DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Uit den Aikmaarschen Raad.
Honderd dertigste Jaargang
1928
Aboimcmcntsprijs toij vooruitbetaling per 3 rnaaMen f2.—fr. per post f2.50. Bewijsn. 5 ct. Advertentiepr. 25 ct. p. regel, grootore letters naar plaatsrulmte
Brie yen franco N.Y. Boelf- en HandeMr, v.li. Herms. Coster Zoon, Yoordam C9, TeL Administr. No. 3. Redactie No. 83.
14 YOVENBER
Hit het Parlement
Dii nutnmer besiaai ait 2 bladen.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur Tj. N. ADEMA.
III.
(Slot).
Langdurig is er gedebatteerd over de
wenschelijkheid van opheffing der U. L. O.-
meisjesschool.
Een bepaald voorstel van B. en W. was er
nog niet, maar enkele leden der rechterzijde
hadden in dezen geest al een motie ingediend
welke door B. en -W. met een zeker enthou
siasme werd ontvangen.
B. en W. bleken, op zoek naar bezuinigin-
gen bij het U. L. Onderwijs, dat hier ter ste
de buitengewoon kostbaar blijkt te zijn, reeds
de mogelijkheid overwogen te hebben twee
scholen tot een te combineeren wat, ook ten
opzichte van het bijzonder onderwijs, zooveel
besparing zou geven, dat daardoor vele dui-
zenden guldens per jaar konden worden uit-
^ewonnen.
Dit vraagstuk is belangrijk genoeg om
het eens rustig te bekijken.
Wij betreuren het van ganscher harte als
er een school in deze gemeente moet ver-
dwijnen. Onderwijs is uiterst kostbaar en de
daarvoor benoodigde gelden eischen zware
offers van alle belastingplichtige burgers,
maar wij brengen die gaarne omdat leder
van ons er van overtuigd is, dat voor onze
kinderen het beste niet te goed kan zijn.
Wil men een vooruitgaande stad als Alk-
maar een onderwijsinrichting ontnemen en de
leerlingen onderbrengen op scholen waar zij
niet thuis behooren, dan zullen wij de eerste
zijn om ons daartegen krachtig te verzetten.
De strijd om de Handelsschool waarbij men
de leerlingen naar U. L. O.-school en H B.
S.-A wilde verplaatsen; ligt nog versch in het
geheugen en wij zijn er blij om, dat deze
school behouden is gebleven, ook omdat door
opheffing daarvan alleen het Openbaar On
derwijs zou zijn getroffen.
Dat neemt niet weg, dat wij zeker niet
blind voor de mogelijkheid van bezuiniging
zijn, mits slechts het onderwijs daardoor niet
noemenswaard verslechtert en mits die bezui
neiging niet alleen op het Openbaar- maar
ook op het Bijzonder Onderwijs zal drukken.'
Alleen het Lager Onderwijs levert in deze
gemeente al een nadeelig saldo van een paar
honderdduizend gulden en natuurlijk willen
wij gaarne zoo objectief mogelijk elk voorstel
onderzoeken, dat bezuiniging kan brengen
zonder dat daartegenover een verslechtering
van beteekenis staat.
Er zijn natuurlijk voor- en tegenstanclers
van de opheffing der Meisjes-U. L.-school.
De voorstanders zien in dezen tijd, nu
meisjes en jongens zooveel meer dan vroeger
en zooveel ongedwongener dan vroeger met
elkaar in aanraking komen, niet de noodzake-
lijkheid in er nog een speciale meisjesschool
op na te houden. Zij begrijpen best, dat som-
mige ouders nog altijd tegen co-educatie zijn,
zij respecteeren deze zienswijze ook, maar zij
vinden de bezwaren der ouders niet belangrijk
genoeg om daarvoor in een stad, waar men
toch reeds zooveel voor het onderwijs betaalt,
nog vele duizenden guldens per jaar ten of
fer te brengen.
Zij stellen dus niet boven alles prijs op een
school waar alleen meisjes worden toegela-
ten, vooral niet wanneer die school een kwij-
nend bestaan lijdt en de kosten per leerling
daardoor buitengewoon zware offers van Ge
gemeenschap vragen.
