VAN HOUTEN'S PINGUIN %onborts L. Fnnfeenberg. Alkmaar. BinnenSanti De v o o r z i 11 e r s Pardon, heeren be- Joelt U. De beer D ij k fa u i z e n Ik za! partem en- tair blijven, maar ik heb me er altijd over verwonderd, dat de gascommissie nooit iets deed. Waar een lid van de commissie het hier zelf zegt, daar begrijp ik niet, dat de com missie dat niet heeft onderzocht. Ook de voorzitter zegt: „I'k wist van die 5 pCt. niet af" Naar het mij dunkt, zijn die heeren te kort geschoten in het uitoefenen van hun plicht. Zij hadden het moeten weten. Spr. vereenigde zich volkomen met het meerderheidsrapport van de gascommissie. De Directeur gaat vrij nit. Wat de Raad zal besluiten ten aanzien van de gascommissie is iets anders. De voorzitter wilde constateeren, dat er in het lange betoog van den heer Du Burck, die zoo aandrong op de opheffing van de geheimhouding niets naar voren is gekomen, ten aanzien van die geheimhou ding. Wat naar voren is gekomen, kwam hem bekend voor. Dat geluid heeft hij de laatste dagen ook elders gehoord ten opzichte van de minder- Iheidsnota. Het doet hem leed, dat hij in den raad van Z.-Scharwoude nog moet uiteen- zetten, wat men moet verstaan onder een minderheidsnota Iedereen, die met z'n neus wel eens buiten de Langedijk is geweest, iweet, dat het vanzelf spreekt, dat een Com missie, die verzocht is een rapport uit te brengen, ook de meening van de minderheid weergeeft, als die er is. Wanneer dat niet ge- schiedt, dan heeft die minderheid niet alleen het recht, maar is die zelfe verplicht, om van zijn opvatting te doen blij'ken. Een rapport is iets anders dan een 'besluit. In het rapport heeft spr. dan ook medege- deeld, wat hij in de Commissie naar voren heeft gebracht. Spr. herinnert eraan, dat iMr. Kusters, een man, die toch wel weet, hoe het parlementair gaat, zich ten aanzien van het raadsbesluit van Alkmaar inzake fr Stadsziekenhuis zich als minderheid tot Ged. Staten heeft gewend. Een raadslid heeft ten alien tijde het recht, zich met zijn motieven itot Ged. Staten te wenden om een raadsbe sluit niet goed te keuren. Het rapport van de Staatscommissie, die advies uitbracht aan de regeering, kent zelfs een zevental minder- heidsnota's. De heer Du Burck meent tegen- strijdigheden te zien in mijn eerste en tweede oota. Het is mogelijk, maar als men goed leest, dan ziet men, dat men ten aanzien van 'een punt niet staat tegenover de meening van den opsteller van het rapport, maar te genover een meening, door dezen overge- momen uit de bladen, waarin de directeur meedeelde, van uitbreidingen 5 pOt. provi- sie te hebben genoten. Zoo zijn er meer din- gen. Sommige leden hebben de kwestie van het toezicht naar voren gebracht. Maar het is niet de vraag of de Directeur toezicht heeft gehouden, maar het gaat er om, of hij recht had op de 5 pCt. en in de minderheidsnota is als voorbeeld duidelijk aangetoond de kwestie van de kamerovens. Daarover kunnen meespreken alle leden en oud-leden van de commissie en van den raad, zooals die hier op het oogenblik is samengesteld. De Directeur heeft aanvanke- lijk ontkend., eenige belooning te hebben ge noten van de kamerovens. Hij heeft dit later ingetrokken. Dat op zichzelf is reeds om juist. Op hetgeen spr. in de commissie ge- zegd heeft, is men niet ingegaan. Hij had niet verwacht, dat de Directeur in het geweer zou zijn geroepen door een voorzitter van een van de raden. Hoofdzaak is, of de Direc teur de 5 pOt. mocht genieten en niet, of hij toezicht heeft gehouden. Tegenover de ge- gevens, die op het oogenblik naar voren zijn gebracht, wordt niets gesteld. Spr. herinnerde er aan, dat in 1920 