DAOBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
ROOKT
¥!SFi.iliIS
FIMB
IIB BKSTE
sr
Honderddertlgsie Jaargang
No. 216
Dlf Dumrner Besfaaf uit 2 bladen
1928
Deze Courani word! ELKEN AVOND, behalvc Zon- en Feestdagen, uitgegevcn.
Abonnemenlsprijs bij vcoruit'oetaling per 3 maanden voor Alkmaar /2.franco door
bet geheele Rijk /2.50.
Afzonderlijke en bewijsnummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENj
Per regel /0.25, bij groote contracten rabaf. Oroote letters naar plaatsrtxfmfe.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h HERMs. COSTER ft ZOON*
Voordam C9.
Directeur: G. H. KRAK«
Telef.nr. Administratie 3.
Telefoonnr. Redactie 33.
Postgiro 30607.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
12 SEPTEMBER
OageBijksch ovorzichf.
DE REDE VAN BRIAN D.
HET ANTWOORD VAN DEN
DUITSCHEN RIJKSKANSELIER.
Miiller spreekt voor de inter-
Rationale pers. Hij verdedigt
zijn rede en beantwoordt die van
Briand. Miiller en Briand twee
sterk verschillende personen.
Dat er op de rede van Briand nog wel een
en ander kritiek 'itgeoefend zou worden,
stond vast. Daarvoor was de rede van den
Franschen gedelegeerde te scherp. Gister-
avond heeft de Duitsche rijkskanselier de in-
ternationale pers ontvangen, blijkbaar met de
bedoeling, om een antwoord te geven op de
redevoering van Briand.
Midler's verklaring Waren uiterst stroef en
Itoel. Van vriendelijkheden aan het adres van
Frankrijk, of aan Briand persoonlijk was
geen sprake, doch ook niet van een verscher-
ping van bet incident.
Miiller verklaarde in zijn rede in de Vol-
kenbondsvergadering het Duitsche standpunt
te hebben verdedigd en niet gesproken te heb-
ben als socialistisch partijman. Als hij dat
gedaan had, dan zouden zijn opmerkingen
over de ontwapeningskwestie welldcht nog
ietsscherper zijn geweest. Miiller meende
echter te moeten spreken als verantwoordelijk
man op zoodanige wijze, dat daardoor prac-
tisch de zaak van de ontwapening zail worden
bevorderd.
Met betrekking tot Briand's aanbeve-
ling, dat men vertrouwen moet schenken aan
den Volkenbond, antwoordde Miiller, dat er
op dit punt geen onderscheid bestaat tusschen
de Duitsche en Fransche opvattingen. Ook hij
heeft steeds het Duitsche volk aangeraden,
groot vertrouwen in den Volkenbond te stel-
len, doch helaas! moest telkens- Mijken, dat
onder de g.roote massa van het Duitsche voile
dit vertrouwen nog geenszins "algemeen is.
Het volk wenscht daden te zien, waarop ver
trouwen kan worden gebouv/d. En met het
oog daarop heeft Miiller gemeend, dat een
duidelijk woord over de ontwapeningskwestie
zeer noodig was. Miil'er herinnerde er hierbij
aan, dat Duitschland steeds ye-rklaard heeft,
geen maximale ontwapeningseischen te stel-
len, doch voorloopig met een eerste begin ge-
noegen te nemen. Miiller hoorde dan ook met
voldoening, dat Briand in zijn rede erkend
heeft, dat Duitsch'and thans ontwapend is.
Intusschen toonde de rede van Briand, dat
men aan de zijde der vroegere tegenstanders
van Duitschland in den wereldoorlog, nog
aarzelt tot bewapeningsvermindering over te
gaan, omdat men Duitschland's eventueele
oorlogssterkte in de toekomst vreest. Letter-
lijk zeide Briand: „Duitschland is ontwa
pend, maar het leger van honderdduizend
man, dat het bezit, kan binnen enke'e uren
groeien tot het machtigste leger der wereld.
Briand zeide dit met het oog op de vele
duizenden jongemannen in Duitschland, die
na den oorlog hebben deelgenomen en die
onmiddellijk in een vplgenden oorlog weer
bruikbaar zouden zijn.
Miiller zelf gelooft niet, dat er spoedig
weer een oorlog zal uitbreken, terwijl hij de
geallieerden er op attent maakte, dat men
thans reeds 10 jaar van de wereldoorlog a! is
en het aantal jonge mannen, dat daaraan
deelgenomen heeft, snel is verminderd.
