Immschs Courant.
Mavrides'
Vk ceni
n rneuwe
japon
II
FEU1LLET0N.
Honderd dertigsfe Jaargang.
Vrjjdag 26 October.
Racflio-hoekje
Ook Zwitserland werd op deez* reis bezocht,
Stadsnieuws
Eerst
R?nj
Chr
Zaterdag 27 October.
tiUversum, 1071 M. 12.302.Lunclh-
,uziek door het Trio Sjouwerman. 2.3.
Aansluiting van het Theater Tusehinski te
Amsterdam. Orkest onder leiding van Max
I"ak. P. Palla, orgel. 3.304.Weaken voor
stokers, door G. de Clercq. 4.4.30 Italiaan-
sche les voor beginners. 4.305.— Italiaan-
sche les voor gevorderden, 5.5.25 Fransche
les, beginners. 5.255.50 Fransche les, ge
vorderden. 5.50—6.50 Concert door het Om-
roep-orkest. 6.50—7.15 Duitsche les, begin
ners. 7.157.40 Duitsche les, gevorderden.
I 8.05 V. A. R. A. Uitzending ter gelegenh.
van het 3-jarig bestaan van de V. A. R. A. in
den Dierentuin, Den Haag. Het Haagsche
Arb. Symphonie-orkest onder leiding van J.
fctetyn. Gem. Arb. zangver. „De Stem des
IVolks" onder leiding van P. Zwager. S.
fcwaap, viool. Rede van W. H. Vliegen. 10.30
V-11-45 V. A. R. A. Aansl. van de Cinema
Royal te Amsterdam. Orkest onder leiding
van Hugo dte Groot.
Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.)
(TJitsluitend K. R. O.) 12.30—1.30 Lunch-
muziek door het K. R. O.-Trio. 3—4.— Kin-
deruurtje. Vertellingen, zang en muziek. 5.30
_7.— Gramofoonmuziek. 7.7.30 Engel-
kche les. 7.30—8.— Knipcursus. 8.—8.30
Spr.: Prof. Dr. H. A. Kaag: Economic. 8.20
Concert.. De Amsterdamsche Orkestvereeni-
;ng onder leiding van F van Diepenbeek.
ir. Gem. Koor „Eltheto", en M. Beusker,
Sanger.
Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 1.20
2.20 Het Carlton Octet. 3.45 Berichten.
3.50 Concert. Callender's band en Ch. Know-
Jess, bas. H. Arnold, cello. 5.35 Kinderuur-
tje. 6.20 Muziek. 6.35 Nieuwsberichten. 7.
Muziek. 7.05 Schubert's Winterreise, voor te
nor. 7.20 Omroeppraatje. 7.35 Muziek. 7 45
Lezing. 8.05 Vaudeville. Dans-orkest. Don
Vocaal kwartet en variete. 9.20 Nieuwsbe
richten. 9.55 Weensjphe dansen en marschen
0. Govers, sopraan. Orkest. 10.5512.20
Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris"1750 M. 12.50
2.10 Gramofoonmuziek. 4.055.05 Dans
muziek. 8.20—11.20 Kindertheater. Daarna
dansmuziek door de Harry Bily's jazzband.
Langenberg, 469 M. 11.30 Mechanische
muziek. 12.251.50 Orkestconcert. 5.05—
5.50 Orkestconcert. 7.20 Vroolijke avond.
„Der Saugling", intermezzo: „Kindtaufe",
van MullerSchlosser. Daarna tot 12.20
Dansmuziek.
Konigswusterhausen, 1250 Al. (Zeeseri).
11.20—4.20 Lezingen. 4.205.20 Orkest
concert. 5.20—7.05 Lezingen. 7.20 Met den
microfoon door Benlijn. Haller-revue, „Vater-
land", „Wintergarten". Daarna tot 11.50
Dansmuziek.
Hamburg, 395 M. 4.20 Muzik. impressies.