B. en W. en een deel van den Raad gevoe-
len er dus voor, de meisjes-U. L. O.-school,
die in vier klassen slechts ruim veertig leer
lingen telt, te combineeren met de U. L. O.
school voor jongens en meisjes, die daardoor
niet zulke groote. klassen zal krijgen, dat het
onderwijs er noemenswaard door zal ver-
slechteren.
Laten wij even constateeren, dat hier na
tuurlijk, het zwakste punt van hun betoog is
gelegen, want het is vanzelf sprekend, dat
verandering van school en vergrooting van
klassen het onderwijs niet ten goede zal ko
men, nog afgescheiden van de vraag of de
leerprogramma's van beide scholen bij
elkaar zullen a'ansluiten.
De overgang zal eenige moeilijkheid geven,
wellicht eenige verslechtering van het onder
wijs, maar daartegenover staat, dat de leer
linger, niet zooals dat clestijds bij de Han
delsschool wel het geval was geheel an-
der onderwijs zullen krijgen dan hun ouders
voor hen gekozen hebben.
Welke bezuiniging zal men nu door deze
iamensmelting van scholen kunnen ver-
krijgen
Dat is 'n vrij belangrijke als men bedenkt,
dat de Meisjes U. L. O.-school bij haar vier
leerkrachten twee boventallige heeft, welker
salarissen dus geheel voor rekening der ge
meente komen, en dat men bovendien ook nog
een boventallige leerkracht voor het U. L.
onderwijs aan de andere school moet betalen.
B. en W. berekenen de salarissen daarvan
op 9500 en wanneer er het volgend jaar
vier boventallige zouden zijn, op /II 800.
Ook de bijzondere scholen hebben daar recht
op. Men vroeg 5600 wat het volgend jaar
wel 6000 zal worden. Voorts bespaart men
2200 op exploitatiekosten, wat ook bezuini
ging voor de bijzondere scholen met zich zal
brengen en kunnen de ongebruikte lokalen
der meisjes-U. L. O.-school voor andere
doeleinden rendabel gemaakt worden.
Minstens komt men tot een berekening
van 20.000 en wanneer men niet tot bezui
niging overgaat, zal elke leerling aan de
meisjes-U. L. O.-school de gemeente straks
ongeveer 500 kosten.
Mogen ouders, die hun meisjes niet op een
gemengde school wenschen, daarvoor een zoo
groot offer van hun medebu'-gers verlangen?
De school telt thans ruim veertig leerlin
gen, maar men verwacht, dat wanneer de
Christelijke U. L. O. school straks geopend
zal worden, eenige meisjes-leerlingen nog
naar die school zullen overgaan.
Bij de behandeling der begrooting voor
1927, toen de heer Westerhof nog wethou
der van Onderwijs was, telde de school 46
leerlingen en de heer Westerhof ging toen
met de voorgenomen opheffing accoord, ten-
zi] men het leerlingental nog door een bi]
zondere propaganda zou kunnen opvoeren.
Er is toen tijdelijk een opleving gekomen, zoo-
dat de school op 16 September 1927 een
52-tal leerlingen telde, waardoor de bezwa
ren van den heer Westerhof tegen deze school
kwamen te vervallen.
Evenwel wafen er op 16 September van
dit jaar maar 44 leerlingen en was de toe-
stand dus nog ongunstiger dan op het tijd-
stip, dat ook de heer Westerhof zich voor op
heffing verklaarde.
Wordt de school opgeheven, dan is niet al
leen het Openbaar Onderwijs daarvan dc
dupe, want door deze bezuiniging dalen ook
de kosten per leerling van de Bijzondere
U. L. O.-scholen, niet alleen voor de vergoe-
ding per leerling, maar ook voor de boven
tallige leerkrachten en het zal de groote-
vraag zijn of de Katholieken er na de ophei-
fing der meisjes U. L. O,-school nog een af-
zonderlijke jongens- en een afzonderlijke
meisjesschool op na kunnen houden.