Verder wordt van geaHieerde zijde betoogd,
dat Duitschland's handelsmarine en Indus
trie zoo sterk vooruitgaat en dat deze gemak-
kelijk voor oorlogsdoeleinden zouden kunnen
worden dienstbaar gemaakt. Miiller ant
woordde hierop, dat men Duitschland toch
geen verwijten kan maken, nu dit land zoo-
veel aan reparaties te betalen heeft, dat het
alle krachten inspant can door ontwikkeling
van'zijn marine en van zijn industrie de ver-
plichtingen te kunnen nakomen.
De geheele wijze, waarop Miiller tegenover
de Internationale pers praatte toont wel dui
delijk, dat Briand en Miiller twee zoo gansch
verschillende personen zijn, dat men begrij-
pen kan, dat de onderhandelingen tusschen
hen lang niet zoo gemakkeliik zullen gaan als
tusschen Stresemann en Briand.
B&artssiiasnel
DUITSCHLAND.
NOG EENS BRIANDS REDE.
Hoe men het te Berlijn ziet
De Parijsche correspondent van het „Berl.
Tag." verneemt van bevoegde zijde, dat de
rede van Briand niet, zooals in de Duitsche
pers veelal werd voorgesteld, door Poincare
is geinspireerd, maar dat de Fransche minis
ter van buitenlandsche zaken de rede geheel
®P eigen initiatief heeft gehouden en dat zij
woord voor woord Briands persoonlijke op-
vatting weergeeft.
Aanvankelijk was Briand niet voomemens
9P de rede van Herman Miiller te antwoor-
den, maar op aanaringen van verschillende
Fransche gedelegeerden, hoofdzakelijk wel
van Paul Boncour, heeft Mj hiertoe toch be-
slotea, daar te vreezen stond dat als gevolg
van het onbetwistbaar succes van Mullers
rede een aantal neutrale gedelegeerden zich
inzake de ontwapeningskwestie bij het stand
punt van Duitschland zouden aansluiten. Op
deze wijze zou in den Volkenbond een sterke
strooming voor algemeene ontwapening zijn
ontstaan, die zich natuurlijk tegen de Fran
sche these zou hebben gericht. Men achtte
het daarom in het Fransche kamp geraden
alarm te blazen en de kleinere bondgenooten
rondom Frankrijk te vereenigen.
DE MANOEUVRES VAN HET
FRANSCHE RIJNLEGER
Klachten in de Duitsche bladen
Bewijzen van goed gedrag gevraagd
De Fransche manoeuvres in den Eifel
geven de Duitsche bladen, en vooral die uit
de streek of de omstreken, aanleiding tot
allerlei klachten. De Fransche troepen schij-
nen zich nogal snel en in diChte gelederen te
verplaatsen waarmee zij' het verkeer leelijk in
de war brengen. Doch dat niet alleen; de ver-
plaatsing gaat zoo snel en klaarblijkelijk niet
geheel volgens programma, dat men in ver
schillende plaatsen soms geheel onvoorbereid
een groote troepenmacht moet ontvangen en
inkwartiering verschaffen. Elders waar men
al lang aanzegging van inkwartiering had
gekregen, bleef deze uit of kwam later dan
was aangekondigd. Erger is, dat de wegen
door de autovoertuigen van het Fransche
leger aan puin gereden worden. De Eifel
voert toch al een moeilijken strijd om het be-
staan en kan deze nieuwe lasten ternauwer-
nood dragen.
Voorts melden de bladen, dat de troepen
d.w.z. bun aanvoerders er op uit zijn, zich
van de overheid van de plaatsen, waar zij in-
gekwartierd zijn geweest, bewijzen van goed
gedrag te laten verschaffen. De bevolking
ziet daarin een poging om later die bewijzen
uit te spelep als een bewijs van de goede
verstandhouding met de bevolking, die met
de bezetting nog niet zoo ontevreden zou zijn
Dat is zij echter wel. Niet alleen, dat het stui-
tend en onaangenaam is om vreemde legers
oefeningen te zien houden op Duitschen bo-
dem, ook de materieele schade wanrbij het
uitblijven van het vreemdelingenverkeer ook
nog een factor van beteekenis is is te
groot, dan dat er van een blijde inhaling van
de troepen sprake zou kunnen zijn.
