i VERKRUGBAAR RIJWIELHANDELAREN van B. en W., ten aanzien van de subsidie- verstrekking, niet prettig. De bemoeii'ngen moeten daardoor worden ingekrompen. Een beroep op de offervaardigheid kan niet steeds worden gedaan. Steeds wordt gevraagd en iemand van goeden wil wordt genoodzaakt een zekere som te verdeelen en dus behoort de gemeente meer te geven. Dit speelt in deze millioenenbegrooting geen rol. Als men het wil kan het. Spr. gaf den raad in overweging om te be- slujten de subsidies terug te brengen op die van 1927, zoodat ze 90 pCt. en geen 80 pCt. zijn, met die welke daarvoor golden. Dit voorstel wordt gedaan met uitzondering van de 500 voor het uitzenden van kinderen door het Centraal Genootschap, waarvoor spr. en de zijnen zijn evenals voor de gelden ten behoeve van het uitzenden van R.-K. kinderen. Ten aanzien van de cijfers van de werk- loosheid, vroeg spr. of een raadslid geen recht had op juiste cijfers Devoorzitter oordeelde, dat van- zelf sprekend. Er zou over het versch.il wel een redelijke oplossing gegeven worden. De beer Westerhof bleef er buiten, welke cijfers men zou fabriceeren, doch stelde er prijs op, dat men zijn cijfers niet in twijfel trok. Gemeentewerken behoorde op een betere basis te komen, doch hij drong er op aan om het niet in te krimpen. De berekeningen moe ten herzien worden. Mr. Kusters: De heer Sietsma wil wat anders. De heer WesterhofDie bedoelt een architectenbureau naast gemeentewerken. De heer Sietsma ontkende dit. De heer Westerhof merkte op, dat hij namens zijn fractie spreekt. Spr. ging voort en betoogde, dat men voor natuurlijken uit- bouw van het onderwijs tot grootere sommen was gekomen, zooals hij had voor- speld. Ook de bezuinigers hebben die som men noodig en de bladen oordeelden dit ook vanzelfsprekend. Ook betoogde hij, dat hij niet begreep, waarom B. en W. ten aanzien van de verbetering van de Vlotbrug zoo onschuldig doen. Het uitbreidingsplan moet toch door B en W. worden ingediend. Komende tot het antwoord van B. en W. ten aanzien van het optreden der politie, vroeg spr. of de voorzitter vol kon houden, dat dit optreden zijn voile instemming heeft. In de laatste tijden kan dit optreden de voile instemming van niemand hebben. De polite treedt in de stad ontactisch op en iedereen klaagt daarover. Ook in de ge- heime raadsvergadering drongen de klach- ten door. De commissaris, die als mensch voortreffe- lijk kan zijn, maakt door zijn systeem, dat met ieder moeiiijkheden ontstaan. Als er menschen op de stoep voor een si- garenwinkel staan, worden ze weggestuurd, omdat het verkeer in gevaar komt. Bij de Alkmaar Packet worden vroolijke menschen als schapen op de boot gestuurd. Niemand zal zeggen, dat de politie opzette- lijk de beenen van v. d. Putten brak, doch men kan iemand zoo omhelzen, dat men zijn beenen breekt en zoo'n agent wordt nog be- .voordeeld en dit heeft de voile instemming van den burgemeester. De politie is inpopulair, ook bij ieder on- zer in den raad. De politie moet zijn de op- voeder van de straat en het is het oude systeem om er maar op te slaan, dat wordt jingevcerd door dezen commissaris. f I)e voorzitter: U moet zich tot mij richten. Het is blijkbaar de leiding, die ik aan de politie geef. De heer Westerhof laat de particuliere persoon van den heer Walraven er buiten. Spr. bedoelt geen relletje, doch heeft maar een begeerte, dat het anders wordt. Nu wordt het zoo, dat men de burgemeester er op aan- ziet. Spr. besprak de noodzakelijkheid van het afbreken van krotwoningen. Mr. Leesberg Het voorstel daartoe is al bij de Gezondheidscommissie. De heer Westerhof stelde een motie voor, waarin B. en W. worden uitgenoodigd over te gaan tot het maken van een begin met het afbreken van de krotwoningen en het daarvoor in de plaats stellen van nieuwe woningen. Hij wees er op, dat