EEUIELETON. ondsrci derfi^ste Jainjng. Dinsdap 16 October. Badioohnekje j^o 925 1928 Woensdag 17 October, flilversum, 1071 M. 12.302.Lunch- muziek door het Trio Sjouwerman. 3.-4.— Maak het zelf, onder leiding v. C. Schaake— Verkozen. 6.—7.15 Concert door het kwartet Rentmeester. 7.15—7.45 Gezondheidshalf- uurtie door Mej. M. 0. 'van Hulst. 8 05— 9—Concert. Herd, van het 100-jarig be- staan der Kon. Milit. Academic te Breda. Qff. opening der feesten. Inleidin-g van Ch. M. J. J. Smits. Rede door den Burgemeester van Breda. Koor van 1000 zangers. Toe- spraak van G. G. v. Everc'ingen. Gen. Ma- joor., Gouv. der K. M. A. 9.0511.Con cert door het Omroep-orkest onder leiding van Nico Treep. Henri Bloemkarten, bas. 10._ Persberichten. Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.) 12.301-45 Concert. R. A. van der Horst Bleekrode, piano. H. van der riorst Jr., cello. Ji. Hermann, viool. N. C. R. V. 2.153.30 ijC. R. O. Uitzending v. d. Akademische zit- ting van den Senaat der R K. Universiteit te Nijmegen, ter gelegenheid van het le Lus trum. Het St. Franciscuskoor. De Canisius- harmonie. 5.-6.— N. C. R. V. Kinderuurtje onder leiding van D. A. van Alkemade. Mej. A. v. d Zwaal, zang. 7.7.30 Engelsche Handelscorres p o n d en tie. 8.Concert. Boris Lensky, viool. Mevr. D. Blitz, piano. Dr. E. L. Smit: Het antieke en het moderne Spanje. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Balladencon- cert, alt en tenor. 12.50 Dansmuziek. 1.20— 2.20 Orkestconcert. 2.50 Voor de scholen 3.15 Muziek. 3.20 Causerie. 3.50 Causerie. 4.05 Licht klassiek concert. S. YorkBowen, sopraan en strijkkwartet. 5.05 Orgelconcert 5 35 Kinderuurtje. 6.20 Mflziek. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Tuinpraatje. 7.— Mu ziek. 7.05 Schubert's pianosonaten. 7.20 Landbouwpraatje. 7.35 Muziek. 7.45 Le- zing: Sources of energy. 8.05 Dans-orkest en variete-artisten. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Lezing door Sir Barry Jackson: My aims and ideals in the theatre. 9.50 Nieuwsberich ten. 9.55 Gershom Parkington kwintet. M. Carew, sopraan. J. S'ater, fluit. 10.50 „The grand Cham's diamond", 1-acter van Monk- house. 11.20—12.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris"1750 M. 12.50 2 10 Orkestconcert. 4.05—5.05 Orkestcon cert. 8.50—11-20 Concert. Hr. Herent, zang. Hr. Briclot, piano. Hr. Tennenbaum, viool. Mme. Simon, zang. Hr. d'lnes, declamatie. Langenberg, 469 M. 10.3511.15 Voor de scholen. 11.30 Mechanische muziek. 12 25 I.50 Orkestconcert. 5.05—5.50 Pianoconcert 720—8 15 Orkestconcert. 8.20 „Das Kirsch- bliitenfest", spel naar het Japansch van Kla- bund. Muziek van Toch. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Rordgswusterhausen, 1250 M. (Zeesen) II.504.20 Lezingen. 4.20—5.20 Orkestcon cert. 5.20—7.05 Lezingen. 7.20 Orkestcon cert. 8.20 „Das Kirschblutenfest", spel naar het Japansch van Klabund. Muziek van Toch. Daarna tot 11.50 Dansmuziek. Hamburg, 395 M. 10.20 Gramofoonmu ziek. 4.20 Concert voor viool en piano. 5.20 Dansmuziek. 7.20 Concert. Muziek van be- roemde dirigenten Daarna cabaret. Brussel, 509 M. 5.20 Dansmuziek. 6.35 Causerie. 6.50 Trioconcert. 8.35 Fragmenten txit Romeo en Julia, opera van Gounod. 