Sfadsnieuws De LandbouwteBtoonstelling. Bioscopen BinnenBand „rnvlnci?n. Een dezer heeren Is nog in leven: thans hoogbejaarde baron van Dedem. De overhandiging had plaats op Het Loo L koning Willem III, die daarbij zeide ?irtuigd te zijn dat men slechts beoogde het heil van Nederland Veertien dagen van spanning en van veel „ohed volgden, maar het scheen alsof er geen Lees zou komen, zoodat het Hbl. juichte: Hp! volkspetitionnement, waarvoor zoo in- tens is gewerkt, is mislukt" Mislukt, ja, gedeeltelijk, het naaste doel prvan was mislukt: de koning had de wet- kaooevne bekrachtigd, maar de voorstan- Ls van het chr. onderwijs bleven met rus- L De kracht, waarmee gestreden werd, was nog ongebroken, het beginsel leefde Irk Door het volkspetitionnement was dit ffewonnen, dat de menschen met chr. begin- felen elkaar hadden gevonden, de verschillen van richting en standpunt werden naar ach- L eesc'ioven en alle krachten werden samen- revoeed voor den strijd tegen de neutrale en voor de bijzondere school met den bijbel. Toen was het, dat de Unie voor de school met den bijbel werd opgericht. Zij heeft haar doel nooit verloochend en zegt ook nu nog in tare statuten, dat bij bedreiging van de chr. school alle krachten moeten worden opge- roepen tot hare verdediging. Die Unie is altijd waakzaam geweest om w sluimerend geweten van ons volk wakker te schudden, om de opvoeding der kinderen van den staat naar het gezin te brengen. Zi] heeft sinds hare oprichting op twee ton na viif millioen gulden ten behoeve der bijz school bijeen gebracht en tot op dezen dag staat zij nog in het teeken, dat geloof rustig arbeidt en tot het einddoel brengt. Het grootsche verleden van de Unie dieni tardacht te worden, omdat het als elk her- denken iets terugbrengt van de liefde In het hart. De band tusschen heden en verle den mag niet vergeten worden De beste, de verborgen geschiedems der chr school, is nog een andere dan het volks petitionnement of de Unie, n.l. de arbeid van anderen. Wie waren dat? Allen, die zoo lan- £e jaren gestreden hebben. Onze tegenstanders, die onze school be- schouwden als een particuliere liefhebberi] dwongen ons om onze scholen te betalen en dan nog mee te betalen aan de hunne. Eeh- ter het was geen particuliere liefhebberij, maar het ging om de losmaking van de school uit de altijd doodelijk omarming van den staat. De liefde voor de school was groot en geen offer was te zwaar, er werd met het hart gegeven. Men wist dat alles wat liefde geeft nooit een bitteren nasmaak heeft Met tranen werd gezaaid, geld en tijd en volharding werden gegeven, men bleef ge looven tegen alle hoop in en al deze stanct- vastigen hebben tezamen den oogst verze- kerd. Zij hebben gezaaid, wij kunnen de groo- te vluchten plukken. Wij mogen noch kunnen hen vergeten, want zij zijn als een wolk om ^Hun werk legt op ons den plicht om te be- waren het pand ons toebetrouwd. Wij moe ten verder zien, het oog op de toekomst rich- ten; onze verantwoordelijkheid, die tevens is- een heerlijke roeping, verplicht ons de school te bewaren voor wie na ons komen. I Na gemeenschappelijk gezang van Ps 891 en 8 bepaalde de spr. zijn gehoor na der bij het Bijbelwoord: Gij zijt tot hun ar beid ingegaan. Spr. schetste het gevaar van verslapping, als na langen strijd eindelijk het doel is be- reikt. Deze verslapping heeft zich na 1920, toen de gelijkstelling op onderwijsgebied kwam, in de kringen der voorstanders van het chr. onderwijs in erge mate voorgedaan Gij zijt tot hun arbeid ingegaan, wil zeg- gen, dat men moet weten wat het vorige ge- slacht heeft gewild. En dit was niet, wat