de raden de uitbreiding van de gasfabriek be- handelden. In het rapport stond ook alles vermeld wat betrekkking heeft op den bouw van de kamerovens. Dit rapport is be- handeld in het bestuur en in de gascommis sie en daaruit blijkt onder b, dat voor den bouw van twee kamerovens, een van 3 en een van 5, volgens een de door de firma Klone ingediend plan voor kosten van toe zicht een bedrag van 8000 als sluitpost staat. Aan de hand van die begrooting heb ben de raden het plan goedgekeurd. Niet goedgekeurd is, dat daarvan 5 pCt. voor den Directeur zou zijn. Maart 1921 werd met den bouw begon- nen; eind 1921 was de bouw gereed en 5 Mei 1922 is de uitbetaling gedaan. Eind 1921 of 1922 werd een specificatie gegeven van de uitgegeven sommen. Ook daarbij is niet me- degedeeld, noch schriftelijk, noch monde- ling, dat 5 pCt. door den Directeur genoten zou worden. De kosten voor bet toezicht van den heer Oosterlee waren in de begrooting begrepen. Niemand heeft geweten, dat de Directeur gecamoufleerd 5 pCt. van de aan- neemsom heeft gehad. Wat verstaat men toch onder toezicht? In een van de raden is gezegd, dat het Jechnisch werk kwam onder toezicht van den Directeur. Dat is niet juist. Toen e£n van de ovens in gebruik genomen was, kwam er een mankeirent, omdat de rook- en de lucht- toevoer met deu-gde en dit gebrek werd ver- Iholpen door den Directeur van de fabriek te Enkhuizen. T en opzichte van de dakbedekking werd in 1922 besloten, om den leverancier een teeke- ning te vragen van de constructie, toen de matinietsbedekking was afgewaaid. Het dek was verkeerd aangelegd wegens een fout van den monteur. Wanneer er toezicht had plaats gehad, dan zou dit niet zijn gebeurd. Het is niet de hoofdzaak, maar ontkend moet worden, dat het technisch werk onder toezicht van den Directeur stond, want anders hadden die ge- breken niet geconstateerd moeten kunnen worden. Men moet echter weten, dat de kamerovens slecbts als voorbeeld zijn geno men om aan te toon en, dat de 5 pCt. niet ten rechte zijn genoten. Ten eerste is het niet toe- gestaan. De Commissie wist het niet Spr. vindt het onverklaarbaar, dat een enkel lid lean zeggen: ,,Ik wist het wel". Maar dit be- teekent zakelijk niets. Het besluit, om tot den bouw over te gaan, is gebaseerd op dit rap port en noch in de commissie, noch in de commissie, noch in de raden is ooit gezegd: „Daaiin zit 5 pCt. voor den Directeur". De heer Bekker betreurde het. dat de commissievergaderingen altijd geheime ver- gaderingeH zijn geweest. Wanneer het open- bare geweest waren, dan zou er vjel minder roet in bet eten zijn gekomen en dan zou misschien nooit hebben plants gehad, wat thans naar voren is gekomen. De heer K l amer verklaarde, dat de 5 nooit in be gascommissie is besproken. Ook spr is niet overtuigd van kwade trouw, maar wanneer er sprake is van goede trouw, dan is het vergedreven goede trouw. Over de 5 is in de notu'en niets te vinden, alleen in een bestek van 3 Maart 1914. Maar daarin is niet vastgesteld, dat die voor den directeur zijn. 't Is eigenaardig, dat daarop steeds is voorigegaan. Laat men aannemen, dat het toen voor dat werk is goedgekeurd. Geeft dit het recht om voor latere jaren te zeggen, dat het ongevraagd is toegestaan? Spr. zou wil- len toegeven, dat niet scherp genoeg is toege- zien door het bestuur en de lolen van de gas commissie op de verrichtingen van den direc teur ten opzichte van die uitbreidingen. Aan- nemende, dat enkele oud-bestuursleden van die beoaling wisten, dan vindt spr. het toch vreemd, dat een dergelijk ingrijpend besluit in de notulen ontbreekt Volgens de instructies is de directeur ver