Wie geen drijver is, die a tout prix nooit
iets op onderwijskosten in deze gemeente wil
bezuinigen, zal moeten toegeven, dat men
hier waarschijnlijk een groote besparing zal
kunnen bereiken zonder het onderwijs bedui
dend te versleehteren, al mag natuurlijk niet
over het hoofd gezien worden,. dat b.v. de
wachtgelden der buiten dienst gestelde onder-
wijzeressen ook door de gemeente betaald
zullen moeten worden.
Toch willen wij hier ook even de meenin-
gen van enkele stadgenooten laten hooren,
die met een opheffing der school allesbehalve
ingenomeji zijn.
Men vraagt zich af waarom B. en W.
juist nu dergelijke plannen hebben en wijst
er op, dat door de opheffing dezer Openbare
school de spoedig te openen Christelijke
U. L. O.-school, die nog maar 36 leerlingen
heeft, zeker gebaat zou zijn, daar er kans be-
siaat dat na de opheffing meer meisjes naar
het Christelijk onderwijs zullen overgaan
dan anders het geval is.
Het Wetsontwerp-Zijlstra zal het Staats-
blad niet bereiken, maar men verwacht, dat
het voorstel van den Minister om voor elke
school de leerlingenschaal van 1923 te her-
stellen spoedig wet zal worden en daardoor
zouden bij den nieuwen cursus 1929 aan een
U. L. O school met 41 tot 70 leerlingen
voortaan drie onderwijskrachten door het
Rijk betaald worden. De Meisjesschool telt
thans 45 leerlingen en van slechts twee daar
van is het zeker, dat zij naar het Christelijk
•onderwijs zullen gaan, zoodat de gemeente
een boventallige leerkracht minder voor haar
rekening zou krijgen.
Bovendien vraagt men zich af waarom
men thans met de plannen voor opheffing
komt en niet toen er een en twee jaar geleden
aan beide Openbare U. L. O.-scholen soms
drie vacatu res waren en wijlen de heer Van
der Ploeg er geen bezwaar tegen had op
wachtgeld gesteld te worden.
De voorstanders van het behoud der
school, die haar nog een goede toekomst voor-
spellen, zijn er bovendien allerminst van
overtuigd, dat onderwijs aan meisjes alleen,
vooral aan groote meisjes, in sommige op-
ziehten niet vruchtdragender zou zijn dan in
gemengde klassen. al geven zij grif toe, dat
de natuur boven de leer gaat en dat men de
meisjes on den duur toch niet verhinderen
kan met jongens in aanraking te komen.
Er is nog geen voorstel van B. en W.,
maar nu de meerderheid van den Raad de
desbetreffende motie heeft aangenomen, is
een voorstel tot opheffing wel binnen afzien-
baren tijd te verwachten.
Men overwege de kwestie nog eens rustig
en bedenke daarbij, dat van de vele duizen
den welke de gemeente thans kan besparen,
gemakkelijk de betrekkelijk geringe kosten
van het Vervolgonderwijs betaald kunnen
worden, onderwijs, dat gestaakt werd, zonder
dat men er iets voor terug heeft gekregen en
door welke opheffing dus wel degelijk het be-
lang van vele kinderen ernstig geschaad is.
De politie is er, ondanks de verklaring van
den burgemeester, dat haar optreden zijn
voile sympathie heeft, niet best afgekomen.
Door verschillende raadsleden, zoowel van
links als van rechts, is ernstige eritiek uitge-
oefend en er is in den Raad eigenlijk niemand
geweest, die verklaard heeft zich met het tot
dusver gevoerde beleid te kunnen vereenigen.
Hoewel eenigszins onwillig, heeft de bur
gemeester, na kennisname van de opinie van
den Raad, toch een min of meer vage toezeg-
ging gedaan, dat hij voor verbetering van
den toestand zou zorgen.
Wij willen gaarne door alles wat tot dus
ver gebeurd is een streep halen als de bur
gemeester werkelijk bij machte blijkt de vroe
ger zoo goede verhouding tusschen de bur-
gerij en de politie te herstellen.
