VAN
HOUTEN'S
PINGUIN
%onborts
L. Fnnfeenberg. Alkmaar.
BinnenSanti
De v o o r z i 11 e r s Pardon, heeren be-
Joelt U.
De beer D ij k fa u i z e n Ik za! partem en-
tair blijven, maar ik heb me er altijd over
verwonderd, dat de gascommissie nooit iets
deed. Waar een lid van de commissie het hier
zelf zegt, daar begrijp ik niet, dat de com
missie dat niet heeft onderzocht. Ook de
voorzitter zegt: „I'k wist van die 5 pCt. niet
af"
Naar het mij dunkt, zijn die heeren te kort
geschoten in het uitoefenen van hun plicht.
Zij hadden het moeten weten. Spr. vereenigde
zich volkomen met het meerderheidsrapport
van de gascommissie. De Directeur gaat vrij
nit. Wat de Raad zal besluiten ten aanzien
van de gascommissie is iets anders.
De voorzitter wilde constateeren, dat
er in het lange betoog van den heer Du
Burck, die zoo aandrong op de opheffing
van de geheimhouding niets naar voren is
gekomen, ten aanzien van die geheimhou
ding. Wat naar voren is gekomen, kwam hem
bekend voor.
Dat geluid heeft hij de laatste dagen ook
elders gehoord ten opzichte van de minder-
Iheidsnota. Het doet hem leed, dat hij in den
raad van Z.-Scharwoude nog moet uiteen-
zetten, wat men moet verstaan onder een
minderheidsnota Iedereen, die met z'n neus
wel eens buiten de Langedijk is geweest,
iweet, dat het vanzelf spreekt, dat een Com
missie, die verzocht is een rapport uit te
brengen, ook de meening van de minderheid
weergeeft, als die er is. Wanneer dat niet ge-
schiedt, dan heeft die minderheid niet alleen
het recht, maar is die zelfe verplicht, om van
zijn opvatting te doen blij'ken. Een rapport is
iets anders dan een 'besluit.
In het rapport heeft spr. dan ook medege-
deeld, wat hij in de Commissie naar voren
heeft gebracht. Spr. herinnert eraan, dat
iMr. Kusters, een man, die toch wel weet, hoe
het parlementair gaat, zich ten aanzien van
het raadsbesluit van Alkmaar inzake fr
Stadsziekenhuis zich als minderheid tot Ged.
Staten heeft gewend. Een raadslid heeft ten
alien tijde het recht, zich met zijn motieven
itot Ged. Staten te wenden om een raadsbe
sluit niet goed te keuren. Het rapport van de
Staatscommissie, die advies uitbracht aan de
regeering, kent zelfs een zevental minder-
heidsnota's. De heer Du Burck meent tegen-
strijdigheden te zien in mijn eerste en tweede
oota. Het is mogelijk, maar als men goed
leest, dan ziet men, dat men ten aanzien van
'een punt niet staat tegenover de meening
van den opsteller van het rapport, maar te
genover een meening, door dezen overge-
momen uit de bladen, waarin de directeur
meedeelde, van uitbreidingen 5 pOt. provi-
sie te hebben genoten. Zoo zijn er meer din-
gen.
Sommige leden hebben de kwestie van het
toezicht naar voren gebracht.
Maar het is niet de vraag of de Directeur
toezicht heeft gehouden, maar het gaat
er om, of hij recht had op de 5 pCt. en in de
minderheidsnota is als voorbeeld duidelijk
aangetoond de kwestie van de kamerovens.
Daarover kunnen meespreken alle leden en
oud-leden van de commissie en van den
raad, zooals die hier op het oogenblik is
samengesteld. De Directeur heeft aanvanke-
lijk ontkend., eenige belooning te hebben ge
noten van de kamerovens. Hij heeft dit later
ingetrokken. Dat op zichzelf is reeds om
juist. Op hetgeen spr. in de commissie ge-
zegd heeft, is men niet ingegaan. Hij had
niet verwacht, dat de Directeur in het geweer
zou zijn geroepen door een voorzitter van
een van de raden. Hoofdzaak is, of de Direc
teur de 5 pOt. mocht genieten en niet, of hij
toezicht heeft gehouden. Tegenover de ge-
gevens, die op het oogenblik naar voren zijn
gebracht, wordt niets gesteld.