plicht, toezicht te houden op alle werkzaam- heden en uitbreidingen. In ieder bedrijf is de directeur belast met het toezicht, met de uit te voeren werken en waar dit voor een directeur te moeilijk is, stek men een ander naast hem. Dat is met den bouw van de kamerovens ook gebeurd. Zonder kwade trouw naar voren t; willen brengen, moet men toch uitspreken, dat, hetgeen geschied is, niet met een hand- omdraaien is te zeggen: ..Wij kunnen er niets van vinden en daarom zal het wel goed zijn." Spr. meent. dat men geen genoegen kan nemen, met dergeliike zaken lichtvaardig te behandelen. De nota van den burgemeester is nooit in de gascommissie besproken. Hij heeft daartoe niet de gelegenheid gehad. Toen hij in de vergadering van 12 Dec. naar aanlei- ding van de notulen een vraag stelde aan het bestuur, kreeg hij geen antwoord. Daarna stelde hij weer een vraag en weer kreeg hij geen antwoord. De eerste vraag was, of de directeur zich kon verwijderen bij hetgeen de burgemeester naar voren zou brengen. Dedi recteur heeft het uit eigen beweging niet ge daan en de voorzitter van de gascommissie gaf geen gevolg aan het verzoek. De tweede vraag was, of het juist was, of door het bestuur van de gascommissie het verbod was gegeven aan den directeur om in 'lichtingen te verstrekken aan den burge meester en er werd geen antwoord op gege ven, alhoewel de directeur zelf had medege- deeld, dat hem dit verbod was opgelegd en dit, terwijl de instructies duidelijk bepalen, dat dit wel moet geschieden. Dat is de behan- deling geweest van den burgemeester door den voorzitter van de gascommissie. Dat toen de zaak op een andere wijze naar voren is ge komen, behoeft niemand te verwonderen en valt zeker niet te bejammeren. Het is niet de schuld van den burgemeester, dat die zaak zoo is geloopen. Spr. wil onomwonden zeg gen, dat het allereerst de groote fout is ge weest van den voorzitter van de gascommis sie, dat hij in de toen betreffende vergadering een lid niet de gelegenheid heeft gegeven, wat was waargenomen. naar voren te bren gen. Spr. komt ten sterkste op tegen de uit- lating, zooals die in een naburige gemeente is gedaan: „Hij weet er niets van." Daat gaat het niet over. Het gaat erover, of de nota van den burgemeester on juist was Een dergelijke nota werkt niet bevorderlijk om de zaak van de lichtbedrijven tot een goe de oplossing te brengen. Het is wel mogelijk, dat er in het bestuur van de gascommissie eenige animositeit bestaat. Men moet dit niet in de vergaderingen naar voren brengen. Daar moet men de zaken doen. die er zijn en iedereen gelegenheid geven, zijn meening te zeggen en niet trachten elkander in een hoek- je te duwen. Waar we nu in dit stadium zijn, mogen wij niet nalaten, ander licht te laten schijnen en trachten de zaak recht te zetten. Het was zeker het volste recht van den burge meester om met een minderheidsnota te ko- men. In de Schager Courant van 3 Maart staat toch ook een minderheidsnota van den heer Du Burck zelf. Spr. zal dit den heer Du Burck niet verwijten, maar evengoed heeft ook een ander het recht om een tegenoverge* stelde meening naar voren te brengen. De meerderheid heeft getracht, de zaak voor den directeur goed te doen verloopen. Spr. consta teert, dat juist door de hooding van degenen, die gemeend hebben in het belong van den directeur te werken, de zaak in een verkeerd- daglickt komt te staan. Het ware beter geweest, vrij uit te onder- zoeken en over fouten zijn afkeuring uit te spreken. Fouten goedpraten is moeilijk en dat heeft de meerderheid getracht. Scherpe verhoudingen zijn niet bevorderlijk voor een goeden gang van zaken aan de