zelfs deze regeering steun geeft aan bouw van woningen voor het opruimen van krotwoningen. Spr. verzocht B: en W. de gestelde motie over te nemen. Het zou zeker de moeite loonen, wanneer de dagbladen eens foto's publiceerden van de krotwoningen, die Alkmaar telt. Spr. becritiseerde het woord van blijd- schap, dat werd uitgesproken over het besluit van Gedeputeerde Staten tot opheffing van het vervolgonderwijs en noemde dit cynisch van een naamlooze tegenover het arbeiderskind Spr. beeindigde na 1 3/4 uur aan het woord te ziin eeweest ziin rede in eerste instantie. Mr. K u s t e r s oordeelde het overbodig om zoo kort na het behandelen van de vorige begrooting weer uitvoerige beschou- wingen te geven. Spr. bleef van meening, ook na de uiteen- zetting van den heer Sietsma, dat staatsrech telijk en politiek met de wethoudersverkie zing en juist is gehandeld. Politiek die niet gebaseerd is op het staatsrecht, oordeelde spr. geen goede politiek. Hij wilde aantoonen dat de heer Sietsma met een doorgehaalde definitie hoopeloos vastliep, doch na een op- merking van den heer Westerhof, verzocht de heer Sietsma Mr. Kusters om de doorge haalde alinea in zijn betoog, dat hij Mr. Kusters had verstrekt niet te lezen. niet te lezen. Mr. Kusters was van oordeel, dat ook in zijn tweede betoog de heer Sietsma vast liep en constateerde dat deze tenslotte hand haafde, dat het naar zijn subjectieve meening onbillijk was. Dit was een kwestie van aprecisatie. Spr. ging op het betoog van den heer Westerhof in en oordeelde dat deze niet was aangewezen om in de raadszaai van Alkmaar algemeene landspolitiek te voeren. al had spr. wel voile belangstelling voor de algemeene politiek, waarmede Albarda thans in de Kamer bezig was. Het R K. gemeenteprogram was geen wer- kelijkheid geworden, omdat voor de eene gemeente wenschelijk is, wat voor een an dere verwerpelijk is. Wat in de eene ge meente noodig is, is in een andere niet noo dig en wat in de eene bereikt kan worden, is in de andere niet te bereiken. Met den heer Westerhof was spr. het eens, dat vele burgers zich genoodzaakt zien om hun bijdrage voor vereenigingen te verdeelen, doch hij gaat niet zoover om te zeggen, dat de overheid den plicht heeft de rest aan te vullen. Dit zou tengevolge hebben, dat de ver eenigingen het voeren van propaganda om de inkomsten te verhoogen, nalieten. Het gevolg zou zijn, dat alles overheids- zorg werd. Met nadruk komt spr. er tegen op, dat de ambtenaren hier rechteloos zijn. Als de heer Westerhof de vergaderingen van het G. O. had bijgewoond, dan had hij kunnen weten, dat de raadsleden niet afwij- zend staan tegenover het codificeeren van de rechter. der ambtenaren. Spr. is ook voor een /erlijke begrafenis van de commissie- Vogelaar, al houdt hij vast dat die commis sie veel werk heeft gedaan. Ten aanzien van de financieele politiek verschilde spr. met de heeren van de over- zijde. Wij blijven van meening, dat de belasting hier veel te hoog is en dat er nog niet ge sproken kan worden van een gezonden finan- cieelen toestand. Wij willen dus voor alles naar belasting- verlaging blijven streven en vinden het een ongezonde politiek om maar steeds hoogere winsten uit de bedrijven te nemen Als wij een redelijke belasting hebben en er is dan nog geld, dan willen wij dit ook aanwenden voor de zaken, door de heeren van de overzijde genoemd. Of daarvoor de winsten uit de bedrijven moeten dienen, daarover is spr nog gereserveerd. Spr. hoopt zoo spoedig mogelijk voorstellen te ontvangen om de hooge rekeningen van gemeentewerken te voorkomen. Spr. juichte het toe, dat B. en W. aan de hoofden van scholen een en ander hebben opgedragen. Ten aanzien van het verkeer over de Vlot brug was ook spr. van meening, dat aan den toestand aldaar zoo spoedig mogelijk een einde dient te komen. Ten aanzien