Sfadsnieuws
De LandbouwteBtoonstelling.
Bioscopen
BinnenBand
„rnvlnci?n. Een dezer heeren Is nog in leven:
thans hoogbejaarde baron van Dedem.
De overhandiging had plaats op Het Loo
L koning Willem III, die daarbij zeide
?irtuigd te zijn dat men slechts beoogde het
heil van Nederland
Veertien dagen van spanning en van veel
„ohed volgden, maar het scheen alsof er geen
Lees zou komen, zoodat het Hbl. juichte:
Hp! volkspetitionnement, waarvoor zoo in-
tens is gewerkt, is mislukt"
Mislukt, ja, gedeeltelijk, het naaste doel
prvan was mislukt: de koning had de wet-
kaooevne bekrachtigd, maar de voorstan-
Ls van het chr. onderwijs bleven met rus-
L De kracht, waarmee gestreden werd,
was nog ongebroken, het beginsel leefde
Irk Door het volkspetitionnement was dit
ffewonnen, dat de menschen met chr. begin-
felen elkaar hadden gevonden, de verschillen
van richting en standpunt werden naar ach-
L eesc'ioven en alle krachten werden samen-
revoeed voor den strijd tegen de neutrale en
voor de bijzondere school met den bijbel.
Toen was het, dat de Unie voor de school
met den bijbel werd opgericht. Zij heeft haar
doel nooit verloochend en zegt ook nu nog in
tare statuten, dat bij bedreiging van de chr.
school alle krachten moeten worden opge-
roepen tot hare verdediging.
Die Unie is altijd waakzaam geweest om
w sluimerend geweten van ons volk wakker
te schudden, om de opvoeding der kinderen
van den staat naar het gezin te brengen. Zi]
heeft sinds hare oprichting op twee ton na
viif millioen gulden ten behoeve der bijz
school bijeen gebracht en tot op dezen dag
staat zij nog in het teeken, dat geloof rustig
arbeidt en tot het einddoel brengt.
Het grootsche verleden van de Unie dieni
tardacht te worden, omdat het als elk her-
denken iets terugbrengt van de liefde In
het hart. De band tusschen heden en verle
den mag niet vergeten worden
De beste, de verborgen geschiedems der
chr school, is nog een andere dan het volks
petitionnement of de Unie, n.l. de arbeid van
anderen. Wie waren dat? Allen, die zoo lan-
£e jaren gestreden hebben.
Onze tegenstanders, die onze school be-
schouwden als een particuliere liefhebberi]
dwongen ons om onze scholen te betalen en
dan nog mee te betalen aan de hunne. Eeh-
ter het was geen particuliere liefhebberij,
maar het ging om de losmaking van de
school uit de altijd doodelijk omarming van
den staat. De liefde voor de school was
groot en geen offer was te zwaar, er werd
met het hart gegeven. Men wist dat alles
wat liefde geeft nooit een bitteren nasmaak
heeft Met tranen werd gezaaid, geld en tijd
en volharding werden gegeven, men bleef ge
looven tegen alle hoop in en al deze stanct-
vastigen hebben tezamen den oogst verze-
kerd. Zij hebben gezaaid, wij kunnen de groo-
te vluchten plukken. Wij mogen noch kunnen
hen vergeten, want zij zijn als een wolk om
^Hun werk legt op ons den plicht om te be-
waren het pand ons toebetrouwd. Wij moe
ten verder zien, het oog op de toekomst rich-
ten; onze verantwoordelijkheid, die tevens is-
een heerlijke roeping, verplicht ons de school
te bewaren voor wie na ons komen.
I Na gemeenschappelijk gezang van Ps
891 en 8 bepaalde de spr. zijn gehoor na
der bij het Bijbelwoord: Gij zijt tot hun ar
beid ingegaan.
Spr. schetste het gevaar van verslapping,
als na langen strijd eindelijk het doel is be-
reikt. Deze verslapping heeft zich na 1920,
toen de gelijkstelling op onderwijsgebied
kwam, in de kringen der voorstanders van
het chr. onderwijs in erge mate voorgedaan
Gij zijt tot hun arbeid ingegaan, wil zeg-
gen, dat men moet weten wat het vorige ge-
slacht heeft gewild. En dit was niet, wat we
nu hebben en waarvoor onze ouders zelfs
hebben gevreesd. De gelijkstelling toch heeft
mee1 het gevolg gehad, dat onze vrije school
onder voogdij van den staat kwam. Hierte-
gen hebben hooggeplaatsten gewaarschuwd,
prof. Wieringa te. Kampen zei o.m.: „Aan
den staatsruif zullen wij ons den dood eten"
Spr. liet aan zijn gehoor over om uit te ma-
ken in hoeverre dit nu reeds is uitgekomen.
