Ilki39cscl)6 Conrant.
lit
Belgie's biManM politiek,
Hondfird dertig;sT8 Jairi; -«5.
Pinsdag- %Q November.
Radio-BiDekje
FEUILLETON.
Sfasfs£ii@i£ws
I
*0 m
1928
Woensdag 21 November.
Hilversum, 1071 M. 10.10.15 Morgen
wijding. 12.302.Concert door het Boris
Lensky-Trio. 2.303.Cursus leerbewer-
king. 3.-4.— Maak het zelf! 6.—7.15 Con
cert door het Omroep-orkest. Wiener Volks-
muziek. 7.15—7.45 Gezondheidshalfuurtje:
Gezondheid en verwarming. 8.059.Een
.uurtje Volkszang, uit Haarlem, door de Ned.
Ver. v.d. Volkszang. 9.—9.30 Lezing door P
W. Scharroo: Organiseeren. 9.30 Uitzen-
ding v. d. 2e en 4e acte van „Carmen", in de
Stadsschouwburg te Amsterdam.
Hrizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M).
(Uitsluitend N. C. R. V.) 12.30—1.45 Con
cert. Mevr. R. A. v. d. Horst—Bleekrode,
piano. H. v. d. Horst Jr., cello. H. Hermann,
nool. 5.6.Kinderuurtje onder leiding v
IV. 't Hooft. 6.307.— Fransche les, begin
ners. 7.7.30 Engelsche handelscorrespon-
dentie. 8.— Concert. Spr.Ds. J. Rijks, predi
leant te Croix. N. Frankrijk: De Hollandsche
Vlaamsche Gem. te Roubaix, haar ontstaan,
werken en leven. De dames J. Kuipers, zang.
L. Edersheim, viool. L. Kehlenbrink, piano.
Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst 11.20
Cramofoonmuziek. 12.20 Concert, sopraan en
has. 12.50 Gramofoonmuziek. 1.20—2.20
Orkestconcert. 2.50 Voor de scholen. 3.15
Muziek. 3.20 Gedichtenvoorlezing. 3.50 Le
zing. 4.05 Licht klassiek concert S. Austin,
bariton. L. Gergely, piano. 5.05 Concert
orgelbespeling. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Gra
mofoonmuziek 6.35 Nieuwsberichten. 6.50
Tuinpraatje. 7.— Muziek. 7 05 Pianoduetten
van Schubert. 7.20 Landbouwpraatje. 7.35
Muziek. 7.45 Lezing. 8.05 Orkestconcert.
Walsvan Ziehrer, Komzak. 8.50 Werken
van Suppe, door orkest. 9.35 Lezing. 9.50
Nieuwsberichten. 9.55 Zang-cyclus. Schu
bert's „Schwanengesang". 10.55 Rhymes en
Rhythm. Herry Graham en Zaidee Jackson
Daarna dansmuziek.
Parijs ..Radio-Paris", 1750 M. 12.50—
2.10 Orkestconcert. 4.05—5.05 Orkestconcert.
8.20 Literaire causerie. 8.5011 20 Concert.
Orkest en solisten.
Langenberg, 469 M. 8.25—9.20 Morgen
wijding. 10.5011.50 Kamermuziek. Wiener
strijkkwartet. 12.20—1 50 Orgelconcert. 3.50
5.20Schubertconcert „Schwanengesang"
7.20 Gewijde muziek. Orkest en koor v. d.
Bachver. H. Hedler—Kritzler en I. Kiihl, so
praan. E. Heymans, alt. H. Booth, tenor. Dr.
Elkan, bas.
Konigswusterhausen (Zeesen). 1250 en of
1700 M. c.a. 8.15 Carillonbespeling. 8.20
Morgenwijding. 3.50 Vocaal concert. D.
Busch, sopraan. Daarna orkestconcert. 7.20
„Der Mann, den Gott Schlug", radiotooneel
van RothenfeldCr. 10.50 Sluiten.
Hamburg, 395 M. 8.35 Morgenwijding.
12.20 Concert. Orkest en solisten. 3.20 „Die
Bussfertigen", radio-tooneel. 5.05 Schubert-
feest. 7.20 Bachconcert: 8.20 Busstag-concert.
