Ilki39cscl)6 Conrant. lit Belgie's biManM politiek, Hondfird dertig;sT8 Jairi; -«5. Pinsdag- %Q November. Radio-BiDekje FEUILLETON. Sfasfs£ii@i£ws I *0 m 1928 Woensdag 21 November. Hilversum, 1071 M. 10.10.15 Morgen wijding. 12.302.Concert door het Boris Lensky-Trio. 2.303.Cursus leerbewer- king. 3.-4.— Maak het zelf! 6.—7.15 Con cert door het Omroep-orkest. Wiener Volks- muziek. 7.15—7.45 Gezondheidshalfuurtje: Gezondheid en verwarming. 8.059.Een .uurtje Volkszang, uit Haarlem, door de Ned. Ver. v.d. Volkszang. 9.—9.30 Lezing door P W. Scharroo: Organiseeren. 9.30 Uitzen- ding v. d. 2e en 4e acte van „Carmen", in de Stadsschouwburg te Amsterdam. Hrizen, 340.9 M. (Na 6 uur 1870 M). (Uitsluitend N. C. R. V.) 12.30—1.45 Con cert. Mevr. R. A. v. d. Horst—Bleekrode, piano. H. v. d. Horst Jr., cello. H. Hermann, nool. 5.6.Kinderuurtje onder leiding v IV. 't Hooft. 6.307.— Fransche les, begin ners. 7.7.30 Engelsche handelscorrespon- dentie. 8.— Concert. Spr.Ds. J. Rijks, predi leant te Croix. N. Frankrijk: De Hollandsche Vlaamsche Gem. te Roubaix, haar ontstaan, werken en leven. De dames J. Kuipers, zang. L. Edersheim, viool. L. Kehlenbrink, piano. Daventry, 1600 M. 10.35 Kerkdienst 11.20 Cramofoonmuziek. 12.20 Concert, sopraan en has. 12.50 Gramofoonmuziek. 1.20—2.20 Orkestconcert. 2.50 Voor de scholen. 3.15 Muziek. 3.20 Gedichtenvoorlezing. 3.50 Le zing. 4.05 Licht klassiek concert S. Austin, bariton. L. Gergely, piano. 5.05 Concert orgelbespeling. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Gra mofoonmuziek 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Tuinpraatje. 7.— Muziek. 7 05 Pianoduetten van Schubert. 7.20 Landbouwpraatje. 7.35 Muziek. 7.45 Lezing. 8.05 Orkestconcert. Walsvan Ziehrer, Komzak. 8.50 Werken van Suppe, door orkest. 9.35 Lezing. 9.50 Nieuwsberichten. 9.55 Zang-cyclus. Schu bert's „Schwanengesang". 10.55 Rhymes en Rhythm. Herry Graham en Zaidee Jackson Daarna dansmuziek. Parijs ..Radio-Paris", 1750 M. 12.50— 2.10 Orkestconcert. 4.05—5.05 Orkestconcert. 8.20 Literaire causerie. 8.5011 20 Concert. Orkest en solisten. Langenberg, 469 M. 8.25—9.20 Morgen wijding. 10.5011.50 Kamermuziek. Wiener strijkkwartet. 12.20—1 50 Orgelconcert. 3.50 5.20Schubertconcert „Schwanengesang" 7.20 Gewijde muziek. Orkest en koor v. d. Bachver. H. Hedler—Kritzler en I. Kiihl, so praan. E. Heymans, alt. H. Booth, tenor. Dr. Elkan, bas. Konigswusterhausen (Zeesen). 1250 en of 1700 M. c.a. 8.15 Carillonbespeling. 8.20 Morgenwijding. 3.50 Vocaal concert. D. Busch, sopraan. Daarna orkestconcert. 7.20 „Der Mann, den Gott Schlug", radiotooneel van RothenfeldCr. 10.50 Sluiten. Hamburg, 395 M. 8.35 Morgenwijding. 12.20 Concert. Orkest en solisten. 3.20 „Die Bussfertigen", radio-tooneel. 5.05 Schubert- feest. 7.20 Bachconcert: 8.20 Busstag-concert. 10.0511.20 Kamermuziek. Brussel, 509 M. 5.20 Orkestconcert. 6.50 Trioconcert. Schubert- muziek. 8.35 Marche funebre, Wagner. 8.5010 35 Orkestconcert. door Paul Hymans, Belgisch Minister van Buitenl. Zaken Belgie en het herstel. Het vraagstuk van het herstel en het vraagstuk van de ontruiming der bezette gebieden in het Rijnland zijn ook voor Belgie van het grootste belang, vooral wat zijn eigen veiligheid betreft; voorts zijn groote be- langen voor Belgie gemoeid met het her stel, waarop het aanspraak heeft. In dit Opzicht is onze toestand zuiver omschre- ven. Want die wordt bepaald door twee internationale verdragen, welke wij heb- ben onderteekend: het verdrag van Lon- den, dat in 1924 het Dawesplan in wer- king stelde, en het verdrag van Was hington, dat in 1925 de betalingsvoor- waarden regelde van onze schulden aan de Vereenigde Staten. De voorloop'ge raining van onze staatsuitgaven en in- komsten is v. or vele komende jaren opgebouwd op deze verdragen: de eene bepaalt de sommen, welke wij zullen ontvangen, de andere de bedragen, wel ke wij te betalen hebben; tusschen die twee staat een verschil te onzen gunste, iat tegenwoordig meer dan 18 millioen bedraagt, maar dat evenwel in enkele Door R. L. de W. „Waarom vertelde je dat aan Drew?" vroeg hij. „Je weet, dat het niet waar is" „Ja, maar het moet, 't Zij hield plotse- ling op en keek hem in zijn oogen, terwijl hij op haar neer stood te kijken. „Iemand heeft me hier gisterenavond uit zien komen." „Beware me!" riep hij verpletterd van schrik. „En dus was ik wel verplicht ten koste van jou, mijn reputatie te redden". Haar stem klcnk onnatuurlijk, in hooge mate zenuwach tig „Wie heeft je gezien?" vroeg Beresford bij- na raw. „Sir Alfred en Lady Tringe; ze reden voor- bij toen wij op een taxi stonden te wachten" Kreunend zonk Beresford terug in zijn stoel. „Waarom heb je me niets gezegd?" vroeg hij „Och ik wi de je er niet vervelend mee ma ken", zeide ze zenuwachtig. ..A/lisschier hebben ze je niet gezien", zei de hij met een gcvoel van hoop. „Ja, dat dec'tn ze wel", zeide zij met neer- jeslagen oogen. „Hun taxi stopte om de jaren nagenoeg tot 28 millioen zal stij- gen, om ongeveer in de jaren 1935—36 geleidelijk weer tot 17 millioen terug te vallen. Dit overschot is echter bij lange na niet geevenredigd aan de zware las- ten, welke de oorlog ons heeft opgelegd Wel vormt dit bedrag de eenige compen satie, welke ons door verdragen is toe gestaan. Daarom is het van groot ge wicht, dat het ons in elk geval gewaar borgd blijft. Ongetwijfeld zou Belgie elke poging om dit bedrag te verminderen af- wijzen. Op materieel gebied hebben wij evenwel nog een ander belang te verde- digen, n.l. de eindelijke regeling van een Duitsche schuld aan marken, welker geldigheid nooit betwist is. Het vraagstuk der veiligheid. Belgie begroet elke bespoediging van de beslis- sende regeling der uit den oorlog voort- gesproten problemen, welke strekt tot bevordering van de eendracht der volke ren en van de stabiliseering van Europa met een geest van openhartigheid en ob- jectiviteit. Wij volgens een politiek van vrede en veiligheid. Die is noodzakelijk en natuurlijk, zij ontspruit zoowel uit onze behoeften als uit ons karakter. Bel gie heeft bij een oorlog niets te winnen. maar^wel alles te verliezen. Wij bedrei- gen memand. Nimmer zal Belgie in Europa een bron van verwarring en on- rust wezen. Deze politiek van veiligheid en vrede legt op Belgie plichten, zoowel naar binnen als naar buiten. Belgie moet, voor de zekerheid van zijn grenzen, de noodige offers weten te brengen. Het komt er op aan, te beletten, dat in geval van een nieuwen oorlog zijn gebied, waarop tal van historische leger- wegen liggen, wederom een plaats wordt waar de oorlog wordt uitgevochten, waar de overwinning wordt beslist en de vernieling zich voltrekt. Uit dezelfde overweging moeten wij onze meest nauwgezette en krachtige medewerking stellen in den dienst van het internatio nal werk der verzoening en van de scheidsrechterlijke beslissing van ge- schillen; wij moeten alle pogingen on- dersteunen, welke ten doel hebben de wereldpolitiek