De staatsvoogdij is de doo van het echt
christelijke, dat vrij wil zijn, ook op school-
l hied.
Je bekrachtiging van de wet-Kappeyne
was in zooverre goed, dat zij deed beseffen,
dat alle zeggenschap der ouders op het
staatsonderwijs was verdwenen en plaats
I maakte voor de macht van den staat. De
leuze ontstondde vrije school voor heel de
natie, d. w. z. ieder bepaalt het onderwijs
voor zijn kind, de roeping van den staat mag
geen andere zijn dan die van toezicht. Al
i andere gaat den staat niet aan, is tirannie
Die gedachte leidde het vorige geslacht, dat
echter zwaar zuchtte onder de dubbele beta-
ling.
De strijd ging voort tot 1914, toen de groo-
te oorlog uitbrak, met geldschaarschte en
zelfs armoede, waardoor wij deze scholen en
onderwijzers met voldoende konden geven. In
1920 kwam het voorloopig einde met de
nieuwe schoolwet; gebaseerd op een compro-
mis met de socialisten. Toen kwam er meer
geld en het aantal scholen steeg van 1200 tot
1900, wel een bewijs dat er groot geldgebrek
was geweest.
Maar zijn we nu wel op den goeden weg?
vroeg spr. en dan antwoordde hij met een
neen. Een echt vrije school bestaat niet meer
de gelijkstelling is gekocht tegen een te hoo
gen prijs, er zijn eigenlijk twee staatsscholfcn
de neutrale en de bijzondere.
Wij mogen niet tevreden zijn met wat de
wet van 1920 bracht De strijd is aangegaan
onder de leuze ons volk vrij te maken van
elke staatsschool en die leuze moeten wij hou-
den, omdat zij een goede was.
Thans is ere band tusschen school en huis
niet meer wat hij is geweest en wat hij be-
noort te zijn. De mindere opbrengst van ac
Unie-collecte is daar het bewijs van. Zeker,
geld is er niet zooveel meer noodig, maar er
zijn nog altijd behoeften voor algemeene be-
langen.
Wat we hebben, is verkregen door de wet
en dat is niet altijd het ware, omdat deze
ls, gegrond op de macht van de helft plus
Kn, op den invloed van de politiek.
De staat heeft vele verplichtingen, en en-
<el rectten die daaruit voortvloeien. Het
SToote en eerste recht op de opvoeding en het
onderwijs onzer kinderen moet blijven bij de
juders Spr. was geneigd te zeggen, dat we
B 1920 evenveel hebben verloren als er ge.
wonnen werd en hij wekte daarom op, waak
zaam en werkzaam te blijven en het oog te
rich ten op het groote ideaal van de vrije
school voor heel de natie.
Aan het eind van zijn rede gekomen, ging
spr. voor in gebed, waarop het shmenzijn be
sloten werd met het zingen van Gezang 96.
Aan den uitgang werd een collecte gehou-
„Unie".
den voor de
BENOEMING TIJDELIJK PERSONEEL
NIJVERHEIDSSCHOLEN.
In bijlage no. 103 schrijven B. en W.:
De Directeur der gemeentelijke scholen
voor Nijverheidsonderwijs heeft ons voorge-
steld gedurende den cursus 19281929 te
doen benoemen:
a. tot tijdelijk leeraar in natuurkunde aan
de school voor voorbereidend middelbaar
technisch onderwijs, den heer A. H. Bij-
leveld, sedert 1 Septmeber 1919 reeds als
zoodanig werkzaam;
tot tijdelijk leeraar in bouwkundig tee-
kenen c.a. aan de gemeentelijke avond-
school voor nijverheidsonderwijs, den
heer P. J. van der List, sedert 1 Septem
ber 1920 als zoodanig werkzaam.
Beide heeren zijn niet wettelijk bevoegd,
doch hebben vergunning verkregen tot het
geven van Nijverheidsonderwijs, de heer Bij-
leveld tot 1 Januari 1931 en de heer Van
der List tot 1 Januari 1930.