Aan de gevoelens van het Duitsche volk
heeft Zondag minister von Guerard te Mainz
uiting geceven door te verklaren, dat de ver-
halen in Fransche bladen over de goede har-
monie tusschen de manoeuvreerende troepen
en de bevolking onjuist zijn. „De 67.009
vreemde soldaten met haar gevolg", zei de
minister, „zijn voor ons slechts een indringer.
Zij zijn bovendien een beletsel voor overeen-
stemming met onzen Westenlijken buurman"
EEN SCHOONZOON.
Op verzoek van de politie te Bremen is te
Berlijn een koopman, Behrens genaamd, in
hechtenis genomen. Behrens had eenigen tijd
geleden een kleine zaak in waschgoed ge-
opend. Eenigen tijd later maakte hij kennis
met een bankier, die de onvoorzichtigheid be-
ging hem in zijn woning te ontvangen Kort
daarop gold Behrens algemeen als de ver-
loofde van de dochter des huizes. Behrens
leende nu van zijn aanstaanden schoonvader
belangrijike bedragen om, zooals hij beweer-
de, zijn zaak te vergrooten. in werkelijkheid
echter. besteedde hij het geld om knoeierijen
op groote schaal te plegen. Dank zij de pro-
tectie van zijn toekomstigen schoonvader, was
Behrens in verbinding gekomen met den,
Norddeutschen Lloyd, die bij hem kleine hoe-
veelheden lakens enz. voor haar schepen be-
stelde. Van zijn bezoek on het bureau van de
bekende reederij maakte Behrens gebruik een
groote hoeveelheid briefnapier en stempels
van den Norddeutschen Lloyd te stelen. Nu
begaf hij zich naar Auerbach in het Vogt-
land, waar hij met behulp van het gestolen
papier bii drie fabrieken groote bestellingen
aan waschgoed voor de nieuwe oceaanschepen
Europa en Bremen deed. Hij betaalde aan de
fabrieken zelfs voorschotten uit. In het ge
heel bestelde hij ongeveer een millioen stuks
waschgoed, die hij per spoor naar verschil
lende steden deed zenden. Van hieruit diri-
geerde hij de verduisterde waren weder naar
Berlijn, waar hij ze tegen spotprijzen van de
hand deed.
zijn terugkeer deed, was vergezeld van eenige
vrienden een bezoek te brengen aan zijn
graf. De politie staat thans voor de moeilijke
taak uit te zoeken van wien het lijk is, dat
jaren geleden op naam van Schley werd be-
graven.
LINCOLN EYRE, f
Een bekend, Amerikaansch journalist.
Lincoln Eyre, een in Berlijn welbekend
Amerikaansch journalist, correspondent van
de „New York Times", is aan de gevolgen
van een blindedarnj-operatie overleden.
Lincoln, die sledjts 39 jaar oud is gewor-
den, heeft niettemin! veel beleefd en meege-
maakt. Acht jaar geleden kwam hij te Berlijn
uit Rusland, zoo herinnert het „Berl. Tag."
Hij was de eerste journalist, die in de Sovjet-
republiek was doorgedrongen. Vele Europee-
sche conferenties heeft hij „verslagen",
maandenlang vertoefde hij in het bezette
Ruhrgebied.
TWEE- KL AjSSENSTE LSEL\
Op de spoorwegen
Naar de „Voss. Z." uit goede bron ver
neemt, zal het twee-klassenstelsel bij de rijks-
spoorwegen op zeven October a.s. tegelijk
met den winterdienst worden ingevoerd
Voortaan zuilen er nog slechts tweede en
derde klassen zijn. De eerste klasse zal nog
alleen in de voornaamste sneltreinen en in de
slaapwagens worded gehandhaafd.
DE ZAAK-STINNES.
Het onderzoek te Weenen
Een telegram van het W.B. te Weenen
meldt, dat de Berlijnsche justitie de vorige
week een rechercheur met een bevel tot aan-
houding naar Weenen heeft gezonden ter ver-
volging van een aldaar wonend persoon. De
man is gearresteerd en zal waarschijnlijk
naar Berlijn worden opgezonden. Hij is geen
Oostenrijfker. Uit hcrgeen bij een huiszoeking
is gevonden, zou blijken, dat de gearresteerde
opdracht ha din den Balkan en vooral in
opdracht had in den Balkan en vooral in
lijn te brengen. De man is in de Weensche
handelswereld totaal onbekend; aangenomen
wordt, dat hij in de geheele aangelegenheid
slechts ondergeschikte diensten heeft bewe-
zen.