op redelijke grondslagen te vestigen en den vrede te versterken, en welke er naar streven geleidelijk, in de plaats van het stelsel van het geweld, de heerschappij te plaatsen der door de volken contractueel erkende wetten, de heerschappij van het r e c h t. A1 mogen wij dan sedert een jaar geen zitting meer hebben in den Volken- bondsraad, toch nemen wij geregeld deel aan al zijn werk. Men weet dat een af- zonderlijke commissie uit den Volken- bond is gevormd, onder leiding van dr. Benesj, welke ten doel heeft verschillen de plannen voor collectieve of afzonder lijke verdragen uit te werken, welke den Staten eenigermate tot voorbeeld kun nen strekken. Deze beoogen het organi seeren van het werk der beslechting van geschillen, de verzoening of het vellen van een oordeel in de verschillende con- flicten van politieken of juridischen aard. Weer anderen hebben tot onder- werp de wederzijdsche hulp of het afzien van aanvallen. De commissie onder zoekt ook de artikelen 10, 11 en 16 van het Volkenbondspact om bepaalde ga- ranties, welke daarin zijn opgenomen en welke betrekking hebben op het voorko- men van oorlogen, nauwkeurig te om- schrijven. Onzerzijds hebben wij een heele rij we- derkeerige scheidsrechterlijke verdra gen met verschillende landen van Euro pa gesloten. Met de Vereenigde Staten en Polen voeren wij thans onderhande- lingen over het sluiten van zulke ver dragen. Kelloggpact en wereldvrede. Ook Bel gie heeft deelgenomen aan het indruk- wekkende initiatief van de Vereenigde Staten, waardoor alle staten zich aan- eensluiten bij een verdrag, waarbij zij de uitbanning van den oorlog als oplossing van alle internationale geschillen uit- spreken, waarbij zij afzien van den oor log als een werktuig van hunne nationa- le politiek en waarbij zij zich verplich- ten, de regeling hunner geschillen lou- ter en alleen door vreedzame middelen na te streven. Bezield met den levendi- gen wil tot den vrede, welke onze poli tiek en de gansche natie vervult, heb ik onverwijld mijn sympathie voor het Amerikaansche voorstel in beginsel uit- gedrukt; tegelijkertijd heb ik evenwel ook den nadruk gelegd op de noodzake- lijkheid van de volkomen handhaving van het Vblkenbonds-pact en van de verdragen van Locarno, want dat zijn de grondslagen van onze internationale or- ganisatie en de waarborgen voor onze veiligheid. Sedert dien hebben de groote mogendheden, tot wie de Vereenigde mijne vorrbij te laten gaan en toen zag ik, dal l ady Tringe ons aanwees aan Sir Al fred. Tegen etenstijd weet half Londen het." Van onder haar oogharen keek ze naar hem. zooals hij daar als een beeld van wanhoop zat met zijn armen aan weerszijden van den stoel raar beneden hangend „Het spijt me erg- maar maar ik kon niet anders. Ben je heel boos?" vroeg ze met bevende stem „Boosi Ik?" vroeg hij dof. Tevergeefs trachtte hi] zich alles te herin- ner.-n wat hij haar den vorigen avond had verteld Kwam allemaal doordat zij zijn brievtn en zijn telefonische boodschappen niet had ontvangen. De plotselinge reactie had hem uit zijn evenwicht gebracht. Ze had- den weinig gezegd over den toevalligen sa- menmop, waardoor twee brieven haar niet hadden bereikt. Beiden hadden gevoeld, dat iftrs. Crisp er de verantwoording van had. „Toe wees niet boos op me", zeide ze, even later liet ze zich van haar stoel glijden en knielde bij hem neer. Haar aanraking scheen hem uit zijn verdooving te doen ont- waken. Met een plotselinge beweging greep