lichtbedrij ven. Men moet trachten, elkanders meening te eerbiedigenhet is zeer moeilijk, op het oogenblik te zeggen, welken weg wij nu moe ten inslaan, maar zeker is, dat wij met de meerderheidsnota niet kunnen meegaan en moeten trachten, op welke wijze dan ook, een eind aan de zaak te maken. Het mag niet zoo zijn, als met twee leden van de gascom missie, die vroeger tegenstemden en nu voor hebben gestemd en die op sprekers vraag, waarom zij dit deden, zeiden dat ze dit deden, omdat er toch een eind moet komen. Spr. wenscht dit niet te doen. Wij zijn hier voor de zaken van het algemeen belang en als daar- door het belang van een persoon in het ge- drang komt, dan mogen wij ons daardoor niet laten weerhouden om het algemeen be lang te behartigen. De heer G r o e n vroeg, wat er gebeuren moet, als het rapport van de meerderheid niet wordt aangenomen. Uit hetgeen de heer Kra mer meedeelde, is wel gebleken, dat het on- derzoek niet in goede handen is geweest Nu spr. de cijfers heeft gehoord, stelt hij de vraag of men dan toch met steekpenningen te doen heeft. Wat doen wij als in twee gemeenten het rapport van de meerderheid wordt verwor- pen, doch in drie gemeenten wordt aange nomen? De heer K r o o nDan is het uit. De heer G r o e n: Moet de Raad dan goed vinden, dat op die manier de gemeente bena- deeld wordt? De voorzitter zou den Raad in over- weging willen geven, zich te bepalen tot het I al of niet aannemen van het rapport en af te wachten, wat de andere gemeenten doen en dan in een volgende vergadering op de zaak terug komen. Al keuren alle raden het goed, Z.-Scharwoude heeft nog altijd het recht, in beroep te gaan bij Gedep. Staten en dit Col lege aan te geven de gronden, waarop wij ons met dat rapport niet vereenigen. Z. i. mocht men niet uit het oog verliezen, dat op het eer ste verzoek Gedep. Staten berichtten, dat er voor hen voorloopig geen aanleiding was om op dat verzoek in te gaan. De heer Z e e m a n was het eens met het geen de beer Du Burck 8 Maart in de Scha ger Courant sehreef. Hij schreef toen, dat hij de notulen, enz. verwachtte. Hij kon niet be- grijpen, dat die senrijver als raadslid wel ge noegen neemt met het niet verstrekken van wat hij toen verwachtte. Met geen woord heeft de heer Du Burck noch de heer Dijkhuizen gepoogd, de instructies te ontzenuwen, waar- bij de werkzaamheden van den directeur wor den bepaald. Hij heeft dat werk te doen; het is zijn arbeid en hij wordt daarvoor betaald. En als hij het goed doet, zijn wij tevreden, maar wanneer hij meer krijgt dan hem toe- komt, dan moeten wij weten, dat hij niets meer heeft gedaan dan vastgelegd is bij in stuctie. In ieder bedrijf zijn er tijden, dat het druk- ker zijn er tijden, dat het drukker en gemak- kelijker is. Waarom dat weggecijferd. Voor spr. is er geen reden om zich tegenover den directeur te stellen of zich voor of tegen de minderheidsnota te plaatsen, maar ieder raadslid van de Langendijk heeft te beslissen over de belooning van den directeur en de gascommissie stelt zich superieur, terwijl de Raad dit is. Wanneer men de rechten van den Raad en dus van de burgerij ontkent, en de commissie er tusschen schuift, dan is dit de weg van het bederf. De vraag van den heer Groen was z. i. een ernstige vraag. Spr hoopt dat het rapport verworpen wordt. Na Dinsdagavond zal wel blijken, hoe het gaan zai. Bij verwerping van het rapport, krijgt de commissie voor de broek, en is die verplicht, een beter onderzoek in te stellen. Wij willen voile klaarheid om alle blaam van den man. die nu met een smaad loopt, weg te nemen Onze eenige weg is een volledig en goed on- Van Houten's Pinguin