10.0511.20 Kamermuziek.
Brussel, 509 M. 5.20 Orkestconcert. 6.50
Trioconcert. Schubert- muziek. 8.35 Marche
funebre, Wagner. 8.5010 35 Orkestconcert.
door Paul Hymans,
Belgisch Minister van Buitenl. Zaken
Belgie en het herstel. Het vraagstuk
van het herstel en het vraagstuk van de
ontruiming der bezette gebieden in het
Rijnland zijn ook voor Belgie van het
grootste belang, vooral wat zijn eigen
veiligheid betreft; voorts zijn groote be-
langen voor Belgie gemoeid met het her
stel, waarop het aanspraak heeft. In dit
Opzicht is onze toestand zuiver omschre-
ven. Want die wordt bepaald door twee
internationale verdragen, welke wij heb-
ben onderteekend: het verdrag van Lon-
den, dat in 1924 het Dawesplan in wer-
king stelde, en het verdrag van Was
hington, dat in 1925 de betalingsvoor-
waarden regelde van onze schulden aan
de Vereenigde Staten. De voorloop'ge
raining van onze staatsuitgaven en in-
komsten is v. or vele komende jaren
opgebouwd op deze verdragen: de eene
bepaalt de sommen, welke wij zullen
ontvangen, de andere de bedragen, wel
ke wij te betalen hebben; tusschen die
twee staat een verschil te onzen gunste,
iat tegenwoordig meer dan 18 millioen
bedraagt, maar dat evenwel in enkele
Door R. L. de W.
„Waarom vertelde je dat aan Drew?"
vroeg hij. „Je weet, dat het niet waar is"
„Ja, maar het moet, 't Zij hield plotse-
ling op en keek hem in zijn oogen, terwijl hij
op haar neer stood te kijken. „Iemand heeft
me hier gisterenavond uit zien komen."
„Beware me!" riep hij verpletterd van
schrik.
„En dus was ik wel verplicht ten koste
van jou, mijn reputatie te redden". Haar stem
klcnk onnatuurlijk, in hooge mate zenuwach
tig
„Wie heeft je gezien?" vroeg Beresford bij-
na raw.
„Sir Alfred en Lady Tringe; ze reden voor-
bij toen wij op een taxi stonden te wachten"
Kreunend zonk Beresford terug in zijn
stoel.
„Waarom heb je me niets gezegd?" vroeg
hij
„Och ik wi de je er niet vervelend mee ma
ken", zeide ze zenuwachtig.
..A/lisschier hebben ze je niet gezien", zei
de hij met een gcvoel van hoop.
„Ja, dat dec'tn ze wel", zeide zij met neer-
jeslagen oogen. „Hun taxi stopte om de
jaren nagenoeg tot 28 millioen zal stij-
gen, om ongeveer in de jaren 1935—36
geleidelijk weer tot 17 millioen terug te
vallen. Dit overschot is echter bij lange
na niet geevenredigd aan de zware las-
ten, welke de oorlog ons heeft opgelegd
Wel vormt dit bedrag de eenige compen
satie, welke ons door verdragen is toe
gestaan. Daarom is het van groot ge
wicht, dat het ons in elk geval gewaar
borgd blijft. Ongetwijfeld zou Belgie elke
poging om dit bedrag te verminderen af-
wijzen. Op materieel gebied hebben wij
evenwel nog een ander belang te verde-
digen, n.l. de eindelijke regeling van een
Duitsche schuld aan marken, welker
geldigheid nooit betwist is.
Het vraagstuk der veiligheid. Belgie
begroet elke bespoediging van de beslis-
sende regeling der uit den oorlog voort-
gesproten problemen, welke strekt tot
bevordering van de eendracht der volke
ren en van de stabiliseering van Europa
met een geest van openhartigheid en ob-
jectiviteit. Wij volgens een politiek van
vrede en veiligheid. Die is noodzakelijk
en natuurlijk, zij ontspruit zoowel uit
onze behoeften als uit ons karakter. Bel
gie heeft bij een oorlog niets te winnen.
maar^wel alles te verliezen. Wij bedrei-
gen memand. Nimmer zal Belgie in
Europa een bron van verwarring en on-
rust wezen. Deze politiek van veiligheid
en vrede legt op Belgie plichten, zoowel
naar binnen als naar buiten.