lij haar vast en drukte haar tegen zich aan. „0, mijn God, Lola, wat doe je. Je o, mijn beveling". Hij bukte zich en kuste haar hartstochtelijk. Met weluevallen nestelde zij zich tegen lem aan. Opeens werd hij weer ongenaak- baar. „Zie je dan niet, dat het volstrekt dat het beslist onmogelijk is „Zou je niet denken dat je na verloop van Staten zicli gewend hadden, hun Instem- ming in principe uitgesproken, maar zij hebben daarbij terzelfdertijd een gelijke bezorgdheid geformuleerd als de Belgi- sche regeering deed. Op deze manier heeft het Amerikaansche initiatief ge- leid tot een algemeene overeenstemming en tot een plechtig pact, dat een nieuwen waarborg vormt voor de internationale orde en den vrede. Het anti-oorlogsver- drag kan de bestaande waarborgen be- vestigen, aanvullen en versterken, en het technische en juridische mechanis- me van den vrede volmaken. Zelfs in- dien men daarin niets meer zag dan den sterken weerklank, de bevestiging van het vredes-idee, dan zou het nog altijd de vooruitgang en de menschheid die- nen. De vrede toch is, volgens het zoo diepe en wijze woord van Coolidge: een groote geestelijke verovering. Wil de vrede verzekerd zijn, dan moeten de vo'i- ken hem erkennen als een noodzakelijk- heid, als een plicht, als een zedelijke waarheid; zij moeten eeuwenoude voor- oordeelen afleggen en zichzelf een nieuw en edeler geweten eigen maken. Dit is de taak van den tijd, waaraan de staatslieden zich moeten wijden. Het is niet alleen hun plicht, te werken voor het heden. De zorg voor de toekomst moet de politiek beheerschen. Wat zal er in tien, in twintig jaar van dit Europa geworden zijn, dat nog zooveel duisters bevat dat bezorgdheid wekt? Wij mogen niets verwaarloozen wat er toe lean bij- dragen, aan de komende geslachten vreeselijke en doodelijke ervaringen en beproevingen te besparen. BOND VAN GEM. ZANGVEREEN. IN NOORD-HOLLAND. Bovengenoemde Bond hield j.I. Zondag een algemeene vergadering in cafe „Central", onder leiding van den heer Jb. de Jong van Hoogkarspel, die de volgende openingsrede uitsprak: Dames en Heeren! 't Is ons 'n genoegen u voor de zooveelste maal op de jaarvergadering van onzen Bond 't welkom toe te roepen, deze vergadering te openen en te leiden. Hoe gaarne zouden wij nieuwe gedachten met betrekking tot den zang voor u haar voren brengen; gedachten, rijk en schoon, en bevorderlijk aan de zaak, die wij dienen. En waard is hij 't, want de zang voert op tot hoogere dingen; door der zang geven wij uiting, zoowel aan onze blijdschap als aan onze diepste en meest ern- stige gevoelens. Hoe treft ons't lied, waarin de blijdschap wordt uitgejubeld, welk 'n wondere macht en wijding gaat er uit van onze godsdienstige zangen. En om dit alles nu te bevorderen, om de beoefening daarvan onder steeds breedere lagen van ons volk te brengen, over de beste wijze, waarop dit zal kunnen geschieden, willen wij dan op dezen dag op eenvoudige en oprechte wijze met el- kander van gedachten wisselen. En wij wil len daarbij gaarne gelegenheid geven, dat iederer meening naar voren wordt gebracht. Zien we de agenda van dezen dag even in, dan treft't u en ons al direct, welk 'n ver- dienstelijk en ijverig man wij in onzen secre- taris bezitten. Thans vraagt hij onzen aan- dacht voor de bevordering van den kinder- zang op zangscholen en lagere scholen. Ver- der roept hij uwe en onze medewerking in tot uitbreiding van het aantal kunstlievende en begunstigende leden, opdat