I Tooneel. Sport Kei*k en school VAN PUTTEN EN OORTMEIJER, Payglop. P Zeefgjdin£|@vi F^arktbeHchfen De Firma DE LANGE DE MORAAZ Rechtszaken De gevolgen van het politie-optreeflen. -laan, Westerlaan, GfOeneiaan en BefgerhW een buurtvereeniging gevormd, welke zich iten doel zal stellen elk jaar op 8 October een kinderfeest te organiseeren, waarvoor alle bewoners een maandelijksche bijdrage zullen verleenen. j Een bestuur werd gevormd, dat de fundies als volgt verdeelde: O. S. v. d. Wal, voorzit- Uer, J. Jonker, secretaris, J. Kes, penning- meester, R. de Vries, J. W. Beun, D. Groen en C. Thoes, commissarissen. Door het wegvallen van een correctieregel is het bericht over het oprichten van een •buurtvereeniging in een onzer vorige num- mers onduidelijk geworden. Wij laten het hier nog even volgen. Bewoners van de Hofstraat hebben een buurtvereeniging opgericht, ten doel hebben- de de versiering der straat tot in stand hol ding van feesten als 8 October enz. Voorzit- ter is de heer J. J. G. Stavenuiter en secreta- ris-penningmeester de heer C. Emont. Paarden. 1 DRAVERIJEN OP DUINDIGT. Arabellaprijs. Prijzendraverij 4e klasse. 'Afstand 1600 meter. Prijzen 250 en 25. Ingeschreven 12, uitgekomen 7 paarden. 1. Siem Claudy (1620), eig. Stal C. (L. A. F. Prins), tijd 2 min. 48 4/5 sec.2. Qui Vive (V. (1620), eig. D. de Vlieger (J. de Vlieger), tijd 2 min. 52 3/5 sec. Lucetteprijs. Handicap le klasse. Basis 1.38. Afstand 2000 Meter. Prijzen 250 en 25. Ingeschreven 10, uitgekomen 7 paar den. i 1. Belle Etoile (2000), eig. C. F. Ockhorst, (eig.), tijd 3 min. 131/5 sec.; 2. Argentina (2000) eig. stal C. (J. M. v. d. Berg), tijd 3 min. 12 3/5 sec. Himalayaprijs. Prijzendraverij 2e en 3e klasse. Afstand 2000 Meter. Prijzen 250 en y 25. Ingeschreven 12, uitgekomen 7 paar den. 1. Quiritesse (2060), eig. C. F. Ockhorst (eig.), tijd 3 min. 16 4/5 sec.; 2. Queen G. !(2060) eig. U. W. de Jong (B. de Jong), zelf- de tijd. Mifanoprijs. Handicap le klasse. Basis .1.35. Heerrijderseourse. Afstand 2100 Meter. Prijzen 250 en 25. Ingeschreven 15, uit gekomen 7 paarden. 1. Present H. (2120), eig. Stal C. (L. A. F. Prins), tijd 3 min. 212/5 sec; 2. Silladar (2200), eig. J. W. Schuyl (W. H. Schuyl), tijd 3 min. 22 1 /5 sec. Tot weerziensprijs. Prijzendraverij 3e en4e klasse. Afstand 2000 Meter. Prijzen 250 en 25. Ingeschreven 13, uitgekomen 7 paar den, 1. Sister Patrick H. (2000), eig. J. Klaren- beek (eig.), tijd 3 min. 20 4/5 sec.; 2. Obligue 'B (2060), eig. D. de Vlieger (J. de Vlieger), tijd 3 min. 21 sec. V o e t b a 1. V. V. H. I van Heiloo speelde Zondag itegen Assendelft II. Uitslag 21 in het voor- deel van V. V. H Het tweede Elftal speelde tegen Andijk III Uitslag 61 in het voordeel van Heiloo. Dowey p'rachtig voor ons dccn (even. Het groote tooneel in de eerste acte was uitermate boeiend. Hoe mooi was haar verhaal van den doeldelzakspeler. Hoe fijn haar fantasie van Kenneth als heel klein kind, dat pas leert loo- pen. Het korte derde bedrijf wordt alleen door laar gespeeld zonder een woord te spreken Doodstil -keek men toe. Willem v. d. Veer was uitmuntend1 als Ken neth. De rol zou voor hem geschreven kunnen zijn. Zijn figuur, zijn stem, alles leende zich bijzonder