Belgie moet, voor de zekerheid van
zijn grenzen, de noodige offers weten te
brengen. Het komt er op aan, te beletten,
dat in geval van een nieuwen oorlog zijn
gebied, waarop tal van historische leger-
wegen liggen, wederom een plaats wordt
waar de oorlog wordt uitgevochten,
waar de overwinning wordt beslist en
de vernieling zich voltrekt. Uit dezelfde
overweging moeten wij onze meest
nauwgezette en krachtige medewerking
stellen in den dienst van het internatio
nal werk der verzoening en van de
scheidsrechterlijke beslissing van ge-
schillen; wij moeten alle pogingen on-
dersteunen, welke ten doel hebben de
wereldpolitiek op redelijke grondslagen
te vestigen en den vrede te versterken,
en welke er naar streven geleidelijk, in
de plaats van het stelsel van het geweld,
de heerschappij te plaatsen der door de
volken contractueel erkende wetten, de
heerschappij van het r e c h t.
A1 mogen wij dan sedert een jaar geen
zitting meer hebben in den Volken-
bondsraad, toch nemen wij geregeld deel
aan al zijn werk. Men weet dat een af-
zonderlijke commissie uit den Volken-
bond is gevormd, onder leiding van dr.
Benesj, welke ten doel heeft verschillen
de plannen voor collectieve of afzonder
lijke verdragen uit te werken, welke den
Staten eenigermate tot voorbeeld kun
nen strekken. Deze beoogen het organi
seeren van het werk der beslechting van
geschillen, de verzoening of het vellen
van een oordeel in de verschillende con-
flicten van politieken of juridischen
aard. Weer anderen hebben tot onder-
werp de wederzijdsche hulp of het afzien
van aanvallen. De commissie onder
zoekt ook de artikelen 10, 11 en 16 van
het Volkenbondspact om bepaalde ga-
ranties, welke daarin zijn opgenomen en
welke betrekking hebben op het voorko-
men van oorlogen, nauwkeurig te om-
schrijven.
Onzerzijds hebben wij een heele rij we-
derkeerige scheidsrechterlijke verdra
gen met verschillende landen van Euro
pa gesloten. Met de Vereenigde Staten
en Polen voeren wij thans onderhande-
lingen over het sluiten van zulke ver
dragen.
Kelloggpact en wereldvrede. Ook Bel
gie heeft deelgenomen aan het indruk-
wekkende initiatief van de Vereenigde
Staten, waardoor alle staten zich aan-
eensluiten bij een verdrag, waarbij zij de
uitbanning van den oorlog als oplossing
van alle internationale geschillen uit-
spreken, waarbij zij afzien van den oor
log als een werktuig van hunne nationa-
le politiek en waarbij zij zich verplich-
ten, de regeling hunner geschillen lou-
ter en alleen door vreedzame middelen
na te streven. Bezield met den levendi-
gen wil tot den vrede, welke onze poli
tiek en de gansche natie vervult, heb ik
onverwijld mijn sympathie voor het
Amerikaansche voorstel in beginsel uit-
gedrukt; tegelijkertijd heb ik evenwel
ook den nadruk gelegd op de noodzake-
lijkheid van de volkomen handhaving
van het Vblkenbonds-pact en van de
verdragen van Locarno, want dat zijn de
grondslagen van onze internationale or-
ganisatie en de waarborgen voor onze
veiligheid. Sedert dien hebben de groote
mogendheden, tot wie de Vereenigde
mijne vorrbij te laten gaan en toen zag ik,
dal l ady Tringe ons aanwees aan Sir Al
fred. Tegen etenstijd weet half Londen het."
Van onder haar oogharen keek ze naar hem.
zooals hij daar als een beeld van wanhoop
zat met zijn armen aan weerszijden van den
stoel raar beneden hangend
„Het spijt me erg- maar maar ik kon
niet anders. Ben je heel boos?" vroeg ze met
bevende stem
„Boosi Ik?" vroeg hij dof.
Tevergeefs trachtte hi] zich alles te herin-
ner.-n wat hij haar den vorigen avond had
verteld Kwam allemaal doordat zij zijn
brievtn en zijn telefonische boodschappen
niet had ontvangen. De plotselinge reactie
had hem uit zijn evenwicht gebracht. Ze had-
den weinig gezegd over den toevalligen sa-
menmop, waardoor twee brieven haar niet
hadden bereikt. Beiden hadden gevoeld, dat
iftrs. Crisp er de verantwoording van had.