10.35 Sluiten. Pi*ovinc5aal nieuws ZUID-SCHARWOUDE. De Raad verwerpt met 5 tegen 2 stemmen het meer der heidsrapport van de gascommissie en vereenigl zich met omgekeerde stemverhou ding met het minderheidsrapport. De Raad vergaderde Maandagmiddag om half 2. De voorzitter, Jhr. Van Spreng- ler, deelde na een woord van welkom mede, dat ingekomen waS het rapport over de mala ria, dat voor kennisgeving werd aangenomen Spr. stelde hierna aan de orde het rapport van de Commissie van de lichtbedrijven, waarin te kennen wordt gegeven, dat de Directeur van de gasfabriek geen steekpen ningen heeft genoten en dat de commissie van oordeel is, dat die Directeur de 5 pro visie voor de uitbreidingswerken rechtmatig heeft genoten. Mede was aan de orde het minderheidsrapport van Jhr. van Sprengler, waarin deze als zijn meening te kennen geeft, dat die 5 provincie voor de uitbreidings werken niet rechtmatig is genoten. De heer Groen verk'aarde, dat hij zich in hoofdzaak met de minderheidsnota ver- eenigt, waarom hij niet mee kan gaan met het voorstel, om het rapport van de gascommis sie goed te keuren. De heer Kramer verklaarde, dat hij in de gascommissie er tegen heeft gestemd, dif. rapport aldus aan den Raad aan te bieden Het was hem niet mogelijk geweest, in de gascommissie uiteen te zetten om welke rede- nen hij tegen het rapport was. Hij kreeg het onvoorbereid in handen. Op de agenda stond niet vermeld, dat het behandeld zou worden en spr. had zich niet geheel ingewerkt, waar om hij het denkbeeld opperde, er nader op in te gaan. Hiertoe kreeg hij geen gelegenheid en er was niets anders te doen dan voor of tegen aanneming van het rapport te stem men. Ook op die gronden heeft hij tegen ge stemd. doch ook om zaken in het rapport zelf. Wei kan hij zich vereenigen met het eerste deel van het rapport inzake de gas- corruptie. Met het tweede gedeelte kan hi] zich niet vereenigen, omdat in de eerste plaats de zaak niet is onderzocht door de gascommissie of het bestuur. Met 8 tegen 7 stemmen werd besloten, het door de raden van N. en Z. Scharwoude gewilde onderzoek- niet in te stellen. Hij kan dan ook niet mee gaan met de conclusie in het rapport, dat het onderzoek zou hebben plaats gevonden. Ner- gens is gebleken, dat de bepalingen in de be- stekken van 1914 ook voor de latere bestekken tot 1928 heeft gegolden. Ab lid van de gas commissie heeft spr. zoo'n bestek nooit in handen gehad en nooit is in d° gascommissie voorgelezen, dat voor uitbreidingswerken de Directeur 5 zou genieten. .Vaststaand kan spr. aannemen, dat de Commissie niet wish dat die bepaling bestond en daarom kon hij zich niet vereenigen met het rapport van het bestuur van de gascommissie, wat door de meerderheid van de gascommissie is overge- nomen. Waar geen aandacht is geschonken aan hetgeen naar voren is gekomen, daar ligt het niet op den weg van den Raad als conclusie vast te stellen, dat de Directeur ten dien aanzien vrij uit gaat. Als hij vrij uit gaat, dan gaan het Bestuur en de Commissie niet vrij uit, omdat zij dan, zij het dan ook onwetend, hebben meegewerkt, dat dit kwaad bestond en ieder jaar de rekening hebben ge controleerd en goedgekeurd. De bepaling in de bestekken kan wel zoo worden uitgelega. Anders zou het onzin zijn, dat het er in staat Maar er staat, dat het betrokken bedrag uit gekeerd meet worden aan de Directie van het aangenomen werk. En ik versta daaronder iemand, die als vertegenwoordiger optreedt van den opdrachtgever. Wanneer die 5 eens te laag was ge weest om de kosten te dekken, waar zou dan het restant vandaan moeten komen? Spr betreurt, dat die zaak zoo is geloopen. Steeds heeft hij in de Commissie aangedrongen, al les te onderzoeken. Wat nader gedaan moet worden, daarover kan spr. zich niet uitlaten, maar hij kan zich niet vereenigen met het besluit van de gascommissie om dit rapport aan te nemen. De heer Z e e m a n zeide, dat het rapport hem geen voldoening heeft geschonken over de kwestie, waarom het gaat. Het z.g.n. justi- tieele onderzoek kan bevredigend genoemd worden, maar dit geldt niet voor het tweede gedeelte. Ieder is daar hoogst onbevredigd over geweest, ook onze Raad en ook over de wijze, waarop het rapport tot ons komt. Wij hebben alien verlangd een