we nu hebben en waarvoor onze ouders zelfs hebben gevreesd. De gelijkstelling toch heeft mee1 het gevolg gehad, dat onze vrije school onder voogdij van den staat kwam. Hierte- gen hebben hooggeplaatsten gewaarschuwd, prof. Wieringa te. Kampen zei o.m.: „Aan den staatsruif zullen wij ons den dood eten" Spr. liet aan zijn gehoor over om uit te ma- ken in hoeverre dit nu reeds is uitgekomen. De staatsvoogdij is de doo van het echt christelijke, dat vrij wil zijn, ook op school- l hied. Je bekrachtiging van de wet-Kappeyne was in zooverre goed, dat zij deed beseffen, dat alle zeggenschap der ouders op het staatsonderwijs was verdwenen en plaats I maakte voor de macht van den staat. De leuze ontstondde vrije school voor heel de natie, d. w. z. ieder bepaalt het onderwijs voor zijn kind, de roeping van den staat mag geen andere zijn dan die van toezicht. Al i andere gaat den staat niet aan, is tirannie Die gedachte leidde het vorige geslacht, dat echter zwaar zuchtte onder de dubbele beta- ling. De strijd ging voort tot 1914, toen de groo- te oorlog uitbrak, met geldschaarschte en zelfs armoede, waardoor wij deze scholen en onderwijzers met voldoende konden geven. In 1920 kwam het voorloopig einde met de nieuwe schoolwet; gebaseerd op een compro- mis met de socialisten. Toen kwam er meer geld en het aantal scholen steeg van 1200 tot 1900, wel een bewijs dat er groot geldgebrek was geweest. Maar zijn we nu wel op den goeden weg? vroeg spr. en dan antwoordde hij met een neen. Een echt vrije school bestaat niet meer de gelijkstelling is gekocht tegen een te hoo gen prijs, er zijn eigenlijk twee staatsscholfcn de neutrale en de bijzondere. Wij mogen niet tevreden zijn met wat de wet van 1920 bracht De strijd is aangegaan onder de leuze ons volk vrij te maken van elke staatsschool en die leuze moeten wij hou- den, omdat zij een goede was. Thans is ere band tusschen school en huis niet meer wat hij is geweest en wat hij be- noort te zijn. De mindere opbrengst van ac Unie-collecte is daar het bewijs van. Zeker, geld is er niet zooveel meer noodig, maar er zijn nog altijd behoeften voor algemeene be- langen. Wat we hebben, is verkregen door de wet en dat is niet altijd het ware, omdat deze ls, gegrond op de macht van de helft plus Kn, op den invloed van de politiek. De staat heeft vele verplichtingen, en en- <el rectten die daaruit voortvloeien. Het SToote en eerste recht op de opvoeding en het onderwijs onzer kinderen moet blijven bij de juders Spr. was geneigd te zeggen, dat we B 1920 evenveel hebben verloren als er ge. wonnen werd en hij wekte daarom op, waak zaam en werkzaam te blijven en het oog te rich ten op het groote ideaal van de vrije school voor heel de natie. Aan het eind van zijn rede gekomen, ging spr. voor in gebed, waarop het shmenzijn be sloten werd met het zingen van Gezang 96. Aan den uitgang werd een collecte gehou- „Unie". den voor de BENOEMING TIJDELIJK PERSONEEL NIJVERHEIDSSCHOLEN. In bijlage no. 103 schrijven B. en W.: De Directeur der gemeentelijke scholen voor Nijverheidsonderwijs heeft ons voorge- steld gedurende den cursus 19281929 te doen benoemen: a. tot tijdelijk leeraar in natuurkunde aan de school voor voorbereidend middelbaar technisch onderwijs, den heer A. H. Bij- leveld, sedert 1 Septmeber 1919 reeds als zoodanig werkzaam; tot tijdelijk leeraar in bouwkundig tee- kenen c.a. aan de gemeentelijke avond- school voor nijverheidsonderwijs, den heer P. J. van der List, sedert 1 Septem ber 1920 als zoodanig werkzaam. Beide heeren zijn niet wettelijk bevoegd, doch hebben vergunning verkregen tot het geven van