„Toe wees niet boos op me", zeide ze,
even later liet ze zich van haar stoel glijden
en knielde bij hem neer. Haar aanraking
scheen hem uit zijn verdooving te doen ont-
waken. Met een plotselinge beweging greep
lij haar vast en drukte haar tegen zich aan.
„0, mijn God, Lola, wat doe je. Je o,
mijn beveling". Hij bukte zich en kuste haar
hartstochtelijk.
Met weluevallen nestelde zij zich tegen
lem aan. Opeens werd hij weer ongenaak-
baar. „Zie je dan niet, dat het volstrekt
dat het beslist onmogelijk is
„Zou je niet denken dat je na verloop van
Staten zicli gewend hadden, hun Instem-
ming in principe uitgesproken, maar zij
hebben daarbij terzelfdertijd een gelijke
bezorgdheid geformuleerd als de Belgi-
sche regeering deed. Op deze manier
heeft het Amerikaansche initiatief ge-
leid tot een algemeene overeenstemming
en tot een plechtig pact, dat een nieuwen
waarborg vormt voor de internationale
orde en den vrede. Het anti-oorlogsver-
drag kan de bestaande waarborgen be-
vestigen, aanvullen en versterken, en
het technische en juridische mechanis-
me van den vrede volmaken. Zelfs in-
dien men daarin niets meer zag dan den
sterken weerklank, de bevestiging van
het vredes-idee, dan zou het nog altijd
de vooruitgang en de menschheid die-
nen. De vrede toch is, volgens het zoo
diepe en wijze woord van Coolidge: een
groote geestelijke verovering. Wil de
vrede verzekerd zijn, dan moeten de vo'i-
ken hem erkennen als een noodzakelijk-
heid, als een plicht, als een zedelijke
waarheid; zij moeten eeuwenoude voor-
oordeelen afleggen en zichzelf een nieuw
en edeler geweten eigen maken.
Dit is de taak van den tijd, waaraan
de staatslieden zich moeten wijden. Het
is niet alleen hun plicht, te werken voor
het heden. De zorg voor de toekomst
moet de politiek beheerschen. Wat zal
er in tien, in twintig jaar van dit Europa
geworden zijn, dat nog zooveel duisters
bevat dat bezorgdheid wekt? Wij mogen
niets verwaarloozen wat er toe lean bij-
dragen, aan de komende geslachten
vreeselijke en doodelijke ervaringen en
beproevingen te besparen.
BOND VAN GEM. ZANGVEREEN. IN
NOORD-HOLLAND.
Bovengenoemde Bond hield j.I. Zondag
een algemeene vergadering in cafe „Central",
onder leiding van den heer Jb. de Jong van
Hoogkarspel, die de volgende openingsrede
uitsprak:
Dames en Heeren!
't Is ons 'n genoegen u voor de zooveelste
maal op de jaarvergadering van onzen Bond
't welkom toe te roepen, deze vergadering te
openen en te leiden. Hoe gaarne zouden wij
nieuwe gedachten met betrekking tot den
zang voor u haar voren brengen; gedachten,
rijk en schoon, en bevorderlijk aan de zaak,
die wij dienen. En waard is hij 't, want de
zang voert op tot hoogere dingen; door der
zang geven wij uiting, zoowel aan onze
blijdschap als aan onze diepste en meest ern-
stige gevoelens. Hoe treft ons't lied, waarin
de blijdschap wordt uitgejubeld, welk 'n
wondere macht en wijding gaat er uit van
onze godsdienstige zangen. En om dit alles
nu te bevorderen, om de beoefening daarvan
onder steeds breedere lagen van ons volk te
brengen, over de beste wijze, waarop dit zal
kunnen geschieden, willen wij dan op dezen
dag op eenvoudige en oprechte wijze met el-
kander van gedachten wisselen. En wij wil
len daarbij gaarne gelegenheid geven, dat
iederer meening naar voren wordt gebracht.
