Immschs Courant. Mavrides' Vk ceni n rneuwe japon II FEU1LLET0N. Honderd dertigsfe Jaargang. Vrjjdag 26 October. Racflio-hoekje Ook Zwitserland werd op deez* reis bezocht, Stadsnieuws Eerst R?nj Chr Zaterdag 27 October. tiUversum, 1071 M. 12.302.Lunclh- ,uziek door het Trio Sjouwerman. 2.3. Aansluiting van het Theater Tusehinski te Amsterdam. Orkest onder leiding van Max I"ak. P. Palla, orgel. 3.304.Weaken voor stokers, door G. de Clercq. 4.4.30 Italiaan- sche les voor beginners. 4.305.— Italiaan- sche les voor gevorderden, 5.5.25 Fransche les, beginners. 5.255.50 Fransche les, ge vorderden. 5.50—6.50 Concert door het Om- roep-orkest. 6.50—7.15 Duitsche les, begin ners. 7.157.40 Duitsche les, gevorderden. I 8.05 V. A. R. A. Uitzending ter gelegenh. van het 3-jarig bestaan van de V. A. R. A. in den Dierentuin, Den Haag. Het Haagsche Arb. Symphonie-orkest onder leiding van J. fctetyn. Gem. Arb. zangver. „De Stem des IVolks" onder leiding van P. Zwager. S. fcwaap, viool. Rede van W. H. Vliegen. 10.30 V-11-45 V. A. R. A. Aansl. van de Cinema Royal te Amsterdam. Orkest onder leiding van Hugo dte Groot. Huizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M.) (TJitsluitend K. R. O.) 12.30—1.30 Lunch- muziek door het K. R. O.-Trio. 3—4.— Kin- deruurtje. Vertellingen, zang en muziek. 5.30 _7.— Gramofoonmuziek. 7.7.30 Engel- kche les. 7.30—8.— Knipcursus. 8.—8.30 Spr.: Prof. Dr. H. A. Kaag: Economic. 8.20 Concert.. De Amsterdamsche Orkestvereeni- ;ng onder leiding van F van Diepenbeek. ir. Gem. Koor „Eltheto", en M. Beusker, Sanger. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst. 1.20 2.20 Het Carlton Octet. 3.45 Berichten. 3.50 Concert. Callender's band en Ch. Know- Jess, bas. H. Arnold, cello. 5.35 Kinderuur- tje. 6.20 Muziek. 6.35 Nieuwsberichten. 7. Muziek. 7.05 Schubert's Winterreise, voor te nor. 7.20 Omroeppraatje. 7.35 Muziek. 7 45 Lezing. 8.05 Vaudeville. Dans-orkest. Don Vocaal kwartet en variete. 9.20 Nieuwsbe richten. 9.55 Weensjphe dansen en marschen 0. Govers, sopraan. Orkest. 10.5512.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris"1750 M. 12.50 2.10 Gramofoonmuziek. 4.055.05 Dans muziek. 8.20—11.20 Kindertheater. Daarna dansmuziek door de Harry Bily's jazzband. Langenberg, 469 M. 11.30 Mechanische muziek. 12.251.50 Orkestconcert. 5.05— 5.50 Orkestconcert. 7.20 Vroolijke avond. „Der Saugling", intermezzo: „Kindtaufe", van MullerSchlosser. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. Konigswusterhausen, 1250 Al. (Zeeseri). 11.20—4.20 Lezingen. 4.205.20 Orkest concert. 5.20—7.05 Lezingen. 7.20 Met den microfoon door Benlijn. Haller-revue, „Vater- land", „Wintergarten". Daarna tot 11.50 Dansmuziek. Hamburg, 395 M. 4.20 Muzik. impressies. Moderne werken voor fluit en piano. 5.20 Or kestconcert. 7.20 C rkestconcert. 8.50 Harz- reizen. Orkest. Daarna tot 10.20 Cabaret. Brussel, 509 M. 5.20 Dansmuziek. 5.50 Trio-concert. 7.05 Tno-concert. 7 20 Gramo foonmuziek. 8.35—10.35 Orkestconcert. De Kuban-kozakken van Hr. Jans. EGYPTIAN CIGARETTES Met 1 Coupon bij 10 Sigaretten Slecht§ Omar met zijn PRINCE genoot nog van den tocht. DE BURGERWACHT IN ALKMAAR E. O. Een warm pleidooi in een gloed- voile rede. In een der zalen van het Gebouw de Unie had de Burgerwacht van Alkmaar een lezing georganiseerd, welke gehouden werd door den generaal b. d. J. C. C. Tonnet, een groot voorstander en van de burgerwachten en van den B. V. L. Aan de uitnoodigingen, die het bestuur over de heele stad verspreid had, had den velen gehoor gegeven, al mag niet ontkenc worden, dat de opkomst grooter had kunnen zijn. In zijn openingswoord verwelkomde de