van de rentevergoeding aan de bijz. scholen, betoogde spr., dat de heer Sietsma onjuist was. Deze wil. van verlaagde waarde de rente uitkeeren Wanneer dat tot de gelijkstelling behoort dan vraagt spr. waar de gelijkstelling blijft. De school aan den Nieuwlandersingel kostte nog f 40.000 meer dan waarop ze gebaseerd is. D'e schooi- besturen krijgen daarvan dus al geen rente en de heer Sietsma wil nu over de verminder- de waarde ook geen rente betalen. Waar blijft zoo de gelijkstelling? Voor de openbare school betaald men toch ook geen rente naar de verminderde waarde. Hij gelooft dan ook niet dat de heer Westerhof de zienswijze van den heer Sietsma deelt. Voorts deelt spr. mede dat hij de opmerking heeft gemaakt over het goedkeuren van Ged Staten ten aanzien van de opheffing van het vervolgonderwijs. Spr. heeft dit gedaan om dat men beweerd heeft, dat het een aantas ting was van het openbaar onderwijs en het verheugde hem daarom, dat ook een links hooger college uitmaakte, dat wat hier ge- beurde, juist was. De heer Westerhof: Het was ook een ongelukkige uitdrukking. Mr. K ust< het leest. Ten aanzien van het Sportpark betoogde spr. dat hij van meening was, dat dit stief- moederlijk behandeld wordt, al vereenigde hij zich met het standpunt van B. en W. Als het mogelijk is wil hij echter alles doen om te bereiken dat er van het park een meer in- tensief gebruik gemaakt wordt. Het is hier eenvouchg een zaak van bedrij fspolitiek. De heer Westerhof De klachten kwa men toch van jelui. Mr. Kusters: Onjuist Doch het is hier een kwestie van vorm en wij willen me- dewerken als de vorm maar behouden kan blijven. Ten aanzien van de ingediende moties wil de spr. beraad met de zijnen. Mr. Kusters had 25 minuten het woord gevoerd. te r s Het ligt er aan hoe U De heer Go vers bracht B. en W. hulde voor het vroege indienen en zegde toe bij de volgnummers te zullen spreken. De heer V o g e 1 a a r sloot zich bij dit woord van hulde aan. Wat de gemeente-politiek betrof, spr. was van oordeel, dat de overzijde de wethouders zetels al verdeeld had zonder dat er overleg plaats had gehad, als de heer Thom- sen er maar op ingegaan was. Gebrek aan tijd had spr. belet om de commissie-Vogelaar het werk te laten doen wat die commissie zich had voorgesteld. Voor een raadscommissie is het echter onmogelijk gebleken het werk, daarvoor noodig, te ver- richten en spr. zal de opheffing van die com missie dan ook niet befreurefl.' In tegenstelling met de overzijde was spr van oordeel, dat de financieele toestand zeker niet gunstig was. Het doel „belastingverla- ging" was nog niet bereikt. Eerst als een behoorlijke belasting be reikt is, is het onmogelijk naar verwezenlij- king van andere doeleinden te streven. Spr. oordeelde dat B. en W. goed hebben gedaan met de verhooging van de subsidies terug te nemen. Het was z. i. een gelukkige omstandigheid dat men beschikte over winsten die reeds ge maakt waren en niet alleen geraamd zijn. Hij betoogde voort dat, ten aanzien van de reserve-vcorming onder de oogen gezien moet worden of de gebruikers niet te zeer de uit- breidingen betalen die ten voordeele van het nageslacht genomen worden. Dat de opheffing van het vervolgonderwijs het onderwijs benadeelde, betwiste spr. De opheffing van de Meisjesschool had in 1927 de instemming van de heeren Westerhof en Sietsma. De kosten van het U.l.-onderwijs zijn, volgens spr., te hoog opgevoerd. De heer Westerhof: De R. K. doen het ook. De heer V o g e 1 a a r Als die kosten voor het openbaar U.L.O. worden verlaagd, zul len zij met minder tevreden moeten zijn en zij dan toch zich de weelde van 2 U.L.O.- scholen willen vcroor'oven is een vraag die zij zelf maar moeten beantwoorden. Hij wees er op dat er thans op de Meisjes U.L.O.