Spr. herinnerde er aan, dat in 1920 de
raden de uitbreiding van de gasfabriek be-
handelden. In het rapport stond ook alles
vermeld wat betrekkking heeft op den
bouw van de kamerovens. Dit rapport is be-
handeld in het bestuur en in de gascommis
sie en daaruit blijkt onder b, dat voor den
bouw van twee kamerovens, een van 3 en
een van 5, volgens een de door de firma
Klone ingediend plan voor kosten van toe
zicht een bedrag van 8000 als sluitpost
staat. Aan de hand van die begrooting heb
ben de raden het plan goedgekeurd. Niet
goedgekeurd is, dat daarvan 5 pCt. voor den
Directeur zou zijn.
Maart 1921 werd met den bouw begon-
nen; eind 1921 was de bouw gereed en 5 Mei
1922 is de uitbetaling gedaan. Eind 1921 of
1922 werd een specificatie gegeven van de
uitgegeven sommen. Ook daarbij is niet me-
degedeeld, noch schriftelijk, noch monde-
ling, dat 5 pCt. door den Directeur genoten
zou worden. De kosten voor bet toezicht van
den heer Oosterlee waren in de begrooting
begrepen. Niemand heeft geweten, dat de
Directeur gecamoufleerd 5 pCt. van de aan-
neemsom heeft gehad.
Wat verstaat men toch onder toezicht?
In een van de raden is gezegd, dat het
Jechnisch werk kwam onder toezicht van
den Directeur. Dat is niet juist. Toen e£n van
de ovens in gebruik genomen was, kwam er
een mankeirent, omdat de rook- en de lucht-
toevoer met deu-gde en dit gebrek werd ver-
Iholpen door den Directeur van de fabriek te
Enkhuizen.
T en opzichte van de dakbedekking werd in
1922 besloten, om den leverancier een teeke-
ning te vragen van de constructie, toen de
matinietsbedekking was afgewaaid. Het dek
was verkeerd aangelegd wegens een fout
van den monteur.
Wanneer er toezicht had plaats gehad,
dan zou dit niet zijn gebeurd. Het is niet de
hoofdzaak, maar ontkend moet worden, dat
het technisch werk onder toezicht van den
Directeur stond, want anders hadden die ge-
breken niet geconstateerd moeten kunnen
worden. Men moet echter weten, dat de
kamerovens slecbts als voorbeeld zijn geno
men om aan te toon en, dat de 5 pCt. niet ten
rechte zijn genoten. Ten eerste is het niet toe-
gestaan. De Commissie wist het niet Spr.
vindt het onverklaarbaar, dat een enkel lid
lean zeggen: ,,Ik wist het wel". Maar dit be-
teekent zakelijk niets. Het besluit, om tot den
bouw over te gaan, is gebaseerd op dit rap
port en noch in de commissie, noch in de
commissie, noch in de raden is ooit gezegd:
„Daaiin zit 5 pCt. voor den Directeur".
De heer Bekker betreurde het. dat de
commissievergaderingen altijd geheime ver-
gaderingeH zijn geweest. Wanneer het open-
bare geweest waren, dan zou er vjel minder
roet in bet eten zijn gekomen en dan zou
misschien nooit hebben plants gehad, wat
thans naar voren is gekomen.
De heer K l amer verklaarde, dat de 5
nooit in be gascommissie is besproken. Ook
spr is niet overtuigd van kwade trouw, maar
wanneer er sprake is van goede trouw, dan is
het vergedreven goede trouw. Over de 5
is in de notu'en niets te vinden, alleen in een
bestek van 3 Maart 1914. Maar daarin is
niet vastgesteld, dat die voor den directeur
zijn. 't Is eigenaardig, dat daarop steeds is
voorigegaan. Laat men aannemen, dat het
toen voor dat werk is goedgekeurd. Geeft dit
het recht om voor latere jaren te zeggen, dat
het ongevraagd is toegestaan? Spr. zou wil-
len toegeven, dat niet scherp genoeg is toege-
zien door het bestuur en de lolen van de gas
commissie op de verrichtingen van den direc
teur ten opzichte van die uitbreidingen. Aan-
nemende, dat enkele oud-bestuursleden van
die beoaling wisten, dan vindt spr. het toch
vreemd, dat een dergelijk ingrijpend besluit in
de notulen ontbreekt
Volgens de instructies is de directeur ver
plicht, toezicht te houden op alle werkzaam-
heden en uitbreidingen. In ieder bedrijf is de
directeur belast met het toezicht, met de uit te
voeren werken en waar dit voor een directeur
te moeilijk is, stek men een ander naast hem.