Wij hebben tegen deze tijdelijke benoemin-
gen, waarmede de Commissie van toezicht
op het gemeentelijk Nijverheidsonderwijs zich
kan vereenigen, geen bezwaar, zoodat wij
Uwe Vergadering voorstellen te nemen het
volgende besluit:
De raad der gemeente Alkmaar;
Gezien enz. benoemt
a. voor het tijdvak van 1 September 1928
tot en met 31 Augustus 1929 tot tijdelijk
leeraar in natuurkunde aan de school
voor voorbereidend middelbaar technisch
onderwijs alhier, den heer Adriaan Hen-
drikus Bijleveld, geboren 31 Januari
1871, wonende te Alkmaar, sedert 1 Sep
tember 1919 reeds als zoodanig werk
zaam
b. voor het tijdvak van 1 October 1928 tot
en met 30 September 1929 tot tijdelijk
leeraar in bouwkundig teekenen c.a. aan
de gemeentelijke avondschool voor nijver-
verheidsonderwijs alhier, den heer Petrus
Johannes van der List, geboren 11 April
1887, wonende te Alkmaar;
beide op een wedde volgens de gelden
de Rijksregeling en met bepaling, dat
een getal lesuren kan worden opgedra-
gen, als in verband met de belangen van
het onderwijs zal blijken noodig te zijn,
behoudens de bepalingen, te dezen aan-
zien vermeld in bovengenoemde Rijksre
geling, en voorts onder gehoudenheid
zich in die betrekking te gedragen naa*
de bestaande of nader vast te stellen ver-
ordeningen en instruction.
BENOEMING TIJDELIJK PERSONEEL
HANDELSSCHOOL.
In bijlage nr. 104 schrijven B. en W.:
De Directeur der Handelsschool heeft ons
het voorstel gedaan om aan die school:
a. gedurende den cursus 1928/1929 op-
nieuw te benoemen tot tijdelijk leeraar in
1. handelsrecht, den heer Mr. J. Belonje;
2. staatsinrichting, den heer A. H. P.
Blaau,w;
3. Nederlandseh, den heer J. K. de
Jager;
b. gedurende den cursus 1928/1929 op-
nieuw tijdelijk te belasten met het onder
wijs in:
1. staatshuishoudkunde, den heer "J. H
de Groot, leeraar in de handelsweten-
schappen
2. scheikunde en warenkennis, den heer
W. F. Dorgelo, leeraar in natuurlijke
historic;
c. voor het tijdvak van 1 September 1928
tot en met 28 Februari 1929 te benoemen
tot tijdelijk leeraar in het teekenen, ter
vervanging van mej. J. G. Th. van Eyber-
gen, die wij op grond van een geneeskun-
dige verklaring gedurende dien tijd van
hare teekenlessen hebben vrijgesteld, den
heer H. J. Hultzer te Bentveld (gem
Zandvoort), die mej. van Eybergen reeds
eerder heeft vervangen.
Wij hebben tegen dit voorstel, dat de Mi
nister van Onderwijs heeft goedgekeurd en
waarmede de betroken Inspecteur en de Com
missie van toezicht op het Middelbaar On
derwijs zich kunnen vereenigen, geen be
zwaar, zoodat wij Uwe Vergadering voorstel
len het desbetreffende besluit te nemen.
HOOGLEERAAR TE LEIDEN.
Tot gewoon hoogleeraar in de faculteit
der letteren en wijsbegeerte aan de Rijks-
universiteit te Leiden om onderwijs te geven
in de Grieksche taal en letterkunde en de
Grieksche oudheden, is benoemd dr. B. A
van Groningen, rector aan het Openbaar
Gymnasium te Assen.
Een belangrijke „praaf'-middag
Uitgaande van het bestuur der Rundvee-
fokvereeniging te Stompetoren werd gister-
mid-dag na afloop van den fokveedag in de
bovenzaal van cafe „Central" aan het Hoi
plein een bijeenkomst gehouden, waar door
twee inleiders een tweetal onderwerpen wer
den behandeld.
De vergadering was druk bezocht.
De heer E. Dz. G o v e r s, die bij afwezig-
heid van den voorzitter, de vergadering leid
de, deelde allereerst mede wat de fokveever-
eeniging Stompetoren eigenlijk met het hou-
den van dezen „praat"-middag bedoelde. Na
den fokveedag, aldus spr., gaan de menschen
weer vaneen, zonder dat er een direkte band
is gebracht tusschen hen. Ik mag nu uit
de aanwezigheid van de vele dames en hee
ren wel constateeren dat we reeds eeniger-
wijze geslaagd zijn in het houden van deze
bijeenkomst, die beoogt de opvoeding van den
fokker, welke velen nog zoo noodig hebben.