de Bond er ook geldelijk weer heter voor kome te staan; van gelijke strekking is een voorstel om in de plaats, waar't zangersfeest zal worden gehouden, een waarborgfonds te vormen van minstens 1000 gulden. Meer samenwer- king wordt gevraagd met bevriende zangers- bonden, allerlei zaken, waard om te worden besproken, en niet anders dan bevorderlijk kunnende zijn aan doel en streven van onzen Bond, 't Heeft het Hoofdbestuur genoegen gedaan van zoovele vereenigingen bewijzen van instemming te hebben ontvangen om onzen penningmeester tot eerelid van onzen Bond te benoemen. Bij hem waren de geld- middelen steeds in goede handen. En zoo roepen wij dan weer uwe medewerking in om dezen dag vruchtdragend werk te ver- richten. Het Hoofdbestuur weet, dat u, alge meene vergadering, hem dien steun niet zult onthouden. Daarvoor reeds bij voorbaat on zen zeer vriendelijken dank. Die dank hier openlijk uit te spreken is ons 'n behoefte des harten, want wanneer 't u in 't openbare leven gegaan is als ons, dan ontmoet men't ook anders. Innerlijke beschaving is niet ieders deel, en wie bij't leiden eener verga dering in krachttermen en wat algemeen- heden, ja, soms zelfs met grofheden z'n kracht zoekt, staat zwak; zoo willen wij't niet; wij laten aan u gaarne de beslissing; aan ons slechts uwe gedachten en besprekingen te tijd wel een beetje van me zoudt kunnen gaan houden", informeerde ze schalks. „Lola, begrijp je dan niet? Ik heb niets letterlijk niets om je aan te bieden. Als Dre- with niet komt opdagen, kan ik zelfs de lunch niet betalen. Ik kan geen taxi bekosti- gen. Gisterenavond hebben ze mijn porte- feuille gestolen. Ik ontdekte het pas vanmor- gen. Ik ben op, op en weg", besloot hij met ids in zijn stem dat op een snik leek. „En toch kocht je nog voor mij die prach- tige bloemen", zeide ze." Ze leunde voorover en begroef haar gezichi in de anjers. Beresford keek naar haar. Langzamerhand begon hij alles in te zien en hij moest wel toegeven dat het noodlot inder- daad de zaak in handen had genomen. Hoe kon nu juist die concierge een vriend hebben in Bellevue. Waarom moest die vriend nu juist bij hem komen even nadat Beresford hem de brieven had overhandigd om te pos- ten? Waarom moest nu juist die man uit Bel levue zijn oog laten vallen op Lola's brief en waarom moest hij dan nog bovendien aan- bieden om dien brief mee terug te nemen? Weer, waarom had Lola haar verblijf in Sur rey opgegeven en was ze teruggekomen naar Londen? Verder nog Hij sprong op en ging door de kamer loopen. „Weet je niet, wat ik doe?" Zij stond op en kroop in een hoekje van den stoel, dien hij juist verlaten had. „Wat je doet?" herhaalde hij, terwijl hij voor haar staan |>leef. Ja", hakkelde ze. „Ik gooi me gewoon leiden. Mochten wij zoo door wisseling van gedachten 't beste bereiken, wat voor ons, voor den zang, te bereiken is. Dames en Heeren! Wij roepen u alien 't welkom toe; dat welkom geldt niet't minst ook de pers, van wie wij weten, dat zij ons streven, verbetering van den volkszang, wel- willend gezind is. Mocht 't ook haar hier goed zijn in ons midden, en mochten de te nemen besluiten bij't lezend publiek belang- stellende gevoelens opwekken voor alles wat de gemengde koorzang op hooger peil kan brengen. Dames en Heeren! Hiermede openen wij onze algemeene vergadering. (Applaus.) De heer R. Sasburg van Benningbroek, secretaris, las de notulen, welke ongewijzigd werden vastgesteld. Het jaarverslag getuigde wederom van