Dat is met den bouw van de kamerovens ook
gebeurd. Zonder kwade trouw naar voren t;
willen brengen, moet men toch uitspreken,
dat, hetgeen geschied is, niet met een hand-
omdraaien is te zeggen: ..Wij kunnen er niets
van vinden en daarom zal het wel goed zijn."
Spr. meent. dat men geen genoegen kan
nemen, met dergeliike zaken lichtvaardig te
behandelen. De nota van den burgemeester is
nooit in de gascommissie besproken. Hij heeft
daartoe niet de gelegenheid gehad. Toen hij
in de vergadering van 12 Dec. naar aanlei-
ding van de notulen een vraag stelde aan het
bestuur, kreeg hij geen antwoord. Daarna
stelde hij weer een vraag en weer kreeg hij
geen antwoord. De eerste vraag was, of de
directeur zich kon verwijderen bij hetgeen de
burgemeester naar voren zou brengen. Dedi
recteur heeft het uit eigen beweging niet ge
daan en de voorzitter van de gascommissie
gaf geen gevolg aan het verzoek.
De tweede vraag was, of het juist was, of
door het bestuur van de gascommissie het
verbod was gegeven aan den directeur om in
'lichtingen te verstrekken aan den burge
meester en er werd geen antwoord op gege
ven, alhoewel de directeur zelf had medege-
deeld, dat hem dit verbod was opgelegd en
dit, terwijl de instructies duidelijk bepalen,
dat dit wel moet geschieden. Dat is de behan-
deling geweest van den burgemeester door
den voorzitter van de gascommissie. Dat toen
de zaak op een andere wijze naar voren is ge
komen, behoeft niemand te verwonderen en
valt zeker niet te bejammeren. Het is niet de
schuld van den burgemeester, dat die zaak
zoo is geloopen. Spr. wil onomwonden zeg
gen, dat het allereerst de groote fout is ge
weest van den voorzitter van de gascommis
sie, dat hij in de toen betreffende vergadering
een lid niet de gelegenheid heeft gegeven,
wat was waargenomen. naar voren te bren
gen. Spr. komt ten sterkste op tegen de uit-
lating, zooals die in een naburige gemeente
is gedaan: „Hij weet er niets van."
Daat gaat het niet over. Het gaat erover,
of de nota van den burgemeester on juist was
Een dergelijke nota werkt niet bevorderlijk
om de zaak van de lichtbedrijven tot een goe
de oplossing te brengen. Het is wel mogelijk,
dat er in het bestuur van de gascommissie
eenige animositeit bestaat. Men moet dit niet
in de vergaderingen naar voren brengen.
Daar moet men de zaken doen. die er zijn en
iedereen gelegenheid geven, zijn meening te
zeggen en niet trachten elkander in een hoek-
je te duwen. Waar we nu in dit stadium zijn,
mogen wij niet nalaten, ander licht te laten
schijnen en trachten de zaak recht te zetten.
Het was zeker het volste recht van den burge
meester om met een minderheidsnota te ko-
men. In de Schager Courant van 3 Maart
staat toch ook een minderheidsnota van den
heer Du Burck zelf. Spr. zal dit den heer Du
Burck niet verwijten, maar evengoed heeft
ook een ander het recht om een tegenoverge*
stelde meening naar voren te brengen. De
meerderheid heeft getracht, de zaak voor den
directeur goed te doen verloopen. Spr. consta
teert, dat juist door de hooding van degenen,
die gemeend hebben in het belong van den
directeur te werken, de zaak in een verkeerd-
daglickt komt te staan.