Gisteravond hebben enkele personen ge-
zegd, dat dit het maken van een scheuring is.
Daarvan heb ik de quintessence niet begre-
pen. We bedoelen dezen fokveedag te maken
tot een opvoedingsdag voor alien. Ik hoop
dat in alle plaatsen zoo'n districts-fokveedag
mag worden gehouden en ik open deze ver
gadering met het uitspreken van den wensch
dat, wanneer er weer een fokveedag plaats
vindt, deze praatbiieenkomst met aller in
stemming zal worden herhaald.
De nieuwe Regeeringsmaatregelen
tot bestrijding van Rundertuber-
culose.
Dit onderwerp werd behandeld door den
heer P. J.-'t Hooft, inspecteur van den rijks-
veeartsenijkundigen dienst, die aanving met
te zeggen, dat men zich nooit behoeft voor te
stellen op een lezing het geheele vraagstuk
der tuberculosebestrijding te kunnen bespre-
ken. Dit probleem is van zoo'n grooten om-
vang, dat men zich steeds moet bepalen tot
een zeker gedeelte, en wel tot dat, wat op
het oogenblik van het meeste belang is. Mo-
menteel zijn dit de maatregelen die de regee
ring neemt om de t. b. c. onder het rundvee
te bestrijden.
T. b. c. onder den veestapel is buitenge-
woon teleurstellend. Zoowel in 'n hoogstaand
als in een pas opkomend bedrijf kan zij een
buitengewoon groote schade aanrichten. De
schade, die de t. b. c. aan den Nederlandschen
rundveestapel toebrengt is zeer moeilijk te
bepalen; door de werking van den vleesch-
keuringsdienst is zij evenwel eenigszins vast
te stellen en bedraagt \lA millioen gulden
per jaar. Op ander gebied, b.v. doordat de
besmette dieren geen voldoende nut van he*
voedsel hebben en niet als fokvee in aanmer-
king komen, komt daar nog ruim eens zoo
veel bij, zoodat de totale schade op 4 mil
lioen gulden per jaar geschat kan worden.
De Nederlandsche regeering heeft sedert
1906 getracht maatregelen te nemen om
de t. b c. onder het rundvee te bestrijden.
Van 1906'10 volgens het systeem van dr
Poelen, waarbij verdacht vee kon worden
aangegeven en dan werd onderzocht. Indien
de beesten lijdende waren aan t. b. c. dan
kocht het rijk hen op. Toen kreeg men eenigs
zins een blik op de buitengewoon groote
schade die de t. b. c. toebracht. Van de aan
gegeven runderen bleek 80 inderdaad lij
dende te zijn aan open tuberculose.
Daar sfnds dien niets meer aan de be
strijding is gedaan kunnen we aannemen
dat van onzen veestapel, bestaande uit
2.000.000 stuks, 10.000 dieren aan open
t. b. c. lijden.
Sedert 1910 is het met de bestrijding eigen
lijk sukkelende geweest. In de beruchte be
zuinigingsjaren kwam van een steun der re
geering weinig terecht.
Toen echter in 1927 de rijksmiddelen weer
wat ruimer werden, heeft min. Kan, na ad
vies ingewonnen te hebben van den directeur
van den veeartsenijkundigen dienst, op de
begrooting een post uitgetrokken teneinde
hiermede de t. b. c. bestrijding onder het
rundvee te steunen.
Nu doen zich de volgende vragen voor:
1. Wat vraagt de regeering aan de ver-
eenigingen die t. b. c. bestrijden? 2. Als zij
aan de gestelde voorwaarden voldoen, wat
geeft de regeering dan?
Of met andere woorden: Wat moeten we
doen? En wat krijgen we er voor?
De Nederlandsche regeering dan eischt
als eerste voorwaarde een onderzoek en geeft
daarvoor 60 cts. per rund per jaar.
Blijkt bij dit onderzoek dat een dier lijden
de is aan of verdacht is van t. b. c. dan
moet het onschadelijk worden gemaakt.
Hiermede is in de eerste plaats bedoeld dat
het beest geslacht moet word-en, doch betreft
het een dier op wiens behoud voor korten
tijd veel prijs wordt gesteld, dan kan men
volstaan met afzondering.
Men ontvangt 25 toeslag op elk dier
dat onschadelijk wordt gemaakt.
Verder stelt de regeering gratis beschik
baar tuberculine en geeft zij een gratis on
derzoek van de ziektestoffen.
