toekomst vreest. Letter- lijk zeide Briand: „Duitschland is ontwa pend, maar het leger van honderdduizend man, dat het bezit, kan binnen enke'e uren groeien tot het machtigste leger der wereld. Briand zeide dit met het oog op de vele duizenden jongemannen in Duitschland, die na den oorlog hebben deelgenomen en die onmiddellijk in een vplgenden oorlog weer bruikbaar zouden zijn. Miiller zelf gelooft niet, dat er spoedig weer een oorlog zal uitbreken, terwijl hij de geallieerden er op attent maakte, dat men thans reeds 10 jaar van de wereldoorlog a! is en het aantal jonge mannen, dat daaraan deelgenomen heeft, snel is verminderd. Verder wordt van geaHieerde zijde betoogd, dat Duitschland's handelsmarine en Indus trie zoo sterk vooruitgaat en dat deze gemak- kelijk voor oorlogsdoeleinden zouden kunnen worden dienstbaar gemaakt. Miiller ant woordde hierop, dat men Duitschland toch geen verwijten kan maken, nu dit land zoo- veel aan reparaties te betalen heeft, dat het alle krachten inspant can door ontwikkeling van'zijn marine en van zijn industrie de ver- plichtingen te kunnen nakomen. De geheele wijze, waarop Miiller tegenover de Internationale pers praatte toont wel dui delijk, dat Briand en Miiller twee zoo gansch verschillende personen zijn, dat men begrij- pen kan, dat de onderhandelingen tusschen hen lang niet zoo gemakkeliik zullen gaan als tusschen Stresemann en Briand. B&artssiiasnel DUITSCHLAND. NOG EENS BRIANDS REDE. Hoe men het te Berlijn ziet De Parijsche correspondent van het „Berl. Tag." verneemt van bevoegde zijde, dat de rede van Briand niet, zooals in de Duitsche pers veelal werd voorgesteld, door Poincare is geinspireerd, maar dat de Fransche minis ter van buitenlandsche zaken de rede geheel ®P eigen initiatief heeft gehouden en dat zij woord voor woord Briands persoonlijke op- vatting weergeeft. Aanvankelijk was Briand niet voomemens 9P de rede van Herman Miiller te antwoor- den, maar op aanaringen van verschillende Fransche gedelegeerden, hoofdzakelijk wel van Paul Boncour, heeft Mj hiertoe toch be- slotea, daar te vreezen stond dat als gevolg van het onbetwistbaar succes van Mullers rede een aantal neutrale gedelegeerden zich inzake de ontwapeningskwestie bij het stand punt van Duitschland zouden aansluiten. Op deze wijze zou in den Volkenbond een sterke strooming voor algemeene ontwapening zijn ontstaan, die zich natuurlijk tegen de Fran sche these zou hebben gericht. Men achtte het daarom in het Fransche kamp geraden alarm te blazen en de kleinere bondgenooten rondom Frankrijk te vereenigen. DE MANOEUVRES VAN HET FRANSCHE RIJNLEGER Klachten in de Duitsche bladen Bewijzen van goed gedrag gevraagd De Fransche manoeuvres in den Eifel geven de Duitsche bladen, en vooral die uit de streek of de omstreken, aanleiding tot allerlei klachten. De Fransche troepen schij- nen zich nogal snel en in diChte gelederen te verplaatsen waarmee zij' het verkeer leelijk in de war brengen. Doch dat niet alleen; de ver- plaatsing gaat zoo snel en klaarblijkelijk niet geheel volgens programma, dat men in ver schillende plaatsen soms geheel onvoorbereid een groote troepenmacht moet ontvangen en inkwartiering verschaffen. Elders waar men al lang aanzegging van inkwartiering had gekregen, bleef deze uit of kwam later dan was aangekondigd. Erger is, dat de wegen door de autovoertuigen van het Fransche leger aan puin gereden worden. De Eifel voert toch al een moeilijken strijd om het be- staan en kan deze nieuwe lasten ternauwer- nood dragen. Voorts melden de bladen, dat de troepen d.w.z. bun aanvoerders er op uit zijn, zich van de overheid van de plaatsen, waar zij in- gekwartierd zijn geweest, bewijzen van goed gedrag te laten verschaffen. De bevolking ziet daarin een poging om later die bewijzen uit te spelep als een bewijs van de goede