Het ware beter geweest, vrij uit te onder-
zoeken en over fouten zijn afkeuring uit te
spreken. Fouten goedpraten is moeilijk en
dat heeft de meerderheid getracht. Scherpe
verhoudingen zijn niet bevorderlijk voor een
goeden gang van zaken aan de lichtbedrij
ven. Men moet trachten, elkanders meening
te eerbiedigenhet is zeer moeilijk, op het
oogenblik te zeggen, welken weg wij nu moe
ten inslaan, maar zeker is, dat wij met de
meerderheidsnota niet kunnen meegaan en
moeten trachten, op welke wijze dan ook, een
eind aan de zaak te maken. Het mag niet
zoo zijn, als met twee leden van de gascom
missie, die vroeger tegenstemden en nu voor
hebben gestemd en die op sprekers vraag,
waarom zij dit deden, zeiden dat ze dit deden,
omdat er toch een eind moet komen. Spr.
wenscht dit niet te doen. Wij zijn hier voor de
zaken van het algemeen belang en als daar-
door het belang van een persoon in het ge-
drang komt, dan mogen wij ons daardoor
niet laten weerhouden om het algemeen be
lang te behartigen.
De heer G r o e n vroeg, wat er gebeuren
moet, als het rapport van de meerderheid niet
wordt aangenomen. Uit hetgeen de heer Kra
mer meedeelde, is wel gebleken, dat het on-
derzoek niet in goede handen is geweest Nu
spr. de cijfers heeft gehoord, stelt hij de
vraag of men dan toch met steekpenningen
te doen heeft.
Wat doen wij als in twee gemeenten het
rapport van de meerderheid wordt verwor-
pen, doch in drie gemeenten wordt aange
nomen?
De heer K r o o nDan is het uit.
De heer G r o e n: Moet de Raad dan goed
vinden, dat op die manier de gemeente bena-
deeld wordt?
De voorzitter zou den Raad in over-
weging willen geven, zich te bepalen tot het I
al of niet aannemen van het rapport en af te
wachten, wat de andere gemeenten doen en
dan in een volgende vergadering op de zaak
terug komen. Al keuren alle raden het goed,
Z.-Scharwoude heeft nog altijd het recht, in
beroep te gaan bij Gedep. Staten en dit Col
lege aan te geven de gronden, waarop wij ons
met dat rapport niet vereenigen. Z. i. mocht
men niet uit het oog verliezen, dat op het eer
ste verzoek Gedep. Staten berichtten, dat er
voor hen voorloopig geen aanleiding was om
op dat verzoek in te gaan.
De heer Z e e m a n was het eens met het
geen de beer Du Burck 8 Maart in de Scha
ger Courant sehreef. Hij schreef toen, dat hij
de notulen, enz. verwachtte. Hij kon niet be-
grijpen, dat die senrijver als raadslid wel ge
noegen neemt met het niet verstrekken van
wat hij toen verwachtte. Met geen woord heeft
de heer Du Burck noch de heer Dijkhuizen
gepoogd, de instructies te ontzenuwen, waar-
bij de werkzaamheden van den directeur wor
den bepaald. Hij heeft dat werk te doen; het
is zijn arbeid en hij wordt daarvoor betaald.
En als hij het goed doet, zijn wij tevreden,
maar wanneer hij meer krijgt dan hem toe-
komt, dan moeten wij weten, dat hij niets
meer heeft gedaan dan vastgelegd is bij in
stuctie.
In ieder bedrijf zijn er tijden, dat het druk-
ker zijn er tijden, dat het drukker en gemak-
kelijker is. Waarom dat weggecijferd. Voor
spr. is er geen reden om zich tegenover den
directeur te stellen of zich voor of tegen de
minderheidsnota te plaatsen, maar ieder
raadslid van de Langendijk heeft te beslissen
over de belooning van den directeur en de
gascommissie stelt zich superieur, terwijl de
Raad dit is. Wanneer men de rechten van den
Raad en dus van de burgerij ontkent, en de
commissie er tusschen schuift, dan is dit de
weg van het bederf. De vraag van den heer
Groen was z. i. een ernstige vraag. Spr
hoopt dat het rapport verworpen wordt. Na
Dinsdagavond zal wel blijken, hoe het gaan
zai. Bij verwerping van het rapport, krijgt de
commissie voor de broek, en is die verplicht,
een beter onderzoek in te stellen. Wij willen
voile klaarheid om alle blaam van den man.
die nu met een smaad loopt, weg te nemen
Onze eenige weg is een volledig en goed on-
Van Houten's Pinguin
Bonbons geven ietsbij-
zonder fijns in een een-
voudig doosje. In iede-
re doos een bon voor
„Ons Eigen Tijdschrift;'
derzoek. Daaraan kan men meehelpen door
het rapport te verwerpen en dit doet men niet,
door een rapport goed te keuren, waarin de
volledigheid niet is betracht.