voorzitter der afdeeling Alkmaar den spreker in de eerste plaats en daarna de aanwezigen. voor hun opkomst. Spr memoreerde vervolgens het een en an der uit het leven der Alkmaarsche afdeeling, waaruit Meek, dat de burgerwacht na perio- den van bloei ook tijdvakken van lauwheid had gekend. Gelukkig kon spr. thans consta- teeren, dat de afdeeling weer herrezen is, al betreurde hij bet, dat van het_ gemeentebe- stuur zoo weinig, of liever in't geheel geen steun uitging. De burgerwacht toch is inge- steld in de eerste plaats, om eigen instellingen en eigen burgers te beveiligen voor mogelijke revolutionnaire machtsvertooningen. Het doel van dezen avond was dan ook, om propa ganda te maken voor de burgerwachten, in de hoop, dat het ledental mocht vermeerde- ren en de financieele grondslag sterker werd. Voor die propaganda had het bestuur den generaal Tonnet uitgenoodigd, die hierna het woord nam. Generaal Tonnet aan het woord. Spr. begon met te zeggen, dat het hem verheugde, hier' aanwezig te zijn. Wij zijn, aldus spr., eigenlijk in huiselijken 'kring. Ik spreek hier temidden van hen, die fel gekeerd zijn tegen alles wat resolutie is. Wij staan op een basis, op een grondslag; daarom zijn we hier als't ware „in huiselijken kring" bijeen. Spr. vond bet de prettigste dagen, die hij doorbracht, te zijn onder de burgers, die het bestaande gezag hoog houden, onder regee- ringsburgers. Hij heeft zoo'n 40 a 50 lezingen gehouden in ons land en daardoor veel er- varing opgedaan omtrent de burgerwachten in Nederland. Er zijn er onder, waar de geest nog altijd uitstekend is, waar nog immer onverflauwde animo onder de leden bestaat. Echter, er zijn er ook, waar een zekere lauwheid, laksbeid heerscht. Het eerste is het geval o.m in Limburg. Wordt daar een vergadering gehouden, dan is de burgemeester met zijn heele burgerij aan wezig. Die ontbreken elders maar al te dik- wijls! Waar toch is die laksheid een gevolg van? Volgens spr. is ze toe te schrijven aan de eigenschappen van ons volk. „Het Holland- sche volk is tot alles in staat, mits het ge- vaar te zien is", zeide Johan de Witt reeds. Zoo is het thans ook nog. Velen wachten af. Waarom? Beschouwt men het revolutie- gevaar minder groot dan 10 jaar geleden? Spr. gelooft dat niet. Evenals in 1918 heerscht ook thans nog wel degelijk het revolt"e- gevaar! En daartegen moet gewaakt worden. In Friesland zijn de burgerwachten zwak, maar daar is een bijzonder sterke B. V L. Daar voelt men dus wel lets van een revolutie- gevaar! Overtuigende bewijzen voor een eventueel revolutiegevaar zijn er niet. Maar evenmin is het niet zeker, dat er geen revolutie gevaar is. Integendeel! Maar de lauwheid1 is kenmerkend voor ons volk en daar wil spr. graag verandering in brengen. Meer animo, meer geestdrift, zie daar, waar spr. voor wil vechtent We leven thans in pais en vree We zien geen onmiddellijk gevaar. Maar alle partijen, waarmee wij thans rustig leven, laten ons op het critieke oogenblik in den steek. „In deze gemeente gebeurt toch niets", zegt men dikwijls, al te dikwijls. Door R. L. de W. 35) I Bewoners van de Hofstraat hebben een „Ik dacht aan tante Caroline", luidde het antwoord. „Zij zou verbaasd staan als zij hoorde, dat u gedurende een heel half uur mijn gezelschap kon verdragen." „Waarom?" „Och, Drew en ik werken haar altijd op haar zenuwen, zoo't schijnt. We spreken een andere taal en leven feitelijk in een andere wereld dan de hare." „En toch is u beiden zoo verschillend?" „Zoo verschillend van elkaar als elk op zich zelf weer verschillend is van tante Ca roline. Drew neemt den schijn aan, alsof hij alle gevoel gebannen