verstandhouding met de bevolking, die met de bezetting nog niet zoo ontevreden zou zijn Dat is zij echter wel. Niet alleen, dat het stui- tend en onaangenaam is om vreemde legers oefeningen te zien houden op Duitschen bo- dem, ook de materieele schade wanrbij het uitblijven van het vreemdelingenverkeer ook nog een factor van beteekenis is is te groot, dan dat er van een blijde inhaling van de troepen sprake zou kunnen zijn. Aan de gevoelens van het Duitsche volk heeft Zondag minister von Guerard te Mainz uiting geceven door te verklaren, dat de ver- halen in Fransche bladen over de goede har- monie tusschen de manoeuvreerende troepen en de bevolking onjuist zijn. „De 67.009 vreemde soldaten met haar gevolg", zei de minister, „zijn voor ons slechts een indringer. Zij zijn bovendien een beletsel voor overeen- stemming met onzen Westenlijken buurman" EEN SCHOONZOON. Op verzoek van de politie te Bremen is te Berlijn een koopman, Behrens genaamd, in hechtenis genomen. Behrens had eenigen tijd geleden een kleine zaak in waschgoed ge- opend. Eenigen tijd later maakte hij kennis met een bankier, die de onvoorzichtigheid be- ging hem in zijn woning te ontvangen Kort daarop gold Behrens algemeen als de ver- loofde van de dochter des huizes. Behrens leende nu van zijn aanstaanden schoonvader belangrijike bedragen om, zooals hij beweer- de, zijn zaak te vergrooten. in werkelijkheid echter. besteedde hij het geld om knoeierijen op groote schaal te plegen. Dank zij de pro- tectie van zijn toekomstigen schoonvader, was Behrens in verbinding gekomen met den, Norddeutschen Lloyd, die bij hem kleine hoe- veelheden lakens enz. voor haar schepen be- stelde. Van zijn bezoek on het bureau van de bekende reederij maakte Behrens gebruik een groote hoeveelheid briefnapier en stempels van den Norddeutschen Lloyd te stelen. Nu begaf hij zich naar Auerbach in het Vogt- land, waar hij met behulp van het gestolen papier bii drie fabrieken groote bestellingen aan waschgoed voor de nieuwe oceaanschepen Europa en Bremen deed. Hij betaalde aan de fabrieken zelfs voorschotten uit. In het ge heel bestelde hij ongeveer een millioen stuks waschgoed, die hij per spoor naar verschil lende steden deed zenden. Van hieruit diri- geerde hij de verduisterde waren weder naar Berlijn, waar hij ze tegen spotprijzen van de hand deed. zijn terugkeer deed, was vergezeld van eenige vrienden een bezoek te brengen aan zijn graf. De politie staat thans voor de moeilijke taak uit te zoeken van wien het lijk is, dat jaren geleden op naam van Schley werd be- graven. LINCOLN EYRE, f Een bekend, Amerikaansch journalist. Lincoln Eyre, een in Berlijn welbekend Amerikaansch journalist, correspondent van de „New York Times", is aan de gevolgen van een blindedarnj-operatie overleden. Lincoln, die sledjts 39 jaar oud is gewor- den, heeft niettemin! veel beleefd en meege- maakt. Acht jaar geleden kwam hij te Berlijn uit Rusland, zoo herinnert het „Berl. Tag." Hij was de eerste journalist, die in de Sovjet- republiek was doorgedrongen. Vele Europee- sche conferenties heeft hij „verslagen", maandenlang vertoefde hij in het bezette Ruhrgebied. TWEE- KL AjSSENSTE LSEL\ Op de spoorwegen Naar de „Voss. Z." uit goede bron ver neemt, zal het twee-klassenstelsel bij de rijks- spoorwegen op zeven October a.s. tegelijk met den winterdienst worden ingevoerd Voortaan zuilen er nog slechts tweede en derde klassen zijn. De eerste klasse zal nog alleen in de voornaamste sneltreinen en in de slaapwagens worded gehandhaafd. DE ZAAK-STINNES. Het onderzoek te Weenen Een telegram van het W.B. te Weenen meldt, dat de Berlijnsche justitie de vorige week een rechercheur met een bevel tot aan- houding naar Weenen heeft gezonden ter ver- volging van een aldaar wonend persoon. De man is gearresteerd en zal waarschijnlijk naar Berlijn