Alkmaar's ingezetenen zijn over het alge-
meen kalme en ongevaarlijke menschen, die
zich op geen enkele wijze tegen de politie
zullen verzetten zoolang deze zelf niet op
elk slakje een veel te groote dosis zout legt en
den indruk welct, dat hier eigenlijk de staat
van beleg afgekondigd is.
Wij zijn hier nu eenmaal niet in Pruisen
maar in Noord-Holland en de doorsnee
Noord-Hollander is ot alle mogelijke mede-
werking bereid zoolang men hem niet tot
verzet prikkelt door hem voor elke kleinig-
heid als een soort misdadiger toe te spreken
ente behandelen.
Gelukkig is reeds sinds eenigen tijd merk-
baar, dat de kapitein van ons politiescheepje
een anderen koers volgt en wij vertrouwen,
dat weldra weer de tijd zal aanbreken, dat
burgerij en politie elkaar niet langer als na-
tuurlijke vijanden beschouwen.
Wie voorstander is van het behoud der
ons door de Grondwet toegekende rechten
van vrijheid van vergaderen, van spreken en
schrijven behoudens natuurlijk ieders ver
antwoordelijkheid volgens de wet moet
het betreuren, dat het een bevolkingsgroep
hier ter stede niet mogelijk is een tooneelstuk
van een harer meest geliefde schrijvers op te
voeren.
Niet omdat dit stuk van zoodanigen aard
is, dat de burgemeester zich met het oog op
art. 188 der Gemeentewet verplihct acht de
opvoering daarvan te verbieden althans
de Alkmaarsche burgemeester denkt er niet
over dit standpunt in te nemen maar uit-
sluitend omdat men geen zaalhouder kan vin
den, die het, met het oog op rancunemaat-
regelen, aandurft zijn zaal hiervoor beschik-
baar te stellen.
In werkelijkheid is de toestand dus zoo,
dat de macht de opvoering van een stuk on
mogelijk te maken, hier ter stede niet meer
alleen berust bij den burgemeester, waar ze
thuis hoort, maar bij elke willekeurige volks
groep, die er in slaagt voldoenden invloed
op een zaaleigenaar uit te oefenen.
Dat dit een ongezonde toestand is, behoe-
ven wij eigenlijk niet nader in het licht te
stellen.
Het is natuurlijk nimmer de bedoeling van
den wetgever geweest het volk zelf een wil
lekeurige macht tot beperking der grondwet-
telijk gewaarborgde rechten te geven en toe-
standen zooals die op het oogenblik in Alk-
maar worden geconstateerd, kunnen zeer be-
denkelijke gevolgen hebben.
Nu is het de eene volksgroep die een zaal
eigenaar bedreigt, straks weer een andere en
het gevolg daarvan zal zijn, dat op ieder
oogenblik de sterkste of meest g-evreesde
partij het practisch in haar macht heeft art.
188 der gemeentewet toe te passen en ver
schillende uitvoeringen te verbieden.
Van eenige verantwoordelijkheid tegenover
hooger gezag is hier geen sprake, noch van
eenige objectiviteit in algemeene beoordeeling
De volksgroep, welke de opvoering van een
stuk onmogelijk maakt is aan niemand daar
voor verantwoording schuldig en waar men
elkaar juist zoo onaangenaam mogelijk
tracht te zijn, is het te begrijpen, dat van een
objectieve beoordeeling van stuk en spel bij de
verbiedende volksgroep geen sprake zal zijn.
Wij kunnen nie inzien, dat een burgemees
ter, die zich de macht welke hem alleen toe-
komt op deze wijze uit handen ziet genomen,
dat niet openlijk kan betreuren.
Juist waar hij burgemeester over volks-
groepen van zeer verschillend politiek- en
godsdienstig inzicht is, moet hij er uiterst
nauwkeurig voor waken, dat binnen de per-
ken der wet geen enkele aantasting der door
de Grondwet gewaarborgde vrijheid van
woord or geschrift kan plaats vinden. Wij
kunnen ons begrijpen, dat een burgemeester
die den lieven vrede nastreeft graag zooveel
mogelijk buiten elk conflict' blijft, maar dan
dient hij ook zorgvuldig alles na te laten,
wat een der volksgroepen den indruk kan
geven, dat hij aan haar zijde staat en waar
door die volksgroep zich in haar belemme-
rende actie min of meer van overheisdzijde
gesteund kan gevoelen.