Moderne werken voor fluit en piano. 5.20 Or
kestconcert. 7.20 C rkestconcert. 8.50 Harz-
reizen. Orkest. Daarna tot 10.20 Cabaret.
Brussel, 509 M. 5.20 Dansmuziek. 5.50
Trio-concert. 7.05 Tno-concert. 7 20 Gramo
foonmuziek. 8.35—10.35 Orkestconcert. De
Kuban-kozakken van Hr. Jans.
EGYPTIAN CIGARETTES
Met 1 Coupon bij 10 Sigaretten
Slecht§ Omar met zijn PRINCE genoot nog van den tocht.
DE BURGERWACHT IN ALKMAAR E. O.
Een warm pleidooi in een gloed-
voile rede.
In een der zalen van het Gebouw de Unie
had de Burgerwacht van Alkmaar een lezing
georganiseerd, welke gehouden werd door
den generaal b. d. J. C. C. Tonnet, een groot
voorstander en van de burgerwachten en
van den B. V. L.
Aan de uitnoodigingen, die het bestuur
over de heele stad verspreid had, had den
velen gehoor gegeven, al mag niet ontkenc
worden, dat de opkomst grooter had kunnen
zijn.
In zijn openingswoord verwelkomde de
voorzitter der afdeeling Alkmaar den spreker
in de eerste plaats en daarna de aanwezigen.
voor hun opkomst.
Spr memoreerde vervolgens het een en an
der uit het leven der Alkmaarsche afdeeling,
waaruit Meek, dat de burgerwacht na perio-
den van bloei ook tijdvakken van lauwheid
had gekend. Gelukkig kon spr. thans consta-
teeren, dat de afdeeling weer herrezen is, al
betreurde hij bet, dat van het_ gemeentebe-
stuur zoo weinig, of liever in't geheel geen
steun uitging. De burgerwacht toch is inge-
steld in de eerste plaats, om eigen instellingen
en eigen burgers te beveiligen voor mogelijke
revolutionnaire machtsvertooningen. Het doel
van dezen avond was dan ook, om propa
ganda te maken voor de burgerwachten, in
de hoop, dat het ledental mocht vermeerde-
ren en de financieele grondslag sterker werd.
Voor die propaganda had het bestuur den
generaal Tonnet uitgenoodigd, die hierna het
woord nam.
Generaal Tonnet aan het woord.
Spr. begon met te zeggen, dat het hem
verheugde, hier' aanwezig te zijn. Wij zijn,
aldus spr., eigenlijk in huiselijken 'kring. Ik
spreek hier temidden van hen, die fel gekeerd
zijn tegen alles wat resolutie is. Wij staan op
een basis, op een grondslag; daarom zijn we
hier als't ware „in huiselijken kring" bijeen.
Spr. vond bet de prettigste dagen, die hij
doorbracht, te zijn onder de burgers, die het
bestaande gezag hoog houden, onder regee-
ringsburgers. Hij heeft zoo'n 40 a 50 lezingen
gehouden in ons land en daardoor veel er-
varing opgedaan omtrent de burgerwachten
in Nederland. Er zijn er onder, waar de
geest nog altijd uitstekend is, waar nog
immer onverflauwde animo onder de leden
bestaat. Echter, er zijn er ook, waar een
zekere lauwheid, laksbeid heerscht. Het
eerste is het geval o.m in Limburg. Wordt
daar een vergadering gehouden, dan is de
burgemeester met zijn heele burgerij aan
wezig. Die ontbreken elders maar al te dik-
wijls!
Waar toch is die laksheid een gevolg van?
Volgens spr. is ze toe te schrijven aan de
eigenschappen van ons volk. „Het Holland-
sche volk is tot alles in staat, mits het ge-
vaar te zien is", zeide Johan de Witt reeds.
Zoo is het thans ook nog. Velen wachten af.
Waarom? Beschouwt men het revolutie-
gevaar minder groot dan 10 jaar geleden?