een opgewekt zangersleven, wat zeker noodig is, omdat aan de eischen op vocaal en mstru- mentaal gebied steeds hooger norm wordt gesteld. In het afgeloopen jaar werd een dirigen- tencursus gehouden onder leiding van den tieer Boedijn, welke als zeer geslaagd mag worden beschouwd. Verder stipten wij aan, dat de Bond is begonrien met den aanleg van een partituren- bibliotheek. Het zangersfeest te Nieuwe Niedoip gaf, wat de opkomst van het publiek betreft, een groote teleurstelling. Het verslag, dat eindigde met een krachtige opwekking tot bevordering van den zang, werd onder dank vastgesteld. Rekening en verantwoording over 1928. De heer Zweed (Abbekerk) bracht namens de commissie van onderzoek rapport uit, daarbij mededeelende, dat de ontvangsten (in- begrepen het batig saldo over 1927 ad J 317.6914) hadden bedragen 1400 4714 de uitgayen 1470.41, zoodat er een nadeelig slot was van 69.9314. Op het zangersfeest te Nieuwe Niedorp was ontvangen f 802.80, terwijl hiervoor was uitgegeven f 1134.25, Waar er nog pl.m. f 120 moet worden betaald, had dit feest in totaal een nadeelig slot van pl.m. 450. De commissie bracht den heer De Groot van Barsingerhorn als penningmeestei dank voor het nauwkeurig beheer en stelde voor hem volkomen te dechargeeren, waartoe z. h. st. werd besloten. De begrooting voor 1929 werd zonder dis- cussie vastgesteld op een bedrag van f 309.20. Aan de orde kwam een voorstel van de afdeeling Wieringerwaard, door tal van ver eenigingen gesteund, om den heer Joh. de Groot te benoemen tot eerelid van den Bond. De heer Zweed (Abbekerk) juichte dit voorstel toe, doch spr. meende, dat het nu in strijd zou zijn met het reglement, den heer De Groot nog langer in het Hoofdbestuur te handhaven, temeer, daar hij zich ook uit zijn vereeniging terugtrekt en zich te Alkmaar gaat vestigen. Uit de besprekingen bleek wel, dat de heer De Groot ook door zijn vereeniging te Barsingerhorn tot eerelid was benoemd. Het meerendeel der vergadering was van oordeel, dat de heer De Groot als eerelid nog wel degelijk in het vereenigingsleven blijft. De heer Jonker (Alkmaar) wilde den heer De Groot, die oud van jaren, doch nog frisch van geest is, ook graag nog wat voor den Bond behouden. Tenslotte werd onder groote instemming den heer De Groot tot eere-lid benoemd, waarvoor deze de vergadering op de hem eigene wijze dank bracht. Verkiezing leden Hoofdbestuur. a. Wegens aftr. van mevr. T. Hittema—De Vet (niet herkiesbaar). Als candidaten waren gesteld de heeren P. de Hart (Koedijk), H. J. Zaal (Broek op Lan- gendijk) en L. v. Loo (Den Helder). Na verschillende stemmingen werd laatst- genoemde met een stem meerderheid op den heer Zaal gekozen. b. Wegens aftr. van de heesen G. Vroora en Joh. de Groot (herkiesbaar). Hierbij waren geen tegencandidaten ge steld, zoodat deze heeren werden geacht te zijn herkozen. In verband met hetgeen bij het vorig punt door den afgevaardigde van Abbekerk was gezegd, werd op voorstel van den heer Hart besloten in de notulen vast te leggen, dat voortaan eereleden dezelfde rechten zullen hebben als gewone leden. Als plaats voor de volgende algemeene vergadering werd Alkmaar wederom aange- wezen met 12 stemmen, tegen 7 st. op Hoorn. Het nazien der rekening voor het volgend jaar werd opgedragen aan de afd. Nieuwe Niedorp, Schagen en Helder's Gemengd koor. De voorzitter maakte nog een verzuim goed, door mevr. HittemaDe Vet dank te aan je voeten en ze wierp vluchtig een angstigen