DE RAMP OP DE ELBE.
De ramp op de Elbe, weike Zondagavond
de propaganaaweek voor Altona en Blanke-
nese (niet Blankeweser) besloot, wordt nog
steeds druk te Hamburg besproken, vooral
wat de schuldkwestie betreft, waaraver men
nog in het duister tast. Sommige critici ver
wijten de rivierpolitie, dat er niet gezorgd
was voor voldoende verlichting van het vaar-
water. Over de juiste toedraeht loopen de
meeningen ook uiteen. Vast schijnt te staan
dat „Konigin Luise" trachtte achterwaarts
naar de landingsplaats in Blankenese te ko-
men. De binnenkomende Engelsche stoom-
boot zag geen voldoende liehten en kon niet
uitmaken welke beweging de Duitsche boot
maakte. Gezagvoerder en loods van den En-
gelschman verklaren, dat zij twee signalen
hebben gegeven.
Sinds lang schijnen er klachten te zijn ge-
uit door kapiteins van groote schepen over de
geduchte opstop-ping in het vaarwater vooral
op Zaterdagen en Zondagen door de vele
kleine pleiziervaartuigen. Waarschijnlijk zal
het ongeval den stoot geven aan een ernstig
onderzoek van de bestaande toestanden op de
Elbe.
99
Ml
UIT DEN DOODE HERREZEN.
Een man, die zijn eigen graf bezoekt.
Een Elzasser, Schley geheeten, vertrok in
1894 uit Straatsburg om in Amerika zijn ge-
luk te beproeven. Toen hij dezer dagen te
Straatsburg terugkeerde, kwam hij tot de ont-
dekking, dat hij officieel dood was. Toen hij
indertijd vertrok, deelde hij niemand mede,
waarheen hij zich zou begeven. Korten tijd
na zijn vermissing vond men in het bosch een
lijk, dat men voor het stoffelijk overschot van
Schley hield. Onder zijn naam is het toen be-
graven.
Een van de eerste dingen, die
Schley na
FRANKRIJK.
DE REDE VAN BRIAND.
De indruk te Parijs.
Te Parijs wordt de rede van Briand in de
Volkenbondsvergadering levendig besproken.
De nadruk wordt gelegd op dat deel der rede,
waarin Briand spreekt over de „openlijke ont
wikkeling van het Duitsche leger". Men
brengt deze opmerking van Briand in ver-
band met de rede van Painleve, den minister
van oorlog, te Meaux. In deze rede verdedig-
de Painleve het gedenken van den slag aan
de Marne, waartegen men van pacifistische
zijde opgekomen was. Hij zeide daarbij o.a.:
„En indien, volgens een onderstelling,die
men slechts noode durft uiten, een volk, met
het verbreken van zijn vrijwilSig gegeven
woord, zou grijpen naar de wapens tegen een
ander volk, zou het aangevallen volk met een
beroep op de herinnering 'en het voorbeeld
van den slag aan de Marne het recht en den
plicht hebben zich met al zijn kracht tegen
den overweldiger te keeren." Voorts verklaar
de Painleve, dat de regeering van Frankrijk
zich nu en voortaan zoowel voor blind wan-
trouwen als voor een „al te edelmoedig en
ontijdig vertrouwen, waarvan het zelf slacht-
offer zou kunnen worden", moet hoeden. Men
meent in nationalistische kringen de gevolg-
trekking te kunnen maken, dat het kort op
elkaar volgen van deze aanduidingen niet
zonder reden is. De Intransigeant trekt er de
conclusie uit, dat de angst van Frankrijk voor
Duitschland niet zonder grond is.
POINCARe TE STRAATSBURG.
Bij zijn bezoek aan Straatbsurg heeft Poin
care in zijn tafelrede aan het banket gezegd,
dat „de Elzas op het oogenblik rijker en
mooier is dan ooit". De Temps, die een be-
schouwing aan Poincare's toespraak wijdt,
zegt, naar aanleiding van deze woorden:
Er zijn waarlijk onvergelijkelijke resnltaten
bereikt. „Wel verre van te lijden onder zijn
aanhechting aan Frankrijk zoo kon men
verleden jaar lezen in het rapport van de
kamer van Koophandel te Straatsburg, is de
Elzas er na den wapenstilstand in geslaagd
zijn productie aanmerkelijk te ontwikkelen en
de activiteit van zijn handel uit te breiden.