Spr. gelooft dat niet. Evenals in 1918 heerscht
ook thans nog wel degelijk het revolt"e-
gevaar! En daartegen moet gewaakt worden.
In Friesland zijn de burgerwachten zwak,
maar daar is een bijzonder sterke B. V L.
Daar voelt men dus wel lets van een revolutie-
gevaar!
Overtuigende bewijzen voor een eventueel
revolutiegevaar zijn er niet. Maar evenmin
is het niet zeker, dat er geen revolutie
gevaar is.
Integendeel!
Maar de lauwheid1 is kenmerkend voor ons
volk en daar wil spr. graag verandering in
brengen. Meer animo, meer geestdrift, zie
daar, waar spr. voor wil vechtent
We leven thans in pais en vree We zien
geen onmiddellijk gevaar. Maar alle partijen,
waarmee wij thans rustig leven, laten ons op
het critieke oogenblik in den steek.
„In deze gemeente gebeurt toch niets",
zegt men dikwijls, al te dikwijls.
Door R. L. de W.
35)
I Bewoners van de Hofstraat hebben een
„Ik dacht aan tante Caroline", luidde het
antwoord. „Zij zou verbaasd staan als zij
hoorde, dat u gedurende een heel half uur
mijn gezelschap kon verdragen."
„Waarom?"
„Och, Drew en ik werken haar altijd op
haar zenuwen, zoo't schijnt. We spreken een
andere taal en leven feitelijk in een andere
wereld dan de hare."
„En toch is u beiden zoo verschillend?"
„Zoo verschillend van elkaar als elk op
zich zelf weer verschillend is van tante Ca
roline. Drew neemt den schijn aan, alsof hij
alle gevoel gebannen heeft."
„En u?" vroeg ze.
„Ik heb alles gebannen, behalve mijn ge
voel", zeide hij, haar glimlachend aankij-
kend.
„En toch is Lord Drewith zij aarzelde.
„Zoo gevoelig als een opera-ster, die zich
door een plaatsvervangster overschaduwd
aiet worden."
„En u zeide, dat hij geen gevoel had."
„Ik zei, dat hij den schijn aannam van on-
fevoelig te zijn."
JHoe bedoelt u dat?,"
AMSTEKliAM,
Nieuwendjjk 225-229.
UTRECHT,
Ouda Gracht 115.
Dat is niet goed. De burgerwacht is een
wacht voor het geheele land. Overal moes-
ten burgerwachten zijn; maar overal, waar
de partijen tegenover elkaar staan met een
kleine meerderheid, zijn de burgemeesters
huiverig voor een actie voor burgerwachten.
Het gevolg is, dat subsidies worden ingetrok-
ken. Men zegt wel eens, dat de burgerwach
ten gesteund worden door de kerkelijke par
tijen. Aan wie echter de schuld daarvan?
Aan de houding der raadsleden.
Een burgerwacht moet een krachtig be
stuur hebben. Napoleon zeide eens: ,,50.000
manschappen en ik zijn er samen 100.000!"
Zoo is het ook hier nog: als de voorzitter en
de commandant krachtige personen zijn, die
de burgerwacht leiden, vooruit duwen, dan
moet het goed gaan. Er zijn vele plaatsen,
waar de burgerwachten bloeien, dank zij
krachtige bestuurderen en vol-ijverige com-
mandanten
De controrrevoiutionnaire krach
ten in ons land.
Dat zijn de burgerwachten en de B. V. L.
Beide zijn ontstaan in 1918, toen Troelstra
een „stootje" gaf. Troelstra meende, dat de
tijd gekomen was, om zijn slag te slaan. Geen
bloedige revolutie wilde hij, maar een
wone verandering in de besturen van land,
provincie en gemeenten Echter, Troelstra
vergiste zich!
Elk gezag, dat zich opwerpt tegen het
staatsgezag, is onwettig.
Elk „stootje" geeft aan de revolutie een
bloedig aanzien.