-school nog maar maar 44 leerlingen gaan verdeeld over 4 klassen en dit bij den aanvang van het cursusjaar. Ook mag ver- wacht worden dat het chr. onderw. het aantal leerlingen zal doen verminderen en hij vond het te veel gevergd om voor 6 en 9 leerlin gen leerkrachten te handhaven. Voorts toonde spr. aan dat op de Meisjes- U.L.O.-schoo! in de 2de klas velen naar een school gaan met een gemengde bevolking en het bewijst dus, dat de vrees tegen het gaan van de leerlingen op een gemengde school bij velen niet zoo groot is. Voor de enkelen waar dit het geval is, kan men toch geen school handhaven. Spr. betoogde, dat door ophefing van de Meisjes-U L.O.-school een groote bezuiniging verkregen kan worden. Niet alleen de kosten per leerling daalden, doch ook op boventallige leerlingen kan dan wel bezuinigd worden. De heer WesterhofVoortzetting van de afbraak. De heer K 1 a v e r had zich voorgenomen het woord niet te voeren. Het door den heer Sietsma gesprokene, hem te voren aangekon- digd, noopte hem echter toch het woord te voeren. Democratic was schering en inslag. In naam van de democratie moest alles gebeuren en spr. kreeg op zijn vraag: wat is democra tic? geen'antwoord. Spr. heeft het toen in een volgende vergadering gegeven en het volksregeering genoemd, waarin aan elke laag der maatschappij een aandeel in de re geering wordt toegekend. Het is wel eigenaardig, dat er te dien aanzien bij de soc.-dem. een groot hiaat be- staat. Het is niet voldoende om in naam van de democratie op te treden. Er moet ook wat uitgewerkt worden. Wat wil men een regeering in naam van het volk of door het volk? De heer We s t e f h o f Door en voor het volk. De heer D e k k e r „En „leest het Volk". (Gelach.) De heer K 1 a v e r Als door het volk wordt geregeerd, krijgt men wat men af- keurt, n.l. een Poolsche landdag. De heer Westerhof stelde voor deze rede in druk uit te geven. (Gelach.) De heer K 1 a v e r zag van het woord af. De voorzitter zou het op prijs stellen als de heer Klaver door ging en er voor zorg dragen dat niet meer geinterrupeerd werd. De heer Klaver bleef van het woord af zien. De heer Woldendorp constateerde dat door de R. K. arbeiders groote voordeelen door de encycliek Rerum Novarum zijn be reikt. Spr. kon zich met de houding van B. en W. ten aanzien van de weigering voor de vergunning van het bal-champetre in den Muziektuin vereenigen. Spr. is voorts voor het verbieden van alle jijbetrekkingen door gemeente-ambtenaren, die op ontoelaatbare wijze particulieren in hun bedrijf beconcurreeren. De heer D e k k e r Daarmede kan je wel aan dezen kant komen zitten. De heer Woldendorp vond de finan cieele toestand der gemeente niet gunstig, en bleef de groote winst uit de bedrijven ver- oordeelen. Hierin zit geen progressie en ook egenover Bergen en Heiloo als afnemers is het niet juist. Het optreden van de politie, vooral ten aan zien van de verkeersbelemmeringen, had zijn instemming niet. Met de motie-Keesom inzake kinderaftrek vereenigde spr. zich en hij vond het onjuist om hiervoor de herziening in de verhouding tusschen rijk en gemeente af te wachten. Voorts was ook hij voor opruiming van krotwoningen. Woningen van 3.50 per week huur ontbraken er te veel, Spr. was ook voor een meer gebruik van het Sportpark. Mr. S1 u i s oordeelde, dat er om ging of B. en W. er zaten zonder den heer Westerhof en hij wilde wel zeggen, dat volkomen billijk te vinden. Het is juist, dat in deze situatie de Raad de wethouders op een bezuinigings- program heeft gekozen. Wij zijn overtuigd, dat de financieele toestand van Alkmaar nog niet gunstig is en het is juist, dat, wie dat meent, beleidvol handelt door een college te kiezen, dat de bezuiniging wil. Dr. Kuyper sprak zijn woord: „ze kunnen niet wachten", toen de wet van Houten er zelfs nog niet was. Onze partij is een voil'kspartij en wij hebben in Alkmaar reeds veel