Het briefje, dat, naar het Noord Holl.
Dagbl. Maandagavond verklapte, een onzer
Katholieke ingezetenen bij de voorgenomen
opvoering van Allerzielen, zoo handig was
door den burgemeester te lain schrijven en
dat kort daarna al in het bezit van den be-
trokken zaalhouder was, moge er nog zoo
onschuldig uitzien, het heeft er toch zeker toe
medegewerkt dien zaaleigenaar voor de op
hem uitgeoefende pressie te doen wijken.
Het betreft in'er de voorgenomen opvoering
van Allerzielen, waarvoor de zaal werd ge-
weigerd en waarover de heer Westerhof
thans in den Raad een scherpe interpellatie
heeft gehouden.
Hij stelde daarbij nadrukkelijk vast, dat
het hier een zeer bekend tooneelstuk van
Heijermans betrof, een stuk waarin, zijns in-
ziens, niels voorkomt waardoor anderen zich
beleedigd kunnen gevoelen.
Wij kunnen de beoordeeling van den in-
houd van het stuk achterwege laten, want wie
een volkomen objectief standpunt inneemt
zal begrijpen, dat het uiterst moeilijk is te
beoordeelen in hoeverre de een of andere
volksgroep zich door den inhoud van een
voordracht of tooneelstuk beleedigd kan
voelen.
Het komt ten slotte slechts hierop neer,
dat het in Alkmaar mogelijk blijkt, dat een
groep gelijkgezinden een hen onwelgevallige
bijeenkomst onmogelijk kan maken.
Vindt het thans gegeven voorbeeld navol-
ging, dan aarzelen wij niet dat hoogst ern
stig te noemen.
Dan zullen straks b.v. de Sociaal-Demo
craten een optreden van den heer Constand-
se voor de anarchistische groepen kunnen be-
letten, dan zullen de Hervormden of de Lu-
therschen - we noemen nu maar eens wat
een propaganda met daarmede ver-
hand houdend tooneelstukje van een Ka
tholieken spreker onmogelijk kunnen maken,
alles uit overweging dat zij zich door deze
bijeenkomsten in hun politieke of godsdien-
stige gevoelens beleedigd gevoelen.
Dan staan wij voor een chaos waarin onze
kosfbaarste vrijheidsrechten zullen verdwij-
nen en al vinden ook wij het voor de rust in
onze gemeente heelemaal niet erg, dat Aller
zielen niet opgevoerd wordt, als een volks
groep zich door dit stuk werkelijk opzettelijk
beleedigd zou gevoelen, wij aarzelen tocTi
geen oogenblik de wijze waarop dit stuk hier
geweerd is, zeer verderfelijk te vinden, en
het spijt ons, dat ook de burgemeester in den
Raad niet openlijk tot deze erkenning is ge
komen.
Over de rest van het voor en tijdens de
begrooting behandelde kunnen wij kort zijn.
Dank zij de royale aanbieding van de
Stichting Alkmaarsch Neutraal Ziekenhuis,
die thans reeds een 14000 voor buitengewo-
ne werken en installaties voor het nieuwe zie
kenhuis beschikbaar stelde, zullen verschil
lende noodzakelijke verbeteringen buiten be
zwaar van de gemeentelijke schatkist kunnen
aangebracht worden.
De heer Kusters mag daarvoor niet dank-
baar zijn omdat de kosten betaald worden uit
rente van geld, dat z. i. reeds lang aan de
gemeente moest zijn overgedragen, hij moge
tevens bedenken, dat juist zijn beroep bij
Ged. Staten de oorzaak is, dat de gemeente
nog niet de beschikking over dit geld heeft
gekregen.
De heer Keesom wiens op papier gezette
berekeningen steeds in diepe stilte en eer-
biedige bewondering voor zijn financieel
genie door den Raad worden aangehoord,
heeft in zooverre succes met zijn motie
voor verhooging van kinderajtrek gehad, dat
B. en W. zich in principe daartoe niet onge-
negen verklaard hebben.