flink uitgebreid onderzoek, waarbij versdiil'lende dingen zou- den worden overlegd. Spr. las hierover wat de Schager-Courani schreef en constateerde, dat het rapport al- lerminst inzicht geeft. Spr. heeft den indruk, dat men te doen heeft met een grooten doof pot, waarin alles gestopt moet worden, wat op de zaak betrekking heeft. Zijn indruk is, dat de gascommissie, misschien ter goeder trouw, zeer lichtvaardig heeft gehandeld ten opzichte van de financieele uitkeeringen, die aan den Directeur zijn gedaan. Hij kan zich er niet mee vereenigen, dat de Directie zich die gelden prive mag toeeigenen. Het heet, dat dit is geschied, omdat in dien geest be sluiten zijn genomen, maar een omschrijving van dit besluit en van de bestekken hebben wij niet gezien en zoolang wij de bescheiden niet onder de oogen hebben gehad, kunnen wij niet beoordeelen, dat het is toegestaan Het komt spr. onbillijk voor, dat die bedra- gen gegeven werden Vanaf 1909 was er al- tijd verzet om een behoorlijk salaris vast te stellen. Toch is er naderhand langzamerhand een behoorlijk salaris gekomen. Hetzelffle heeft men ook gezien ten opzichte van de ar beidsvoorwaarden van het personeel. Spr. herinnerde aan hetgeen in de raden o.a. In Broek op Langendijk gezegd is over de laat ste salarisverhooging. In 1921 is het salaris voor den Directeur met terugwerkende kracht van 1 Jan. '21 op 4400 gebracht met vrij wonen, vuur en licht en desondanks geeft men hem 3800 voor het-toezicht op den bouw van de kamerovens. Spr. kan zich niet voorstellen, dat dit goedgekeurd zou zijn door de raden, die zoo tegen dit salaris sput terden en het is dan ook niet aan de raden kenbaar gemaakt. Wanneer dit het geval zou zijn geweest, dan zou het zeker zijn verwor- pen. De Commissie is niet bevoegd, die be- dragen toe te stoppen. Zij is een onderge- schikt lichaam. Het zijn de raden, die de be slissing hebben over de bezoldiging en de vergoeding van den Directeur. Het schijnt wel, dat de Directeur zijn instructie ook niet kent. Spr. leest in die instructie niets anders dan dat de Directeur bij aanbestedingen, vet- nieuwingen, enz. zorgvuldig zal toezien of er aan de gestelde eischen stipt wordt vo'daan en wanneer dit niet het geval is, dat hij di: dan onmiddellijk ter kennis brengi aan den Voorzitter van de Commisie. Ook, dat hij bij de Commissie voor vernieuwingen een be stek, een ontwerp en een begrooting inzendt. Nergens leest spr., dat hij daarvoor een financieele bijdrage mag ontvangen. Hi] heeft zich uitsluitend te wij den aan het be lang van de gasfabriek; een andere betrek king, beroep of nering is hem verboden. Ook is het hem'verboden, onmiddellijk of middel- lijk, in welken vorm ook, van gasverbruikers, leveranciers of aannemers, geschenken aan te nemen of te gedoogen, dat dit door zijn huisgenooten of het personeel van zijn fa- briek wordt aangenomen. Ten derde is he* hem verboden, eenig werk, van welken aard ook, ten behoeve van anderen te verrichten. Van dit laatste verbod kan de Commissie hem tijdelijk ontheffing verleenen. Spr. had den indruk, dat de minderheids nota van de Commissie den burgemeester van St. Pancras zwaar ligt. Hij wil aanne men, dat de Directeur bij den bouw van de kamerovens veel bemoeienissen heeft gehaG, maar dit zegt nog niet, dat hij daarom daar voor 3800 mag opstrijken. In de voor waarden wordt daarover nergens gesproken Nu wordt er gezegd, dat het staat in het be stek van 1914. Het is mogelijk, maar spr weet het niet. Ook is er gezegd, dat, toen het salaris be hoorlijk was, die 5 niet meer is genoten, maar is een salaris van 4400 enz. dan niet voldoende. Spr. vindt het een behoorlijk sala ris en meent, dat het werk voor uitbreidingen volgens de instructies ook