voor de rol, die hij zeer natuurlijk speelde. Mooi was de overgang in de eerste acte. Men zag zijn genegenheid voor het vrouwtje groeien. En hoe mooi was zijn af- scheid. De overige rolien in het stuk zijn heel aar- dig en mooi gevonden bijwerk. De drie vrien- dinnen werden zoo echt getypeerd door mevr. M. v. Westerhoven, mevr. Julia Cuypers en mevr. BrusseStraus. Vooral de eerste trof ons bijzonder. Haar weggaan met den brief in de eerste actie werd fijn gespeeld. Frits Tartaud vertolkte op sympathieke wijze het kleine rolletje van den dominee, die Kenneth's bezoek komt aankondigen. Een voile zaal had deze goede voorstelling zeer zeker ruimschoots verdiend. BIJBELTENTOONSTELLING TE i HAARLEM. Gistermiddag is in het gemeentelijk con- eertgebouw te Haarlem onder groote belang- stelling de 7e Bijbelconferentie en -tentoon' stelldng, georganiseerd door het Neder- flandsch Bijbelgenootschap, geopend. De com- missaris der koningin in Noord-Holland en mevrouw Roell waren bij de opening tegen woordig. DAAN HOEKSEMA-ARTIKELEN. Kleuren, Rondjesplakken enz. Jongens- en Meisjesleesboeken. t De Medailles van een Oude Vrouw van James M. Barrie. Dit stuk, dat ons weer terugvoert naar den tijd van den grooten wereldoorlog, is aan ons land bekend geworden door de Italiaansche actrice Emma Gramacita, die er in de hoofd !.plaatsen mee optrad. De rol van de oude juf pfrouw Dowey werd toen bijzonder geschikt geacht voor mevr. de Boervan Rijk en deze heeft daarna met Barrie's stuk een succes voile toumee door ons land gemaakt. Wil lem van der Veer was haar partner. Doordat 'echter mevr. de Boervan Rijk met 1 Sep tember aan het Schouwtooneel verbonden werd, moesten de voorstellingen worden stop gezet. Willem v. d. Veer, leider van he 'Heyermans-Ensemble, heeft zich toen verbon den met het Nieuwe Rott. Tooneel van de ■Tartaud's en door deze combinatie werd hier igisteravond het ontroerende stuk opgevoerd IBarrie heeft zijn stuk genoemd een „begroe ting en een afscheid" in drie afdeelingen. De eenzame juffrouw Dowey, een werkster in Londen, laat in haar groot verlangen naar ;iets dat zij haar liefde kan schenken, een on- jbekenden soldaat aan het front voor haar 'zoon doorgaan. Zij is Schotsche en dweept met de Zwarte Garde der Hooglanders en als zij leest dat een zekere K. Dowey bij dat regi- jrnent eervol vermeld is, beschouwt zij dezen naamgenoot als haar zoon. De Schotsche Hooglander komt als hij in Londen zijn vij:: dagen verlof gaat doorbrengen van het spel- ,letje op de hoogte en gaat de oude vrouw be- zoeken. Hij is zelf ook een eenzame, wat ruw geworden door den oorlog. En hij wil het vrouwtje nu maar eens voor goed zeggen, dat het spelletje uit moet zijn. Maar de hartelijke liefde van het vrouwtje maakt hem van ruwen pnbekende inderdaad tot een zoon, die juf trouw Dowey gaarne als moeder accepteer' 'In geluk gaan de vijf dagen voor het vrouwtje jvoorbij. Maar dan volgt het afscheid. Beide moeten reeds zoo spoedig missen, wat zij ten slotte gevonden hebben. En Kenneth gaat. om nooit weer terug te keeren. Juffrouw /Dowey blijft alleeh met haar herinneringen aan het schoone; de doek, dien hij haar gaf, tzijn medailles, wat brieven, een champagne [kurk, wat verdroogde bloemen. En elken dag ,yerricht zij met deze voorwerpen als het ware /een eere-dienst, alvorens aan haar werk te gaan. Door het uitstekende spel heeft Barrie's werk op de toeschouwers veel indruk gemaakt y-' Mevr, TartaudKlein heeft iuffrouw ST OOMVA ARTLIJNEN. STOOMVAART-MIJ. NEDERLAND. Kangean (uitr.) 29 Oct. te Port Said. Bali (thuisr.) 