Zien we de agenda van dezen dag even in,
dan treft't u en ons al direct, welk 'n ver-
dienstelijk en ijverig man wij in onzen secre-
taris bezitten. Thans vraagt hij onzen aan-
dacht voor de bevordering van den kinder-
zang op zangscholen en lagere scholen. Ver-
der roept hij uwe en onze medewerking in
tot uitbreiding van het aantal kunstlievende
en begunstigende leden, opdat de Bond er
ook geldelijk weer heter voor kome te staan;
van gelijke strekking is een voorstel om in
de plaats, waar't zangersfeest zal worden
gehouden, een waarborgfonds te vormen
van minstens 1000 gulden. Meer samenwer-
king wordt gevraagd met bevriende zangers-
bonden, allerlei zaken, waard om te worden
besproken, en niet anders dan bevorderlijk
kunnende zijn aan doel en streven van onzen
Bond, 't Heeft het Hoofdbestuur genoegen
gedaan van zoovele vereenigingen bewijzen
van instemming te hebben ontvangen om
onzen penningmeester tot eerelid van onzen
Bond te benoemen. Bij hem waren de geld-
middelen steeds in goede handen. En zoo
roepen wij dan weer uwe medewerking in
om dezen dag vruchtdragend werk te ver-
richten. Het Hoofdbestuur weet, dat u, alge
meene vergadering, hem dien steun niet zult
onthouden. Daarvoor reeds bij voorbaat on
zen zeer vriendelijken dank. Die dank hier
openlijk uit te spreken is ons 'n behoefte des
harten, want wanneer 't u in 't openbare
leven gegaan is als ons, dan ontmoet men't
ook anders. Innerlijke beschaving is niet
ieders deel, en wie bij't leiden eener verga
dering in krachttermen en wat algemeen-
heden, ja, soms zelfs met grofheden z'n kracht
zoekt, staat zwak; zoo willen wij't niet; wij
laten aan u gaarne de beslissing; aan ons
slechts uwe gedachten en besprekingen te
tijd wel een beetje van me zoudt kunnen gaan
houden", informeerde ze schalks.
„Lola, begrijp je dan niet? Ik heb niets
letterlijk niets om je aan te bieden. Als Dre-
with niet komt opdagen, kan ik zelfs de
lunch niet betalen. Ik kan geen taxi bekosti-
gen. Gisterenavond hebben ze mijn porte-
feuille gestolen. Ik ontdekte het pas vanmor-
gen. Ik ben op, op en weg", besloot hij met
ids in zijn stem dat op een snik leek.
„En toch kocht je nog voor mij die prach-
tige bloemen", zeide ze."
Ze leunde voorover en begroef haar gezichi
in de anjers. Beresford keek naar haar.
Langzamerhand begon hij alles in te zien en
hij moest wel toegeven dat het noodlot inder-
daad de zaak in handen had genomen. Hoe
kon nu juist die concierge een vriend hebben
in Bellevue. Waarom moest die vriend nu
juist bij hem komen even nadat Beresford
hem de brieven had overhandigd om te pos-
ten? Waarom moest nu juist die man uit Bel
levue zijn oog laten vallen op Lola's brief
en waarom moest hij dan nog bovendien aan-
bieden om dien brief mee terug te nemen?
Weer, waarom had Lola haar verblijf in Sur
rey opgegeven en was ze teruggekomen naar
Londen? Verder nog Hij sprong op en
ging door de kamer loopen.
„Weet je niet, wat ik doe?" Zij stond op en
kroop in een hoekje van den stoel, dien hij
juist verlaten had.
„Wat je doet?" herhaalde hij, terwijl hij
voor haar staan |>leef.
Ja", hakkelde ze. „Ik gooi me gewoon
leiden. Mochten wij zoo door wisseling van
gedachten 't beste bereiken, wat voor ons,
voor den zang, te bereiken is.
Dames en Heeren! Wij roepen u alien 't
welkom toe; dat welkom geldt niet't minst
ook de pers, van wie wij weten, dat zij ons
streven, verbetering van den volkszang, wel-
willend gezind is. Mocht 't ook haar hier
goed zijn in ons midden, en mochten de te
nemen besluiten bij't lezend publiek belang-
stellende gevoelens opwekken voor alles wat
de gemengde koorzang op hooger peil kan
brengen.
Dames en Heeren! Hiermede openen wij
onze algemeene vergadering. (Applaus.)