De heer D u B u r c k, wenscht op het
oogenblik, nu de zaak is beZien en herzien,
niet mede te werken als buiten de gascommis
sie staande en nooit verantwoordelijkheid te
hebben gehad om nog eens aan de gascom
missie staande en nooit verantwoordelijkheid
te hebben gehad om nog eens aan de gascom
missie te vragen met een rapport te komen
Z. i. deed de heer Zeeman, of de gascommis
sie niets gerapporteerd heeft. Het is daarom
goed diens geheugen wat op te frisschen, om
dat het blijkt, dat het eenigszins verschrom-
peld is. Spr. las uit het rapport van de gas
commissie, dat deze van alle leveranciers van
de bedrijven vanaf de oprichting een lijst
heeft opgemaakt met de vermelding van de
geleverde bedragen en dat die leveranciers al
ien hebben bericht, nimmer iets aan den direc
teur te hebben betaald.
De v 0 0 r z i 11 er: Dat slaat niet op de
5
De heer D u B u r c k: Dat slaat op het
geen de heer Zeeman heeft gezegd. Die wil,
dat wij meewerken, dat er weer een onderzoek
wordt ingesteld.
De heer Groen: Naar de 5
De heer D u B u r c kMaar al die ver-
schillende dingen hebben ze nagegaan. Zij
schrijven: „De kwestie van de 5 heeft ook
onze aandacht gehad en wij hebben daarnaar
een onderzoek ingesteld. Zij vertellen, dat zij
de oude en de nieuwe leden van de gascom
missie hebben geraadpleegd en de bestekken
hebben nagegaan.
Zou de heer Zeeman nu denken, dat, als
de Raad van Z.-Schawoude thans het besluit
neemt om tot de gascommissie te gaan en te
zeggen: „Gascommissie, 0. i. is dat onder
zoek een onderzoek, dat nergens op lijkt. Wij
wenschen een nieuw," dat die commissie ons
niet hartelijk zou uitlachen?
De voorzitter: Daarover gaat het
niet. Ik heb de heeren in overweging gegeven.
geen conclusies te trekken.
De heer D u B u r c k: De heer Zeeman
heeft een nieuw onderzoek voorgesteld.
De v 0 0 r z i 11 e r: In behandeling is het
rapport van de gascommissie en niet de dis-
cussie, welken weg men zal moeten inslaan.
De heer D u B u r c k zal dit wel in het
oog houden, doch zich de vrijheid voorbehou
den om zijn meening te zeggen en aan te
geven, waarom hij tegen het denkbeeld Zee-
man is om z.g. om het voile licht te laten
schijnen, zich weer tot de gascommissie om
een onderzoek te wenden. Wij weten van te
voren, dat de gascommissie, die een uitge-
breid onderzoek instelde, daarop niet zal in-
gaan. De heer Kramer, als lid van dit com
missie,'knikt reeds toestemmend. Wij kunnen
missie, bericht reeds toetemmend. Wij kunnen
Ik denk, dat het
Niet denken!
Ik denk altijd
en
dit verzoek zelfs wel nalaten, al waren wij
overtuigd, dat het verzoek onvolledig was
geweest.
De v 0 o r z i t t er: Het onderwerp, dat
behandeld wordt, is het rapport. Daarover
gaat het en ik hoop, dat dit a nu duidelijk is
De heer B urc t: Maar ik wil niet door-
gaan voor iemand die een volledig onderzoek
tegenwerkt. De heer Zeeman wil nog eens
naar de gascommissie terug cm een uitvoerig
rapport. "Daaraan doe ik niet mede, omdat ik
van te voren weet, dat de gascommissie daar
aan niet zal doen De heeren schijnen een
rapport te willen, dat de directeur toch schul-
dig is.