Bonbons geven ietsbij- zonder fijns in een een- voudig doosje. In iede- re doos een bon voor „Ons Eigen Tijdschrift;' derzoek. Daaraan kan men meehelpen door het rapport te verwerpen en dit doet men niet, door een rapport goed te keuren, waarin de volledigheid niet is betracht. De heer D u B u r c k, wenscht op het oogenblik, nu de zaak is beZien en herzien, niet mede te werken als buiten de gascommis sie staande en nooit verantwoordelijkheid te hebben gehad om nog eens aan de gascom missie staande en nooit verantwoordelijkheid te hebben gehad om nog eens aan de gascom missie te vragen met een rapport te komen Z. i. deed de heer Zeeman, of de gascommis sie niets gerapporteerd heeft. Het is daarom goed diens geheugen wat op te frisschen, om dat het blijkt, dat het eenigszins verschrom- peld is. Spr. las uit het rapport van de gas commissie, dat deze van alle leveranciers van de bedrijven vanaf de oprichting een lijst heeft opgemaakt met de vermelding van de geleverde bedragen en dat die leveranciers al ien hebben bericht, nimmer iets aan den direc teur te hebben betaald. De v 0 0 r z i 11 er: Dat slaat niet op de 5 De heer D u B u r c k: Dat slaat op het geen de heer Zeeman heeft gezegd. Die wil, dat wij meewerken, dat er weer een onderzoek wordt ingesteld. De heer Groen: Naar de 5 De heer D u B u r c kMaar al die ver- schillende dingen hebben ze nagegaan. Zij schrijven: „De kwestie van de 5 heeft ook onze aandacht gehad en wij hebben daarnaar een onderzoek ingesteld. Zij vertellen, dat zij de oude en de nieuwe leden van de gascom missie hebben geraadpleegd en de bestekken hebben nagegaan. Zou de heer Zeeman nu denken, dat, als de Raad van Z.-Schawoude thans het besluit neemt om tot de gascommissie te gaan en te zeggen: „Gascommissie, 0. i. is dat onder zoek een onderzoek, dat nergens op lijkt. Wij wenschen een nieuw," dat die commissie ons niet hartelijk zou uitlachen? De voorzitter: Daarover gaat het niet. Ik heb de heeren in overweging gegeven. geen conclusies te trekken. De heer D u B u r c k: De heer Zeeman heeft een nieuw onderzoek voorgesteld. De v 0 0 r z i 11 e r: In behandeling is het rapport van de gascommissie en niet de dis- cussie, welken weg men zal moeten inslaan. De heer D u B u r c k zal dit wel in het oog houden, doch zich de vrijheid voorbehou den om zijn meening te zeggen en aan te geven, waarom hij tegen het denkbeeld Zee- man is om z.g. om het voile licht te laten schijnen, zich weer tot de gascommissie om een onderzoek te wenden. Wij weten van te voren, dat de gascommissie, die een uitge- breid onderzoek instelde, daarop niet zal in- gaan. De heer Kramer, als lid van dit com missie,'knikt reeds toestemmend. Wij kunnen missie, bericht reeds toetemmend. Wij kunnen Ik denk, dat het Niet denken! Ik denk altijd en dit verzoek zelfs wel nalaten, al waren wij overtuigd, dat het verzoek onvolledig was geweest. De v 0 o r z i t t er: Het onderwerp, dat behandeld wordt, is het rapport. Daarover gaat het en ik hoop, dat dit a nu duidelijk is De heer B urc t: Maar ik wil niet door- gaan voor iemand die een volledig onderzoek tegenwerkt. De heer Zeeman wil nog eens naar de gascommissie terug cm een uitvoerig rapport. "Daaraan doe ik niet mede, omdat ik van te voren weet, dat de gascommissie daar aan niet zal doen De heeren schijnen een rapport te willen, dat de directeur toch schul- dig is. In de gascommissie hebben evenzeer ern stige menschen zitting, dan hier in den raad en ernstige menschen kunnen aan dit spci niet mee doen. De heer Zeeman heeft ook ge sproken in verband met de instructie van werkzaamheden van den directeur. Wanneer die