29 Oct. v. Batavia. Karimata (iutr.) 27 Oct. v. Antwerpen. Krakatau (uitr.) 28 Oct. te Batavia. Mapia (thuisr.) 28 Oct. v. Batavia. Salawati (uitr.) 29 Oct. te Port Said. Jan iPetersz. Coen (thuisr.) 28 Oct. v. Al giers. Roepat 27 Oct. v. Amst. n. Batavia. KON. NED. STOOMBOOT-MIJ. Medea 29 Oct. v. Amst. n. Rotterdam. Amsterdam 27 Oct. v. Valparaiso n. San An tonio. Erato 29 Oct. v. Danzig te Amsterdam. Eos 29 Oct. v. Algeciras te Amsterdam. Hebe 28 Oct. v. Patras te Piraeus. Irene 29 Oct. v. Amst .te Hamburg. Iris 29 Oct. v. Gothenburg te Amsterdam. Nereus 29 Oct. v. Hamburg te Kopenhagen. Nero 29 Oct. v. Amst. te Danzig. Notos 27 Oct. v. Pireaus te Zante. Orion 28 Oct. v. Canstantinopel te Bourgas. Orpheus 29 Oct. v. Amst. te Kopenhagen. Poseidon 29 Oct. v. Rott. te Vigo. Stella 29 Oct. v. Hamburg te Amst. Stuyvesant (uitr.) 26 Oct. v. Barbados. Van Remsselaer 29 Oct. v. Amst. te Ham burg. Vulcanus 28 Oct. v. Vourla te Calamata. Achilles 28 Oct. v. Rott .n. Calamata Agamemnon 27 Oct. v. Malta n. Alexandria. Ajax 27 Oct. v. Alicante n. Carthagean. Amor 26 Oct. v. New-York n. Haiti. Amsterdam (uitr.) 25 Oct. v. Coquimbo. Bennekom 26 Oct v. Curasao n. Europa. Boskoop (uitr.) 28 Oct. te Callao. Brielle (uitr.) 27 Oct. v. Curasao n. Cristo bal. Commewijne 26 Oct. v. New-York n. Piau Prince. Crijnssen 27 Oct. v. Cristobel n. Pt. Colum bia. Dorros 28 Oct. v. Malaga te Melilla. Hetmes 28 Oct. v. Amst. te Rotterdam. Ilos 27 Oct. v. Cette n. Malaga. Marie Horn 27 Oct. v. Algiers n. Piraeus. Minerva 28 Oct. v. Amst. te Rotterdam. Neptunus 27 Oct. v. Fiume n. Bari. Oranje Nassau (iutr.) 26 Oct. v. Madeira n. Paramaribo. Orestes 27 Oct. v. West-Indie te Hamburg. Peursum 28 Oct. v. Bari n. Catania. Simon Bolivar (thuisr.) 28 Oct. v. Barbados n. Plymouth. Strabo 28 Oct. v. Bordeaux n. Amst. Telamon 27 Oct. v. Amst. n. Pt. Bamos. Tellus 28 Oct. v. Oran te Palermo. Vesta 28 Oct. v. P.t au Prince n. Cap Hai'tien. ROTTRDAMSCHE LLOYD. Toba 29 Oct. v. Batavia te Rotterdam. ALKMAARSCHE EXPORTVEILING. ALKMAAR, 29 Oct. 1928. In de heden gehouden veilingen werd betaald voor: Andij vie per 100 stuks 0.503; Appelen per 100 K.G. 622; Bloemkool le s. per 100 stuks 9.2015.90; Bloemkool 2e s. per 100 stuks 0.508.70; Boerenkool per 100 stuks 1.504.60; Druiven per 100 K.G. 52—/ 68; Gele Kool per 100 K.G. 2.804.20; Groene Kool per 100 stuks 2.90—/ 7.10; Kropsla per 100 stuks 0.80 2.40; Knolselderie per 100 stuks 2.30 5.40; Prei per 100 bos 4.5010.40; Pieterselie per 100 bos 1.803.20; Pos- telein per dubb. bakje 0.740.89Roode Kool per 100 K.U. 3.20—/ 7.40; Selderie per 100 bos 1.10f 1.90; Spinazie per dubb. bakje f 0.43f 0.77; Spruiten per 100 K.G. 425; Snijhoonen p. 100 K.G 51.4061.60; Enkele Spercieboonen per 100 K.G. 58.20—/ 68.80; Tomaten p 100 K.G. 0.603; Uien per 100 K.G. 2.50—/ 4.50; Wortelen p. 100 K.G. 3.80 