Het is zeker, dat de gemakkelijke aanpassing
van de Elzasser economie aan het Fransche
kader, die een onpartijdig waarnemer ter-
stond opmerkt, door de cijfers van die sta-
tistieken wordt bevestigd".
Wat weegt tegenover zulk een vlucht, de
stelselmatige bekladding van de autonomis-
ten? Wanneer een hunner, Rosse, op een ver-
gadering durft verklaren, dat „de Elzas tot
1914 gelukkig was" waarmede hij be-
doelt, dat het thans ongelukkig zou zijn
kan men dan een oogenblik aan zijn goeden
trouw gelooven? Het is voldoende deze
streek, een prachtigen, rijken, vruchtbaren
tuin, te bezoeken, om zich te overtuigen van
de voortdurende leugen, die de anti-nationale
pers verspreidt en zich gereed maakt in nieu
we bladen met meer kracht te gaan verprei-
den. Een propaganda echter, die zich elk
oogenblik aan de waarheid en aan de feiten
stoot, kan geen duurzaa succes hebben.
De Temps meent intusschen, dat de dag
niet meer ver is, dat Elzas en Lotharingen
wanneer men voortgaat de pangermanis-
tisceh drijverijen te beletten en de materieele
welvaart der herwonnen provincien te bevor-
deren met verontwaardiging en walging
zich van deze propaganda zullen afkeeren.
EEN GOEDE PERS IN FRANKRIJK.
De redevoering van Briand te Geneve heeft
een goede pers. Men zegt, dat hij eerst niet
wilde spreken. Hij had niet veel te zeggen,
maar het ritueel verkoos het eenmaal. Toen is
hij met een boos gezicht opgestaan. Men wist,
dat hij het woord had gevraagd en dan loopt
het vol in de zaal en op de tribunes. De lange
redevoering werd zonder een enkele aanteeke-
ning uitgesproken. Terwijl hij sprak, kwam
hij er meer en meer in.
De grimassen en mimiek met de handen,
bracht hem dadelijk de lachers op zijn hand
Zijn oogen glinsterden vroolijk, eenmaal
kruiste hij de handen ironisch op de borst
om de onschuld van de Duitschers in eigen
oogen te kenschetsen. De Duitsche gedele
geerden, die gespannen tcehoorden, hadden
aanvankelijk schik in zijn effecten. Later ech
ter versomberde hun stemming. Ook heeft
hun niet kl'appen bij het einde de aandacht
getrokken. Volgens de Echo de Paris onthiel-
den minister Beelaerts van Blokland en Un-
den zich ook van applaus. Hier daarentegen
wekten zijn woorden'n koor van instemming.
Dit gaat van de uiterste radicalen tot de
nationalisten. De Action Frangaise en de
sociaHstische Populaire alleen maken een uit-
zondering.
ENOELAND.
DE VLOOTBASIS VAN SINGAPORE
begeven, waar de hopoogst in vollen gang is,
Onder de plukkers, voor een groot gedeeltfi
kinderen, zijn pokken en dyphtheritis uitge-
broken; velen zijn naar het gasthuis overge-,
bracht. De hopplukkers komen voor het mee-
rendeel uit de Londensche volkswijken. Heele
gezinnen doen aan den hopoogst mee en be-
schouwen dien als een soort vacantie.
SIR AUSTEN CHAMBERLAIN.
Vooruilgaaride.
Een radiogram van het s.s. „Orcoma"
meldt, dat de gezondheidstoestand van Cham
berlain zeer vooruitgaat. Hij wandelt weei
op het dek en geniet veel van de zeereis.
DE STORING VAN DE TELEFOON
Boodschappen per taxi en per fief
Te Londen heeft men Maandag wel de er-
varing opgedaan hoe onmisbaar de telefoor-
in het moderne leven is. Door den gemelder
brand in een telefoonkabel, Zaterdagavond,
waren namelijk tenminste een dozijn centra-
les gestoord. Tal van firma's, magazijnen er
bureaux in het West End waren van de bui-
tenwereld afgesneden. De typisten werden op
de fiets uitgezonden en dringende mededee-
lingen werden per taxi overgebracht.
RUSLAND-'
D1EFSTAL VAN EEN STUK
SPOORLIJN.
Een gesclul tusschen de kolonie en
het rijk.