Daarom komt spr. met de meeste kracht op
tegen elke revolutie. In Rusland begop de
revolutie met een handvol menschen. Dit be-
trekkelijk kleine groepje deed een staatsgreep
met de bekende gevolgen
Troelstra had geen slecht oogenblik ge-
kozen. Men was beu van den oorlog, die
rondom ons 4 jaren geheerscht had. De kans
was dus schoon.
Echterhij kwam bedrogen uit. Sol-
daten, die met groot verlof naar huis gingen,
maakten rechts-omkeerd en gingen vrijwillig
terug naar hun garnizoenen, de groote
massa rukte spontaan op naar het Malieveld
Toen kwam het grootsche moment, het
onvergetelijke Toen alle tronen wankel-
den, toen trokken onze soldaten, onze burgers
op naar den Haag, om Haar, onze koningin,
hulde te brengen, om Haar trouw te bieden!
{Spr. verzocht de aanwezigen, zich eenige
oogenblikken van hun zetels te verheffen om
hulde te brengen aan dat moment. Een ver-
zoek, waaraan door alien werd voldaan.)
Hoe mooi dat moment was, toch was het
gevaarlijk. Gelukkig is de revolutie in de
kiem gesmoord. Want elke revolutie eischt
bloed, brengt ellende met zich mede.
De wereld te behoeden voor revolutie, die
met mooie voorwendsels gepropagandeerd
wordt, dat is de taak der burgerwachten,
van den B. V. L., dat is het doel van ons!
Zooals gezegd, er zijn twee instellingen,
die dat doel nastreven, de burgerwacht en de
B. V L
De eerste is een zuiver plaatselijk insti-
tuut. Ze versterkt de politiemacht. Ze is in
de eerste plaats, om „stootjes" te verhinde-
ren. Zij beschermt de gemeentelijke instellin
gen, zij zorgt in oproerige tijden voor de
levensmiddelenkwesties, gasfabrieken, water-
leidingen e. d. worden door haar beschermd.
Zoo zijn er nog veel meer dingen, die bevei-
ligd moeten worden, zoowel in de steden als
op het platteland.
Het is dus duidelijk, dat de burgerwacht
een groote steun is voor de bewoners zelf.
De burgerwachten oefenen ook. Militaire
oefeningen zijn niet noodzakelijk. Hoofdzaak
„Ja, dat is tamelijk lastig uit te leggen.
Stel u eens voor, dat u uit een bootje in't wa
ter was gevallen. Drew zou u naspringen en
u er uit nalen en dan vermoedelijk u heel in
't vertrouwen vertellen, dat u er nu juist niet
op uw voordeel uitzag en goed deed gauw
naar huis te gaan om u wat op te knappen."
„Ik zal oppassen, nooit in't water te val-
len als Lord Drewith in de nabijheid is", zei
de ze vroolijk. „Mijn redder zou zou
„Wat?" vroeg hij vol belangstelling.
„Nu ik denk, dat ik zou willen, dat hij
angstig naar me keek, om te zien, om of
ik nog wel leefde."
„Ja, terwijl het water hem uit neus en
ooren droop."
„Mr. Beresford!" riep ze verontwaardigd.
„Ik geloof, dat u en Lord Drewith samen in
staat zijn alle poesie te dooden."
„Ieder kan zich niet de luxe permitteeren
van poetisch te zijn. Drew bijv. met zijn titel
en twee duizend pond per jaar, zooals hij u
heel openhartig zou vertellen en ik zonder
titel en met nog geen twee pond per jaar.
Neen, poesie is alleen voor hen, die rijk met
aardsche goederen zijn gezegend."
„Poesie heeft hoegenaamd niets met geld
te maken", verklaarde zij ernstig. „Poesie is
niets anders dan liefde voor al wat mooi is."
„Ja maar dan toch alleen mooi, waar ge
voel in ligt", verbeterde hij.
„Juist, mooi, waar gevoel in ligt", stemde
ze toe, haar oogen gericht op het bruinroode
zeil van een schip, heel in de verte.