Nijverheidsonderwijs, de heer Bij- leveld tot 1 Januari 1931 en de heer Van der List tot 1 Januari 1930. Wij hebben tegen deze tijdelijke benoemin- gen, waarmede de Commissie van toezicht op het gemeentelijk Nijverheidsonderwijs zich kan vereenigen, geen bezwaar, zoodat wij Uwe Vergadering voorstellen te nemen het volgende besluit: De raad der gemeente Alkmaar; Gezien enz. benoemt a. voor het tijdvak van 1 September 1928 tot en met 31 Augustus 1929 tot tijdelijk leeraar in natuurkunde aan de school voor voorbereidend middelbaar technisch onderwijs alhier, den heer Adriaan Hen- drikus Bijleveld, geboren 31 Januari 1871, wonende te Alkmaar, sedert 1 Sep tember 1919 reeds als zoodanig werk zaam b. voor het tijdvak van 1 October 1928 tot en met 30 September 1929 tot tijdelijk leeraar in bouwkundig teekenen c.a. aan de gemeentelijke avondschool voor nijver- verheidsonderwijs alhier, den heer Petrus Johannes van der List, geboren 11 April 1887, wonende te Alkmaar; beide op een wedde volgens de gelden de Rijksregeling en met bepaling, dat een getal lesuren kan worden opgedra- gen, als in verband met de belangen van het onderwijs zal blijken noodig te zijn, behoudens de bepalingen, te dezen aan- zien vermeld in bovengenoemde Rijksre geling, en voorts onder gehoudenheid zich in die betrekking te gedragen naa* de bestaande of nader vast te stellen ver- ordeningen en instruction. BENOEMING TIJDELIJK PERSONEEL HANDELSSCHOOL. In bijlage nr. 104 schrijven B. en W.: De Directeur der Handelsschool heeft ons het voorstel gedaan om aan die school: a. gedurende den cursus 1928/1929 op- nieuw te benoemen tot tijdelijk leeraar in 1. handelsrecht, den heer Mr. J. Belonje; 2. staatsinrichting, den heer A. H. P. Blaau,w; 3. Nederlandseh, den heer J. K. de Jager; b. gedurende den cursus 1928/1929 op- nieuw tijdelijk te belasten met het onder wijs in: 1. staatshuishoudkunde, den heer "J. H de Groot, leeraar in de handelsweten- schappen 2. scheikunde en warenkennis, den heer W. F. Dorgelo, leeraar in natuurlijke historic; c. voor het tijdvak van 1 September 1928 tot en met 28 Februari 1929 te benoemen tot tijdelijk leeraar in het teekenen, ter vervanging van mej. J. G. Th. van Eyber- gen, die wij op grond van een geneeskun- dige verklaring gedurende dien tijd van hare teekenlessen hebben vrijgesteld, den heer H. J. Hultzer te Bentveld (gem Zandvoort), die mej. van Eybergen reeds eerder heeft vervangen. Wij hebben tegen dit voorstel, dat de Mi nister van Onderwijs heeft goedgekeurd en waarmede de betroken Inspecteur en de Com missie van toezicht op het Middelbaar On derwijs zich kunnen vereenigen, geen be zwaar, zoodat wij Uwe Vergadering voorstel len het desbetreffende besluit te nemen. HOOGLEERAAR TE LEIDEN. Tot gewoon hoogleeraar in de faculteit der letteren en wijsbegeerte aan de Rijks- universiteit te Leiden om onderwijs te geven in de Grieksche taal en letterkunde en de Grieksche oudheden, is benoemd dr. B. A van Groningen, rector aan het Openbaar Gymnasium te Assen. Een belangrijke „praaf'-middag Uitgaande van het bestuur der Rundvee- fokvereeniging te Stompetoren werd gister- mid-dag na afloop van den fokveedag in de bovenzaal van cafe „Central" aan het Hoi plein een bijeenkomst gehouden, waar door twee inleiders een tweetal onderwerpen wer den behandeld. De vergadering was druk bezocht. De heer E. Dz. G o v e r s, die bij afwezig- heid van den voorzitter, de vergadering leid de, deelde allereerst mede wat de fokveever- eeniging Stompetoren eigenlijk met het hou- den van dezen „praat"-middag bedoelde. Na den fokveedag, aldus spr., gaan de menschen weer vaneen, zonder