4.10;Wortelen per 100 bos 0.80— 5.20. Aanvoer: 2200 K.G. Roode Kool; 2500 st Bloemkool; 13000 stuks Andijvie; 1500 K.G Spruiten. PURMEREND, 30 Oct. 1928. Op de he den gehouden weekmarkt waren aanvoer en prijzen als volgt: Kaas: 35 st. kleine Fabriekskaas 5135 st. kleine Boerenkaas 51; 2 st. Gommissie 50; 3 st. Goudsche kaas 56, in totaal 75 stapels, wegende 46O0O K.G., handel goed; 905 K.G. Boter 2.10—/ 2.30 per K G.; 803 Runderen, w.o. 425 vette 0.75 1 per K.G.; 363 melk- en geldekoeien 120 350, handel matig; 15 Stieren; 28 Paar den 100200, handel stug; 10 vette kalveren 1.451.60 per K.G., handel vlug; 246 Nucht. kalv. voor de slacht 10 40; voor de fok 1429, handel matig; 577 vette Varkens, voor de zout 0.62 0.68; voor de slacht 0.700.74, handel vlug; 95 Magere Varkens 2636, han del vlug; 189 Biggen 1420, handtel vlug; 974 Schapen (vette) 25—/ 36, han del matig; 47 Bokken; Kippeneieren 10.25 11.50; 305 Ganze eieren 4.255.75; Eendieieren /6.60; Piepkuikens 0.30 3.25; 100 manden Appelen, per mand 5 per mand; 200 manden Peren f 2— f 7 pel* thand/ Eierveiling. Y48 Eendeieren a 6.70; :.0182 Kippeneieren a 10.60--/ 12; 280 Kippeneieren b 6.70—/ 8.30. AMSTERDAMSCHE AARDAPPEL- PRIJZEN. AMSTERDAM, 30 Oct. 1928 Op de he den gehouden aardappelenmarkt waren de prijzen onveranderd. Aanvoer 1 lading, 800 d.L. BROEK OP LANGENDIJK, 30 Oct. 1928. Langedijker Groentenveilimg. Reuze Biloemkool 914.20; Bloemkool le s. 8.4015.60; Bloemkool 2e s. 3 /4.50 per 100 stuks; Wortelen (kleine) 2.70; Wortelen (groote) 4.504.70; Roode Kool le s. 3 505.90; Roode Kool 2e s. 2.70—/ 3; Gele Kool 3.40—/ 3.90; Witte Kool 3.60f 4.50; Deensche Witte Kool 3.20—/ 4.70; Uien 7.60—/ 7.80; Ddelingen 7.608 60; Grove Uien 5.70—/ 7; Bieten 2.304.40; Aard- appelen: Bravo 3.40, alles per 100 K.G. Aanvoer: 735000 stuks Bloemkool; 2200 K.G. Wortelen; 45000 K.G. Roode Kool; 9000 KG. Gele"Kool; 8000 K.G. Witte Kool; 81000 K.G. Deensche Witte Kool; 4600 K.G. Uien; 1475 K.G. Bieten; 500 K.G. AarJappelen. NOORDSCHARWOUDE, 29 Oct. 1928. Uien 6.40—/ 7.50; Drielingen 8.30; Grove Uien 5.40—/ 6.40; Peen (groote) 3.60f 4; Peen (kleine) 2.202.60; Kroten 2.80; Roode Kool 3.50—/ 6.40; Witte Kool 3.50—/ 4.40; Gele Kool 1.70 2.40; Deensche Witte Kool 4.50 4.80, alles per 100 K.G.; Biloemkool 6.60 8.10 per 100 stuks. Aanvoer: 3000 K.G. Uien; 7500 K.G. Peen; 200 K.G. Kroten; 16800 K G. Roode Kool; 70800 K.G. Witte Kool; 7000 K.G. Gele Kool; 9200 K G. Deensche Witte Kool; 850 stuks Bloemkool. WARMENHUIZEN: 29 Oct. 1928. Roo de Kool (kale) 1.50—/ 2.50; Deensche Witte Kool (kale) 2; Witte Kool 3.80— 4.10. Aanvoer: 1825 K.G. Rood Kool; 775 K G. Deensche Witte Kool; 20800 K.G. Witte Kool. Ook voor pariiculieren is het van voordeel een REKENING TE OPENEN bij een Bank. te ALKMAAR geeft hieromtrent gaarne inlichtingen. Van der Patten, de eigenaar van de onbekende auto in de Lange- straat, staat terecht terzake beleedi- ging van den politie-commissaris. Na een zitting met gesloten deuren kwam om 11 uur de zaak in behandeling tegen v. d. Putten verdacht van beleediging van den commissaris van politie Chr. Walraven in een ingezonden stuk in de „Alkm. Courant" naar aanleiding van het conflict tusschen hem en den agent Webster