Zij weigeren evenwel pertinent de door dit
lid van het bezuinigingselftal voorgestelde
aftrekcijfers over te nemen, omdat daarmede
zulke enorme bedragen gemoeid zijn, dat
zelfs de winst v-an de Lichtbedrijven het gar
niet zou kunnen stoppen.
Op advies van den heer Bakker zullen B.
en W. nader overwegen of het, inplaats van
de voorgestelde regaling met de Nederl.
Thermo-chemische fabrieken voor het vernie-
tigen van cadavers en ondeugdelijke voe-
dingswaren, niet wenschelijker is voor deze
streek een dergelijke inrichting in Alkmaar
te vestigen.
Wethouder Ringers heeft al laten uitko-
men, dat er een lucntje aan deze zaak zit,
een dergelijke fabriek schijnt in wijden om-
trek een allesbehalve aangename geur te
verspreiden en waar het verbranden van
doode beesten ons geen erg winstgevend be-
drijf lijkt, zullen we er niet rouwig om zijn
als we voor deze Industrie gespaard blijven.
De door den burgemeester overgelegde
statistieken toonen, dat Alkmaar, wat de
belasting betreft, een allesbehalve schitterend
figuur maakt en de fabrieken waaraan onze
gemeente behoefte heeft moeten particuliere
en goed rendeerende bedrijven zijn, die velen
werk en brood verschaffen en welker eige-
naars krachtig medewerken den steeds
zwaarder wordenden belastingdruk te ver-
lichten.
Den Haag, 13 November 1928.
De eerste termijn van de algemeene be-
raadsiagingen over de Rijksbegrooting is
achter den rug en morgen zal de minister-
president de verschillende sprekers beant-
woorden.
Heden hebben nog acht sprekers uit de Ka-
mer het woord gevoerd en niet alien zijn er in
geslaagd ons de overtuiging bij te brengen,
dat het belang des lands ware geschaad,
wanneer zij niet hadden gesproken. De rij
werd geopend door den heer Veraart (R.K
die betoogde, dat het aan de onverdraag-
zaamheid van andersdenkenden zou zijn toe
te sdirijven, dat de Katholieke partij1 niet al
hare wenschen naar voren bracht en uiteen-
zette, dat de beste oplossing om tot een par-
lementair ministerie te komen zou zijn te zoe-
ken in een programministerie.
De heer Van Rappard (Vrijheidsb.) heeft
een goed en welgemeend woord gesproken
voor den landbouw, gevraagd voor dien tak
van welvaart niet minder goed te zorgen dan
voor industrie en handel. Hij drong daarbij
aan op een internationale regeling van de be-
strijding van mond- en klauwzeer, verbete
ring van den voorliehtingsdienst en het in het
leven roepen van nieuwe afzetstreken voor de
landbouwproducten.
Hierna heeft de heer Kersten (S. Ger. Par
tij) een uiteenzetting gegeven van de begin-
selen van zijn partij, waarvan hij en de heer
Zandt de vertegemvoordigers in de Kamer
zijn en verzette zich daarbii tegen het denk-
beeld van een coalitiekabinet. Een extraparle-
mentair kabinet was hem dan wel zoo lief.
En verder heeft hij op theologische gronden,
waarbij Dathenus als de ware gereformeerde
tegenover den Zwijger werd vcorgesteld, de
anti-revolutionaire partij aangevallen. Met
de Rijksbegrooting had dit zeker weinig uit
te staan, maar dat is met wel meer redevoe-
ringen het geval!
E>e heer Buiten (R.K.) heeft een uitvoerig
woord gesproken ten gunste van een verbete
ring van de ambtenaarsbezoldigingen. Zijn
partijgenoot Kortenhorst hield weer eens een
pleidooi voor een dubbel handelsfarief. De
heer J. ter Laan (S.D.A.P.) kwam op tegen
den bezuinigingsmaatregel om 8 percent
pensioenkorting van de ambtenaren te nemen
en zette uiteen dat door de bezuinigingsmanie
van den heer Colijn, door het tegenwoordige
ministerie gehandhaafd, de toestand der
ambtenaren onhoudbaar is geworden, terwijl
er niets gedaan wordt om den achterstand in
onze sociale wetgeving bij te werken.