Hiertegenover eischt de regeering dat
wanneer een vereeniging zich eenmaal bij
de haar opgegeven en de z g. subsidie
aanvaard heeft, het vee der deelnemers min-
stens 1 maal per jaar wordt onderzocht.
Ik wil hierbij, aldus spr., met klem tegen
spreken dat de regeering de voorkeur geeft
aan tuberkelinatie boven clinisch onderzoek.
Zij weet alleen heel goed welke moeilijkheden
aan laatstgenoemd onderzoek verbonden zijn
Dan is het heel juist van de Ned. regee
ring dat zij van de deelnemers verlangt een
t. b. c.-vrije opfok van het jonge vee.
Dat een onschadelijk maken van aan open
t. b. c. lijdend vee wordt geeischt, is een drin-
gende noodzakelijkheid, die de grondslag is
van elk b-estrijdingsysteem.
De runderen die positief reageeren op het
onderzoek worden van een merkteeken, dat
zoo goed als zeker zal bestaan uit een gaatje
in het oor, voorzien. Bij die reageerende die
ren kunnen nog wel open lijders voorkomen
Het clinisch onderzoek brengt groote moei
lijkheden mee en vooral in Friesland, dat
nog wel z'n certificaten heeft, is het gebleken
welk buitengewoon gevaar de reactie-dieren
opleveren.
De regeering heeft zich geplaatst op het
standpunt, dat, wanneer de t. b. c.-bestrij
ding financieel wordt gesteund, er voor ge
waakt moet worden, dat de koopers door die
bestrijding niet kunnen worden benadeeld
Daarom worden de reactie-dieren van een
merkteeken voorzien. Deze dieren is men
volkomen gerechtigd in het bedrijf te houden
zoolang niet blijkt dat ze aan open t. b. c. Iij
dende zijn. Of deze werking een groote waar
devermindering zal veroorzaken, moeten we
afwachten. Enkele groote slachtvee-verzeke
ringen hebben reeds medegedeeld, die reac
tie-dieren zonder eenige prijsverhooging te
zullen opnemen.
De regeering wordt eenigszins gedwon
-gen, door wat het buitenland voorschrijft. Op
1 September zijn weer vele bezwaren ge
komen op den uitvoer.
In het Zuid-en gaan nogal veel koeien over
de grens naar Belgie en worden dan b.v aan
Italie als B-elgisch vee verkocht!
Noord-Holland nu verkeert in een gunstige
positie. D-e t. b. c.-bestrijding wordt door de
Prov. Staten gesteund met pl.m. f 1 toeslag,
t-erwijl bovendien nog f 25 wordt toege-
voegd aan de f 25 van de regeering, indien
een dier, lijdende aan t. b. c. wordt overge-
nomen.
Door den toeslag van het rijk en die van
de provincie, welke, zoo noodig, misschien
nog wel verhoogd wordt, zal de bestrijding
U, mijne heeren, prive niets kosten. Laat
daarom ieder zijn best doen de bestrijding
zooveel mogelijk te steunen en zooveel moge-
lijk de tuberculose in de provincie Noord
Holland terugdringen! (Applaus).
De heer E. Dz. Govers meende uit het
aoplaus te mogen optnaken, dat de vorige
spreker een goed „prater* was. T
Hierna werd gelegenheid gegeven vragen
te stellen.
Op een vraag van den heer Blaauw deel
de de heer't Hoofd m-ede, dat, waar geen
rijkssubsidie gegeven wordt, zooals in
Friesland, de regeering niet tot het aanbren-
gen van een merkteeken in het oor kan dwin-
gen.
De heer E. Dz. Govers vroeg, of al uit
onderzoekingen gebl-ek-en is, dat cle bewering
dat geiten t. b. c. vrij zijn, werkelijk ,,-geklets"
is.
De heer't H o o f t antwoordde hierop, dat
hij er met nadruk op wijzen wilde, dat
l-et on-omstoot-elijk vaststaat, dat ook bij gei
ten tuberculose voorkomt en ook deze dieren
aan miltvuur kunnen lijden.
De waamemend voorzitter dankte den
xeer't Hooft vervolgens hartelijk voor z'n
inleiding.
Men verzoekt ons, den uitslag van de dis-
trictskeuring nog eens duidelijker te geven
dan uit ons nummer van gist-er bleek.
Aan dat verzoek willen wij gaarne vol
doen:
Districtsfokv edag.