dat er een direkte band is gebracht tusschen hen. Ik mag nu uit de aanwezigheid van de vele dames en hee ren wel constateeren dat we reeds eeniger- wijze geslaagd zijn in het houden van deze bijeenkomst, die beoogt de opvoeding van den fokker, welke velen nog zoo noodig hebben. Gisteravond hebben enkele personen ge- zegd, dat dit het maken van een scheuring is. Daarvan heb ik de quintessence niet begre- pen. We bedoelen dezen fokveedag te maken tot een opvoedingsdag voor alien. Ik hoop dat in alle plaatsen zoo'n districts-fokveedag mag worden gehouden en ik open deze ver gadering met het uitspreken van den wensch dat, wanneer er weer een fokveedag plaats vindt, deze praatbiieenkomst met aller in stemming zal worden herhaald. De nieuwe Regeeringsmaatregelen tot bestrijding van Rundertuber- culose. Dit onderwerp werd behandeld door den heer P. J.-'t Hooft, inspecteur van den rijks- veeartsenijkundigen dienst, die aanving met te zeggen, dat men zich nooit behoeft voor te stellen op een lezing het geheele vraagstuk der tuberculosebestrijding te kunnen bespre- ken. Dit probleem is van zoo'n grooten om- vang, dat men zich steeds moet bepalen tot een zeker gedeelte, en wel tot dat, wat op het oogenblik van het meeste belang is. Mo- menteel zijn dit de maatregelen die de regee ring neemt om de t. b. c. onder het rundvee te bestrijden. T. b. c. onder den veestapel is buitenge- woon teleurstellend. Zoowel in 'n hoogstaand als in een pas opkomend bedrijf kan zij een buitengewoon groote schade aanrichten. De schade, die de t. b. c. aan den Nederlandschen rundveestapel toebrengt is zeer moeilijk te bepalen; door de werking van den vleesch- keuringsdienst is zij evenwel eenigszins vast te stellen en bedraagt \lA millioen gulden per jaar. Op ander gebied, b.v. doordat de besmette dieren geen voldoende nut van he* voedsel hebben en niet als fokvee in aanmer- king komen, komt daar nog ruim eens zoo veel bij, zoodat de totale schade op 4 mil lioen gulden per jaar geschat kan worden. De Nederlandsche regeering heeft sedert 1906 getracht maatregelen te nemen om de t. b c. onder het rundvee te bestrijden. Van 1906'10 volgens het systeem van dr Poelen, waarbij verdacht vee kon worden aangegeven en dan werd onderzocht. Indien de beesten lijdende waren aan t. b. c. dan kocht het rijk hen op. Toen kreeg men eenigs zins een blik op de buitengewoon groote schade die de t. b. c. toebracht. Van de aan gegeven runderen bleek 80 inderdaad lij dende te zijn aan open tuberculose. Daar sfnds dien niets meer aan de be strijding is gedaan kunnen we aannemen dat van onzen veestapel, bestaande uit 2.000.000 stuks, 10.000 dieren aan open t. b. c. lijden. Sedert 1910 is het met de bestrijding eigen lijk sukkelende geweest. In de beruchte be zuinigingsjaren kwam van een steun der re geering weinig terecht. Toen echter in 1927 de rijksmiddelen weer wat ruimer werden, heeft min. Kan, na ad vies ingewonnen te hebben van den directeur van den veeartsenijkundigen dienst, op de begrooting een post uitgetrokken teneinde hiermede de t. b. c. bestrijding onder het rundvee te steunen. Nu doen zich de volgende vragen voor: 1. Wat vraagt de regeering aan de ver- eenigingen die t. b. c. bestrijden? 