gedaan en met meer te doen moeten wij voorzichtig zijn. Muurvast staat, dat ons elftal op het punt „bezuiniging" in het gemeentebeheer precies hetzelfde denkt, daarutt is ook de gedachte- Vogelaar geboren om de Meisjesschool op te heffen. Dit geeft ons zelf ook een knoei. Er moet bezuinigd worden. Voor het zieken- huis moet de 9 urendag voor het personeel worden ingevoerd. Spr. is er voor, doch men kan het geld maar eenmaal uitgeven en moet dus bezuinigen. De heer van S linger land wist te vo ren, dat de R.K. arbeiders, als de heer Wes terhof algemeene beschouwingen houdt, het moeten ontgelden. Het vorig jaar verweet Westerhof spr. dat hij zich voor 'n gemeente- baantje had laten omkoopen. De heer Westorhof trok de toen gesproken woorden, die hij sprak op grond van voor hem juist lijkende gegevens, in. (Instemming) De heer van Slingerland1 betoogde voorts, dat ook de arbeiders in Alkmaar krom liggen onder de belasting. Spr. is daarom voor bezuiniging. De doorsnee arbeider kan geen 5 a 6 huur opbrengen en daarom gaat spr. met het bouwen van die woningen niet mede. Spr. was het met den heer Westerhof eens, dat in de werkvoorziening uitgevoerd moet worden wat op het program stond en drong op spoedige uitvoering aan. Mej. Carets was het opgevallen, dat B. en W. subsidies verhoogd hadden, doch op aandringen van de financieele commissie weer hadden teruggebracht. Zij drong op verhoo ging aan. Met het antwoord van B. en W. ten aanzien afbraak krotwoningen was zij niet voldaan. De vergadering werd hierop tot 8 uur geschorst. Avondvergadering. In de avondvergadcinj was allereerst het woord aan den heer Keesorn, die betoogde, dat hij zich niet zou wagen aan een beschou- wing over gemeente-politiek. Spr. zou zich bepalen tot de memorie van antwoord van B. en W. en wel voornamelijk ten aanzien van zijn voorstel tot verhooging van den kinderaftrek. De aangekondigde wet inzake verhouding Rijk en gemeente kan geen reden zijn, om wat spr. wilde af te wijzen. Ook al wordt het wet, dan nog zullen 2 belastingjaren yerloo pen. Dr. Wibaut meent dat aanneming in deze periode niet is te verwachten. Ten aanzien van de personeele belasting volgen B. en W bovendien hun redeneering niet. De tegenwoordioe kinderaftrek is volgens spr. onvoldoende. Uitvoerig betoogde spr., da bij de belastingheffing de eiseh mag worden gesteld rekening te houden met de gezins- moeilijkheden. Heiloo volgde ken kinderaftrek van het Rijk, Maastricht caat er boven uit In den Haag is de aftrek 25 voor ieder kind, in Alkmaar 25. Met de progressie is het hier nog niet in orde. De hertaxatie voor de personeele belasting zal stellig meevallen. Toch blijven B. en W in het pessimisme volhouden, en hebben zi; zich herdassivicatie in het hoofd gezet Spr. is daar niet tegen. doch zeker zal die voor Jan. niet tot stand komen. Spr. kwam het voor, dat de post 11000 men zal bedragen. Devoorzitter: Het wetsontwerp was nog niet verschenen toen B. en W. de Mem van Toelichting schreven. De heer K e e s o m: Maar dan kan de post niet 11000 minder zijn. Wij kunnen f 89000 aannemen en niet f 78000. De heer T h o m s e n: Dat hangt van de regeering af. De heer Westerhof: Een herclassifi- catie komt zeker niet in het vol gen d jaar. De heer T h o m s e nDat weet u niet De heer Keesorn besprak het G E. B. Een particulier reserveert om geldmiddelen te hebben als er een nieuwe machine moet ko men. Een overheidsbedrijf kan gemakkelijk aan geld komen en heeft dus geen hoog op gevoerde reserve noodig. Toch staat tegen een activa van 300000 een reserve van 200000. Daar profiteeren alleen onze kinderen van Van de hooge winst van het G.E.B. is al veel gereserveerd. De raad dient deze zaak eens opnieuw onder de oogen te zien bij de vaststelling van het vermenigvuldigings- rijfer. Ook het vrevullen van bijbetrekkingen door