tot de werkzaam- heden van den Directeur behooren. De Direc teur verklaarde, dat hij, sinds het salaris op een behoorlijk peil is gebracht, die 5 niet heeft genoten. Spr. vraagt: Wanneer gaat dat in? Want toen was het salaris reeds op dat peil. Het is een gewirwar en gedwarrel. Eerst zegt de Directeur: „Ik heb het niet ge had". Dan komt hij er op terug en zegt: „Maar het is mij toegestaan, dus het is mijn schuld niet." De Commissie wordt er voor gespannen, als zou die het hebben toegestaan, maar het bewijs wordt niet gegeven. Spr De Voorzitter wilde het den heer Du Burcq gemakkelijk maken, door dit aan te ne men en verklaarde de geheimhoudmg voor opgehevep. De heer D u Burcq verklaarde, dat het verloop van de gascorruptie zijn voile in stemming heeft. Men kan dit nagaan uit de verschiilende voorstellen, aldus spr., door ons gedaan en de gevolgen, aan die voorstel len gegeven. Spr. herinnerde er aan, hoe be sloten werd, de gascommissie te verzoeken, een beter onderzoek in te stellen, hoe de heer Kramer zich in een volgende vergadenng niet tevreden verklaarde, omdat er spijkers met koppen moesten worden geslagen en hoe de raad ten aanzien van de vermeende gas corruptie en die 5 besloot, zich tot Gedep. Staten te wenden met verzoek om een onder zoek in te stellen. De heer Dijkhuizen en spr. waren daar tegen, omdat zij oordeelden, dat de gascommissie gelegenheid moest heb ben haar bevindingen mee te deelen. Gedep. Staten gingen dan ook op het verzoek met in en aangenomen kan worden, dat ze daarvoor hun gewichtige redenen hadden. Zij oordeel den ook, dat "het onderzoek in goede handen was en dat moest worden afgewacht, tot fle commissie het onderzoek had beeindigd. Pre cies dus, zooals wij dat hebben gewild, al bleven wij met z'n tweeen tegen een meerder heid van vijf staan. Voor ons is het een vol doening, dat wij in het gelijk werden ge steld. Men zal begrijpen, dat spr. niet met Ge minderheidsnota van den burgemeester van N. en Z. Scharwoude meegaat. Spr. meent, dat een minderheid zich bij de meerderheic heeft neer te leggen. Wanneer een minderheid voorstellen heeft te doen, dan behoort die dat in de eerste plaats daar te doen, waar die ge daan behooren te worden. Wanneer een min derheid altijd met een nota komt, omdat ze zich niet bij een kwestie kan neerleggen, dan wordt het onmogelijk, zitting te hebben in cen raad en zou men wel altijd met minder heidsnota's te doen kunnen hebben. Spr. meent, dat men zich moet neerleggen bij de conclusies van de gascommissie. Zich tot den voorzitter wendende, merkte spr. op, dat deze gezegd heeft, al datgene te handhaven, wat hij in de eerste nota heeft ge- schreven. Spr. vond dit nog al sterk, waar geen enkel voorstel wordt gedaan, en dit te meer, waar -de burgemeester in zijn eerste nota vaststelt, dat er bedragen zijn geno ten, waarvan men zoo langzamerhand kan rentenieren. Het waren krasse beschuldigin- gen en waar er nu in de minderheidsnota geen enkel voorstel wordt gedaan, daar wijst dit erop, dat de burgemeester van N. en Z. Scharwoude niet sterk staat ten aanzien van zijn vaste overtuiging, d-at de 5 pCt. onrecht- matig is genoten. U hebt ook geconcludeerd, dat de Directeur niet geschikt is, leiding te geven. Het doet daarom vreemd aan, dat U niet met bepaalde voorstellen komt, teneinde de gestorte gelden terug te krijgen. Spr. kan zich volko-men vereenigen met hetgeen de gas- kan met dat rapport absoluut geen genoegen J commissie zegt. Nu mag de heer Zeeman zeggen, dat hij verwacht had een uitgebreid rapport met tal Door R L. de W. S6> Eindelijik was dan toch zijn doel bereikt. Geen onvoorziene gebeurtenissen konden meer tusschenbeide komen. Hij hoopte, dat de banden van zijn machine in orde waren en dat er voldoende benzine in was. Waar de taxi den kant van de „Leas" opging, kwam hij tot de conclusie, dat het meisje naar het ^Imperial" ging. 