De learner van koophandel van Singapore
heeft een speciale vergadering gewijd aan een
bespreking van den toestand, ontstaan in ver-
band met het antwoord der Britsche regee
ring op een protest der kolonie tegen het
plaatsen van uitgaven in verband met de
vlootbasis op de rekening der kosten voor het
garnizoen, welke uit plaatselijke inkomsten
worden bestreden, en wel op grond van de
overweging, dat deze basis niet noodzakelijk
is ter verdediging der kolonie, maar slechts
als onderded der verdediging des rijks.
De Britsche regeering stelae voor, dat alle
militaire uitgaven in verband met de inrich-
ting der basis op de legerbegrooting zouden
worden geplaatst, maar dat de kolonie de
kosten voor het garnizoen ten voile zou dra
gen.
De vergadering nam een motie aan, inhou-
dende dat van de kolonie slechts een bedrag
kan worden gevorderd, noodig voor het on-
derhoud van een garnizoen, dat voldoende is
voor de plaatselijke verdediging.
POKKEN ONDER DE HOPPLUKKERS
Een ambtenaar van het ministerie van hy
giene heeft zich naar het graafschap Kent
Een diefstal, die waarschijnlijk eenig is in
de annalen der criminaliteit heeft dezer dagen
in Rusland plaats gehad. Daar is namelijk
een uitgebreid stuk spoorlijn gestolen, efls
wel een gedeelte van de lijn MoskouKazan-1
De rails zijn over een vrij grooten afstand
losgesdhroefd en medegenomen. En wat er
van eenige waarde langs de lijn stond, zooals
seinpalen, telegraafdraden enz. is eveneens
ontvreemd. Alle omstandigheden wijzen er,
op, dat men hier niet me een daad van sabo-j
tage, maar met diefstal in den waren beteeke
nis van het woord te doen heeft.
AMERIKA'.
DE VERKIEZINGSCAMPAGNE.
De candidaat der Democraten, Smith, had
in een verkiezingsrede kritiek geoefend op
het finaneieele beleid van de Republikeinsche
regeering, aan welke hij spilzucht had ver-*
weten. De Republikeinsche regeering had de
begrootingsuitgaven ontzaglijk laten oploo-
pen, en Smith had daarvoor een bedrag ge-i
noemd, 516.000.000.
Thans heeft de secretaris-generaal van
financien Ogden L Mills, een goed Republi-,
kein, gouverneur Smith van repliek gediend.
Hij wees er op, dat de toeneming van het be-
grootingseijfer geheel verklaard wordt uit
wat tr moet worden betaald aan de oudge-
dietiden uit den wereldoorlog. Bovendien
zoo zeide Oeden L Mills nog had gou
verneur Smith zelfs als gouverneur van den
staat New York, bewezen een spilziek magis-'
traat te zijn. Sinds Smith gouverneur was
geworden, waren de staatsuitgaven toegeno-1
men van 75.000.000 dollar tot 218.000.000.
dollar. Dat was omdat de welvaart in den
staat New York zoo was toegenomen. Maar
de gouverneur had hiervan geen gebruik ge
maakt om schuld af te lossen of tenminste de
belastingeu te veriagen. Integendeel: met alle
toen°mlrg van het inkomen van den staat
was een toeneming van de uitgaven gepaard
gegaan Bovendien heeft de staat New-York
gedurerde het bewind van Smith een groote
schulden-toeneming aan te wijzen
NEW YORK (STAD).
De burgemeester van New-York (stad),
Walker, is trotsch op den goeden naam van
de door hem bestuurde metropool. Toen dan
ook een vrouwelijke hulpofficier van justitie,
mevr. Mabel Willebrandt, op een vergadering
van Methodisten in Ohio beweerd had dar
„New-York de ergste plek was van het heele
land", is de burgemeester daartegen in ver-
zet gekomen. Later komt bij uitvoerig en ge»
documenteerd op de zaak terug, maar voor-
loopig wilde Walker alvast opmerken: „dat
mevr. Willebrandt New-York blijkbaar niet
kent."
Ook anderen zijn over de beschuldiging ge-
vallen. Mevr. Mary Norton, parlementslid
uit New-Jersey, verwijt aan mevr. Wille
brandt dat deze als bekleedster van een hoog,
ambt, haar positie misbruikt tot het houden
van propaganda-redevoeringen ten bate vac
de Republikeinsche en ten detrimente van A'
Democratische partij. st"-1
d4
L
ALKMAARSCHE COURANT.