heeft." „En u?" vroeg ze. „Ik heb alles gebannen, behalve mijn ge voel", zeide hij, haar glimlachend aankij- kend. „En toch is Lord Drewith zij aarzelde. „Zoo gevoelig als een opera-ster, die zich door een plaatsvervangster overschaduwd aiet worden." „En u zeide, dat hij geen gevoel had." „Ik zei, dat hij den schijn aannam van on- fevoelig te zijn." JHoe bedoelt u dat?," AMSTEKliAM, Nieuwendjjk 225-229. UTRECHT, Ouda Gracht 115. Dat is niet goed. De burgerwacht is een wacht voor het geheele land. Overal moes- ten burgerwachten zijn; maar overal, waar de partijen tegenover elkaar staan met een kleine meerderheid, zijn de burgemeesters huiverig voor een actie voor burgerwachten. Het gevolg is, dat subsidies worden ingetrok- ken. Men zegt wel eens, dat de burgerwach ten gesteund worden door de kerkelijke par tijen. Aan wie echter de schuld daarvan? Aan de houding der raadsleden. Een burgerwacht moet een krachtig be stuur hebben. Napoleon zeide eens: ,,50.000 manschappen en ik zijn er samen 100.000!" Zoo is het ook hier nog: als de voorzitter en de commandant krachtige personen zijn, die de burgerwacht leiden, vooruit duwen, dan moet het goed gaan. Er zijn vele plaatsen, waar de burgerwachten bloeien, dank zij krachtige bestuurderen en vol-ijverige com- mandanten De controrrevoiutionnaire krach ten in ons land. Dat zijn de burgerwachten en de B. V. L. Beide zijn ontstaan in 1918, toen Troelstra een „stootje" gaf. Troelstra meende, dat de tijd gekomen was, om zijn slag te slaan. Geen bloedige revolutie wilde hij, maar een wone verandering in de besturen van land, provincie en gemeenten Echter, Troelstra vergiste zich! Elk gezag, dat zich opwerpt tegen het staatsgezag, is onwettig. Elk „stootje" geeft aan de revolutie een bloedig aanzien. Daarom komt spr. met de meeste kracht op tegen elke revolutie. In Rusland begop de revolutie met een handvol menschen. Dit be- trekkelijk kleine groepje deed een staatsgreep met de bekende gevolgen Troelstra had geen slecht oogenblik ge- kozen. Men was beu van den oorlog, die rondom ons 4 jaren geheerscht had. De kans was dus schoon. Echterhij kwam bedrogen uit. Sol- daten, die met groot verlof naar huis gingen, maakten rechts-omkeerd en gingen vrijwillig terug naar hun garnizoenen, de groote massa rukte spontaan op naar het Malieveld Toen kwam het grootsche moment, het onvergetelijke Toen alle tronen wankel- den, toen trokken onze soldaten, onze burgers op naar den Haag, om Haar, onze koningin, hulde te brengen, om Haar trouw te bieden! {Spr. verzocht de aanwezigen, zich eenige oogenblikken van hun zetels te verheffen om hulde te brengen aan dat moment. Een ver- zoek, waaraan door alien werd voldaan.) Hoe mooi dat moment was, toch was het gevaarlijk. Gelukkig is de revolutie in de kiem gesmoord. Want elke revolutie eischt bloed, brengt ellende met zich mede. De wereld te behoeden voor revolutie, die met mooie voorwendsels gepropagandeerd wordt, dat is de taak der burgerwachten, van den B. V. L., dat is het doel van ons! Zooals gezegd, er zijn twee instellingen, die dat doel nastreven, de burgerwacht en de B. V L De eerste is een zuiver plaatselijk insti- tuut. Ze versterkt de politiemacht. Ze is in de eerste plaats, om „stootjes" te verhinde- ren. Zij beschermt de gemeentelijke instellin gen, zij zorgt in oproerige tijden voor de levensmiddelenkwesties, gasfabrieken, water- leidingen e. d. worden door haar beschermd. Zoo zijn er nog veel meer dingen, die bevei- ligd moeten worden, zoowel in de steden als op het platteland. Het is dus duidelijk, dat de burgerwacht een groote steun is voor de bewoners zelf. De burgerwachten oefenen