instructie zoo duidelijk is, dan zal de directeur verplicht moeten worden het bedrag terug te storten. De heer Zeeman, die meent, dat de instructies zoo duidelijk zijn, is ver plicht daartoe het voorstel te doen. Het is mijn meening dat Ged. Staten een dergelijke procedure niet zullen goedkeuren, omdat zij wel van meening zijn, dat dit proces niet ge voerd kan worden op grond van de instruc ties, die volgens den heer Zeeman zoo duide lijk zijn. Ik stel evenzeer vertrouwen in de andere afgevaardigden in de commissie als in de onze en ik kan mij niet voorstellen, dat die willens en wetens hebben getracht te bewijzen dat de directeur niet schuldig is, terwijl zij overtuigd zouden zijn, dat hij schuldig is. Ik vertrouw die menschen en dit is voor mij een reden om mij bij het rapport neer te leg- gen. Wanneer wij lezen ,wat de burgemees ter van Broek op Langendijk presteert, dan mogen wij niet aannemen, dat hij ons om den tuin zal leiden. Spr. kan zich dat niet voorstellen en hij zal zich dan ook neerleggen bij het besluit, dat de gascommissie met 10 tegen 4 stemmen heeft genomen. Hoe het met de 3800 gegaan is, staat duidelijk in het rapport. De voorzitter: Wat staat er in het rapport? De heer D u Burck: Dat in 1914 over 5 voor uitbreidingen is gesproken, dat het toen in het bestek is opgenomen en dat het toen ook is uitgekeerd en dat voor de andere uitbreidingen, waarvoor de Directeur het bestek en de teekening en de begrooting maakt, het dientengevolge is ingesloten, dat 5 in de aanneemsom is gecontinueerd. De Directeur heeft dus ook gedacht, dat hem in 1921 voor de kamerovens ook die 5 is toegestaan. De heer Groen Moet het dan ook niet uit de bestekken blijken? De heer D u Burck zo6 gegaan is De Voorzitter De heer D u B u r c k weet, dat de meerderheid van de commissie wist, dat de 5 genoten zou worden en dat de meening bij den Directeur had post ge vat, dat het wel mocht. Ik zie dan ook niets verkeerds en onbetrouwbaars in hetgeen de Directeur heeft gedaan. Hij zal dus met Klone afgerekend hebben in dezen zin, dat die firma 5 heeft uitgekeerd voor het toe zicht. Als hij dat niet met Klone had afge sproken, dan zou het ten onrechte zijn ge noten, maar Klone heeft het toch betaald en als die van de kwestie niets wist, dan zou die toch gezegd hebben: „Schiet nouw gauw op." De kwestie is, of alles ter goeder trouw is gegaan. Als het ter slechter trouw is gegaan, dan is het gemeen, maar waar, ook de bur gemeesters van Broek op Langpndijk en St. Paneras als leden van de commissie zwart op wit verklaren, dat het terecht is genoten, daar zal het voor een buitenstaander moeilijk zijn om te zeggen: „Hij heeft het ten on rechte genoten". Ik durf mij daaraan niet wagen. De heer Zeeman Zijn eerste mededee ling, dat hij niets genoten heeft, hoe rijmt u dat? De heer DuBurck:U deed beter, af te wachten, of ook dit beantwoord werd. U zult bemerkt hebben, dat ik volkomen vertrouwen stel in hetgeen de Directeur heeft gedaan. Ik geloof, dat de gascommissie ten voile rechtvaardig heeft gehandeld en precies heeft nagegaan, hoe het met die dingen ging. Ik heb eerder een klacht tegenover de gas commissie en wel, dat die ervoor zorgt, dat ze in het vervolg de dingen beter nagaat, maar het onderzoek was bij haar in goede handen. Dit was ook de meening van Gedep. Staten. Spr. heeft geen redenen, te twijfe'en aan hetgeen de heer Kramer heeft gezegd en constateerde, dat het in de gascommissie een conservatieve boel is, waar noodig een andere wind moet waaien. Spr. komt hiermee in het schuitje van den heer Bakker, die meende, dat de vergaderingen daar maar eens openbaar moeten