over het onbe- heerd laten staan van zijn auto in de Lange- straat waarbij zijn been werd gebroken en hij desondanks naar het politiebureau werd vervoerd en aldaar naar hij in zijn ingezon den stuk mededeelde onheusch door den com missaris werd behandeld. De samenstelling der recktbank. Als president der rechtbank fungeerde Mr. A. M. Ledeboer. Officier van Justitie Mr. v. d. Feen de Lille. Rechters: Mr. Muller en Mr. Krabbe, grif- fier Mr. v. Rechteren Altena. Als verdediger trad op Mr. Ritz uit Am sterdam. Een uur voor den aanvang der zitting stond reeds een menschenmenigte voor het Gerechtsgebouw die later de geheele publie- ke tribune vulde. Na voorlezing van het ingezonden stuk door den griffier, vroeg de president waar- om verdachte zich niet tot een superieur van den commissaris had gewend. Verdachte had het stuk geschreven omdat de politie in de Alkmaarsche Courant over het gebeurde een bericht had doen plaatsen, dat onjuist was en zich later tot den rechter-commissaris ge wend. Verdachte, een jonge man van 32 jaar, met een ietwat Spaansch uiterlijk, maakte een keurigen indruk. Het getuigen verhoor. Als le getuige werd inspedeur Zoll ge- hoord, die op een vraag van den president mededeelde, dat de man die den agent in het opbrengen had geholpen er niet van den aanvang af was bij geweest. Getuige sprak overigens zoo zacht, dat hij meermalen niet was te hooren. Hij was belast met het onderzoek en de commissaris was binnen gekomen en had gezegd: „Ik ben de commissaris, dat weet ]e dan al vast", doch niet op een onhebbelijke wijze. De president wees getuige er op dat hij de waarheid moest zeggen. Getuige verklaarde, dat de commissaris niet gewend is onhebbelijk tegen het publiek op te treden. Op een vraag van den commissaris „Waar leef je van?" had verdachte gezegd ,,van giften en gaven" wat een onhebbelijke indruk maakte. De president begreep dit niet. Getuige zeide dat de man in een geprik- kelden toestand verkeerde. Get. herinnerde zich niet of de commissaris bij het invullen van den staat gezegd had „je bent niet tot antwoorden verplicht". Wei was dit gezegd geworden, doch niet op onhebbelijke wijze. Voor zooyer getuige zich kon herinneren had de commissaris er niets onhebbelijks aan toegevoegd, zooals in de courant stond, dat geschied was. De president: U kunt als eerlijk man ver- klaren dat dit niet was geschiedt? Getuige: Ja. De president verzocht getuige mede te deelen hoe de houding van de politie ten bu- reele tegenover verdachte en die van verdach te was geweest. Getuige herinnerde zich dit niet. De president: Ik kan u wel helpen uit de stukken, doch heb liever, dat u het zelf ver- telt. Getuige: In het begin beklaagde verdach te zich wel over het optreden van den agent, doch later was hij het met dezen eens. Verdachte die ook zacht sprak, bleef er bij, dat de commissaris- hem de verschillen- de vragen had gesteld zooals hij in de cou rant had weergegeven. De commissaris had hem wel degelijk toegevoegd „doe maar of je stom bent" en dit omdat verdachte niet had willen zeggen wat zijn beroep was, na- dat hij eerst gezegd had „je behoeft niet te antwoorden". Verdachte verklaarde met nadruk, dat de commissaris hem wel degelijk