't Sprak vanzelf, een taxi, die rich ting opgaande, kon nergens anders been. Zijn eig-en chauffeur, het bevel letter- lijk opvolgend, reed -vlak achter die van het meisje. Beresford verwenschte hem in stilte en trachtte zichzelf onzichtbaar te maken. De man had klaarblijkelijk plezier in het ge val, althans hij toonde niet de minste verba- »ng, toen Beresford niet uiistapte. Nadat de concierge het portier van de taxi van het meisje had geopend en haar had ge- holpen met uitstapoen, nam hij de bagage er tiit en zette ze op den grond voor rich. Daar- ®P kwam hij naar Beresford toe en zou juist het portier openen toen Beresford voor over leunde. „Heb je een kamer voor me?" vroeg hij »Ja sir, dat geioof ik wel, wilt u even op net bureau informeeren?" -Oct. vraag jij het even voor me. Mis schien komt er iemand hier". Hij gaf den portier een halve kroon. „Zeker sir", de man vloog de stoep op, even later terugkomend met een klein, donker mannetje, volmaakt in de puntjes zoowel wat kleeding als houding betrof. Beresford zeide zijn verlangen. Ja, alles zou gebeuren zooals monsieur het wenschte. En wanneer zou monsieur komen? Denzelfden avond Zeer zeker, en kwam mon sieur aan bet diner? Uitstekend. Een deposi- to? Abscluut niet noodig. Indien monsieur er op stond Hij trok zijn schouders op, als om te kennen te geven, dat hij de twee een ponds bilje^ten slechts aarnam als een tegemoet- koming aan monsieur's wenschen, och „Terug naar het station!" „Qui monsieur", en na een woord aan den chauffeur zwaaide de taxi den oprit af en had Beresford reden z ch zelf geluk te wenschen. Nu ging alles vanzelf. Hij ging terug naar London om k Keren, die hij noodig zou heb ben, te halen. 's avends was hij terug in Fol- keston- en dan HOOFDSTUK X. 1 Drewith op weg naar het huwelijksbootje. itrwijl Beresford op weg was naar Folke stone met zoovee! epoed als de „South Eastern and Chattam Railway" maar kon maken, reed Lady Drewith terug naar Cur roa Street met Lord Drewith naaet haar. nemen. Spr. vindt, dat aan de waardigheid en de wettelijkheid van den Raad te kort wordt ge daan door de wijze van optreden. De Commissie heeft niet het recht, het te doen. Spr. kan dan ook met het rapport niet mee gaan. Het slot van het rapport had hem wel bizonder gefrappeerd. Ten slotte verklaarde hij, dat hij zijn stem aan het rapport niet kan geven. De heer Kroon zou het met den heer Zeeman eens zijn, dat de gascommissie licht vaardig met de gelden heeft omgesprongen, als de Commissie het geweten had, maar in zekeren zin zijn de leden van de Commissie marionetten geweest. Het Bestuur van de gascommissie is te kort gekomen door de le den van de gascommissie in emstige zaken niet te kennen. De heer D u Burcq was van oordeel, dat in deze kwestie alle licht moet schijnen, dat er schijnen kan. In de raadsvergadering, waarin de gascorruptie besproken is, ging dc Raad op voorstel van den Voorzitter, die mc dedeelingen wilde doen, in comite. Om het voile licht in de zaak te laten schijnen, deed spr. het voorstel, de toen op- gelegde geheimhouding on te heffen. Het pu bliek moet weten, dat niets is verzwegen en dat alles het daglicht mag zien. De Voorzitter betoogde, dat voor zoo- ver hij zich herinnerde, er geen geheimhou ding verzocht was en hij meende zelfs, dat, hetgeen in comite besproken is, later in het openbaar naar voren is gebracht. In ieder ge val wilde hij weerspreken, dat in comite me- dedeelingen zijn gedaan van zoo gewichtigen aard, dat die niet bekend zouden mogen worden gemaakt. De geheimhouding kan niet worden opgeheven, omdat