blik op hem „en je helpt me niet, niet een klein beetje", zij beet op haar lip, toen even later bedekte ze weer haar gezic'ht met haar handen en dook weg in een hoek van den stoel. Het volgend oogenblik lag Beresford ge- knield voor haar. „Mijn beveling; o, mijn liefste!" fluisterde hij, pogend haar handen te verwijderen. „Je weet wel, je weet toch wel je begrijpt toch, is't niet? voel je niet, hoe onmogelijk het is, hoe hoe wanhopig hield hij op. „Je hebt me geeompromitteerd en nu ver- needer je me", snikt ze, steeds met haar han den voor het gezicht. „Mijn lieve schat Lola toe, zeg dat niet". Hij hield op, sprakeloos in zijn wan- hoop. „Neen, neen". Weer poogde hij haar handen weg te krijgen, maar zonder succes Zij draaide alleen haar gezicht nog verder van hem af. Beresford keek met een wilden blik om zich heen, ergens om een ingeving of hulp zoekend. Wat moest hij beginnen? Wat Opeens deed ze haar handen weg lach- te, ja ze lachte hem vlak in zijn oogen. In zijn verbazing ging hij achterover en zat op zijn hurken en staarde, onbewust van de koddige vertooning, die hij maakte. „0, wat doe je gek", riep ze zenuwachtig. ,Toe sta op". Langzaam deed hij het, in zijn waardig- heid gekwetst, maar twee tranen ziende, die langs haar wangen biggcldep. ging hij op betuigen voor hetgeen zij in het belang van den Bond had gedaan. (Applaus). Aan de orde waren nu de besprekinger over het Zangersfeest 1929, waarvoor de volgende plaatsen werden voorgesteld. Den Helder, Kolhorn en Alkmaar. De heer Van Loo (Den Helder) deelde mede, dat zijn vereeniging tot haar spijt de aanvrage moest intrekken, omdat niet de medewerking kon worden verkregen van „He!ders Belang". Door Kolhorn was gemeld, dat de vereeni ging, welke het vo;gend jaar haar zilveren jubileum viert, gaarne het financieel risico zou willen dragen, doch uit de mededeelin- gen van den afgevaardigde bleek wel, dat de secretaris hiermede iets te voorbarig was ge- weest. Door den heer Jonker werd mededeeling gedaan van een onderhoud met den heer Timmerman, exploitant van den Stedelijken Muziektuin, die zeker tot alle medewerking bereid zou zijn, doch eerst nad-ere gegevens verlangde. Na eenige besprekingen werd met 14 tegen 4 st. besloten het Zangersfeest te Alk maar te houden, wanneer althans de bespre kingen tusschen het Hoofdbestuur en den heer Timmerman tot een bevredigend resul- taat leiden. Tot juryieden werden benoemd de heeren Jan Sluis en Bernard Diamant, met als plaatsvervanger George Robert. Het Hoofdbestuur wekte alien op aan den samenzang deel te nemen, omdat de waarde hiervan niet mag worden onderschat uit een oogpunt van zangstudie en saamhoorigheid. Alle aanwezige vereenigingen zegden dan ook hare medewerking toe, met uitzondering van de afdeeling Heer-Hugowaard, die een afwijzendt houding aannam op grond van op de laatste kringrepetitie opgedane onaan- gename ervanngen. De door het Hoofdbestuur voorgestelde nummers voor samenzang: Lofzang Frieso Moolenaar en Ontwaakt loopt Herders dezen nacht, Rontgen (afl. 50 Ned. Koorv.) kond-en de goedkeuring der vergadering wegdragen Onder algemeene instemming werd ah leider van den samenzang aangewezen d< heer R. Sasburg. De datum voor het Zangersfeest werd be paald op den 3en Zondag in Juni. Er zal ook gelegenheid zijn voor vereeni gingen, welke eenzelfde directeur hebben, ge- combineerd een nummer te zingen, wat zijn nut kan hebben, zoo een vereeniging door onvoldoende bezetting of anderszins