2. Als zij aan de gestelde voorwaarden voldoen, wat geeft de regeering dan? Of met andere woorden: Wat moeten we doen? En wat krijgen we er voor? De Nederlandsche regeering dan eischt als eerste voorwaarde een onderzoek en geeft daarvoor 60 cts. per rund per jaar. Blijkt bij dit onderzoek dat een dier lijden de is aan of verdacht is van t. b. c. dan moet het onschadelijk worden gemaakt. Hiermede is in de eerste plaats bedoeld dat het beest geslacht moet word-en, doch betreft het een dier op wiens behoud voor korten tijd veel prijs wordt gesteld, dan kan men volstaan met afzondering. Men ontvangt 25 toeslag op elk dier dat onschadelijk wordt gemaakt. Verder stelt de regeering gratis beschik baar tuberculine en geeft zij een gratis on derzoek van de ziektestoffen. Hiertegenover eischt de regeering dat wanneer een vereeniging zich eenmaal bij de haar opgegeven en de z g. subsidie aanvaard heeft, het vee der deelnemers min- stens 1 maal per jaar wordt onderzocht. Ik wil hierbij, aldus spr., met klem tegen spreken dat de regeering de voorkeur geeft aan tuberkelinatie boven clinisch onderzoek. Zij weet alleen heel goed welke moeilijkheden aan laatstgenoemd onderzoek verbonden zijn Dan is het heel juist van de Ned. regee ring dat zij van de deelnemers verlangt een t. b. c.-vrije opfok van het jonge vee. Dat een onschadelijk maken van aan open t. b. c. lijdend vee wordt geeischt, is een drin- gende noodzakelijkheid, die de grondslag is van elk b-estrijdingsysteem. De runderen die positief reageeren op het onderzoek worden van een merkteeken, dat zoo goed als zeker zal bestaan uit een gaatje in het oor, voorzien. Bij die reageerende die ren kunnen nog wel open lijders voorkomen Het clinisch onderzoek brengt groote moei lijkheden mee en vooral in Friesland, dat nog wel z'n certificaten heeft, is het gebleken welk buitengewoon gevaar de reactie-dieren opleveren. De regeering heeft zich geplaatst op het standpunt, dat, wanneer de t. b. c.-bestrij ding financieel wordt gesteund, er voor ge waakt moet worden, dat de koopers door die bestrijding niet kunnen worden benadeeld Daarom worden de reactie-dieren van een merkteeken voorzien. Deze dieren is men volkomen gerechtigd in het bedrijf te houden zoolang niet blijkt dat ze aan open t. b. c. Iij dende zijn. Of deze werking een groote waar devermindering zal veroorzaken, moeten we afwachten. Enkele groote slachtvee-verzeke ringen hebben reeds medegedeeld, die reac tie-dieren zonder eenige prijsverhooging te zullen opnemen. De regeering wordt eenigszins gedwon -gen, door wat het buitenland voorschrijft. Op 1 September zijn weer vele bezwaren ge komen op den uitvoer. In het Zuid-en gaan nogal veel koeien over de grens naar Belgie en worden dan b.v aan Italie als B-elgisch vee verkocht! Noord-Holland nu verkeert in een gunstige positie. D-e t. b. c.-bestrijding wordt door de Prov. Staten gesteund met pl.m. f 1 toeslag, t-erwijl bovendien nog f 25 wordt toege- voegd aan de f 25 van de regeering, indien een dier, lijdende aan t. b. c. wordt overge- nomen. Door den toeslag van het rijk en die van de provincie, welke, zoo noodig, misschien nog wel verhoogd wordt, zal de bestrijding U, mijne heeren, prive niets kosten. Laat daarom ieder zijn best doen de bestrijding zooveel mogelijk te steunen en zooveel moge- lijk de tuberculose in de provincie Noord Holland terugdringen! (Applaus). De heer E. Dz. Govers meende uit het aoplaus te mogen optnaken, dat de vorige spreker een goed „prater* was. T Hierna werd gelegenheid gegeven vragen te stellen. Op een vraag van den heer Blaauw deel de de heer't Hoofd m-ede, dat, waar geen rijkssubsidie gegeven wordt, zooals in Friesland, de regeering niet tot het aanbren- gen van een merkteeken in het oor kan dwin- gen. De heer E. Dz. Govers vroeg, of al uit onderzoekingen gebl-ek-en is, dat cle bewering dat geiten t. b. c. vrij zijn, werkelijk ,,-geklets" is. De heer't H o o f t antwoordde hierop, dat hij er met nadruk op wijzen wilde, dat l-et on-omstoot-elijk