De heer R. Sasburg van Benningbroek,
secretaris, las de notulen, welke ongewijzigd
werden vastgesteld.
Het jaarverslag getuigde wederom van een
opgewekt zangersleven, wat zeker noodig
is, omdat aan de eischen op vocaal en mstru-
mentaal gebied steeds hooger norm wordt
gesteld.
In het afgeloopen jaar werd een dirigen-
tencursus gehouden onder leiding van den
tieer Boedijn, welke als zeer geslaagd mag
worden beschouwd.
Verder stipten wij aan, dat de Bond is
begonrien met den aanleg van een partituren-
bibliotheek.
Het zangersfeest te Nieuwe Niedoip gaf,
wat de opkomst van het publiek betreft, een
groote teleurstelling.
Het verslag, dat eindigde met een krachtige
opwekking tot bevordering van den zang,
werd onder dank vastgesteld.
Rekening en verantwoording over 1928.
De heer Zweed (Abbekerk) bracht namens
de commissie van onderzoek rapport uit,
daarbij mededeelende, dat de ontvangsten (in-
begrepen het batig saldo over 1927 ad
J 317.6914) hadden bedragen 1400 4714
de uitgayen 1470.41, zoodat er een nadeelig
slot was van 69.9314.
Op het zangersfeest te Nieuwe Niedorp
was ontvangen f 802.80, terwijl hiervoor
was uitgegeven f 1134.25, Waar er nog pl.m.
f 120 moet worden betaald, had dit feest in
totaal een nadeelig slot van pl.m. 450.
De commissie bracht den heer De Groot
van Barsingerhorn als penningmeestei dank
voor het nauwkeurig beheer en stelde voor
hem volkomen te dechargeeren, waartoe
z. h. st. werd besloten.
De begrooting voor 1929 werd zonder dis-
cussie vastgesteld op een bedrag van
f 309.20.
Aan de orde kwam een voorstel van de
afdeeling Wieringerwaard, door tal van ver
eenigingen gesteund, om den heer Joh. de
Groot te benoemen tot eerelid van den
Bond.
De heer Zweed (Abbekerk) juichte dit
voorstel toe, doch spr. meende, dat het nu in
strijd zou zijn met het reglement, den heer
De Groot nog langer in het Hoofdbestuur te
handhaven, temeer, daar hij zich ook uit zijn
vereeniging terugtrekt en zich te Alkmaar
gaat vestigen.
Uit de besprekingen bleek wel, dat de
heer De Groot ook door zijn vereeniging te
Barsingerhorn tot eerelid was benoemd.
Het meerendeel der vergadering was van
oordeel, dat de heer De Groot als eerelid nog
wel degelijk in het vereenigingsleven blijft.
De heer Jonker (Alkmaar) wilde den heer
De Groot, die oud van jaren, doch nog
frisch van geest is, ook graag nog wat voor
den Bond behouden.
Tenslotte werd onder groote instemming
den heer De Groot tot eere-lid benoemd,
waarvoor deze de vergadering op de hem
eigene wijze dank bracht.
Verkiezing leden Hoofdbestuur.
a. Wegens aftr. van mevr. T. Hittema—De
Vet (niet herkiesbaar).
Als candidaten waren gesteld de heeren P.
de Hart (Koedijk), H. J. Zaal (Broek op Lan-
gendijk) en L. v. Loo (Den Helder).
Na verschillende stemmingen werd laatst-
genoemde met een stem meerderheid op den
heer Zaal gekozen.
b. Wegens aftr. van de heesen G. Vroora
en Joh. de Groot (herkiesbaar).
Hierbij waren geen tegencandidaten ge
steld, zoodat deze heeren werden geacht te
zijn herkozen.
In verband met hetgeen bij het vorig punt
door den afgevaardigde van Abbekerk was
gezegd, werd op voorstel van den heer Hart
besloten in de notulen vast te leggen, dat
voortaan eereleden dezelfde rechten zullen
hebben als gewone leden.
Als plaats voor de volgende algemeene
vergadering werd Alkmaar wederom aange-
wezen met 12 stemmen, tegen 7 st. op Hoorn.
Het nazien der rekening voor het volgend
jaar werd opgedragen aan de afd. Nieuwe
Niedorp, Schagen en Helder's Gemengd koor.