De heer Schouten (A.R.), een spreker, die
er slag van heeft zijn gedachten nuchter en
duidelijk weer te geven ,waarschuwde in de
eerste plaats niet verder te gaan om werk-
krachten in openbaren dienst op arbeidscon-
tract aan te nemen. Wat de financieele poll
tiek der regeering betreft, in het algemeen
was hij't er mee eens, doch alleen kon hij zich
niet neerleggen bij de opvatting des ministers
van Finatteien. dat het natuurlijk accres der
irtkomsten voldoende zou kunnen zijn tot be-
strijding der nieuwe uitgaven, welke te wach-
ten zijn, ook al komt men door versobering
tot het dekken van tekorten. In ieder geval
meende hij, dat de Kamer had moeten gekend
worden in de bestemming der tot nog toe ver-
kregen overschotten. De heer Schouten heeft
hierna de heeren Lingbeek en Kersten ge-
kapitteld, maar daarbij kwam meer theologie
te pas dan schrijver dezes kan omvatten en
we zullen er dus maar het zwijgen toe doen.
Met de Rijksbegrooting had het trouwens bit
ter weinig te maken. Hetzelfde was het geval
met de rede van den laatsten spreker, den
heer ds. Langman (C.H.), die het in het bij
zonder had over de onvastheid van de over
toiling van den heer Lingbeek.
Hedenavond komt de Begrooting van Bui-
tenlandsche Zaken aan de orde. MorgenmiJ-
dag zal minister De Geer de sprekers bij de
algemeene beschouwingen beantwoorden, en
da 'bij achtereenvolgens de positie van het
kabinet, daarna het beleid van het kabinet,
in de derde plaats de financien bespreken om
ten slotte de daarmee niet samenhangende
punten te behandelen.
DE RETOURVLUCHT UIT INDIe.
Het viiegtuig te Bagdad.
Bij de K. L. M. is van de bemanning van
het retourvliegtuig H.N. A. E. N. bericht
gekomen, dat het vliegtuig om 6 uur gister-
ochtend (pi. tijd) van Bender Abbas is ver-
trokken en te 9.30 te Bushir is aangekomen.
Om 10.15 vertrok de Fokker van daar en
kwam om 14.30 te Bagdad aan. Alles is wel
aan boord.
De vermoedelijke aankomst op Vrij dag.
De directie der K. L. M. deelt het volgende
mede:
Nu het postvliegtuig de H.—N. A. E. N.
gisteren te Bagdad is aangekomen, kan ver
wacht worden, dat het heden te Konstantino-
pel arriveert en zijn de weersomstandigheden
gunstig, dan zal dus het vliegtuig Vrijdag-
avond, vermoedelijk na zonsondergang, op
Schipihol kunnen aanksmen. De afstand Kori-
stantinopelAmsterdam zal echter waar
schijnlijk, in verband met de weersgesteldheid
op deze route, nht in twee dagen kunnen
worden afgelegd. Op welken dag en op welk
uur echter ook de aankomst op Schiphol za1
plaats hebben, het publiek is er welkom en
zal van deze aankomst getuige kunnen zijn.
EEN KERSTVLUCHT NAAR INDIe.
Vermoedelijk met de H.N. A. E. N.
De heer Martin, administrateur van de K.
L. M., deelt het Hbl. mede, dat plannen wor
den besproken en uitgewerlct voor het houden
van een Kerstvlucht naar Indie. De bedoeling
is, dat de heenreis tusschen St. Nicolaas en
Kerstmis zal worden gemaakt, de terugreis
na Nieuwjaar, zoodat de wederzijdsche
familiebetrekkingen in Nederiand en Indie
elkaar met brieven en kleine geschenken zul
len kunnen bedenken. Vermoedelijk zal de H.
N. A. E. N., die nu onderweg is naai
Nederiand en einde dezer week in Amsterdam
wordt verwacht, voor deze Kerstvlucht wor
den bestemd.
Als de pjannec tenminste doorgaan, want
KMAARSCHE CODRANT.