vaststaat, dat ook bij gei ten tuberculose voorkomt en ook deze dieren aan miltvuur kunnen lijden. De waamemend voorzitter dankte den xeer't Hooft vervolgens hartelijk voor z'n inleiding. Men verzoekt ons, den uitslag van de dis- trictskeuring nog eens duidelijker te geven dan uit ons nummer van gist-er bleek. Aan dat verzoek willen wij gaarne vol doen: Districtsfokv edag. Groepen van 5 kuikalveren van een vader. le prijs: Kinderen van Frans Jan 2, eige- naars K. Feeke en A. IJff Gz. te Kromme- nie; 2e prijs: Kinderen van Constantijn Ja cob 14, eigenaars Jb. Posch en S. Kalver- boer te Stompetoren en E. Dz. Govers te Alkmaar; 3e prijs: Kinderen van Reinold, ei- genaar C. Mienes te Egmondermeer. Groepen van 5 hokkelingen van een vader. le prijs: Kinderen van Max Albert 4, eig. G. Appel te Burgerbrug; 2e prijs: Kinderen van Frans Nicolaas, eig. K. Feeke en A. IJff Gz. te Krommenie; 3e prijs: Kinderen van Constantijn Jacob 14, eig. Jb. Posch, C. Kramer Glijnis te Stompetoren en E. Dz. Govers te Alkmaar; eervolle vermelding: Kinderen van Wodan 6, eig. A. Over te Stom petoren. Stierkalveren met moeders. le prijs E. Dz. Govers te Alkmaar; 2e pr. J. van Twuijver te Uitgeest; 3e pr. E. Dz. Govers te Alk maar; eerv. vermelding Jn. E. Kramer te Burgerbrug. Groep 5 oudere koeien van een eigenaar- fokker. le pr. E. Dz. Govers te Alkmaar; 2e pr. J. Eriks te Zuid-Zijpe; 3e pr. S. Kalver- boer te Stompetoren; eerv. verm. J. van Twuijver te Uitgeest. Groep jong vee, 3 kalveren en 3 pinken van edn eigenaar-fokker. le pr. K. Feeke te Krommenie; 2e pr. A. Over te Stompetoren; 3e pr. G. Appel te Burgerbrug; eerv. verm. A. IJff Gz. te Krommenie en J. Mooij Az. te Assendelft. Fokfamilie. le pr. J. Eriks te Zuid-Zijpe; 2e pr. G. Appel te Burgerbrug; 3e pr. E. Dz. Govers te Alkmaar. Vereenigingsgroep, 5 koeien met 1 stier. le pr. Fokvereeniging te Stompetoren; 2e pr. a. Fokvereeniging te St. Maartensbrug; 2e pr. b. Fokvereeniging te Assum-Uitgeest3e pr. Fokvereeniging te Heerhugowaard. Vereenigingsgroep. 5 koeien, le pr. Fokver eeniging te Assendelft; 2e pr. Fokvereeniging Duinstreek te Egmond-Binnen. Herfstkeuring Stompetoren. melkkoeien, le pr.. 2a en 2b en eerv. verm. E. Dz. Govers te Alkmaar; pr. lb en eerv. verm. S. Kalverboer te Stompetoren; 3e pr. C. Klerk Jz. te Stom petoren; eerv. verm. A. Over te Stompetoren. Naar men ons mededeelt, moet de bekronin van de rubriek vette kalveren als volgt lui- den: le pr. J. de Groot te Alkmaar; eereprijs en hoorn van overvloed P. H. de Rover te Alkmaar. De laatstbedoelde kalveren waren afkomstig van de Verkoopcentrale te Eindho ven, die gister als eigenaar werd opgegeven. Aan onze lijst van bekroningen dient nog te worden toegevoegd: Ooien met hare in 1928 geboren laanme- ren waaronder telkens minstens een ramlam le pr. C. Stapel Pz., de Hout (Hoogkarspel) 2e pr. D. Schoen, Benningbroek3e pr. J. de Jonge Wz., Monnikendam; 4e pr. E. Dz. Go vers, Alkmaar. Ooien met hare in 1928 geboren ramlam- meren. le pr J. Stapel Sz., Sijbekarspe! 2e pr. D. Schoen, Benningbroek; 3e pr K. Koster Jz., Midwoud. Ooien (viertallen), geboren in 1926 of vroeger. le pr. K. Bregman Jz., Noord-Beem- ster; 2e pr. wed. H. Langedijk, Weere-Abbc kerk; 3e pr. J. Stapel Sz., „Grenshoeve", Sijbekarspel4e pr. P. Konijn, Venhuizen. Ooien (viertallen), geboren in 1927. le pr wed. H. Langendijk, Weere-Abbekerk2e pr. P. Wijdenes", Twisk; 3e pr. H, J. E. van Hoorn, Wieringerwaard. Ooilammeren (viertallen) van een vader- dier, geboren in 1928. le pr. K. Bregman Jz Noord-Beemster; 2e pr. C. Stapel Pz., de Hout, Floogkarspel3e pr. P. Konijn, Ven