gemeente-ambtenaren en werklieden besprak spr. Spr. vond het wel erg, dat een boekhouder van een gemeentebedrijf 's avonds les geeft in boekhoudCn, al vindt hij het niet erg, dat een leeraar van een Handelsschool dit doet Het kwam reeds voor dat B. en W. gezegd hebben, toen een ambtenaar om verhooging kwam ,,neen, je hebt al genoeg door je bij baantjes". De voorzitter: Hebben B. en W. dit gezegd? De heer Keesorn: Het geval met den doodgraver. Straks mag een winkelier na 8 uur zijn win- kel niet meer open hebben. en mag dan een ambtenaar wel bij zaken doen. De heer T h o m s e nDie winkelier mag dan nog wel les geven in boekhouden. De heer Keesorn had over de politie ver- schillende klachten gehoord en raadde B en W. aan eens hun ooren bij de mid- denstandsvereenigingen te luisteren te leg gen. De heer S c h a t s concludeerde, dat Alk maar ten aanzien van de uitkeeringen aan armen weer aan den lagen kant is. Haarlem doet een uitkeering voor man en vrouw 101 voor elk kind. Schiedam en Eindhoven maximum 16, Groningen 18, Maastricht 10, Enschede 12, den Bosch 17 .4- huishuur als het noodig is. Amersfoort 12 voor een oud echtpaar minstens ouderdomsrente. Hilversum en Almelo kunnen tot een maximum van 20 romen. Alkmaar geeft volgens deze lijst het minst. Elk geval moet volgens de wet op zich zelf worden beoordeeld, doch spr. meent, dat waar andere plaatsen deze uitkeeringen cunnen doen, daar wenscht spr. een beroep tit spr. op't gevoel van't verstand te doen, om de uit- ceering hier te verhoogen. Praktisch eischt de maatschappij een arbeidsreserve en die maat schappij heeft die reserve dan ook in stand te houden. Met een uitkeering van 8 in de week is dit niet mogelijk. Alle bedeelden moeten in onderdeelen van pondjes koopen en betalen daardoor boven dien voor het hoogst noodige nog meer dan de beter gesitueerden. Bij onderwijs worden de kosten van leer- ling niet omgezet in schoolgeld en daardoor kosten de kinderen van de beter gesitueerden op van de bedriiven, die dank bracht voor gebrachte hulde voor het vroege de gemeente heel wat meer voor ontferwift dan die van de minder gesitueerden. De georganiseerde werkloozen moeten voor een uitkeering van het B. A. tweemaal per dag stempelen. Spr. vindt dit te gezocht. De voorzitter: Dat houdt met de kwestie van de hoegrootheid van de uitkee ring geen verband. De heer S c h a t s zal hiervoor dan een andere gelegenheid aangrijpen en stelde een motie, waarin de wenschelijkheid wordt uit gesproken de uitkeeringen van het B. A. op hooger peil te brengen. De heer D e k k e r had ook bemerkingen op de Memorie van Antwoord en wel ten aanzien van de kosten van het bedrijf van Publieke Werken. Spr. wil met het antwoord genoegen nemen, wanneer de zaak bleef zoo als die was en men niet zoover ging, dat voor de kleinste karweitjes de stad woTdt af gevent. Het percentage dat door P. W. wordt opge- zet is te hoog en daardoor is dit bedrijf top- zwaar. Spr. kan zich anders niet voorstellen dat het particulier bedrijf goedkooper kan werken. Spr. zou er prijs op stellen te ver- nemen hoe hoog het percentage is dat P. W. opzet en hoe groot het pet. is dat van de se- cretarie op P. W. drukt en drong er op aan dit onderzoek niet te lang te laten duren. Met het antwoord van B. en W. inzake bestrating Visscherslaan gig spr. accoord, al zou hij gaarne zien, dat het trottoir werd doorgetrokken, in het belang van de afwaH ring. De voorzitter: Er hebben nog maar 2 leden niet gesproken. De heer B o n s e m a Er moeten in den Raad toch ook enkele zwijgers zijn. De wethouder aan het woord. Het woord was hierop aan den wethoudtr de verschijnen van de begrooting. Ten aanzien van het ambtenarenreglement verwachtte spr. wel iets van de aan de orde gestelde wet. Verschillende verordeningen houden reeds in wat noodig is en daarom