worden opgezonden. Hij is geen Oostenrijfker. Uit hcrgeen bij een huiszoeking is gevonden, zou blijken, dat de gearresteerde opdracht ha din den Balkan en vooral in opdracht had in den Balkan en vooral in lijn te brengen. De man is in de Weensche handelswereld totaal onbekend; aangenomen wordt, dat hij in de geheele aangelegenheid slechts ondergeschikte diensten heeft bewe- zen. DE RAMP OP DE ELBE. De ramp op de Elbe, weike Zondagavond de propaganaaweek voor Altona en Blanke- nese (niet Blankeweser) besloot, wordt nog steeds druk te Hamburg besproken, vooral wat de schuldkwestie betreft, waaraver men nog in het duister tast. Sommige critici ver wijten de rivierpolitie, dat er niet gezorgd was voor voldoende verlichting van het vaar- water. Over de juiste toedraeht loopen de meeningen ook uiteen. Vast schijnt te staan dat „Konigin Luise" trachtte achterwaarts naar de landingsplaats in Blankenese te ko- men. De binnenkomende Engelsche stoom- boot zag geen voldoende liehten en kon niet uitmaken welke beweging de Duitsche boot maakte. Gezagvoerder en loods van den En- gelschman verklaren, dat zij twee signalen hebben gegeven. Sinds lang schijnen er klachten te zijn ge- uit door kapiteins van groote schepen over de geduchte opstop-ping in het vaarwater vooral op Zaterdagen en Zondagen door de vele kleine pleiziervaartuigen. Waarschijnlijk zal het ongeval den stoot geven aan een ernstig onderzoek van de bestaande toestanden op de Elbe. 99 Ml UIT DEN DOODE HERREZEN. Een man, die zijn eigen graf bezoekt. Een Elzasser, Schley geheeten, vertrok in 1894 uit Straatsburg om in Amerika zijn ge- luk te beproeven. Toen hij dezer dagen te Straatsburg terugkeerde, kwam hij tot de ont- dekking, dat hij officieel dood was. Toen hij indertijd vertrok, deelde hij niemand mede, waarheen hij zich zou begeven. Korten tijd na zijn vermissing vond men in het bosch een lijk, dat men voor het stoffelijk overschot van Schley hield. Onder zijn naam is het toen be- graven. Een van de eerste dingen, die Schley na FRANKRIJK. DE REDE VAN BRIAND. De indruk te Parijs. Te Parijs wordt de rede van Briand in de Volkenbondsvergadering levendig besproken. De nadruk wordt gelegd op dat deel der rede, waarin Briand spreekt over de „openlijke ont wikkeling van het Duitsche leger". Men brengt deze opmerking van Briand in ver- band met de rede van Painleve, den minister van oorlog, te Meaux. In deze rede verdedig- de Painleve het gedenken van den slag aan de Marne, waartegen men van pacifistische zijde opgekomen was. Hij zeide daarbij o.a.: „En indien, volgens een onderstelling,die men slechts noode durft uiten, een volk, met het verbreken van zijn vrijwilSig gegeven woord, zou grijpen naar de wapens tegen een ander volk, zou het aangevallen volk met een beroep op de herinnering 'en het voorbeeld van den slag aan de Marne het recht en den plicht hebben zich met al zijn kracht tegen den overweldiger te keeren." Voorts verklaar de Painleve, dat de regeering van Frankrijk zich nu en voortaan zoowel voor blind wan- trouwen als voor een „al te edelmoedig en ontijdig vertrouwen, waarvan het zelf slacht- offer zou kunnen worden", moet hoeden. Men meent in nationalistische kringen de gevolg- trekking te kunnen maken, dat het kort op elkaar volgen van deze aanduidingen niet zonder reden is. De Intransigeant trekt er de conclusie uit, dat de angst van Frankrijk voor Duitschland niet zonder grond is. POINCARe TE STRAATSBURG. Bij zijn bezoek aan Straatbsurg heeft Poin care in zijn tafelrede aan het banket gezegd, dat „de Elzas op het oogenblik rijker en mooier is dan ooit". De Temps, die een be- schouwing aan Poincare's toespraak wijdt, zegt, naar aanleiding van deze woorden: Er zijn waarlijk onvergelijkelijke resnltaten bereikt. „Wel verre van te lijden onder zijn aanhechting aan Frankrijk zoo