boos had toe gevoegd „ik ben de commissaris, dan weet je dat al vast". Het optreden van den commissaris was in tegenstelling met dat van den inspecteur on hebbelijk geweest en verdachte benreep niet, waarom een hoogere zoo'n sterke ongunsti- ge tegenstelling met een lagere moest vor- men. De inspecteur vond dit niet onhebbelijk en vond het niet logisch van verdachte dat hij op de vraag „waar leeft u van" gezegd had „daar wensch ik niet op te antwoorden". Verdachte had dit niet gedaan omdat het beroep van magnetiseur niet aangeschreven staat. De president: U had dit beroep gerust kunnen opgeven. Er bestaat geen lijst van erkende beroepen. De verdediger en getuige Zoll. Mr. Ritz wees er op, dat de commissaris volgens de stukken verklaard had, dat het zijn gewoonte niet is de verdachte te tutoyee ren, terwijl getuige gezegd had, niet te weten of de commissaris dit nooit deed. Mr. Ritz: In de instructie heeft u ver klaard dat u bezig was verdachte een ver hoor af te nemen en hier verklaarde u dat verdachte nog niet was voorgeleid. Getuige: Toen werd hij voorgeleid. Mr. Ritz merkte vorots op, dat volgens de stukken getuige en zelfs de commissaris verklaard had „Ik ben de commissaris, dan weet je dat al vast". Getuige: Heeft de commissaris dit ver klaard „ik ontken het niet maar weet niet wat hij met dat alvast bedoeld heeft". Getuige verklaarde voorts, dat hij er bij was, dat de commissaris vragen had ge steld over zijn beroep in zijn tegenwoordig- heid. De verdediger merkte op, dat volgens de stukken de commissaris verklaard heeft, dat de inspecteur toen in de recherchekamer was. Getuige verklaarde hierop, dat dit ook wel mogelijk is geweest. Mr. Ritz stelde aan dezen nog verschillen- de vragen, die het getuige niet gemakkelijk maakten en die voor den president aanleiding waren om op te merken, dat het ten aan- zien van het verhoor van verdachte wel wat door elkander was geloopen. Mr. Ritz ging voort met getuige op te- genstrijdigheden tusschen de verklaringen van den commissaris en die van getuige te wijzen. Getuige: Wat ik in de instructie verklaard heb is juist. Mr. Ritz: Dan was dus toen uw herinnering beter. De volgende getuige was de heer W. Bus, administrates van de Alkmaarsche Courant die wegens ziekte van den Directeur ver klaringen ten aanzien van de verspreiding aflegde. Goedgevonden werd dat deze verklarin gen ook golden voor de beide volgende zaken Getuige verklaarde, dat de betreffende num- mers van de courant verspreid waren. De commissaris aan't woord De volgende getuige was de commissaris van politie en van de Rijkspolitie de heer Walraven, die verklaarde, dat in het stuk zinsneden voorkwamen, die krenkend voor hem waren. Krenkend was voor hem, dat hij zich op een wiize in het verhoor had gemengd, die aan verdachte den moed benam, om zich tegen de opgestelde verklaringen te verzetten. Getuige gaf een lezing van het geval en verzekerde, dat Dr. Degenaar niet direct kon verklaren of het been al of niet gebroken was. Verdachte had nog gepoogd om met zijn been op te staan en een getuige had er op aangedrongen, dat hij met zijn been op een stoel bleef rusten. De woorden: „ik ben de commissaris, dan weet u dat al vast", had hij verdachte