De voorzitter maakte nog een verzuim
goed, door mevr. HittemaDe Vet dank te
aan je voeten en ze wierp vluchtig een
angstigen blik op hem „en je helpt me niet,
niet een klein beetje", zij beet op haar lip,
toen even later bedekte ze weer haar gezic'ht
met haar handen en dook weg in een hoek
van den stoel.
Het volgend oogenblik lag Beresford ge-
knield voor haar.
„Mijn beveling; o, mijn liefste!" fluisterde
hij, pogend haar handen te verwijderen. „Je
weet wel, je weet toch wel je begrijpt toch,
is't niet? voel je niet, hoe onmogelijk het is,
hoe hoe wanhopig hield hij op.
„Je hebt me geeompromitteerd en nu ver-
needer je me", snikt ze, steeds met haar han
den voor het gezicht.
„Mijn lieve schat Lola toe, zeg dat
niet". Hij hield op, sprakeloos in zijn wan-
hoop. „Neen, neen". Weer poogde hij haar
handen weg te krijgen, maar zonder succes
Zij draaide alleen haar gezicht nog verder
van hem af.
Beresford keek met een wilden blik om
zich heen, ergens om een ingeving of hulp
zoekend. Wat moest hij beginnen? Wat
Opeens deed ze haar handen weg lach-
te, ja ze lachte hem vlak in zijn oogen.
In zijn verbazing ging hij achterover en
zat op zijn hurken en staarde, onbewust van
de koddige vertooning, die hij maakte.
„0, wat doe je gek", riep ze zenuwachtig.
,Toe sta op".
Langzaam deed hij het, in zijn waardig-
heid gekwetst, maar twee tranen ziende, die
langs haar wangen biggcldep. ging hij op
betuigen voor hetgeen zij in het belang van
den Bond had gedaan. (Applaus).
Aan de orde waren nu de besprekinger
over het Zangersfeest 1929, waarvoor de
volgende plaatsen werden voorgesteld. Den
Helder, Kolhorn en Alkmaar.
De heer Van Loo (Den Helder) deelde
mede, dat zijn vereeniging tot haar spijt de
aanvrage moest intrekken, omdat niet de
medewerking kon worden verkregen van
„He!ders Belang".
Door Kolhorn was gemeld, dat de vereeni
ging, welke het vo;gend jaar haar zilveren
jubileum viert, gaarne het financieel risico
zou willen dragen, doch uit de mededeelin-
gen van den afgevaardigde bleek wel, dat de
secretaris hiermede iets te voorbarig was ge-
weest.
Door den heer Jonker werd mededeeling
gedaan van een onderhoud met den heer
Timmerman, exploitant van den Stedelijken
Muziektuin, die zeker tot alle medewerking
bereid zou zijn, doch eerst nad-ere gegevens
verlangde.
Na eenige besprekingen werd met 14
tegen 4 st. besloten het Zangersfeest te Alk
maar te houden, wanneer althans de bespre
kingen tusschen het Hoofdbestuur en den
heer Timmerman tot een bevredigend resul-
taat leiden.
Tot juryieden werden benoemd de heeren
Jan Sluis en Bernard Diamant, met als
plaatsvervanger George Robert.
Het Hoofdbestuur wekte alien op aan den
samenzang deel te nemen, omdat de waarde
hiervan niet mag worden onderschat uit een
oogpunt van zangstudie en saamhoorigheid.
Alle aanwezige vereenigingen zegden dan
ook hare medewerking toe, met uitzondering
van de afdeeling Heer-Hugowaard, die een
afwijzendt houding aannam op grond van
op de laatste kringrepetitie opgedane onaan-
gename ervanngen.
De door het Hoofdbestuur voorgestelde
nummers voor samenzang: Lofzang Frieso
Moolenaar en Ontwaakt loopt Herders dezen
nacht, Rontgen (afl. 50 Ned. Koorv.) kond-en
de goedkeuring der vergadering wegdragen
Onder algemeene instemming werd ah
leider van den samenzang aangewezen d<
heer R. Sasburg.
De datum voor het Zangersfeest werd be
paald op den 3en Zondag in Juni.