„Iemand, die arm is, kan zich niet de luxe
veroorloven van er gevoel op na te hou,den.
«nen kunnen omgaan en
overtuigd burgerwa^. 1 Uunnen zijn. Staat
de burgerwachter moreel hoog, dan is hij be-
rekend voor zijn taak!
De B. V L. daarentegen is meer een volks-
leger. In tegenstelling met de burgerwachten,
kan de B. V. L. overal been gedirigeerd wor
den. Mocht ergens gevaar dreigen, dan zijn
zij paraat. Het bezwaar van den B. V. L. is,
dat ze geconcentreerd moet worden. Als dus
de B. L. is opgeroepen, dan zijn het alleen
de burgerwachten, die de verlaten plaatsen
kunnen verdedigen. Beide organisaties zijn
dus nauw aan elkaar verbonden. Bestaat de
B. V. L. hoofdzakelijk uit jongeren, de bur
gerwacht wordt gevormd door de oudere
mannen. Maar achter de burgerwacht moet
de geheele burgerij staan.
De burgerwacht sta hoog! Zoolang er re
volutiegevaar is, zoolang moet de burger
wacht er zijn. Vraag niet: is-er gevaar in
mijn stad of gemeente, maar vraag: zal hier
nooit gevaar zijn?
Deze vraag stellende, weet ieder Neder-
landsch burger, wat zijn plicht is!
Na de pauze.
Na de pauze behandelde de spr. de beide
revolutionnaire groepen, n.l. de socialisten
en de communisten. Aan de hand van zeer
populaire voorstellingen lichtte spr. het
standpunt van beide partijen toe en kwam
daardoor tot de conclusie, dat ze toch eigen
lijk bij elkaar behooren, al zeggen de socia
listen, dat de communisten hun grootste vij-
anden zijn. Van de communisten weet men,
wat zij willen, van de sociaal-democraten
echter niet. Deze zijn van verschillende kleur.
Er zijn er, die gematigd zijn, anderen die rood
en weer anderen, die bloedrood zijn.
Als Albarda op het laatste congres zeide,
dat zijn partij niet revolutionnair is, dan ge
looft spr. dat niet. Hetzelfde betoogde mr.
Mendels, die beweerde, dat de s. d. geen ge-
welddadige omkeering eischte. Volgens hem
waren ze voor hervorming langs wettelijken,
democratischen weg. „Maar", zei Mendels,
„misrekeningen zijn niet uitgesloten!" En
juist die misrekeningen komen altijd, met bet
gevolg: een zeer bloedige revolutie!
En dan de communisten! In het begin wa
ren zij vrij ongevaarlijk. Thans zijn ze door
Moskou samengebracht tot een groote wereld-
groep. Deze organisatie is geweldig. Het
communisme is momenteel niet sterk, maar
daardoor juist extra gevaarlijk! Volgens spr.
zijn de communisten de gangmakers van de
sociaal-democraten.
Spr. ging dan nog even na, wat de commu
nisten eigenlijk wel willen en dat was niet
veel goeds. Het communisme werkt verderfe-
lijk en onvruchtbaar.
Ons volk is misschien te nuchter, om met
het communisme mee te gaan, maar de com
munisten zijn niet te nuchter, om revolutie te
maken. Zij zullen dat doen als de gelegenheid
schoon is. Daarom is volgens spr. het ge
vaar niet van de lucht. Trouwens, revolutie
gevaar is er altijd geweest, door alle eeuwen
heen. Daarvoor moet steeds gewaakt wor
den en daarom is spr. zoo'n groot voorstan
der van de burgerwacht.
„Blijf af van het gezag!", zoo luidt spr.'s
leuze en zoo denkt spr. over de revolutie.
Komt er revolutie, dan moeten wij klaar
staan! Daarom moeten de burgerwachten
blijven bestaan. Maar een burgerwachter
moet een goed, een hoogstaand burgerwach
ter zijn! Spr. stelt hooge eischen aan zoo'n
man.