huizen; 4e pr. A. Schipper, Opmeer. Behalve de in ons verslag van de land bouwtentoonstelling (zie het nummer van gister) reeds genoemde fimra's waren de hee ren A. Dam Co. nog op de Nieuwesloot met een keurcollectie sierlijke auto's (merk Nash), waarmee het ongetwijfeld een genot zal zijn een toertje te maken. Bovendien was dezelfde firma aanwezig met een Fiat-chas sis. liefde leert kennen, en haar geluk bedrelgd ziet door booze invloeden van buitenaf. In „Twee Menschen" waren het haar booze stiefzuster en de oorlog die het op haar had den voorzienin „Zonsopgang" was het de gewetenlooze mededingster; in „Straatengel" komt d-e gevangenis tussch-enbeide. Eenmaal stal zij, wanhopig en onhandig, en werd door de Napelsche politie tevergee'fs achtervolgd, maar de gerechtigheid- is als de doodzij kan wachten en heeft den tijd. De vluchtelinge komt bij kermisreizigers te recht, en kermisreizigers hebben een aange-> boren afkeer van politie, omdat zij een aange- ooren afkeer hebben van „Ordnung", die vol gens de Pruisen „muss sein", maar die den nomaden afkeer inboezemt, diepen, eerlijken afkeer. Zij verbergen Janet dus voor de politie, en weldra is zij een attractie voor den troep, wat zij blijft tot zij een attractie wordt voor Charles Farrell. Die trekt als schilder door het land en zit in begrijpelijke bewondering de wonderen van het lan-dschap te bewon-deren, wat hem niet verhindert een oogje te wagen aan de be- won-derenswaardige Janet: in des schilders sterke armen vindt zijle bonheur de ce mon- de, ook al is hij arm, en al is hij blij dat een schilderijenvervalscher hem een prijs biedt voor zijn meesterwerk waartoe Janet hem in- spireerde. Maar de gerechtigheid, in de gedaante van een Ita-liaanschen gendarme, ligt op de loer, en op den avond van hun verlovingsfeest wordt zonder dat de schilder het weet de vluchtelinge achter slot en grendel gezet. Als de minnaar, verkeerd ingelicht over haar daden, in zijn wanhoop de vrouwen in het algemeen en Janet in het bijzonder gaat haten, volgt toch de gelukkige ontknooping, opgenomen in den mist langs de kaden van Napels. Voor den regisseur die met dit ma- teriaaln-evel en damp, weet om te gaan, zijn zeer artistie-ke effect-en te bereiken, en Far- rell's achtervolging van de nu gehate „Straat- engei" behoort almee tot het beste wat deze schoone film biedt. Theater Cinema Americain. In dit theater zal morgenavon-d voor de eerste maal vertoond worden de nieuwste film van Janet Gaynor en Charles Farrel waarover in het Handelsblad het volgende werd geschreven: DE STRAATENGEL. Dit is de derde film van de trilogie: „Twee Menschen" „Zonsopgang" - „De Straat- engel", en het is tevens de derde film waarin Janet Gaynor gaat strijken met den eerepalm Deze jonge actrice is wel de gelukkigste vondst die William Fox in zijn veelbewogen carriere, zoo rijk aan vondsten, heeft gedaan Zij kan niet alleen acteeren, zij heeft boven dien de charme van de jeugd. Zij heeft iets fijns, iets liefs, dat geen enkele van haar kunstzusters bezit, zij laat een bewogenheid zien die op het -doek ongeevenaar-d is, juist omdat het zoo van harte gaat, en vrij blijft van alle effect-bejag. Zij is een verjongde editie van Norma Talmad-ge, die over meer routine, maar zeker niet over meer oorspron- kelijkheid en talent beschikt. En zij heeft, als alle anderen, haar specialiteit: zij is het meest in haar element als de jonge vrouw die de NIET-VERBODEN LOTERIJ. Mr. L. A. Micheels schrijft aan de Telg.r Het openvallen van een rechterlijke betrek king roept blijkbaar een zoo groot aantal sol- licitanten bijeen, dat het college, hetwelk