wil spr. afwachten. Dit in antwoord aan den heer Sietsma. Het verbieden aan ambtenaren van't heb ben van bijverdiensten gaat B. en W. te ver. De secretaris is tevens secretaris van de Ge zondheidscommissie. Moet men hem dit ver bieden De heer Sietsma mogelijk. De heer Ringers: Er zijn ook ande- ren. De dirtcteur van Gemeentewerken zit in de examencommissie. Geroep: Juist. De heer Ringers: Een ambtenaar is ook boekhouder van „Rochdale". Mag dat ook niet? De heer D e k k e r Zoo klein niet. De heer Ringers: B. en W. zullen wel toezien of geen misbruik gemaakt wordt, doch nemen de motie Veen niet over. De her Westerhof: U moet verschil maken tusschen bestuursfuncties en bijbe trekkingen. De heer Ringers: Ze worden toch ook betaald. In antwoord aan den her Westerhof ten aanzien van de cijfers van de Arbeidsbeurs betoogde spr., dat de heer Westerhof kon we ten, dat als gegevens door een tak van dienst worden verstrekt, een afschrift daarvan gaat naar den betrokken wethouder. Spr. gaf aan hoe de verwarring in de cijfers ontstaan is. De heer Westerhof oordeelde, dat alle- bei juist was, doch in het tweede geval wa ren de menschen die in twee perioden hadden gewerkt tweemaal geteld De heer Ringers onderwierp hetgeen ten aanzien van de winsten uit de bedrijven gezegd was aan critiek en bleef van meening, dat wanneer de prijzen den toets van critiek kunnen doorstahn, het gerechtvaardigd was, de winst te gebruiken om de belasting daar mede omlaag te krijgen. Het is geznde poli tiek te sparen waar de gelegenheid daartoe is, om in moeilijke dagen niet met verhoo- Uitzonderingen zijn zijn wij gin|- te moeten komen. werkloozenpercentage is belangrijk la ger dan het vorige jaar. Er zijn weimgen die volgens de bestaande regeling te werk kun nen worden gesteld, doch de volgende week zullen die enkelen te werk worden gesteld. Over de subsidie van Rijk en gemeenten werd nog geen toezegging verkregen. De wethouder van Publieke Werken, Mr. Leesberg, vond het van belang, dat er ten aanzien van P. W. geen legende ge* vormd werd. Met de kwestie van de omsla- fen zit't zoo, dat de dienst is ingericht op e basis van een bedrijf volgens de regeling van de Vereeniging van Nederlandsche Ge meenten. Spr. vona het wel de vraag of P. W. voor de secretarie belast moest worden. Men moest echter rekening houden met een uit- gave van 22000 voor pensioenen enz. en dit op een bedrijfsuitgave van 180.000. Mr. Kusters: Ook de andere bedrijven staan toch voor die kosten. Mr. Leesberg: Daar wordt genoeg gewonnen en daarom wordt er niet naar gevraagd. De directeur heeft den plichi krachtens instructie de omslagen op te leg- gen. Dit zegt echter nog niets voor de toe- omst. B. en W. hebben een commissie ingesteld, bestaande uit het hoofd van de afdeeling fi- nancien, de gemeentecontroleur en de direc teur, welke commissie een rapport heeft uit- gebracht, waaruit blijkt, dat het gewenscht zal zijn om eenige beperking in te stellen, al wil men niet zoover gaan om er een architec- ten-bureau van te maken. B. en *W. zullen met een voorstel komen te dien aanzien. Ten aanzien van het Sportpark erkende spr. nog geen oplossing te hebben gevondsn die alien bevredigt. B. en W. hebben een staat opgesteld e» spr. neemt aan, dat een ieder dit heeft gezien. Het bezetten van een sportpark is een puzzle. Het overgroote deel van den tijd is het sportpark niet if "-bnik, al kan niet gezegd worden dat het svJrt bezet is. Het hoofdspeelveld kan men niet als oefen- veld verhuren Meer voetbalvelden kan men er niet inrichten en daarom moeten al veree nigingen geweigerd worden. Ook tennis en hockey is goed bezet. Het is een toer het sportpark meer te benutten. Dat het geld, wat gevraagd wordtal? huur, te hoog is, is een kwetie van ziens- L KWWItUW

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 6