In de gascommissie hebben evenzeer ern
stige menschen zitting, dan hier in den raad
en ernstige menschen kunnen aan dit spci
niet mee doen. De heer Zeeman heeft ook ge
sproken in verband met de instructie van
werkzaamheden van den directeur. Wanneer
die instructie zoo duidelijk is, dan zal de
directeur verplicht moeten worden het bedrag
terug te storten. De heer Zeeman, die meent,
dat de instructies zoo duidelijk zijn, is ver
plicht daartoe het voorstel te doen. Het is
mijn meening dat Ged. Staten een dergelijke
procedure niet zullen goedkeuren, omdat zij
wel van meening zijn, dat dit proces niet ge
voerd kan worden op grond van de instruc
ties, die volgens den heer Zeeman zoo duide
lijk zijn. Ik stel evenzeer vertrouwen in de
andere afgevaardigden in de commissie als
in de onze en ik kan mij niet voorstellen, dat
die willens en wetens hebben getracht te
bewijzen dat de directeur niet schuldig is,
terwijl zij overtuigd zouden zijn, dat hij
schuldig is.
Ik vertrouw die menschen en dit is voor mij
een reden om mij bij het rapport neer te leg-
gen. Wanneer wij lezen ,wat de burgemees
ter van Broek op Langendijk presteert, dan
mogen wij niet aannemen, dat hij ons om
den tuin zal leiden. Spr. kan zich dat niet
voorstellen en hij zal zich dan ook neerleggen
bij het besluit, dat de gascommissie met 10
tegen 4 stemmen heeft genomen.
Hoe het met de 3800 gegaan is, staat
duidelijk in het rapport.
De voorzitter: Wat staat er in het
rapport?
De heer D u Burck: Dat in 1914 over
5 voor uitbreidingen is gesproken, dat
het toen in het bestek is opgenomen en dat
het toen ook is uitgekeerd en dat voor de
andere uitbreidingen, waarvoor de Directeur
het bestek en de teekening en de begrooting
maakt, het dientengevolge is ingesloten, dat
5 in de aanneemsom is gecontinueerd. De
Directeur heeft dus ook gedacht, dat hem in
1921 voor de kamerovens ook die 5 is
toegestaan.
De heer Groen Moet het dan ook niet
uit de bestekken blijken?
De heer D u Burck
zo6 gegaan is
De Voorzitter
De heer D u B u r c k
weet, dat de meerderheid van de commissie
wist, dat de 5 genoten zou worden en dat
de meening bij den Directeur had post ge
vat, dat het wel mocht. Ik zie dan ook niets
verkeerds en onbetrouwbaars in hetgeen de
Directeur heeft gedaan. Hij zal dus met
Klone afgerekend hebben in dezen zin, dat
die firma 5 heeft uitgekeerd voor het toe
zicht. Als hij dat niet met Klone had afge
sproken, dan zou het ten onrechte zijn ge
noten, maar Klone heeft het toch betaald en
als die van de kwestie niets wist, dan zou die
toch gezegd hebben: „Schiet nouw gauw op."
De kwestie is, of alles ter goeder trouw is
gegaan. Als het ter slechter trouw is gegaan,
dan is het gemeen, maar waar, ook de bur
gemeesters van Broek op Langpndijk en St.
Paneras als leden van de commissie zwart
op wit verklaren, dat het terecht is genoten,
daar zal het voor een buitenstaander moeilijk
zijn om te zeggen: „Hij heeft het ten on
rechte genoten".
Ik durf mij daaraan niet wagen.
De heer Zeeman Zijn eerste mededee
ling, dat hij niets genoten heeft, hoe rijmt
u dat?
De heer DuBurck:U deed beter, af te
wachten, of ook dit beantwoord werd. U zult
bemerkt hebben, dat ik volkomen vertrouwen
stel in hetgeen de Directeur heeft gedaan.
Ik geloof, dat de gascommissie ten voile
rechtvaardig heeft gehandeld en precies heeft
nagegaan, hoe het met die dingen ging.
Ik heb eerder een klacht tegenover de gas
commissie en wel, dat die ervoor zorgt, dat
ze in het vervolg de dingen beter nagaat,
maar het onderzoek was bij haar in goede
handen. Dit was ook de meening van Gedep.
Staten. Spr. heeft geen redenen, te twijfe'en
aan hetgeen de heer Kramer heeft gezegd en
constateerde, dat het in de gascommissie een
conservatieve boel is, waar noodig een andere
wind moet waaien. Spr. komt hiermee in het
schuitje van den heer Bakker, die meende, dat
de vergaderingen daar maar eens openbaar
moeten worden. Herhaaldeliik heeft spr. dit
aan de orde gesteld, maar toen hebben de
heeren Bekker en Kramer tegen gestemd.