die niet is opge- legd en in ieder geval krijgt de heer Du Burcq gelegenheid om te zeggen, wat hi] meent, te moeten zeggen. De heer D u Burcq herinnerde zich wel, dat geheimhouding was opgelegd. Diepe neerslachtigheid lag op zijn gezicht, een gevolg van het feit, dat hij zoowat zes uur vroeger dan hij gewoon was, had moeten opstaan, Thuisgekomen, ging Lady Drewith regelrecbt raar de zitkamer en nam plaats op haar gewonen stoel, haar neef liet zich met een zucht neer in een fauteuil tegenover haar. „En!" Ze vouwde haar handen samen in I haar schoot, vol grimmige verwachting. „En!" Tantelief iemand met dure liefheb- berijen en twee duizend pond per jaar heeft nooit veel vroolijks te vertellen. „Als je overigens niets had, dan wat je eigen is, dan bezat je alleen je dure liefhebbe- rijen zonder de twee duizend", luidde het antwoord. Drewith keek haar vol belangstelling aan. „Ik geioof, dat u zich op puntdichten gaat toeleggen", zeide hij met matten glimlach, de eerste, die doorbrak op zijn lijdensmasker. ,.En!" herhaalde Lady Drewith. „Lang voordat er een levend wezen op straat te zien is, haalt u iemand uit zijn on- schuldige morgenslaap, dwingt hem tot een ongewonen maaltijd, hitst een rij'k meisje op I hem af en iemand met een onverzadiglijken eetlust, twijfelachtig linnen en krachtige hoe- danigheden, en dan wilt u nog, dat hij ver tellen zal". Drewith huiverde. „Ik kan wachten", verklaarde Lady Dre with met berusting. „Ik ook en waarom dwingt u me dan toch tot ontbij-tpartijen en trouwen", protesteerd; Drewith. „Deavon Quelch, wat 'n vreeselijke 1 naarn!" mompelde hij. ,,'t Klinkt *teof ie oo 1 van gegevens, maar wanneer alles vermeld zou zijn geworden, dan zou men zoo'n lijvig rapport hebben gekregen, dat men door de boomen het bosch niet had gezien. Het rap port is samengesteld in globalen vormin conclusies, mededeelingen en feiten is vast- gelegd wat de commissie heeft onderzocht en kunnen vaststellen. Ik kan mij voorstellen, dat men twijfelde of die 5 pCt. rechtmatig is genoten. De Commis sie heeft gehoord leden en oud-leden, heeft de notulen gelezen en de bestekken gezien en concludeert, dat het niet onrechtmatig is ge schied. Nu vind ik het verkeerd, om te trach- ten om door een minderheidsnota den Direc teur, die alles steeds te goeder trouw heeft gedaan, als gevolg van een bepaling in de bestekken, te blijven vervolgen en z'n geheele leven met een klad op den rug te laten loopen alsof hij iemand was, die zich gelden heeft toegeeigend, die de zijne niet zcuden zijn. Wanneer U dat meent, dan moet U hier voor stellen doen, opda-t de gemeenten het geld te rug kunnen krijgen en als het den Raad erns" is, dan kan hij niet volstaan met zich voor of tegen de minderheidsnota te verklaren, maar dan moet hij verder gaan en de consequenties trekken. De jaarwedde en emolument-en moe ten door de gemeenteraden worden vastge- steld, maar kan men daar onder ook scharen het bedrag, dat de Directeur zou hebben ge kregen voor het toezicht en de administratie bij den bouw van de kamerovens? Hier be trof het geen emolumenten, maar op zichzelf- staande werkzaamheden en die vielen mijns inziens buiten datgene, wat in de reglementen wordt genoemd. U heeft ook getracht, duide- lijk te maken, dat de Directeur er geen recht op had, omdat er geen toezicht is gehouden. Maar dan begrijp ik de zaak toch al heel slecht. De heer Oosterlee had het toezicht over enkele dingen. Het toezicht over den geoefend moeten zijn door de firma zelf, maar wel degelijk is gebleken, dat de be moeienissen van den Directeur van dien aard zijn geweest, dat ze wat waard zijn geweest en dit afgescheiden van de vraag, of de 5 pCt. terecht is genoten. Spr. gaf dit nader aan en betoogde, dat