ook. Militaire oefeningen zijn niet noodzakelijk. Hoofdzaak „Ja, dat is tamelijk lastig uit te leggen. Stel u eens voor, dat u uit een bootje in't wa ter was gevallen. Drew zou u naspringen en u er uit nalen en dan vermoedelijk u heel in 't vertrouwen vertellen, dat u er nu juist niet op uw voordeel uitzag en goed deed gauw naar huis te gaan om u wat op te knappen." „Ik zal oppassen, nooit in't water te val- len als Lord Drewith in de nabijheid is", zei de ze vroolijk. „Mijn redder zou zou „Wat?" vroeg hij vol belangstelling. „Nu ik denk, dat ik zou willen, dat hij angstig naar me keek, om te zien, om of ik nog wel leefde." „Ja, terwijl het water hem uit neus en ooren droop." „Mr. Beresford!" riep ze verontwaardigd. „Ik geloof, dat u en Lord Drewith samen in staat zijn alle poesie te dooden." „Ieder kan zich niet de luxe permitteeren van poetisch te zijn. Drew bijv. met zijn titel en twee duizend pond per jaar, zooals hij u heel openhartig zou vertellen en ik zonder titel en met nog geen twee pond per jaar. Neen, poesie is alleen voor hen, die rijk met aardsche goederen zijn gezegend." „Poesie heeft hoegenaamd niets met geld te maken", verklaarde zij ernstig. „Poesie is niets anders dan liefde voor al wat mooi is." „Ja maar dan toch alleen mooi, waar ge voel in ligt", verbeterde hij. „Juist, mooi, waar gevoel in ligt", stemde ze toe, haar oogen gericht op het bruinroode zeil van een schip, heel in de verte. „Iemand, die arm is, kan zich niet de luxe veroorloven van er gevoel op na te hou,den. «nen kunnen omgaan en overtuigd burgerwa^. 1 Uunnen zijn. Staat de burgerwachter moreel hoog, dan is hij be- rekend voor zijn taak! De B. V L. daarentegen is meer een volks- leger. In tegenstelling met de burgerwachten, kan de B. V. L. overal been gedirigeerd wor den. Mocht ergens gevaar dreigen, dan zijn zij paraat. Het bezwaar van den B. V. L. is, dat ze geconcentreerd moet worden. Als dus de B. L. is opgeroepen, dan zijn het alleen de burgerwachten, die de verlaten plaatsen kunnen verdedigen. Beide organisaties zijn dus nauw aan elkaar verbonden. Bestaat de B. V. L. hoofdzakelijk uit jongeren, de bur gerwacht wordt gevormd door de oudere mannen. Maar achter de burgerwacht moet de geheele burgerij staan. De burgerwacht sta hoog! Zoolang er re volutiegevaar is, zoolang moet de burger wacht er zijn. Vraag niet: is-er gevaar in mijn stad of gemeente, maar vraag: zal hier nooit gevaar zijn? Deze vraag stellende, weet ieder Neder- landsch burger, wat zijn plicht is! Na de pauze. Na de pauze behandelde de spr. de beide revolutionnaire groepen, n.l. de socialisten en de communisten. Aan de hand van zeer populaire voorstellingen lichtte spr. het standpunt van beide partijen toe en kwam daardoor tot de conclusie, dat ze toch eigen lijk bij elkaar behooren, al zeggen de socia listen, dat de communisten hun grootste vij- anden zijn. Van de communisten weet men, wat zij willen, van de sociaal-democraten echter niet. Deze zijn van verschillende kleur. Er zijn er, die gematigd zijn, anderen die rood en weer anderen, die bloedrood zijn. Als Albarda op het laatste congres zeide, dat zijn partij niet revolutionnair is, dan ge looft spr. dat niet. Hetzelfde betoogde mr. Mendels, die beweerde, dat de s. d. geen ge- welddadige omkeering eischte. Volgens hem waren ze voor hervorming langs wettelijken, democratischen weg. „Maar", zei Mendels, „misrekeningen zijn niet uitgesloten!" En juist die misrekeningen komen altijd, met bet gevolg: een zeer bloedige revolutie! En dan de communisten! In het begin wa ren zij vrij ongevaarlijk. Thans zijn ze door Moskou samengebracht tot een groote