worden. Herhaaldeliik heeft spr. dit aan de orde gesteld, maar toen hebben de heeren Bekker en Kramer tegen gestemd. Spr. geeft den heer Kramer gelijk, dat hij af- keurt de wijze, waarop in de Commissie te genover den Burgemeester is gehandeld. De heer Kramer is een man, die voor zijn mee ning durft opkomen en spr. begrijpt dan ook niet, waarom de heer Kramer dit heeft laten zitten. Gaarne had spr. gezien, dat de heer Kramer had getracht, verandering in die middeleeuwsche methode aan te brengen, op dat men niet langer in de Commissie wordt afgemaakt. Dat men in de 20ste eeuw niet aan het woord kan komen, vind ik 'verschrik- kelijk. Over de minderheidsnota wil ik niet veel zeggen. Ik erken het recht van het standpunt in de minderheidsnota uiteengezet, al wil dit niet zeggen, dat ook ik in hetzelfde geval een minderheidsnota zou hebben ingediend en wel, omdat men alle gelegenheid heeft gehad, een voorstel te doen. Het gold hier heel iets anders dan een opdracht om een of ander on derwerp nader te bestudeeren. Wat de ophef fing van de opgelegde geheimhouding betreft, spr. heeft die alleen gevraagd omdat hij heeft willen laten uitkomen, dat in die geheime vergadering niets gezegd is ten nadeele van den Directeur. Het verwondert spr., dat men dit uit zijn rede niet heeft bemerkt. U hebt in die geheime vergadering gezegd, dat het beheer in de lichtbedrijven niet in den haak was en dat U daarom als voorzitter van de gascommissie heeft bedankt. Ik wil eindigen, met op te merken, dat ik overtuigd ben, dat in dezen door de gascommissie niet verkeerd is gehandeld. Ik mecn, dat de commissie aan onze cpdracht heeft voldaan en een uitgebieid onderzoek heeft ingesteld. Gezien de perso- nen, die dat onderzoek hebben geleid, kan ik mij bij het resultaat van dat onderzoek neer leggen en ik herhaal, dat de gascommissie naar mijn overtuiging er niet op zal ingaan om nogmaals een onderzoek in te stellen!"Het is tenslotte mijn overtuiging, dat U, mijnheer de voorzitter, als U het hier wint met de nota. met Julius in 72 voor Christus zult kunnen zeggen: „Nog eens zoc'n overwinning en ik ber verloren." De voorzitter bracht in herinnerinw dat hij alleen in behandelnig heeft gebracht het rapport. Spr. oordeelde de zaak voldoende besproken en zou dan ook volstaan met in stemming te brengen het rapport, uitgebracht door de Commissie van de lichtbedrijven, goed te keuren. Met 5 tegen 2 stemmen werd dit rapport verworpen. Voor stemden de heeren Dijkhui zen en Du Burck. De heer Burck stemde aanvankelijk tegen, omdat hij veronderstelde, dat het minder- heidsrapport in stemming was. De voor zitter stelde hem echter in de gelegenheid, om z'n fout te herstellen. CASTRICUM. Door de firma Olgers en Zonen is met vergunning van het gemeentebestuur een autobusdienst ingevoerd van Bakkum naar Castricum en wel op Zondagen. Het is be- doeld als gemakkelijk vervoermiddel voor de kerkgangers, terwijl mede op Zondagen een busdienst op de treinen is ingesteld. Reeds Zondag is met dezen dienst aangevangen en het publiek heeft blijk gegeven prijs te stel len op deze regeling. Thans is wederom een geval van mond- en klauwzeer geconstateerd en wel onder het vee van den landbouwer P. Veldt. De veesta- pel, groot meer dan 40 stuks, is wel niet ge- heel aangetast, doch het is wel een tegen- valler voor een groot veehouder. Gevallen van geweken zijn van de ziekte zijn thans niet te vermelden, zoodat de toestand sta- tionnair blijft. REUZEN SUCCES hebben wij met onze prima Vulpenhouder met 14 krt. gourlen pen, onder voile garantie, slechts f 3.50. URSEM. Maandagmorgen lag een woonschuit tevens winkel in galanterien