Groepen van 5 kuikalveren van een vader.
le prijs: Kinderen van Frans Jan 2, eige-
naars K. Feeke en A. IJff Gz. te Kromme-
nie; 2e prijs: Kinderen van Constantijn Ja
cob 14, eigenaars Jb. Posch en S. Kalver-
boer te Stompetoren en E. Dz. Govers te
Alkmaar; 3e prijs: Kinderen van Reinold, ei-
genaar C. Mienes te Egmondermeer.
Groepen van 5 hokkelingen van een vader.
le prijs: Kinderen van Max Albert 4, eig.
G. Appel te Burgerbrug; 2e prijs: Kinderen
van Frans Nicolaas, eig. K. Feeke en A.
IJff Gz. te Krommenie; 3e prijs: Kinderen
van Constantijn Jacob 14, eig. Jb. Posch,
C. Kramer Glijnis te Stompetoren en E. Dz.
Govers te Alkmaar; eervolle vermelding:
Kinderen van Wodan 6, eig. A. Over te Stom
petoren.
Stierkalveren met moeders. le prijs E. Dz.
Govers te Alkmaar; 2e pr. J. van Twuijver
te Uitgeest; 3e pr. E. Dz. Govers te Alk
maar; eerv. vermelding Jn. E. Kramer te
Burgerbrug.
Groep 5 oudere koeien van een eigenaar-
fokker. le pr. E. Dz. Govers te Alkmaar; 2e
pr. J. Eriks te Zuid-Zijpe; 3e pr. S. Kalver-
boer te Stompetoren; eerv. verm. J. van
Twuijver te Uitgeest.
Groep jong vee, 3 kalveren en 3 pinken
van edn eigenaar-fokker. le pr. K. Feeke te
Krommenie; 2e pr. A. Over te Stompetoren;
3e pr. G. Appel te Burgerbrug; eerv. verm.
A. IJff Gz. te Krommenie en J. Mooij Az. te
Assendelft.
Fokfamilie. le pr. J. Eriks te Zuid-Zijpe;
2e pr. G. Appel te Burgerbrug; 3e pr. E. Dz.
Govers te Alkmaar.
Vereenigingsgroep, 5 koeien met 1 stier. le
pr. Fokvereeniging te Stompetoren; 2e pr.
a. Fokvereeniging te St. Maartensbrug; 2e
pr. b. Fokvereeniging te Assum-Uitgeest3e
pr. Fokvereeniging te Heerhugowaard.
Vereenigingsgroep. 5 koeien, le pr. Fokver
eeniging te Assendelft; 2e pr. Fokvereeniging
Duinstreek te Egmond-Binnen.
Herfstkeuring Stompetoren. melkkoeien, le
pr.. 2a en 2b en eerv. verm. E. Dz. Govers te
Alkmaar; pr. lb en eerv. verm. S. Kalverboer
te Stompetoren; 3e pr. C. Klerk Jz. te Stom
petoren; eerv. verm. A. Over te Stompetoren.
Naar men ons mededeelt, moet de bekronin
van de rubriek vette kalveren als volgt lui-
den: le pr. J. de Groot te Alkmaar; eereprijs
en hoorn van overvloed P. H. de Rover te
Alkmaar. De laatstbedoelde kalveren waren
afkomstig van de Verkoopcentrale te Eindho
ven, die gister als eigenaar werd opgegeven.
Aan onze lijst van bekroningen dient nog
te worden toegevoegd:
Ooien met hare in 1928 geboren laanme-
ren waaronder telkens minstens een ramlam
le pr. C. Stapel Pz., de Hout (Hoogkarspel)
2e pr. D. Schoen, Benningbroek3e pr. J. de
Jonge Wz., Monnikendam; 4e pr. E. Dz. Go
vers, Alkmaar.
Ooien met hare in 1928 geboren ramlam-
meren. le pr J. Stapel Sz., Sijbekarspe!
2e pr. D. Schoen, Benningbroek; 3e pr
K. Koster Jz., Midwoud.
Ooien (viertallen), geboren in 1926 of
vroeger. le pr. K. Bregman Jz., Noord-Beem-
ster; 2e pr. wed. H. Langedijk, Weere-Abbc
kerk; 3e pr. J. Stapel Sz., „Grenshoeve",
Sijbekarspel4e pr. P. Konijn, Venhuizen.
Ooien (viertallen), geboren in 1927. le pr
wed. H. Langendijk, Weere-Abbekerk2e pr.