wereld- groep. Deze organisatie is geweldig. Het communisme is momenteel niet sterk, maar daardoor juist extra gevaarlijk! Volgens spr. zijn de communisten de gangmakers van de sociaal-democraten. Spr. ging dan nog even na, wat de commu nisten eigenlijk wel willen en dat was niet veel goeds. Het communisme werkt verderfe- lijk en onvruchtbaar. Ons volk is misschien te nuchter, om met het communisme mee te gaan, maar de com munisten zijn niet te nuchter, om revolutie te maken. Zij zullen dat doen als de gelegenheid schoon is. Daarom is volgens spr. het ge vaar niet van de lucht. Trouwens, revolutie gevaar is er altijd geweest, door alle eeuwen heen. Daarvoor moet steeds gewaakt wor den en daarom is spr. zoo'n groot voorstan der van de burgerwacht. „Blijf af van het gezag!", zoo luidt spr.'s leuze en zoo denkt spr. over de revolutie. Komt er revolutie, dan moeten wij klaar staan! Daarom moeten de burgerwachten blijven bestaan. Maar een burgerwachter moet een goed, een hoogstaand burgerwach ter zijn! Spr. stelt hooge eischen aan zoo'n man. Hij eindigde met deze woorden tot de burgerwachters„Wees waakzaam, leef in vredestijd ook als mensch onder de mede- menschen!" (Langdurig applaus.) De voorzitter bracht daarna een woord van dank aan den spr. en gaf te kennen, dat hij het geheel met hem eens was. Spr. wekte de niet-leden op, om lid te worden van deze instelling. De burgerwachters blijven hier, zij verdedigen, als het moet, per slot van rekening hun eigen bezit; ze beveiligen hun eigen gezin, zij waken voor hun eigen mede- burgers! Er hebben zich reeds een 30-tal nieuwe leden opgegeven dezen avond, zoo zeide spr., maar we moeten de heele burgerij heb ben Spr. was zeer tevreden over dezen uit- slag, maar zijn wensch bleef: steeds crescendo! PRIJSUITREIKING „ORANJE-VEREENIGING". Gisteravond had de prijsuitreiking plaats van de verschillendte op "Koninginnedag ge houden wedstrijden. Het bestuur der „Oranje-Vereeniging" had het voornemen hiervan een gezellige bijeen- komst te maken, wat haar uitstekend is gelukt. Allereerst werkte er toe mede, het zaaltje waarin de uitreiking der prijzen plaats had, n.l. de dancing van de „Harmonie", die door -de frisch-moderne beschildering en verlich- tjes reeds zooveel tot een gezellige en opge- Hij zou er zijn vrienden, zijn baantje en al zijn levenskansen door verlaezen." „Maar waarom doet Lord Drewith niets?" „Niets doen!" herhaalde hij. „Wat zou hij moeten doen?" „Zou er voor hem geen werk te vinden zijn?" vroeg zij. „Ja, maar, in welke richting? Pairs werken gewoonlijk niet. Of hij moest taxi-chauffeur worden, maar dan gingen bij tante Caroline de poppen aan het dansen." Ze zweeg een poosje, toen zich naar hem toekeerend, schudde ze haar hoofd, ze scheen niet in staat een woord te uiten. „Voor democratie is't heel moeilijk om naar boven te komen. Drew en ik zijn kinde- ren van onzen tijd. Drew was nu eenmaal be- stemd om pair te worden, mij stopten ze in Buiteiilandsche Zaken. roen brak de oorlog uit en werd alles door elkaar gegooid en ik hij hield op. „En u?" herhaavde Lola, naar hem opkij- kend. „Ik ben in een land, waar geen land1 meer achter ligt." „Maar waarom gaat u niet iets uitvoe- ren?" „Wat moet ik uitvoeren? Hier of daar klerk Worden voor drie pond in de week; dat zou nog erger wezen dan B.Z., dat was ten min- ste nog een fatsoenlijk baantje. Ik kon dan in Peckham gaan wonen en iederen dag met de tram naar de stad gaan en mijn linnen van jaar tot jaar meer gerafeld en mijn kleeren meer verschoten zien worden. Neen, voor zoo'n bestaan heb ik geen moed." wekte sfeer bijdraagt. In het midden de glanzend-bruine