Hij eindigde met deze woorden tot de
burgerwachters„Wees waakzaam, leef in
vredestijd ook als mensch onder de mede-
menschen!" (Langdurig applaus.)
De voorzitter bracht daarna een woord
van dank aan den spr. en gaf te kennen, dat
hij het geheel met hem eens was. Spr. wekte
de niet-leden op, om lid te worden van deze
instelling. De burgerwachters blijven hier,
zij verdedigen, als het moet, per slot van
rekening hun eigen bezit; ze beveiligen hun
eigen gezin, zij waken voor hun eigen mede-
burgers!
Er hebben zich reeds een 30-tal nieuwe
leden opgegeven dezen avond, zoo zeide
spr., maar we moeten de heele burgerij heb
ben Spr. was zeer tevreden over dezen uit-
slag, maar zijn wensch bleef: steeds
crescendo!
PRIJSUITREIKING
„ORANJE-VEREENIGING".
Gisteravond had de prijsuitreiking plaats
van de verschillendte op "Koninginnedag ge
houden wedstrijden.
Het bestuur der „Oranje-Vereeniging" had
het voornemen hiervan een gezellige bijeen-
komst te maken, wat haar uitstekend is gelukt.
Allereerst werkte er toe mede, het zaaltje
waarin de uitreiking der prijzen plaats had,
n.l. de dancing van de „Harmonie", die door
-de frisch-moderne beschildering en verlich-
tjes reeds zooveel tot een gezellige
en opge-
Hij zou er zijn vrienden, zijn baantje en al
zijn levenskansen door verlaezen."
„Maar waarom doet Lord Drewith niets?"
„Niets doen!" herhaalde hij. „Wat zou hij
moeten doen?"
„Zou er voor hem geen werk te vinden
zijn?" vroeg zij.
„Ja, maar, in welke richting? Pairs werken
gewoonlijk niet. Of hij moest taxi-chauffeur
worden, maar dan gingen bij tante Caroline
de poppen aan het dansen."
Ze zweeg een poosje, toen zich naar hem
toekeerend, schudde ze haar hoofd, ze scheen
niet in staat een woord te uiten.
„Voor democratie is't heel moeilijk om
naar boven te komen. Drew en ik zijn kinde-
ren van onzen tijd. Drew was nu eenmaal be-
stemd om pair te worden, mij stopten ze in
Buiteiilandsche Zaken. roen brak de oorlog
uit en werd alles door elkaar gegooid en ik
hij hield op.
„En u?" herhaavde Lola, naar hem opkij-
kend.
„Ik ben in een land, waar geen land1 meer
achter ligt."
„Maar waarom gaat u niet iets uitvoe-
ren?"
„Wat moet ik uitvoeren? Hier of daar klerk
Worden voor drie pond in de week; dat zou
nog erger wezen dan B.Z., dat was ten min-
ste nog een fatsoenlijk baantje. Ik kon dan in
Peckham gaan wonen en iederen dag met de
tram naar de stad gaan en mijn linnen van
jaar tot jaar meer gerafeld en mijn kleeren
meer verschoten zien worden. Neen, voor
zoo'n bestaan heb ik geen moed."
wekte sfeer bijdraagt.
In het midden de glanzend-bruine dans,
vloer en daaromheen de verschillende bezoe-
kers. Aan de eene zijde voor het podium der
musici de groote tafel met het groene laken
voor het bestuur. Er achter, behagelijk in hun
stoelen gezeten, weggedoken achter een sier-
lijken, zilver-witten beker en vele andere, ge-
heimzinnig in vloei- en ander papier verpakte
voorwerpen, de bestuursleden der Oranje-
vereeniging.
Aan de tafeltjes langs de wanden vele
prijswinsters en -winners, benevens verschil
lende belangstellenden, alien wachtende op
de dingen die komen zullen
Het geroezemoes van pratende en lachende
menschen, ietwat zenuwachtig nu de aanvaar-
ding van hun prijs of prijsje zoo dicht bij is.
verstilde dadelijk, toen de voorzitter det
Oranje-vereeniging, mr. H. A. J. M. Kusters,
z'n forsch stemgeluid deed hooren.