Spr. geeft den heer Kramer gelijk, dat hij af-
keurt de wijze, waarop in de Commissie te
genover den Burgemeester is gehandeld. De
heer Kramer is een man, die voor zijn mee
ning durft opkomen en spr. begrijpt dan ook
niet, waarom de heer Kramer dit heeft laten
zitten. Gaarne had spr. gezien, dat de heer
Kramer had getracht, verandering in die
middeleeuwsche methode aan te brengen, op
dat men niet langer in de Commissie wordt
afgemaakt. Dat men in de 20ste eeuw niet
aan het woord kan komen, vind ik 'verschrik-
kelijk.
Over de minderheidsnota wil ik niet veel
zeggen. Ik erken het recht van het standpunt
in de minderheidsnota uiteengezet, al wil dit
niet zeggen, dat ook ik in hetzelfde geval een
minderheidsnota zou hebben ingediend en
wel, omdat men alle gelegenheid heeft gehad,
een voorstel te doen. Het gold hier heel iets
anders dan een opdracht om een of ander on
derwerp nader te bestudeeren. Wat de ophef
fing van de opgelegde geheimhouding betreft,
spr. heeft die alleen gevraagd omdat hij heeft
willen laten uitkomen, dat in die geheime
vergadering niets gezegd is ten nadeele van
den Directeur. Het verwondert spr., dat men
dit uit zijn rede niet heeft bemerkt. U hebt
in die geheime vergadering gezegd, dat het
beheer in de lichtbedrijven niet in den haak
was en dat U daarom als voorzitter van de
gascommissie heeft bedankt. Ik wil eindigen,
met op te merken, dat ik overtuigd ben, dat
in dezen door de gascommissie niet verkeerd
is gehandeld. Ik mecn, dat de commissie aan
onze cpdracht heeft voldaan en een uitgebieid
onderzoek heeft ingesteld. Gezien de perso-
nen, die dat onderzoek hebben geleid, kan ik
mij bij het resultaat van dat onderzoek neer
leggen en ik herhaal, dat de gascommissie
naar mijn overtuiging er niet op zal ingaan
om nogmaals een onderzoek in te stellen!"Het
is tenslotte mijn overtuiging, dat U, mijnheer
de voorzitter, als U het hier wint met de nota.
met Julius in 72 voor Christus zult kunnen
zeggen: „Nog eens zoc'n overwinning en ik
ber verloren."
De voorzitter bracht in herinnerinw
dat hij alleen in behandelnig heeft gebracht
het rapport. Spr. oordeelde de zaak voldoende
besproken en zou dan ook volstaan met in
stemming te brengen het rapport, uitgebracht
door de Commissie van de lichtbedrijven,
goed te keuren.
Met 5 tegen 2 stemmen werd dit rapport
verworpen. Voor stemden de heeren Dijkhui
zen en Du Burck.
De heer Burck stemde aanvankelijk tegen,
omdat hij veronderstelde, dat het minder-
heidsrapport in stemming was. De voor
zitter stelde hem echter in de gelegenheid, om
z'n fout te herstellen.
CASTRICUM.
Door de firma Olgers en Zonen is met
vergunning van het gemeentebestuur een
autobusdienst ingevoerd van Bakkum naar
Castricum en wel op Zondagen. Het is be-
doeld als gemakkelijk vervoermiddel voor de
kerkgangers, terwijl mede op Zondagen een
busdienst op de treinen is ingesteld. Reeds
Zondag is met dezen dienst aangevangen en
het publiek heeft blijk gegeven prijs te stel
len op deze regeling.
Thans is wederom een geval van mond-
en klauwzeer geconstateerd en wel onder het
vee van den landbouwer P. Veldt. De veesta-
pel, groot meer dan 40 stuks, is wel niet ge-
heel aangetast, doch het is wel een tegen-
valler voor een groot veehouder. Gevallen
van geweken zijn van de ziekte zijn thans
niet te vermelden, zoodat de toestand sta-
tionnair blijft.
REUZEN SUCCES hebben wij met onze prima
Vulpenhouder met 14 krt. gourlen pen, onder
voile garantie, slechts f 3.50.
URSEM.