ge zegd in tegenwoordigheid van den heer Zoll en niet op onhebbelijke wijze, doch o-mdat verdachte niet voor hem kon worden voor geleid, zooals anders moet geschieden. De staat van inlichtingen had getuige ter hand genomen en het verhoor voorgezet. Ver dachte maakte, wat verklaarbaar was, een ge- prikkelden indruk en had geweigerd zijn be roep op te geven, gezegd van giften en gaven te leven en later gezegd, dat hij magnetiseur was, doch dat dit beroep door de wet niet wordt erkend. Later had verdachte erkend, dat alles op een misverstand berustte en dat hij den agent en de agent hem niet had begrepen. Spr. heeft er voor gezorgd, dat v. d, Putten voorzichtig in de auto werd gelegd, dat hij dekens kreeg en dat hij naar Amsterdam werd vervoerd. Getuige had eenvoudiger kunnen .zijn en zich niet te veel met den man kunnen be- moeien. Hij ha'd alle zorgen aan hem betoontf en hem aanvankelijk niet kwalijk genomen. dat hij geprikkeld was. Van de Putten was van hem gegaan in volkomen harmonic en vond blijkbaar de politie nog zoo slecht niet. (Gelach op de publieke tribune.) De president: Stilte. Getuige verklaarde op verzoek van de Alkmaarsche Courant een bericht over het gebeurde te hebben gegeven. Van verdachte had getuige een brief ontvang'en, waarin hij te kennen had gegeven, dat hij bereid was om den agent niet te doen dagvaarden, als de agent bereid was, hem zij/n schade te ver- goeden. Het stuk had toen needs in de cou- ranten gestaan en getuige wenschte met ver dachte dan ook niet te correspondeeren. Verdachte Held vol, dad de commissaris onhebbelijk tegenover hem was geweest. Hij had nog gezegd: „iedereen heeft een beroea. of het erkent wordt of niet". De president merkte op, dat de voorstel ling, die de verdachte van de zaak gaf, niet logisch was. De commissaris verzekerde, dat verdachte, omdat hij met hem had gesproken, niet meer met den inspecteur aJleen was geweest. Verdachte handfaaafde zijn ingezonden stuk. Getuige verklaarde nog, dat hij het niet had verboden een sigaret te rooken. Mr. Ritz vroeg, of het in Alkmaar ge woonte is, dat men overtreders na het toonen van een rijbewigs, ook nog hun naam vraagt. De commissaris: Eerst wordt de naam gevraagd en dan wordt de opgave met he( rijbewijs gecontroleerd. Mr. Ritz: Vindt u dat niet overbodig? De commissaris: Neen! Mr. Ritz: Heeft u nog met verdachte ovel zijn mishandeling gesproken? De commissaris: De man was niet mis- handeld. Mr. Ritz: O, noemt u dat geen mishande ling? Mr. Ritz: U wees ook dezen getuige op eenige faegenstrijdigheden in de door hem afgelegde verklaringen en die hij voor den R. C had afgelegd. De commissaris herinnerde zich niet zoo positief voor den R. C. te zijn geweest als de verdediger wel wilde doen vdorstellen. De inspecteur nog eens gehoord verklaar de te meenen, dat de gedane vragen in zijn tegenwoordigheid zijn gesteld. Op een vraag van Mr. Ritz verklaarde de commissaris, dat het zijn gewoonte niet was ona verdachte te tutoyeeren. Mr. Ritz: Hoe verklaart U dan de vraag „waar leef je dan van". De commissaris: Als het er staat, dan is het in afwijking van de gewoonte. Mr Ritz: Waarom geniet verdachte sinds het gebeurde de bijzondere belangstelling van de