moet aangevuld worden en daartoe volgens de wet een voordracht van drie personen moet op- maken, ter keuze van den minister, geen an deren weg meer weet dan een loterij te hou den. Op de voordracht wordt -dan vermeld. wie der begeer-de sollicitanten door't lot is afgevallen. Zoo o.a. de jongste aanbevelingsr lijst der rechtbank te Assen. Dat het lot ons onzen rechter aanwijst, is niets bijzonders; bij een jury komt dit ook voor. Het levert ook geen nadeel op, mis schien zelfs voordeel: de fortuin is immers onberekenbaar. In ieder geval komt het er weinig op aan wie onze redder is, want de gegadigden behooren toch tot eenzelfde cate- gorie van personen, n.l. tot die juristen, die aan hun schoolsche wijsheid paren hun rijpe levenswijsheid en ervaring, opgedaan ter griffie of ten parkette van een rechtbank of kantongerecht, en deswege dan ook worden aanbevolen door gelijk-gevormden. Men zou nog eenig medelijuen kunnen hebben met den vrijgeloten sollicitant, ware het niet dat deze bij de eerstvolgen-de gelegenheid er toch in- loot. Het systeem van loting moge misschien niet geheel zijn volgens de wet, het heeft, ge- lijk gezegd, onmiskenbaar zijn voordeel. Ah leen het moet nog een beetje worden uitge- werkt. Waarom ook niet het vonnis des rech- ters, die A en niet B gelijk geeft, te doen af- hangen van het lot? De rechtspraak zou er heusch niet slec-hter door worden. GOED VOORBEELD DOET GOED VOLGEN. De raad der gemeente Diever besloot Dins- dag, na korte discussie, alle nog aanwezige tollen in de geemente op 1 Mei 1929 buiten werking te stellen. Hoewel de gemeente de bedragen ver- sCheidene duizenden guldens die de tollen opbrachten, noode kan missen, werd deson- danks besloten deze „verkeersfolterwerktui- gen" op ter ruimen. Welge gemeente, zegt de Telg., volgen ni/ nog dit goede voorbeeld? - LANDELIJKE ORGANISATIE VAN DILETANTEN MUZIEK- VEREENIGINGEN. Na een voorberei-dende vergadering tt Amsterdam gehouden, is een aantal vertegen- woordigers van muziekvereenigingen in ons land dezer dagen te Utrecht samengekomen, onder lei-ding van een comite uit den Bond van Amsterdamsche Dilettanten Muziek vereenigingen. Na een referaat van den heer M. C. van de R ova-art werd met algemeene stemmen besloten tot de stichting van een landelij-ke organisatie van Diletvanten Mu ziekvereenigingen. Het nieuwe lichaam kreeg den naam van L. O. Dimu. Reeds zijn meer dan 200 ven eenigingen bij -de nieuwe organisatie aange- sloten en nog verschillende toetredingen zijn te verwa-chten. HET LANDGOED ,,'DE CLOESE" VERKOCHT. Het landgoed „De Cloese" te Lochem, dat gister in veiling was, is verkocht aan den heer J. Sickesz te Amsterdam. De eigenaar heeft de boomen genaast, waardoor het na- tuurschoon voor Lochem en omstreken behou- den blijft. ONDERZOEK NAAR DE VEENBRANDEN. i Ten vervolge op de beantwoording van schriftelijke vragen van het Tweede-Kamer- li-d, den heer Schaper, betreffende het instel- ilen van een onderzoek naar de oorzaken van de branden in de Drentsche venen, deelen de ministers van Justitie, van Arbeid, Han-del en Nijverheid en van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, mede, dat een nauwgezet onder. zoek geen resultaten heeft opgeleverd, die zouden kunnen leiden tot eenig justitieel op- treden tegen personen, -die mogelijkerwijze de veenbranden hebben veroorzaakt. Mitsdien kan voor den minister van Justi tie, te meer waar hij overtuig-d is dat de po litie ter plaatse diligent is, geen aanleiding bestaan verder iets in dezen te verrichten. De ministers van Arbeid. Handel en Nii-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 7