dans, vloer en daaromheen de verschillende bezoe- kers. Aan de eene zijde voor het podium der musici de groote tafel met het groene laken voor het bestuur. Er achter, behagelijk in hun stoelen gezeten, weggedoken achter een sier- lijken, zilver-witten beker en vele andere, ge- heimzinnig in vloei- en ander papier verpakte voorwerpen, de bestuursleden der Oranje- vereeniging. Aan de tafeltjes langs de wanden vele prijswinsters en -winners, benevens verschil lende belangstellenden, alien wachtende op de dingen die komen zullen Het geroezemoes van pratende en lachende menschen, ietwat zenuwachtig nu de aanvaar- ding van hun prijs of prijsje zoo dicht bij is. verstilde dadelijk, toen de voorzitter det Oranje-vereeniging, mr. H. A. J. M. Kusters, z'n forsch stemgeluid deed hooren. Allereerst moest hij mededeeling doen van het felt, dat de eere-voorzitter, burgemeester Wendelaar, wegens huisarrest op last van zijn dokter, niet aanwezig kon zijn. Hem werd een spoedig herstel toegewenscht. Hierna herinnerde spr. nog even aan den 31 en Augustus, die zoo buitengewoon goed verloopen is en langzamerhand een ware feestdag is geworden. Verleden jaar was een voorloopig comite gesticht om de Koninginnedag-viering te ot- ganiseeren en daarna was bij gelegenheid van de prijsuitreiking een Oranje-vereeniging met een voorloopig bestuur opgericht. Bin- nenkort zal nu een algemeene verg. bijeen- geroepen worden, waar dit bestuur aftreedt en een definitief bestuur gekozen wordt. In het eerste jaar van haar bestaan mocht de vereeniging zich reeds in een groote belang stelling verheugen en traden ongeveer 700 le den toe. De voorzitter sprak de hoop uit, dat binnen enkele jaren alile koningSgezinde Alk- maarders lid zullen warden! Alvorens verder te gaan, stelde spr._ den aanwezigen voor gezamenlijk ons volkslied te zingen. Staande werd door alien daarna het Wilhelmus aangeheven. Hierna vervolgde de voorzitter zijn ope- ningsspeech met het brengen van dank aan alien, die tot het slagen van den 31 en Augus tus hebben medegewerkt, speciaal aan hen, die buiten de Oranje-vereeriging staan en cp het daartoe gedaan verzoek dadelijk klaar stonden om hun medewerking te verleenen. Een heel lijstje van personen en vereenigin- gen die in't bijzonder een woord van dank verdienden, werd daarna door mr. Kusters afgewerkt. In de eerste plaats kwam de heer Hoek, dir. van plantsoenen, die medegeholpen heeft den muziektuin voor het kinderfeest in orde te maken. Vervolgens het Roode Kruis, dat echter ge lukkig geen dienst behoefde te doen, de Pad- vinders, die allerwegen de helpende hand bo- den, het gemeente-bestuur van Alkmaar voor de geschonken prijzen, giften en verdere me dewerking en de V. V. V. „Alemaria", die on middellijk een belangrijke geldsom toezegde. Daarna kreeg een bijzonder woord van dank de Alkmaarsche politie, die de vereeniging op alle mogelijke manieren ter wiMe was en voor- al werd haar hulde'gebracht voor het buiten^ gewoon tactisch en goed optreden op den 31 en Augustus. Ook de onrnisbare pers werd bedankt, evenals dr. Maats, die steeds op het terrein aanwezig was en de maatschappij ,,Rewag", die een auto beschikbaar stelde en daarmede eenige dagen lang in de omgeving rond1 reed om reclame voor de ieesteliikheden te maken. Verder bevatte vorengenoemd lijstje nog den naam van de firma Otter, die door het afstaan van tonnen gelegenheid gaf cm voor de kinderen in den muziektuin een vol- doend aantal zitplaatsen te fabriceeren, den naam der Alkm. Athletiek-Ver. 1928, die da delijk bereid werd gevonden een loopnummer in elkaar te zetten. Hiermede was spr. genaderd tot de