politie? De commissaris: „Dat is mij niet bekend". Mr. Ritz: Mijn confrere deelt mij mede, dat de politie het eerste bericht ongevraagd de courant heeft toegezonden. De Commissaris bevestigt dit. Het slot van het redactioneele stuk was door hem ge- vraag-d medegedeeld. De president merkte op, dat hij niet be- grijpt waarom dergelijke berichten gegeven worden. Het andere kan men nu als een reflesbeweging daarop zien. Het requistioir Mr. v. d. Feen de Lille oordeelt de zaak een storm in een glas water. Ook hij is van oor- deeL, dat men alles kan zien als een reflex- beweging ontstaan door het communique van de "politie. Uitvoerig gaat spr. het gebeurde na. Hq oordeelde het volkomen begrijpelijk, dat de commissaris zich kenbaar heeft gemaakt, zooals geschiedde. In den gedachtengang van den commissaris ziet spreker niets on hebbelijks en dat verdachte dit wel zoo ge- voelde, lag aan zijn stemming. Ook was het z. i. logisch dat de commissa ris niet tevreden was met'het antwoord: „Ik leef van giften en gaven". Dat deze dus meer wilde weten komt om dat de politie, dit automatisch doet, omdat vaak uit kleine dingen groote aan het licbt komen. De onhebbelijke wijze in het stuk gesigna- Jeerd, is volgens spr., niet onhebbelijk, doch een natuurlijke manier van doen geweest. Ook hij herinnerde aan hetgeen de com missaris in het belang van verdachte deed. Het is jammer dat het gebeurd is. Aannemende dat wettig en overtuigend het subsidiair ten laste gelegde is bewezen, oor deelde het O. M., dat de commissaris terecht zich beleedigd heeft gevoeld. Hij veronderstelde, dat verdachte bij het schrijven van het stuk uit zijn tent is gelokt, en vorderde 50 boete subs. 30 dagen. De verdedigmg Mr. Ritz betreurde het, dat verdachte niet direct heeft gedaan, wat hij nu zal doen n.l. een klacht tegen den agent over de mishan deling in dienen. De President: U mag niet van de mishan deling spreken omdat die niet is gebleken. Verdediger: Heel Alkmaar heeft het toch wel zoo opgevat, alleen de justitie schijnt er niets van te weten. Spr. oordeelde, dat het raar kan loopen en was van oordeel dat de poliite, blijkens't verstrekken van een uitvoerig bericht, zich niet zoo heel lekker heeft gevoeld.' Men had den verdachte, gehoord het re- quisitoir van den officier, die aanneemt dat hij uit zijn tent is gelokt, nooit mogen ver- volgen. Pleiter wees er op, dat het strafbare feit door verdachte gepleegd, volgens een arrest van den Hoogen Raad, geen strafbaar feit is. Men zou volgens de verordening zelfs strafbaar zijn, als men een doosje lucifers op den weg wierp. In Amsterdam heeft men dan ook op de verordening de bepaling, dat het verboden is een auto onbeheerd op den weg te laten staan, zelfs met in rust geplaatsten motor. Pleiter oordeelde dat wel gebleken is dat het meerendeel wat verdachte heeft geschre ven wel juist is. Alleen bestaat verschil ovei het aanvoelen er van. Dit is een kwestie van gevoel. De commissaris kan overtuigd zijn, dat hij zeer minzaam is geweest en de ver dachte kan het toch als barsch hebben aan- gevoeld. Pleiter oordeelde ook dat de officier met gelukkig in zijn requisitoir was geweest. Als

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 2