Allereerst moest hij mededeeling doen van
het felt, dat de eere-voorzitter, burgemeester
Wendelaar, wegens huisarrest op last van
zijn dokter, niet aanwezig kon zijn. Hem werd
een spoedig herstel toegewenscht.
Hierna herinnerde spr. nog even aan den
31 en Augustus, die zoo buitengewoon goed
verloopen is en langzamerhand een ware
feestdag is geworden.
Verleden jaar was een voorloopig comite
gesticht om de Koninginnedag-viering te ot-
ganiseeren en daarna was bij gelegenheid
van de prijsuitreiking een Oranje-vereeniging
met een voorloopig bestuur opgericht. Bin-
nenkort zal nu een algemeene verg. bijeen-
geroepen worden, waar dit bestuur aftreedt
en een definitief bestuur gekozen wordt. In
het eerste jaar van haar bestaan mocht de
vereeniging zich reeds in een groote belang
stelling verheugen en traden ongeveer 700 le
den toe. De voorzitter sprak de hoop uit, dat
binnen enkele jaren alile koningSgezinde Alk-
maarders lid zullen warden!
Alvorens verder te gaan, stelde spr._ den
aanwezigen voor gezamenlijk ons volkslied te
zingen. Staande werd door alien daarna het
Wilhelmus aangeheven.
Hierna vervolgde de voorzitter zijn ope-
ningsspeech met het brengen van dank aan
alien, die tot het slagen van den 31 en Augus
tus hebben medegewerkt, speciaal aan hen,
die buiten de Oranje-vereeriging staan en cp
het daartoe gedaan verzoek dadelijk klaar
stonden om hun medewerking te verleenen.
Een heel lijstje van personen en vereenigin-
gen die in't bijzonder een woord van dank
verdienden, werd daarna door mr. Kusters
afgewerkt.
In de eerste plaats kwam de heer Hoek,
dir. van plantsoenen, die medegeholpen heeft
den muziektuin voor het kinderfeest in orde te
maken.
Vervolgens het Roode Kruis, dat echter ge
lukkig geen dienst behoefde te doen, de Pad-
vinders, die allerwegen de helpende hand bo-
den, het gemeente-bestuur van Alkmaar voor
de geschonken prijzen, giften en verdere me
dewerking en de V. V. V. „Alemaria", die on
middellijk een belangrijke geldsom toezegde.
Daarna kreeg een bijzonder woord van dank
de Alkmaarsche politie, die de vereeniging op
alle mogelijke manieren ter wiMe was en voor-
al werd haar hulde'gebracht voor het buiten^
gewoon tactisch en goed optreden op den
31 en Augustus. Ook de onrnisbare pers werd
bedankt, evenals dr. Maats, die steeds op het
terrein aanwezig was en de maatschappij
,,Rewag", die een auto beschikbaar stelde en
daarmede eenige dagen lang in de omgeving
rond1 reed om reclame voor de ieesteliikheden
te maken. Verder bevatte vorengenoemd lijstje
nog den naam van de firma Otter, die door
het afstaan van tonnen gelegenheid gaf cm
voor de kinderen in den muziektuin een vol-
doend aantal zitplaatsen te fabriceeren, den
naam der Alkm. Athletiek-Ver. 1928, die da
delijk bereid werd gevonden een loopnummer
in elkaar te zetten.
Hiermede was spr. genaderd tot de aller-
laatste, doch misschien wel meest gewaar-
deer medewerkster, de Rijvereeniging van
Heiloo. Naast de opstijging van den ballon
was het in hoofdzaak het optreden dezer ver
eeniging, dat den 31 en Augustus op buiten-
gewone wijze opluisterde. Dikwijls zien we,
aldus spr., de leden der Heilooer Rijver. door
onze straten rijden en na 31 Augustus ging
er maar een roep door Alkmaar„Wat is dat
bijzonder aardig!" Van verschillende zijden
was er reeds op aangedrongen ook de volgen-
de jaren de medewerking van deze landelijke
rijvereeniging in te roep?n,
Daar „de muziek" nog niet gearriveerd
was, werden door een der aanwezigen een
paar nummertjes op de piano gegeven, waar-
bij een bestuurslid zijn krachten op het slag-
werk beproefde.