men niet moet denken, dat hij het goedkeurt, dat iemand met een sa laris van ongeveer 5000, nog dcuceurtjes krijgt van ongeveer f 4000. Daarvan is de Directeur niet de schuldige, maar de gascom missie. Men ziet vaak, dat degenen, die veel hebben, nog meer wordt toegestopt. Ik keuf dit ten zeerste af, en men moet niet denken, dat ik vind, dat de Directeur het wel zou moe ten hebben. Mijn meening is, dat een salaris van 5000 voldoende is en de Commissie had moeten zorgen, dat dergelijke dingen niet mogelijk waren. In 1920 wist zij, dat de Directeur 5 pCt. van een dergelijke uittrei- dir.g genoten had. De kamerovens zijn in 1920 aanbesteed. De groote salarisverhoo ging kwam later. Nu had de Directeur de welwillenheid kunnen hebben om de 5 pCt. te rug te storten. Dit zou aardig van hem zijn geweest, maar als het waar is, dat die 5 pCt. bekend was bij de aannemers, dan hebben die er bij het vaststellen van de aanneemsom re kening mee gehouden en heeft het de lichtbe drijven geen schade gedaan. Ik wil dan ook hier verklaren, dat ten aanzien van de gascor ruptie de Directeur vrij uit gaat. Het is al een groote bekentenis van den heer Kramer, dat hij niet behoord tot de vier tegenstemmers, die den Directeur zouden hebben veroordeeld ten aanzien van de gas corruptie. Hij heeft alleen tegengestemd ten1 aanzien van die 5 pCt. Het is mijn overtui ging, dat de Dircteur ook ten dezen volkomen vrij uit gaat en als hij iets mocht hebben ge noten, dat tn werkelijkheid niet zou mogen worden genoten, dap is dat geweest, ter goe de trouw. Dit is mijn heilige, plechtige over tuiging. Ik ben ten voile overtuigd dat hem in dczen geen verwijt treft. Ik zou will en vra- gen: „Hebt U ook wel eens met den Directeur ocsproken?" Mij dunkt, wanneer men be- - huldigingen uitspreekt zooals U, dan doet men goed, den beschuldigde ook zelf te hoo- ren en te luisteren naar zijn uiteenzetting en de motieven, die hij kan aanvoeren. Ik meen te weten, dat U dat niet gedaan hebt en ik vind, dat een beschuldigde in Nederland nog altijd het recht heeft, gehoord te worden en het spijt mij, dat de Directeur, die altijd zijn best gedaan heeft en die ook geroemd is door den heer Kramer, nu zijn levenlang door U een smet op zijn rug ziet gegooid. Ik kan mij in mijn oordeelvellingen wel vergis- sen, maar voor mij staat vast, als er door hem iets is genoten, wat in werkelijkheid niet mocht, dat het is geweest ter goeder trouw en als het niet ter goeder trouw is geweest, en dit schijnen de heeren in den Raad te meenen, dan moeten die heeren optreden en met een jositief voorstel komen en gevolg geven aan wat de burgemeester in zijn oorspronkelijke en minderheidsnota zegt en als raad trachten, als het aangewezen lichaam, die gelden terug te krijgen. Mijn stem zult U daarvoor niet krijgen, omdat ik overtuigd ben dat hij niets, ten onrechte heeft genoten. De meerderheid, die dat wel meent, moet echter zeggen„Wij zullen tot in laatste instantie gaan. Den heer D ij k h u i z e n leek het ver- keerd, dat de Directeur 5 pCt. van de uit breidingen genoot. De Directeur mag geen belang hebben bij uitbreidingen. Spr. wil hiermee niet zeggen, dat de directeur daar- van gebruik heeft gemaakt of zou maken om uitbreidingen te provoceeren. Alle schij a moet men echter voorkomen en daarom zou spr. het nuttig vinden, dat de gascommissie nooit meer voor uitbreidingen opdracht gaf aan den Directeur. Nu het toch geschied is, en er toezicht moest wezen, meent spr. dat er niets tegen is, dat de Directeur in dezen het loon ook verdiend heeft. Hij kan zich niet indenken, dat men wil, dat hij dat werk doet zonder vergoeding. Een arbeider is z'n loon waard. Spr be treurt het, dat de burgemeester in zijn min- derbeidsnota