aller- laatste, doch misschien wel meest gewaar- deer medewerkster, de Rijvereeniging van Heiloo. Naast de opstijging van den ballon was het in hoofdzaak het optreden dezer ver eeniging, dat den 31 en Augustus op buiten- gewone wijze opluisterde. Dikwijls zien we, aldus spr., de leden der Heilooer Rijver. door onze straten rijden en na 31 Augustus ging er maar een roep door Alkmaar„Wat is dat bijzonder aardig!" Van verschillende zijden was er reeds op aangedrongen ook de volgen- de jaren de medewerking van deze landelijke rijvereeniging in te roep?n, Daar „de muziek" nog niet gearriveerd was, werden door een der aanwezigen een paar nummertjes op de piano gegeven, waar- bij een bestuurslid zijn krachten op het slag- werk beproefde. Na deze aangename afwisseling werd „Maar, wat wilt u dan?" hield zij aan, om even later te laten volgen: „pardon, dat ik zoo onbescheiden doorvraag." „Volstrekt niet", zeide hij, recbt voor zich uitkijkend. „Ik heb plan te genieten van wat er te genieten valt en en niet te tobben over dte onvermijdelijke gevolgen. Lodtewijk XIV bouwde pakizen in een moeras en leefde er heel gelukkig, ik ga luchtkasteelen bouwen en zal nog gelukkiger leven." „Dat kan ik me niet begrijpen". Zij fronste haar wenkbrauwen. „Zal ik't u vertellen?" vroeg hij, glim lachend over haar verbazing. „Heel graag, als u wilt. Ik zou't graag weten." „Nog een paar wekeri kan ik doorgaan te leven zooals ik nu doe. Uit die paar weken ga ik alle plezier halen, die er maar uit te ha- len is, zonder te tobben, over wat daarna komt." „Maar", hield zij aan, „wat is dan uw plan?" „U is al bijna even materialistisch als tante Caroline", glimlachte hij. „Waarom bekijkt u het nu niet eens van den romantischen kant. Ik heb een artiest gekend, die trouwen ging, toen alles wat hij in de wereld bezat, bestond uit vier pond achttien shilling en drie pen nies, op die pennies drukte hij voorname- lijk, en een hand met brief jes uit de bank van leening. Dat was nog eens iemand, die romantisch aangelegd was." „Ja, maar roinantiek en poesie moeten toch „Neeq, ze moeten niej;", hield hij vol. ..Ze moeten zich zelf blijven, onwaarschijnlijk zijn, grillig, onlogisch." „Maar hebt u dan niet het een of andere plan? Wat gaat u doen, als die vier of vijf weken om zijn?" „Taute Caroline stelde de kolonien voor Drew en ik, beiden beschouwen we de kolo nien als Britsch bezit, verder niet. Van uit de verte dragen we ze een heel goed hart toe. Er komen prachtkerels vandaan we hebben schouder aan schouder met hen gevochten; maar niettegenstaande dat alles houden we meer van ons eigen land, even goed als zij meer van het hunne houden." „Maar waarom leeft u op die manier? Het schijnt begon ze. „Wel, om drie of vier weken prettig te le ven, iederen dag met u te wandelen en het voorrecht te hebben om de negen-en-dertig artikelen van u af te houden", hij glimlachte. Ernstig keek zij hem aan en schudde haai hoofd, niet in staat hem te begrijpen. „Ik begrijp u niet", zeide ze ten laatste, „er ik geloof, dat een ander dat ook niet kan „Waarom zegt u dat?" vroeg Beresford: „Een paar dagen geleden sprak ik met Lady Tanegra Elton over Lord Drewith_ en toen kwam u ook ter sprake en zij hield op. „En wat toen?" vroeg Beresford, tegen de h'ak van zijn schoen de asch uit zijn pijp klop- pend. „U behoeft me heusch niet te ontzien/- „Nu", zeide Lola glimlachend, „zij zeide, dat u een lieve jongen was, maar stapel gek." „God zegene haar voor het eerste gedeelte van haar uitspraak", lachte hij. „Tan Is een juweeltje." (Wordt vervolgd.) (Wordt vervotgd) e tafel-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5