Er zal ook gelegenheid zijn voor vereeni
gingen, welke eenzelfde directeur hebben, ge-
combineerd een nummer te zingen, wat zijn
nut kan hebben, zoo een vereeniging door
onvoldoende bezetting of anderszins niet goed
kan uitkomen.
Voorts werd nog bepaald, dat voor de
kringrepetities de betrokken vereenigingen
voor entree's een waarborgsom zullen moe
ten storten van f 20, daar het meermalen is
voorgekomen, dat de belangen van den Bond
op dit punt werden verwaarloosd.
Door den heer Sasburg werd ingeleid een
bespreking over de bevordering van den kin-
derzang op zangscholen en lagere scholen,
wat z. i zeer wenschelijk zou zijn in ver
band met het gebrek, dat er bestaat aan
jonge krachten.
De heer Jonker wees er op, dat men hier
mede in de practijk voor groote moeilijk-
heden zou komen te staan Het leek spr. to-e,
dat dit voor den Bond een onderwerp moest
zijn van diepgaande studie, waarom hij
voorstelde hiertoe een commissie van onder
zoek te benoemen.
Na eenige discussie kon de vergadering
zich hiermede vereenigen en werden in deze
commissie benoemd de heeren Sasburg, Jon
ker, v. d. Mey, Zaal, Van Ham en De Groot.
De commissie voor de partiturenbibliotheek
bracht bij monde van den heer Jonker ver
slag uit, waarvan we aanstippen, dat men
bezig is de partituren in drie moeilijkh-eids-
graden te veideelen. De directeuren zullen
binnenkort koorwerken op zicht kunnen
krijgen, waartoe de uitgevers alle medewer
king verleenen.
Er zijn vele plannen, o.m. tot het uitschrij-
ven van een prijsvraag voor een eenvoudig
werk, geschikt voor samenzang, het doen ver-
tal-en en uitgev-en voor rekening' van den
Bond van eenige buitenlandsche werken, enz.
De heer Jonker v-erzocht den bibliothe-
carissen, de z.g.n. dubbele werken aan de
commissie af te staan.
De voorzitter bracht de commissie een
woord van dank.
Besloten werd een actie op touw te zetten
tot het werven van kunstlievende leden en
donateurs, die tegen een contributie van
f 1.50, f 2.50, 5 en f 10 vrij toegang heb
ben op het zangersfeest en het programma
en het verslag toegezonden krijgen.
Ook zal een circutaire tot de niet aange-
sloten vereenigingen worden gericht met
het verzoek alsnog tot den Bond toe te
treden.
Van de Alg Ned Koorzangcentrale was
de armleuning van haar stoel zitten en trok
haar naar zich toe.
„Mijn lieveling", zeide hij ernstig. „Ik ben
zoo alles is, 't is een beroerde boel. Ik
weet niet waar ik ben waartoe ik besta.
Soms geloof ik, dat ik krankzinnig ben
misschien ben ik het inderdaad."
Zij keek naar hem op, een vermoeid lachje
verhelderde even haar gezichtje, waar droeve
lijnen op geteekend stonden.
„Ik ben zoo op, Jerry", zeide ze. „Ik heb
geen oog dicht gedaan, geen oogenblikje,
geen secondetje" vroegde ze toe met een
flauwe poging voor een grapje. „Wees nu
eens lief voor me. 't Was zoo moeilijk",
meesmuilde ze; „moeilijk om te maken dat je
van me hield. Vermoeid sloot ze haar oogen.
„Lieveling."
Hartstochtelijk drukte Beresford haar
tegen zich aan.
„Mijn lieveling", herhaalde hij en zich bui-
gend kuste hij heur haar.
Toen vertelde hij haar met een vloed van
woorden alles. Dat hij naar Londen terug
was gegaan om haar te zoeken, dat hij in het
Ritz Carlton had gelogeerd in de verwach-
ting haar daar aan te treffen, dat hij overal
rond geloopen had, waar maar kans was
haar te ontmoeten, dat hij haar naar Folke
stone had achtervolgd en ten laatste, dat hij
den weg om uit de moeilijkheden te raken en
dien hij nu bijna niet onder oogen durfde
zien, had aangegrepen.
„Lieveling", zeide zij, toen hij had uitge
sproken. „Lieve Jerry!"
(Wordt vervolgd).
561