kon men verleden jaar lezen in het rapport van de kamer van Koophandel te Straatsburg, is de Elzas er na den wapenstilstand in geslaagd zijn productie aanmerkelijk te ontwikkelen en de activiteit van zijn handel uit te breiden. Het is zeker, dat de gemakkelijke aanpassing van de Elzasser economie aan het Fransche kader, die een onpartijdig waarnemer ter- stond opmerkt, door de cijfers van die sta- tistieken wordt bevestigd". Wat weegt tegenover zulk een vlucht, de stelselmatige bekladding van de autonomis- ten? Wanneer een hunner, Rosse, op een ver- gadering durft verklaren, dat „de Elzas tot 1914 gelukkig was" waarmede hij be- doelt, dat het thans ongelukkig zou zijn kan men dan een oogenblik aan zijn goeden trouw gelooven? Het is voldoende deze streek, een prachtigen, rijken, vruchtbaren tuin, te bezoeken, om zich te overtuigen van de voortdurende leugen, die de anti-nationale pers verspreidt en zich gereed maakt in nieu we bladen met meer kracht te gaan verprei- den. Een propaganda echter, die zich elk oogenblik aan de waarheid en aan de feiten stoot, kan geen duurzaa succes hebben. De Temps meent intusschen, dat de dag niet meer ver is, dat Elzas en Lotharingen wanneer men voortgaat de pangermanis- tisceh drijverijen te beletten en de materieele welvaart der herwonnen provincien te bevor- deren met verontwaardiging en walging zich van deze propaganda zullen afkeeren. EEN GOEDE PERS IN FRANKRIJK. De redevoering van Briand te Geneve heeft een goede pers. Men zegt, dat hij eerst niet wilde spreken. Hij had niet veel te zeggen, maar het ritueel verkoos het eenmaal. Toen is hij met een boos gezicht opgestaan. Men wist, dat hij het woord had gevraagd en dan loopt het vol in de zaal en op de tribunes. De lange redevoering werd zonder een enkele aanteeke- ning uitgesproken. Terwijl hij sprak, kwam hij er meer en meer in. De grimassen en mimiek met de handen, bracht hem dadelijk de lachers op zijn hand Zijn oogen glinsterden vroolijk, eenmaal kruiste hij de handen ironisch op de borst om de onschuld van de Duitschers in eigen oogen te kenschetsen. De Duitsche gedele geerden, die gespannen tcehoorden, hadden aanvankelijk schik in zijn effecten. Later ech ter versomberde hun stemming. Ook heeft hun niet kl'appen bij het einde de aandacht getrokken. Volgens de Echo de Paris onthiel- den minister Beelaerts van Blokland en Un- den zich ook van applaus. Hier daarentegen wekten zijn woorden'n koor van instemming. Dit gaat van de uiterste radicalen tot de nationalisten. De Action Frangaise en de sociaHstische Populaire alleen maken een uit- zondering. ENOELAND. DE VLOOTBASIS VAN SINGAPORE begeven, waar de hopoogst in vollen gang is, Onder de plukkers, voor een groot gedeeltfi kinderen, zijn pokken en dyphtheritis uitge- broken; velen zijn naar het gasthuis overge-, bracht. De hopplukkers komen voor het mee- rendeel uit de Londensche volkswijken. Heele gezinnen doen aan den hopoogst mee en be- schouwen dien als een soort vacantie. SIR AUSTEN CHAMBERLAIN. Vooruilgaaride. Een radiogram van het s.s. „Orcoma" meldt, dat de gezondheidstoestand van Cham berlain zeer vooruitgaat. Hij wandelt weei op het dek en geniet veel van de zeereis. DE STORING VAN DE TELEFOON Boodschappen per taxi en per fief Te Londen heeft men Maandag wel de er- varing opgedaan hoe onmisbaar de telefoor- in het moderne leven is. Door den gemelder brand in een telefoonkabel, Zaterdagavond, waren namelijk tenminste een dozijn centra- les gestoord. Tal van firma's, magazijnen er bureaux in het West End waren van de bui- tenwereld afgesneden. De typisten werden op de fiets uitgezonden en dringende mededee- lingen werden per taxi overgebracht. RUSLAND-' D1EFSTAL VAN EEN STUK SPOORLIJN. Een gesclul tusschen de kolonie en het rijk. De learner van koophandel van Singapore heeft een speciale