niet goed kan uitkomen. Voorts werd nog bepaald, dat voor de kringrepetities de betrokken vereenigingen voor entree's een waarborgsom zullen moe ten storten van f 20, daar het meermalen is voorgekomen, dat de belangen van den Bond op dit punt werden verwaarloosd. Door den heer Sasburg werd ingeleid een bespreking over de bevordering van den kin- derzang op zangscholen en lagere scholen, wat z. i zeer wenschelijk zou zijn in ver band met het gebrek, dat er bestaat aan jonge krachten. De heer Jonker wees er op, dat men hier mede in de practijk voor groote moeilijk- heden zou komen te staan Het leek spr. to-e, dat dit voor den Bond een onderwerp moest zijn van diepgaande studie, waarom hij voorstelde hiertoe een commissie van onder zoek te benoemen. Na eenige discussie kon de vergadering zich hiermede vereenigen en werden in deze commissie benoemd de heeren Sasburg, Jon ker, v. d. Mey, Zaal, Van Ham en De Groot. De commissie voor de partiturenbibliotheek bracht bij monde van den heer Jonker ver slag uit, waarvan we aanstippen, dat men bezig is de partituren in drie moeilijkh-eids- graden te veideelen. De directeuren zullen binnenkort koorwerken op zicht kunnen krijgen, waartoe de uitgevers alle medewer king verleenen. Er zijn vele plannen, o.m. tot het uitschrij- ven van een prijsvraag voor een eenvoudig werk, geschikt voor samenzang, het doen ver- tal-en en uitgev-en voor rekening' van den Bond van eenige buitenlandsche werken, enz. De heer Jonker v-erzocht den bibliothe- carissen, de z.g.n. dubbele werken aan de commissie af te staan. De voorzitter bracht de commissie een woord van dank. Besloten werd een actie op touw te zetten tot het werven van kunstlievende leden en donateurs, die tegen een contributie van f 1.50, f 2.50, 5 en f 10 vrij toegang heb ben op het zangersfeest en het programma en het verslag toegezonden krijgen. Ook zal een circutaire tot de niet aange- sloten vereenigingen worden gericht met het verzoek alsnog tot den Bond toe te treden. Van de Alg Ned Koorzangcentrale was de armleuning van haar stoel zitten en trok haar naar zich toe. „Mijn lieveling", zeide hij ernstig. „Ik ben zoo alles is, 't is een beroerde boel. Ik weet niet waar ik ben waartoe ik besta. Soms geloof ik, dat ik krankzinnig ben misschien ben ik het inderdaad." Zij keek naar hem op, een vermoeid lachje verhelderde even haar gezichtje, waar droeve lijnen op geteekend stonden. „Ik ben zoo op, Jerry", zeide ze. „Ik heb geen oog dicht gedaan, geen oogenblikje, geen secondetje" vroegde ze toe met een flauwe poging voor een grapje. „Wees nu eens lief voor me. 't Was zoo moeilijk", meesmuilde ze; „moeilijk om te maken dat je van me hield. Vermoeid sloot ze haar oogen. „Lieveling." Hartstochtelijk drukte Beresford haar tegen zich aan. „Mijn lieveling", herhaalde hij en zich bui- gend kuste hij heur haar. Toen vertelde hij haar met een vloed van woorden alles. Dat hij naar Londen terug was gegaan om haar te zoeken, dat hij in het Ritz Carlton had gelogeerd in de verwach- ting haar daar aan te treffen, dat hij overal rond geloopen had, waar maar kans was haar te ontmoeten, dat hij haar naar Folke stone had achtervolgd en ten laatste, dat hij den weg om uit de moeilijkheden te raken en dien hij nu bijna niet onder oogen durfde zien, had aangegrepen. „Lieveling", zeide zij, toen hij had uitge sproken. „Lieve Jerry!" (Wordt vervolgd). 561

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1928 | | pagina 5