in de Ringvaart nabij cafe Oudejans, toen van de richting Scher- merhorn 2 koolschuiten der firma Verburg kwamen aanvaren De stuurman van de eer ste schuit, een zekere J. R uit Schermeiliorn, toonde niet de capaciteiten te bezitten van een goed schipper, wanthij voer recht op het woonschip aan. De vrouw van den ga- lanterieschipper zag die aanvaring aanko- men en begon luidskeels te gillen. Doordat de lijn van de koolschuit in verband met de aan- wezigheid der brug tijdig was los gemaakt, was de vaart eenigszins verminderd, doch de botsing had plaats en liep wonder boven won der goed af. Volgens verklaring van den rioe- naar stond in de schuit voor ruim 2000 aan porcelein en aardewerk en niets blerk be- schadigd. Alleen het roer van het schip was stuk gevaren. De politic is met deze zaak op de hoogte. Was de laatste maanden geen enkel ge val van mond- en klauwzeer aangegeven, in de laatstverloopen week werd weder dooi 3 veehouders aangifte gedaan van deze ge- vreesde ziekte onder het vee. Naar wij vernemen bestaat bij hef schoolbestuur van den H. Bavo alhier hel voornemen in de oude kerk tijdelijk 2 school- lokalen in te richten, daar de tegenwoordige school, waarvoor reeds een nieuwe wordt ge bouwd, veel te klein is geworden. Momcnteel werken 2 onderwijskrachten in een lokaal, wat toch werkelijk ondoenlijk is. De heer P. Th. Oudejans, cafehoudei alhier, heeft besloten ziin zaak eeheel af te breken en ter plaats een naar deischen des tijds ingericht cafe te bcuwen met een too- neelzaal van ruim 17 Meter lang. Daar- nevens wordt dan een schoenmakerij met an nex werkplaats gebouwd De buurt zal daar door verfraaid worden en daar het cafe eeni ge meters terug wordt geplaatst, zal zulks het cafe eveneens ten goede komen. Het is te hopen, dat daar het leelijke hooge muurije door het Hoogheemraadschap niet geplaatst zal worden. BRAND. Vrijdagnacht is brand uitgebroken in dt woning van de familie Stecher aan de St. Ja- cobslaan 325 te Nijmegen. De gehtsle inboe- del stond juist ingepakt, daar de familie Za- terdag zou verhuizen naar Bennekom. Het gezinshoofd bevond zich alleen in de woning. Hij kon zich shchts door een overhaaste vlucht via dakraam en dakgoot in veiiigheid stellen. De brandweer kon niet verhinderen dat het hcele huis uitbrandde. Omtrent de oorzaak is nog niets bekend. WEER EEN TOLKWESTIE. Aanklager en overtreder tegdiji Bij den tol te Epse, in den weg Deventer-- Lochem, heeft een incident plaats gehad, dat veel overeenk:: r?t vertoont met wat bij den Muider-tol is Leurd. Toen Zaterdagmiddag een handelsreiziger uit Deventer metzlJn auto op den weg naar Laren (Gld.) reed en den tol naderde, reed er een melkwagen voor hem. Toen de handelsreizigtr achter dezen wagen den tol passeeren wilde, wierp de tol- gaardster vlak voor den auto den boom neer. De automobilist wendde nu het stuur en reed over de trambaan, waarbij zijn wagen met een der wielen in 'n diepen kuil bleef vastzit- ten, juist op het oogenblik, dat een stoomtram naderde. De tram stoptc en met vereenae krachten gelukte het de baan weer vri] te maken. De handelsreiziger sprak daarop een veldwachter aan en verzocht hem tegen at tolgaardster proces-verbaal op te maken we gens belemmering van het verkeer op oe openbaren weg. De poliheman voldeed aa dit verzoek, doch verbaliseerde tevens oe klager wegens het rijden over de trambaam Het komt bij dezen tol herhaalde ma voor, dat automobilisten trachten opzij v den weg over de trambaan te passeeren. einde dit te beletten heeft men tusschen jPinguinsf 1.20; 2 Pinguinsf 1.00 1 Pinguin f o.8q

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 6