vergadering gewijd aan een bespreking van den toestand, ontstaan in ver- band met het antwoord der Britsche regee ring op een protest der kolonie tegen het plaatsen van uitgaven in verband met de vlootbasis op de rekening der kosten voor het garnizoen, welke uit plaatselijke inkomsten worden bestreden, en wel op grond van de overweging, dat deze basis niet noodzakelijk is ter verdediging der kolonie, maar slechts als onderded der verdediging des rijks. De Britsche regeering stelae voor, dat alle militaire uitgaven in verband met de inrich- ting der basis op de legerbegrooting zouden worden geplaatst, maar dat de kolonie de kosten voor het garnizoen ten voile zou dra gen. De vergadering nam een motie aan, inhou- dende dat van de kolonie slechts een bedrag kan worden gevorderd, noodig voor het on- derhoud van een garnizoen, dat voldoende is voor de plaatselijke verdediging. POKKEN ONDER DE HOPPLUKKERS Een ambtenaar van het ministerie van hy giene heeft zich naar het graafschap Kent Een diefstal, die waarschijnlijk eenig is in de annalen der criminaliteit heeft dezer dagen in Rusland plaats gehad. Daar is namelijk een uitgebreid stuk spoorlijn gestolen, efls wel een gedeelte van de lijn MoskouKazan-1 De rails zijn over een vrij grooten afstand losgesdhroefd en medegenomen. En wat er van eenige waarde langs de lijn stond, zooals seinpalen, telegraafdraden enz. is eveneens ontvreemd. Alle omstandigheden wijzen er, op, dat men hier niet me een daad van sabo-j tage, maar met diefstal in den waren beteeke nis van het woord te doen heeft. AMERIKA'. DE VERKIEZINGSCAMPAGNE. De candidaat der Democraten, Smith, had in een verkiezingsrede kritiek geoefend op het finaneieele beleid van de Republikeinsche regeering, aan welke hij spilzucht had ver-* weten. De Republikeinsche regeering had de begrootingsuitgaven ontzaglijk laten oploo- pen, en Smith had daarvoor een bedrag ge-i noemd, 516.000.000. Thans heeft de secretaris-generaal van financien Ogden L Mills, een goed Republi-, kein, gouverneur Smith van repliek gediend. Hij wees er op, dat de toeneming van het be- grootingseijfer geheel verklaard wordt uit wat tr moet worden betaald aan de oudge- dietiden uit den wereldoorlog. Bovendien zoo zeide Oeden L Mills nog had gou verneur Smith zelfs als gouverneur van den staat New York, bewezen een spilziek magis-' traat te zijn. Sinds Smith gouverneur was geworden, waren de staatsuitgaven toegeno-1 men van 75.000.000 dollar tot 218.000.000. dollar. Dat was omdat de welvaart in den staat New York zoo was toegenomen. Maar de gouverneur had hiervan geen gebruik ge maakt om schuld af te lossen of tenminste de belastingeu te veriagen. Integendeel: met alle toen°mlrg van het inkomen van den staat was een toeneming van de uitgaven gepaard gegaan Bovendien heeft de staat New-York gedurerde het bewind van Smith een groote schulden-toeneming aan te wijzen NEW YORK (STAD). De burgemeester van New-York (stad), Walker, is trotsch op den goeden naam van de door hem bestuurde metropool. Toen dan ook een vrouwelijke hulpofficier van justitie, mevr. Mabel Willebrandt, op een vergadering van Methodisten in Ohio beweerd had dar „New-York de ergste plek was van het heele land", is de burgemeester daartegen in ver- zet gekomen. Later komt bij uitvoerig en ge» documenteerd op de zaak terug, maar voor- loopig wilde Walker alvast opmerken: „dat mevr. Willebrandt New-York blijkbaar niet kent." Ook anderen zijn over de beschuldiging ge- vallen. Mevr. Mary Norton, parlementslid uit New-Jersey, verwijt aan mevr. Wille brandt dat deze als bekleedster van een hoog, ambt, haar positie misbruikt tot het houden van propaganda-redevoeringen ten bate vac de Republikeinsche en ten detrimente van A' Democratische partij. st"-1 d4 L ALKMAARSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 1