P. Wijdenes", Twisk; 3e pr. H, J. E. van
Hoorn, Wieringerwaard.
Ooilammeren (viertallen) van een vader-
dier, geboren in 1928. le pr. K. Bregman Jz
Noord-Beemster; 2e pr. C. Stapel Pz., de
Hout, Floogkarspel3e pr. P. Konijn, Ven
huizen; 4e pr. A. Schipper, Opmeer.
Behalve de in ons verslag van de land
bouwtentoonstelling (zie het nummer van
gister) reeds genoemde fimra's waren de hee
ren A. Dam Co. nog op de Nieuwesloot
met een keurcollectie sierlijke auto's (merk
Nash), waarmee het ongetwijfeld een genot
zal zijn een toertje te maken. Bovendien was
dezelfde firma aanwezig met een Fiat-chas
sis.
liefde leert kennen, en haar geluk bedrelgd
ziet door booze invloeden van buitenaf.
In „Twee Menschen" waren het haar booze
stiefzuster en de oorlog die het op haar had
den voorzienin „Zonsopgang" was het de
gewetenlooze mededingster; in „Straatengel"
komt d-e gevangenis tussch-enbeide.
Eenmaal stal zij, wanhopig en onhandig,
en werd door de Napelsche politie tevergee'fs
achtervolgd, maar de gerechtigheid- is als
de doodzij kan wachten en heeft den tijd.
De vluchtelinge komt bij kermisreizigers te
recht, en kermisreizigers hebben een aange->
boren afkeer van politie, omdat zij een aange-
ooren afkeer hebben van „Ordnung", die vol
gens de Pruisen „muss sein", maar die den
nomaden afkeer inboezemt, diepen, eerlijken
afkeer.
Zij verbergen Janet dus voor de politie, en
weldra is zij een attractie voor den troep, wat
zij blijft tot zij een attractie wordt voor
Charles Farrell.
Die trekt als schilder door het land en zit
in begrijpelijke bewondering de wonderen
van het lan-dschap te bewon-deren, wat hem
niet verhindert een oogje te wagen aan de be-
won-derenswaardige Janet: in des schilders
sterke armen vindt zijle bonheur de ce mon-
de, ook al is hij arm, en al is hij blij dat een
schilderijenvervalscher hem een prijs biedt
voor zijn meesterwerk waartoe Janet hem in-
spireerde.
Maar de gerechtigheid, in de gedaante van
een Ita-liaanschen gendarme, ligt op de loer,
en op den avond van hun verlovingsfeest
wordt zonder dat de schilder het weet
de vluchtelinge achter slot en grendel gezet.
Als de minnaar, verkeerd ingelicht over
haar daden, in zijn wanhoop de vrouwen in
het algemeen en Janet in het bijzonder gaat
haten, volgt toch de gelukkige ontknooping,
opgenomen in den mist langs de kaden van
Napels. Voor den regisseur die met dit ma-
teriaaln-evel en damp, weet om te gaan, zijn
zeer artistie-ke effect-en te bereiken, en Far-
rell's achtervolging van de nu gehate „Straat-
engei" behoort almee tot het beste wat deze
schoone film biedt.
Theater Cinema Americain.
In dit theater zal morgenavon-d voor de
eerste maal vertoond worden de nieuwste
film van Janet Gaynor en Charles Farrel
waarover in het Handelsblad het volgende
werd geschreven:
DE STRAATENGEL.
Dit is de derde film van de trilogie: „Twee
Menschen" „Zonsopgang" - „De Straat-
engel", en het is tevens de derde film waarin
Janet Gaynor gaat strijken met den eerepalm
Deze jonge actrice is wel de gelukkigste
vondst die William Fox in zijn veelbewogen
carriere, zoo rijk aan vondsten, heeft gedaan
Zij kan niet alleen acteeren, zij heeft boven
dien de charme van de jeugd. Zij heeft iets
fijns, iets liefs, dat geen enkele van haar
kunstzusters bezit, zij laat een bewogenheid
zien die op het -doek ongeevenaar-d is, juist
omdat het zoo van harte gaat, en vrij blijft
van alle effect-bejag. Zij is een verjongde
editie van Norma Talmad-ge, die over meer
routine, maar zeker niet over meer oorspron-
kelijkheid en talent beschikt. En zij heeft, als
alle anderen, haar specialiteit: zij is het meest
in haar element als de jonge vrouw die de
NIET-VERBODEN LOTERIJ.