nog op bet besluit van de gas commissie terug komt om den directeiu nog- maals een hak te zetten. Hij vindt dit zeer slecht. In de minderheidsnota wordt gezegd, dat het salaris is verhoogd vanaf 1 Jan. 1921 daarop is ook in de eerste nota gewezem. Maar daarin staat ook, dat de vergunning voor bet bouwen van de kamerovens aan da firma Klone reeds in Sept. 1920 is ver- leend. Toen was er nog geen sprake van salarisverhooging. In de aanneemsom was dus de 5 pCt. begrepen en daarop kon niet worden teruggekomen toen de salarisver hooging had plaats gehad. Spr. begrijpt niet, dat men nu kan zeggen: „dat moest hij niet gehad hebben". Volgens den heer Kramer wisten de Ieder van de gascommissie daarvan niets, maai wat doen die kerels dan in de commissie? bouw van de kamerovens zou dus zeker uit een ei trapt." „Ik zou graag eens willen weten, wat je van Lola Craven denkt?" Lady Drewith was niet van haar ondtrwerp af te brengen. „I'k denk niets van vrouwen, die ik niet min- stens een keer of zes heb gezien en de mees- ten vervelen me al bij de derde ontmoeting Mag ik weten?" vroeg hij1 smeekend. „Neen, dat mag je niet", luidde het on vriendelijke antwoord. Drewith glimlachte een glimlach van droeve berusting. „Ik moet eens ernstig met je spreken", zel de Lady Drewith, haar lippen vast op elkaar klemmend. „Tante, u spreekt altijd ernstig tegen rrtij" antwoordde Drewith heel bedaard. „U doet nooit anders en onveranderlijk is uw onder werp trouwen. Het begint eentonig te worden dat moet ik bekennen", volgde met een zucht. „I-k moet mijn plicht doen", verklaarde Lady Drewith. „Je moet trouwen." „Ik vind, tantelief, dat evenals de kleur van iemands pyjama het huwelijk een per- soonlijke quaestie is. De een zet zijn hart op spikkels, de andere op een rustig of sprekend doorloopend patroon; ik voor mij houd het meest van streepjes in zachte kleuren. En u ho-udt misschien meer „Wees niet onkiesch, Drewith. Ik sprak over Miss Craven, niet over over nacht- toilet. In de eerste plaats heb j« den titel „Ja, dien heb ik inderdaad", gaf Drewith neerslachtig toe. Dien mag ik, zoo 't schijnt, nooit vergeten. Kom ik ha een hotel, dan be- I teekent \m 100 op de refcenms en als je i in een restaurant eet, beteekent het een halve kroon, irrplaats van een shilling aan den jon- gen, die mijn hoed aanneemt en minstens vijf shilling fooi voor den kellner. Geen wonder, dat een democratische regeering ieders belangstelling heeft". „Over haar voorkomen kun je je nooit be- klagen", verklaarde Lady Drewith. „Dat heb ik nooit gedaan", was het ant woord. „De eenige hoop van het Hoogerhuis is op democratic gevestigd. Het „Ik bedoelde Miss Craven", zeide Lady Drewith streng. „Heb je plan met haar te trouwen?" „Had ik haar soms aan het ontbijt moeten vragen?" vroeg hi; nuchter. „Vindt je haar aardig?" Het was Lady Drewith's gewoonte de gezegden van haar neef te negeeren. Vroeger had ze nog wel eens geprobeerd er op in te gaan, maar waai zij altijd het onderspit had moeten delven, was ze besloten van taktiek te veranderer. „Geld maakt alles anders. De vrouw kiest, juist als bij de vogelen des hemels", zuchtte hij diep onder den indruk, „bovendien scheen Miss Craven veel meer te voelen voor Mr Quelch, dan voor mij. Maar, ziet u, ik ben ook niet krachtig, zelfs rheumatisch, vermoe- delijk sen erfenis van de vroegere Drewith's die wel al te veel van hun eigen brouwsa naar binnen gewerkt hebben." „lete voelen voor dien man." Lady Drewith ging nog wat meer rechtop zitten. Verwonde- ring lag in haar toon. jjDat was de indruk, dien ik kreeg." even zat Lady Drewith na te denken. (Wordt vervolgd.V 4 89^'i'WJJ-ajJIUUMTJ-m. IllI l-LUM

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5