Maandagmorgen lag een woonschuit tevens
winkel in galanterien in de Ringvaart nabij
cafe Oudejans, toen van de richting Scher-
merhorn 2 koolschuiten der firma Verburg
kwamen aanvaren De stuurman van de eer
ste schuit, een zekere J. R uit Schermeiliorn,
toonde niet de capaciteiten te bezitten van
een goed schipper, wanthij voer recht op
het woonschip aan. De vrouw van den ga-
lanterieschipper zag die aanvaring aanko-
men en begon luidskeels te gillen. Doordat de
lijn van de koolschuit in verband met de aan-
wezigheid der brug tijdig was los gemaakt,
was de vaart eenigszins verminderd, doch de
botsing had plaats en liep wonder boven won
der goed af. Volgens verklaring van den rioe-
naar stond in de schuit voor ruim 2000
aan porcelein en aardewerk en niets blerk be-
schadigd. Alleen het roer van het schip was
stuk gevaren. De politic is met deze zaak op
de hoogte.
Was de laatste maanden geen enkel ge
val van mond- en klauwzeer aangegeven, in
de laatstverloopen week werd weder dooi 3
veehouders aangifte gedaan van deze ge-
vreesde ziekte onder het vee.
Naar wij vernemen bestaat bij hef
schoolbestuur van den H. Bavo alhier hel
voornemen in de oude kerk tijdelijk 2 school-
lokalen in te richten, daar de tegenwoordige
school, waarvoor reeds een nieuwe wordt ge
bouwd, veel te klein is geworden. Momcnteel
werken 2 onderwijskrachten in een lokaal,
wat toch werkelijk ondoenlijk is.
De heer P. Th. Oudejans, cafehoudei
alhier, heeft besloten ziin zaak eeheel af te
breken en ter plaats een naar deischen des
tijds ingericht cafe te bcuwen met een too-
neelzaal van ruim 17 Meter lang. Daar-
nevens wordt dan een schoenmakerij met an
nex werkplaats gebouwd De buurt zal daar
door verfraaid worden en daar het cafe eeni
ge meters terug wordt geplaatst, zal zulks
het cafe eveneens ten goede komen. Het is te
hopen, dat daar het leelijke hooge muurije
door het Hoogheemraadschap niet geplaatst
zal worden.
BRAND.
Vrijdagnacht is brand uitgebroken in dt
woning van de familie Stecher aan de St. Ja-
cobslaan 325 te Nijmegen. De gehtsle inboe-
del stond juist ingepakt, daar de familie Za-
terdag zou verhuizen naar Bennekom. Het
gezinshoofd bevond zich alleen in de woning.
Hij kon zich shchts door een overhaaste
vlucht via dakraam en dakgoot in veiiigheid
stellen. De brandweer kon niet verhinderen
dat het hcele huis uitbrandde. Omtrent de
oorzaak is nog niets bekend.
WEER EEN TOLKWESTIE.
Aanklager en overtreder tegdiji
Bij den tol te Epse, in den weg Deventer--
Lochem, heeft een incident plaats gehad, dat
veel overeenk:: r?t vertoont met wat bij den
Muider-tol is Leurd. Toen Zaterdagmiddag
een handelsreiziger uit Deventer metzlJn
auto op den weg naar Laren (Gld.) reed en
den tol naderde, reed er een melkwagen voor
hem. Toen de handelsreizigtr achter dezen
wagen den tol passeeren wilde, wierp de tol-
gaardster vlak voor den auto den boom neer.
De automobilist wendde nu het stuur en reed
over de trambaan, waarbij zijn wagen met
een der wielen in 'n diepen kuil bleef vastzit-
ten, juist op het oogenblik, dat een stoomtram
naderde. De tram stoptc en met vereenae
krachten gelukte het de baan weer vri] te
maken. De handelsreiziger sprak daarop een
veldwachter aan en verzocht hem tegen at
tolgaardster proces-verbaal op te maken we
gens belemmering van het verkeer op oe
openbaren weg. De poliheman voldeed aa
dit verzoek, doch verbaliseerde tevens oe
klager wegens het rijden over de trambaam
Het komt bij dezen tol herhaalde ma
voor, dat automobilisten trachten opzij v
den weg over de trambaan te passeeren.
einde dit te beletten heeft men tusschen
jPinguinsf 1.20; 2 Pinguinsf 1.00
1 Pinguin f o.8q