Mr. L. A. Micheels schrijft aan de Telg.r
Het openvallen van een rechterlijke betrek
king roept blijkbaar een zoo groot aantal sol-
licitanten bijeen, dat het college, hetwelk moet
aangevuld worden en daartoe volgens de wet
een voordracht van drie personen moet op-
maken, ter keuze van den minister, geen an
deren weg meer weet dan een loterij te hou
den. Op de voordracht wordt -dan vermeld.
wie der begeer-de sollicitanten door't lot is
afgevallen. Zoo o.a. de jongste aanbevelingsr
lijst der rechtbank te Assen.
Dat het lot ons onzen rechter aanwijst, is
niets bijzonders; bij een jury komt dit ook
voor. Het levert ook geen nadeel op, mis
schien zelfs voordeel: de fortuin is immers
onberekenbaar. In ieder geval komt het er
weinig op aan wie onze redder is, want de
gegadigden behooren toch tot eenzelfde cate-
gorie van personen, n.l. tot die juristen, die
aan hun schoolsche wijsheid paren hun rijpe
levenswijsheid en ervaring, opgedaan ter
griffie of ten parkette van een rechtbank of
kantongerecht, en deswege dan ook worden
aanbevolen door gelijk-gevormden. Men zou
nog eenig medelijuen kunnen hebben met den
vrijgeloten sollicitant, ware het niet dat deze
bij de eerstvolgen-de gelegenheid er toch in-
loot.
Het systeem van loting moge misschien
niet geheel zijn volgens de wet, het heeft, ge-
lijk gezegd, onmiskenbaar zijn voordeel. Ah
leen het moet nog een beetje worden uitge-
werkt. Waarom ook niet het vonnis des rech-
ters, die A en niet B gelijk geeft, te doen af-
hangen van het lot? De rechtspraak zou er
heusch niet slec-hter door worden.
GOED VOORBEELD DOET GOED
VOLGEN.
De raad der gemeente Diever besloot Dins-
dag, na korte discussie, alle nog aanwezige
tollen in de geemente op 1 Mei 1929 buiten
werking te stellen.
Hoewel de gemeente de bedragen ver-
sCheidene duizenden guldens die de tollen
opbrachten, noode kan missen, werd deson-
danks besloten deze „verkeersfolterwerktui-
gen" op ter ruimen.
Welge gemeente, zegt de Telg., volgen ni/
nog dit goede voorbeeld? -
LANDELIJKE ORGANISATIE VAN
DILETANTEN MUZIEK-
VEREENIGINGEN.
Na een voorberei-dende vergadering tt
Amsterdam gehouden, is een aantal vertegen-
woordigers van muziekvereenigingen in ons
land dezer dagen te Utrecht samengekomen,
onder lei-ding van een comite uit den Bond
van Amsterdamsche Dilettanten Muziek
vereenigingen. Na een referaat van den heer
M. C. van de R ova-art werd met algemeene
stemmen besloten tot de stichting van een
landelij-ke organisatie van Diletvanten Mu
ziekvereenigingen.
Het nieuwe lichaam kreeg den naam van
L. O. Dimu. Reeds zijn meer dan 200 ven
eenigingen bij -de nieuwe organisatie aange-
sloten en nog verschillende toetredingen zijn
te verwa-chten.
HET LANDGOED ,,'DE CLOESE"
VERKOCHT.
Het landgoed „De Cloese" te Lochem, dat
gister in veiling was, is verkocht aan den
heer J. Sickesz te Amsterdam. De eigenaar
heeft de boomen genaast, waardoor het na-
tuurschoon voor Lochem en omstreken behou-
den blijft.
ONDERZOEK NAAR DE
VEENBRANDEN. i
Ten vervolge op de beantwoording van
schriftelijke vragen van het Tweede-Kamer-
li-d, den heer Schaper, betreffende het instel-
ilen van een onderzoek naar de oorzaken van
de branden in de Drentsche venen, deelen de
ministers van Justitie, van Arbeid, Han-del en
Nijverheid en van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw, mede, dat een nauwgezet onder.
zoek geen resultaten heeft opgeleverd, die
zouden kunnen leiden tot eenig justitieel op-
treden tegen personen, -die mogelijkerwijze
de veenbranden hebben veroorzaakt.
Mitsdien kan voor den minister van Justi
tie, te meer waar hij overtuig-d is dat de po
litie ter plaatse diligent is, geen aanleiding
bestaan verder iets in dezen te verrichten.
De ministers van Arbeid. Handel en Nii-