Na deze aangename afwisseling werd
„Maar, wat wilt u dan?" hield zij aan, om
even later te laten volgen: „pardon, dat ik
zoo onbescheiden doorvraag."
„Volstrekt niet", zeide hij, recbt voor zich
uitkijkend. „Ik heb plan te genieten van wat
er te genieten valt en en niet te tobben over
dte onvermijdelijke gevolgen. Lodtewijk XIV
bouwde pakizen in een moeras en leefde er
heel gelukkig, ik ga luchtkasteelen bouwen en
zal nog gelukkiger leven."
„Dat kan ik me niet begrijpen". Zij fronste
haar wenkbrauwen.
„Zal ik't u vertellen?" vroeg hij, glim
lachend over haar verbazing.
„Heel graag, als u wilt. Ik zou't graag
weten."
„Nog een paar wekeri kan ik doorgaan te
leven zooals ik nu doe. Uit die paar weken
ga ik alle plezier halen, die er maar uit te ha-
len is, zonder te tobben, over wat daarna
komt."
„Maar", hield zij aan, „wat is dan uw
plan?"
„U is al bijna even materialistisch als tante
Caroline", glimlachte hij. „Waarom bekijkt u
het nu niet eens van den romantischen kant.
Ik heb een artiest gekend, die trouwen ging,
toen alles wat hij in de wereld bezat, bestond
uit vier pond achttien shilling en drie pen
nies, op die pennies drukte hij voorname-
lijk, en een hand met brief jes uit de bank
van leening. Dat was nog eens iemand, die
romantisch aangelegd was."
„Ja, maar roinantiek en poesie moeten
toch
„Neeq, ze moeten niej;", hield hij vol. ..Ze
moeten zich zelf blijven, onwaarschijnlijk
zijn, grillig, onlogisch."
„Maar hebt u dan niet het een of andere
plan? Wat gaat u doen, als die vier of vijf
weken om zijn?"
„Taute Caroline stelde de kolonien voor
Drew en ik, beiden beschouwen we de kolo
nien als Britsch bezit, verder niet. Van uit de
verte dragen we ze een heel goed hart toe.
Er komen prachtkerels vandaan we hebben
schouder aan schouder met hen gevochten;
maar niettegenstaande dat alles houden we
meer van ons eigen land, even goed als zij
meer van het hunne houden."
„Maar waarom leeft u op die manier? Het
schijnt begon ze.
„Wel, om drie of vier weken prettig te le
ven, iederen dag met u te wandelen en het
voorrecht te hebben om de negen-en-dertig
artikelen van u af te houden", hij glimlachte.
Ernstig keek zij hem aan en schudde haai
hoofd, niet in staat hem te begrijpen.
„Ik begrijp u niet", zeide ze ten laatste, „er
ik geloof, dat een ander dat ook niet kan
„Waarom zegt u dat?" vroeg Beresford:
„Een paar dagen geleden sprak ik met
Lady Tanegra Elton over Lord Drewith_ en
toen kwam u ook ter sprake en zij hield
op.
„En wat toen?" vroeg Beresford, tegen de
h'ak van zijn schoen de asch uit zijn pijp klop-
pend. „U behoeft me heusch niet te ontzien/-
„Nu", zeide Lola glimlachend, „zij zeide,
dat u een lieve jongen was, maar stapel gek."
„God zegene haar voor het eerste gedeelte
van haar uitspraak", lachte hij. „Tan Is een
juweeltje."
(Wordt vervolgd.)
(Wordt vervotgd)
e tafel-